De goudgele kantharellen van
Giersbergen
TILBURG, GEBED IN EEN KRANS VAN GROEN
De weelde van de Vlaamse miniatuur
Prachtig afwisselend natuur
schoon en goede eethuizen
een vakantieland
zonder weerga
Wonderlijke tegenstellingen in de levenssfeer
van de Bourgondische tijd
Boekverluchting schiep mogelijkheden voor
grote monumentale kunst
FONS VITAE
M06d®t VBabgehuidj'
rTBABYDERMSS
V B
ZATERDAG 18 JULI 1959
Tilburg ligt in een krans van groen: in alle richtingen vindt men
op korte afstand uitgestrekte bossen en heiden, vennen, zand
verstuivingen en recreatie-oorden, waar jaarlijks vele tien
duizenden uit Nederland en daarbuiten verpozing vinden. Daartussen
ligt het Midden-Brabantse boerenland, dat met zijn houtwallen en
boompartijen met de omringende natuur harmonisch verbonden is.
Landelijke wegen en fietspaden leiden door dit Brabantse landschap,
langs oude boerderijtjes met de lindebomen als een erewacht voor
de deur; langs kruisbeelden en kapellekes; langs romantische café-
tjes en moderne eethuizen; en door de oude kernen van prachtige
dorpen. Midden-Brabant is een recreatiegebied bij uitnemendheid
en velen die Brabant als vakantieland prijzen, zingen in feite de lof
van deze streek.
*z mmmf.
imwe
inm;
r, mds muémm^jS mpHti-
fliKfTrmainmp y* a&tw
ft eiMmm tfjm
tm tefHWf«fe
petst taföitw Mi fiCmmc.
tfbHGtccztte8& aftfitmOftrnmt
üm(c tpuftfaifm
mt* tffop Trnma mft
m Ca pfffiiTwi pufmt
imtrn U mtt&ft* i
üwSmMCa f»
mnmrwfa pfwttm*# (feu»**
zneBfa timtrnw, Ce \méit
tixttmt
ytcfimmt fknnmw
xr0t mirt fit tfltmesmftttveteié
Ue mrti efait tvcfimttMtehma
üeftmnUr ante» et 'mtaum
zo staan ae bomen van het landschap van Midden-Brabant tegen de lucht afgetekend.
Kanovijver in bekend recreatie-oord.
De grootste bekendheid geniet nog al
tijd Oisterwijk, waar de prachtige bos
sen met de beroemde vennen de grote
trekpleister vormen. Een van de ven
nen is als natuurbad ingericht. In de
nabijheid ligt ook het natuurtheater.
waar de Oisterwijkse amateurs ieder
jaar een uitstekend programma bren
gen en waar van tijd tot tijd beroeps
gezelschappen optreden. De massa-re-
creatie die men in Oisterwijk vindt,
richt zich op een beperkt gebied, gren
zend aan de Gemullehoekenweg, de gro
te allee die van het dorp de bossen in
leidt. Fijnproevers trekken wat verder
het bos in en vinden aan de zuid-oost-
rand van het bosgebied de Kampina-
heide, een meer dan 1000 ha. groot na
tuurreservaat, dat evenals het Oister
wijkse vennengebied eigendom is van
Natuurmonumenten. De Kampina om
vat niet alleen de prachtige hei waar
een openbaar fietspad doorheen loopt
in de richting Boxtel maar ook een
fraai, rijk gevarieerd bosgebied aan de
oostrand. Beperkt toegankelijk zijn de
omgeving van de Huisvennen in het
noorden, die voor de planten en vogels
gereserveerd zijn, en het dal van het
riviertje de Beerze. omgeven door zeld
zame blauwgraslanden en andere kwets
bare vegetaties, die alleen voor weten
schappelijk onderzoek openstaan.
De Drunense duinen
Een ander indrukwekkend natuur,
gebied wordt gevormd door de
Loonse en Drunense Duinen
die van Helvoirt tot Kaatsheuvel rei
ken. Hier ligt de grootste bezitting van
Natuurmonumenten: meer dan 1300
ha. stuifzand en bossen. Hier trekt in
het najaar de kleurige Udenhoutse
slipjacht uit en in de winter wordt op
de hellingen bij „Bosch en Duin" de
skisport beoefend. De laatste januari
maand was het een waar wintersport
centrum; „Bosch en Duin", dat ski's
verhuurt, was zijn 50 paar latten
's zondagsmorgens om acht uur al
kwijtUiteraard is het er het
drukst in de zomermaanden, maar
ook hier beperkt de drukte zich tot
bepaalde punten. Daarbuiten kan
men uren dwalen en klimmen zonder
een sterveling te zien; men kan er
zelfs verdwalen, want het is er moei
lijk, een rechte lijn te volgen. In de
nazomer vindt men op de bemoste
hellingen tussen het eikenhakhout he
le bedden goudgele kantharellen. Als
u daar een liefhebber van bent, moet
u eens ten westen van het gehucht
Giersbergen het bos intrekken, dan
vindt u ze na enkele kilometers
Over De Efteling hoeven we eigenlijk
niet meer te schrijven. Dit veelzijdige
recreatiecentrum, waarvan het befaam
de sprookjesbos maar een klein onder
deel vormt, is genoegzaam bekend. 150
ha. levensvreugde, te land en te water,
in zwembad en kanovijvers, in speel
tuin en sprookjesbos, op terrassen en
in de stoomcarrousel, in gezellige druk
te, maar dank zij de ruimte ook in se
rene rust, als men daar behoefte aan
heeft.
Landgoed „De Utrecht"
Midden-Brabant heeft veel geu
rig dennenbos, maar ook weel
derige loofbossen, bij Uden-
hout, rond het vogelreservaat De
Brand; bij Oirschot, op het prachtige
landgoed De Baast, waar zich de
kristalheldere Beerze kronkelt tussen
het kantwerk van de varens: en, ver
der naar het zuiden, op het enorme
landgoed De Utrecht, waar men in de
vroege zomer duizenden kapmeeuwen
zich kan zien nestelen in de vennen
Het Goor en De Flaas. Als u daar
heentrekt, passeert u Hilvarenbeek,
met rond de groene Vrijthof de ge
zellige café-terrassen. Misschien treft
u het, dat burgemeester-beiaardier
Meuwese in de ranke toren het caril
lon bespeelt. En wie eind juli gaat,
belandt er in de joyeuze cultuurdagen.
Op het landgoed De Utrecht zelf
moet u beslist de landelijke herberg „In
den Bockenrijder" trachten te vinden,
waar u op verrukkelijk, eigengebakken
brood de beste eieren met spek kunt
eten die in Brabant geserveerd worden.
Culinaire specialiteiten zijn er
veel in deze streek. In Tilburg
zelf kunnen we u de Franse
keuken „La belle meunière" van Mo
dern aanbevelen en de rötisserie „Au
Gourmet" van Riche. Brusselse spe
cialiteiten en uitgelezen rijsttafels
vindt u in Chatelet Sonnevanck in
Oirschot maar gaat u ook even door
naar het prachtige marktplein! In Ois
terwijk heeft u misschien wel de groot
ste keus. Daar ligt, midden in de
bossen, het moderne bungalowpark
„De Rosep". waar champignonge
rechten een van de specialiteiten zijn.
Befaamd is voorts het neo-Brabantse
eethuis De Jonge Hertog, dat u on
beperkte hoeveelheden haantjes voor
zet; men houdt er een eigen hoender
park op na en een unieke plukmachi-
ne staat er borg voor, dat zelfs aan
de grootste vraag snel kan worden
voldaan. Als u een uitgebreide Bra
bantse koffietafel op prijs stelt, kunt
u in Oisterwijk in Groot Speyck te
recht. Ook De Efteling in Kaatsheuvel
weet daar wat van te maken. Rijst
tafelen kunt u in Oisterwijk hijzonder
goed in hotel Chalet du Bois aan de
Moergestelseweg.
In Goirle heeft Boschlust een grote
faam; speciaal gezelschappen kunnen
daar goed terecht. Dit laatste geldt ook
voor De Efteling en voor Bosch en
Duin (Loon op Zand) een landelijke uit
spanning. waar men temidden van op
gezet gedierte van kip aan het spit en
Advertentie
nniiHiiiimniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiHiuiiiiiiiiiHiiiiiiiiiuiiiiiiiiiuiiitiiiiiiiiiiiiiiitiutiiiiitiiftiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiigiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiii
1 MIDDEN-BRABANT:
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHIllllllllllllllllIlllllllUIIIIIIIIIlllllIlllllllllllllllllllllllIIIIIIIIlllllllllllllllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIilllllllllllllllllUllllllllllllllllllIlllllllllllllllllllllllllllllll
van kruidige jachtschotels kan genie
ten. En wilt u eens de keuze hebben uit
20 verschillende soorten pannekoek, ga
dan naar hotel De Lekpot aan de Rijks
weg in Enschot.
Na deze genietingen gaan we weer het
landschap in om nog even iets te zien
van de buitenplaatsen. Tilburg heeft al
tijd een vrij groot aantal gegoede inge
zetenen gehad op het ogenblik zijn
er ongeveer 650 inkomens boven de ton
en die welstand weerspiegelt zich
ook hier in villa's en buitenhuizen. De
villabouw rond Tilburg is niet zonder
allure. De oudere buitens, die men aan
treft langs de uitvalswegen naar Den
Bosch en Breda en in Goirle en Oister
wijk, ademen de sfeer van Engelse
landhuizen; de wat jongere bouw, voor
al die van de dertiger jaren, is vaak
door het Franse buitenhuis geïnspireerd.
Ultramoderne villa's of bungalows
treft men nog haast nergens aan. Wat
men aan moderne landhuizen ziet, is
nog altijd tamelijk romantisch, hetgeen
overigens niet wil zeggen, dat het mis
staat. De traditionele buitenplaatsen
Goirle en Oisterwijk zijn nog altijd in
trek, maar bieden niet veel mogelijkhe
den meer. Daarom richt de Tilburgse
villabouw zich thans op Kaatsheuvel.
Binnenkort zal ook Hilvarenbeek een
villapark gaan aanleggen. De grondprij
zen liggen in deze gemeenten in 't alge
meen rond de 12 gulden per meter. In
Tilburg zelf waar in het uitbrei
dingsplan De Reit enige ruimte voor vil
labouw gereserveerd is moet men
op 25 h 35 gulden rekenen. Ruime bui
tens mag men daar dus vermoedelijk
niet verwachten.
De uitbreidingsplannen staan er borg
voor, dat de villabouw niet ten koste
gaat van het natuurschoon. Aan de Ois
terwijkse vennen zullen beslist geen
landhuizen verrijzen. De aaneengeslo
ten boscomplexen en recreatiegebieden
blijven ongeschonden. Als u er toch
eens een tijdje met alle comfort mid
den in wilt wonen, kunt u dat genoegen
smaken in twee moderne bungalowpar
ken: De Rosep in Oisterwijk en De
Klinkaert in Drunen. Voorts zijn er di
verse kampeerterreinen en vooral in
Oisterwijk particuliere pensions.
Ook in Midden-Brabant is het
lang niet altijd goed weer, al
valt het klimaat jn de bossen
doorgaans erg mee. Bij slecht weer
zijn er echter diverse mogelijkheden:
Tilburg heeft behalve zeven biosco-
en een textielmuseum, een volken-
undig museum en een natuur-histo-
risch museum, drie instellingen die
een bezoek ten volle waard zijn.
Voorts is er in Tilburg een perma
nente tentoonstelling Kunst en Am
bacht. In Oisterwijk is het poppenthea
ter van Cia van Boort zeer de moeite
waard en in Waalwijk vindt u een
interessant schoenenmuseum. Behal
ve in Oisterwijk en Kaatsheuvel zijn
er nog natuurbaden in Waalwijk en
Goirle. Tilburg zelf bezit 's lands
grootste en modernste circulatiebad.
Een andere attractie is het Tilburgse
Dierenpark, dat eveneens een toeris
tische trekpleister is.
De kwaliteiten van midden-Brabant
als vakantieland zullen op Hart van
Brabant duidelijk naar voren worden
gebracht in het paviljoen toerisme. Een
belangrijk deel daarvan zal gewijd zijn
aan het natuurbehoud en de recreatie.
Een groot aantal instellingen de
streek-V.V.V., de stichting Het Noord-
brabantsch Landschap, de A.N.W.B. en
vele andere werken daarbij samen
onder auspiciën van de stichting Re
creatie. Het paviljoen zal o.a. een do
cumentaire bevatten over het bodemge-
bruik in Nederland. Buiten worden „le
vensgrote" foto's geplaatst van midden-
Brabantse natuur- en cultuurlandschap
pen. Voorts komen er inzendingen van
de K.L.M., de Sabena en de gezamen
lijke Nederlandse scheepvaartmaat
schappijen.
Op Verscheidene grote zomertentoonstellingen in het Rijksmuseum te
Amsterdam, te Brussel, Gent of Brugge, waar de laatste jaren tal van
facetten der kunst uit Bourgondië, de Noordelijke en Zuidelijke
Nederlanden getoond zijn, heeft men ook de perkamenten folianten kunnen
zien, verlucht met het verrukkelijk spelder miniatuurkunst. Maar door
gaans kon men tussen de weelde en overdaad van beelden, schilderstukken
en sieraden nauwelijks, voldoende aandacht schenken aan de vitrines, waar
slechts een enkele pagina lag opgeslagen. Na Brussel geniet deze zomer het
Rijksmuseum te Amsterdam de eer een zeer grote expositie te kunnen tonen,
alleen gewijd aan de Vlaamse miniatuur uit de tijd van het mecenaat van
Filips de Goede en uit de korte tijd, die het Karei de Stoute gegeven was
te regeren. In de eerste helft van de vijftiende eeuw is een verbazingwek-
En tochin praalzucht deed Philips
de Goede niet onder voor Lodewijk XIV
en hier stuiten wij op een serie wonder
lijke tegenstellingen in de levenssfeer
van het Bourgondische Rijk. Grote moed
en verwijfdheid, religieus besef en uiter
ste decadentie, poëtische verrukking en
brute onbeschoftheid, eerlijkheid als
hoogste ideaal en verstard formalisme
streden met elkaar om de voorrang. De
beschrijvingen van Bourgondische hof
feesten tarten het voorstellingsvermo
gen. Bij de gebraden en rijk opgesierde
fazant zwoeren de verzamelde ridders
de dure eed ter kruisvaart tegen de Tur
ken te trekken, terwijl de klederdracht
der vrouwen, maar vooral die der man
nen een waanzinnige overdaad en deca
dentie vertoonde. Een Carmeliet Thomas
Couette hield in 1428 zijn preken in
Vlaanderen, waarin hij kinderen op
hitste tegen de dames. „Weg met de
Hennin, ruk de hennin af", en kinderen
begaven zich op straat om vrouwen te
ontdoen van hun hoge hoofdtooi, de
kegelvormige muts, die door een con
structie van ijzerdraad omhoog werd ge
houden. De mannen mochten zweren bij
de fazant, maar in de slag bij Nikopoli
moesten zij de heel lange punten van
hun schoenen afsnijden om tijdig een
goed heenkomen te kunnen vinden. Hui-
zinga zegt in zijn beschrijving van de
banketten: (Herfsttij der Middeleeuwen)
„niets kan in onze voorstelling verder
afstaan van het Gentse of Leuvense al
taarstuk dan deze uitingen van bar
baarse vorstenweelde".
De rijkdom, de ongelooflijke nauw
gezetheid der uitvoering, de kleuren
pracht en de spirituele en poëtische
kracht in de Vlaamse miniatuur brengt
ons echter nog steeds in vervoering.
De tentoonstelling te Amsterdam is
bijzonder mooi ingericht door Dick
Elfers en de boeken komen beter tot
hun recht dan in Brussel. Hoewel de
Koninklijke Bibliotheek te Brussel het
leeuwenaandeel der werken heeft ge
leverd, zijn dit uitzonderlijke arange-
ment en overzicht slechts tot stand
kunnen komen door medewerking van
bibliotheken en musea uit geheel de
wereld. Men moet met een bijzondere
instelling deze expositie gaan bezien.
Wie uit is op overdonderende effecten
der Europese kunst, zoals ze ons zo
vaak worden voorgeschoteld op de
tentoonstellingen die massaal bezoek
genieten, komt hier bedrogen uit. De
kijker moet zich openstellen voor de
schoonheid van het kleine, het intie
me, de grote spanning die wordt op
geroepen over een oppervlakte van
een luttel aantal vierkante centimeters.
Men kan deze tentoonstelling niet
„doen" zoals zoveel toeristen Europa
afhollen, om daarna thuis met veel
bravour foto's en dia's te tonen met
het air alsof zij iets begrepen en wer
kelijk doorvoeld hebben. Wie de we
zenlijke waardering voor de miniatuur
kan opbrengen zal bij iedere zaal een
stijgende bewondering in zich voelen
opstijgen en hij neemt slechts afscheid
van het Rijksmuseum met het grote
verlangen op deze expositie tenminste
nog éénmaal te mogen terugkeren.
„Het woord miniatuur duidt niet op de
kleine afmeting van het voorgestelde,
maar is afgeleid van minium, menie, de
kleur, waarmede men aanvankelijk de
rode letters invulde of waarmede men
bepaalde tekstgedeelten een speciale na
druk gaf" zegt prof. Timmers (voor
woord catalogus verluchte handschriften
uit de Nederlanden). Het handgeschre
ven boek werd slechts voor speciale
plechtigheden gebruikt en alleen de
kende hoeveelheid met de hand geschreven en verluchte boeken ontstaan.
Tientallen schilders, calligrafen en tekenaars wist het Bourgondische hof
uit de Noordelijke Nederlanden, maar vooral uit Vlaanderen aan te trekken
en zelden is het bestuur van een enkele vorst zo indringend gekenmerkt
door een grote stimulerende kracht als het regiem van Filips de Goede.
Zelfs een figuur als Lodewijk XIV steekt hem nauwelijks naar de kroon,
want bij de Zonnekoning overheerste de praalzucht en de Ecole de Fon-
tainebleau kan men moeilijk vergelijken met de grote school der Vlaamse
schilders. Ook is een vergelijking met een Condottiere als Federico de Mon-
tefeltre moeilijk te treffen. Wij kennen het weergaloze portret van Piero
aella Francesca, maar de identiteit van zijn belangrijkste hofschilder (Jus
tus van Gent?) is niet te onthullen.
ken van Jan van Eyck, Rogier van der
Weijden, Memling. Van der Goes en
vele anderen spannend, boeiend en
voortdurend verrassingen biedend. De
grote „Skira-Uitgaven" over de Vlaam
se Kunst hebben dit kort geleden weer
eens op speciale wjjze verduidelijkt.
Daarbij is het contact met de Noor
delijke Nederlanden steeds zeer sterk
geweest. Soms kwam dit tot uiting
door louter negatieve handelingen, zo
als een vreemd verbod uit 1427 te
Brugge aantoont, In dat jaar werd al
daar de verkoop van Utrechtse ge
schilderde afbeeldingen verboden. Om
Illustratie uit het tweede deel van „Chroniques de Hainaut", een deel van het
oeuvre van de Utrechtenaar Willem Vrelant, die zijn werkplaats te Brugge had.
machtigen van Kerk of Staat konden
zich de luxe permitteren opdracht te
geven, handschriften, die dra rijk wer
den geïllustreerd, te doen afschrijven.
De Bourgondische hertogen hebben voor
namelijk wereldlijke literatuur laten co-
piëren, doch in het begin der dertiende
eeuw waren er in de Nederlanden al
grote scholen (voornamelijk in de kloos
ters) aanwezig, ofschoon dr. A. W. By-
vanck meent, dat de illustratie van hand
schriften met miniaturen slechts gedu
rende de vijftiende eeuw een kunst van
betekenis in Noord-Nederland is ge
weest. In dit verband hoeven we echter
niet te twisten over de invloed van
Reichenau. Deze scholen hebben zich het
verluchten van Evangeliaria, missalen
en getijdenboeken eigen gemaakt. Merk
waardig is, dat uit de miniatuurkunst
zich soms zulke grote monumentale
fresco-technieken hebben kunnen ont
wikkelen, die een geheel eigen karakter
bezitten. Een der mooiste voorbeelden
daarvoor heb ik gemeend te kunnen
vinden bij de tronende Christus in de
mandorla uit de kerk de Tahull (thans
in het museo Catalan te Barcelona). In
compositie, opzet der contouren, verwer
king van het coloriet, gelijkt deze wand
schildering zeer sterk op de miniaturen
uit die tijd. Trouwens ook versierende
kunsten, met name in de Limozijnse
emails vertonen er grote overeenkomst
mee. Iets dergelijks kan men naar mijn
mening bespeuren in de Vlaamse minia
tuur en de Vlaamse schilderkunst. De
grote scholen der boekverluchters uit
Bergen, Rijssel, Valenciennes, Brugge,
Gent en Brussel, met hun verbazing
wekkende produftties, zijn niet los te
denken van de weergaloze schilders uit
die tijd. Er heeft een wisselwerking
plaats gevonden, die gesteund werd door
de instelling van de meesters, die zich
eer op hun vakmanschap beriepen dan
op hun kunstenaarschap. Een instelling
die in onze tijd volledig vreemd lijkt.
De grote Vlaamse schilderkunst
draagt dan ook onmiskenbaar het ka
rakter van de miniatuur, tot in de
kleinste details blijven de meesterwer-
dit verbod te ontduiken trok een aan
tal Noordnederlandse schilders naar
Brugge en één naam is ons in ieder
geval bekend; die van de Utrechte
naar Willem Vrelant. Hij stichtte in
1454 de gilde der boekverluchters en
hij blijkt in de stad aan het Zwin bij
zonder veel gedaan te hebben ter ont
wikkeling van de miniatuurkunst. Van
hem is de vreemde grisaille-techniek
in zwart en goud, waaruit een heel
wonderlijke, somber aandoende stijl
zich ontwikkeld heeft. Enkele zeei
mooie voorbeelden ervan kan men op
de expositie vinden.
Opmerkelijk is ook, dat in die tijd
reeds zeer grote uitgevershuizen ont
stonden, met een zakelijke instelling,
die zeker met die der huidige uitgeve
rijen is te vergelijken. Die zaken enga
geerden kunstenaars, die in vaste
werkplaatsen werkten, doch ook in op
dracht werkstukken vervaardigden.
Steeds weer vinden wij Filips de Goe
de als de grote opdrachtgever in de
boeken vermeld, steeds weer vinden
wij vaste kenmerken in het lofwerk,
in de bevallige krullen, in het gebruik
van bepaalde bloemen en bladeren.
Men komt afschrijvingen tegen van
Xenophon, evenals vertalingen van Juan
Rodriguez de la Camara, kronieken
van Froissard, en andere eigentijdse
schrijvers als Raoul Lefèbre, Petrarca
zelfs. Steeds weer ziet men ook de
voorstelling van het aanbieden van het
boek aan Filips in illustratie weerge
geven. Juist als bij de Vlaamse schil
ders geeft de illustratie steeds beelden
uit het omringende leven van alle dag,
zodat een onschatbare documentatie
ons wordt geopenbaard. Soms zijn de
kleuren stü fj es en zonder veel nuan
cen ingevuld, alsof leerlingen aan het
werk zijn gezet om het geheel te com
pleteren, dan weer gloeit op ieder vel
papier of perkament een weelde van
coloriet, in goud, karmijnrood, of ul
tramarijn, Veronees groen of fel op
lichtend oker aan.
Steeds weer is de tekst op uiterst
geraffineerde wijze een aanvulling van
het beeld van de pagina en nog altijd
zijn de Middeleeuwse verluchters
maatgevend voor het juiste bepalen
van bladspiegel en indeling van tekst.
Zelfs de modernste „lay-outmen" zul
len dat toegeven. Typerend voor de
grote invloed van Filips' mecenaat is
de uitstraling der Vlaamse miniaturis
ten in deze wonderlijke wereld. Wie
ken4de „Livres d'Heures" (les
tres heureuses heures) van de Due de
Berry, die met zijn broer koning Ka-
rel V van Frankrijk ook in andere de
len van Frankrijk de miniatuurkunst
tot grote hoogte wist op te stuwen.
Het mecenaat is dan vanzelfsprekend
geworden, het is teken van beschaving
e". F}eli is het aan zijn standing ver
plicht. Karei de Stoute haalt de Haar
lemmer Klaas Slüter uit Brussel weg
en deze boerse gesloten beeldhouwer
die prof. Hammacher niet ten onrech
te met Rembrandt vergelijkt, schept
nabij Dijon zijn wonderlijke Mozesput
Dat Is honderd jaar voor Michelangelo
zijn grote werken zou beitelen uit het
harde Carrarlsch marmer. Zonder het
te weten toonde Karei toen wellicht
de hoogste vorm van het mecenaat,
waarvan wij op de zomerten toonstel
ling in Amsterdam zulke wonderbaar
lijke voortbrengselen kunnen beschou
wen.
MARIUS VAN BEEK
Detail van de illustratie van een miniatuur uit Rijssel, bij een tekst „Avis pour
faire le passage d'outre mer". Een bijzonder mooi miniatuur en geen enkel hand
schrift uit deze werkplaats bevat zulke schone verluchtingen.
Advertentie
Aanbieding van een boek van Jacques de Guise, „Chroniques de Hainaut", aan
Philips de Goede. Het boek is een Bergens werk uit 1448.