jaap Visser neemt afselieid
van de Gouwzee
AMERSFOORT
Het kaboutertje dat
altijd honger had
-
Het Marker leven richt zich
voortaan op de
diensttabellen der autobussen
Windtunnel
VEERBOOT VAART GESCHIEDENIS IN
mm
m m
VAN LANSCHOT BANKBOEKJES
Rabbeknots heeft
trek in eten
e
Wmmmwm
Kerkradenaren defi
leren voor De Gaulle
Het tabaksconflict te
remen
Senembah Mij. over
weegt nieuwe stappen
ZATERDAG 9 MEI 1959
Geen
hoersrisico.
Gemakkelijk
beschikbaar
geven
rente
Geen
kosten.
1737
Storten en opnemen kunt
U aan onze kas, maar ook
zeer eenvoudig via de giro.
Vraag - telefonisch, schrif
telijk of aan onze kas - de
folder „Eankboekjes"
BANKIERS
lb m
Liturgische weekkalender
Hl
•.L
INDEX
BENADERINGS
POLIS
„Aurora"
Herengracht 62, Amsterdam.
Dividendvoórstellen
Bijenkorf 12 pet. (onv.)
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:
De Kamperbinnenpoort te Amersfoort.
Advertentie
tlt
'S*Hertogcnbosch," Hoge Steenweg 27-31, Telefoon 8851*
Eindhoven, Keizersgracht 17, Telefoon 27442*
Tilburg, Stationstraat 17, (toekomstig adres).
Vrijdagmiddag heeft de band van de
reservepolitie uit Kerkrade langs gene
raal De Gaulle, de president van de
Franse republiek gedefileerd. Het Fran
se staatshoofd was de officiële gast op
de feestelijkheden, welke de stad Orlé-
ans viert. Glimlachend knikte de gene
raal naar de tambour-maitre Snester
uit Kerkrade, die zijn mannen front liet
maken om de president zijn hulde te be
tuigen. Minutenlang waren de televisie
camera's bij dit moment op de unifor
men van de Limburgse drummers ge
richt, zodat miljoenen Fransen dit
schouwspel konden gadeslaan.
ZONDAG 10 mei: Zondag na Hemelvaart;
eigen mis; 2 geb. H. Antoninus (Haarlem:
2 geb. Overbrenging van H. Bavo); 3 geb.
voor Missie; credo; pref. v. Hemelvaart;
wit.
MAANDAG: H.H. Philippus en Jacobus,
apostelen; eigen mis; 2 geb. voor missie
(Groningen: 2 geb. voor bisschop, verjaar
dag van wijding); 3 geb. voor missie);
credo; pref. v, d. Apostelen; rood.
DINSDAG: H.H. Nereus en gez., martela
ren; eigen mis; 2 geb. voor missie; pref.
v. Hemelvaart; rood. Utrecht en Groningen:
H. Aufridus, bisschop-belijder; mis Statuit;
2 geb. H.H. Nereus en gez.; 3 geb. voor
missie; pref. v. Hemelvaart; wit. Haarlem:
H. Gangulphus, martelaar; eigen mis; ver
der als Utrecht; rood. Den Bosch: H. Niro,
bisschop-belijder; mis Statuit; verder als
Utrecht; wit. Rotterdam: H.H. Niro en
Aufridus, bisschoppen-belijders; mis Sacerdo-
tes; verder als Utrecht; wit.
WOENSDAG: H. Robertus Bellarminus,
bisschop-belijder-kerkleeraar; eigen mis; 2
geb. voor missie; credo; pref. van Hemel
vaart; wit. Den Bosch, Breda en Rotter
dam: H. Servatius, bisschop-belijder; eigen
mis; 2 geb. H. Robertus; 3 geb. voor mis
sie; pref. v. Hemelvaart; wit.
DONDERDAG: Mis van Hemelvaart; 2
geb. H. Bonifatius; 3 geb. voor missie; pref.
v. Hemelvaart; wit. Haarlem: H. Egbertus,
belijder; mis Justus; 2 geb. H. Bonifatius;
3 geb. voor missie; pref. v. Hemelvaart;
wit. Rotterdam: H. Floribertus, bisschop
belijder; mis Statuit; 2 geb. H. Bonifatius;
3 geb. voor missie; pref. v. Hemelvaart;
wit.
VRIJDAG: H. Joannes Baptist de la Salie,
Belijder; eigen mis; 2 geb. voor missie;
pref. v. Hemelvaart; wit.
ZATERDAG: Vigilie van Pinksteren;
eigen mis; credo; eigen pref. en communi-
cantes; rood.
ZONDAG 17 mei: Hoogfeest van Pinkste
ren; eigen mis; credo; eigen pref. en com-
municantes; rood.
v V V
,%v.v -
3*
Amersfoort, de zevenhonderdjarige
stad, is de geboorteplaats van o.a. Jo-
han van Oldenbarneveldt en Jacob van
Campen, de laatste was de beroemde
bouwmeester van het Amsterdams stad
huis, nu het paleis. Van Campen is
begraven in de grote of de St. Joris-
kerk. De spotnaam van de inwoners is
keislepers of keitrekkers, omdat zij in
het jaar 1661, met veel moeite, een
grote keisteen van de hei haalden en
te Amersfoort op een plein op een voet
stuk plaatsten als gedenkteken van de
vrede in dat jaar met Portugal geslo
ten.
Door de vele stille getuigen van
het grjjze en eerbiedwaardige verleden,
die hier voor het nageslacht ongeschon
den bewaard zijn gebleven, ademt het
centrum der stad nog heden een be
koorlijke ouderwetse rust en schoon
heid. Het bijna nog ongerept aanwe-
a,:,,-
f" v s s I;. s V, s
•y *"v
De tijd, dat Sijtje Boes haar klokje
gelijk zette op aankomst ot ver
trek van de Marker veerboot,
loopt ten einde. Nog slechts enkele
Heken en dan zal de levensloop op net
bijna verdwenen eiland zich regelen
haar de diensttabellen van autobussen,
die via een brede snelweg tot diep in
het hart van Marken kunnen doordrin
ken. Chef-schipper Jaap Visser ver-
baast zich daar niet over. Hij en de ande-
ïe Markers hebben geleerd dat niets
•beer in staat is om de grote verande-
•"bigen op hun veilige eiland in de Zui
derzee te weerstaan. De „Koningin
finima" en de President Roosevelt
'jjn nieuwe slachtoffers van de evo'u-
Jie. Zij verdwijnen voorgoed uit het
beeld van de haven, waarin nog slechts
de „Marker 53", de hoogbejaarde bot
ter van de gebroeders Zeeman, als een
'«laatste der Mohikanen" herinnert aan
de dagen van vroeger.
De geschiedenis van het Marker veer
is lang, gaat meer dan een halve
eeuw terug, toen de afstand van vier
en een halve kilometer tussen het
eiland en de vaste wal zeilend werd
afgelegd. De mannen van Kes en De
Waard voeren met hun botters, zo vlug
en zo vaak als de wind het toeliet, op
en neer. Zij konden de toeloop gemak
kelijk erwerken. Alleen Markers en
slechts af en toe enige stemmig geklede
Amsterdammers maakten van de ge
legenheid gebruik om zich door de
grauwe, bonkige vissersschepen, met
hun roestrode zeilen, over te laten va
ren. De komst van het „Noordholland
se trammetje" bracht meer drukte. Al
gauw moesten de botters plaats maken
voor een veerboot, die de verbinding
sneller en veiliger verzorgde.
Meer dan acht en twintig jaar is Jaap
Visser in dienst van het veer, waar
van geruime tijd als chef-schipper. Hij
kent de grillen en de nukken van de
Gouwzee, hjj weet precies waar de
vele ondiepten het Monnickendammer-
gat zo gevaarlijk maken. Jaap Visser
stamt uit een oud vissersgeslacht, een
man met zout in zijn bloed wiens vaar-
tjjd alleen door de dienstplicht werd
onderbroken. Het spelen met de opge
tuigde klomp in het haventje van Mar
ken werd voor hem al werkelijkheid
op veertienjarige leeftijd. Als dek-
knechtje bij een beurtschipper maak
te hij zijn entree in de varende wereld.
Nu, als achtenveertigjarige is Jaap
Visser een hele persoonlijkheid. Hij
heeft de wereld door en Marken in
de diepe zak van zijn korte pijbroek.
De traditionele eilandplicht om het
Marker costuum in ere te houden, is
hem dierbaar. Daarom draagt Jaap
Visser het wonderlijke hemd, de hals
doek met de gouden knoopjes en onder
zijn ruige broek de zwarte sa jetten
kousen. De uniformpet statig boven
het door zon en wind verweerde ge
zicht met de scherpe neus, de borsteli
ge wenkbrauwen en de felle, dieplig
gende ogen, is het enige teken van zijn
waardigheid. „De voorschriften willen
dat ik tijdens mijn werk het uniform
draag, maar aangezien dat versleten
is en de paar weken dat ik hier nog
vaar niet de moeite lonen om een
nieuw te kopen, heb ik de zaak maar
op deze wijze opgelost. De toeristen
stellen het enorm op prijs. Als ze in
Monnickendam aan boord komen krij
gen ze al vast een voorproefje van
hetgeen hen op het eiland te wachten
staat", vertelt Jaap Viser in zijn
knusse woninkje aan de Noorderwerf-
straat. Op een bureautje ligt een sta
pel schriften. Het zijn de „logboeken"
van het veer. Iedere vaart, het aantal
passagiers, pech met de motor, vlie
gende storm, kortom alles wat maar
even waard is om te vermelden, wordt
er nauwkeurig in bijgehouden. „Ik heb
de zaak netjes overgenomen, ik zal zor
gen dat die tot het laatste toe netjes
blijft," zegt de man die in het Mar
ker buurtleven een bijzondere plaats in
neemt. Want naast chef-schipper ken
nen de bewoners van het „schier
eiland" Jaap Visser als de man die
precies honderdzes keer onder de lat
stond van het Marker elftal, als pen
ningmeester van de plaatselijke VW,
Gezicht op de prachtige toren.
zige systeem van dubbele stadsgrach
ten, daterend van 1250 en 1450, is' een
zeldzame bezienswaardigheid.
'Van de oude stadspoorten zijn er nog
een drietal aanwezig. De St. Joriskerk
en de ongeveer 95 meter hoge Lieve
Vrouwetoren zijn monumenten in steen.
Een wandeling door de buurt „Muur
huizen" en langs de singels brengt je
in de gedachten van de middeleeuwen.
Deze huizen werden oorspronkelijk ge
bouwd aan de binnenkant van de wallen
die de stad omsloten, vlak aan de wa
terkant van de grachten.
De, grote toename der bevolking, wel
ke sinds 1900 steeg van 19.000 tot on
geveer 70.000, maakte uitleg der stad
naar alle richtingen noodzakelijk.
„Oea" geeuwt Rabbeknots de reus.
,,'k Heb heerlijk ontbeten.
Het wordt weer tijd voor mijn diner.
Wat zal ik nu toch eten?"
Hij snuift eens met zijn grote neus.
't Is om te watertanden:
Hij ruikt de lekkerste diners
uit verre, vreemde landen.
In China eten ze pastei
van verse vogelnestjes.
En in Japan eet iedereen
de fijnste etensrestjes.
I11 Duitsland geurt het varkensvlees,
de vette karbonade.
En Frankrijk ruikt naar selderij,
naar knoflook en salade.
Maar ginds, uit Holland, komt de geur
van dikke pannekoeken.
„Dat lijkt me wat," zegt Rabbeknots.
Ik hoef niet lang te zoeke«-
Hij neemt een stap, en dan nog een.
Dan staat hij in Zaltbommel.
En iedereen roept wit van schrik:
„Wat is dat voor gerommel?"
„Ach," roept de reus, „dat doet mijn maag.
Die roept om pannekoekèn.
Och, bak er gauw een paar voor mij,
wat ik u mag verzoeken!"
En kijk, dat vinden ze nou leuk,
die mensen van Zaltbommel.
Ze rennen vlug hun ht-ize: in
en bakken als de drommel.
„Aha," lacht Burgemeester Blom.
„We zullen 't netjes maken."
Dan spreidt hij op het raadhuisplein
een sneeuwwit tafellaken.
„O, wat een deftigheid voor mij!"
zegt Rabbeknots verwonderd.
Dan hapt hij in een pannekoek.
Hij eet erzevenhonderd!
"Hf* was uitstekend," zegt de reus.
„nat heb ik fijn gegeten!"
Wanneer jij mij eens nodig hebt,
aan laat je het maar weten."
}I pakt. het laken van de grond:
•pet was een echt pleziertje!
Ik neem. die mooie zakdoek, mee,
als aardig soeveniertje."
VERA WITTE'
Er bestaat in de Engelse volksover
levering geen persoon waarover meer
verhalen de ronde doen dan over Ro
bin Hood, die bijna achthonderd jaar
geleden in de groene heuvels en dalen,
in de omgeving van de stad Notting
ham, zwierf.
Verhalen uit het leven van deze vo
gelvrijverklaarde zijn door de eeuwen
heen van vader op zoon overgedragen.
Algemeen neemt men aan dat hij boer
en landeigenaar was en in het jaar 1160
werd geboren. Hij stond toen 'bekend
als Robin of Robert van Locksley, daar
hij het grootste deel van zijn jeugd
doorbracht op het landgoed van een
oom.
Er is weinig bekend over de jonge
jaren van Robin, behalve dat hij toen
reeds zeer bedreven was in het hante
ren van de pijl enboog en van het
zwaard. Volgens de legenden heeft er
nooit een boogschutter geleefd, die de
pijl met zo'n snelheid en bedrevenheid
kon afschieten als hij.
Naar de verhalen te oordelen schijnt
Robin de eerste dertig jaar zeer ge
lukkig te zijn geweest als boer; hij
jaagde veel en was-zeer koningsgezind.
In 1187, toen Robin 27 jaar was, werd
Richard I hij wordt ook wel Richard
Leeuwenhart genoemd —koning. Hij
begon onmiddellijk plannen te maken
voor zijn derde bedetocht -naar het
Heilige Land. Hifi vexliat Engeland -drie.
jaar later, roet zijft trouwste ridders
en hij liet zijn jongere broer, -Prins
John, op de troon van Engeland ach
ter.
Nu er zoveel trouwe en koningsge
zinde mannen het land uit waren, za
gen John en zijn aanhang van land-
rovende Normandische ridders hun
weg schoon om hun" heerschappij over
de Angelsaksische gemeenschap te
gaan uitoefenen.
Een betrekkelijk rijk landeigenaar,
Robin of Locksley, was een trouwe
aanhanger van Richard Leeuwenhart
en hij was sterk tegen prins John. Té
gen zo'n man zag de boerenbevolking
met eerbied op. Robin hield zijn ge
voelens niet verborgen. De sheriff van
Nottingham voorzag het gevaar dat
daar in schuilde en het gevolg was dat
toen Robin op een dag, na een bezoek
gebracht te hebben aan het landgoed
van zijn oom in Locksley, vernam dat
hjj er van was beschuldigd één van
de herten van de koning te hebben ge
dood en dat hij in het openbaar op de
markt van Pontefract vogelvrij was
verklaard.
(Wordt vervolgd)
Er was eens een kaboutertje, dat
altijd honger had. Tien keer op
een dag kon hij naar de bak
ker gaan om een kabouterbroodje.
Maar die broodjes waren zó klein,
Kimmetje, zo heette de kabouter, kon
er wel honderd van op.
Haha. lachte de'kabouterbakker tel
kens als hij Kimmetje zag. Heb je al
weer honger?
Nóu ja, zei Kimmetje, ik kan het
ook niet helpen man. Je hoeft me niet
zo uit te lachen. Ik trek me er toch
niets van aan hoor!
Maar dat zei Kimmetje zomaar,
want natuurlijk trok hij het zich wél
aan. Hij wilde niet uitgelachen worden.
En daarom ging hij weg. Hij ging naar
de mensen. Daar hebben ze tenminste
grotere broodjes, zei Kimmetje bij zich
zelf. Daar zal ik nooit meer honger
hoeven te hebben. En niemand zal me
uitlachen.
Eindelijk kwam Kimmetje in men-
senland. Hij bofte, want de eerste die
hij tegenkwam was bakker Bladerdeeg
met zijn wagentje. Kimmetje was zó
klein, dat de bakker hem niet zag.
Zelfs niet toen hij langs het wiel om
hoog klauterde en tussen een kier van
de klep in het wagentje dook.
Ziezo, zei Kimmetje, hier is genoeg
voor me te eten. Jeetje wat een bro
den! Bruin brood, wit brood, brood
met krentjes, verse kadetjes, er is ge
noeg. Eerst wreef Kimmetje zich een
poosje in zijn handjes en toen zei hij:
aan welk broodje zal ik nu beginnen?
Dat was heel moeilijk. Kimmetje dacht
er vijf minuten over na. Toen zei hij
tegen zichzelf: ik zal slim zijn. Ik
neem uit al die broodjes een klein hap
je. En uit de krentenbollen peuter ik
gewoon wat krentjes. Zo krijg ik mijn
buikje vol en bakker Bladerdeeg merkt
er niets van.
Wat smulde Kimmetje die eerste
dag! Als de bakker bij zijn klanten
was, kroop hij helemaal naar onder,
totdat hij op de bodem van het wa
gentje lag. Kimmetje hield zich heel
stil, tot het wagentje weer verder reed.
Pas toen het avond werd, glipte Kim
metje het wagentje uit. En voor het
éérst van zijn leven had Kimmetje
geen honger. Ziezo, zei hij, dat doe ik
morgen weer. En jawel hoor, de vol
gende morgen wist Kimmetje weer on
gezien in de bakkerswagen te glippen.
Hij hapte weer een stukje uit alle
bruine broden en uit alle witte broden.
Hfj at een brokje van alle verse ka
detjes en peuterde drie krentjes uit het
krentenbrood. Wat ben ik toch slim,
zei Kimmetje onder het eten. Wat ben
ik toch ontzettend slim!
Maar dp klanten van bakker Blader
deeg' keken een beetje zuinig. Ze zei
den: bakker, wie heeft er van je brood
gegeten? Wij lusten geen brood waar
een stukje uit gebeten is en geen kren
tenbrood waar krentjes uit gepeuterd
zijn. Eet dat zelf maar op.
Daar schrok de bakker geweldig
van. Hij keek naar het brood en wa
rempel, nu zag hij het zelf ook. Muize-
hapjes, zei bakker Bladerdeeg. Vast
en zeker een muis. Ik zal vannacht
een müizèval in mijn wagentje zetten.
Maar je begrijpt al, dat die muize-
val niets hielp. Kimmetje was wel wij
zer om in de muizeval te lopen. En
steeds meer mensen zeiden tegen bak
ker Bladerdeeg: eet jouw brood maar
zelf op. We lusten geen brood met
stukjes eruit.
Nu kon die arme bakker Bladerdeeg
werkelijk al dat brood niet alleen op
krijgen en bovendien moest hjj door
zjjn brood te verkopen de kost verdie
nen. Het zag er dus voor bakker Bla
derdeeg maar zielig uit.
Wat kan het toch zijn? zei hij dik
wijls, als hij met zijn wagentje door
•de straten liep. 's Morgens is mijn wa
gentje leeg, ik leg er mijn mooie, ga
ve broden in en ze komen er uit met
allemaal kleine stukjes eraf. Er moet
dus iemand in mijn wagentje komen,
terwjjl ik aan het rijden ben.
Op een dag kon bakker Bladerdeeg
het niet meer uithouden. Steeds min
der mensen kochten zijn brood en
steeds minder centjes verdiende hij.
Daarom keerde hjj zomaar midden op
het pleintje zjjn wagentje onderstebo
ven en schudde alle broden en brood
jes eruit. Daar tuimelde alles over de
keien. Maar het bakkertje lette goed
op. En jawel hoor, daar zag hij het
rode broekje van Kimmetje tussen een
paar kadetjes uitsteken.
Hier heb ik jou, schreeuwde de bak
ker. Jij lelijke kleine dief! Ik zal
jouKimmetje begon te huilen: och
bakker, ik heb altijd toch zo'n honger.
En ik dacht, dat u het niet merken
zou, als ik overal een klein stukje van
zou bijten.
Ik het niet merken zou? riep de
bakker. Maar ai mijn klantjes hebben
het gemerkt. Bijna niemand wil mijn
brood nog kopen. Ik kan mijn bakkers
winkel wel opdoeken en mijn wagentje
erbij. En dat is jouw schuld.
O, wat schaamde Kimmetje zich. Ik
had het niet zo kwaad bedoeld, huilde
hij. Ik had alleen maar honger.
Had me dan om een broodje ge
vraagd, bromde de bakker. Nou zitten
we er allebei mee te kijken. Ik zonder
klanten en jij zonder brood.
Maar u moet uw klanten terug krij
gen, zei Kimmetje. En daar zal ik
voor zorgen. Luister bakker Blader
deeg, eens in de drie maanden mogen
wij, kabouters, toveren. Morgen tover
ik jouw wagentje vol met taart, in-
plaats van brood. En dan moet u tegen
alle mensen zeggen: wie er weer klant
bij me wordt, krijgt vandaag taart en
hij hoeft maar voor brood te betalen.
Nou, dat wilde bakker Bladerdeeg
wel proberen. En de volgende dag zet
te hij op zijn wagentje een groot bord,
waarop te lezen stond: WIE BROOD
KOOPT, KRIJGT TAART. Dat wilden
alle mensen natuurlijk graag nog eens
proberen. En ze smulden allemaal van
de heerlijke taart, die het kaboutertje
in plaats van het brood getoverd had.
Nu willen we je brood morgen ook nog
wel eens proberen, zeiden de mensen,
omdat de taart zo lekker was. Maar
denk eraan: geen stukjes eraf en geen
krëntjes eruit. Nee, zei de bakker,
daar kunnen jullie van opaan. En dat
kon hfj gerust zeggen, want Kimmetje
hoefde niets meer weg te halen. Hij
kreeg voortaan iedere morgen een
groot mensenbrood, dat precies vijftig
keer zo groot ws als een kabouter-
broodje. Hij bleef wonen in het huis
van bakker Bladerdeeg. En hij ge
droeg zich als een keurig kaboutertje.
En kregen de klanten van de bakker
nog wel eens taart in plaats van brood?
zul je misschien vragen.
Maar dat kan ik je nu nog niet ver
tellen.
Daarvoor zul je moeten wachten tot
de drie maanden om zijn en dat duurt
nog precies twaalf dagen.
LEA SMULDERS.
In de luchtvaart van heden en meer
in het bijzonder in het stadium van de
technische en wetenschappelijke voor
bereiding is de windtunnel geen onbe
kend verschijnsel meer. De nieuwste
motoren worden met behulp van zo'n
tunnel terdege op de grond beproefd
onder omstandigheden, gelijkwaardig
aan die waarmee de toestellen straks
in hoger sferen te maken zullen krij
gen. Een nieuwigheid is echter, dat de
Amerikaanse staat Maryland ongeveer
een jaar geleden een windtunnel heeft
ingevoerd als middel om nieuwe en ver
beterde uitrustingsstukken van vliegers
te beproeven. Proefnemingen, die
uiteraard met gebruikmaking van le
vensgrote dummy's vroeger uitslui
tend met pijlsnelle raketsleden over een
uitgezette baan werden verricht. Pijl
snel in dit geval te verstaan als de snel
heid van een straalbommenwerper of
-jager.
De proefnemingen hebben duidelijk
aangetoond, dat het in de windtunnel
veel gemakkelijker is, de veranderin
gen in het gedrag van uitrustingsstuk
ken bijvoorbeeld in het géval, dat
de vlieger zijn toestel plotseling met
de schietstoel moet verlaten te ob
serveren. De helm en het zuurstofmas
ker, de vliegpakken en het schoeisel,
de parachute en de andere reddings
middelen, van de vliegers moeten in
deze verlichte tijdén aan steeds hoge
re eisen voldoen. De windtunnel blijft
in het nooit verflauwende streven naar
grotere vliegveiligheid het antwoord
niet schuldig.
als de grote troef van de toneelclub
t Voetlicht, als expert op het gebied
van Frans, Duits en Engels en als een
vooraanstaande figuur in de Neder
landse esperantisten-vereniging.
Deze Jaap Visser moet het wereldje,
waarin hij geboren en getogen is, waar
hij iedereen en iedereen hèm kent,
verlaten. De mens wil sneller. Zijn „ko
ningin en zijn „president" zijn te lang
zaam. Autobussen rijden via de nieu
we verbindingsdam in een paar ogen
blikken de afstand, waarvoor deze sche
pen vijfentwintig minuten nodig heb
ben. Bovendien vervallen dan de proble
men van ijs en invriezen, van de noord
wester, die al bij windkracht zeven een
verblijf op de.Gouwzee hoogst onaan
genaam maakt, van de zuidwester die
bet water tussen Monnickendam en
Marken wegblaast, zodat de schepen
niet kunnen varen.
Nog eenmaal hebben wjj de sensatie
van een zomerse overtocht beleefd. Bij
het Marker veerhuis aan de Monnieken-
damse haven, half verscholen in de
dichte dampen van het palingroken, von
den we de „Koningin Emma", gereed
voor de zoveelste passage in de
reeks van duizenden. Achter de
postbode en een paar nerveuze Engelse
dames zijn we aan boord gestapt en
gaan zitten in het gezellige deksalonne
tje. Jaap Visser veegt in zijn stuur
hut de ruiten schoon en steekt een pijp
op. Wat zal de toekomst hem brengen?
Dat hij Marken moet verlaten staat
als een paal boven water. Zeker, hij
kan er wel blijven, maar dan als
schipper van een baggerschuit bij de
Zuiderzeewerken en daar bedankt hij
feestelijk voor. Op Marken wonen ver
schillende van die schippers. Momen
teel zijn ze allen thuis. -Er is voor hen
geen werkMisschien wordt hét
Haarlem, peinst de rijzige Marker hard
op, terwijl hij staart naar zijn, eiland,
dat hij als een slank silhouet voor de
boeg heeft.
De oude Marker cultuur moet steeds
meer prijsgeven. Nog draagt negentig
procent van de vrouwen het traditio
nele costuum, nog kunnen de meeste
mannen zich in hun bonte dracht kle
den en ook dit jaar zullen de Markers
op Pinksteren weer „baslopeu", zich
voor deze speciale gelegenheid op zijn
allermooist kleden, zoals het gebruik
dat wil. Maar aan de haven klinken
wilde schlagers en rock-and-roll uit een
jukebox en er zijn plannen voor ho
tels, parkeerterreinen en benzinepomp-
stations. Voorlopig za] de stroom toe
risten wel aanhouden. Want Marken is
nog steeds een attractie van allure. De
naam van het eiland staat met vette
letters in Baedekers reisgids en daar
om zal mr. John Johnson uit Kansas
City er nog diverse filmrolletjes ver-
bruikën, Heinz Kruger uit Wuppertal
voor enkele ogenblikken het: „bei uns"
vergeten en madame Lebrun uit Fon-
tainebleau nieuwsgierig ronddwalen in
de volgestouwde souvenierswiiikels.
Jaap Visser glimlacht triest. De boten
gaan voorgoed weg: op de Rijn bij Arn
hem verwachten zij een andere lieer
en hij.
De kleine bazige „Koningin Emma"
duwt haar voorsteven tussen de. haven-
schoeiingen. van Marken. Een stel .sier
lijke kopmeeuwen hangt krijsend bo
ven haar schrocfwater.
HAYE THOMAS
Advertentie
Inlichtingen omtrent deze
nieuwe vorm van tevensverze
kering, gebaseerd op kosten
van levensonderhoud, wor
den verstrekt door de erkende
assurantie tussenpersonen en
de
N.V. Levensverzekering-Mij
De N.V. Magazijn „De Bijenkorf" stelt
voor over het jaar 1958 op de gewone
aandelen een onveranderd dividend van
12 pet. uit te keren.
KOPENHAGEN. Het Deense ministe
rie van Openbare Werken heeft, met het
oog óp mogelijk te grote tewerkstelling
in de komende zomer welke tot verho
ging van lonen en bouwkosten zou lei
den, voor de periode van half mei tot
half september het werk aan alle open
bare objecten, met inbegrip van wegen
en huizen, stopgezet. De achtergrond
van deze beslissing wordt gevormd door
Uitgebreide bouwbedrijvigheid in de
particuliere sector die niet door de staat
wordt gesubsidieerd". De oouwkosten
vertonen reeds, in vergelijking met vo
rig jaar, een neiging tot" toeneming met
vijf' a tien procent.
De oudste wijnstok in Hongarije, die
in Pees staat, bloeit nu voor de 300ste
maal. De wijnstok zou in de 17de eeuw
door een Italiaanse monnik zjjn geplant.
Hij is sedertdien tot een forse boom uit-
gegroeid. CAFP)/
De Senembah Maatschappij beraadt
zich thans over de stappen die gedaan
moeten worden i.v.m. het tabakscon
flict te Bremen. Zoals bekend heeft het
Landgericht in Bremen een verzoek van
de Senembah en de Ver. Deli om con
servatoir beslag te leggen op 1.559 ba
len tabak, die uit Indonesië naar Bre
men verscheept zijn, afgewezen. In de
tweede algemene vergadering van aan
deelhouders, waarin deze kwestie ter
sprake kwam, werd het voorstel der
directie tot wijziging der statuten, waar
door een tweede terugbetaling van
450 per aandeel mogelijk is en waar
voor in de eerste vergadering het ver
eiste quorum ontbrak, met algemene
■temmen aangenomen.