jaap Visser neemt afselieid van de Gouwzee AMERSFOORT Het kaboutertje dat altijd honger had - Het Marker leven richt zich voortaan op de diensttabellen der autobussen Windtunnel VEERBOOT VAART GESCHIEDENIS IN mm m m VAN LANSCHOT BANKBOEKJES Rabbeknots heeft trek in eten e Wmmmwm Kerkradenaren defi leren voor De Gaulle Het tabaksconflict te remen Senembah Mij. over weegt nieuwe stappen ZATERDAG 9 MEI 1959 Geen hoersrisico. Gemakkelijk beschikbaar geven rente Geen kosten. 1737 Storten en opnemen kunt U aan onze kas, maar ook zeer eenvoudig via de giro. Vraag - telefonisch, schrif telijk of aan onze kas - de folder „Eankboekjes" BANKIERS lb m Liturgische weekkalender Hl •.L INDEX BENADERINGS POLIS „Aurora" Herengracht 62, Amsterdam. Dividendvoórstellen Bijenkorf 12 pet. (onv.) iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii: De Kamperbinnenpoort te Amersfoort. Advertentie tlt 'S*Hertogcnbosch," Hoge Steenweg 27-31, Telefoon 8851* Eindhoven, Keizersgracht 17, Telefoon 27442* Tilburg, Stationstraat 17, (toekomstig adres). Vrijdagmiddag heeft de band van de reservepolitie uit Kerkrade langs gene raal De Gaulle, de president van de Franse republiek gedefileerd. Het Fran se staatshoofd was de officiële gast op de feestelijkheden, welke de stad Orlé- ans viert. Glimlachend knikte de gene raal naar de tambour-maitre Snester uit Kerkrade, die zijn mannen front liet maken om de president zijn hulde te be tuigen. Minutenlang waren de televisie camera's bij dit moment op de unifor men van de Limburgse drummers ge richt, zodat miljoenen Fransen dit schouwspel konden gadeslaan. ZONDAG 10 mei: Zondag na Hemelvaart; eigen mis; 2 geb. H. Antoninus (Haarlem: 2 geb. Overbrenging van H. Bavo); 3 geb. voor Missie; credo; pref. v. Hemelvaart; wit. MAANDAG: H.H. Philippus en Jacobus, apostelen; eigen mis; 2 geb. voor missie (Groningen: 2 geb. voor bisschop, verjaar dag van wijding); 3 geb. voor missie); credo; pref. v, d. Apostelen; rood. DINSDAG: H.H. Nereus en gez., martela ren; eigen mis; 2 geb. voor missie; pref. v. Hemelvaart; rood. Utrecht en Groningen: H. Aufridus, bisschop-belijder; mis Statuit; 2 geb. H.H. Nereus en gez.; 3 geb. voor missie; pref. v. Hemelvaart; wit. Haarlem: H. Gangulphus, martelaar; eigen mis; ver der als Utrecht; rood. Den Bosch: H. Niro, bisschop-belijder; mis Statuit; verder als Utrecht; wit. Rotterdam: H.H. Niro en Aufridus, bisschoppen-belijders; mis Sacerdo- tes; verder als Utrecht; wit. WOENSDAG: H. Robertus Bellarminus, bisschop-belijder-kerkleeraar; eigen mis; 2 geb. voor missie; credo; pref. van Hemel vaart; wit. Den Bosch, Breda en Rotter dam: H. Servatius, bisschop-belijder; eigen mis; 2 geb. H. Robertus; 3 geb. voor mis sie; pref. v. Hemelvaart; wit. DONDERDAG: Mis van Hemelvaart; 2 geb. H. Bonifatius; 3 geb. voor missie; pref. v. Hemelvaart; wit. Haarlem: H. Egbertus, belijder; mis Justus; 2 geb. H. Bonifatius; 3 geb. voor missie; pref. v. Hemelvaart; wit. Rotterdam: H. Floribertus, bisschop belijder; mis Statuit; 2 geb. H. Bonifatius; 3 geb. voor missie; pref. v. Hemelvaart; wit. VRIJDAG: H. Joannes Baptist de la Salie, Belijder; eigen mis; 2 geb. voor missie; pref. v. Hemelvaart; wit. ZATERDAG: Vigilie van Pinksteren; eigen mis; credo; eigen pref. en communi- cantes; rood. ZONDAG 17 mei: Hoogfeest van Pinkste ren; eigen mis; credo; eigen pref. en com- municantes; rood. v V V ,%v.v - 3* Amersfoort, de zevenhonderdjarige stad, is de geboorteplaats van o.a. Jo- han van Oldenbarneveldt en Jacob van Campen, de laatste was de beroemde bouwmeester van het Amsterdams stad huis, nu het paleis. Van Campen is begraven in de grote of de St. Joris- kerk. De spotnaam van de inwoners is keislepers of keitrekkers, omdat zij in het jaar 1661, met veel moeite, een grote keisteen van de hei haalden en te Amersfoort op een plein op een voet stuk plaatsten als gedenkteken van de vrede in dat jaar met Portugal geslo ten. Door de vele stille getuigen van het grjjze en eerbiedwaardige verleden, die hier voor het nageslacht ongeschon den bewaard zijn gebleven, ademt het centrum der stad nog heden een be koorlijke ouderwetse rust en schoon heid. Het bijna nog ongerept aanwe- a,:,,- f" v s s I;. s V, s •y *"v De tijd, dat Sijtje Boes haar klokje gelijk zette op aankomst ot ver trek van de Marker veerboot, loopt ten einde. Nog slechts enkele Heken en dan zal de levensloop op net bijna verdwenen eiland zich regelen haar de diensttabellen van autobussen, die via een brede snelweg tot diep in het hart van Marken kunnen doordrin ken. Chef-schipper Jaap Visser ver- baast zich daar niet over. Hij en de ande- ïe Markers hebben geleerd dat niets •beer in staat is om de grote verande- •"bigen op hun veilige eiland in de Zui derzee te weerstaan. De „Koningin finima" en de President Roosevelt 'jjn nieuwe slachtoffers van de evo'u- Jie. Zij verdwijnen voorgoed uit het beeld van de haven, waarin nog slechts de „Marker 53", de hoogbejaarde bot ter van de gebroeders Zeeman, als een '«laatste der Mohikanen" herinnert aan de dagen van vroeger. De geschiedenis van het Marker veer is lang, gaat meer dan een halve eeuw terug, toen de afstand van vier en een halve kilometer tussen het eiland en de vaste wal zeilend werd afgelegd. De mannen van Kes en De Waard voeren met hun botters, zo vlug en zo vaak als de wind het toeliet, op en neer. Zij konden de toeloop gemak kelijk erwerken. Alleen Markers en slechts af en toe enige stemmig geklede Amsterdammers maakten van de ge legenheid gebruik om zich door de grauwe, bonkige vissersschepen, met hun roestrode zeilen, over te laten va ren. De komst van het „Noordholland se trammetje" bracht meer drukte. Al gauw moesten de botters plaats maken voor een veerboot, die de verbinding sneller en veiliger verzorgde. Meer dan acht en twintig jaar is Jaap Visser in dienst van het veer, waar van geruime tijd als chef-schipper. Hij kent de grillen en de nukken van de Gouwzee, hjj weet precies waar de vele ondiepten het Monnickendammer- gat zo gevaarlijk maken. Jaap Visser stamt uit een oud vissersgeslacht, een man met zout in zijn bloed wiens vaar- tjjd alleen door de dienstplicht werd onderbroken. Het spelen met de opge tuigde klomp in het haventje van Mar ken werd voor hem al werkelijkheid op veertienjarige leeftijd. Als dek- knechtje bij een beurtschipper maak te hij zijn entree in de varende wereld. Nu, als achtenveertigjarige is Jaap Visser een hele persoonlijkheid. Hij heeft de wereld door en Marken in de diepe zak van zijn korte pijbroek. De traditionele eilandplicht om het Marker costuum in ere te houden, is hem dierbaar. Daarom draagt Jaap Visser het wonderlijke hemd, de hals doek met de gouden knoopjes en onder zijn ruige broek de zwarte sa jetten kousen. De uniformpet statig boven het door zon en wind verweerde ge zicht met de scherpe neus, de borsteli ge wenkbrauwen en de felle, dieplig gende ogen, is het enige teken van zijn waardigheid. „De voorschriften willen dat ik tijdens mijn werk het uniform draag, maar aangezien dat versleten is en de paar weken dat ik hier nog vaar niet de moeite lonen om een nieuw te kopen, heb ik de zaak maar op deze wijze opgelost. De toeristen stellen het enorm op prijs. Als ze in Monnickendam aan boord komen krij gen ze al vast een voorproefje van hetgeen hen op het eiland te wachten staat", vertelt Jaap Viser in zijn knusse woninkje aan de Noorderwerf- straat. Op een bureautje ligt een sta pel schriften. Het zijn de „logboeken" van het veer. Iedere vaart, het aantal passagiers, pech met de motor, vlie gende storm, kortom alles wat maar even waard is om te vermelden, wordt er nauwkeurig in bijgehouden. „Ik heb de zaak netjes overgenomen, ik zal zor gen dat die tot het laatste toe netjes blijft," zegt de man die in het Mar ker buurtleven een bijzondere plaats in neemt. Want naast chef-schipper ken nen de bewoners van het „schier eiland" Jaap Visser als de man die precies honderdzes keer onder de lat stond van het Marker elftal, als pen ningmeester van de plaatselijke VW, Gezicht op de prachtige toren. zige systeem van dubbele stadsgrach ten, daterend van 1250 en 1450, is' een zeldzame bezienswaardigheid. 'Van de oude stadspoorten zijn er nog een drietal aanwezig. De St. Joriskerk en de ongeveer 95 meter hoge Lieve Vrouwetoren zijn monumenten in steen. Een wandeling door de buurt „Muur huizen" en langs de singels brengt je in de gedachten van de middeleeuwen. Deze huizen werden oorspronkelijk ge bouwd aan de binnenkant van de wallen die de stad omsloten, vlak aan de wa terkant van de grachten. De, grote toename der bevolking, wel ke sinds 1900 steeg van 19.000 tot on geveer 70.000, maakte uitleg der stad naar alle richtingen noodzakelijk. „Oea" geeuwt Rabbeknots de reus. ,,'k Heb heerlijk ontbeten. Het wordt weer tijd voor mijn diner. Wat zal ik nu toch eten?" Hij snuift eens met zijn grote neus. 't Is om te watertanden: Hij ruikt de lekkerste diners uit verre, vreemde landen. In China eten ze pastei van verse vogelnestjes. En in Japan eet iedereen de fijnste etensrestjes. I11 Duitsland geurt het varkensvlees, de vette karbonade. En Frankrijk ruikt naar selderij, naar knoflook en salade. Maar ginds, uit Holland, komt de geur van dikke pannekoeken. „Dat lijkt me wat," zegt Rabbeknots. Ik hoef niet lang te zoeke«- Hij neemt een stap, en dan nog een. Dan staat hij in Zaltbommel. En iedereen roept wit van schrik: „Wat is dat voor gerommel?" „Ach," roept de reus, „dat doet mijn maag. Die roept om pannekoekèn. Och, bak er gauw een paar voor mij, wat ik u mag verzoeken!" En kijk, dat vinden ze nou leuk, die mensen van Zaltbommel. Ze rennen vlug hun ht-ize: in en bakken als de drommel. „Aha," lacht Burgemeester Blom. „We zullen 't netjes maken." Dan spreidt hij op het raadhuisplein een sneeuwwit tafellaken. „O, wat een deftigheid voor mij!" zegt Rabbeknots verwonderd. Dan hapt hij in een pannekoek. Hij eet erzevenhonderd! "Hf* was uitstekend," zegt de reus. „nat heb ik fijn gegeten!" Wanneer jij mij eens nodig hebt, aan laat je het maar weten." }I pakt. het laken van de grond: •pet was een echt pleziertje! Ik neem. die mooie zakdoek, mee, als aardig soeveniertje." VERA WITTE' Er bestaat in de Engelse volksover levering geen persoon waarover meer verhalen de ronde doen dan over Ro bin Hood, die bijna achthonderd jaar geleden in de groene heuvels en dalen, in de omgeving van de stad Notting ham, zwierf. Verhalen uit het leven van deze vo gelvrijverklaarde zijn door de eeuwen heen van vader op zoon overgedragen. Algemeen neemt men aan dat hij boer en landeigenaar was en in het jaar 1160 werd geboren. Hij stond toen 'bekend als Robin of Robert van Locksley, daar hij het grootste deel van zijn jeugd doorbracht op het landgoed van een oom. Er is weinig bekend over de jonge jaren van Robin, behalve dat hij toen reeds zeer bedreven was in het hante ren van de pijl enboog en van het zwaard. Volgens de legenden heeft er nooit een boogschutter geleefd, die de pijl met zo'n snelheid en bedrevenheid kon afschieten als hij. Naar de verhalen te oordelen schijnt Robin de eerste dertig jaar zeer ge lukkig te zijn geweest als boer; hij jaagde veel en was-zeer koningsgezind. In 1187, toen Robin 27 jaar was, werd Richard I hij wordt ook wel Richard Leeuwenhart genoemd —koning. Hij begon onmiddellijk plannen te maken voor zijn derde bedetocht -naar het Heilige Land. Hifi vexliat Engeland -drie. jaar later, roet zijft trouwste ridders en hij liet zijn jongere broer, -Prins John, op de troon van Engeland ach ter. Nu er zoveel trouwe en koningsge zinde mannen het land uit waren, za gen John en zijn aanhang van land- rovende Normandische ridders hun weg schoon om hun" heerschappij over de Angelsaksische gemeenschap te gaan uitoefenen. Een betrekkelijk rijk landeigenaar, Robin of Locksley, was een trouwe aanhanger van Richard Leeuwenhart en hij was sterk tegen prins John. Té gen zo'n man zag de boerenbevolking met eerbied op. Robin hield zijn ge voelens niet verborgen. De sheriff van Nottingham voorzag het gevaar dat daar in schuilde en het gevolg was dat toen Robin op een dag, na een bezoek gebracht te hebben aan het landgoed van zijn oom in Locksley, vernam dat hjj er van was beschuldigd één van de herten van de koning te hebben ge dood en dat hij in het openbaar op de markt van Pontefract vogelvrij was verklaard. (Wordt vervolgd) Er was eens een kaboutertje, dat altijd honger had. Tien keer op een dag kon hij naar de bak ker gaan om een kabouterbroodje. Maar die broodjes waren zó klein, Kimmetje, zo heette de kabouter, kon er wel honderd van op. Haha. lachte de'kabouterbakker tel kens als hij Kimmetje zag. Heb je al weer honger? Nóu ja, zei Kimmetje, ik kan het ook niet helpen man. Je hoeft me niet zo uit te lachen. Ik trek me er toch niets van aan hoor! Maar dat zei Kimmetje zomaar, want natuurlijk trok hij het zich wél aan. Hij wilde niet uitgelachen worden. En daarom ging hij weg. Hij ging naar de mensen. Daar hebben ze tenminste grotere broodjes, zei Kimmetje bij zich zelf. Daar zal ik nooit meer honger hoeven te hebben. En niemand zal me uitlachen. Eindelijk kwam Kimmetje in men- senland. Hij bofte, want de eerste die hij tegenkwam was bakker Bladerdeeg met zijn wagentje. Kimmetje was zó klein, dat de bakker hem niet zag. Zelfs niet toen hij langs het wiel om hoog klauterde en tussen een kier van de klep in het wagentje dook. Ziezo, zei Kimmetje, hier is genoeg voor me te eten. Jeetje wat een bro den! Bruin brood, wit brood, brood met krentjes, verse kadetjes, er is ge noeg. Eerst wreef Kimmetje zich een poosje in zijn handjes en toen zei hij: aan welk broodje zal ik nu beginnen? Dat was heel moeilijk. Kimmetje dacht er vijf minuten over na. Toen zei hij tegen zichzelf: ik zal slim zijn. Ik neem uit al die broodjes een klein hap je. En uit de krentenbollen peuter ik gewoon wat krentjes. Zo krijg ik mijn buikje vol en bakker Bladerdeeg merkt er niets van. Wat smulde Kimmetje die eerste dag! Als de bakker bij zijn klanten was, kroop hij helemaal naar onder, totdat hij op de bodem van het wa gentje lag. Kimmetje hield zich heel stil, tot het wagentje weer verder reed. Pas toen het avond werd, glipte Kim metje het wagentje uit. En voor het éérst van zijn leven had Kimmetje geen honger. Ziezo, zei hij, dat doe ik morgen weer. En jawel hoor, de vol gende morgen wist Kimmetje weer on gezien in de bakkerswagen te glippen. Hij hapte weer een stukje uit alle bruine broden en uit alle witte broden. Hfj at een brokje van alle verse ka detjes en peuterde drie krentjes uit het krentenbrood. Wat ben ik toch slim, zei Kimmetje onder het eten. Wat ben ik toch ontzettend slim! Maar dp klanten van bakker Blader deeg' keken een beetje zuinig. Ze zei den: bakker, wie heeft er van je brood gegeten? Wij lusten geen brood waar een stukje uit gebeten is en geen kren tenbrood waar krentjes uit gepeuterd zijn. Eet dat zelf maar op. Daar schrok de bakker geweldig van. Hij keek naar het brood en wa rempel, nu zag hij het zelf ook. Muize- hapjes, zei bakker Bladerdeeg. Vast en zeker een muis. Ik zal vannacht een müizèval in mijn wagentje zetten. Maar je begrijpt al, dat die muize- val niets hielp. Kimmetje was wel wij zer om in de muizeval te lopen. En steeds meer mensen zeiden tegen bak ker Bladerdeeg: eet jouw brood maar zelf op. We lusten geen brood met stukjes eruit. Nu kon die arme bakker Bladerdeeg werkelijk al dat brood niet alleen op krijgen en bovendien moest hjj door zjjn brood te verkopen de kost verdie nen. Het zag er dus voor bakker Bla derdeeg maar zielig uit. Wat kan het toch zijn? zei hij dik wijls, als hij met zijn wagentje door •de straten liep. 's Morgens is mijn wa gentje leeg, ik leg er mijn mooie, ga ve broden in en ze komen er uit met allemaal kleine stukjes eraf. Er moet dus iemand in mijn wagentje komen, terwjjl ik aan het rijden ben. Op een dag kon bakker Bladerdeeg het niet meer uithouden. Steeds min der mensen kochten zijn brood en steeds minder centjes verdiende hij. Daarom keerde hjj zomaar midden op het pleintje zjjn wagentje onderstebo ven en schudde alle broden en brood jes eruit. Daar tuimelde alles over de keien. Maar het bakkertje lette goed op. En jawel hoor, daar zag hij het rode broekje van Kimmetje tussen een paar kadetjes uitsteken. Hier heb ik jou, schreeuwde de bak ker. Jij lelijke kleine dief! Ik zal jouKimmetje begon te huilen: och bakker, ik heb altijd toch zo'n honger. En ik dacht, dat u het niet merken zou, als ik overal een klein stukje van zou bijten. Ik het niet merken zou? riep de bakker. Maar ai mijn klantjes hebben het gemerkt. Bijna niemand wil mijn brood nog kopen. Ik kan mijn bakkers winkel wel opdoeken en mijn wagentje erbij. En dat is jouw schuld. O, wat schaamde Kimmetje zich. Ik had het niet zo kwaad bedoeld, huilde hij. Ik had alleen maar honger. Had me dan om een broodje ge vraagd, bromde de bakker. Nou zitten we er allebei mee te kijken. Ik zonder klanten en jij zonder brood. Maar u moet uw klanten terug krij gen, zei Kimmetje. En daar zal ik voor zorgen. Luister bakker Blader deeg, eens in de drie maanden mogen wij, kabouters, toveren. Morgen tover ik jouw wagentje vol met taart, in- plaats van brood. En dan moet u tegen alle mensen zeggen: wie er weer klant bij me wordt, krijgt vandaag taart en hij hoeft maar voor brood te betalen. Nou, dat wilde bakker Bladerdeeg wel proberen. En de volgende dag zet te hij op zijn wagentje een groot bord, waarop te lezen stond: WIE BROOD KOOPT, KRIJGT TAART. Dat wilden alle mensen natuurlijk graag nog eens proberen. En ze smulden allemaal van de heerlijke taart, die het kaboutertje in plaats van het brood getoverd had. Nu willen we je brood morgen ook nog wel eens proberen, zeiden de mensen, omdat de taart zo lekker was. Maar denk eraan: geen stukjes eraf en geen krëntjes eruit. Nee, zei de bakker, daar kunnen jullie van opaan. En dat kon hfj gerust zeggen, want Kimmetje hoefde niets meer weg te halen. Hij kreeg voortaan iedere morgen een groot mensenbrood, dat precies vijftig keer zo groot ws als een kabouter- broodje. Hij bleef wonen in het huis van bakker Bladerdeeg. En hij ge droeg zich als een keurig kaboutertje. En kregen de klanten van de bakker nog wel eens taart in plaats van brood? zul je misschien vragen. Maar dat kan ik je nu nog niet ver tellen. Daarvoor zul je moeten wachten tot de drie maanden om zijn en dat duurt nog precies twaalf dagen. LEA SMULDERS. In de luchtvaart van heden en meer in het bijzonder in het stadium van de technische en wetenschappelijke voor bereiding is de windtunnel geen onbe kend verschijnsel meer. De nieuwste motoren worden met behulp van zo'n tunnel terdege op de grond beproefd onder omstandigheden, gelijkwaardig aan die waarmee de toestellen straks in hoger sferen te maken zullen krij gen. Een nieuwigheid is echter, dat de Amerikaanse staat Maryland ongeveer een jaar geleden een windtunnel heeft ingevoerd als middel om nieuwe en ver beterde uitrustingsstukken van vliegers te beproeven. Proefnemingen, die uiteraard met gebruikmaking van le vensgrote dummy's vroeger uitslui tend met pijlsnelle raketsleden over een uitgezette baan werden verricht. Pijl snel in dit geval te verstaan als de snel heid van een straalbommenwerper of -jager. De proefnemingen hebben duidelijk aangetoond, dat het in de windtunnel veel gemakkelijker is, de veranderin gen in het gedrag van uitrustingsstuk ken bijvoorbeeld in het géval, dat de vlieger zijn toestel plotseling met de schietstoel moet verlaten te ob serveren. De helm en het zuurstofmas ker, de vliegpakken en het schoeisel, de parachute en de andere reddings middelen, van de vliegers moeten in deze verlichte tijdén aan steeds hoge re eisen voldoen. De windtunnel blijft in het nooit verflauwende streven naar grotere vliegveiligheid het antwoord niet schuldig. als de grote troef van de toneelclub t Voetlicht, als expert op het gebied van Frans, Duits en Engels en als een vooraanstaande figuur in de Neder landse esperantisten-vereniging. Deze Jaap Visser moet het wereldje, waarin hij geboren en getogen is, waar hij iedereen en iedereen hèm kent, verlaten. De mens wil sneller. Zijn „ko ningin en zijn „president" zijn te lang zaam. Autobussen rijden via de nieu we verbindingsdam in een paar ogen blikken de afstand, waarvoor deze sche pen vijfentwintig minuten nodig heb ben. Bovendien vervallen dan de proble men van ijs en invriezen, van de noord wester, die al bij windkracht zeven een verblijf op de.Gouwzee hoogst onaan genaam maakt, van de zuidwester die bet water tussen Monnickendam en Marken wegblaast, zodat de schepen niet kunnen varen. Nog eenmaal hebben wjj de sensatie van een zomerse overtocht beleefd. Bij het Marker veerhuis aan de Monnieken- damse haven, half verscholen in de dichte dampen van het palingroken, von den we de „Koningin Emma", gereed voor de zoveelste passage in de reeks van duizenden. Achter de postbode en een paar nerveuze Engelse dames zijn we aan boord gestapt en gaan zitten in het gezellige deksalonne tje. Jaap Visser veegt in zijn stuur hut de ruiten schoon en steekt een pijp op. Wat zal de toekomst hem brengen? Dat hij Marken moet verlaten staat als een paal boven water. Zeker, hij kan er wel blijven, maar dan als schipper van een baggerschuit bij de Zuiderzeewerken en daar bedankt hij feestelijk voor. Op Marken wonen ver schillende van die schippers. Momen teel zijn ze allen thuis. -Er is voor hen geen werkMisschien wordt hét Haarlem, peinst de rijzige Marker hard op, terwijl hij staart naar zijn, eiland, dat hij als een slank silhouet voor de boeg heeft. De oude Marker cultuur moet steeds meer prijsgeven. Nog draagt negentig procent van de vrouwen het traditio nele costuum, nog kunnen de meeste mannen zich in hun bonte dracht kle den en ook dit jaar zullen de Markers op Pinksteren weer „baslopeu", zich voor deze speciale gelegenheid op zijn allermooist kleden, zoals het gebruik dat wil. Maar aan de haven klinken wilde schlagers en rock-and-roll uit een jukebox en er zijn plannen voor ho tels, parkeerterreinen en benzinepomp- stations. Voorlopig za] de stroom toe risten wel aanhouden. Want Marken is nog steeds een attractie van allure. De naam van het eiland staat met vette letters in Baedekers reisgids en daar om zal mr. John Johnson uit Kansas City er nog diverse filmrolletjes ver- bruikën, Heinz Kruger uit Wuppertal voor enkele ogenblikken het: „bei uns" vergeten en madame Lebrun uit Fon- tainebleau nieuwsgierig ronddwalen in de volgestouwde souvenierswiiikels. Jaap Visser glimlacht triest. De boten gaan voorgoed weg: op de Rijn bij Arn hem verwachten zij een andere lieer en hij. De kleine bazige „Koningin Emma" duwt haar voorsteven tussen de. haven- schoeiingen. van Marken. Een stel .sier lijke kopmeeuwen hangt krijsend bo ven haar schrocfwater. HAYE THOMAS Advertentie Inlichtingen omtrent deze nieuwe vorm van tevensverze kering, gebaseerd op kosten van levensonderhoud, wor den verstrekt door de erkende assurantie tussenpersonen en de N.V. Levensverzekering-Mij De N.V. Magazijn „De Bijenkorf" stelt voor over het jaar 1958 op de gewone aandelen een onveranderd dividend van 12 pet. uit te keren. KOPENHAGEN. Het Deense ministe rie van Openbare Werken heeft, met het oog óp mogelijk te grote tewerkstelling in de komende zomer welke tot verho ging van lonen en bouwkosten zou lei den, voor de periode van half mei tot half september het werk aan alle open bare objecten, met inbegrip van wegen en huizen, stopgezet. De achtergrond van deze beslissing wordt gevormd door Uitgebreide bouwbedrijvigheid in de particuliere sector die niet door de staat wordt gesubsidieerd". De oouwkosten vertonen reeds, in vergelijking met vo rig jaar, een neiging tot" toeneming met vijf' a tien procent. De oudste wijnstok in Hongarije, die in Pees staat, bloeit nu voor de 300ste maal. De wijnstok zou in de 17de eeuw door een Italiaanse monnik zjjn geplant. Hij is sedertdien tot een forse boom uit- gegroeid. CAFP)/ De Senembah Maatschappij beraadt zich thans over de stappen die gedaan moeten worden i.v.m. het tabakscon flict te Bremen. Zoals bekend heeft het Landgericht in Bremen een verzoek van de Senembah en de Ver. Deli om con servatoir beslag te leggen op 1.559 ba len tabak, die uit Indonesië naar Bre men verscheept zijn, afgewezen. In de tweede algemene vergadering van aan deelhouders, waarin deze kwestie ter sprake kwam, werd het voorstel der directie tot wijziging der statuten, waar door een tweede terugbetaling van 450 per aandeel mogelijk is en waar voor in de eerste vergadering het ver eiste quorum ontbrak, met algemene ■temmen aangenomen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 11