Westerse ministers peilen Gromyko's mening Lloyd in The Playhouse International in Bellevue te Amsterdam H Gregoriusblad jaargang H in tachtigste verjongd Te veel genees middelen De zaak-Meulen O Feiten en Meningen DE CARNAVAISMOORD Besloten zitting door goede gekenmerkt opspraak Voorlopig elke avond tweemaal de musical „Going Dutch" Risico moet wor den genomen Industrie maakt Vecht tot riool Bespreking over loonvraagstuk (ÊP' J .1 V B DINSDAG 2 JUNI 1959 PAGINA 5 BUITENLANDSE KRONIEK Oorlogsinvaliden aan de Rivièra De moeilijkheden bij Fokker Rio Belastin gontduikin g en smokkel verw eten Voorlichting over kerkmuziek President Soekarno op weg naar Los Angeles Onderwijzers naar Universiteiten Minister Cals Alles zins gerechtvaardigd Apothekers vergaderen LORT Irak zegt overeenkomst met de V.S. op iiiiiiniiiiiiiniiiniiiMiiiinnniimiiiiiiimiiiiiiinnmnim uuuuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiDiiiiiiiiiiiuiiiiimiiiiini door MARTIN MO NS nn Verontwaardiging over w ater ver ontreini gin g Tussen regering en bedrijfsleven - minister» van buitenlandse zeken der Grote Vier", de Amerikaan Her ter, de Rus Gromyko, de Brit Lloyd en de Fransman Couve de Murville, heb ben gisteren hun Geneefse besprekin gen in de villa van Gromyko in beslo ten zitting voortgezet, aldus melden Reuter en AFP. De beraadslagingen hebben bijna twee en een half uur ge duurd. Voorts hadden de ministers 's avond» ten huize van minister Her ter nog een niet-officiële sa men komst. Een Sovjet-woordvoerder verklaarde in antwoord od vragen van journalis ten dat de bijeenkomst van gisteren ..nuttig" was geweest; waaraan hij toe voegde: ,,In de komende dagen zult u horen waarom". Hji zei ook dat de mi nisters hadder» besloten niets mee te delen over hetgeen gisteren is bespro- De Londense „Times" is bepaald geen sensatieblad en als deze degelijke Britse krant in grote opmaak met een belangrijk exclusief bericht komt. kan men daar niet achteloos aan voorbijgaan. De officieel onpartijdige ..Times" onderhoudt niet. zulke nauwe hetrekkhigen met de huidige Conserva tieve Britse regering als bijvoorbeeld de Conservatieve Daily Telegraph", maar ais de ..Times" onthullingen doet over het kabinet, dan zou men toch mo gen aannemen dat het blad goed is voorgelicht. Zo heeft het gisteren, niet. alleen in Engeland maar ook in het buitenland, zeer de aandacht getrokken, dat op de voornaamste plaats van de voornaam ste nieuwspagina van de .Times" een uitvoerige beschouwing stond over de plannen van premier Macmillan met ziin minister van Buitenlandse Zaken, Selwyn Lloyd. De strekking van het be toog was, dat men over enige maanden Lloyds aftreden zou kunnen verwachten. Als de premier, na de komende parle mentsverkiezingen, een nieuw kabinet zou moeten vormen aldus de ..Times", zou hij waarschijnlijk een andere mi nister van Buitenlandse Zaken willen hebben. Het blad wijst op het feit, dat de leiding van het Foreign Office aan de minister van Buitenlandse Zaken bij zonder zware eisen stelt, en dat deze vermoeienissen bijvoorbeeld indertijd bet leven van Bevin verkort hebben. Macmillan, die zelf gedurende korte lijd het Britse buitenlandse beleid be paald heeft, weet uit ervaring welke grote verantwoordelijkheden de ..Secre tary of State for Foreign Affairs" heeft le dragen. De premier zou nu van me ning zijn, dat Lloyd lang genoeg deze last, heeft getorst. De ..Times" vermeldt niet welke post Lloyd straks zou A worden toegewe zen, maar in En geland is al eer der het gerucht ge gaan. dat de man Lord K-.nselier zou worden en dat Lord Kilmuir, die nu deze functie bekleedt, het gouver neurschap zou krijge». van een domi nion. Lloyd zou op het Foreign Office worden opgevolgd door de huidige mi nister van Defensie, Duncan Sandys, of door de tegenwoordige minister van Arbeid, Iain Macieod. Selwyn Lloyd zit al bijna acht jaar in 'de Britse regering. Toen de Con servatieven in oktober 1951 aan het bewind kwamen, gaf de toenmalige premier, Churchill, hem de post van ..Minister of State" op het Foreign Office, een functie die men zou kunnen Vergelijken met die van staatssecretaris. Llcyd werd de rechterhand van de mi nister van Buitenlandse Zaken. Eden. Maar drie jaar later werd Lloyd, bij een reorganisatie van de regering, be noemd tot minister van Bevoorrading, en in april 1955 werd hij met de lei ding belast van het ministerie van De fensie, hetgeen betekende dat hij werd opgenomen in de kern van de regering, het Kabinet. In dit kabinet kreeg hij in december 1955 een nog veel voor namere taak, toen hij minister van Buitenlandse Zaken werd. Deze functie beeft hij nu gedurende bijna drie en een half jaar bekleed, eerst onder pre mier Eden en vervolgens onder premier Macmillan. Eden is in januari 1957 afgetreden als indirect gevolg van de Suez-crisis. Het. Engels-Franse optreden tegen Egyp te in de herfst van 1956 heeft in dertijd in Engeland grote beroering ge wekt, en Eden kon bepaald niet vast stellen, dat hij in zijn politiek ten aan zien van het Midden-Oosten de hele natie achter zich had. Het heeft begin 1957, in en buiten Engeland, grote Verbazing gewekt, dat, terwijl Eden been- ging, diens minister van Buitenlandse Zaken overgenomen werd door de nieu we premier. Selwyn Lloyds naam was immers ten nauwste verbonden met wat men wei het Suez-avontuur heeft genoemd. Van de ministers van het kabmet-Macmiilan beeft Lioyd het aan vankelijk dan ook het zwaarst te ver duren geliad. Hij was lange tijd het voornaamste doelwit van de kritiek van de Labour Party. ken. De woordvoerder zei voorts dat de vier afgevaardigden vandaag pers conferenties zullen houden en dat er vanavond een korte uiteenzetting voor de verslaggevers zal zijn. Van Westerse zijde wordt vernomen dat de Westerse moegendheden giste ren opnieuw hebben verklaard op welke punten zij geen concessies kunnen doen met betrekking tot Berlijn. Hieraan werd toegevoegd dat er gisteren geen vorderingen werden gemaakt. Er was in hoofdzaak gesproken over het berei ken van een voorlopige regeling van bet Berlijnse vraagstuk. Gemeld wordt dat de Westerse ministers Gromyko's me ning hebben gepeild en dat zij op som mige punten ophelderingen van hem hebben verkregen. De bijeenkomst van gisteren werd gekenmerkt door een goe de geest. Er werden geen wederzijdse beschuldigingen geuit. De afvaardigingen van de Sovjet- Unie en Oost-Duitsland hebben gister avond in het. gebouw der Russische de legatie overleg met elkaar gepleegd. De groep van 32 Nederlandse oorlogs. invaliden die zondag onder auspiciën van „Moveo" vanuit Echt (L.) naar de Italiaanse Rivièra is vertrokken, ver blijft thans in de badplaats Cavi di La- vagna, een naar kilometer van Sestri Le. vante. Hier logeert in hotel Astoria een klei ne Nederlandse groep van vroege va kantiegangers tussen wie de oorlogsin validen zich uitstekend thuisvoelen. Tij dens de goed verlopen veis zijn er ook contacten gelegd met Duitse oorlogsin validen, in een sfeer van wederzijds be. grip. Volgens U.P.T. wordt aan Fokker Rio belastingontduiking en de smokkel van vliegtuigonderdelen verweten. De in Galeao gevestigde fabriek, welke les- vliegtuigen voor de Braziliaanse lucht macht. bouwde, sloot zoals bekend vrij dag baar poorten en ontsloeg alle em- pioyé's. De politie beweert dat de directeur, prof. ir. E. van Einden, verleden week had toegegeven dat hij over een periode van jaren onde.rdelen uit Nederland heeft gesmokkeld. Eerst heeft Van Emden volgens de politie be weerd dat de gesmokkelde onderdelen al'een monsters waren, maar dat hij, toen hem vrachtpapieren werden voor gelegd blijkens welke grote hoeveel heden het land waren binnengekomen zonder van de vereiste douane-docu menten vergezeld te gaan, toegaf dat de onderdelen gebruikt werden voor de feitelijke assemblage van de lestoestel- ien. Tijdens haar werkzaamheden, heeft Fokker van het ministerie van lucht vaart meer dan honderd miljoen cru- Een moment uit het titelnummer van „Going Dutch". "et is merkwaardig dat de „Times" het opzienbarende verhaal over het te verwachten heengaan van Lloyd publiceert, terwijl de Geneefse conferentie van ministers van Buiten landse Zaken nog in volle gang is. Het komt het gezag van de woordvoerder van Groot-Brittannië immers niet. ten Roede als uitgerekend het meest voor aanstaande Britse dagblad te verstaan geeft, dat de man niet lang meer aan het hoofd zal staan van het Foreign Office. De houding van de „Times" is vooral zo vreemd, omdat het, optreden van Lloyd in Genève in Engeland over het algemeen gunstig wordt beoordeeld. Toevallig publiceerde net gisteren het Liberale Britse blad, de „News Chro nicle", een politieke beschouwing waar in Lloyd gekenschetst werd als ,,the biggest of the Big Four" en ,.de sterke nian van de ministersconferentie". De „Times" prijst overigens zelf ook Lloyds activiteiten te Genève, en het blad w\jst er op dat de minister voor lopig nog een belangrijke taak heeft als wegbereider voor de topconferen tie. die door Macmillan verlangd wordt. Zolang deze opdracht nog niet. vervuld is, zal de premier zijn minister niet kunnen missen. Maar het is een feit dat Lloyd dooi de „Times" op een bijzonder kwalijk ogenblik in opspraak gebracht is, al is bet betrokken artikel dan ook op zeer minzame toon gesteld. Macmillan schijnt allerminst te spre ken te zijn over het vriendelijk gefor muleerde, maar hoogst ontactische arti kel van het biad dat nu eenmaal door alle belangrijke staatslieden ter wereld ernstig genomen pleegt te worden. zeiros gebeurd, t.w. een gegarandeerde winst van 15 procent voor alle afge- met vele mogelijkheden, Barbara Fer We zullen de grapjes niet vertellen, maar 't is wel leuk, wat The Playhouse International voor u in 't vat heeft. In het Amsterdamse Bellevue waren maan dagavond, zo leek het, zowel de Ame rikaanse als de Britse kolonie bijeen. De Amerikanen kwamen vanwege Jack en Jill Lardis, het ondernemende echt paar, dat een paar maanden geleden het plan opvatte om Amsterdam in de zomermaanden nog aantrekkelijker te maken voor Engels-sprekende toeristen. En de Britten kwamen voor hun land genoten. die van „Going Dutch", :oals het programma gedoopt is, een echte comedy show weten te maken. De Ne derlanders tenslotte kwamen uit nieuwsgierigheid, om te zien wat die buitenlanders op bet van goed-vader- landse traditie doortrokken stukje grond tegenover de schouwburg, naast het Nieuwe de la Mar komen doen. Hel is niet te veel gezegd, wanneer we „Going Dutch" overrompelend noe men. Het programma wordt heel vlot afgewerkt, de muziek is goed, de tek sten zijn spits maar niet high brow. Dat zouden ze misschien wel kunnen zijn, als niet de betekenis, die men er in de eerste plaats aan zou hechten, onmid dellijk door allerlei slapstick-effecten t,e niet werd gedaan. Die teksten zijn bet werk van Peter Myers, Alec Gra- hame en Ronald Cass, een drietal lie- ren, dat. al jaren samenwerkt, zonder ooit, zoals trots in het programma staat vermeld, een financiële strop te hebben hoeven incasseren. Nu, als ze altijd zo op dreef zijn geweest als deze keer, dan willen we dat graag geloven. De fijnzinnige, maar daarom niet min der dolle Marcia Ashton zou men de „first lady" kunnen noemen. Zij wordt bijgestaan door in de eerste plaats Geoffrey Hibbert, een karakterspeler die zich in dit genre wijde faam heeft verworven. Daaromheen fladderen met veel energie en talent Carole Shelley, die van haar twintig levensjaren er al zeventien op de planken heeft doorge bracht, Peter Reeves, een jong acteur leverde vliegtuigen. In een bijzondere zitting van het ge rechtshof te 's-Gravenhage heeft mr. N. Th. van Berckel maandaemoreen als president van dit hof afscheid geno men. omdat hii met pensioen gaat. De vice-president mr. B. F. Verveen, werd als president geïnstalleerd en mr. C. G van Bijleveld, tot nu toe raadsheer in dit hof, werd geïnstalleerd als vice-pre sident. ris, die veelal danst voor de BBC en David Morton, die met zijn twee meter reeds van alles gespeeid heeft, tot dwergen toe, als het zo uitkwam. Nee, we zullen u dé grapjes niet ver tellen. Playhouse Internationa] hoopt in de komende maanden bijna iedere avond twee voorstellingen te geven, om half 3 en om 10 uur. Daar kan men dan gaan. zien wat er gebeurt wanneer in bet' land van Shakespeare Romeo lady Mac beth tegenkomt, en wanneer „De Prins- et. oude Gregoriusblad is in zjjn tachtigste jaargang onder het be wind van de nieuwe hoofdredac teur en voorzitter der Nederlandse Sint Gregoriusvereniging, prof. dr. J. Smits van Waesberghe in een totaal nieuwe en typografisch zeer verzorgde en ver jongde vorm verschenen. De redactie, die prof. Smits, van Waesberghe ter zij de staat, wordt gevormd door Piet Vis ser als secretaris, drs. J. A. Bank, dr. B. Kallmann, dr. N. de Goede, J. J. H. Voncken en H. Strategier. Het blad zal vijf maal per jaar verschijnen in oen, naar het eerste nummer leert, vrjj om vangrijk formaat. In een inleidend artikel verklaart de hoofdredacteur de koer», die het b.lad gaat volgen: voorlichting geven over de kerkmuziek, zowel de Nederlandse als de buitenlandse, de oude maar ook de hedendaagse. Die voorlichting wordt opgevat meer als oriëntatie en over zicht, dan als subjectieve mening en spccialistenstudie. Uit de indeling van hef blad blijkt, dat de redactie een duidelijk accent legt op de hedendaagse muziek. De reden daarvan vat de hoofdredacteur samen in de vraag: „Waar zouden w\j met onze muzikale ontwikkeling terecht komen, indien wij de eigen tijdse lucht niet inademen?" Een die per gaande verantwoording van uit standpunt vindt men in de uitvoerige rede, die prof. Smits van Waesberghe heeft uitgesproken op de bijeenkomst van de interdiocesane besturen op 39 februari te Utrecht, met welke rede dit nummer geopend wordt. De indeling van liet hlad is nu zo, dat men van de eigen tijd systematisch door de eeuwen teruggaat tot de oude mu ziek van de middeleeuwen. Daarna, vol gen rubrieken als orgelmuziek, koorwe zen en kerkelijke wetgeving. En ten slotte muziektheorie en muziekpedago- gie. In deze aflevering komen o.m. voor artikelen van Wouter Paap over Een Passie in de volkstaal, Jan Mul over Nieuwe kerkmuziek van Hendrik An- driessen, van Leo Hanekroot over de zeventiende eeuwse kerkmusicus Marc- Antoine Charpentier en van B. Barte- link over Koraalvoorspelen op grego riaanse hymnen. M. Pirenne heeft een analyse bijgedragen van de Missa „Mag na ad fugam" van Edw. Stam, J. Val- kestjjn van de Missa Secunda van Jaap Vranken. A. Asselbergs geeft een over zicht van Palestrina-litteratuur. J. Het- tema maakt een aantal opmerkingen over de nieuwe Instructie van Paus Pius XII over de Gewijde Muziek en Piet Visser geeft een bijdrage over liet muziekonderwijs op de lagere school. De hoofdredacteur zelf laat zich niet onbetuigd. Hij maakt oen begin met twee introductiemethoden in eigentijdse muziek. Bijzonder belangwekkend is, wat hij in de eerste zegt over Béla Bar- tóks melodievorming naar aanleiding van voorbeelden uit diens Mikrokos- mos. Hij toont daarin aan, hoe Barbók absoluut melodisch schrijft, zonder eni ge betrekking op harmonische structuur en daarbij feitelijk vermoedelijk vol gens de schrijver zonder zich daarvan geheel bewust te zijn in reactie is tot terug in do twaalfde en dertiende eeuw. Prof. Smits van Waesberghe komt tot een frappant voorbeeld in een Bartók-melodie. welke hij in Grego riaanse stijl uitschrijft. Naar zijn me ning mag een kerkmusicus-pianopeda goog, die de Mikrokosmos niet kent. niet beweren, dat hij „bij" is en met zijn tijd meegaat. President Soekarno van Indonesië heeft zijn vijfdaags bezoek aan Mexico beëindigd, aldus meldt Reuter. Hij is per vliegtuig naar Los Angeles vertrok ken, student" m handen valt van dit onge nadige troepje. En ajs uw Engels niet meer zo best mocht zijn. dan zult u in ieder geval om de klappertjes nog heel hard moeten lachen. Hlg. P.S. Dit merkwaardige groepje spreekt Nederlands ook, als het moet. (Van onze Haagse redactie) Minister Cals blijft van mening dat toelating van onderwijzers tot de uni versitaire examens in de pedagogiek en de psychologie alleszins gerechtvaar digd is. De bewindsman schrijft de Eerste Kamer, dat het voor de onder wijzers van bijzonder belang is dat zij zich zo ver en ,0 volledig mogelijk kunnen ontplooien. De minister meent dat er geen gevaar bestaat dat de kweekschool hierdoor aan haar primai re doel zou voorbijschieten en een in richting voor voorbereidend hoger on derwijs zou worden. Hij verwijst in dit verband naar de hogere landbouwscho len, die eveneens universitaire rechten geven en toch primair beroepsonder wijs blijven. Hij meent te moeten af zien van de eis van een colloquium doc- tuni o( ander aanvullend onderzoek voor de toelating. De kweekschool acht hij een xoldoende waarborg voor verant woorde toelating. De minister erkent de bezwaren van de 23 hoogleraren in de pedagogiek en psychologie, vervat in liet bekende adres. Ook hij ts van mening dat de ken nis van de talen en de natuurweten schappen bij velen van de abituriënten te kort schiet, doch hij is van mening dat het risico moet worden genomen. De minister acht het niet verant woord de bezitters van de middelba re akte a, toegang te geven tot de uni versitaire examens in hun vak. Hier bij zjjn de objectieve maatstaven van algemene ontwikkeling onvoldoende ge waarborgd. Zoals men weet is voor hei afleggen van middelbare examens a geen speciale vooropleiding vereist. Mi nister Cals kan thans nog geen opgaaf doen van de middelbare akten en hun universitaire rechten. Er is momenteel overleg gaande tussen het ministerie en de universiteiten, in hoeverre de aansluiting bevredigend kan worden verkregen. Overigens blijft ook thans nog het standpunt van de minister dat door gaans toelating tot de academische examens slechts dan kan geschieden wanneer men diploma's bezit van op leidingen die op de universitaire studie zijn gericht. Slechts bij bepaalde voor „Wij beschouwen de buitensporige groei van het geneesmiddelengebruik als een bijzonder ernstig probleem; iedereen die gegevens over het gebruik van b.v. slaapmiddelen en vitaminen onder ogen krijgt, zal onze visie de len." Veelzijdig speurwerk leidt voorts tot een groot aantal vrijwel analoge preparaten, hetgeen een kostenverho gende tendentie tengexolge heeft. Dit geldt met name in de ziekenfondsprak- tük, xvaar de natuurlijke remming ont breekt die voor de particuliere patiënt het steeds duurder worden der medi camenten oplevert. Is daardoor de po sitie van de particuliere patiënt niet ongunstiger geworden? zo vroeg de heer H. A. A. J. Martens, voorzitter van de Kon. Ned. Mij. ter bexordering van de pharmacie zich af in de ope ningsrede voor de algemene xergade- ring dier maatschappij. W'ij menen, zo xerxolgde spreker, dat het bittere nood zaak is om een verantwoorde keuze te maken uit alles wat thans als ge neesmiddel bekend is en als zodanig gepropageerd wordt. De heer Martens sprak \:oorts o.m. over de studie in de farmacie en over de oudedagvoorziening van de apothe ker. Er is ernstige kritiek geuit op de bijzonder lange duur (gesproken is van negen jaar of langer) der oplei ding. Er moet ergens misverstand schuilen, aldus de voorzitter, omdat het programma het mogelijk maakt voor iemand die werken wil in circa zeven jaar af te studeren. Dat de duur van de farmaceutische studie vergeleken bij 15 a 20 jaar geleden wel wat is verlengd, is niet te verwonderen als men let op de stormachtige ontwikkeling der far macotherapie sedert de laatste oorlog. Over de oudedagsvoorziening zei de voorzitter, dat deze velen zorg baart. Door de migratie van vele binnen stadbewoners naar de buitenwijken zijn vele apotheken van gudere collega's nau welijks gegroeid of zelfs teruggelopen. Verscheidene onzer leden aldus de voorzitter kunnen hun praktijk dan niet neerleggen en zijn gedwongen zo lang het even gaat hun beroep tot in hoge ouderdom uit te oefenen. Spreker adviseerde tijdig contact op te nemen met de plaatselijke collega's om te be zien of, als directe overdracht onmoge lijk is, misschien voor overdracht van de praktijk aan de omliggende apothe kers een bevredigende oplossing kan worden gevonden. iiiiiiriiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMimiiimiiiiiiiiiiiiii Bill Rayner heeft in Birmingham aan het persbureau Reuter zijn nood geklaagd over de zeep. Rayner is di recteur van een vlooientheater. ..Het is gewoon belachelijk," zei hij, „hoe de mensen zich tegenwoordig wassen. Dat betekent niet, dat de mensen in mijn jonge jaren vuil waren. O, neen. Maar zjj wisten maat te houden en dan wilde e» nog wei eens een vlo op overschie ten. Maar tegenwoordig werken ze zo duchtig met water en zeep, dat het on mogelijk is aan vlooien van mensen te komen. En om die mensenvlooien gaat het mij juist. Die zijn de beste voor een circus; want ze leren vlug." Tot dus ver is Rayner met zijn vlooientheater alle jaren op de kermis van Birming ham verschenen, maar dit jaar heeft hij verstek moeten laten gaan. Hij denkt er nu bver een muizentheater te beginnen, maar het liefst zou hi.j toch in de vlooien branche blijven. Maar dan opleidingen, en dan nog voor aansluiten-! moet hij geholpen worden, zegt hij. de studie, kan hiervan worden afgewe-T~ J J" ken. De kweekschool is daarvan een voorbeeld. Het Amerikaanse ministerie van bui tenlandse zaken heeft meegedeeld dat Irak een overeenkomst tot miljtaire hulpverlening, die het in 1954 met de Verenigde Staten had gesloten, heeft opgezegd. Aldus meldt Reuter. Hieraan werd toegevoegd, dat Amerika sinds de revtlutie van medio 1957, waarbij ko ning Feisal werd vermoord en Kassem c.s. de macht aan zich trokken, geen militaire uitrusting meer naar Irak heeft gezonden. .Iemand die niet aan zeep verslaafd is" moet bereid zijn hem een aantal leergierige mensenvlooien te leveren. „Ik betaal de hoogste prijzen," aldus Bill Rayner. In het Oostduitse blad „Neuer Weg" is enige tijd geleden een plan gepubli ceerd om hoge militairen gedurende één maand per jaar de laslen te laten voelen van hun ondergeschikten. Het blad schreef, dat ook hooggeplaatste commandanten een maand lang als ge méén soldaat zouden moeten dienen. Algemeen werd dit voorstel van „Neuer Weg" beschouwd als een propaganda- trucje van de Oostduitse communisti sche autoriteiten. Maar een correspon dent van United Press Internationa) heeft nu in Rostock vernomen, dat het III |m de verklaring van het echt paar Meulenbelt inzake de ont moeting met de heer van Erp Taalman Kip op het Arnhemse poli tiebureau beter te kunnen begrijpen, dient men te weten, dat het echtpaar gezeten was in een kamer, die be halve de deur naar de gang nog een zijdeur had. De heer van Erp Taalman Kip kwam binnen door de gangdeur, wendde zich tot het echtpaar en vroeg aan de heer Meulenbelt: u hebt het verlangen om in een inrich ting opgenomen te worden, collega? Of althans woorden van deze strek king. Op de krachtige ontkenning van de heer Meulenbelt. bleef de heer van Erp Taalman Kip enkele ogenblikken in gedachten staan en verdween toen door ds zijdeur. Na enig wachten keerde hij in de kamer terug, liep langs het echtpaar heen zonder het nog aan te kijken en \'er- dween door de eerste deur naar de gang. Dit was alles. Na verder wach ten verscheen dan de cortège van de twaalf agenten met de brancard en dc man in de witte jas. De heer en mevrouw Meulenbelt verzekeren, dat de heer van Erp Taalman Kip niet meer gezegd en niet meer gedaan heeft, dan hierbo- x'en is weergegeven. Zij beroepen zich op een onderhoud, dat veel later heeft plaats gehad tussen hen en de heer van Erp Taalman Kip in tegen woordigheid van een getuige, die een vooraanstaand lid is van de rechter lijke macht, sedertdien benoemd in de Hoge Raad. In dit onderhoud heeft de heer van Erp Taalman Kip deze feiten erkend, volhoudende juist te hebben gehandeld met de herhaal de verzekering: ,,Ik moest wel." In de tweede plaats beroepen de heer en mevrouw Meulenbelt zich op een verhaal, dat hun is overgebracht door mensen die. om opheldering te krijgen, een onderhoud hebben ge had met de heer Samkalden. toen minister van Justitie. Volgens dit verhaal heeft de minister hetzelfde verteld, dit nog eens concluderend samenvattend in zijn eigen woorden als: de heer van Erp Taalman Kip heeft de Meulenbelts een minuut ge zien. Vervolgens halen de heer en me vrouw Meulenbelt een tegenover hen uitgesproken verklaring aan van de heer Dolk, regionaal inspecteur van het Staatstoezicht op de geestelijke volksgezondheid. Deze heeft onge veer een half jaar na het drama een onderzoek ingesteld naar het ge beurde en hij heeft aan de Meulen belts gezegd: u verkeerde niet in een psychotische toestand, maar u hebt wel ongebruikelijk gehandeld. U bent echter in bewaring gesteld, omdat er op dat politiebureau iets gebeu ren moest. De heer en mevrouw Meulenbelt geven toe, dat zij tengevolge van de oplopende spanningen in de loop van de tijd gaandeweg opgewonden en zenuwachtig zijn geworden, maar zjj ontkennen pertinent, dat zij niet toerekeningsvatbaar waren, nog minder geven zij toe, dat zij krank zinnig waren en nog veel minder dat zij voor wie of wat dan ook ge vaarlijk hebben kunnen zjjn. Zij heb ben naa' hun even stellige verkla ring geen gezamenlijke kreten of spreekkoren geslaakt; zjj hebben zich welbewust van ieder wild gedrag ont houden, beseffende dat iedere onbe heerste daad als een symptoom van krankzinnigheid beschouwd zou kun nen worden. Om diezelfde reden heeft de heer Meulenbelt zich zelfs niet verzet, naar hij zeide, toen hij op de brancard werd geduwd. Mevr. Meulenbelt evenmin. Zij heeft echter wei uitgeroepen: „is dit nu Justitie!" of soortgelijke woorden. Dat zij on der al die wederwaardigheden toch wel opgewonden, ontdaan, zenuwach tig waren geworden, wie zal zich daarover verbazen, aldus het echt paar. Op dit punt dienen aan de amb telijke lezing te worden toegevoegd nadere verklaringen, die mr. G. W. Arendsen Hein ons heeft gedaan en die als aanvullingen op de ambte lijke lezing zijn te beschouwen. Verklaring mr. Arendsen Hein. Ook in deze verklaring wordt uitge gaan van het bestaan van een onop losbaar gebleken conflict tussen de lieer Arendsen Hein en de heer Meulenbelt. Eerstgenoemde kreeg op die 23ste februari 1955 kennis van de zet die het echtpaar Meulenbelt bezig was tegen hem uit te voeren door een telefoon van de wacht meester der Rijkspolitie te Eder- veen, die hem vertelde van het be zoek, dat hij op dat moment had van het echtpaar Meulenbelt. Wat de wachtmeester precies gezegd heeft blijkt niet duidelijk uit het ver haal. doch de heer Arendsen Hein herinnert zich wel uit de verklarin gen van de wachtmeester voor het eerst de indruk te hebben gekregen, dat er met de Meulenbelts iets vreemds aan de hand was. Hij voeg de er echter aan toe er in het ge heel niet op voorbereid te zijn ge weest, dat de situatie zich tot een psychotische toestand zou ontwikke ien. Overigens moet hjj in het ver haal aanleiding hebben gevonden om de wachtmeester te adviseren zich te wenden tot de huisarts van het echtpaar. Althans dit meent de heer Arendsen Hein zich te herinne ren. Zelf kon hij zich op dat ogenblik niet met het geval bemoeien, aan gezien hij met de trein naar Den Haag moest, waar staatssecretaris Muntendam hem op een bepaald uur verwachtte. De heer Arendsen Hein is direct daarop met zijn auto naar het station De Klomp gereden, en dit verklaart dan dat de Meulen belts, die eveneens op het station op de trein in de tegenovergestelde richting (naar Arnhem) wachtten, die auto zagen aankomen. Pas enkele uren later, terwijl de heer Arendsen Hein zich bij de staatssecretaris bevond, hoorde hij van het verloop der geschiedenis. Hij werd toen opgebeld door dr. Boonzaayer, de directeur van de GGD te Arnhem, die hem vertelde, dat de Meulenbelts zich op het po litiebureau te Arnhem bevonden en in het kort een beschrijving gaf van de toestand, waarin zij verkeerden, die alarmerend genoemd moest worden. (Voor goed begrip diene, dat de heer en mevrouw Meulenbelt mij vertelden, dat zij zich op weg naar De Klomp nog een ogenblik hebben gewend tot de politieman te Ederveen, doch begrijpende dat die niet was opgewassen tegen een der gelijke moeilijke situatie, hem weer spoedig verlaten hebben om hun xveg te vervolgen). Bij de staatssecretaris te Den Haag verblijvende, aldus de heer Arendsen Hein. kon hij verder ook niets uitrichten. Op mijn uitdrukkelijke vraag, of hij van Den Haag uit misschien de heer van Erp Taalman Kip heeft opgebeld, gaf de heer Arendsen Hein een beslist ontkennend ant woord. eraan toevoegende, dat hem daarvoor tijdens een audiëntie bjj de staatssecretaris alle gelegenheid ontbroken had. Op mijn \a-aag, of hjj dr. Boon zaayer had geadviseerd de hulp van de heer van Erp Taalman Kip in te roepen. antwoordde de heer Arendsen Hein zich dit na zoveel tijd uit een ietwat haastig gevoerd telefoongesprek niet meer te kunnen herinneren. Hij zei: het kan zijn, dat ik het heb geadviseerd, maar het kan ook wel zijn, dat de heer Boonzaayer heeft geopperd dit te zullen doen. Op een derde x'raag, of n.l. de heer Arendsen Hein de plaatsen in Groot Graffel heeft besteld, luidde het antwoord eveneens beslist ont kennend. Ook daar was op dat mo ment geen gelegenheid x'oor en enig vermoeden, dat spoedeisende inbe waringstelling nodig zou kunnen worden, had de heer Arendsen Hein, voor hij dit telefoontje in Den Haag ontving, niet gehad. Wel heeft de heer Arendsen Hein zich later, toen het echtpaar in Groot Graffel was Opgenomen, tot het ziekenfonds ge wend met het verzoek de zaak cou lant te willen behandelen. Het bleek hem dat dit strikt genomen niet eens nodig was geweest. Het Zie kenfonds was toch gehouden tot be taling der verpleegkosten. (wordt vervolgd) LIBRA. allemaal bloedige ernst is. Een Oost duitse marineman heeft hem verteld, dat thans een admiraal als gewoon ma troos dienst doet op een klein vaartuig van de Oostduitse marine. Op het schip in casu is men zeer verbaasd ge weest. toen de admmaal zijn intrede deed in een gewoon matrozenpak. Pas nadat hjj een week of wat met alle oefeningen en aile corvees had meege daan, stram in de houding had gestaan voor zjjn „meerderen" en op zijn kop had gekregen, omdat zjjn kast er niet onberispelijk uitzag, is men wat aan de gedachte gaan wennen. Op een van de laatste zonnige dagen in Engeland deed June Hey worth wat haar meeste landgenoten deden: zjj be sloot naar zee te gaan. Zjj keerde haar spaarpot om en kocht een treinkaartje van haar woonplaats, Newburn, naar Bognor Regis, ongeveer 600 km ver. Met de man achter het loket had June geen last. Maar toen zij op het punt stond in de trein te stappen, greep een politie-agent in. June is vijf jaar oud... 51 „Je bent nog altjjd dezelfde malloot," zegt Gerard Horstman met het verdraagzame aplomb van iemand die zich gearriveerd weet, „Vooruit, Pieter, neem een dagje vrijaf, dan gaan we samen gezellig bor relen en eten." „Gaat niet, mannetje. Ik ben geen rijke effecten makelaar. Ik ben maar een arme loonslaaf. Mijn tijd behoort de gemeenschap. Tot kjjk en pas op jt lijn. Je begint ai een aardig buikje te kweken. Wal zeg je? Geen dank. hoor. Beschouw die waarschuwing maar als een vergoeding voor de grote dienst, die jp me met je inlichtingen, bewezen hebt." Het autoportier klapt dicht en het kleine wagentj» vliegt met een voor een behoorljjk politieman ongr paste vaart de statige Herengracht langs. HOOFDSTUK XXI „Inspecteur," zegt agent van Tilburg en zjjn oge. hebben weer de uitdrukking van een hondje, dat eer bjjzonder moeilijk kunstje vertoont, ,.ik weet, dat hei tegen dc regels is, ziet u. En ik hoop dat u, als ik spul met de commissaris krijgIk heb al mijn best gedaan er met hem over te praten, maar hij wou niet luisteren. Ik zeg niet, dat het met diejen moord op het Asselbergplcin iets te maken heeft, moar ziede, het zou toch kunnen en ziede," agent Van Tilburg richt zich hoog op, ,,'nen moord is nen moord en als politieman ben ik toch verplicht rap port te maken, ook al gelast de commissaris mij te zwijgen!" „Waar heb je bet eigenlijk over, Van Tilburg?" ..Over diejen auto, die zoaterdagoavent op de Do- minicanessensingei stond, inspecteur." „Wat zaterdagavond? En wat was dat. voor een auto en waar zag je die dan?" vraagt Perquin ge spannen. Agent Van Tilburg baalt nog eens diep adem, schraapt zijn keel en steekt van wal. Als hjj zjjn verhaal beëindigd heeft, zegt hjj nog eens: „En ziede, inspecteur, den'commissoaris heeft nou wel gezeed, lig me niet aan m'n oren te zeuren. Van Tilburg, moar ik vond ..En je weet dus zeker, dat het die auto was? Heb je het nummer genoteerd?" „Da's het eerste wa dad ik gedoan heb, inspec teur. Kan ik als den commissoarisAgent Van Tilburg begint, een beetje bang te worden voor de gevolgen van zijn moed. Discipline is per slot van rekening discipline en inspecteur Perquin gaat, maar commissaris Langelaar bljjft. „Maak je maar niet ongerust, maar mondje dicht, hoor. Sapristi, al kwart over negen. Dekker, maak me eens een verbinding met Parijs. O, nee, wacht, dat is intercommunaal, geloof ik." Hij neemt de hoorn van de haak. „Jarjayes, eindeljjk. Wat? Nou ja. dat moet. je niet zo letterlijk nemen. Dus maandag morgen weggegaan? En alleen? Heeft zich met een taxi naar het vliegveld laten brengen? Woensdag voor liet diner terug. Weet je ook waar hij in die tussen tijd geweest is?" „Nee, maar ik wil wel proberen het voor je uit te zoeken. Intussen kan ik je, als er haast bij is, wel een en ander van de „markiezin" vertellen. Ik liep gisteren toevallig tegen Destombes aan en die weet alles van het uitgaansleven van Parijs in de laatste veertig jaar. De dame die die aristocratische bijnaam droog, kwam kort voor de wapenstilstand uit de provincie naar Parijs. Waarschijnlijk de doch ter van een lagere ambtenaar. Naam: Delpliine Char lotte Fêliclté De marets. Ze was toen niet ouder dan een jaar of zeventien. Een opvallend knappe ver schijning, asblond met donkere ogen „Klopt," roept Pieter Perquin enthousiast. „Ken je haar dan?" „Nooit gezien. Maar je bent bezig een theorie, die tot nu vrij slap op de benen stond, ruggegraat te geven." „Doet me plezier voor je. Om verder te gaan, de dame is klein begonnen. Cliënten voornamelijk onder de Amerikanen met verlof en een dikke porte feuille. De eerste vaste beschermer was Rochard, de parfumfabrikant. Volgens Destombes deed hjj het in stijl: appartement in de rue de Berry, auto met chauffeur in livrei, toiletten van de grote mode huizen. Dat heeft twee jaar geduurd, toen brak ze met hem voor Caillard, de krantenman. In 1925 was ze de vriendin van Rochefeuille van de „Message- ries do l'Est." En toen. zoals het dikwjjls met die dames gaat, was het ineens afgelopen. In 1927 was ze bezig haar juwelen van de hand te doen en mid den 1928 verkócht ze al haar hebben en houden en verdween spoorloos." „Weet je dat heel zeker?" X'raagt Perquin teleur gesteld. „Weet geen van haar vriendinnen „Dat is het belangrijkste van de historie. Onder die dames ging het gerucht, dat de markiezin een reu. zenbof had gehad. Juist toen ze stex'ig aan de grond zat moei ze met een schatrijke buitenlander ge- Irouwrl zijn. Een Zweed of zoiets. Ik heb geprobeerd er iets meer van te weten te komen, maar als dat fameuze huwelijk werkelijk heeft plaats gehad was het niet in Parijs." ..Nee, dat is heel waarschijnlijk. Dank je wel. hoor. Je hebt me een eind op weg geholpen." Hij keert zich naar de brigadier: „Dekker, en nu de wa gen. Wil je juffrouw Derksen zeggen, dat ik niet zeker weet of ik vanavond terug ben? Anders maakt die goeie ziel zich nog maar ongerust." HOOFDSTUK XXII Het is nog stil in het Siécle-Hotel in Antwerpen als Pieter Auguste Perquin de geüniformeerde chas seur over een prairie van rOod tapijt volgt naar het bureau van de directeur. (Wordt vervolgd). Maandagavond is door enige hengel sportverenigingen, de plaatselijke zwem en poloclub en de watersportverenigim „De Vecht" in Weesp een vergadering gehouden, waarop gesproken is over de toenemende waterverontreiniging. De heer B. J. Gelder, voorzitter var de stichting Waterbescherming ui Baarn, uitte zjjn verontwaardiging ove' de laksheid van de regering, die no; steeds achter blijft met een behoorlijk» wetgeving op dit gebied. De heer J. Trouw, secretaris van „D Vecht en oostelijk en westelijk plasst gebied", memoreerde, dat in 1953 ci provincie Utrecht reeds een verordenin heeft gemaakt, die echter nog steeds nie door de regering is goedgekeurd. Utrech is thans bezig-met het maken van plan nen voor een reinigingsinstallatie, maa intussen gaan de Utrechtse industrieë rustig door van de Vecht een open rioo te maken, zo zei de heer Trouw. Eei nieuw probleem noemde hij het lozei van afval door de bewoners van woon schepen. De heer J. N. de Wit, voorzitter va: het Centraal Nederlands Hengelaarsver bond, besprak de laatste vergiftiging; verschijnselen in Zuid-Holland. Hij hiel een pleidooi voor het instellen van got de alarmdiensten door de hengelspor de watersport en de zwemsport geza menlijk, zodat men de regering snel kaï wijzen op vergiftigingsverschijnselen ei ernstige verontreiniging. Vorige week heeft de minister-pre dent prof. De Quay, bjj het afiegg- van de regeringsverklaring in de Twe de Kamer een bespreking op kortete mijn met het georganiseerde bedrijf lex'en aangekondigd over de mogelijk beden om te komen tot een gedifferen tieerde verbetering van lonen en an dere arbeidsvoorwaarden. De bespreking is thans vastgesteld op zaterdag 6juni op het ministerie van Economische Zaken.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 5