De goudgele kantharellen van Giersbergen TILBURG, GEBED IN EEN KRANS VAN GROEN De weelde van de Vlaamse miniatuur Prachtig afwisselend natuur schoon en goede eethuizen een vakantieland zonder weerga Wonderlijke tegenstellingen in de levenssfeer van de Bourgondische tijd Boekverluchting schiep mogelijkheden voor grote monumentale kunst FONS VITAE M06d®t VBabgehuidj' rTBABYDERMSS V B ZATERDAG 18 JULI 1959 Tilburg ligt in een krans van groen: in alle richtingen vindt men op korte afstand uitgestrekte bossen en heiden, vennen, zand verstuivingen en recreatie-oorden, waar jaarlijks vele tien duizenden uit Nederland en daarbuiten verpozing vinden. Daartussen ligt het Midden-Brabantse boerenland, dat met zijn houtwallen en boompartijen met de omringende natuur harmonisch verbonden is. Landelijke wegen en fietspaden leiden door dit Brabantse landschap, langs oude boerderijtjes met de lindebomen als een erewacht voor de deur; langs kruisbeelden en kapellekes; langs romantische café- tjes en moderne eethuizen; en door de oude kernen van prachtige dorpen. Midden-Brabant is een recreatiegebied bij uitnemendheid en velen die Brabant als vakantieland prijzen, zingen in feite de lof van deze streek. *z mmmf. imwe inm; r, mds muémm^jS mpHti- fliKfTrmainmp y* a&tw ft eiMmm tfjm tm tefHWf«fe petst taföitw Mi fiCmmc. tfbHGtccztte8& aftfitmOftrnmt üm(c tpuftfaifm mt* tffop Trnma mft m Ca pfffiiTwi pufmt imtrn U mtt&ft* i üwSmMCa f» mnmrwfa pfwttm*# (feu»** zneBfa timtrnw, Ce \méit tixttmt ytcfimmt fknnmw xr0t mirt fit tfltmesmftttveteié Ue mrti efait tvcfimttMtehma üeftmnUr ante» et 'mtaum zo staan ae bomen van het landschap van Midden-Brabant tegen de lucht afgetekend. Kanovijver in bekend recreatie-oord. De grootste bekendheid geniet nog al tijd Oisterwijk, waar de prachtige bos sen met de beroemde vennen de grote trekpleister vormen. Een van de ven nen is als natuurbad ingericht. In de nabijheid ligt ook het natuurtheater. waar de Oisterwijkse amateurs ieder jaar een uitstekend programma bren gen en waar van tijd tot tijd beroeps gezelschappen optreden. De massa-re- creatie die men in Oisterwijk vindt, richt zich op een beperkt gebied, gren zend aan de Gemullehoekenweg, de gro te allee die van het dorp de bossen in leidt. Fijnproevers trekken wat verder het bos in en vinden aan de zuid-oost- rand van het bosgebied de Kampina- heide, een meer dan 1000 ha. groot na tuurreservaat, dat evenals het Oister wijkse vennengebied eigendom is van Natuurmonumenten. De Kampina om vat niet alleen de prachtige hei waar een openbaar fietspad doorheen loopt in de richting Boxtel maar ook een fraai, rijk gevarieerd bosgebied aan de oostrand. Beperkt toegankelijk zijn de omgeving van de Huisvennen in het noorden, die voor de planten en vogels gereserveerd zijn, en het dal van het riviertje de Beerze. omgeven door zeld zame blauwgraslanden en andere kwets bare vegetaties, die alleen voor weten schappelijk onderzoek openstaan. De Drunense duinen Een ander indrukwekkend natuur, gebied wordt gevormd door de Loonse en Drunense Duinen die van Helvoirt tot Kaatsheuvel rei ken. Hier ligt de grootste bezitting van Natuurmonumenten: meer dan 1300 ha. stuifzand en bossen. Hier trekt in het najaar de kleurige Udenhoutse slipjacht uit en in de winter wordt op de hellingen bij „Bosch en Duin" de skisport beoefend. De laatste januari maand was het een waar wintersport centrum; „Bosch en Duin", dat ski's verhuurt, was zijn 50 paar latten 's zondagsmorgens om acht uur al kwijtUiteraard is het er het drukst in de zomermaanden, maar ook hier beperkt de drukte zich tot bepaalde punten. Daarbuiten kan men uren dwalen en klimmen zonder een sterveling te zien; men kan er zelfs verdwalen, want het is er moei lijk, een rechte lijn te volgen. In de nazomer vindt men op de bemoste hellingen tussen het eikenhakhout he le bedden goudgele kantharellen. Als u daar een liefhebber van bent, moet u eens ten westen van het gehucht Giersbergen het bos intrekken, dan vindt u ze na enkele kilometers Over De Efteling hoeven we eigenlijk niet meer te schrijven. Dit veelzijdige recreatiecentrum, waarvan het befaam de sprookjesbos maar een klein onder deel vormt, is genoegzaam bekend. 150 ha. levensvreugde, te land en te water, in zwembad en kanovijvers, in speel tuin en sprookjesbos, op terrassen en in de stoomcarrousel, in gezellige druk te, maar dank zij de ruimte ook in se rene rust, als men daar behoefte aan heeft. Landgoed „De Utrecht" Midden-Brabant heeft veel geu rig dennenbos, maar ook weel derige loofbossen, bij Uden- hout, rond het vogelreservaat De Brand; bij Oirschot, op het prachtige landgoed De Baast, waar zich de kristalheldere Beerze kronkelt tussen het kantwerk van de varens: en, ver der naar het zuiden, op het enorme landgoed De Utrecht, waar men in de vroege zomer duizenden kapmeeuwen zich kan zien nestelen in de vennen Het Goor en De Flaas. Als u daar heentrekt, passeert u Hilvarenbeek, met rond de groene Vrijthof de ge zellige café-terrassen. Misschien treft u het, dat burgemeester-beiaardier Meuwese in de ranke toren het caril lon bespeelt. En wie eind juli gaat, belandt er in de joyeuze cultuurdagen. Op het landgoed De Utrecht zelf moet u beslist de landelijke herberg „In den Bockenrijder" trachten te vinden, waar u op verrukkelijk, eigengebakken brood de beste eieren met spek kunt eten die in Brabant geserveerd worden. Culinaire specialiteiten zijn er veel in deze streek. In Tilburg zelf kunnen we u de Franse keuken „La belle meunière" van Mo dern aanbevelen en de rötisserie „Au Gourmet" van Riche. Brusselse spe cialiteiten en uitgelezen rijsttafels vindt u in Chatelet Sonnevanck in Oirschot maar gaat u ook even door naar het prachtige marktplein! In Ois terwijk heeft u misschien wel de groot ste keus. Daar ligt, midden in de bossen, het moderne bungalowpark „De Rosep". waar champignonge rechten een van de specialiteiten zijn. Befaamd is voorts het neo-Brabantse eethuis De Jonge Hertog, dat u on beperkte hoeveelheden haantjes voor zet; men houdt er een eigen hoender park op na en een unieke plukmachi- ne staat er borg voor, dat zelfs aan de grootste vraag snel kan worden voldaan. Als u een uitgebreide Bra bantse koffietafel op prijs stelt, kunt u in Oisterwijk in Groot Speyck te recht. Ook De Efteling in Kaatsheuvel weet daar wat van te maken. Rijst tafelen kunt u in Oisterwijk hijzonder goed in hotel Chalet du Bois aan de Moergestelseweg. In Goirle heeft Boschlust een grote faam; speciaal gezelschappen kunnen daar goed terecht. Dit laatste geldt ook voor De Efteling en voor Bosch en Duin (Loon op Zand) een landelijke uit spanning. waar men temidden van op gezet gedierte van kip aan het spit en Advertentie nniiHiiiimniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiHiuiiiiiiiiiHiiiiiiiiiuiiiiiiiiiuiiitiiiiiiiiiiiiiiitiutiiiiitiiftiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiigiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiii 1 MIDDEN-BRABANT: llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHIllllllllllllllllIlllllllUIIIIIIIIIlllllIlllllllllllllllllllllllIIIIIIIIlllllllllllllllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIilllllllllllllllllUllllllllllllllllllIlllllllllllllllllllllllllllllll van kruidige jachtschotels kan genie ten. En wilt u eens de keuze hebben uit 20 verschillende soorten pannekoek, ga dan naar hotel De Lekpot aan de Rijks weg in Enschot. Na deze genietingen gaan we weer het landschap in om nog even iets te zien van de buitenplaatsen. Tilburg heeft al tijd een vrij groot aantal gegoede inge zetenen gehad op het ogenblik zijn er ongeveer 650 inkomens boven de ton en die welstand weerspiegelt zich ook hier in villa's en buitenhuizen. De villabouw rond Tilburg is niet zonder allure. De oudere buitens, die men aan treft langs de uitvalswegen naar Den Bosch en Breda en in Goirle en Oister wijk, ademen de sfeer van Engelse landhuizen; de wat jongere bouw, voor al die van de dertiger jaren, is vaak door het Franse buitenhuis geïnspireerd. Ultramoderne villa's of bungalows treft men nog haast nergens aan. Wat men aan moderne landhuizen ziet, is nog altijd tamelijk romantisch, hetgeen overigens niet wil zeggen, dat het mis staat. De traditionele buitenplaatsen Goirle en Oisterwijk zijn nog altijd in trek, maar bieden niet veel mogelijkhe den meer. Daarom richt de Tilburgse villabouw zich thans op Kaatsheuvel. Binnenkort zal ook Hilvarenbeek een villapark gaan aanleggen. De grondprij zen liggen in deze gemeenten in 't alge meen rond de 12 gulden per meter. In Tilburg zelf waar in het uitbrei dingsplan De Reit enige ruimte voor vil labouw gereserveerd is moet men op 25 h 35 gulden rekenen. Ruime bui tens mag men daar dus vermoedelijk niet verwachten. De uitbreidingsplannen staan er borg voor, dat de villabouw niet ten koste gaat van het natuurschoon. Aan de Ois terwijkse vennen zullen beslist geen landhuizen verrijzen. De aaneengeslo ten boscomplexen en recreatiegebieden blijven ongeschonden. Als u er toch eens een tijdje met alle comfort mid den in wilt wonen, kunt u dat genoegen smaken in twee moderne bungalowpar ken: De Rosep in Oisterwijk en De Klinkaert in Drunen. Voorts zijn er di verse kampeerterreinen en vooral in Oisterwijk particuliere pensions. Ook in Midden-Brabant is het lang niet altijd goed weer, al valt het klimaat jn de bossen doorgaans erg mee. Bij slecht weer zijn er echter diverse mogelijkheden: Tilburg heeft behalve zeven biosco- en een textielmuseum, een volken- undig museum en een natuur-histo- risch museum, drie instellingen die een bezoek ten volle waard zijn. Voorts is er in Tilburg een perma nente tentoonstelling Kunst en Am bacht. In Oisterwijk is het poppenthea ter van Cia van Boort zeer de moeite waard en in Waalwijk vindt u een interessant schoenenmuseum. Behal ve in Oisterwijk en Kaatsheuvel zijn er nog natuurbaden in Waalwijk en Goirle. Tilburg zelf bezit 's lands grootste en modernste circulatiebad. Een andere attractie is het Tilburgse Dierenpark, dat eveneens een toeris tische trekpleister is. De kwaliteiten van midden-Brabant als vakantieland zullen op Hart van Brabant duidelijk naar voren worden gebracht in het paviljoen toerisme. Een belangrijk deel daarvan zal gewijd zijn aan het natuurbehoud en de recreatie. Een groot aantal instellingen de streek-V.V.V., de stichting Het Noord- brabantsch Landschap, de A.N.W.B. en vele andere werken daarbij samen onder auspiciën van de stichting Re creatie. Het paviljoen zal o.a. een do cumentaire bevatten over het bodemge- bruik in Nederland. Buiten worden „le vensgrote" foto's geplaatst van midden- Brabantse natuur- en cultuurlandschap pen. Voorts komen er inzendingen van de K.L.M., de Sabena en de gezamen lijke Nederlandse scheepvaartmaat schappijen. Op Verscheidene grote zomertentoonstellingen in het Rijksmuseum te Amsterdam, te Brussel, Gent of Brugge, waar de laatste jaren tal van facetten der kunst uit Bourgondië, de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden getoond zijn, heeft men ook de perkamenten folianten kunnen zien, verlucht met het verrukkelijk spelder miniatuurkunst. Maar door gaans kon men tussen de weelde en overdaad van beelden, schilderstukken en sieraden nauwelijks, voldoende aandacht schenken aan de vitrines, waar slechts een enkele pagina lag opgeslagen. Na Brussel geniet deze zomer het Rijksmuseum te Amsterdam de eer een zeer grote expositie te kunnen tonen, alleen gewijd aan de Vlaamse miniatuur uit de tijd van het mecenaat van Filips de Goede en uit de korte tijd, die het Karei de Stoute gegeven was te regeren. In de eerste helft van de vijftiende eeuw is een verbazingwek- En tochin praalzucht deed Philips de Goede niet onder voor Lodewijk XIV en hier stuiten wij op een serie wonder lijke tegenstellingen in de levenssfeer van het Bourgondische Rijk. Grote moed en verwijfdheid, religieus besef en uiter ste decadentie, poëtische verrukking en brute onbeschoftheid, eerlijkheid als hoogste ideaal en verstard formalisme streden met elkaar om de voorrang. De beschrijvingen van Bourgondische hof feesten tarten het voorstellingsvermo gen. Bij de gebraden en rijk opgesierde fazant zwoeren de verzamelde ridders de dure eed ter kruisvaart tegen de Tur ken te trekken, terwijl de klederdracht der vrouwen, maar vooral die der man nen een waanzinnige overdaad en deca dentie vertoonde. Een Carmeliet Thomas Couette hield in 1428 zijn preken in Vlaanderen, waarin hij kinderen op hitste tegen de dames. „Weg met de Hennin, ruk de hennin af", en kinderen begaven zich op straat om vrouwen te ontdoen van hun hoge hoofdtooi, de kegelvormige muts, die door een con structie van ijzerdraad omhoog werd ge houden. De mannen mochten zweren bij de fazant, maar in de slag bij Nikopoli moesten zij de heel lange punten van hun schoenen afsnijden om tijdig een goed heenkomen te kunnen vinden. Hui- zinga zegt in zijn beschrijving van de banketten: (Herfsttij der Middeleeuwen) „niets kan in onze voorstelling verder afstaan van het Gentse of Leuvense al taarstuk dan deze uitingen van bar baarse vorstenweelde". De rijkdom, de ongelooflijke nauw gezetheid der uitvoering, de kleuren pracht en de spirituele en poëtische kracht in de Vlaamse miniatuur brengt ons echter nog steeds in vervoering. De tentoonstelling te Amsterdam is bijzonder mooi ingericht door Dick Elfers en de boeken komen beter tot hun recht dan in Brussel. Hoewel de Koninklijke Bibliotheek te Brussel het leeuwenaandeel der werken heeft ge leverd, zijn dit uitzonderlijke arange- ment en overzicht slechts tot stand kunnen komen door medewerking van bibliotheken en musea uit geheel de wereld. Men moet met een bijzondere instelling deze expositie gaan bezien. Wie uit is op overdonderende effecten der Europese kunst, zoals ze ons zo vaak worden voorgeschoteld op de tentoonstellingen die massaal bezoek genieten, komt hier bedrogen uit. De kijker moet zich openstellen voor de schoonheid van het kleine, het intie me, de grote spanning die wordt op geroepen over een oppervlakte van een luttel aantal vierkante centimeters. Men kan deze tentoonstelling niet „doen" zoals zoveel toeristen Europa afhollen, om daarna thuis met veel bravour foto's en dia's te tonen met het air alsof zij iets begrepen en wer kelijk doorvoeld hebben. Wie de we zenlijke waardering voor de miniatuur kan opbrengen zal bij iedere zaal een stijgende bewondering in zich voelen opstijgen en hij neemt slechts afscheid van het Rijksmuseum met het grote verlangen op deze expositie tenminste nog éénmaal te mogen terugkeren. „Het woord miniatuur duidt niet op de kleine afmeting van het voorgestelde, maar is afgeleid van minium, menie, de kleur, waarmede men aanvankelijk de rode letters invulde of waarmede men bepaalde tekstgedeelten een speciale na druk gaf" zegt prof. Timmers (voor woord catalogus verluchte handschriften uit de Nederlanden). Het handgeschre ven boek werd slechts voor speciale plechtigheden gebruikt en alleen de kende hoeveelheid met de hand geschreven en verluchte boeken ontstaan. Tientallen schilders, calligrafen en tekenaars wist het Bourgondische hof uit de Noordelijke Nederlanden, maar vooral uit Vlaanderen aan te trekken en zelden is het bestuur van een enkele vorst zo indringend gekenmerkt door een grote stimulerende kracht als het regiem van Filips de Goede. Zelfs een figuur als Lodewijk XIV steekt hem nauwelijks naar de kroon, want bij de Zonnekoning overheerste de praalzucht en de Ecole de Fon- tainebleau kan men moeilijk vergelijken met de grote school der Vlaamse schilders. Ook is een vergelijking met een Condottiere als Federico de Mon- tefeltre moeilijk te treffen. Wij kennen het weergaloze portret van Piero aella Francesca, maar de identiteit van zijn belangrijkste hofschilder (Jus tus van Gent?) is niet te onthullen. ken van Jan van Eyck, Rogier van der Weijden, Memling. Van der Goes en vele anderen spannend, boeiend en voortdurend verrassingen biedend. De grote „Skira-Uitgaven" over de Vlaam se Kunst hebben dit kort geleden weer eens op speciale wjjze verduidelijkt. Daarbij is het contact met de Noor delijke Nederlanden steeds zeer sterk geweest. Soms kwam dit tot uiting door louter negatieve handelingen, zo als een vreemd verbod uit 1427 te Brugge aantoont, In dat jaar werd al daar de verkoop van Utrechtse ge schilderde afbeeldingen verboden. Om Illustratie uit het tweede deel van „Chroniques de Hainaut", een deel van het oeuvre van de Utrechtenaar Willem Vrelant, die zijn werkplaats te Brugge had. machtigen van Kerk of Staat konden zich de luxe permitteren opdracht te geven, handschriften, die dra rijk wer den geïllustreerd, te doen afschrijven. De Bourgondische hertogen hebben voor namelijk wereldlijke literatuur laten co- piëren, doch in het begin der dertiende eeuw waren er in de Nederlanden al grote scholen (voornamelijk in de kloos ters) aanwezig, ofschoon dr. A. W. By- vanck meent, dat de illustratie van hand schriften met miniaturen slechts gedu rende de vijftiende eeuw een kunst van betekenis in Noord-Nederland is ge weest. In dit verband hoeven we echter niet te twisten over de invloed van Reichenau. Deze scholen hebben zich het verluchten van Evangeliaria, missalen en getijdenboeken eigen gemaakt. Merk waardig is, dat uit de miniatuurkunst zich soms zulke grote monumentale fresco-technieken hebben kunnen ont wikkelen, die een geheel eigen karakter bezitten. Een der mooiste voorbeelden daarvoor heb ik gemeend te kunnen vinden bij de tronende Christus in de mandorla uit de kerk de Tahull (thans in het museo Catalan te Barcelona). In compositie, opzet der contouren, verwer king van het coloriet, gelijkt deze wand schildering zeer sterk op de miniaturen uit die tijd. Trouwens ook versierende kunsten, met name in de Limozijnse emails vertonen er grote overeenkomst mee. Iets dergelijks kan men naar mijn mening bespeuren in de Vlaamse minia tuur en de Vlaamse schilderkunst. De grote scholen der boekverluchters uit Bergen, Rijssel, Valenciennes, Brugge, Gent en Brussel, met hun verbazing wekkende produftties, zijn niet los te denken van de weergaloze schilders uit die tijd. Er heeft een wisselwerking plaats gevonden, die gesteund werd door de instelling van de meesters, die zich eer op hun vakmanschap beriepen dan op hun kunstenaarschap. Een instelling die in onze tijd volledig vreemd lijkt. De grote Vlaamse schilderkunst draagt dan ook onmiskenbaar het ka rakter van de miniatuur, tot in de kleinste details blijven de meesterwer- dit verbod te ontduiken trok een aan tal Noordnederlandse schilders naar Brugge en één naam is ons in ieder geval bekend; die van de Utrechte naar Willem Vrelant. Hij stichtte in 1454 de gilde der boekverluchters en hij blijkt in de stad aan het Zwin bij zonder veel gedaan te hebben ter ont wikkeling van de miniatuurkunst. Van hem is de vreemde grisaille-techniek in zwart en goud, waaruit een heel wonderlijke, somber aandoende stijl zich ontwikkeld heeft. Enkele zeei mooie voorbeelden ervan kan men op de expositie vinden. Opmerkelijk is ook, dat in die tijd reeds zeer grote uitgevershuizen ont stonden, met een zakelijke instelling, die zeker met die der huidige uitgeve rijen is te vergelijken. Die zaken enga geerden kunstenaars, die in vaste werkplaatsen werkten, doch ook in op dracht werkstukken vervaardigden. Steeds weer vinden wij Filips de Goe de als de grote opdrachtgever in de boeken vermeld, steeds weer vinden wij vaste kenmerken in het lofwerk, in de bevallige krullen, in het gebruik van bepaalde bloemen en bladeren. Men komt afschrijvingen tegen van Xenophon, evenals vertalingen van Juan Rodriguez de la Camara, kronieken van Froissard, en andere eigentijdse schrijvers als Raoul Lefèbre, Petrarca zelfs. Steeds weer ziet men ook de voorstelling van het aanbieden van het boek aan Filips in illustratie weerge geven. Juist als bij de Vlaamse schil ders geeft de illustratie steeds beelden uit het omringende leven van alle dag, zodat een onschatbare documentatie ons wordt geopenbaard. Soms zijn de kleuren stü fj es en zonder veel nuan cen ingevuld, alsof leerlingen aan het werk zijn gezet om het geheel te com pleteren, dan weer gloeit op ieder vel papier of perkament een weelde van coloriet, in goud, karmijnrood, of ul tramarijn, Veronees groen of fel op lichtend oker aan. Steeds weer is de tekst op uiterst geraffineerde wijze een aanvulling van het beeld van de pagina en nog altijd zijn de Middeleeuwse verluchters maatgevend voor het juiste bepalen van bladspiegel en indeling van tekst. Zelfs de modernste „lay-outmen" zul len dat toegeven. Typerend voor de grote invloed van Filips' mecenaat is de uitstraling der Vlaamse miniaturis ten in deze wonderlijke wereld. Wie ken4de „Livres d'Heures" (les tres heureuses heures) van de Due de Berry, die met zijn broer koning Ka- rel V van Frankrijk ook in andere de len van Frankrijk de miniatuurkunst tot grote hoogte wist op te stuwen. Het mecenaat is dan vanzelfsprekend geworden, het is teken van beschaving e". F}eli is het aan zijn standing ver plicht. Karei de Stoute haalt de Haar lemmer Klaas Slüter uit Brussel weg en deze boerse gesloten beeldhouwer die prof. Hammacher niet ten onrech te met Rembrandt vergelijkt, schept nabij Dijon zijn wonderlijke Mozesput Dat Is honderd jaar voor Michelangelo zijn grote werken zou beitelen uit het harde Carrarlsch marmer. Zonder het te weten toonde Karei toen wellicht de hoogste vorm van het mecenaat, waarvan wij op de zomerten toonstel ling in Amsterdam zulke wonderbaar lijke voortbrengselen kunnen beschou wen. MARIUS VAN BEEK Detail van de illustratie van een miniatuur uit Rijssel, bij een tekst „Avis pour faire le passage d'outre mer". Een bijzonder mooi miniatuur en geen enkel hand schrift uit deze werkplaats bevat zulke schone verluchtingen. Advertentie Aanbieding van een boek van Jacques de Guise, „Chroniques de Hainaut", aan Philips de Goede. Het boek is een Bergens werk uit 1448.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 6