Westerse ministers peilen
Gromyko's mening
Lloyd in
The Playhouse International
in Bellevue te Amsterdam
H
Gregoriusblad
jaargang
H
in tachtigste
verjongd
Te veel genees
middelen
De zaak-Meulen
O
Feiten en
Meningen
DE
CARNAVAISMOORD
Besloten zitting door goede
gekenmerkt
opspraak
Voorlopig elke avond tweemaal de
musical „Going Dutch"
Risico moet wor
den genomen
Industrie maakt
Vecht tot riool
Bespreking over
loonvraagstuk
(ÊP'
J
.1
V B
DINSDAG 2 JUNI 1959
PAGINA 5
BUITENLANDSE
KRONIEK
Oorlogsinvaliden aan
de Rivièra
De moeilijkheden bij
Fokker Rio
Belastin gontduikin g
en smokkel verw eten
Voorlichting over kerkmuziek
President Soekarno op
weg naar Los Angeles
Onderwijzers naar
Universiteiten
Minister Cals Alles
zins gerechtvaardigd
Apothekers vergaderen
LORT
Irak zegt overeenkomst
met de V.S. op
iiiiiiniiiiiiiniiiniiiMiiiinnniimiiiiiiimiiiiiiinnmnim
uuuuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiDiiiiiiiiiiiuiiiiimiiiiini
door
MARTIN MO NS
nn
Verontwaardiging over
w ater ver ontreini gin g
Tussen regering en
bedrijfsleven
-
minister» van buitenlandse zeken
der Grote Vier", de Amerikaan Her
ter, de Rus Gromyko, de Brit Lloyd
en de Fransman Couve de Murville, heb
ben gisteren hun Geneefse besprekin
gen in de villa van Gromyko in beslo
ten zitting voortgezet, aldus melden
Reuter en AFP. De beraadslagingen
hebben bijna twee en een half uur ge
duurd. Voorts hadden de ministers
's avond» ten huize van minister Her
ter nog een niet-officiële sa men komst.
Een Sovjet-woordvoerder verklaarde
in antwoord od vragen van journalis
ten dat de bijeenkomst van gisteren
..nuttig" was geweest; waaraan hij toe
voegde: ,,In de komende dagen zult u
horen waarom". Hji zei ook dat de mi
nisters hadder» besloten niets mee te
delen over hetgeen gisteren is bespro-
De Londense „Times" is bepaald geen
sensatieblad en als deze degelijke
Britse krant in grote opmaak met
een belangrijk exclusief bericht
komt. kan men daar niet achteloos aan
voorbijgaan. De officieel onpartijdige
..Times" onderhoudt niet. zulke nauwe
hetrekkhigen met de huidige Conserva
tieve Britse regering als bijvoorbeeld
de Conservatieve Daily Telegraph",
maar ais de ..Times" onthullingen doet
over het kabinet, dan zou men toch mo
gen aannemen dat het blad goed is
voorgelicht.
Zo heeft het gisteren, niet. alleen in
Engeland maar ook in het buitenland,
zeer de aandacht getrokken, dat op de
voornaamste plaats van de voornaam
ste nieuwspagina van de .Times" een
uitvoerige beschouwing stond over de
plannen van premier Macmillan met
ziin minister van Buitenlandse Zaken,
Selwyn Lloyd. De strekking van het be
toog was, dat men over enige maanden
Lloyds aftreden zou kunnen verwachten.
Als de premier, na de komende parle
mentsverkiezingen, een nieuw kabinet
zou moeten vormen aldus de ..Times",
zou hij waarschijnlijk een andere mi
nister van Buitenlandse Zaken willen
hebben. Het blad wijst op het feit, dat
de leiding van het Foreign Office aan
de minister van Buitenlandse Zaken bij
zonder zware eisen stelt, en dat deze
vermoeienissen bijvoorbeeld indertijd
bet leven van Bevin verkort hebben.
Macmillan, die zelf gedurende korte
lijd het Britse buitenlandse beleid be
paald heeft, weet uit ervaring welke
grote verantwoordelijkheden de ..Secre
tary of State for Foreign Affairs" heeft
le dragen. De premier zou nu van me
ning zijn, dat Lloyd lang genoeg deze
last, heeft getorst.
De ..Times" vermeldt niet welke post
Lloyd straks zou
A worden toegewe
zen, maar in En
geland is al eer
der het gerucht ge
gaan. dat de man
Lord K-.nselier zou
worden en dat
Lord Kilmuir, die
nu deze functie bekleedt, het gouver
neurschap zou krijge». van een domi
nion. Lloyd zou op het Foreign Office
worden opgevolgd door de huidige mi
nister van Defensie, Duncan Sandys, of
door de tegenwoordige minister van
Arbeid, Iain Macieod.
Selwyn Lloyd zit al bijna acht jaar
in 'de Britse regering. Toen de Con
servatieven in oktober 1951 aan het
bewind kwamen, gaf de toenmalige
premier, Churchill, hem de post van
..Minister of State" op het Foreign
Office, een functie die men zou kunnen
Vergelijken met die van staatssecretaris.
Llcyd werd de rechterhand van de mi
nister van Buitenlandse Zaken. Eden.
Maar drie jaar later werd Lloyd, bij
een reorganisatie van de regering, be
noemd tot minister van Bevoorrading,
en in april 1955 werd hij met de lei
ding belast van het ministerie van De
fensie, hetgeen betekende dat hij werd
opgenomen in de kern van de regering,
het Kabinet. In dit kabinet kreeg hij
in december 1955 een nog veel voor
namere taak, toen hij minister van
Buitenlandse Zaken werd. Deze functie
beeft hij nu gedurende bijna drie en
een half jaar bekleed, eerst onder pre
mier Eden en vervolgens onder premier
Macmillan.
Eden is in januari 1957 afgetreden
als indirect gevolg van de Suez-crisis.
Het. Engels-Franse optreden tegen Egyp
te in de herfst van 1956 heeft in
dertijd in Engeland grote beroering ge
wekt, en Eden kon bepaald niet vast
stellen, dat hij in zijn politiek ten aan
zien van het Midden-Oosten de hele
natie achter zich had. Het heeft begin
1957, in en buiten Engeland, grote
Verbazing gewekt, dat, terwijl Eden been-
ging, diens minister van Buitenlandse
Zaken overgenomen werd door de nieu
we premier. Selwyn Lloyds naam was
immers ten nauwste verbonden met
wat men wei het Suez-avontuur heeft
genoemd. Van de ministers van het
kabmet-Macmiilan beeft Lioyd het aan
vankelijk dan ook het zwaarst te ver
duren geliad. Hij was lange tijd het
voornaamste doelwit van de kritiek van
de Labour Party.
ken. De woordvoerder zei voorts dat
de vier afgevaardigden vandaag pers
conferenties zullen houden en dat er
vanavond een korte uiteenzetting voor
de verslaggevers zal zijn.
Van Westerse zijde wordt vernomen
dat de Westerse moegendheden giste
ren opnieuw hebben verklaard op welke
punten zij geen concessies kunnen doen
met betrekking tot Berlijn. Hieraan
werd toegevoegd dat er gisteren geen
vorderingen werden gemaakt. Er was
in hoofdzaak gesproken over het berei
ken van een voorlopige regeling van bet
Berlijnse vraagstuk. Gemeld wordt dat
de Westerse ministers Gromyko's me
ning hebben gepeild en dat zij op som
mige punten ophelderingen van hem
hebben verkregen. De bijeenkomst van
gisteren werd gekenmerkt door een goe
de geest. Er werden geen wederzijdse
beschuldigingen geuit.
De afvaardigingen van de Sovjet-
Unie en Oost-Duitsland hebben gister
avond in het. gebouw der Russische de
legatie overleg met elkaar gepleegd.
De groep van 32 Nederlandse oorlogs.
invaliden die zondag onder auspiciën
van „Moveo" vanuit Echt (L.) naar de
Italiaanse Rivièra is vertrokken, ver
blijft thans in de badplaats Cavi di La-
vagna, een naar kilometer van Sestri Le.
vante.
Hier logeert in hotel Astoria een klei
ne Nederlandse groep van vroege va
kantiegangers tussen wie de oorlogsin
validen zich uitstekend thuisvoelen. Tij
dens de goed verlopen veis zijn er ook
contacten gelegd met Duitse oorlogsin
validen, in een sfeer van wederzijds be.
grip.
Volgens U.P.T. wordt aan Fokker Rio
belastingontduiking en de smokkel van
vliegtuigonderdelen verweten. De in
Galeao gevestigde fabriek, welke les-
vliegtuigen voor de Braziliaanse lucht
macht. bouwde, sloot zoals bekend vrij
dag baar poorten en ontsloeg alle em-
pioyé's.
De politie beweert dat de directeur,
prof. ir. E. van Einden, verleden week
had toegegeven dat hij over een periode
van jaren onde.rdelen uit Nederland
heeft gesmokkeld. Eerst heeft Van
Emden volgens de politie be
weerd dat de gesmokkelde onderdelen
al'een monsters waren, maar dat hij,
toen hem vrachtpapieren werden voor
gelegd blijkens welke grote hoeveel
heden het land waren binnengekomen
zonder van de vereiste douane-docu
menten vergezeld te gaan, toegaf dat
de onderdelen gebruikt werden voor de
feitelijke assemblage van de lestoestel-
ien. Tijdens haar werkzaamheden, heeft
Fokker van het ministerie van lucht
vaart meer dan honderd miljoen cru-
Een moment uit het titelnummer van „Going Dutch".
"et is merkwaardig dat de „Times"
het opzienbarende verhaal over
het te verwachten heengaan van
Lloyd publiceert, terwijl de Geneefse
conferentie van ministers van Buiten
landse Zaken nog in volle gang is. Het
komt het gezag van de woordvoerder
van Groot-Brittannië immers niet. ten
Roede als uitgerekend het meest voor
aanstaande Britse dagblad te verstaan
geeft, dat de man niet lang meer aan
het hoofd zal staan van het Foreign
Office. De houding van de „Times" is
vooral zo vreemd, omdat het, optreden
van Lloyd in Genève in Engeland over
het algemeen gunstig wordt beoordeeld.
Toevallig publiceerde net gisteren het
Liberale Britse blad, de „News Chro
nicle", een politieke beschouwing waar
in Lloyd gekenschetst werd als ,,the
biggest of the Big Four" en ,.de sterke
nian van de ministersconferentie".
De „Times" prijst overigens zelf ook
Lloyds activiteiten te Genève, en het
blad w\jst er op dat de minister voor
lopig nog een belangrijke taak heeft
als wegbereider voor de topconferen
tie. die door Macmillan verlangd wordt.
Zolang deze opdracht nog niet. vervuld
is, zal de premier zijn minister niet
kunnen missen.
Maar het is een feit dat Lloyd dooi
de „Times" op een bijzonder kwalijk
ogenblik in opspraak gebracht is, al is
bet betrokken artikel dan ook op zeer
minzame toon gesteld.
Macmillan schijnt allerminst te spre
ken te zijn over het vriendelijk gefor
muleerde, maar hoogst ontactische arti
kel van het biad dat nu eenmaal door
alle belangrijke staatslieden ter wereld
ernstig genomen pleegt te worden.
zeiros gebeurd, t.w. een gegarandeerde
winst van 15 procent voor alle afge- met vele mogelijkheden, Barbara Fer
We zullen de grapjes niet vertellen,
maar 't is wel leuk, wat The Playhouse
International voor u in 't vat heeft. In
het Amsterdamse Bellevue waren maan
dagavond, zo leek het, zowel de Ame
rikaanse als de Britse kolonie bijeen.
De Amerikanen kwamen vanwege Jack
en Jill Lardis, het ondernemende echt
paar, dat een paar maanden geleden
het plan opvatte om Amsterdam in de
zomermaanden nog aantrekkelijker te
maken voor Engels-sprekende toeristen.
En de Britten kwamen voor hun land
genoten. die van „Going Dutch", :oals
het programma gedoopt is, een echte
comedy show weten te maken. De Ne
derlanders tenslotte kwamen uit
nieuwsgierigheid, om te zien wat die
buitenlanders op bet van goed-vader-
landse traditie doortrokken stukje
grond tegenover de schouwburg,
naast het Nieuwe de la Mar komen
doen.
Hel is niet te veel gezegd, wanneer
we „Going Dutch" overrompelend noe
men. Het programma wordt heel vlot
afgewerkt, de muziek is goed, de tek
sten zijn spits maar niet high brow. Dat
zouden ze misschien wel kunnen zijn,
als niet de betekenis, die men er in de
eerste plaats aan zou hechten, onmid
dellijk door allerlei slapstick-effecten
t,e niet werd gedaan. Die teksten zijn
bet werk van Peter Myers, Alec Gra-
hame en Ronald Cass, een drietal lie-
ren, dat. al jaren samenwerkt, zonder
ooit, zoals trots in het programma staat
vermeld, een financiële strop te hebben
hoeven incasseren. Nu, als ze altijd zo
op dreef zijn geweest als deze keer, dan
willen we dat graag geloven.
De fijnzinnige, maar daarom niet min
der dolle Marcia Ashton zou men de
„first lady" kunnen noemen. Zij wordt
bijgestaan door in de eerste plaats
Geoffrey Hibbert, een karakterspeler
die zich in dit genre wijde faam heeft
verworven. Daaromheen fladderen met
veel energie en talent Carole Shelley,
die van haar twintig levensjaren er al
zeventien op de planken heeft doorge
bracht, Peter Reeves, een jong acteur
leverde vliegtuigen.
In een bijzondere zitting van het ge
rechtshof te 's-Gravenhage heeft mr. N.
Th. van Berckel maandaemoreen als
president van dit hof afscheid geno
men. omdat hii met pensioen gaat. De
vice-president mr. B. F. Verveen, werd
als president geïnstalleerd en mr. C. G
van Bijleveld, tot nu toe raadsheer in
dit hof, werd geïnstalleerd als vice-pre
sident.
ris, die veelal danst voor de BBC en
David Morton, die met zijn twee meter
reeds van alles gespeeid heeft, tot
dwergen toe, als het zo uitkwam.
Nee, we zullen u dé grapjes niet ver
tellen. Playhouse Internationa] hoopt in
de komende maanden bijna iedere avond
twee voorstellingen te geven, om half
3 en om 10 uur. Daar kan men dan gaan.
zien wat er gebeurt wanneer in bet'
land van Shakespeare Romeo lady Mac
beth tegenkomt, en wanneer „De Prins-
et. oude Gregoriusblad is in zjjn
tachtigste jaargang onder het be
wind van de nieuwe hoofdredac
teur en voorzitter der Nederlandse Sint
Gregoriusvereniging, prof. dr. J. Smits
van Waesberghe in een totaal nieuwe
en typografisch zeer verzorgde en ver
jongde vorm verschenen. De redactie,
die prof. Smits, van Waesberghe ter zij
de staat, wordt gevormd door Piet Vis
ser als secretaris, drs. J. A. Bank, dr.
B. Kallmann, dr. N. de Goede, J. J. H.
Voncken en H. Strategier. Het blad zal
vijf maal per jaar verschijnen in oen,
naar het eerste nummer leert, vrjj om
vangrijk formaat.
In een inleidend artikel verklaart de
hoofdredacteur de koer», die het b.lad
gaat volgen: voorlichting geven over
de kerkmuziek, zowel de Nederlandse
als de buitenlandse, de oude maar ook
de hedendaagse. Die voorlichting wordt
opgevat meer als oriëntatie en over
zicht, dan als subjectieve mening en
spccialistenstudie.
Uit de indeling van hef blad blijkt,
dat de redactie een duidelijk accent
legt op de hedendaagse muziek. De
reden daarvan vat de hoofdredacteur
samen in de vraag: „Waar zouden
w\j met onze muzikale ontwikkeling
terecht komen, indien wij de eigen
tijdse lucht niet inademen?" Een die
per gaande verantwoording van uit
standpunt vindt men in de uitvoerige
rede, die prof. Smits van Waesberghe
heeft uitgesproken op de bijeenkomst
van de interdiocesane besturen op 39
februari te Utrecht, met welke rede
dit nummer geopend wordt.
De indeling van liet hlad is nu zo, dat
men van de eigen tijd systematisch door
de eeuwen teruggaat tot de oude mu
ziek van de middeleeuwen. Daarna, vol
gen rubrieken als orgelmuziek, koorwe
zen en kerkelijke wetgeving. En ten
slotte muziektheorie en muziekpedago-
gie.
In deze aflevering komen o.m. voor
artikelen van Wouter Paap over Een
Passie in de volkstaal, Jan Mul over
Nieuwe kerkmuziek van Hendrik An-
driessen, van Leo Hanekroot over de
zeventiende eeuwse kerkmusicus Marc-
Antoine Charpentier en van B. Barte-
link over Koraalvoorspelen op grego
riaanse hymnen. M. Pirenne heeft een
analyse bijgedragen van de Missa „Mag
na ad fugam" van Edw. Stam, J. Val-
kestjjn van de Missa Secunda van Jaap
Vranken. A. Asselbergs geeft een over
zicht van Palestrina-litteratuur. J. Het-
tema maakt een aantal opmerkingen
over de nieuwe Instructie van Paus
Pius XII over de Gewijde Muziek en
Piet Visser geeft een bijdrage over liet
muziekonderwijs op de lagere school.
De hoofdredacteur zelf laat zich niet
onbetuigd. Hij maakt oen begin met
twee introductiemethoden in eigentijdse
muziek. Bijzonder belangwekkend is,
wat hij in de eerste zegt over Béla Bar-
tóks melodievorming naar aanleiding
van voorbeelden uit diens Mikrokos-
mos. Hij toont daarin aan, hoe Barbók
absoluut melodisch schrijft, zonder eni
ge betrekking op harmonische structuur
en daarbij feitelijk vermoedelijk vol
gens de schrijver zonder zich daarvan
geheel bewust te zijn in reactie is
tot terug in do twaalfde en dertiende
eeuw. Prof. Smits van Waesberghe
komt tot een frappant voorbeeld in een
Bartók-melodie. welke hij in Grego
riaanse stijl uitschrijft. Naar zijn me
ning mag een kerkmusicus-pianopeda
goog, die de Mikrokosmos niet kent.
niet beweren, dat hij „bij" is en met
zijn tijd meegaat.
President Soekarno van Indonesië
heeft zijn vijfdaags bezoek aan Mexico
beëindigd, aldus meldt Reuter. Hij is
per vliegtuig naar Los Angeles vertrok
ken,
student" m handen valt van dit onge
nadige troepje. En ajs uw Engels niet
meer zo best mocht zijn. dan zult u in
ieder geval om de klappertjes nog heel
hard moeten lachen.
Hlg.
P.S. Dit merkwaardige groepje spreekt
Nederlands ook, als het moet.
(Van onze Haagse redactie)
Minister Cals blijft van mening dat
toelating van onderwijzers tot de uni
versitaire examens in de pedagogiek en
de psychologie alleszins gerechtvaar
digd is. De bewindsman schrijft de
Eerste Kamer, dat het voor de onder
wijzers van bijzonder belang is dat zij
zich zo ver en ,0 volledig mogelijk
kunnen ontplooien. De minister meent
dat er geen gevaar bestaat dat de
kweekschool hierdoor aan haar primai
re doel zou voorbijschieten en een in
richting voor voorbereidend hoger on
derwijs zou worden. Hij verwijst in dit
verband naar de hogere landbouwscho
len, die eveneens universitaire rechten
geven en toch primair beroepsonder
wijs blijven. Hij meent te moeten af
zien van de eis van een colloquium doc-
tuni o( ander aanvullend onderzoek voor
de toelating. De kweekschool acht hij
een xoldoende waarborg voor verant
woorde toelating.
De minister erkent de bezwaren van
de 23 hoogleraren in de pedagogiek en
psychologie, vervat in liet bekende
adres. Ook hij ts van mening dat de ken
nis van de talen en de natuurweten
schappen bij velen van de abituriënten
te kort schiet, doch hij is van mening
dat het risico moet worden genomen.
De minister acht het niet verant
woord de bezitters van de middelba
re akte a, toegang te geven tot de uni
versitaire examens in hun vak. Hier
bij zjjn de objectieve maatstaven van
algemene ontwikkeling onvoldoende ge
waarborgd. Zoals men weet is voor hei
afleggen van middelbare examens a
geen speciale vooropleiding vereist. Mi
nister Cals kan thans nog geen opgaaf
doen van de middelbare akten en hun
universitaire rechten. Er is momenteel
overleg gaande tussen het ministerie
en de universiteiten, in hoeverre de
aansluiting bevredigend kan worden
verkregen.
Overigens blijft ook thans nog het
standpunt van de minister dat door
gaans toelating tot de academische
examens slechts dan kan geschieden
wanneer men diploma's bezit van op
leidingen die op de universitaire studie
zijn gericht. Slechts bij bepaalde voor
„Wij beschouwen de buitensporige
groei van het geneesmiddelengebruik
als een bijzonder ernstig probleem;
iedereen die gegevens over het gebruik
van b.v. slaapmiddelen en vitaminen
onder ogen krijgt, zal onze visie de
len." Veelzijdig speurwerk leidt voorts
tot een groot aantal vrijwel analoge
preparaten, hetgeen een kostenverho
gende tendentie tengexolge heeft. Dit
geldt met name in de ziekenfondsprak-
tük, xvaar de natuurlijke remming ont
breekt die voor de particuliere patiënt
het steeds duurder worden der medi
camenten oplevert. Is daardoor de po
sitie van de particuliere patiënt niet
ongunstiger geworden? zo vroeg de
heer H. A. A. J. Martens, voorzitter
van de Kon. Ned. Mij. ter bexordering
van de pharmacie zich af in de ope
ningsrede voor de algemene xergade-
ring dier maatschappij. W'ij menen, zo
xerxolgde spreker, dat het bittere nood
zaak is om een verantwoorde keuze
te maken uit alles wat thans als ge
neesmiddel bekend is en als zodanig
gepropageerd wordt.
De heer Martens sprak \:oorts o.m.
over de studie in de farmacie en over
de oudedagvoorziening van de apothe
ker. Er is ernstige kritiek geuit op de
bijzonder lange duur (gesproken is
van negen jaar of langer) der oplei
ding. Er moet ergens misverstand
schuilen, aldus de voorzitter, omdat het
programma het mogelijk maakt voor
iemand die werken wil in circa zeven
jaar af te studeren. Dat de duur van de
farmaceutische studie vergeleken bij 15
a 20 jaar geleden wel wat is verlengd,
is niet te verwonderen als men let op
de stormachtige ontwikkeling der far
macotherapie sedert de laatste oorlog.
Over de oudedagsvoorziening zei de
voorzitter, dat deze velen zorg baart.
Door de migratie van vele binnen
stadbewoners naar de buitenwijken zijn
vele apotheken van gudere collega's nau
welijks gegroeid of zelfs teruggelopen.
Verscheidene onzer leden aldus de
voorzitter kunnen hun praktijk dan
niet neerleggen en zijn gedwongen zo
lang het even gaat hun beroep tot in
hoge ouderdom uit te oefenen. Spreker
adviseerde tijdig contact op te nemen
met de plaatselijke collega's om te be
zien of, als directe overdracht onmoge
lijk is, misschien voor overdracht van
de praktijk aan de omliggende apothe
kers een bevredigende oplossing kan
worden gevonden.
iiiiiiriiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMimiiimiiiiiiiiiiiiii
Bill Rayner heeft in Birmingham
aan het persbureau Reuter zijn nood
geklaagd over de zeep. Rayner is di
recteur van een vlooientheater. ..Het is
gewoon belachelijk," zei hij, „hoe de
mensen zich tegenwoordig wassen. Dat
betekent niet, dat de mensen in mijn
jonge jaren vuil waren. O, neen. Maar
zjj wisten maat te houden en dan wilde
e» nog wei eens een vlo op overschie
ten. Maar tegenwoordig werken ze zo
duchtig met water en zeep, dat het on
mogelijk is aan vlooien van mensen te
komen. En om die mensenvlooien gaat
het mij juist. Die zijn de beste voor een
circus; want ze leren vlug." Tot dus
ver is Rayner met zijn vlooientheater
alle jaren op de kermis van Birming
ham verschenen, maar dit jaar heeft
hij verstek moeten laten gaan. Hij
denkt er nu bver een muizentheater te
beginnen, maar het liefst zou hi.j toch
in de vlooien branche blijven. Maar dan
opleidingen, en dan nog voor aansluiten-! moet hij geholpen worden, zegt hij.
de studie, kan hiervan worden afgewe-T~ J J"
ken. De kweekschool is daarvan een
voorbeeld.
Het Amerikaanse ministerie van bui
tenlandse zaken heeft meegedeeld dat
Irak een overeenkomst tot miljtaire
hulpverlening, die het in 1954 met de
Verenigde Staten had gesloten, heeft
opgezegd. Aldus meldt Reuter. Hieraan
werd toegevoegd, dat Amerika sinds de
revtlutie van medio 1957, waarbij ko
ning Feisal werd vermoord en Kassem
c.s. de macht aan zich trokken, geen
militaire uitrusting meer naar Irak
heeft gezonden.
.Iemand die niet aan zeep verslaafd
is" moet bereid zijn hem een aantal
leergierige mensenvlooien te leveren.
„Ik betaal de hoogste prijzen," aldus
Bill Rayner.
In het Oostduitse blad „Neuer Weg"
is enige tijd geleden een plan gepubli
ceerd om hoge militairen gedurende
één maand per jaar de laslen te laten
voelen van hun ondergeschikten. Het
blad schreef, dat ook hooggeplaatste
commandanten een maand lang als ge
méén soldaat zouden moeten dienen.
Algemeen werd dit voorstel van „Neuer
Weg" beschouwd als een propaganda-
trucje van de Oostduitse communisti
sche autoriteiten. Maar een correspon
dent van United Press Internationa)
heeft nu in Rostock vernomen, dat het
III
|m de verklaring van het echt
paar Meulenbelt inzake de ont
moeting met de heer van Erp
Taalman Kip op het Arnhemse poli
tiebureau beter te kunnen begrijpen,
dient men te weten, dat het echtpaar
gezeten was in een kamer, die be
halve de deur naar de gang nog een
zijdeur had.
De heer van Erp Taalman Kip
kwam binnen door de gangdeur,
wendde zich tot het echtpaar en
vroeg aan de heer Meulenbelt: u
hebt het verlangen om in een inrich
ting opgenomen te worden, collega?
Of althans woorden van deze strek
king. Op de krachtige ontkenning
van de heer Meulenbelt. bleef de
heer van Erp Taalman Kip enkele
ogenblikken in gedachten staan en
verdween toen door ds zijdeur. Na
enig wachten keerde hij in de kamer
terug, liep langs het echtpaar heen
zonder het nog aan te kijken en \'er-
dween door de eerste deur naar de
gang. Dit was alles. Na verder wach
ten verscheen dan de cortège van de
twaalf agenten met de brancard en
dc man in de witte jas.
De heer en mevrouw Meulenbelt
verzekeren, dat de heer van Erp
Taalman Kip niet meer gezegd en
niet meer gedaan heeft, dan hierbo-
x'en is weergegeven. Zij beroepen
zich op een onderhoud, dat veel later
heeft plaats gehad tussen hen en de
heer van Erp Taalman Kip in tegen
woordigheid van een getuige, die een
vooraanstaand lid is van de rechter
lijke macht, sedertdien benoemd in
de Hoge Raad. In dit onderhoud
heeft de heer van Erp Taalman Kip
deze feiten erkend, volhoudende juist
te hebben gehandeld met de herhaal
de verzekering: ,,Ik moest wel."
In de tweede plaats beroepen de
heer en mevrouw Meulenbelt zich op
een verhaal, dat hun is overgebracht
door mensen die. om opheldering te
krijgen, een onderhoud hebben ge
had met de heer Samkalden. toen
minister van Justitie. Volgens dit
verhaal heeft de minister hetzelfde
verteld, dit nog eens concluderend
samenvattend in zijn eigen woorden
als: de heer van Erp Taalman Kip
heeft de Meulenbelts een minuut ge
zien.
Vervolgens halen de heer en me
vrouw Meulenbelt een tegenover hen
uitgesproken verklaring aan van de
heer Dolk, regionaal inspecteur van
het Staatstoezicht op de geestelijke
volksgezondheid. Deze heeft onge
veer een half jaar na het drama een
onderzoek ingesteld naar het ge
beurde en hij heeft aan de Meulen
belts gezegd: u verkeerde niet in een
psychotische toestand, maar u hebt
wel ongebruikelijk gehandeld. U bent
echter in bewaring gesteld, omdat
er op dat politiebureau iets gebeu
ren moest.
De heer en mevrouw Meulenbelt
geven toe, dat zij tengevolge van de
oplopende spanningen in de loop
van de tijd gaandeweg opgewonden
en zenuwachtig zijn geworden, maar
zjj ontkennen pertinent, dat zij niet
toerekeningsvatbaar waren, nog
minder geven zij toe, dat zij krank
zinnig waren en nog veel minder
dat zij voor wie of wat dan ook ge
vaarlijk hebben kunnen zjjn. Zij heb
ben naa' hun even stellige verkla
ring geen gezamenlijke kreten of
spreekkoren geslaakt; zjj hebben zich
welbewust van ieder wild gedrag ont
houden, beseffende dat iedere onbe
heerste daad als een symptoom van
krankzinnigheid beschouwd zou kun
nen worden. Om diezelfde reden
heeft de heer Meulenbelt zich zelfs
niet verzet, naar hij zeide, toen hij
op de brancard werd geduwd. Mevr.
Meulenbelt evenmin. Zij heeft echter
wei uitgeroepen: „is dit nu Justitie!"
of soortgelijke woorden. Dat zij on
der al die wederwaardigheden toch
wel opgewonden, ontdaan, zenuwach
tig waren geworden, wie zal zich
daarover verbazen, aldus het echt
paar.
Op dit punt dienen aan de amb
telijke lezing te worden toegevoegd
nadere verklaringen, die mr. G. W.
Arendsen Hein ons heeft gedaan en
die als aanvullingen op de ambte
lijke lezing zijn te beschouwen.
Verklaring mr. Arendsen Hein.
Ook in deze verklaring wordt uitge
gaan van het bestaan van een onop
losbaar gebleken conflict tussen de
lieer Arendsen Hein en de heer
Meulenbelt. Eerstgenoemde kreeg
op die 23ste februari 1955 kennis van
de zet die het echtpaar Meulenbelt
bezig was tegen hem uit te voeren
door een telefoon van de wacht
meester der Rijkspolitie te Eder-
veen, die hem vertelde van het be
zoek, dat hij op dat moment had
van het echtpaar Meulenbelt. Wat
de wachtmeester precies gezegd
heeft blijkt niet duidelijk uit het ver
haal. doch de heer Arendsen Hein
herinnert zich wel uit de verklarin
gen van de wachtmeester voor het
eerst de indruk te hebben gekregen,
dat er met de Meulenbelts iets
vreemds aan de hand was. Hij voeg
de er echter aan toe er in het ge
heel niet op voorbereid te zijn ge
weest, dat de situatie zich tot een
psychotische toestand zou ontwikke
ien. Overigens moet hjj in het ver
haal aanleiding hebben gevonden
om de wachtmeester te adviseren
zich te wenden tot de huisarts van
het echtpaar. Althans dit meent de
heer Arendsen Hein zich te herinne
ren.
Zelf kon hij zich op dat ogenblik
niet met het geval bemoeien, aan
gezien hij met de trein naar Den
Haag moest, waar staatssecretaris
Muntendam hem op een bepaald
uur verwachtte. De heer Arendsen
Hein is direct daarop met zijn auto
naar het station De Klomp gereden,
en dit verklaart dan dat de Meulen
belts, die eveneens op het station
op de trein in de tegenovergestelde
richting (naar Arnhem) wachtten,
die auto zagen aankomen.
Pas enkele uren later, terwijl de
heer Arendsen Hein zich bij de
staatssecretaris bevond, hoorde hij
van het verloop der geschiedenis.
Hij werd toen opgebeld door dr.
Boonzaayer, de directeur van de
GGD te Arnhem, die hem vertelde,
dat de Meulenbelts zich op het po
litiebureau te Arnhem bevonden en
in het kort een beschrijving gaf van
de toestand, waarin zij verkeerden,
die alarmerend genoemd moest
worden. (Voor goed begrip diene,
dat de heer en mevrouw Meulenbelt
mij vertelden, dat zij zich op weg
naar De Klomp nog een ogenblik
hebben gewend tot de politieman te
Ederveen, doch begrijpende dat die
niet was opgewassen tegen een der
gelijke moeilijke situatie, hem weer
spoedig verlaten hebben om hun
xveg te vervolgen).
Bij de staatssecretaris te Den
Haag verblijvende, aldus de heer
Arendsen Hein. kon hij verder ook
niets uitrichten.
Op mijn uitdrukkelijke vraag, of
hij van Den Haag uit misschien de
heer van Erp Taalman Kip heeft
opgebeld, gaf de heer Arendsen
Hein een beslist ontkennend ant
woord. eraan toevoegende, dat hem
daarvoor tijdens een audiëntie bjj
de staatssecretaris alle gelegenheid
ontbroken had.
Op mijn \a-aag, of hjj dr. Boon
zaayer had geadviseerd de hulp van
de heer van Erp Taalman Kip in
te roepen. antwoordde de heer
Arendsen Hein zich dit na zoveel
tijd uit een ietwat haastig gevoerd
telefoongesprek niet meer te kunnen
herinneren. Hij zei: het kan zijn,
dat ik het heb geadviseerd, maar
het kan ook wel zijn, dat de heer
Boonzaayer heeft geopperd dit te
zullen doen.
Op een derde x'raag, of n.l. de
heer Arendsen Hein de plaatsen in
Groot Graffel heeft besteld, luidde
het antwoord eveneens beslist ont
kennend. Ook daar was op dat mo
ment geen gelegenheid x'oor en enig
vermoeden, dat spoedeisende inbe
waringstelling nodig zou kunnen
worden, had de heer Arendsen Hein,
voor hij dit telefoontje in Den Haag
ontving, niet gehad. Wel heeft de
heer Arendsen Hein zich later, toen
het echtpaar in Groot Graffel was
Opgenomen, tot het ziekenfonds ge
wend met het verzoek de zaak cou
lant te willen behandelen. Het bleek
hem dat dit strikt genomen niet
eens nodig was geweest. Het Zie
kenfonds was toch gehouden tot be
taling der verpleegkosten.
(wordt vervolgd)
LIBRA.
allemaal bloedige ernst is. Een Oost
duitse marineman heeft hem verteld,
dat thans een admiraal als gewoon ma
troos dienst doet op een klein vaartuig
van de Oostduitse marine. Op het
schip in casu is men zeer verbaasd ge
weest. toen de admmaal zijn intrede
deed in een gewoon matrozenpak. Pas
nadat hjj een week of wat met alle
oefeningen en aile corvees had meege
daan, stram in de houding had gestaan
voor zjjn „meerderen" en op zijn kop
had gekregen, omdat zjjn kast er niet
onberispelijk uitzag, is men wat aan de
gedachte gaan wennen.
Op een van de laatste zonnige dagen
in Engeland deed June Hey worth wat
haar meeste landgenoten deden: zjj be
sloot naar zee te gaan. Zjj keerde haar
spaarpot om en kocht een treinkaartje
van haar woonplaats, Newburn, naar
Bognor Regis, ongeveer 600 km ver.
Met de man achter het loket had June
geen last. Maar toen zij op het punt
stond in de trein te stappen, greep een
politie-agent in. June is vijf jaar oud...
51
„Je bent nog altjjd dezelfde malloot," zegt Gerard
Horstman met het verdraagzame aplomb van iemand
die zich gearriveerd weet, „Vooruit, Pieter, neem
een dagje vrijaf, dan gaan we samen gezellig bor
relen en eten."
„Gaat niet, mannetje. Ik ben geen rijke effecten
makelaar. Ik ben maar een arme loonslaaf. Mijn
tijd behoort de gemeenschap. Tot kjjk en pas op jt
lijn. Je begint ai een aardig buikje te kweken. Wal
zeg je? Geen dank. hoor. Beschouw die waarschuwing
maar als een vergoeding voor de grote dienst, die
jp me met je inlichtingen, bewezen hebt."
Het autoportier klapt dicht en het kleine wagentj»
vliegt met een voor een behoorljjk politieman ongr
paste vaart de statige Herengracht langs.
HOOFDSTUK XXI
„Inspecteur," zegt agent van Tilburg en zjjn oge.
hebben weer de uitdrukking van een hondje, dat eer
bjjzonder moeilijk kunstje vertoont, ,.ik weet, dat hei
tegen dc regels is, ziet u. En ik hoop dat u, als ik
spul met de commissaris krijgIk heb al mijn
best gedaan er met hem over te praten, maar hij
wou niet luisteren. Ik zeg niet, dat het met diejen
moord op het Asselbergplcin iets te maken heeft,
moar ziede, het zou toch kunnen en ziede," agent
Van Tilburg richt zich hoog op, ,,'nen moord is nen
moord en als politieman ben ik toch verplicht rap
port te maken, ook al gelast de commissaris mij te
zwijgen!"
„Waar heb je bet eigenlijk over, Van Tilburg?"
..Over diejen auto, die zoaterdagoavent op de Do-
minicanessensingei stond, inspecteur."
„Wat zaterdagavond? En wat was dat. voor een
auto en waar zag je die dan?" vraagt Perquin ge
spannen.
Agent Van Tilburg baalt nog eens diep adem,
schraapt zijn keel en steekt van wal. Als hjj zjjn
verhaal beëindigd heeft, zegt hjj nog eens: „En ziede,
inspecteur, den'commissoaris heeft nou wel gezeed,
lig me niet aan m'n oren te zeuren. Van Tilburg,
moar ik vond
..En je weet dus zeker, dat het die auto was?
Heb je het nummer genoteerd?"
„Da's het eerste wa dad ik gedoan heb, inspec
teur. Kan ik als den commissoarisAgent Van
Tilburg begint, een beetje bang te worden voor de
gevolgen van zijn moed. Discipline is per slot van
rekening discipline en inspecteur Perquin gaat, maar
commissaris Langelaar bljjft.
„Maak je maar niet ongerust, maar mondje dicht,
hoor. Sapristi, al kwart over negen. Dekker, maak
me eens een verbinding met Parijs. O, nee, wacht,
dat is intercommunaal, geloof ik." Hij neemt de hoorn
van de haak. „Jarjayes, eindeljjk. Wat? Nou ja.
dat moet. je niet zo letterlijk nemen. Dus maandag
morgen weggegaan? En alleen? Heeft zich met een
taxi naar het vliegveld laten brengen? Woensdag voor
liet diner terug. Weet je ook waar hij in die tussen
tijd geweest is?"
„Nee, maar ik wil wel proberen het voor je uit
te zoeken. Intussen kan ik je, als er haast bij is,
wel een en ander van de „markiezin" vertellen. Ik
liep gisteren toevallig tegen Destombes aan en die
weet alles van het uitgaansleven van Parijs in de
laatste veertig jaar. De dame die die aristocratische
bijnaam droog, kwam kort voor de wapenstilstand
uit de provincie naar Parijs. Waarschijnlijk de doch
ter van een lagere ambtenaar. Naam: Delpliine Char
lotte Fêliclté De marets. Ze was toen niet ouder
dan een jaar of zeventien. Een opvallend knappe ver
schijning, asblond met donkere ogen
„Klopt," roept Pieter Perquin enthousiast.
„Ken je haar dan?"
„Nooit gezien. Maar je bent bezig een theorie,
die tot nu vrij slap op de benen stond, ruggegraat
te geven."
„Doet me plezier voor je. Om verder te gaan,
de dame is klein begonnen. Cliënten voornamelijk
onder de Amerikanen met verlof en een dikke porte
feuille. De eerste vaste beschermer was Rochard,
de parfumfabrikant. Volgens Destombes deed hjj het
in stijl: appartement in de rue de Berry, auto met
chauffeur in livrei, toiletten van de grote mode
huizen. Dat heeft twee jaar geduurd, toen brak ze
met hem voor Caillard, de krantenman. In 1925 was
ze de vriendin van Rochefeuille van de „Message-
ries do l'Est." En toen. zoals het dikwjjls met die
dames gaat, was het ineens afgelopen. In 1927 was
ze bezig haar juwelen van de hand te doen en mid
den 1928 verkócht ze al haar hebben en houden en
verdween spoorloos."
„Weet je dat heel zeker?" X'raagt Perquin teleur
gesteld. „Weet geen van haar vriendinnen
„Dat is het belangrijkste van de historie. Onder
die dames ging het gerucht, dat de markiezin een reu.
zenbof had gehad. Juist toen ze stex'ig aan de grond
zat moei ze met een schatrijke buitenlander ge-
Irouwrl zijn. Een Zweed of zoiets. Ik heb geprobeerd
er iets meer van te weten te komen, maar als dat
fameuze huwelijk werkelijk heeft plaats gehad was
het niet in Parijs."
..Nee, dat is heel waarschijnlijk. Dank je wel.
hoor. Je hebt me een eind op weg geholpen." Hij
keert zich naar de brigadier: „Dekker, en nu de wa
gen. Wil je juffrouw Derksen zeggen, dat ik niet
zeker weet of ik vanavond terug ben? Anders maakt
die goeie ziel zich nog maar ongerust."
HOOFDSTUK XXII
Het is nog stil in het Siécle-Hotel in Antwerpen
als Pieter Auguste Perquin de geüniformeerde chas
seur over een prairie van rOod tapijt volgt naar het
bureau van de directeur.
(Wordt vervolgd).
Maandagavond is door enige hengel
sportverenigingen, de plaatselijke zwem
en poloclub en de watersportverenigim
„De Vecht" in Weesp een vergadering
gehouden, waarop gesproken is over de
toenemende waterverontreiniging.
De heer B. J. Gelder, voorzitter var
de stichting Waterbescherming ui
Baarn, uitte zjjn verontwaardiging ove'
de laksheid van de regering, die no;
steeds achter blijft met een behoorlijk»
wetgeving op dit gebied.
De heer J. Trouw, secretaris van „D
Vecht en oostelijk en westelijk plasst
gebied", memoreerde, dat in 1953 ci
provincie Utrecht reeds een verordenin
heeft gemaakt, die echter nog steeds nie
door de regering is goedgekeurd. Utrech
is thans bezig-met het maken van plan
nen voor een reinigingsinstallatie, maa
intussen gaan de Utrechtse industrieë
rustig door van de Vecht een open rioo
te maken, zo zei de heer Trouw. Eei
nieuw probleem noemde hij het lozei
van afval door de bewoners van woon
schepen.
De heer J. N. de Wit, voorzitter va:
het Centraal Nederlands Hengelaarsver
bond, besprak de laatste vergiftiging;
verschijnselen in Zuid-Holland. Hij hiel
een pleidooi voor het instellen van got
de alarmdiensten door de hengelspor
de watersport en de zwemsport geza
menlijk, zodat men de regering snel kaï
wijzen op vergiftigingsverschijnselen ei
ernstige verontreiniging.
Vorige week heeft de minister-pre
dent prof. De Quay, bjj het afiegg-
van de regeringsverklaring in de Twe
de Kamer een bespreking op kortete
mijn met het georganiseerde bedrijf
lex'en aangekondigd over de mogelijk
beden om te komen tot een gedifferen
tieerde verbetering van lonen en an
dere arbeidsvoorwaarden.
De bespreking is thans vastgesteld
op zaterdag 6juni op het ministerie
van Economische Zaken.