Duitse kustvaarder na aan
varing spoorloos
Vermoedelijk met vier man
aan boord vergaan
herenmode-tip
Open weave
sportshirts
In de „operatiezaal" van
Pernis ligt de olie op de
snijtafel
Verjaardagsgeschenk voor
de Koningin
Nederlands standpunt is een
gevaar voor de rechtsorde
Nederlandse pleiterBelgische versie
een „spookverschijning"
Oppassen
CARNAVALSMOORD
N
Prins Bernhard opent Caltex-lab
Spionnen actief
in Bern
Dank van de
Koningin
Organisatietalent van jongsaf
Bij lichtschip Tessel
1-meiviering in Peking
Dirigent plotseling
overleden
PERUTZ
Duitser in arrest,
Rus uitgewezen
Gregoire in proces-Baarle
Auto ramt bus
door
MARTIN MONS
Mevr. R. I. Streefkerk-
Schuitema
VRIJDAG 1 MEI 1959
PAGINA
&^n.
Feilloos
zéker lm
■V Te Groningen
Droef accent aan blijde
Koninginnedag
Vier personen gewond
Uit de beste koffiebonen!
normaal - coffeïnevrij - espresso
Met zorg bereid!
Dormaal "Coffeïnevrij -espresso"
Advertentie
(Van onze correspondent)
Woensdag 29 april heeft zich tegen
het middernachtelijk uur op de Noord
zee een scheepsdrama afgespeeld. De
kleine, 201 ton metende, Duitse coaster
„Mariene" uit Haren aan de Ems bp
Emden is op een afstand van 1 mijl
ten N.O. van de ET-SX boei, op onge
veer 7 myl van het lichtschip Tessel,
overvaren door het 5000 ton metende
Duitse s.s. „Urundi". De gehele nacht
en een groot deel van de dag is men
met een groot aantal schepen van ver
schillende nationaliteiten aan het zoe
ken geweest naar overlevenden. Ook
een tweetal „Neptune" opsporings
vliegtuigen van de M.L.D. op Valken
burg namen beurtelings aan dit werk
deel. Behalve een klein aantal wrak
stukken echter is er niets gevonden.
De eerste melding over dit drama
kwam bij Scheveningen Radio binnen
even na middernacht en was afkomstig
van de „Urundi". Het schip berichtte, dat
het in de nabijheid van de ET-ST boei
een ander schip, waarschijnlijk 'n kleine
kustvaarder, had overvaren, en dat het
meteen de steven wendde om naar
overlevenden te gaan zoeken. Andere
schepen, die in de nabijheid voeren,
weken van hun koers af en snelden
eveneens te hulp. Even na een uur
vertrok ook de reddingsboot „Prins
Hendrik" uit Den Helder. Het zoeken
werd alsnog ernstig bemoeilijkt; niet
alleen door de duisternis maar vooral
door het bijzonder slechte weer. Bij het
doorkomen van het daglicht begon het
nog harder te waaien (windkracht 9)
maar men kon nu tenminste wat zien.
Van het Vliegveld Valkenburg steeg
een Neptune op. Vroeg in de morgen
kwamen de eerste meldingen binnen
van schepen, die iets op zee hadden
zien drijven of zelfs hadden opgepikt,
De „Prins Hendrik" meldde om
streeks kwart over acht, dat er een
half en een gebroken deel van een luik
was gevonden op twee mijl N.O. van
het lichtschip Tessel. Even later, om
half negen meldde ook een van de an
dere zoekende schepen, het Nederland
se betonningsvaartuig „Delfshaven",
dat men wrakstukken en een kurkezak
had zien drijven.
Aan het opsporingswerk namen on
geveer vijftien schepen deel. Tegen
negen uur berichtte men vanaf het
Nederlandse schip „Abbekerk", dat
er een loopplank was opgevist. De
ze droeg de merken: B. S. Crown
S.C. Even na twaalf uur meldde
zich het Duitse s.s. „Thorwald". Het
had een reddingsboei opgepikt. De
boei droeg de scheepsnaam „Marie
ne" en de plaatsnaam „Haren". De
positie was toen 52 gr. 49' Noord en
gr. 17' Oost. Aan de wal begon men
naarstig te speuren. Men boekte re
sultaat. Woensdagmiddag had de
Duitse kustvaarder „Mariene" de
Amsterdamse haven verlaten met
een lading stukgoed bestemd voor
Aarhus in Denemarken. Het schip
1 was IJmuiden om even voor zes uur
gepasseerd. Er waren vier opvaren
den aan boord. De gezagvoerder
heette Lautenschütz.
De plaats en tijd van de ramp kwa
men vrij goed overeen met de vermoe
delijke koers van de „Mariene". Dit be
richt kwam om half twee. Drie kwar
tier later kwam de „Prins Hendrik"
Weer in de ether. Zij vroeg nadere in
structies. Het had volgens schipper
Piet Bot geen zin meer om nog langer
op zee te blijven, aangezien er een
„smerige hoge zee stond". De hoop
nat schipbreukelingen zich bij deze tem
peratuur nog in leven zouden bevinden,
kon men wel opgeven. In Huisduinen,
hjj Den Helder, vergaderde het red-
ningsbootcomité. Tegen half drie gaf
het het bevel het zoeken te staken.
Scheveningen-Radio zond het bericht
hit dat de zoekende schepen hun reis
weer konden voortzetten. De „Marie
ne" had geen radio aan boord.
Tegen kwart over vijf arriveerde de
„Prins Hendrik" weer aan de kade in
Den Helder. Vastgesjord op het dek la
gen een driètal stukken luiken, een ka
juitsdeur en een stuk drijfhout. In de
cabine had men nog twee lege jerry
cans opgeborgen. Geschramd en ge
deukt waren zij met het hout de wei
nige en nietszeggende getuigep van de
ramp.
Te Peking hebben vanochtend een
half miljoen mensen deelgenomen aan
het défilé ter gelegenheid van de eer
ste mei. Op de hoofdtribune stonden
Mao Tse-toeng en de leden der rege
ring, die bij hun aankomst oorverdo
vend waren toegejuicht.
poreus geweven,
heerlijk koel,
ton-sur-ton dessins
in toonaangevende
zomertinten
Dit exclusieve shirt
alleen bij P c
voor
-A\' -'h
Me» korte mouw
Weekend-showlties
Italiaanse import
Advertentie
fotograferen
Bewondering voor het horloge.
(Vervolg van pagina 1)
„Eenzaam maar niet alleen" van die
afstand en opgeslotenheid reken
schap geeft. Koningin Juliana is het
stellig met behulp van haar ouders
gegeven geweest, zich aan een der
gelijke tragiek te onttrekken, de mo
gelijke eenzaamheid en afgeslotenheid
van het koningschap te doorbreken
en om te zetten in.een hartelijke ver
bintenis tussen haar en haar rijksge
noten, aldus jhr. de Ranitz.
Aan het slot van zijn toespraak bood
jhr. de Ranitz de Koningin een aantal
bijzondere briefkaarten aan, die het co
mité ontving.
Koningin Juliana zei in haar dank
woord, ontroerd en overweldigd te zijn
door zoveel hartelijkheid. Bijzondere
dank bracht zij aan het comité, dat zich
tot tolk heeft gemaakt van de gedach
ten die de vele gevers van dit prachtige
geschenk hebben bewogen. Dat dit voor
elkeen een behoefte des harten is ge
weest, maakte de gave tot een zeldzaam
waardevol geschenk, zo zei de vorstin.
Koningin Juliana bekende dat de ijver
van het comité haar toch niet geheeJ
is ontgaan en ze zei, dat zij bijna in
een. verstrooid moment zelf een bijdra-
ge in een van de bussen had gestopt,
zo schenen die te pleiten voor een of
ander nobel doel.
.Over het grote geldbedrag dat zij ont
ving, zei de Koningin dat de gevers
hiervan haar in staat stellen weer an
deren in het gehele koninkrijk blij te
maken. Dit noemde zij het grootste ge
noegen dat men haar bereiden kon. Het
vooruitzicht dat haar werkkamer zo
mooi .zou worden, vond zij een reden
om die dagelijks met nog meer animo
binnen te gaan en er haar werkuren
door te brengen.
pDe blijde koninginnedag is voor het
^hnstelijk Fanfarecorps Crescendo te
^•roningen en voor diverse muziekcorp-
°?h en zangverenigingen in de provin
ce plotseling een droeve geworden.
~e directeur van de muziekvereniging
S^escendo, de heer A. van Kammen,
werd n.l. des morgens om 8 uur, vlak
voor de uitvoering van een feestelijke
kleppermars door een hartverlamming
Segetroffen en overleed ter plaatse. Het
gebeurde in Helpman op de Helperbrink.
Burgemeester Tuin had juist zijn toe
spraak gehouden en het wachten was
„P het teken van de dirigent voor de
uitvoering van een kleppermars door de
Groningse schooljeugd.
In allerijl werd de kleppermars uitge-
®teld. Later op de morgen klepperde
u? schooljeugd met muzikale begelei-
u»ng van Gruno's Postharmonie; de
•"Uzikanten van Crescendo keerden be
drukt huiswaarts.
De heer Van Kampten was 41 jaar,
onderwijzer en vader van drie kinderen.
Advertentie
„„Ik zal dat telkens doen, ook in moei-
lyke tijden, met verhoogde blijmoedig
heid, wanneer ik in mijn tapijt de neer
slag Zie van het hartelijke medeleven
van het Nederlandse volk bij mün
werk," zo zei de Koningin. Ook voor
het fraaie armbandhorloge uitte zü
haar hartelijke dank.
De talrijke goede wensen, zo zei de
Koningin, zullen mij met nieuwe
moed bij het begin van mijn tweede
eeuwhelft vervullen, ook ai hoop ik
niet het einde daarvan nog te bele
ven. De leeftijd van 50 jaar noemde
koningin Juliana voor haar heel aan
trekkelijk. Men heeft, zo zei zij, al die
tijd gelegenheid gehad een góéde do
sis ervaring en levenswijsheid te krij
gen. Het vallen en opstaan, de teleur
stellingen, zoals het onrecht en de an
dere vreselijke dingen die onze tijd
nog te zien heeft kunnen geven,
maar ook de wonderbaarlijk goede en
mooie belevenissen.
Aan de andere kant, aldus de Konin
gin, is men met 50 doorgaans nog geheel
fit, geestelijk van zins en fysiek in staat
deel te nemen aan het voile veelzijdige
leven, zoals God het geeft, in al zijn
fleur en in al zijn ernst, terwijl er al iets
van het milde iicht van de levensavond
zichtbaar wordt.
„Ik ben gelukkig, terug en vooruit te
mogen zien, samen met hen die mij lief
zijn. met mijn man en met onze vier
kinderen. Intens dankbaar, ook mijn
moeder nog in mijn nabijheid te mogen
hebben en tevens gelukkig, omringd te
zqn door zoveel echte, warme hartelijk
heid en sympathie," zo besloot Hare
Majesteit haar toespraak.
Te Bern is gisteravond officieel mee
gedeeld dat, wegens tegen Wcst-Duits-
land op Zwitsers grondgebied bedre
ven spionage, een Duitser is gearres
teerd en een Rus, werkzaam op de Rus
sische ambassade in Bern, het land
uitgewezen is. Dit bericht U.P.I.
De Duitser wordt vastgehouden in
Zurich. Hij heet Plattais, komt uit Let
land werd onder dwang in 1939 weer
naar Duitsland gehaald en werkte
met opdrachten van de Russische in
lichtingendienst in Oost-Beriijn. De Rus
sische diplomaat heeft Zwitserland
reeds veriaten, maar zijn naam wordt
nog geheim gehouden. Hjj is de tweede
communistische diplomaat die binnen
een maand tijd persona non grata is
verklaard.
Prins Bernhard heeft vanmiddag het
Caltex Centrale Laboratorium, gele
gen tussen de raffinaderijen in het olie-
gebied Pernis. officieel in gebruik ge
steld.
Na het doorknippen van het tradi
tionele lintje, nam de prins plaats in
het Daf-je, dat op de chaisis-dynamo-
meter stond opgesteld. Hij startte de
motor en onmiddellijk begonnen er
rollen te draaien, wuifden wijzers heen
en weer en flikkerden op elektronische
cijfertjes aan en uit. De geheimzinnige
wereld van het laboratorium, voor een
leek bijna beangstigend doch fascinerend
te gelijk was tot leven gekomen.
Het laboratorium is een grote ope
ratiezaal en op de snijtafel ligt de olie.
De doktoren zjjn ingenieurs, die on
barmhartig sectie plegen op hun slacht
offer, de olie.
Mannen in witte pakken lopen zwij
gend door de koele gang met aan bei
de zijden grote vensters, waarachter
men overal het slachtoffer, de olie te
rugvindt. De mannen halen handles
over of maken een aantekening. In
een van de vertrekken tuurt een jonge
wetenschapsmens naar een druppel
olie, die zijn weg door een ingewikkeld
stelsel van buizen heeft voltooid. Even
verder Stampt in een geluiddicht ver
trek een schaapsmotor, maar de man
die er als olieman bijstaat is een ge
leerde, een olie-chirurg.
In het laboratorium, dat 10 min gul
den heeft gekost, werkt een staf welke
is samengesteld uit geleerden van der
tien nationaliteiten. Zij verrichten er
research-werk voor honderd Caltex-ne-
derzetting, verdeeld over 70 landen.
De ieek-bezoeker kan een licht ge
voel van angst niet onderdrukken tus
sen de piokkende glazen buizen en de
stalen kasten met elektronische ze
nuwen, die zich manifesteren in ver
springende lichtjes en sidderende wij
zers. De bezoeker wordt bovendien
verlegen, wanneer een van de ge
leerden zjjn angst voor het onbeken
de probeert weg te nemen door een
uitvoerige uitleg.
De ingenieurs brengen hem eerst
naar een toestel, waar alle wegen
ter wereld bijeengebracht zjjn. Zij spe
len met knoppen en vertellen, dat in
deze ruimte de hitte van de Sahara
en de koude van de poolgebieden
kunnen heersen, al naar gelang zjj
wensen.
Het is het heiligdom van de chassis-
dynamometer, de enige in Europa.
Hierop wordt een auto geplaatst en
dan gaat men maar rijden, de ber-
De Belgische advocaat In het Bal-
gisch-Nederlandse geding over enkele
percelen in het gebied van Baarle-Her-
tog en Baarle-Nassau, de oud-minister
van justitie Gregoire, heeft woensdag
ochtend tot het internationale gerechts
hof te 's Gravenhage gezegd dat het
Nederlandse standpunt een gevaar be
tekent voor de internationale rechtsor
de. Nederland toch, zo luidde zijn con
clusie, wil geen juridische waarde toe
kennen aan het proces-verbaal waarin
de toestand in de 'iside Baarles wordt
beschreven en dat is opgenomen in het
proces-verbaal van grensbeschryving
van 1843. Dit noemde de pleiter een
revolutionair standpunt in de slechte
zin van het woord.
Nederland moet om zyn standpunt
te Kunnen staven zijn toevlucht nemen
tot net aanvoeren van een hele reeks
vergissingen die door Nederlandse amb
tenaren zouden zy'n begaan. Een vergis
sing by de nummering van de percelen,
de vergissing van de ambtenaar van
tiet Kadaster te 's-Hertogenbosch bij
een verbetering van een vergissing, een
vergissing van de gemeentesecretaris
van Baarle—Nassau bij het
vergelijken van de teksten van pro-
cessen-verbaal of afschriften daarvan
en nog verscheidene andere vergissin-
Sen, aldus de heer Gregoire.
n ,e Nederlandse advocaat, mr. C. R.
WUckerheJd Bisdom verzocht het ge
rechtshof alleen te letten op de stuk-
*jfn,dle zün ingediend. Het Hof moest
1Kb. e versie van het gemeente
lij* Proces-verbaal, waarover de Bel
gische advocaat sprak, „maar even
De Nederlandse pleiter zei
nn m een later stadium van zjjn
pieiaooi „deze spookverschijning" wei
zou bestrjjden.
Het gaat erom vast te stellen, aldus
pleiter, hoe de status quo in 1842 was.
Dat is het enige punt dat oplossing
vraagt. De feitelijke toestand blijkt uit
net gemeentelijke proces-verbaal dat in
de jaren 1836 tot 1838 door de gemeen
ten Baarle-Nassau en Baarle-Hertog is
opgesteld. De gemeentelijke autoriteiten
hebben dit met de grootste zorg ge
daan zodat het stuk als het ware een
fotografisch beeld verschaft van de
toenmalige toestand. Blijkens dit pro
ces-verbaal behoren de bewuste perce
len tot Baarle-Nassau, aldus de Neder
landse advocaat.
Mr. Wijckerheld Bisdom wees voorts
op het door de heer Gregoire ter sprake
gebrachte verslag van de bijeenkomst
te Achel, waarin ook wordt gezegd dat
de percelen tot Baarle-Nassau behoren.
In de notulen van de grenscommissie
wordt nergens gezegd dat de percelen
Belgisch waren.
Voorzover valt na te gaan, zjjn de
percelen ook voor 1812 steeds als Neder
lands beschouwd, aldus mr. Wijckerheld
Bisdom. Er zjjn geen aanwijzingen dat
hier een Belgisch enclave in Neder
land of een Antwerpse in Noord-Bra
bant was.
Ook na 1842 heeft iedereen steeds
gedacht dat de percelen Nederlands
waren. De verkopen zijn voor Neder
landse notarissen geschied en overge
schreven in Nederlandse registers. Er
is Nederlandse grondbelasting voor de
percelen betaald.
In zijn inleiding zei mr. Wijckerheld
Bisdom dat het hier geen geschil be
treft waaraan grote tegenstellingen ten
grondslag liggen. De beide landen heb
ben zich gewapend met juridische wa
penen, maar zjj behouden vriendschap
in het hart en een glimlach op de lip
pen.
gen in, de kou tegemoet, over hobbe
lige wegen en over de rechte auto
baan. De olie- en smeerbehoeften van
de verschillende typen automobielen
onder verschillende omstandigheden
worden hier bepaald. Uiteindelijk
wenst men te komen tot de „construc
tie" van een universeel soort olie. die
overal ter wereld het hoogste rende
ment aan energie geeft.
Dan voeren de geleerden de aarze
lende bezoeker naar het motorlabora
torium, waar twee wagens bezig zjjn
aan een rit van Pernis naar Moskou
niet een constante snelheid van 100
kilometer. Zij vertellen, dat hier de
verschillende wijzen van verbranding
worden bestudeerd en bovendien
worden er proeven genomen met
de benzine - van - de - toekomst, die
„eens" tegen een normale prijs in de
handel moet komen.
Er is voorts een cel, waar een
scheepsdieseimotor een denkbeeldig
schip voortstuwt over de ontbrekende
oceaan. De motor wordt zorgvuldig ge
ïnspecteerd en het bezinksel wordt
als was het goud-opgevangen. De slijta
ge van de bewegende delen wordt er
nauwkeurig gemeten.
„Voor de werkpaarden op zee is het
beste voedsel niet goed genoeg" zeggen
de witgejaste mannen en zij kijken naai
de Nieuwe Waterweg, die langs hun pa
leis stroomt.
„Ik zal nu een stuiver in het appa
raat doen" zegt de ingenieur die bij
de X Ray Pluorescense Spectograph
zijn werk verricht. Binnen een mi
nuut verscheen de chemische compo
sitie van de munst op een grafiek.
Chemisch was het muntstuk uiteen
gerafeld. De man-met-het-apparaat
annalyseert en determineert de stof
fen. die onregelmatigheden veroorza
ken bij het raffinageproces of bij een
motor. Hij kijkt met zijn X Ray door
de stoffen heen, zoals een röntgenap-
paraat de mens binnenstenbuiten
keert.
Een jong Amerikaan met kort
geknipt haar begeleidt de bezoeker ver
volgens naar een volkomen mysterieu
ze installatie, die hij halsstarrig de Erd-
co Coker noemt. Hier vliegt hij denk
beeldig mee door de lucht met super
sonische snelheden, want de man ex
perimenteert met brandstof voor
straaljagers. Hjj vertelt, dat de olie
zelf ais koelmedium dienst moet doen,
hij praat over wrijving en tempera
tuurverschillen en hij zegt, dat men er
op uit is de vlieger de grootste presta
tie en veiligheid in de lucht te bezor
gen.
De tocht eindigt bij een raffinaderij in
miniatuur. Een soort Madurodam on
der de reuzenbouwsels van glanzend
staal. Elk onderdeel van dit laborato
rium op zichzelf fungeert ais zijn gro
te voorbeeld, maar geeft waardevolle
informaties over kwaliteit en op
brengst.
In Pernis wordt de moderne magie
beoefent. De geleerden doen er denken
aan goochelaars, die niet werken met
hoge hoeden of doorgezaagde meisjes
maar met reageerbuizen en de elek
tronica. Het meest gelijken zij echter
op chirurgen, die zich behoedzaam
over de patiënt heenbuigen en niet rus
ten voordat zij met het lancet van hun
geest het laatste geheim van 's werelds
grootste energiebron hebben door
schouwd.
pen:
Het blijft iets griezeligs
met die televisie. Gisteren
viel het mij ineens weer
op. Ik zat te kijken naar
die reportage van het dé
filé voor de koningin; daar
trok een troep matrozen
voorbij het bordes en in
eens hoorde ik mijzelf roe-
„Hé, kijk daar, die vent loopt
niet eens in de pas."
Stel u voor, daar loopt een matroos
helemaal in Soestdijk fijn niet in de
pas te wezen en ik zal dat tegelijker
tijd in mijn huiskamer zien; ik zal er
zelfs over vallen.
Waar gaan wij heen? Hoever zijn wij
nog ver-wij derd van De Orwells „Grote
Broer", die op een enorm scherm alles
ziet wat er in de wereld gebeurt en
die ons allen danig in de gaten houdt?
Kan een matroos nu al niet meer fout
lopen, zonder dat honderdduizenden,
om niet te zeggen miljoenen, er getui
ge van zijn? En kan een voetballer in
Milaan of Londen nu al geen straf
schop meer missen, zonder dat er een
gebrom van afkeuring over de halve
wereld gaat?
Laten wij uitkijken, mensen, dat wij
straks elkander niet dusdanig in de
gaten gaan houden, dat wij geen van
allen nog een vin durven te verroeren.
Dat wij vrouw en kind kussen onder
het toeziend oog van de halve stad. Dat
u straks over mijn schouder meekijkt
als ik een stukje zit te schrijven. Enfin,
in dat geval bent u in ieder geval dan
ontslagen van de plicht om het te
lezen.
En laat ik dan met dit goudkorreltje
vandaag besluiten.
iiiitiiiiiiiiiiimiiiiiiMiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiii
Namens H. M. de Koningin werd ons
verzocht het volgende te publiceren:
Vele goede wensen hebben mij bereikt
op mijn vijftigste verjaardag. De harte
lijkheid daarvan heeft mij zeer getroffen.
De uitzonderlijke hoeveelheid van ge
lukwensen, zowel van officiële instanties
en van organisaties van verschillende
aard, als van particuliere personen
bekenden en onbekenden nopen mij,
ditmaal langs deze weg, mijn diepge
voelde dank te betuigen voor alle mede
leven op die dag ondervonden.
JULIANA
Vier personen hebben verwondingen
opgelopen toen gistermiddag te Utrecht
een personenwagen op het kruispunt
Koningslaan van Maarschalkerweerd
een bus ramde.
De personenauto waarin de vier
slachtoffers zaterr, verleende geen voor
rang aan de bus, waarin zich een reis
gezelschap uit Den Haag bevond. De
auto vloog tegen de zijkant van de bus
op en werd volkomen vernield. Geen
der passagiers van de bus, die in een
greppel terecht kwam, liep letsel op.
Advertentie
Advertentie
26
„Ja?" zegt Perquin gespannen.
„Nou, ik kan oe nie zeggen, wie dat is
„Waarom komt u dan hier?" vraagt Perquin kor
zelig.
„Nee, wacht nou es efkes," zegt de bezoeker en
hij gaat er gezapig bij zitten. „Ziede, diejen bak
ker, da was ter gene van hier. We woaren mee ons
zessen, Kimmel uit de Vergulde Weegschoal Uf-
kes uit de Kathelijnestroat, de Ronde, den drogist,
Nars Vos van den geweermoaker, diejen lange'
van Uchelen, den sloager en ik. Nou en in de Bis-
schopstroat doar kwam diejen dikkerd mee mijn
gebakskes de schuur uit gedanst en, wel, ge wit
mee carnaval, hé? Dan vroagde niks. Hij is eerder
mee ons meegesjouwd."
„Waren jullie met hem in de „Korenschoof"?"
„Toen ie zijn gebaskes uitdeelde? Ge wiit zeker
weten van den kantonrechter. O, wat spartelde die
en nijdig man, nijdig! Wild was ie!"
„Hoe weet u dat het werkelijk de kantonrechter
was?"
„Nou, die had toch zo'n bietje een mummelbekkie
en een gouwen hoektand."
„Maar hij was toch gemaskerd?"
„Nou ja, zo'n klein fluwelen dingsigheedje. Geen
echt mombakkes."
„En toen jullie uit de „Korenschoof" kwamen?"
„Toen hemme nog oangelegd bij de „Drie Boarskes
en „Het Vergulde Hondje". En toen bij de hoek van
de Veemart, ik mag hangen, als hjj toen niet opeens
verdwenen was. Alsof ie in de grond was gezakt
waarachtig! Moar ene van hier was ie niet doar
kunde donder op zegge."
Geruchten verspreiden zich snel in Sint Odiliën-
rode en aldra komen anderen vertellen dat ze de
dikke bakker hebben gezien, dat ze met hem in een
of ander café hebben gezeten, op een of ander plein
een polonaise hebben gedanst, hem hebben zien hos
sen in een of andere straat. Maar alle verhalers zijn
het over één ding eens: „Hij was ter gene van hier."
En na zijn plotselinge verdwijning op de Veemarkt
heeft geen menselijk oog hem meer aanschouwd. Ais
een fatoom is deze toch zeer welgedane bakker ver
dwenen, opgelost in nevel en rook.
„Die verdwenen dikkerd is de moeite van een
nader onderzoek waard. Dekker. Er is iets van een
kerel dat niet echt is. Wie ter wereld komt nu er
gens anders vandaan carnaval houden in Sint Odiliën-
rode en dan nog in zijn eentje. Daar klopt iets
niet. Ik gaf een lief ding ais ik wist wat
Brigadier Dekker kijkt gewichtig en but martiaal
op zijn potlood.
„Mijn naam is Veldkamp, onderwijzer aan de school
op de Dominicanessensingel."
„Nog al een die komt verteilen dat de dikke bak
ker er gene van hier was," denkt Perquin en doet alle
moeite om belangstelling te leggen in de blik waar-
mee hij deze nieuwe bezoeker aanziet. Deze schraapt
gewichtig zijn keel, trekt zjjn vrij uitbundige das
recht en zegt dan:
„Ik hoorde vanmorgen dat politiebericht inspec
teur
„Perquin, mijnheer Veldkamp."
„Inspecteur Perquin. Curieus, ik ken een Perquin
in
„O, dat is helemaal geen familie," zegt Perquin
haastig. „Ik heb geen familie."
„Curieus," herhaalt mijnheer Veldkamp. „Ja, kijkt
u eens, inspecteur, toen ik dat bericht hoorde, viel
me opeens een kleine scène in, waarvan ik die
avond getuige was. Ja, maar omdat ik toch niet ze-
ker wist of zij verband hield met die gruwelijke
gebeurtenis.... Ontzettend, inspecteur, ontzettend, de
mensheid zinkt steeds dieper. Ik denk wel eens
„Waar speelde zich die scène, waarvan u getuige
was, af?" „In de „Korenschoof," inspecteur. Maar
ik moet u verzoeken, begrijpt u me goed. Als ik scè
ne zeg, bedoel ik dat in, om zo te zeggen, tonelisti-
sche zin. Als acteur, al is het dan ook door de bittere
dwang van een hardvochtig noodlot amateur, ziet
men nu eenmaal al het gebeuren om zich heen als
scènes van een theaterstuk. JaIk ben echter,
als ik het zo eens zeggen mag, niet alleen kunstenaar,
maar ook paedagoog. Dit bewustzijn tempert mijn
artistieke impulsiviteit. Ik heb me dus eerst ernstig
afgevraagd of er enig causaal verband kon worden
aangenomen tussen wat ik had gezien en uw oproep.
Na zeer ernstig nadenken en zeer rijp beraad heb
ik tot mij zelve moeten zeggen: „Ja 'inderdaad, de
mogelijkheid van een zodanig causaal verband is niet
uitgesloten, sterker, is zeer groot."
Weer schraapt de heer Veldkamp zijn keel en trekt
de recalcitrante das recht.
,,U was dus in de „Korenschoof" en. daar zag u...?"
„Dat wilde ik u juist vertellen. Ik bevond mij dan
ongeveer te twee uur in de nacht in de „Korenschoof"
in gezelschap van een even schone als hoogstaande
jongedame, wier naam ik om overwegingen van
pure ridderlijkheid zou prefereren ongenoemd te la
ten. U begrijpt mijn gevoelens?"
„Volkomen. Gaat u door, mijnheer Graskamp."
„Pardon, Veldkamp. Nu terwijl we daar zo zaten,
hoorden we een zeer eigenaardig geluid. Of liever
een geluid dat zeer eigenaardig was voor deze omge
ving. Het was een luid snorken. Toen we in de rich
ting van het geluid keken zagen we een in zwart
fluweel geklede gestalte, die alleen aan een tafeltje
zat, een eindje van ons verwijderd. Het hoofd was
hem op de borst gezonken en hij lag meer dan hij
zat in een van die, overigens zeer comfortabele fau
teuiltjes van gevlochten riet, die ze daar hebben.
Voor hem stond een koffie- of theekop. Toen we
eenmaal de oorzaak van het geluid, dat onze aan
dacht had getrokken, kenden, was onze belangstel
ling natuurlijk verdwenen. We hebben dan ook niet
meer op de slaper gelet tot onze aandacht opnieuw
op hem werd gevestigd door een troepje luidruchti
ge maskers, die om hem heen stonden en allerlei
stuitende opmerkingen maakten over „lijkjes" en
„begrafenistoezorgers" en „laatste eer bewijzen". Ze
hadden een ladder bij zich
(Wordt vervolgd).
„In geen maanden heb ik het
zo rustig gehad als nu," zegt
mevrouw R. I. Streefkerk—
Schuitema in het „match-office",
zoals het clubhuis van het Wa-
gener-stadion te Amstelveen
thans, tijdens het wereldtoernooi
voor dames-hockeyteams heet.
Zoiets te horen van iemand op
wie feitelijk de verantwoording
rust voor de goede gang van
zaken van een toernooi, waarin
teams uit vijftien landen uit
alle werelddelen gedurende on
geveer veertien dagen intensief
strijden om een, officieus, we
reldkampioenschap en van een
congres, waarop vertegenwoor
digsters uit negentien landen,
uiteraard ook uit alle wereld
delenbeslissingen moeten ne
men, die voor de toekomst van
het dames-hockey bijzonder be
langrijk kunnen zijn, klinkt
vreemd. Toch kijkt men niet
verbaasd op, als men mevrouw
Streefkerk hoort vertellen, dat
voor haar de grootste drukte
voorbij is. Men ziet in die woor.
dan de bevestiging van haar
kwaliteiten als organisatrice.
Alles heeft ze tevoren zo in
tensief voorbereid en alle tij
dens toernooi en congres te
vervullen taken heeft ze met
zoveel vaardigheid verdeeld, dat
ze zelf, in volle tevredenheid,
kan volstaan met het toezien
op de gang van zaken.
Hoe mevrouw Streefkerk in
de hockeywereld verzeild ge
raakt is? „Och", zegt ze, „toen
ik twaalf jaar was kwam ik in
Amersfoort op de HBS en dan
icord je lid van een hockeyclub
Dat hoorde er vroeger nu een-
kwam^' Je^weet nïet^hn '£ter *al in het bestuur van de schoolclub
gegeven "moment te ontdekken d°a?% d\mensen sch^n op een
viiftieniariae Reinn een beeUe organiseren kunt." De
TthhlTneh^TTT Schmtema moet het in die eerste jaren goed gedaan
Am^sfoortse Slrfh' n"™, 1°®"' 2e na haar HBS-tijd lid werd van de
trTl947 naar Werd ze prompt secretaresse. Toen ze
Terdt de baUn^Z verhuisde en zich meldde bij de Kieviten, accep-
meteL voor alTïeëreTmiSSte ör nialleen als Hd' maar droe0 "anr
nlaats in de Knnfn trn iZeen toen *n 1953 de dames een volwaardige
ze prompt beïtuTZÏÏdf Nederandse Hockeybond gingen innemen, werd
secretaresse benTmIa iJ creta.resse voor het dameshockey. „Dat ik nu
ciations is slecht, n„nrt ,'0naI Feder"tion of Women Hockey Asso-
bunhtate qua merkt mevrouw Streefkerk bescheiden
tiêe-h tornooi en het congres organiseert, moet automa-
nctiet hnrL-e?TtePr?Slde.nte en een secretaresse zorgen." Haar carrière als
i, dnt 's n}ej zo indrukwekkend geweest: „Mijn kleine triomf
„„L Sekozert ben voor een selectiewedstrijd. Ik was zo slecht, d-at
vechtster" hebt>en laten vallen; ik was geen ster, alleen maar een
tnrhAhfJit £f„,dUnfS>.m?'nenteel volwaardigeleden van de hockeybond,
TereldtolrnZf nnifeSmUr de KNHB' maar hebben de dames het
wereldtoernooi voorbereid. „De lieren bondsbestuurders hebben ons laten
aanscliarrelen. Zij hebben ons meer moreel gesteund en ook financieel.
De mannen hebben immers meestal de zakelijke relaties; hoewel, daar is
niet zoveel uitgekomen," vindt mevrouw Streefkerk. Hier is typisch een
vrouw aan het woord, zou men willen opmerken. Het blijkt echter, dat
ze de zaken bijzonder objectief bekijkt. Want, als het congres ter sprake
komt, merkt ze op: „Daar wordt eindeloos gekletst. Wij vrouwen zijn nog
erger dan de mannen." Over een week zullen zowel het wereldtoernooi
als liet congres ten einde zijn. De voorbereidingen en organisatie van het
komende evenement zal dan berusten bij een Amerikaanse. Voor mevrouw
Streefkerk breekt dan weer de tijd aan, dat ze zich overdag volledig kan
concentreren op haar omvangrijke taak als publiciteitschef bij een groot
levensmiddelenconcem. In de vrije tijd kan ze naast hockey weer tennissen
jarenlang speelde ze in de eerste klasse en. als het 's winters flink
wil vriezen, lange tochten op de schaats maken. ..Dat laatste kan -ik zo
goed, omdat ik toevallig in Groningen geboren ben."