Arie van Vliet houdt
de opvolger van Jan
m sprint-school
Derksen gereed
De twee veteranen
en het begin
aan
het
einde van de oude
van nieuwe sprinters-generatie
Sport
van
met landen
Sovjet-blok
DOS zal op Spangen zijn titel
bij Sparta komen inleveren
NOAD en Scheveningen staan voor degradatie
De sport
zal altijd
blijven
Als in augustus de wieler-strijd om de regenboogtruien in eigen land wordt eestreden
Ontstellend geschrijf
in voetbal-clubblad
Sprint-traditie
biij ve levend
Mensen daar zijn er gelukkig mee
In de Ere-divisje loopt de competitie op 2e Paasdag af
Kwestie met een ,voor' en een tegen'
ARIE
JAN
Arie van Vliet won de
meeste medailles
Alleen de le divisie B
nog boordevol spanning
Italië won opnieuw
ZATERDAG 28 MAART 1959
PAGINA
De zes oorlogsjaren
Titels bij de vleet
Duo niet eerste viool
'Ti 14,. v -
Derkseus opvolgers
Bij DFC kan 't „spoken'
HVC zoekt herstel
DHC-promotie nadert
Druktt in Groningen
E.V. U.-jeugdtoernooi
VOETBAL ]'N ENGELAND
ZTdT" T be°elenen' '9 'Men in
elLt br Pr°CeS Van kome'1 en suan
f p WEE GROTE VETERANEN uit de Nederlandse wielersport zullen, wan-
J- neer in augustus a.s. de Wereldkampioenschappen 1959 in ons land, rcsp.
in Amsterdam op de baan en in Zandvoort op de weg, worden verreden,
nog eens voor de laatste keer een gooi te doen, voor eigen publiek, naar de
illustere regenboog-trui: GERRIT SCHULTE is reeds in training gegaan om te
pogen die „éne laatste droom", de Wereldtitel-op-de-weg, aan het einde van
zfln carrière alsnog te verwezenlijken; JAN DERKSEN hoopt afscheid te ne
men met zijn derde Wereldtitel-sprint-op-de-baan.
De twee veteranen zullen er echter niet alleen zyn. De derde „old soldier",
die overigens al wèl „faded away" is: Arie van Vliet, zal er zijn om naast Jan
Derksen de opvolgers uit zijn eigen sprint-school te presenteren. De twee ve
teranen gullen genoeg jeugd om zich heen hebben: een Peter Post in de achter
volging, een Joop Captein misschien in de sprint, misschien op de weg (waar
hij onlangs in België zo verbluffend debuteerde door de snelste weg-sprinter
ter wereld: Willy Vannitsen, te kloppen), enfin: er zijn nog wel méér jongeren
die iets kunnen!
Aan de figuur van Gerrit Schulte, die spoedig na zijn laatste race over zal
stappen naar het ploegleiderschap (dat de K.N.W.U. hem officieel wil geven
dat hij zelf ambieert en waarin hij zowel in de Ronde van Nederland der profs
als in de „gencraalswagen" achter de militaire ploeg in Olympia's Toer door
Nederland voor amateurs zich reeds heeft onderscheiden) aan deze figuur
hebben wij onlangs, luttele dagen vóór hij „sportman van het jaar" werd, al-
wel de volle maat gegeven.
Twee andere figuren: Jan Derksen èn Arie van Vliet, zullen by de Wereld
kampioenschappen In Amsterdam het volle licht der schijnwerpers dragen.
Omdat zjj het einde van een oude- énhet begin van een nieuwe Neder
landse sprinters-generatie vertegenwoordigen.
Onlangs trof ons ln het clubblad van
Blauw Wit een artikel, dat in de wijze
waarop het „de taak van de semi-prof
voetbalclub ten opzichte van de jeugd"
aan de orde stelde, aanleiding gaf tot ern
stige bezorgdheid. Indien dit artikel symp
tomatisch zou zijn voor geheel de gcdach-
tensfeer op dit punt in het betaalde voet
bal, dan zouden wij elke vader en moe
der willen toeroepen: „Laat uw jongen
nóóit lid worden, ook niet als junior, van
een semi-prof club; het geeft alleen maar
desillusies en voor zijn opvoeding kan het
meer kwaad dan goed!"
Intussen geloven wij niet onmiddellijk,
dat dit artikel inderdaad volledig repre
sentatief zou zün. Maar anderzijds be
kruipt ons de angst, dat toch wel een
groot aantal van de semi-prof clubs min
of meer in dezelfde gedachtensfeer zou
kunnen leven als wij tot onze spijt en be
zorgdheid bij Blauw Wit signaleerden.
„Kapstok" voor bet artikel was de „voet-
balschool", die ISW.S. Sn het leven had
geroepen teneinde om woensdagmiddagen
de jongste jongetjes niet alleen van de
straat maar ook nóar het D.W.S.-milieu
te trekken: pedagogische overwegingen
ènhet eigenbelang van ,wie weet
komt er weieens een toekomstige crack
uit".
Blauw Wit stelde, dat het reeds lange
tijd hetzelfde deed met zijn pupillenvoet-
bal. En daar voegde de auteur dan aan
toe, wat er gaat gebeuren als de jongens
eenmaal „binnen" zjjn.
Wy citeren woordelijk:
„Overigens schijnen vele ouders niet
te begrijpen, dat de situatie in de voet
balwereld veranderd is. Dit merkt men
pas goed, wanneer hun zoon voor de
overgang van junior- naar senior-speler
staat en dat examen niet haalt. Het is
nu eenmaal zo geworden, dat onze ver
eniging in het seniorenvoetbal alleen
maar die spelers kan handhaven, die op
voetbalgebied hun woordje zullen kun
nen meespreken. Het zal dus kunnen
voorkomen, dat enkele junioren in de
toekomst zullen moeten worden afge
voerd van de senioren-voetballijst; im
mers, bij de overgang van junior naar
senior wordt geacht onze opvoedkundi
ge taak afgelopen te zijn en wordt op de
overgang alléén maar gekeken naar het
feit, of men van de speler in kwestie
kan verwachten dat hij zich zal aandie
nen als een bruikbaar speler in het le,
2e, of 3e elftal. Zo niet, dan mag hij uit
organisatorisch oogpunt bekeken, niet
overgaan, hoe sneu dit ook is voor de
betreffende jongen en voor zijn ouders
vooral wanneer zo een jongen zijn gehe
le jeugd bij Blauw Wit gesleten heeft".
Dit is ontstellend.
En dan durft de auteur daar ook nog
aan toe te voegen, dat hü het er „echter
volkomen mee eens is, dat zo een jongen
niet uit Blauw Wit verwijderd mag wor
den". Stel je voor!
De doekjes voor het bloeden zün ten
slotte al even kwalijk: de jongen in kwes
tie mag wel handballid, atletiekiid of niet-
spelend senior-lid worden. Misschien stilt
men zich ook nog voor, dat zo'n jongen,
die voetballen wil, dat werkelijk fijn
vindt-
Eigenlijk behoeven wij er maar weinig
aan toe te voegen. Dit artikel is wei zó
ontstellend, dat het voor zichzelf spreekt.
Maar ten overvloede zouden wij er nog
op kunnen wijzen, dat de opvoedkundige
taak van een sportvereniging waarachtig
niet ophoudt als een jongen (of meisje)
de leeftijd van 17 jaar heeft bereikt. Eer
der integendeel! En voorts: dat wij van
de kwaliteit van de „opvoedkunde tot 17
jaar" in zo'n vereniging waarlijk geen ho
ge dunk hebben.
Gelukkig zijn er nog altijd semi-prof
voetbalclubs, die er zo'n vijftien senior
elftallen (vol „krukken") op na honden,
omdat men daar oprecht de jeugd, ook de
rijpere jeugd, een liefdevol en zorgzaam
hart toedraagt, omdat men er geen „zaak"
is geworden.
Clubs die er echter zowel in hun mate
riële middelen als in hun ideële bezit zo
schamel voor staan, dat zy zich tot de
pure „zaak" moeten beperken, verdienen
in de Nederlandse sportwereld nauwelijks
een plaats.
En als de voetballerij in de betaalde
wetor zo hoognodig gesaneerd moet wor
den (en dat moet inderdaad!), laat men
dan niet alleen kijken naar financieel arm
lastige clubs in de le of 2e divisie, maar
ook naar de ideëel-verpauperde clubs in
de top!
Eén geluk: men ontmoet dergelijke ge
dachten-complexen alleen hü voetbal
In ande?e takken van sport komen zulke
excessen niet voor.
Maar óók in de voetballerij zijn zij on
toelaatbaar en dienen zij uitgesneden te
worden.
stijlvolle wieler-atleet uit Woerden (geb
18-3-16. zoon van een garagehouder-en
fietsenbouwer, nu zelf ook garagehouder)
hoogstwaarschijnlijk méér regenboogtrui-
en hebben verzameld dan onverschillig
welke andere sprinter voor en na hem.
?Dn heit eir „slechts" 3; maar daarmee
is hij dan ook alleen in schijn de mindere
van de vijf bondgenoten in het keurtroep-
je: Piet Moeskops 5 titels. Scherens en El-
legaard ieder 6 titells, Michard en Har-
ris met 4 titels. Zonder die zes oorlogsja
ren zou Van Vliet nu ver boven allen uit
tronen, zoals hij overigens in het W.K.-me-
dailles-klassement (zie hiernaast) reeds
de meerdere van zijn rivalen is.
Arie van Vliet, de slimme tacticus,
briljante strateeg, niet alleen door zijn
snelheid maar ook door zün intellect
waarljjk een „grootmeester van de
sprint", veroverde zün Wereldtitels bij
de amateurs in 1936, by de profs in 1938
(Amsterdam), 1948 (Amsterdam) en
1953 (Ziirich), werd tweede in 19.37 (de
buut als prof., achter Scherens) 1950,
54 en 57. derde in 1946. 49 en 55.
Het, Olympisch kampioenschap 1936 ont
ging hem, omdat een zekere mijnheer Hit-
Ier nu eenmaal had geordonneerd dat
de Duitse favoriet. Merkens moest win
nen! Wel veroverde Arie de Olympische
titel tijdrijden. Want ook daarin was hij
een fenomeen, op alle afstanden tussen de
200 en de 1000 meter. En het Wereldre
cord over 200 meter op open banen staat
sedert 9 september 1955 in Kopenhagen
met. precies 11 seconden op naam van een
Arie van Vliet, die bij die topprestatie
reeds.. 39 jaar oud was!
DE WIELER-SPRINT heeft in Neder
land een reputatie te verliezen. Een land
welks naam werd hooggehouden door een
Jaap Eden, een Jaak van Egmond. een
Piet Moeskops, de gebroeders Leene én
een duo als Derksen en Van Vliet, kan
zich niet permitteren, dat met het afscheid
van die twee laatste „old soldiers" ineens
ook héél die wieler-sprint op internatio
naal niveau nergens meer zou zijn. Arie
van Vliet, thans zelf al meer dan een .iaar
niet meer actief, is de man die in Am
sterdam niet alleen zijn eigen opvolger,
maar ook de onmiddellijke opvolger van
Jan Derksen, in hertzelfde toernooi, zal
moeten en kunnen presenteren.
VAN VLIET, de gryze, gebrilde „pro
fessor", die men ooit wel „de intellec
tueel van de wielerbanen" heeft ge
noemd, die in ieder geval na de 25 ja
ren van zyn carrière (april 1932 tof no
vember 1957) nog altijd de „best gecon
serveerde" sprinttr was die men ooit
zag. de man die zonder enige twüfel
behoort tot dat kleine keurtroepje van
de „beste sprinters aller tijden" een
groepje van welgeteld zes man) de
ze Arie van Vliet leidt pertinent niet al
leen bij toeval de officiële K.N.W.U.-
sprintschool. die <>P Duinhorst alweer
aan het draaien is en die spoedig weer
naar de baan van het Olympisch Sta
dion zal worden overgebracht.
Als de zes oorlogsjaren 1939-45 niet pre
cies midden in de beste Moea-peirdiode van
Van Vllieite tatenit waren gevaililen, zou de
De zwarte, thans grijze Woerdenaar
reed zijn eerste Nederlandse kampioen
schap in 1934, werd 3e, mocht naar de W.
K. in Leipzig, werd er bij verrassing
prachtige 2e werd ook in 1935 nog 2e,
maar in 36 kampioen en daarna prof. Zijn
Nederlandse prof-titels liggen over alle ja
ren van zijn 25-jarige carrière verspreid:
1937, 38. 39. 40, 41. 42, 46, 47, 48, 50. 51 en
56. zijn tientallen internationale successen
in Grand Prix en Europees criterium
etc. werden in Amsterdam en Brussel zo
goed als in Milaan. Parijs. Zurich, Berlijn
en noem-maar-op behaald.
DRIE FACTOREN hebben de stralende
grootheid van Arie van Vliet trachten af
j te schaduwen: de oorlog, de hevig maar
zéér kortstondige „regering" van de En
gelse bulldog Reg Harris (1949-54) en
zijn eigen zenuwen. Die speelden hem al
léén parten als het om de regenboogtrui
ging. In alle andere races versloeg hij ie
deréén. Maar als het. ééns per jaar om de
Wereldtitel ging, werd Van Viiet menig
maal doorzichze',1" verslagen, wanneer
hij ifaifcmd als een espetolad "tegen zijn
zenuwen knokte.
JAN DERKSEN heeft van géén van
die drie handicaps last gehad. De blon
de „Hollander", geboortig uit Geertrui-
denberg, maar in heel zyn koele, nuch
tere verschijning een pure „Noorder
ling". die jaren lang in Amsterdam
woonde Jan Derksen heeft samen
met Arie van Vliet jaren lang de éérste
viool, voor Nederland!, in het interna-
Arie van Vliet staat ver aan de
kop in het „W.K.-medailles-klasse-
ment", dat sedert 1895 wordt opge
maakt aan de hand van de in We-
reldkampioenschap-sprintwedstrij-
den (profs) behaalde medailles
voor de eerste, tweede of derde
prijs. Daarin is hij van het „keur
troepje" inderdaad de allergrootste
en dan nóg ligt daar de handicap
van zeg oorlogsjaren in! Telt men
zijn amateur-medailles erbij, dan
ligt Van Vliet nóg verder voor.
Het klassement luidt:
le 2e 3e
pr. pr. pr. amat. tot.
1. Van Vliet
2. Scherens
3. Ellegaard
4. Michard
5. Harris
6. Moeskops
7. Kaufmann
8. Derksen
14
10
10
10
8
7
7
7
V lp® ffèf u >-
s' .:">V VT.:"'
tionale sprinters-concert gespeeld, op
een andere manier, met minder list
maar méér kracht, met minder zenu
wen en méér vecht-encrgie.
Ook Derksen was èn is een ras-sprinter,
met zijn koele berekening, zijn scherpe
demarrage, zijn lange sprint en., zijn
harde wil tot dóórzetten. Dat laatste hielp
hem, mét zijn felle eerzucht, over een
ernstige ziekte en een aantal blessures
heen. Want blonde Jan viel nogal eens.
Zoals kort nadat hij in 1957 op de Rocour-
baan bij Luik zijn tweede Wereldtitel had
gewonnen (hij versloeg in de finale.. Arie
van Vliet die toen zijn laatste W.K.-toer-
nooi reed) en waardoor hij een gouden
schat aan goedbetaalde contracten ver
speelde.
Een hcél grote, deze Derksen: in 1939
al Wereldkampioen der amateurs, in
1946 voor het eerst Wereldkampioen
der prof, (na een incidentrijke en la
ter overgereden finale met, Scnfftleben),
in 1957 nóg eens in de regenboogtrui,
voorts in 1943. 44, 49. 52, 53, 54. 55, 57
en 58 de meerdere v?n een te „nerveu
ze" Van Vliet om de nationale titel.
Zoals in 1957 voor Van Vliet, zo wordt
het W.K.-toernooi 1959 voor de thans 40-
jarige. nog altijd lachgrage Derksen (geb
23-1-T9) zijn laatste. Op dat moment zal
ook hij omzien naar wat Arie van Vliet
uit diens sprintschool aan opvolgers naar
voren schuift.
Jan Derksen zou aan die opvolgers
graag het voorbeeld van „wéér een Ne
derlander in de regenboogtrui" stel
len. Dat zou voor hem het mooiste af
scheid zyn.
En wat er aan opvolgers voor de dag
kan komen: Joop Captein, Mees Gerrit
sen, Dick Verdoorn. Rob van der Lans,
Hans de Graaf en Henny Marinus, zij
krijgen in de sprint-school van Arie van
Vliet, straks weer in het Olympisch sta
dion. de béste training die zij zich kunnen
wensen.
Als het daaraan lig', dan houdt met
Derksen en Van Vliet inderdaad de
faam van „de Nederlandse wieler-sprint"
niet op!
Vermoedelük zullen, wanneer in de tweede week van mei het Nederlands
Elftal zün officiële voetbal-interland tegen Bulgarüe in Sofia gaat spelen
wanneer iets later de Wereldkampioenschappen schermen in Boedapest zul
len plaatsvinden, wanneer de Europese turn-kampioenschappen van dit jaar
in Krakau gehouden worden en wanneer de wielrenners zich gaan opmaken om
volgend jaar in Oost-Berlijn om de regenboogtruien te gaan ryden de reac
ties daarop wei minder gevoelig zijn dan zy waren bü de Europese zwem-
kampioenschappen van verleden jaar zomer in Boedapest.
De gedacthtenverbinding tussen de grote Nederlandse successen (met de na
venante publiciteit) in het Margitsziget-bassin en het bloedige Hongaarse drama
van twee jaar eerder, leidde o.a. tot een stroom van ingezonden stukken in de
Nederlandse bladen. Helaas brachten deze spontane reacties, die altijd de toon
van protest lieten klinken, de waarheid weieens in het gedrang. Als men schreel:
„Onze zwemsters lieten zich vleien door het gejuich van de beulen van het
Kadar-regime" of iets in die geest, dan besefte men zeer beslist niet dat de
overgrote meerderheid van de toeschouwers niet uit beulen doch uit., beuls-
slaohtoffers bestond, uit doodgewone, zij het verdrukte, Hongaarse burgers, die
o zo blij waren bij deze zwemkampioenschappen althans énig contact met vrije
West-Europeanen te kunnen hebben.
Het gaat intussen niet om Boedapest, het gaat om het principe.
Het principe van het sportverkeer met de landen achter het IJzeren Gordün,
desnoods het principe van „in sport geen politiek".
Dat de laatste nu is onhoudbaar, omdatde politiek zich nu eenmaal van
haar kant met de sport bemoeit.
De voorbeelden zijn er te over, dat in de Sovjet-Unie en de door haar ge
regeerde satelliet-landen de sport als politiek propaganda-middel wordt gehan
teerd, dat bekende atleten als Imre Nemeth, Emil Zatopek en Olga Gyarmati,
de voetballer Puskas, de zwemster Ilona Novak gedwóngen werden om politieke
propaganda te bedrijven, dat de Russen niet minder dan 5 miljard gulden per
jóór besteden en 13 sport-akademies hebben ingericht om via de sport de vrije
wereld te veroveren.
Het besef daarvan Is, eerlyk gezegd, pas na het Hongaarse drama '56 alge
meen doorbroken. En de Impuls, waarin het Ned. Olympisch Comité zei: „Wy
gaan niet naar Melbourne en zullen alle sportcontact met de landen achter
het IJzere Gordün verbreken", was niet alleen spontaan en éérlyk maar ook
volkomen juist. En wü spraken ons in dit blad regelrecht en onverbloemd uit
voor een complete boycot van alle „Sovjet"-sport.
Helaas, in haar eentje kon de kleine Nederlandse sportwereld, zonder enige
buitenlandse steun, deze boycot niet voeren. En wellicht was het veel in het
belang van onze sport zelf, dat zij zich niet op hóór beurt isoleerde. In het
deelnemen aan internationale kampioenschappen en toernooien ligt een zekere
noodzaak jegens onszelf, een zekere verplichting jegens de andere landen in
het internationale federatie-verband bovendien.
Maar nog altijd zijn wij van mening, dat elk „ondershands", in vrij en onder
ling overleg geregeld sportverkeer met de landen achter het IJzeren Gordijn een
kwestie is, waarvan prof. dr. Wilhelm Röpke groot gelijk had toen hij schreef
dat zij „in feite een draad is in het net van verderf dat door de communisten
voor ons gesponnen wordt."
En toch wy waren ln Boedapest en wü liébben ervaren, hoe een arm
en onderdrukt volk voor enkele dagen bly en gelukkig en weer iets rüker aan
vertrouwen was, omdat het dank z(j de sport de kans kon grijpen tot een
gesprek en soms zelfs vriendschap met een vrye medemens uit het Westen.
Het bezoek van een Nederlands (of ander Westers) sportgezelschap aan een
land achter het IJzeren Gordijn kan voor de bevolking daar van onschatbare
morele waarde zijn. Dat is gebleken. Dat is ook onze persoonlijke ervaring ge
weest En een tegenbezoek van Hongaren, Tsjechen, Bulgaren, enz. aan het
vrije Westen is voor hen een nóg grotere bron van geluk.
Daarom is er uit dat oogpunt voor te pleiten, dat het sportverkeer met de
communistische landen gehandhaafd wordt.
Wel legt dat het Westen de zeer dure plicht op, dat het zorgt by zo'n ont
moeting in ólle opzichten, in prestatievermogen èn in voorbeeldig menselijk
gedrag, honderd procent „model" te zijn.
De laatste W.K.-finale, waarin Jan Derksen en Arie van Vliet uitkwamen:
tegen elkaar, in 1957 op de Rocour.baan in Luik; nu moet de jeugd
het doen!
OVERMORGEN REEDS, dus op 2e Paasdag, kan wat óns betreft de voet
bal-competitie in de Ere-divisie afgelopen zijn. En dat gebeurt dan in (ons
eigen) Rotterdam, waar op die 2e Paasdag de huidige Nederlandse kampioen
DOS zyn titel bij de nieuwe kampioen Sparta komt inleveren Zonder slag ol
stoot zal dat natuurlijk niet gaan. Precies één week vóór dit troonwisselings-
■duel hervonden dc Utrechtse geelhemden plotseling weer die „grote vorm
waaraan zy verleden jaar hun kampioenschap dankten. Zy vonden weer die
„vorm" voor een partij voetbal, waarin zy een steeds meer ontredderd DYVS
naar een 9—0 nederlaag joegen. En in deze vorm is inderdaad DOS voor Sparta
een uiterst gevaarlijke tegenstander, ook op Spangen, ook al gaan de Kasteel
heren daar trots op het nu énige ongeslagen thuis-record in heel de Ere-divisie,
het mooiste thuis record in heel het Betaalde voetbal.
En voor het overige: drie weken geleden speelde ook Fcyenoord tegen dat
D.W.S, zo n „grote wedstrijd, bekroond met een 06 score die maar weinig
voor DOS' zege onderdeed. Nochtans ging ditzelfde Feijenoord een week later
in de derby legen Sparta kansloos met 0—3 het schip in Wij willen maar
zeggen: een monster-zege op DWS behoeft dus óók geen garantie op succes
tegen Sparta in te houden. En tenslotte: Sparta trok in eerste instantie in
Utrecht reeds met 0 aan het langste eind; maar wie op een revanche wil
wedden, hij ga zijn gang
De concurrentie voor Sparta als nieuwe
kampioen bestaat alleen nog maar in the
orie. En trouwens. Rapid J.C. moet nog
zien dat het A.D.O. in Den Haag opnieuw
tot volledige capitulatie kan dwingen. Wij
geloven 't, niet. Evenmin gelowen wij, dat
NOAD en Scheveningen nog aan het de
gradatie-vonnis zullen ontsnappen. NOAD
mag een goede kans maken om wéér bij
D.W.S. een gelijk spel uit het vuur te
slepen (of zelfs meer), maar wat dan
nog? Scheveningen, de debutant die het
dus nog niet eens dit éne jaar kon bol
werken, staat, bovendien bij V.V.V. voor
regelrecht opnieuw verlies. En zo is er
voor Willem II, dat zich toch maar kra
nig hersteld heeft, heus geen kou aan de
lucht als de tricolores opnieuw de volle
winst aan Feijenoord zouden moeten mee
geven.
In de „restanten" achten wij Elinkwijk
tegen Enschede tot een nieuwe draw
Ajax tegen M.V.V. tot een bevestiging
van zijn destijds opzienbarende uilzege
Fortuna '54 tegen Blauw-Wit tot een re
delijke revanche in staat. Tussen P.S.V.
en N.A.C. wordt het weer een pittige Bra
bant-derby met volledig open kansen.
Voiendam gaat rustig door op de weg
naar het kampioenschap van de le di
visie A en de daaraan verbonden pro
motie naar de Ere-divisie, maar de
oranjehemden zullen er toch goed aan
doen D.F.C. niet te onderschatten,
want het wil in Dordrecht naar oude
traditie nog wcieens „spoken"!
Van de twee hekkesluiters heeft De
Graafschap o.i, thuis meer perspectief te
gen Z.F.C. dan waarop Haarlem zich tegen
B.V.V. zou kunnen verheugdn. Wordt dus
voorlopig Haarlem het kind van de reke
ning, dan hebben Fortuna VI. en Wage-
ningen van hun (eventuele!) nederlagen,
thuis tegen Helmond resp. Leeuwarden,
nog niet veel schade te duchten, dunkt
ons.
De le divisie B blüft boordevol span
ning. Koploper Sittardia krijgt het hü
K.F.C. opnieuw uiterst moeilijk en mag
wellicht al blij zün als de Kogers met
een halve revanche genoegen moeten
nemen, de vraag is echter, wie daar
van zal profiteren: H.V.C. verleden
week door de Stormvogels zwaar ge
desillusioneerd), G.V.A.V. of dc
nieuwste concurrent Stormvogels?
Om met de laatsten te beginnen: de
IJmuidenaren moeten op eigen veld no-
maliter tot een zge op Hermes DVS in
staat zijn, maar de Schiedammers maken
er nu eenmaal een hebbelijkheid van om
juist, bij titel-pretendenten hun sterkste
overwinningen weg te slepen! In eerste
instantie werd pr niet gescoord, maar
ditmaal vallen er beslist wel doelpunten
de vraag is echter, waar! H.V.C. moet
intussen zien, dat het zich bij Excelsior
herstelt van de morele optater die het
verleden week van de Stormvogels kreeg
te incasiieren, maar dat zal juist op Wou-
denstein niet meevallen. Misschien zijn
dus de moeilijkheden voor G.V.A.V bij
R.B.C. het minst groot. maar lateA de
Groningers ze niet onderschatten!
Voor hekkesluiter Roda Sport ligt in de
thuiswedstrijd tegen Vitesse de traditionele
revanche-kans. Kerkraders zouden
eventueel gelijk komen met Rigtersbleek,
tenzij de Twentse semi-derby tegen He
racles opnieuw een draw (of nog meer s—i-, Liverpool—Barnsley 3—2: Swansea
zou opleveren. De .Volewijckers zullen in- Town—Bristol Rovers 2—1
tussen wel buiten schot blijven door hun
opmars tegen R.C.H. voort te etten.
D.H.C. en 't Gooi stevenen nu in 2 A
rechtstreeks op de promotie af (zoals be
kend is. geldt deze promotie voor nr. 1
en nr. 2). De Delftenaren rekenen met
De Valk af voor 't Gooi achten wij
toch bij de Baronie een revanche een te
verwezenlijken verplichting; beide koplo
pers nemen dan op Hilversum (vrij) nog
meer afstand. Hekkesluiter Wilhelmina
wordt van U.V.W.' bezoek niet veel wijzer,
O.N.A. en Dosko houden elkaar in de put.
Be Quick, sterkste kandidaat voor de 2e
promotie-plaats in 2 B, komt met
een thuis-revanche op de „klassieke
tegenstander Veendam weer een stap
dichter bij het doel: eindelijk weer eens
een Gronings voetbal-succes (als het
met G.V.A.V. al niets zou worden!)
Het wordt trouwens een hele drukte in
Groningen, want aspirant-kampioen Go
Ahead komt bij Velocitas op bezoek ter
wijl de Enschedese Boyq met een revan
che bij de Oosterperkers hun aanspraken
op de 2e promotoplaats zullen verdedigen
Zwartemeer heeft voor dezelfde aanspra
ken eveneens, thuis tegen Rhenen een re
vanche nodig, alleen N.E.C is vrij Intus
sen worden, m de schaduw van de pro
motie-aspiraties van Be Quick, de twee
LnoneSngSe stadclubs Velocitas
en Oosterparkers met toekomstige terug
wijzing naar t Amateur-voetbal bedreigd
(als zij aan het eind van dit seizoen al
ten1 Vr{) g tot de »stap terug'' beslui-
Het Italiaanse jeugd team vorig jaar
bekerwinnaar, heelt vrijdag in het jeugd-
toernooi van de Europese Voetbal Unie
opnieuw een succes behaald. Het won na
melijk in Pazardjik met 4—0 van Turkije
Griekenland versloeg in Sofia Roeme
nie met 1—0.
De uitslagen van de wedstrijden, die
Goude Vrijdag zijn gespeeld voor de En-
gelseLeague, luiden:
Eerste divisie: Blackburn Rovers—Not
tingham Forest 3—0; Blackpool—Chelsea
5—0; Bolton Wandererrs—Leicester City
3—3; Burnley—Preston North End 1—0*
Luton Town—E verton 0—1; Manchester
United—Portsmouth 6—1; Tottenham Hot
spur—Aston Villa 3—2; West Ham United
—New Castle United 3—0.
Tweede divisie: Briston City—Ipswich
Town 3—0; Fuiham—Sheffield Wednesday
6—2; Grimsby Town—Rotherham United
1—1; Lincoln City—Scunthorpe United
3—3; Liverpool—Barnsley
(Van onze sportredacteur)
j LS IK VANDAAG, op een schijnbaar
ff min of meer willekeurig, doch stellig
niet bij puur toeval gekozen ogenblik, ut
gedachten nog eens terugwandel door de
periode van veertien na-oorlogse jaren, dan
opent het sportbedrijf in ons vaderland wel
een aantal zeer verschillende en merkwaar'
dige aspecten. En. dan ziet het er naar
uit, dat juist dit iaar 1959 een caesui'r
een plotselinge wending zal kunnen bren
gen in een peride, die meer bezorgdheid en
pessimisme dan reden tot juichen heeft op
geleverd.
Aan de ene kant heeft het aantal actieve
sportbeoefenaars in ons land een stijging te
zien gegeven, zoals voordien ongekend was.
Na de oorlog is dit aantal opgeklommen
van 600.000 in 1946 lot precies het dubbele:
1.200.000 thans in 1959.
Maar het zou per se niet juist zijn daar
uit le concluderen, dat de Nederlandse
sportbeweging dus een bloeitijdperk van
ongekende aard zou beleven.
DE CIJFERS spreken een duidelijke tanl.
En dat zijn andere cijfers dun de le
dentallen van de diverse sportbonden, ik
bedoel de cijfers, die aantonen, hoeveel
voetbalvelden, zwembaden, hockey-, kor/bal
en handbalveldentennisbanen, zaalspori-
hallen en vooral gymnastieklokalen er al
tijd nog in ons land tekort zijn, hoeveel
kleedlokalen er tekort zijn, hoeveel bekwa
me en geschoolde leiders er tekort zijn, in
hoeveel gevallen er wel een zekere accom
modatie en leiding aanwezig zijn doch deze
pertinent ontoereikend en soms zelfs in
strijd met de oogmerken van de sport blij
ken te zijn. Ontstellende cijfers!
Het is niet de bedoeling, dat ik u die cij
fers nu voor het laatst nog eens precies
ga noemen. Dat is al vaak genoeg gebeurd.
Hetzelfde geldt voor de cijfers, die illustre
ren hoe onrechtvaardig steeds het subsidie
beleid van de rijksoverheid ten opzichte van
de sport is geweest in vergelijking met dat
t.o.v- de jeugdbeweging
TN EEN LAND, waarin zeer kennelijk
x nog altijd de kapitalistische normen be
palend zijn voor het welvaartspeil en de on
derlinge welvaartsverhoudingenspringt de
overheid nochtans (of: desondanks?) nog
altijd op vele terreinen bij, is menig facet
van het maatschappelijk leven nog altijd in
sterke mate afhankelijk van het auntal du-
kalen dat de overheid eraan wil besteden.
Eén van die facetten is de sport. Toen.zij
alleen nog een tijdverdrijf voor rijkeluis
zoontjes was, kende men er geen proble
men. Die zijn pas gekomen door de demo
cratisering en de popularisering van di
sport; een ontwikkeling intussen die men
slechts kun toejuichen, omdat zij inderdaad
aan de sport het huidige aanzien heeft ge
geven van het zo belangrijke en kostbare
aspect van algemene volksgezondheid dal
zij thans zonder enige twijfel is.
Het is duidelijk, dat de sport slechts één
van de vele terreinen is, waarop het spel
met de overheidsdukaten om een kwestie
van „te zijn of niet te zijn" gaat. Dal neemt
met weg, dat m deze sportrubriek uiter
aard de spon dan het méést gekoesterde
zorgenkind is geweest. En mijns inziens te
recht.
EEN GROTE BRON van ergernis is daar
bij zeker, dat de financiële afhankelijk
heid van de sport voor een deel het gevolg
is van oorzaken die de sport zelf al lang
had kunnen wegnemen, als men haar daar
toe slechts de gelegenheid had geboden. U
raadt het: de nationale sport-toto.
De behoeften van de sportbonden om aan
de bij hen aangesloten 12200.000 leden een
volwaardige sportbeoefening te kunnen bie
den, zijn door de enorme aanwas van dat
ledental zo groot geworden, dat zij al lang
niet meer door de geldmiddelen dier bon
den zelf gedekt kunnen worden.
En de gevolgen ervan blijven niet uit:
een schamel prestatie-peil, waardoor ons land
in vele takken van sport op internationaal
niveau eenvoudig „nergens" is; een sport
beoefening die niet aan gerechtvaardigde
wensen en eisen voldoet en aldus eerder in
de harmoniseringvan de jonge mens een
remmende en storende dan de beoogde heil
zame invloed uitoefent; een tóch weer loc-
nemende zucht naar andere, minder on
schuldige vermaken en geldingmogelijk-
heden
TJ1T DAT OOGPUNT van financiële af-
CJ hankelijkheid zal nu dit jaar 1959
waarschijnlijk wel de verlichting van de
nationale sport-toto brengen. Daarnaast blijjt
overheidssteun in de vorm van subsidies
echter zeker geboden! Met de toto alléén
komt de sport er niet meer. Daarvoor is de
achterstand te groot! En bovendien neemt
de toto waarlijk de sociale plicht van Je
overheid jegens de sport niet weg!
Het is zaak, dat daar voortdurend de aan
dacht op wordt gevestigd. Bij herhaling moet
e regering van dit volk eraan herinnerd
worden, dat ile gezondheid van dit volk
voor een zéér groot deel parallel, loopt met
de sport. En dat zal uit de aanstaande rege-
ringsnota moeten blijken
Toto, Sportfederatie en Sportnota zullen
m dit jaar 1959 de „caesuur" in hel Neder
landse sportbedrijf markeren.
De spon zelf zal altijd blijven.
Ministers zullen komen en gaan. En ook
de mannen en vrouwen die de spon leiden
elkaar blijven opvolgen.
omkoZ"nnnetieSa °Ver Spon SchrV™n>
ontkomen aan die wisseling niet.
herhalen" n 8"' lk tot besluit dit neg
zii zal I ri' "POrt Zal alt'jd bliïve", en
"voor h W""rd bUjVen dat mc" zich
voor haar inspant
GERARD PATTljy