Verschillende factoren beïnvloedden
hogere bedrijfswinst Unilever 1958
Sterk gestegen liquide middelen
voldoende voor financiering in 59
Belastingdruk iets verminderd
Ir. Otten over: Automatie en
het Philipsconcern
NIEUW SEIZOEN - nieuw
K.R.O.-programma
Die jongen van Winslow
ALCHEMIE op zoek naar
de STEEN DER WIJZEN
Vraag naar bankpapier kon
goed worden opgevangen
Optimistisch ten aanzien van de
gevolgen voor werkgelegenheid
Amerika hand
haaft aanklacht
.tegen Philips
Reorganisatie
Kon.-Shell
DRAADLOOS
CONTACT
Ontevreden over
salariskwestie
Mutaties in de
toneelwereld
Het anti-trustwet-proces
Vier nieuwe dochter-
mij en opgericht
42 mille voor zeven
missiecongregaties
Zendtijdbeschikking
voor t.v.
Natuurfilosofen congresseren
Vanavond
Nijverheidsonderwijs
WEEKSTAAT NEDERLANDSCHE BANK
Deviezenreserve bleef
vrijwel onveranderd
V B
DONDERDAG 2 APRIL 1959
PAGINA 6
Geschenk van het K.O.V.
Dankbaar resultaat van de
één-uur-actie
Zeepost
De omzet van het Unilever-concern is in 1958 iets gestegen (met nog geen
y?%) tot f 18.388-474.000 (18,297.097.000). De bedrijfswinst is toegenomen met 7,6%
tot f 976.303.000 (907.132.000). Verschillende factoren hebben hun irwloed op de
bedrijfswinst doen gelden, aldus het jaarverslag over 1958 van Unilever. In
vele voor het concern belangrijke afzetgebieden, met name in de Verenigde
Staten, op ht vasteland van Europa, in Indië en Zuid-Afrika, zijn de winsten op
wasmiddelen hoger, grotendeels doordat de nieuwe artikelen, die iy de Laatste
jaren op de markt zijn gebracht, thans een grotere bijd.ra.ge tot ae resultaten
leveren. De omzet van veevoeder is, in tegenstelling tot 1957, belangrijk toege
nomen, terwijl ook de winst is gestegen. Voor margarine en spijsvetten toonden
de winstmarges in de tweede helft van het jaar 1958 een verbetering; ook dit
jaar echter bleef de markt de druk ondervinden van de lage boterprijzen, die
nog daalden beneden die van 1957- De aanzienlijke bedragen, die men in de
laatste jaren voor de ontwikkeling van de zaken in andere levensmiddelen
heeft uitgegeven, zijn in 1958 een beter rendement gaan opleveren. Daarentegen
had de groep United Africa met stijgende kosten en inkrimpende winstmarges
te kampen, waardoor de winst sterk achteruitging, al viel er in de laatste
maanden van het jaar een verbetering te constateren. De geconsolideerde
nettowinst is gesteg,en tot f 503.152.000 428.475.000een stijging van 17,4%, nadat
wegens naar de winst geheven belastingen f 490.069.000 (480.452.000) in mindering
is gebracht.
Na aftrek van belastingen, doch vóór aftrek van interest op schulden op
lange termijn, vertegenwoordigt de winst over 1958 een rendement van 9% (8,2%)
over het geïnvesteerde kapitaal dat f 5.598,5 miljoen bedroeg (5.310,7 miljoen).
De winst in procenten van de omzet bedraagt 2,7% tegen 2,4in 1957.
Zoals bekend zal het totale dividend
op de gewone aandelen over 1958 18J4%
(15!i) bedragen, bij de N.V. waarvan
reeds 914% als interim werd uitgekeerd,
en 4 shilling 2,4 pence (3 sh. 6 pence)
per aandeel van 1 bij Limited. Na
uitkering der voorgestelde dividenden
zal dan een bedrag van 359.864.000
(302.355.000) aan de in het bedrijf be
houden winsten worden toegevoegd,
waardoor het totaal daarvan zal stijgen
tot ƒ2.808.557.000.
Liquide middelen
Het saldo van de liquide middelen is
met ƒ356 miljoen gestegen tot ƒ589
miljoen einde 1958. Deze ongewoon grote
stijging is grotendeels een gevolg van
drie omstandigheden. In de eerste plaats
heeft men, ondanks de uitbreiding van
de zaken, de voorraden kunnen beper
ken. Voorts zijn tengevolge van de ver
koop van de deelnemingen in Noorse
maatschappijen, die door deze maat
schappijen opgenomen kredieten uit de
berekening van het saldo der liquide
middelen einde 1958 vervallen. Tenslotte
heeft de devaluatie van verscheidene
valuta's in 1958 geleid tot een gunstig
koersverschil op de in deze valuta's
opgenomen kredieten. Tengevolge van
dezelfde omstandigheden is ook het in
guldens uitgedrukte totaal van het be
drijfskapitaal gedaald.
De Investeringen die in 1958 ƒ429
miljoen beliepen, tegenover 445 mil
joen in 1957, zijn aanzienlijk bij de be
grotingen ten achter gebleven. Het in
vesteringsprogramma, waarin met het
inhalen van deze achterstand rekening
wordt gehouden, blijft derhalve ook
voor 1959 nog zeer hoog. Verder moet
worden gerekend op een weer toene
mende behoefte aan bedrijfskapitaal.
Niettemin Acht men de liquiditeit vol
doende om ook in 1959 in al de finan
ciële behoeften te voorzien.
Diverse artikelen
In sommige Europese landen is het
margarineverbruik achteruitgegaan ten
gevolge van het grote aanbod van bo
ter tegen lage prijzen. De margarine-
omzet van Unilever is dan ook bene
den het peil van 1957 gebleven. De om
zet van bak- en braadvet was hoger.
In Nederland -is de omzet van marga
rine en spijsvetten niettegenstaande het
ruimer aanbod van boter toegenomen.
In Engeland nam het verbruik van mar
garine door de daling van de boterprij-
zen af. In Duitsland is Jhet verbruik
van boter andermaal toegenomen, we
derom ten koste van dat van marga
rine. In België, Frankrijk en Zwitser
land is de omzet toegenomen. In Oos
tenrijk is de omzet van de eerste kwa
liteit margarine goed vooruitgegaan. In
Italië maakt de margarine van de mij.
uitstekende vorderingen. In Turkije
ging de omzet van margarine en spijs
vetten vooruit en bereikte de grens der
beschikbare produkjjecapaciteit; de fa
briek aldaar wordt dan ook uitgebreid.
De omzetten van margarine en spijs
vetten in de V.S. en Canada waren ho
ger. Ook in Indië, Zuid-Afrika en de
meeste andere overzeese landen heeft
men bevredigende stijging van de om
zet bereikt. In Zweden heeft men de
meerderheid verkregen van het aande
lenkapitaal van AB Agra Margarine-
fabrik.
Hoewel de concurrentie op het gebied
van de wasmiddelen in de gehele we
reld no£ scherper is geworden, heeft
de winst van Unilever een zeer bevre
digend peil bereikt. De omzet van syn
thetische wasmiddelen ging weer goed
vooruit en in de meeste landen is men
erin geslaagd het aandeel in de markt
te vergroten. De vraag naar zeeppro-
ducten echter nam in vele landen af,
zodat de verkochte hoeveelheid gerin
ger was dan in 1957. Dat de totale om
zetten naar hoeveelheid geen vermeer
dering te zien geven tegenover het voor
afgaande jaar, doch naar waarde zfjn
gestegen is een gevolg van het feit,
dat een ton synthetische wasmiddelen
meer waskracht vertegenwoordigt dan
een ton zeeppoeder. De ontwikkeling
van nieuwe en de verbetering van be
staande produkten vonden gestadig
voortgang. De meeste nieuwe produk
ten die men in de laatste jaren op de
markt heeft gebracht, hebben een vaste
plaats weten te veroveren en leveren
toenemende bijdrage tot de winsten.
In Nederland was de omzet hoger. In
Engeland waar de concurrentie steeds
scherper wordt, ging de omzet in het
eerste deel van het jaar achteruit.
In Duitsland heeft men het aandeel
in de groeiende markt kunnen vergro
ten. In België en Frankrijk hebben de
synthetische wasmiddelen eveneens
goede vorderingen gemaakt, maar hier
tegenover is de vraag naar zeepproduk-
ten verminderd. In de meeste andere
Europese landen waren de omzetten ho
ger. In de V.S. is de omzet weer op
bevredigende wijze toegenomen; ook de
winstmarges waren beter. De overne
ming van een merk wasmiddelen van
de Monsanto Chemical Company in
1957 heeft ertoe geleid dat Unilever in
de V.S. betrokken is in een anti-trust"
procedure, die zich thans nog in een
aanvangsstadium bevindt. De omzetten
in Zuid-Afrika en Indië toonden een be
vredigende stijging.
In vrijwel alle landen hebben de za
ken in toiletartikelen zich voorspoedig
ontwikkeld. De stijging van de omzet
heeft weer tot hogere winsten geleid.
In de V.S. is de omzet sterk gestegen.
In de rneeste Europese landen heeft
men, ook al was de concurrentie fel,
goede vorderingen gemaakt.
De krachtige stijging van de levens
middelenomzet heeft zich ook in 1958
voortgezet, hoewel de concurrentie in
de meeste landen scherper is geworden.
De winstmarges lev.en over het alge
meen gelijk aan die van 1957, doch dank
zij de gestegen omzetten is de winst toe
genomen. In Nederland is het diepvries-
bedrijf Vita overgenomen; tot dusver
rechtvaardigt de gang van zaken goe
de verwachtingen voor de toekomst. In
Nederland handhaafde de omzet van
vlees en vleeswaren van Harfog's Fa
brieken zich ondanks zeer zware con
currentie.
Ten gevolge van de langdurige winter
en de daarop volgende natte zomér be
stond er in West-Europa gedurende het
gehele jaar een grote vraag naar meng-
voer, veekoeken en schroot. In tegen
stelling tot 1957, toen de omzet achter
uitging, is in 1958 de omzet van vee
voer in Engeland, Nederland, Frank
rijk en Duitsland op bevredigende wij
ze toegenomen. De verkoopprijzen van
veevoer waren lager, maar daar de
gemiddelde kosten van grondstoffen en
ingrediënten eveneens lager waren,
was de winst ten gevolge van de gro
tere produktie hoger.
Export
De uitvoer (met inbegrip van die van
de groep United Africa) uit Nederland
was 330,5 (337,9) miljoen en uit Enge
land 551,9 (559,6) miljoen. De totale
waarde van de uitvoer uit Nederland
is iels gedaald. Tengevolge van scherpe
concurrentie daalde de prijzen voor
margarine en spijsvetten en nam de
omzet af. Ook de omzet van bacon was
lager. De uitvoer uit Engeland is even
eens iets afgenomen. De winst is dan
ook gedaald. De export van handels
artikelen door de Groep United Africa
uit Nederland is toegenomen, doch die
uit Engeland is enigszins gedaald.
Vele jaren achtereen is het rende
ment, dat de Noorse deelnemingen op
leverden onbevredigend geweest. Mén
heeft het daarom in het belang van
Unilever geacht tot verkoop dezer deel
nemingen over te gaan nu zich de ge
legenheid daartoe voordeed.
Indonesië
In maart 1958 begon de aanvoer van
grondstoffen voor de olie-, zeep- en mar.
garinefabrieken weer op gang te komen,
waardoor men in staat was de fabri-
kage, die eind 1957 was gestaakt te her
vatten. Aan het eind van het jaar was
het peil der produktie weer meer dan
70 pet. van dat van 1957. De bekende
merken zijn bh voortduring zeer in trek.
De vervanging van het Nederlands
personeel door personeel van andere
nationaliteit is in 1958 voltooid; het
streven blijft er bij voortduring op ge
richt in leidinggevende functies Euro
peanen door Indonesiërs te vervangen.
Euromarkl
Over de totstandkoming van de E.E.G.
verheugt men zich bij Unilever, daar zij
niet anders dan bevorderlijk kan zijn
voor de stijging van de levensstandaard
in de deelnemende landen. Vanuit het
standpunt van een internationaal bedrijf
als Unilever zou men het toejuichen in
dien samenwerking in enigerlei vorm
tussen de E.E.G. en het Britse Gemene
best mogelijk zou blijken. Afgezien van
de andere daaraan verbonden voordelen
van meer algemene aard zou een zo
danige samenwerking voor de Unilever-
bedrijven in de landen der E.E.G. en
in Engeland een verruiming mede
brengen van de bestaande mogelijkhe
den tot voorziening in hun behoeften
aan grond- en hulpstoffen.
Het totaal der investeringsprojecten,
waartoe in 1958 werd besloten, bedroeg
470 (400) miljoen.
Ir. P. F. S. Otten, president van de
Philips Gloeilampenfabrieken, heeft in
de algemene vergadering van aandeel
houders, gehouden in Eindhoven, een
rede uitgesproken over de automatie.
Het belangrijkste facet van de automatie
voor Philips, aldus spreker, wordt op
dit ogenblik nog gevormd door haar
betekenis voor het leidinggevende ele
ment in het concern. De snelheid waar
mee de automatie de relevante gege
vens verwerkt, rubriceert en in onder
ling verband brengt, maakt het nemen
van snelle en doeltreffende beslissingen
mogelijk.
Spreker nam als voorbeeld het voor
raadbeheer. Het streven is er op ge
richt door een versnelling van het be-
stelwezen de omvang van de voorraad-
sto|fen, halffabrikaten en eindproduk-
ten relatief te verminderen. Hierbij is
de automatie van grote betekenis. Zelfs
met een betrekkelijk geringe tijdwinst
en een daarmee gepaard gaande vergro
ting van de omzetsnelheid van het ver
mogen kan hier al een belangrijke ver
betering van de rentabiliteit worden ver
kregen
In de fabricage doet automatie nog
maar langzaam haar intrede in de Phi-
lipsbedrijven, juist omdat de vergaande
mechanisatie van de massaproduktie de
directe voordelen van de automatie ver
mindert. De automatie is op dit moment
dan ook nog slechts in geringe mate,
zij het met succes, in de massafabricage
ingevoerd. Bij de nieuwere produkten is
de ontwikkeling vaak nog dermate
stormachtig, dat de tijd voor geraffineer
de mechanisatie of automatie nog niet
rijp is.
Anders ligt dit voor de enkele- en
seriefabricage, met name voor het ver
vaardigen van gereedschappen of inge
wikkelde ondendelen, die hun toepassing
vinden in de massafabricage of bestemd
zijn voor gecompliceerde werktuigen.
Hoewel de niet ingewijden dit niet zou
den verwachten, aldus spr., is het bij
Philips juist dit gebied cn niet dat der
massafabricage, dat allereerst voor
automatie in aanmerking komt.
Men heeft als industrie niet slechts
belang bij het gebruik van autpmatie,
voor Philips zijn er bovendien steeds
groeiende afzetmogelijkheden voor on
derdelen en produkten, die men bij het
voortschrijden der automatie over de
gehele wereld nodig zal hebben.
„Zonder de moeilijkheden te onder
schatten", vervolgde de heer Otten, „ge
loof ik, dat men bfj een verstandig voor
uitziend sociaal beleid optimistisch mag
zijn ten aanzien van de gevolgen van
de automatie voor de werkgelegenheid.
Ook in onze eigen bedrijven verwacht ik
in de technische sectoren geen overcom
pleet aan ongeschoolde of geschoolde
arbeid tengevolge van de automatie.
Daarentegen maak ik mij wel wat be
zorgd over een eventueel tekort aan
electronische specialisten en mathematici
op alle niveaus".
Aan de opleiding van specialisten op
het gebied van de automatie binnen
het concern wordt grote aandacht ge
schonken.
In de administratieve sectoren zal men
op de duur met relatief minder men
selijke arbeidskrachten kunnen volstaan.
Het arbeidsbesparende effect zal de
werkgelegenheid echter niet in volle
omvang nadelig beïnvloeden en wel door
de compenserende invloed van de expan
sie en de intensivering van de vragg
naar administratieve gegevens. Mocht on
verhoopt blijken dat een tijdelijk te
veel aan arbeidskrachten zou ontstaan,
dan vertrouwt men erop deze arbeids
krachten, ten dele na herscholing, el
ders in het bedrijf te kunnen plaatsen.
Het vraagstuk zal worden vergemak
kelijkt doordat hierbij veel vrouwelijke
arbeidskrachten zijn betrokken, waar
van het natuurlijk verloop groter is
dan bij mannelijke werknemers.
In het licht van het voorgaande zal
het besluit in 1958 genomen om een
rekencentrum te stichten begrijpelijk
voorkomen, aldus de heer Otten. Een uit
gebreide staf van specialisten zal in dit
centrum de beschikking krijgen over een
aantal grote electronische rekenmachi
nes. Met behulp van moderne commu
nicatiemiddelen zal men de gedecentra
liseerde eenheden met dit rekencentrum
verbinden. Het centrum zal op deze
wijze in staat stellen de bedrijven in
een nog hechter verband te brengen, de
onderlinge samenwerking te verdiepen
en de groei van het concern te bevor
deren.
Meer in het algemeen sprekende
merkte de heer Otten ten aanzien van
de automatie nog op, dat de toepassing
ervan tweeërlei invloed heeft op de
produktie. In directe zin zal door de in
voering, daar waar deze economisch
verantwoord is, een verbetering van
het produkt of een verlaging van de
prijs optreden en een verdere stijging
van de produktiviteit mogelijk worden.
Wellicht nog belangrijker echter is het
indirecte voordeel dat de meest begaaf
den onder ons de resultaten van hun
denken een veel grotere en snellere ver
breiding kunnen geven dan thans het
geval is.
De verwachting is gewettigd dat de
ontwikkeling van de automatie gelei
delijk zal zijn. Wel zullen gevallen zich
voordoen, die gepaard gaan met relatief
grote investeringen. In het algemeen
voorziet spr. een voortgaan van de hui
dige tendentie dat de behoefte der on
derneming aan kapitaalgoederen zal toe
nemen, al is gebleken dat deze per een
heid produkt een zekere neiging tot da
len vertoont. Het grote belang dat de
onderneming heeft bij de interne fi
nanciering en bij een gunstig klimaat
op de vermogensmarkt om risicodra
gend vermogen aan te kunnen trekken,
wordt door de verwachte invoering van
de automatie versterkt.
Op zichzelf beschouwd gelooft spre
ker dat de automatie de mensheid iets
goeds kan brengen. Toch mag men de
ogen niet sluiten voor het lot dat de
enkeling kan treffen, omdat hij het
slachtoffer kan worden van in bepaalde
sectoren optredende wrijvingswerkeloos
heid. Hier ligt een grote verantwoorde
lijkheid voor overheid, werkgevers en
werknemers om deze Ongewenste gevol
gen zoveel mogelijk te voorkomen.
Mevrouw Nel Koppen en de heer Wim
van den Brink zullen het komende sei
zoen aan de toneelgroep Puck verbon
den zijn. Dit jaar hebben zij bij de
toneelgroep Ensemble gespeeld.
De toneelspeler Manfred de Graaf
verlaat het Rotterdams Toneel en zal
het komende seizoen bi) Ensemble
spelen.
De Amerikaanse regering heeft het
Nederlandse verzoek de aanklacht tegen
Philips wegens overtreding van de anti-
trustwetten in te trekken van de hand
gewezen. Op 26 februari verzocht de
Nederlandse regering het ministerie van
Buitenlandse Zaken in Washington de
aanklacht in te trekken. Op 17 maart
werd dit verzoek officieel verworpen.
De aanklacht werd in november vorig
jaar door het Amerikaanse ministerie
van justitie aanhangig gemaakt. In com
binatie met de General Electric Co. en
Westinghouse Electric Corp. zou Philips
middels filialen in Canada de Canadese
markt voor andere Amerikaanse produ
centen van radio- en televisie-ontvangers
willen sluiten. De Canadese filialen zijn
niet genoemd in het proces.
De Amerikaanse regering is van oor
deel dat Philips in tegenstelling tot wat
gesteld was wel onder Amerikaanse
jurisdictie valt omdat het bedrijf zaken
doet in de Verenigde Staten. Overigens
heeft de Canadese regering geprotes
teerd omdat het proces een inbreuk op
de souvereiniteit van Canada zou bete
kenen.
Men verwacht dat het proces jaren zal
duren.
Als maatregel van intern organisatori
sche aard zullen met ingang van 6 april
1959 vier nieuwe vennootschappen,
dochtermaatschappijen van de Bataaf-
sche Petroleum Maatschappij (welke
naam binnenkort zal worden gewijzigd
in Bataafse Petroleum Maatschappij) en
The Shell Petroleum Company, hun
werkzaamheden aanvangen. Zjj zullen
bepaalde taken overnemen op het ge
bied van de bevoorrading, het verstrek
ken van adviezen en het verlenen van
diensten aan de vele werkmaatschap
pijen over de gehele wereld die de
Koninklijke/Shell groep vormen. De
B.P.M. en Shell Petroleum zullen in het
vervolg binnen de groep voornamelijk
als „holding companies" optreden.
De nieuwe maatschappijen zijn de
Bataafse Internationale Petroleum Mij,
gevestigd te 's-Gravenhage, en de Shell
International Petroleum Co. te Londen,
welke zich beide zullen bewegen op het
terrein van de aardolie en de Bataafse
Internationale Chemie Mij te 's-Graven
hage en de Shell International Chemical
Co. te Londen voor de afdeling chemi
sche produkten.
De reden waarom afzonderlijke maat
schappijen voor het chemische bedrijf
zijn opgericht, is gelegen in de groeien
de betekenis daarvan en in het essen
tiële verschil tussen de chemische
industrie en de aardolie-industrie.
(Van onze correspondent)
Woensdagmiddag is in het St.-Pau-
luscollege van de Witte Paters te
Sterksel een bedrag van 42.000 ter
hand gesteld aan de vertegenwoordi
gers van zeven in Afrika werkende
missiecongregaties. Dit bedrag is bij
eengebracht door de leden van het Ka
tholieke Onderwijzers Verbond middels
de 1-uur-actie waartoe indertijd de af
deling Budel van het verbond het ini
tiatief had genomen. De actie behelsde
dat alle leden het loon van een uur
arbeid zouden afstaan ten behoeve van
het missiewerk in Afrika. Het geld
werd de paters ter hand gesteld door
de heer Bezems, penningmeester van
het K.O.V. Voorzitter J. Derksen bena
drukte dat de bevordering van de mis
sieliefde door de gevoerde actie nog
waardevoller is geweest dan het op
zich niet onaanzienlijke bedrag. Na
mens de missiecongregaties sprak drs.
P. M. J. de Ruyter, de provinciale
overste der Witte Paters, een dank
woord.
Bij K.B. is met Ingang van 1 april be
noemd tot onderdirecteur van het rjjks-
inkoopbureau mr. P. de Man, te 's-Gra
venhage.
Voor de komende maanden heeft de
K.R.O.-televisie een serie nieuwe pro
gramma's op stapel staan, waarbij ook
rekening is gehouden met het nieuwe
zendschema. dat gisteren is ingegaan.
In hetzondagavondprogramma wordt
de nieuwe quiz „Teledubbel" uitgezon
den, die door de K.R.O. in samenwer
king met de Vlaamse televisie wordt
verzorgd. Bovendien staan enkele uit
voeringen van het Kunstmaandorkest
onder leiding van Anton Kersjes en de
tv-opera „Kalchas" op het programma.
In het zaterdagavondprogramma ko
men verschillende wijzigingen. Afwisse
lend zullen een populair-muzikaal pro
gramma van top-hits die in de stu
dio worden uitgevoerd een satirisch
spel, dat de vaderlandse gewoonten en
omgangsvormen tot onderwerp heeft en
„Capriolen", een muzikaal programma,
dat zich afspeelt rond de figuur van be
kende componisten, worden uitgezon
den.
Op verschillende avonden zal nu en
dan onder de titel „Piste" een interna
tionaal variété worden gepresenteerd.
Tenslotte is de K.R.O.-televisie door
aankoop van oude Pathé-journaals in de
gelegenheden, internationale gebeurte
nissen uit bepaalde jaren op het scherm
te doen herleven.
De ontwikkeling van de alchemie Is
een stuk geschiedenis geworden dat zich
afspeelt tussen het begin van onze jaar
telling en het begin van de 16e eeuw
wanneer iatrochemie de belangstelling
trekt. De chemie wordt dan in dienst
gesteld van de medische wetenschap.
Bij het begin van het XXIe Congres
van de Organisatie van Natuurfilosofi
sche en technologische faculteiten ln
Nederland dat in Delft gehouden wordt,
sprak prof. dr. C. J. van NIeuwenburg
gisteravond een rede uit die geheel ge
wijd was aan het merkwaardige ver
schijnsel der alchemie, een keerpunt in
de historie der natuurwetenschap.
Bij het begin van onze jaartelling gin
gen de filosofen hun belangstelling rich
ten op de experimentele chemie. Naar
het oordeel van prof. van Nieuwenburg
ging hierdoor het zuiver redelijk denken
grotendeels verloren. De wezensken
merken van de alchemie waren n.l. het
zoeken naar de steen der wijzen, de
transmutatie van onedele metalen in
zilver en goud (levenselixer), een ver
ward occultisme en een duistere mys
tiek. Hoe verward deze alchemistische
wetenschap wel was, bleek uit de op
merking van prof. van Nieuwenburg dat
de hoofdfiguur van de Alexandrjjnse al
chemie Zosimos was, wiens voorschrif
ten voor transmutaties in beeld en ge
schrift volkomen onbegrijpelijk waren.
Voordat de alchemie werd beoefend
in Alexandrië, werd deze waarschijnlijk
reeds in China bedreven. Alexandrië
werd de bakermat voor deze studie in
Syrië en Bagdad. Via Cordova bereik
te de alchemie omstreeks 1200 West-
Europa. Het geheim van de steen der
wijzen is nooit opgelost terwijl het „ro
de poeder" waarnaar de alchemisten
zochten nimmer goed omschreven werd.
Over het algemeen moet het zoeken van
de alchemisten worden uitgelegd als een
oprecht streven naar vervolmaking zowel
van metalen als van de medemens. Dat
de overheid van de oudste tijden af de
alchemie verboden heeft, Is blijkens de
ervaringen zonder succes gebleven. Met
Paracelsus kwam er een einde aan de
alchemie.
Het verschijnsel der alchemie houdt
een ernstige waarschuwing in tegen
het vermengen van natuurwetenschap
en religieuze sentimenten en tegen het
gebruik van een ondoordachte beeld
spraak, aldus concludeerde prof. van
Nieuwenburg aan het slot van zijn in
leiding.
Na de Officiële opening door de prae-
ses van het Dagelijks Bestuur, de Or
ganisatie met de lange naam, de heer
F. Haverkate, en een korte toespraak
door prof. dr. R. Kronig die de rector
magnificus verving (deze presideerde
een natuurkundig en geneeskundig con
gres in Rotterdam...) had er een druk
bezochte ontvangst op het Delftse stad
huis plaats. Burgemeester D. de Loor
greep deze gelegenheid aan om op de
schoonheid van de oude stad Delft te
wijzen, maar ook op de zo noodzake
lijke „afzet van de vuiligheid die in
dustrie en mensen ln Delft de wereld
inzenden". Hij meende er goed aan te
doen de aanwezige heren en dames dit
probleem van Delft eens onder ogen te
brengen. Tot en met vrijdag zullen on
geveer 350 studenten zich bezig houden
met een reeks van inleidingen en min
der Inspannende bezigheden. Een hoog
tepunt moet ook de forum-discussie wor
den die gewijd ls aan het onderwerp
De verantwoordelijkheid van de na
tuurwetenschappelijke onderzoeker.
Die jongen van Winslow: Paul Steenbergen, Myra Ward, Henk Votel en Paul Huf.
Wat al niet een jongetje kan ontke
tenen, dat van een Engels (militair)
college wordt gestuurd op verdenking
van diefstal. Afgezien dan van het feit
dat het delict vóór de eerste wereld
oorlog werd gepleegd, zoals het dan het
geval was in „Die jongen van Wins
low" („The Winslow boy), het stuk van
Terence Rattigan, zoals het gisteren
door de K.R.O. voor de televisie werd
gebracht. Want het tijdstip van de han
deling ls in dit verband, menen wij,
nauwelijks van belang. In het Enge
land van heden zou het geval wellicht
precies hetzelfde liggen.
Rattigan laat namelijk het „ver
schopte" knaapje stuiten op een on
buigzame pa, die bijna evenzeer in
zichzelf als in „het recht dat ge
schieden moet" gelooft en die het dus
uit welbegrepen oudertrots „hoger op
gooit" om de onschuld van zijn zoon te
bewijzen. Hjj voert deswege met be
hulp van de meest beroemde advokaat
van Engeland een proces, dat jaren in
beslag neemt. Een proces, dat ten
slotte wel wordt gewonnen; en wel op
het moment dat „de jongen" de kwes
tie allang weer is vergeten.
Rattigan nu was kennelijk een bijzon
der handig toneelschrijver. Hij vond dit
gegeven op zich te kaal, laste dus listig
lijk een kleine liefdeshistorie in en sug
gereerde her en der in de personen die
hij liet optreden enige „karakterteke
ning". In feite is deze „Winslow boy"
dan ook een redelijk onderhoudend,
maar bepaald niet diepgravend stuk.
En als zodanig werd het voor de
K.R.O.-TV gisteravond terecht opge
voerd. Regisseur Luc van Gent had
overigens de beschikking over.een puik
aan acteertalent, dat hij volledig had
uitgebuit. Men moest dus om te begin
nen de ronduit meesterlijke Arthur
Winslow prijzen van Paul Huf, ietwat
sophisticated waar het kon, royaal
menselijk waar het moest. Er werd
trouwens toch bijzonder goed „ge
speeld" op deze TV-toneelavond. Maar
wat wil men: zou Paul Steenbergen
niet goed zijn voor een menseltjk-cy-
nische advokaat Sir Robert Morton,
Myra Ward niet voor een principieel-
vrouwelijke Catherine Winslow en Kitty
Met de volgende schepen kan zeepost
worden verzonden. De data, waarop de
correspondentie uiterlijk ter post moet
zijn bezorgd, staan, tussen haakjes, ach
ter de naam van het schip vermeld.
ustrallë: ms „Nijkerk" (7/4) en ss
„Bendigo" (9/4); Brazilië ss „Aldabi"
(7/4); Canada ss „Schiedijk" (8/4) en ss
„Nieuw Amsterdam" (11/4); Chili: via
New York (11/4); Indonesië: ms „Bali"
(9/4); Ned. Antillen: ms „Prins der Ne
derlanden" (7/4); Ned. Nw. Guinea: ss
„Pyrrhus" (11/4); Nieuw Zeeland: ss
„Rangitane" (5/4); Suriname: ms „Sten
tor" (6/4); Unie v. Z.-Afrika en Z.W.-
Afrika: ms „Pretoria Castle" (11/4);
Brits oost Afrika; ss „Ferdinand de Les-
seps" (11/4).
Inlichtingen betreffende de verzen
dingsdata van postpaketten geven de
postkantoren.
Kluppel! niet voor een oppervlakkig-
moederlijke Grace Winslow? Natuur
lijk wel, zjj hebben meer „met het bijl
tje gehakt". Alleen: men zag dus gis
teren niet zozeer TV-toneel, dan, wel
een overigens zeer verdienstelijke TV-
reportage van een toneelstuk. Men
amuseerde zich ongetwijfeld, maar
men realiseerde zich tevens dat „gete-
levisioneerd toneel" nog geen „televi
sietoneel" is. En dat viel des te meer
op, nademaal de zaken zo werden toe
gespitst. Nademaal er dus zo voortreffe
lijk werd „gespeeld" en zo degelijk,
maar ook zo conventioneel werd „weer
gegeven". H.Hn.
In de Staatscourant van vrijdag a.s.
zal de Televisiezendtijdbeschikking 1959
worden gepubliceerd, waarbij het aantal
zenduren is vastgesteld op vijftien per
week. Het percentage voor het pro- j
gramma der N.T.S. blijft gehandhaafd
op 40 procent van de totale zendtijd, na
aftrek van de aan de kerken toegewe-
zen uren Met de N.T.S. worden op het
ogenblik nog besprekingen gevoerd over I
de technische mogelijkheden om het j
aantal uitzendingen der kerken enigs-
zins uit te breiden, zo mogelijk naar ra- J,
to van het vergrote aantal zenduren per
week. In elk geval vertrouwt men, dat j
de technische uitrusting van de N.T.S. I
het na 1 oktober mogelijk zal maken,
tot deze uitbreiding over te gaan. In
afwachting hiervan heeft de zendtijd der j
kerken geen uitbreiding ondergaan ten
opzichte van de thans geldende toewij
zing van in totaal 24 uur per jaar.
In het door de A.V.R.O. verzorgde tv-
programma van hedenavond kan men
kijken naar „Alles gaat naar wens", 1
waarin Dimitri Frenkel Frank de
schilder Karei Appel een aantal ver
rassingen zal bereiden. Via de micro- j
foon zendt de A.V.R.O., na „Ga er eens j
even voor zitten", de familie-reünie J
rond de radio, de opera „La Fanciul- 1
la de West" van David Belasco uit. De j
N.C.R.V. presenteert een amusements
programma, waarin het radiospel „Wie, I
wat, waar?" van Goos Kamphuis is op- I
genomen.
Het nijverheidsonderwijs wordt nu een
gelijkwaardige component in het geheel
van het voortgezet onderwijs, aldus de
inspecteur-generaal van het onderwijs,
mr. M. Goote, woensdag te Leeuwar
den tijdens het congres van de Neder
landse bond van directies en leerkrach
ten bij het nijverheidsonderwijs. Hoewel
het wetsontwerp voor het voortgezet on
derwijs met vreugde is ontvangen,
bleek tijdens déze bijeenkomst dat men
bij het nijverheidsonderwijs nog lang
niet bevredigd is.
De voorzitter, de heer G. N. Meurs,
noemde de gang van zaken ten aan
zien van de salariskwestie een onver
kwikkelijke historie.
Hij zei o.m. van uiterst links tot
uiterst rechts heeft men de minister
en de regering erop gewezen dat de
in 1955 gemaakte afspraak ten aan
zien van de aanpassing der salaris
sen voor het nijverheidsonderwijs bij
die van het voortgezet lager onder
wijs dient te worden nagekomen en
ari*1957^°e^ mogelijk vanaf 1 janu-
Uit de rede van de heer Menrs Wijkt
opnieuw de wrevel over het feit dat tot
nu toe niets werd bereikt. De regering
heeft met het uitstellen van haar ver
plichting bereikt dat de herziening van
het salarisbcsluit nu niet meer moge
lijk is zonder overleg met de commissie
voor georganiseerd overleg inzake de
rechtspositie voor onderwijzend perso
neel. In deze commissie kan de rege
ring thans de vraag stellen of het uit
gangspunt van 1955 juist was. Onzer
zijds is daarentegen geen bezwaar, zei
de heer Meurs, maar wij stellen nadruk
kelijk dat dit de regering niet kan ont
slaan van de plicht om de in 1955 be
reikte overeenstemming te honoreren
vanaf 1 januari 1957 tot het tijdstip
waarop andermaal overeenstemming is
bereikt.
Tijdens deze bijeenkomst heeft zowel
de heer Meurs als do heer Goote uit
voerig aandacht besteed aan de ver
nieuwing van het nijverheidsonderwijs,
die noodzakelijk wordt door het tempo
van de dynamische ontwikkeling en
nieuwe mogelijkheden krijgt door het
wetsontwerp voor het voortgezet on
derwijs, dat door de heer Goote uitvoe
rig werd toegelicht..
De grote vraag naar bankpapier waar
aan de banken in de afgelopen week
moesten voldoen wegens de financiering
van de ultimo - die bovendien een kwar-
taalsultimo was en die nog extra werd
verzwaard door de Paasdagen - heeft, zo
als te begrijpen is, hen stevige hap uit
de banksaldi genomen. Uitgesproken
moeilijkheden hebben zich echter niet
voorgedaan, want de bankiers hadden
door een voorzichtig kasbeleid in de
dagen die aan de biljettenslag voorafgin
gen, tijdig de nodige voorzorgsmaatre
gelen genomen.
Wel is er hier en daar wat geld, dat
on call was uitgezet, teruggenomen, het
geen de betrokken geldnemers er toe
noopte om bij de Ned. Bank om een
voorschot in rek. crt. aan te kloppen.
Het bedrag van in totaal f 30.3 miljoen
aan nieuwe voorschotten was in de ge
geven omstandigheden echter niet
schrikwekkend, vooral ook omdat de uit
staande voorschotten in de voorgaande
weken bijkans tot een minimum waren
gereduceerd.
Het bedrag van de biljettenuitzetting
heeft in de afgelopen week per saldo
f 164.4 miljoen belopen. Tezamen met
de f 43.0 miljoen, die reeds eerder wa
ren opgenomen, is er dus f 207.4 miljoen
aan papier in omloop gekomen. Het to
taal van de bankbiljettencirculatie steeg
hiermede tot f 4322.8 miljoen.
Biljetten afgenomen
Afgezien van de ultimofinanciering
hadden de banken het in de afgelopen
week niet moeilijk. De 1 betalingen aan
het Rijk vergden in wezen namelijk
slechts f 26.1 miljoen. Dat niettemin
f 56.3 miljoen naar de schatkist moest
worden overgemaakt is een gevolg van
het feit dat en passant nog f 30.2 mil
joen schatkistbiljetten (met een meer
jarige looptijd) van de agent van het
ministerie van financiën werden afge
nomen.
Het uitstaande bedrdg aan biljetten
steeg hiermede tot f 2173.4 miljoen. Pro
messen kwamen er niet te vervallen en
het hiervan uitstaande bedrag (f 1745.3
miljoen) is dan ook onveranderd ge
bleven.
In marktkringen vraagt men zich min
of meer ongeduldig af wanneer de agent
weer eens met een tenderinschrijving
voor schatkistpromessen zal komen;
maar als men het tegoed van het Rijk
ziet, thans f 790.9 miljoen, dan lijkt daar
nog geen directe behoefte aan te be
staan. Daarbij komt dat er deze maand
weinig schatkistpapier vervalt, terwijl
de afdracht van de kwartaalbelastingen
nog extra geld in het laatje zal bren
gen. Tegen het einde van de maand, 25
april, moet echter ongeveer f 270 mil
joen als driemaandelijkse uitkering van
het Rijk aan de gemeenten worden af
gedragen en misschien dat dit voor de
minister aanleiding zal zijn om weer
eens wat kortlopend papier beschikbaar
te stellen.
Situatie niet ongunstig
De banken, die haar tegoed bij de
Centrale Bank met f 192.9 miljoen za
gen verminderen tot f 558.1 miljoen,
zijn nu wel iets beneden het verplichte
gemiddelde voor de kasreservc geko
men, maar zij kunnen wat dit betreft
nog interen op het surplus dat in het
begin van de nieuwe bindingsperiode
(22 maart - 21 april) is gekweekt en
bovendien kan in de komende weken op
een belangrijke ontspanning uit hoofde
van de terugkerende bankbiljetten wor
den gerekend. De situatie is dan ook
lang niet ongunstig, zoals trouwens ook
wel blijkt uit het feit dat er nog schat
kistbiljetten bij de agent werden afge
nomen, Voor de verhoudingen op de
geldmarkt ziet het er mitsdien even
min slecht uit. Ook de storting op de
jongste lening van de Bank voor Ned.
Gemeenten (f 300 miljoen op 1 april)
heeft geen verstorend effect gehad.
Van het deviezenfront weer geen
nieuws. De grote aanwas van voor kort
is geheel tot stilstand gekomen. Per sal
do nam de goud- en deviezenreserve van
de N.B. in de afgelopen week met f 1.5
miljoen af. Verdere goudaankopen von
den niet plaats. Wel is de reserve aan
convertibele valuta met f 5.0 miljoen
gestegen. De totaalstand bedraagt nu
f 5307.8 miljoen, waarvan f 4402.4 mil
joen goud en f 594.4 miljoen harde va
luta.