Duitse kustvaarder na aan varing spoorloos Vermoedelijk met vier man aan boord vergaan herenmode-tip Open weave sportshirts In de „operatiezaal" van Pernis ligt de olie op de snijtafel Verjaardagsgeschenk voor de Koningin Nederlands standpunt is een gevaar voor de rechtsorde Nederlandse pleiterBelgische versie een „spookverschijning" Oppassen CARNAVALSMOORD N Prins Bernhard opent Caltex-lab Spionnen actief in Bern Dank van de Koningin Organisatietalent van jongsaf Bij lichtschip Tessel 1-meiviering in Peking Dirigent plotseling overleden PERUTZ Duitser in arrest, Rus uitgewezen Gregoire in proces-Baarle Auto ramt bus door MARTIN MONS Mevr. R. I. Streefkerk- Schuitema VRIJDAG 1 MEI 1959 PAGINA &^n. Feilloos zéker lm ■V Te Groningen Droef accent aan blijde Koninginnedag Vier personen gewond Uit de beste koffiebonen! normaal - coffeïnevrij - espresso Met zorg bereid! Dormaal "Coffeïnevrij -espresso" Advertentie (Van onze correspondent) Woensdag 29 april heeft zich tegen het middernachtelijk uur op de Noord zee een scheepsdrama afgespeeld. De kleine, 201 ton metende, Duitse coaster „Mariene" uit Haren aan de Ems bp Emden is op een afstand van 1 mijl ten N.O. van de ET-SX boei, op onge veer 7 myl van het lichtschip Tessel, overvaren door het 5000 ton metende Duitse s.s. „Urundi". De gehele nacht en een groot deel van de dag is men met een groot aantal schepen van ver schillende nationaliteiten aan het zoe ken geweest naar overlevenden. Ook een tweetal „Neptune" opsporings vliegtuigen van de M.L.D. op Valken burg namen beurtelings aan dit werk deel. Behalve een klein aantal wrak stukken echter is er niets gevonden. De eerste melding over dit drama kwam bij Scheveningen Radio binnen even na middernacht en was afkomstig van de „Urundi". Het schip berichtte, dat het in de nabijheid van de ET-ST boei een ander schip, waarschijnlijk 'n kleine kustvaarder, had overvaren, en dat het meteen de steven wendde om naar overlevenden te gaan zoeken. Andere schepen, die in de nabijheid voeren, weken van hun koers af en snelden eveneens te hulp. Even na een uur vertrok ook de reddingsboot „Prins Hendrik" uit Den Helder. Het zoeken werd alsnog ernstig bemoeilijkt; niet alleen door de duisternis maar vooral door het bijzonder slechte weer. Bij het doorkomen van het daglicht begon het nog harder te waaien (windkracht 9) maar men kon nu tenminste wat zien. Van het Vliegveld Valkenburg steeg een Neptune op. Vroeg in de morgen kwamen de eerste meldingen binnen van schepen, die iets op zee hadden zien drijven of zelfs hadden opgepikt, De „Prins Hendrik" meldde om streeks kwart over acht, dat er een half en een gebroken deel van een luik was gevonden op twee mijl N.O. van het lichtschip Tessel. Even later, om half negen meldde ook een van de an dere zoekende schepen, het Nederland se betonningsvaartuig „Delfshaven", dat men wrakstukken en een kurkezak had zien drijven. Aan het opsporingswerk namen on geveer vijftien schepen deel. Tegen negen uur berichtte men vanaf het Nederlandse schip „Abbekerk", dat er een loopplank was opgevist. De ze droeg de merken: B. S. Crown S.C. Even na twaalf uur meldde zich het Duitse s.s. „Thorwald". Het had een reddingsboei opgepikt. De boei droeg de scheepsnaam „Marie ne" en de plaatsnaam „Haren". De positie was toen 52 gr. 49' Noord en gr. 17' Oost. Aan de wal begon men naarstig te speuren. Men boekte re sultaat. Woensdagmiddag had de Duitse kustvaarder „Mariene" de Amsterdamse haven verlaten met een lading stukgoed bestemd voor Aarhus in Denemarken. Het schip 1 was IJmuiden om even voor zes uur gepasseerd. Er waren vier opvaren den aan boord. De gezagvoerder heette Lautenschütz. De plaats en tijd van de ramp kwa men vrij goed overeen met de vermoe delijke koers van de „Mariene". Dit be richt kwam om half twee. Drie kwar tier later kwam de „Prins Hendrik" Weer in de ether. Zij vroeg nadere in structies. Het had volgens schipper Piet Bot geen zin meer om nog langer op zee te blijven, aangezien er een „smerige hoge zee stond". De hoop nat schipbreukelingen zich bij deze tem peratuur nog in leven zouden bevinden, kon men wel opgeven. In Huisduinen, hjj Den Helder, vergaderde het red- ningsbootcomité. Tegen half drie gaf het het bevel het zoeken te staken. Scheveningen-Radio zond het bericht hit dat de zoekende schepen hun reis weer konden voortzetten. De „Marie ne" had geen radio aan boord. Tegen kwart over vijf arriveerde de „Prins Hendrik" weer aan de kade in Den Helder. Vastgesjord op het dek la gen een driètal stukken luiken, een ka juitsdeur en een stuk drijfhout. In de cabine had men nog twee lege jerry cans opgeborgen. Geschramd en ge deukt waren zij met het hout de wei nige en nietszeggende getuigep van de ramp. Te Peking hebben vanochtend een half miljoen mensen deelgenomen aan het défilé ter gelegenheid van de eer ste mei. Op de hoofdtribune stonden Mao Tse-toeng en de leden der rege ring, die bij hun aankomst oorverdo vend waren toegejuicht. poreus geweven, heerlijk koel, ton-sur-ton dessins in toonaangevende zomertinten Dit exclusieve shirt alleen bij P c voor -A\' -'h Me» korte mouw Weekend-showlties Italiaanse import Advertentie fotograferen Bewondering voor het horloge. (Vervolg van pagina 1) „Eenzaam maar niet alleen" van die afstand en opgeslotenheid reken schap geeft. Koningin Juliana is het stellig met behulp van haar ouders gegeven geweest, zich aan een der gelijke tragiek te onttrekken, de mo gelijke eenzaamheid en afgeslotenheid van het koningschap te doorbreken en om te zetten in.een hartelijke ver bintenis tussen haar en haar rijksge noten, aldus jhr. de Ranitz. Aan het slot van zijn toespraak bood jhr. de Ranitz de Koningin een aantal bijzondere briefkaarten aan, die het co mité ontving. Koningin Juliana zei in haar dank woord, ontroerd en overweldigd te zijn door zoveel hartelijkheid. Bijzondere dank bracht zij aan het comité, dat zich tot tolk heeft gemaakt van de gedach ten die de vele gevers van dit prachtige geschenk hebben bewogen. Dat dit voor elkeen een behoefte des harten is ge weest, maakte de gave tot een zeldzaam waardevol geschenk, zo zei de vorstin. Koningin Juliana bekende dat de ijver van het comité haar toch niet geheeJ is ontgaan en ze zei, dat zij bijna in een. verstrooid moment zelf een bijdra- ge in een van de bussen had gestopt, zo schenen die te pleiten voor een of ander nobel doel. .Over het grote geldbedrag dat zij ont ving, zei de Koningin dat de gevers hiervan haar in staat stellen weer an deren in het gehele koninkrijk blij te maken. Dit noemde zij het grootste ge noegen dat men haar bereiden kon. Het vooruitzicht dat haar werkkamer zo mooi .zou worden, vond zij een reden om die dagelijks met nog meer animo binnen te gaan en er haar werkuren door te brengen. pDe blijde koninginnedag is voor het ^hnstelijk Fanfarecorps Crescendo te ^•roningen en voor diverse muziekcorp- °?h en zangverenigingen in de provin ce plotseling een droeve geworden. ~e directeur van de muziekvereniging S^escendo, de heer A. van Kammen, werd n.l. des morgens om 8 uur, vlak voor de uitvoering van een feestelijke kleppermars door een hartverlamming Segetroffen en overleed ter plaatse. Het gebeurde in Helpman op de Helperbrink. Burgemeester Tuin had juist zijn toe spraak gehouden en het wachten was „P het teken van de dirigent voor de uitvoering van een kleppermars door de Groningse schooljeugd. In allerijl werd de kleppermars uitge- ®teld. Later op de morgen klepperde u? schooljeugd met muzikale begelei- u»ng van Gruno's Postharmonie; de •"Uzikanten van Crescendo keerden be drukt huiswaarts. De heer Van Kampten was 41 jaar, onderwijzer en vader van drie kinderen. Advertentie „„Ik zal dat telkens doen, ook in moei- lyke tijden, met verhoogde blijmoedig heid, wanneer ik in mijn tapijt de neer slag Zie van het hartelijke medeleven van het Nederlandse volk bij mün werk," zo zei de Koningin. Ook voor het fraaie armbandhorloge uitte zü haar hartelijke dank. De talrijke goede wensen, zo zei de Koningin, zullen mij met nieuwe moed bij het begin van mijn tweede eeuwhelft vervullen, ook ai hoop ik niet het einde daarvan nog te bele ven. De leeftijd van 50 jaar noemde koningin Juliana voor haar heel aan trekkelijk. Men heeft, zo zei zij, al die tijd gelegenheid gehad een góéde do sis ervaring en levenswijsheid te krij gen. Het vallen en opstaan, de teleur stellingen, zoals het onrecht en de an dere vreselijke dingen die onze tijd nog te zien heeft kunnen geven, maar ook de wonderbaarlijk goede en mooie belevenissen. Aan de andere kant, aldus de Konin gin, is men met 50 doorgaans nog geheel fit, geestelijk van zins en fysiek in staat deel te nemen aan het voile veelzijdige leven, zoals God het geeft, in al zijn fleur en in al zijn ernst, terwijl er al iets van het milde iicht van de levensavond zichtbaar wordt. „Ik ben gelukkig, terug en vooruit te mogen zien, samen met hen die mij lief zijn. met mijn man en met onze vier kinderen. Intens dankbaar, ook mijn moeder nog in mijn nabijheid te mogen hebben en tevens gelukkig, omringd te zqn door zoveel echte, warme hartelijk heid en sympathie," zo besloot Hare Majesteit haar toespraak. Te Bern is gisteravond officieel mee gedeeld dat, wegens tegen Wcst-Duits- land op Zwitsers grondgebied bedre ven spionage, een Duitser is gearres teerd en een Rus, werkzaam op de Rus sische ambassade in Bern, het land uitgewezen is. Dit bericht U.P.I. De Duitser wordt vastgehouden in Zurich. Hij heet Plattais, komt uit Let land werd onder dwang in 1939 weer naar Duitsland gehaald en werkte met opdrachten van de Russische in lichtingendienst in Oost-Beriijn. De Rus sische diplomaat heeft Zwitserland reeds veriaten, maar zijn naam wordt nog geheim gehouden. Hjj is de tweede communistische diplomaat die binnen een maand tijd persona non grata is verklaard. Prins Bernhard heeft vanmiddag het Caltex Centrale Laboratorium, gele gen tussen de raffinaderijen in het olie- gebied Pernis. officieel in gebruik ge steld. Na het doorknippen van het tradi tionele lintje, nam de prins plaats in het Daf-je, dat op de chaisis-dynamo- meter stond opgesteld. Hij startte de motor en onmiddellijk begonnen er rollen te draaien, wuifden wijzers heen en weer en flikkerden op elektronische cijfertjes aan en uit. De geheimzinnige wereld van het laboratorium, voor een leek bijna beangstigend doch fascinerend te gelijk was tot leven gekomen. Het laboratorium is een grote ope ratiezaal en op de snijtafel ligt de olie. De doktoren zjjn ingenieurs, die on barmhartig sectie plegen op hun slacht offer, de olie. Mannen in witte pakken lopen zwij gend door de koele gang met aan bei de zijden grote vensters, waarachter men overal het slachtoffer, de olie te rugvindt. De mannen halen handles over of maken een aantekening. In een van de vertrekken tuurt een jonge wetenschapsmens naar een druppel olie, die zijn weg door een ingewikkeld stelsel van buizen heeft voltooid. Even verder Stampt in een geluiddicht ver trek een schaapsmotor, maar de man die er als olieman bijstaat is een ge leerde, een olie-chirurg. In het laboratorium, dat 10 min gul den heeft gekost, werkt een staf welke is samengesteld uit geleerden van der tien nationaliteiten. Zij verrichten er research-werk voor honderd Caltex-ne- derzetting, verdeeld over 70 landen. De ieek-bezoeker kan een licht ge voel van angst niet onderdrukken tus sen de piokkende glazen buizen en de stalen kasten met elektronische ze nuwen, die zich manifesteren in ver springende lichtjes en sidderende wij zers. De bezoeker wordt bovendien verlegen, wanneer een van de ge leerden zjjn angst voor het onbeken de probeert weg te nemen door een uitvoerige uitleg. De ingenieurs brengen hem eerst naar een toestel, waar alle wegen ter wereld bijeengebracht zjjn. Zij spe len met knoppen en vertellen, dat in deze ruimte de hitte van de Sahara en de koude van de poolgebieden kunnen heersen, al naar gelang zjj wensen. Het is het heiligdom van de chassis- dynamometer, de enige in Europa. Hierop wordt een auto geplaatst en dan gaat men maar rijden, de ber- De Belgische advocaat In het Bal- gisch-Nederlandse geding over enkele percelen in het gebied van Baarle-Her- tog en Baarle-Nassau, de oud-minister van justitie Gregoire, heeft woensdag ochtend tot het internationale gerechts hof te 's Gravenhage gezegd dat het Nederlandse standpunt een gevaar be tekent voor de internationale rechtsor de. Nederland toch, zo luidde zijn con clusie, wil geen juridische waarde toe kennen aan het proces-verbaal waarin de toestand in de 'iside Baarles wordt beschreven en dat is opgenomen in het proces-verbaal van grensbeschryving van 1843. Dit noemde de pleiter een revolutionair standpunt in de slechte zin van het woord. Nederland moet om zyn standpunt te Kunnen staven zijn toevlucht nemen tot net aanvoeren van een hele reeks vergissingen die door Nederlandse amb tenaren zouden zy'n begaan. Een vergis sing by de nummering van de percelen, de vergissing van de ambtenaar van tiet Kadaster te 's-Hertogenbosch bij een verbetering van een vergissing, een vergissing van de gemeentesecretaris van Baarle—Nassau bij het vergelijken van de teksten van pro- cessen-verbaal of afschriften daarvan en nog verscheidene andere vergissin- Sen, aldus de heer Gregoire. n ,e Nederlandse advocaat, mr. C. R. WUckerheJd Bisdom verzocht het ge rechtshof alleen te letten op de stuk- *jfn,dle zün ingediend. Het Hof moest 1Kb. e versie van het gemeente lij* Proces-verbaal, waarover de Bel gische advocaat sprak, „maar even De Nederlandse pleiter zei nn m een later stadium van zjjn pieiaooi „deze spookverschijning" wei zou bestrjjden. Het gaat erom vast te stellen, aldus pleiter, hoe de status quo in 1842 was. Dat is het enige punt dat oplossing vraagt. De feitelijke toestand blijkt uit net gemeentelijke proces-verbaal dat in de jaren 1836 tot 1838 door de gemeen ten Baarle-Nassau en Baarle-Hertog is opgesteld. De gemeentelijke autoriteiten hebben dit met de grootste zorg ge daan zodat het stuk als het ware een fotografisch beeld verschaft van de toenmalige toestand. Blijkens dit pro ces-verbaal behoren de bewuste perce len tot Baarle-Nassau, aldus de Neder landse advocaat. Mr. Wijckerheld Bisdom wees voorts op het door de heer Gregoire ter sprake gebrachte verslag van de bijeenkomst te Achel, waarin ook wordt gezegd dat de percelen tot Baarle-Nassau behoren. In de notulen van de grenscommissie wordt nergens gezegd dat de percelen Belgisch waren. Voorzover valt na te gaan, zjjn de percelen ook voor 1812 steeds als Neder lands beschouwd, aldus mr. Wijckerheld Bisdom. Er zjjn geen aanwijzingen dat hier een Belgisch enclave in Neder land of een Antwerpse in Noord-Bra bant was. Ook na 1842 heeft iedereen steeds gedacht dat de percelen Nederlands waren. De verkopen zijn voor Neder landse notarissen geschied en overge schreven in Nederlandse registers. Er is Nederlandse grondbelasting voor de percelen betaald. In zijn inleiding zei mr. Wijckerheld Bisdom dat het hier geen geschil be treft waaraan grote tegenstellingen ten grondslag liggen. De beide landen heb ben zich gewapend met juridische wa penen, maar zjj behouden vriendschap in het hart en een glimlach op de lip pen. gen in, de kou tegemoet, over hobbe lige wegen en over de rechte auto baan. De olie- en smeerbehoeften van de verschillende typen automobielen onder verschillende omstandigheden worden hier bepaald. Uiteindelijk wenst men te komen tot de „construc tie" van een universeel soort olie. die overal ter wereld het hoogste rende ment aan energie geeft. Dan voeren de geleerden de aarze lende bezoeker naar het motorlabora torium, waar twee wagens bezig zjjn aan een rit van Pernis naar Moskou niet een constante snelheid van 100 kilometer. Zij vertellen, dat hier de verschillende wijzen van verbranding worden bestudeerd en bovendien worden er proeven genomen met de benzine - van - de - toekomst, die „eens" tegen een normale prijs in de handel moet komen. Er is voorts een cel, waar een scheepsdieseimotor een denkbeeldig schip voortstuwt over de ontbrekende oceaan. De motor wordt zorgvuldig ge ïnspecteerd en het bezinksel wordt als was het goud-opgevangen. De slijta ge van de bewegende delen wordt er nauwkeurig gemeten. „Voor de werkpaarden op zee is het beste voedsel niet goed genoeg" zeggen de witgejaste mannen en zij kijken naai de Nieuwe Waterweg, die langs hun pa leis stroomt. „Ik zal nu een stuiver in het appa raat doen" zegt de ingenieur die bij de X Ray Pluorescense Spectograph zijn werk verricht. Binnen een mi nuut verscheen de chemische compo sitie van de munst op een grafiek. Chemisch was het muntstuk uiteen gerafeld. De man-met-het-apparaat annalyseert en determineert de stof fen. die onregelmatigheden veroorza ken bij het raffinageproces of bij een motor. Hij kijkt met zijn X Ray door de stoffen heen, zoals een röntgenap- paraat de mens binnenstenbuiten keert. Een jong Amerikaan met kort geknipt haar begeleidt de bezoeker ver volgens naar een volkomen mysterieu ze installatie, die hij halsstarrig de Erd- co Coker noemt. Hier vliegt hij denk beeldig mee door de lucht met super sonische snelheden, want de man ex perimenteert met brandstof voor straaljagers. Hjj vertelt, dat de olie zelf ais koelmedium dienst moet doen, hij praat over wrijving en tempera tuurverschillen en hij zegt, dat men er op uit is de vlieger de grootste presta tie en veiligheid in de lucht te bezor gen. De tocht eindigt bij een raffinaderij in miniatuur. Een soort Madurodam on der de reuzenbouwsels van glanzend staal. Elk onderdeel van dit laborato rium op zichzelf fungeert ais zijn gro te voorbeeld, maar geeft waardevolle informaties over kwaliteit en op brengst. In Pernis wordt de moderne magie beoefent. De geleerden doen er denken aan goochelaars, die niet werken met hoge hoeden of doorgezaagde meisjes maar met reageerbuizen en de elek tronica. Het meest gelijken zij echter op chirurgen, die zich behoedzaam over de patiënt heenbuigen en niet rus ten voordat zij met het lancet van hun geest het laatste geheim van 's werelds grootste energiebron hebben door schouwd. pen: Het blijft iets griezeligs met die televisie. Gisteren viel het mij ineens weer op. Ik zat te kijken naar die reportage van het dé filé voor de koningin; daar trok een troep matrozen voorbij het bordes en in eens hoorde ik mijzelf roe- „Hé, kijk daar, die vent loopt niet eens in de pas." Stel u voor, daar loopt een matroos helemaal in Soestdijk fijn niet in de pas te wezen en ik zal dat tegelijker tijd in mijn huiskamer zien; ik zal er zelfs over vallen. Waar gaan wij heen? Hoever zijn wij nog ver-wij derd van De Orwells „Grote Broer", die op een enorm scherm alles ziet wat er in de wereld gebeurt en die ons allen danig in de gaten houdt? Kan een matroos nu al niet meer fout lopen, zonder dat honderdduizenden, om niet te zeggen miljoenen, er getui ge van zijn? En kan een voetballer in Milaan of Londen nu al geen straf schop meer missen, zonder dat er een gebrom van afkeuring over de halve wereld gaat? Laten wij uitkijken, mensen, dat wij straks elkander niet dusdanig in de gaten gaan houden, dat wij geen van allen nog een vin durven te verroeren. Dat wij vrouw en kind kussen onder het toeziend oog van de halve stad. Dat u straks over mijn schouder meekijkt als ik een stukje zit te schrijven. Enfin, in dat geval bent u in ieder geval dan ontslagen van de plicht om het te lezen. En laat ik dan met dit goudkorreltje vandaag besluiten. iiiitiiiiiiiiiiimiiiiiiMiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiii Namens H. M. de Koningin werd ons verzocht het volgende te publiceren: Vele goede wensen hebben mij bereikt op mijn vijftigste verjaardag. De harte lijkheid daarvan heeft mij zeer getroffen. De uitzonderlijke hoeveelheid van ge lukwensen, zowel van officiële instanties en van organisaties van verschillende aard, als van particuliere personen bekenden en onbekenden nopen mij, ditmaal langs deze weg, mijn diepge voelde dank te betuigen voor alle mede leven op die dag ondervonden. JULIANA Vier personen hebben verwondingen opgelopen toen gistermiddag te Utrecht een personenwagen op het kruispunt Koningslaan van Maarschalkerweerd een bus ramde. De personenauto waarin de vier slachtoffers zaterr, verleende geen voor rang aan de bus, waarin zich een reis gezelschap uit Den Haag bevond. De auto vloog tegen de zijkant van de bus op en werd volkomen vernield. Geen der passagiers van de bus, die in een greppel terecht kwam, liep letsel op. Advertentie Advertentie 26 „Ja?" zegt Perquin gespannen. „Nou, ik kan oe nie zeggen, wie dat is „Waarom komt u dan hier?" vraagt Perquin kor zelig. „Nee, wacht nou es efkes," zegt de bezoeker en hij gaat er gezapig bij zitten. „Ziede, diejen bak ker, da was ter gene van hier. We woaren mee ons zessen, Kimmel uit de Vergulde Weegschoal Uf- kes uit de Kathelijnestroat, de Ronde, den drogist, Nars Vos van den geweermoaker, diejen lange' van Uchelen, den sloager en ik. Nou en in de Bis- schopstroat doar kwam diejen dikkerd mee mijn gebakskes de schuur uit gedanst en, wel, ge wit mee carnaval, hé? Dan vroagde niks. Hij is eerder mee ons meegesjouwd." „Waren jullie met hem in de „Korenschoof"?" „Toen ie zijn gebaskes uitdeelde? Ge wiit zeker weten van den kantonrechter. O, wat spartelde die en nijdig man, nijdig! Wild was ie!" „Hoe weet u dat het werkelijk de kantonrechter was?" „Nou, die had toch zo'n bietje een mummelbekkie en een gouwen hoektand." „Maar hij was toch gemaskerd?" „Nou ja, zo'n klein fluwelen dingsigheedje. Geen echt mombakkes." „En toen jullie uit de „Korenschoof" kwamen?" „Toen hemme nog oangelegd bij de „Drie Boarskes en „Het Vergulde Hondje". En toen bij de hoek van de Veemart, ik mag hangen, als hjj toen niet opeens verdwenen was. Alsof ie in de grond was gezakt waarachtig! Moar ene van hier was ie niet doar kunde donder op zegge." Geruchten verspreiden zich snel in Sint Odiliën- rode en aldra komen anderen vertellen dat ze de dikke bakker hebben gezien, dat ze met hem in een of ander café hebben gezeten, op een of ander plein een polonaise hebben gedanst, hem hebben zien hos sen in een of andere straat. Maar alle verhalers zijn het over één ding eens: „Hij was ter gene van hier." En na zijn plotselinge verdwijning op de Veemarkt heeft geen menselijk oog hem meer aanschouwd. Ais een fatoom is deze toch zeer welgedane bakker ver dwenen, opgelost in nevel en rook. „Die verdwenen dikkerd is de moeite van een nader onderzoek waard. Dekker. Er is iets van een kerel dat niet echt is. Wie ter wereld komt nu er gens anders vandaan carnaval houden in Sint Odiliën- rode en dan nog in zijn eentje. Daar klopt iets niet. Ik gaf een lief ding ais ik wist wat Brigadier Dekker kijkt gewichtig en but martiaal op zijn potlood. „Mijn naam is Veldkamp, onderwijzer aan de school op de Dominicanessensingel." „Nog al een die komt verteilen dat de dikke bak ker er gene van hier was," denkt Perquin en doet alle moeite om belangstelling te leggen in de blik waar- mee hij deze nieuwe bezoeker aanziet. Deze schraapt gewichtig zijn keel, trekt zjjn vrij uitbundige das recht en zegt dan: „Ik hoorde vanmorgen dat politiebericht inspec teur „Perquin, mijnheer Veldkamp." „Inspecteur Perquin. Curieus, ik ken een Perquin in „O, dat is helemaal geen familie," zegt Perquin haastig. „Ik heb geen familie." „Curieus," herhaalt mijnheer Veldkamp. „Ja, kijkt u eens, inspecteur, toen ik dat bericht hoorde, viel me opeens een kleine scène in, waarvan ik die avond getuige was. Ja, maar omdat ik toch niet ze- ker wist of zij verband hield met die gruwelijke gebeurtenis.... Ontzettend, inspecteur, ontzettend, de mensheid zinkt steeds dieper. Ik denk wel eens „Waar speelde zich die scène, waarvan u getuige was, af?" „In de „Korenschoof," inspecteur. Maar ik moet u verzoeken, begrijpt u me goed. Als ik scè ne zeg, bedoel ik dat in, om zo te zeggen, tonelisti- sche zin. Als acteur, al is het dan ook door de bittere dwang van een hardvochtig noodlot amateur, ziet men nu eenmaal al het gebeuren om zich heen als scènes van een theaterstuk. JaIk ben echter, als ik het zo eens zeggen mag, niet alleen kunstenaar, maar ook paedagoog. Dit bewustzijn tempert mijn artistieke impulsiviteit. Ik heb me dus eerst ernstig afgevraagd of er enig causaal verband kon worden aangenomen tussen wat ik had gezien en uw oproep. Na zeer ernstig nadenken en zeer rijp beraad heb ik tot mij zelve moeten zeggen: „Ja 'inderdaad, de mogelijkheid van een zodanig causaal verband is niet uitgesloten, sterker, is zeer groot." Weer schraapt de heer Veldkamp zijn keel en trekt de recalcitrante das recht. ,,U was dus in de „Korenschoof" en. daar zag u...?" „Dat wilde ik u juist vertellen. Ik bevond mij dan ongeveer te twee uur in de nacht in de „Korenschoof" in gezelschap van een even schone als hoogstaande jongedame, wier naam ik om overwegingen van pure ridderlijkheid zou prefereren ongenoemd te la ten. U begrijpt mijn gevoelens?" „Volkomen. Gaat u door, mijnheer Graskamp." „Pardon, Veldkamp. Nu terwijl we daar zo zaten, hoorden we een zeer eigenaardig geluid. Of liever een geluid dat zeer eigenaardig was voor deze omge ving. Het was een luid snorken. Toen we in de rich ting van het geluid keken zagen we een in zwart fluweel geklede gestalte, die alleen aan een tafeltje zat, een eindje van ons verwijderd. Het hoofd was hem op de borst gezonken en hij lag meer dan hij zat in een van die, overigens zeer comfortabele fau teuiltjes van gevlochten riet, die ze daar hebben. Voor hem stond een koffie- of theekop. Toen we eenmaal de oorzaak van het geluid, dat onze aan dacht had getrokken, kenden, was onze belangstel ling natuurlijk verdwenen. We hebben dan ook niet meer op de slaper gelet tot onze aandacht opnieuw op hem werd gevestigd door een troepje luidruchti ge maskers, die om hem heen stonden en allerlei stuitende opmerkingen maakten over „lijkjes" en „begrafenistoezorgers" en „laatste eer bewijzen". Ze hadden een ladder bij zich (Wordt vervolgd). „In geen maanden heb ik het zo rustig gehad als nu," zegt mevrouw R. I. Streefkerk— Schuitema in het „match-office", zoals het clubhuis van het Wa- gener-stadion te Amstelveen thans, tijdens het wereldtoernooi voor dames-hockeyteams heet. Zoiets te horen van iemand op wie feitelijk de verantwoording rust voor de goede gang van zaken van een toernooi, waarin teams uit vijftien landen uit alle werelddelen gedurende on geveer veertien dagen intensief strijden om een, officieus, we reldkampioenschap en van een congres, waarop vertegenwoor digsters uit negentien landen, uiteraard ook uit alle wereld delenbeslissingen moeten ne men, die voor de toekomst van het dames-hockey bijzonder be langrijk kunnen zijn, klinkt vreemd. Toch kijkt men niet verbaasd op, als men mevrouw Streefkerk hoort vertellen, dat voor haar de grootste drukte voorbij is. Men ziet in die woor. dan de bevestiging van haar kwaliteiten als organisatrice. Alles heeft ze tevoren zo in tensief voorbereid en alle tij dens toernooi en congres te vervullen taken heeft ze met zoveel vaardigheid verdeeld, dat ze zelf, in volle tevredenheid, kan volstaan met het toezien op de gang van zaken. Hoe mevrouw Streefkerk in de hockeywereld verzeild ge raakt is? „Och", zegt ze, „toen ik twaalf jaar was kwam ik in Amersfoort op de HBS en dan icord je lid van een hockeyclub Dat hoorde er vroeger nu een- kwam^' Je^weet nïet^hn '£ter *al in het bestuur van de schoolclub gegeven "moment te ontdekken d°a?% d\mensen sch^n op een viiftieniariae Reinn een beeUe organiseren kunt." De TthhlTneh^TTT Schmtema moet het in die eerste jaren goed gedaan Am^sfoortse Slrfh' n"™, 1°®"' 2e na haar HBS-tijd lid werd van de trTl947 naar Werd ze prompt secretaresse. Toen ze Terdt de baUn^Z verhuisde en zich meldde bij de Kieviten, accep- meteL voor alTïeëreTmiSSte ör nialleen als Hd' maar droe0 "anr nlaats in de Knnfn trn iZeen toen *n 1953 de dames een volwaardige ze prompt beïtuTZÏÏdf Nederandse Hockeybond gingen innemen, werd secretaresse benTmIa iJ creta.resse voor het dameshockey. „Dat ik nu ciations is slecht, n„nrt ,'0naI Feder"tion of Women Hockey Asso- bunhtate qua merkt mevrouw Streefkerk bescheiden tiêe-h tornooi en het congres organiseert, moet automa- nctiet hnrL-e?TtePr?Slde.nte en een secretaresse zorgen." Haar carrière als i, dnt 's n}ej zo indrukwekkend geweest: „Mijn kleine triomf „„L Sekozert ben voor een selectiewedstrijd. Ik was zo slecht, d-at vechtster" hebt>en laten vallen; ik was geen ster, alleen maar een tnrhAhfJit £f„,dUnfS>.m?'nenteel volwaardigeleden van de hockeybond, TereldtolrnZf nnifeSmUr de KNHB' maar hebben de dames het wereldtoernooi voorbereid. „De lieren bondsbestuurders hebben ons laten aanscliarrelen. Zij hebben ons meer moreel gesteund en ook financieel. De mannen hebben immers meestal de zakelijke relaties; hoewel, daar is niet zoveel uitgekomen," vindt mevrouw Streefkerk. Hier is typisch een vrouw aan het woord, zou men willen opmerken. Het blijkt echter, dat ze de zaken bijzonder objectief bekijkt. Want, als het congres ter sprake komt, merkt ze op: „Daar wordt eindeloos gekletst. Wij vrouwen zijn nog erger dan de mannen." Over een week zullen zowel het wereldtoernooi als liet congres ten einde zijn. De voorbereidingen en organisatie van het komende evenement zal dan berusten bij een Amerikaanse. Voor mevrouw Streefkerk breekt dan weer de tijd aan, dat ze zich overdag volledig kan concentreren op haar omvangrijke taak als publiciteitschef bij een groot levensmiddelenconcem. In de vrije tijd kan ze naast hockey weer tennissen jarenlang speelde ze in de eerste klasse en. als het 's winters flink wil vriezen, lange tochten op de schaats maken. ..Dat laatste kan -ik zo goed, omdat ik toevallig in Groningen geboren ben."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 3