Duitsers tonen interesse voor
Nederlandse bankaandelen
ZUINIGHEIDSTRIOMPH VAN
CITROËN
PANHARD
HOE TE VRAGEN
Carambole voor De Bourbon
Van boeken
en schrijvers
DE EILANDER
A
Van Dam en Dame
u
fc
Kentering op de beleggingsmarkt
Als de haargrens daalt en
de schedel stijgt
ven
DE BEURSWEEK
Begrotingspolitiek
volgens algemene
r
nen
LUDOVICUS NORMANDIAE DUX
Geschiedenis en
bloemlezing
ZATERDAG 18 JULI 1959
E.E.G.-landen zijn het eens
EN
O
K"
niiiiiiimiiiiiiiiiinininiininiiiiiimmmiiinftiimnnimnni
iimmtn
ROMAN VAN DE LOKKENDE ZEE
I door
KLAAS TOXOPEUS
auiiuuiiiiiiiiiiiiiiuiuiiimiiiiuiuiiiiiiiuiiiiKiiiiiiiiuiniitiiiiiiiiiiiiiiiii^
Nederlandse literatuur
i
a
N
d:
wJ»*
abcdefgh.,
e OU.
t:
5c
Cl
or
jri
li:
In het beeld van de Amsterdamse
effectenbeurs is in de afgelopen week
weinig verandering gekomen. In het al
gemeen kan worden gezegd dat de
markt een afwachtende houding aan de
dag legt. De affaire is dan ook van
kleine omvang, althans wat de omzetten
in de internationale fondsen betreft. In
de kleinere, zgn. lokale waarden vallen
de omzetten alles bij elkaar echter nog
wel mee. Voorzover het buitenland er
zich mee inlaat gaan in bepaalde fond
sen zelfs vrij grote bedragen om. Te
noemen valt in dit verband bijvoorbeeld
een fonds als de Vereenigde Machine-
brieken waarin omzetten van nominaal
f 100.000 en meer per dag geen uitzon
dering zijn. De handel in dergelijke
aandelen geeft de beurs echter geen
levendig aanzien aangezien deze affaire
zich geheel in gesloten hoeken afspeelt.
Met de levendigheid in de open hoe
ken, waaraan de beurs haar kleur moet
ontlenen, is het de laatste tijd echter
practisch geheel gedaan. Philips en Uni
lever komen er nauwelijks meer aan te
pas, om van de aandelen Koninklijke
voor de bankaandelen in de afgelopen
week met 182,12 (v. w. 174,61) een nieuw
hoogtepunt voor dit jaar bereikte.
Maandag staat Je Inschrijving open
op de 4% KLM-lening waarvan 30
miljoen ter openbare inschrijving tegen
de koers van 98 wordt aangeboden;
effectief rendement op basis van de ge
middelde looptijd van di lening 5,03
Het resultaat van deze uitgifte, waar
voor een legertje van 13 emisiekantoren
in het geweer is, wordt met belangstel
ling tegemoet gezien en vervolgens zal
men benieuwd zijn te vernemen welke
de nieuwe emissies zijn die naar ver
luidt nog boven de markt zouden
hangen.
laagste hoogste laatste versch.
Olie nog maar te zwijgen. Nu Amerika
niet of slechts in geringe mate als koper
optreedt is de activiteit ineengeschrom
peld.
De Nederlandse belegger Is op het
i huidige koersniveau niet kooplustig en
i dat is ook wel te verklaren om de
I eenvoudige reden dat het nu eenmaal
f z;jn koerspeil niet is. De huidige
I koersstand is he'm in zekere zin
f slechts opgedrongen door de Ameri
kaanse kopers die met andere maat
staven werken dan hier over het alge
meen voor „veilig" worden gehouden.
In tijden van sterk stijgende koersen
is men natuurlijk wel geneigd een
graantje mee te pikken, maar zodra
de buitenlandse motor afslaat trekt
men zich snel terug.
Wanneer men de beurskoersen van
vrijdag vergelijkt met die van de vorige
week dan blijkt dat Unilever op het
zelfde niveau is gebleven. Philips is
3(4 pnt gestegen en AKU ging 10 pnt
omhoog. De kwartaalcijfers die een
grotere omzet en een hogere nettowinst
paarden aan een verheugende verbete
ring van de winstmarge hebben op de
stijging van het rayonfonds uiteraard
een gunstig effect gehad. Behalve lokale
vraag was er naar dit aandeel ook
vraag voor Duitse rekening.
Onze oosterburen waren in de afge
lopen week trouwens ook elders op de
markt weer aktief en wanneer men de
voortgaande hausse op de Duitse beur
zen in ogenschouw neemt, behoeft dit
niet te verbazen. De koersstijging op de
aandelenmarkt heeft de Duitsers zozeer
te pakken dat van een bijkans onge
breidelde koopbeweging moet worden
gesproken, waarbij de nuchtere be
schouwer zich aan een gevoel van onbe
hagen niet kan onttrekken.
Gemeten naar de beursindexcjjfers
heeft de koersstijging op de Duitse beur
zen in de eerste helft van dit jaar de
stijging op de andere Westeuropese
beurzen, die toch ook niet onbewogen
bleven, belangrijk overtroffen. Sedert
dien heeft de opmars zich echter krach
tig voortgezet. Het hiernavolgende staat
je dat vrij willekeurig is samengesteld,
geeft hiervan enkele treffende voor
beelden.
Koersen Duitse aandelen
eind 31/5 30/6 17/7
1958
1959
1959
1959
Bad. Anil.
323
428
449
490
Farb. Bayer
328
465
459
484
Hoechster F.
355
418
442
471
A.E.G.
300
397
431
436
Siemens
326
475
494
501
Dortm. Hord.
144
143
167
201
Gelsenberg
141
159
172
219
Hoech
146
175
190
230
Mannesmamr
190
225
261
294
Löwenbrau
435
600
730
775
Ver. Glanzst.
336
424
438
475
Deutsche Bk.
345
427
448
555
Dresdner Bk.
340
425
446
545
Commerzbank
330
407
445
540
In het bijzonder frapperen in deze
opstelling wel de fenomenale sprongen
van circa 100 pnt welke de genoemde
bankaandelen tot dusverre in deze
maand hebben gemaakt. Niet meer te
vreden met de eigen markt alleen gin
gen de Duitse ogen intussen ook weer
eens naar Amsterdam, waar vooral Am-
sterdamsche Bank en Rotterdamsche
Bank gekocht werden. Hieraan is het te
danken dat het ANP-CBS beursindice
koers
koers
Mjdv.
to.v
10 juli
3)4% Stafl. '47
92 H
93(4
92 li
3%
3% Inv. crt. N.
96'.»
97,4
96(4
'4
3% Ned. 1962-6*
97 '4
97
97 i'ï
8% Won bw '57
110*v8
111(2
110%
1>4
A'dam Rubb.
92' 2
9444
93%
B.VA
149%
151*4
149(4
2%
AJt.U.
362
374
369%
9%
Ver. Deii Mijen
178.50
183.50
181.25
-f 0.50
Van Gelder Z.
224
2263 2
225
—11
Hoogovens
535
549
549
9
MÜUer Co.
305
308%
308 >4
4- 3(4
Ned. Kabell.
390
392
391
7(4
Philips
633(4
641
638%
3%
Unilever
570
580
574%
0
Wilt. Fljenrd
207
210%
210%
Kon. Petr.
154
155.90
155.50
0.60
K.L.M.
122.70
123.30
123
2
HoU.-Am. Lijn
155(4
158
155(4
2%
K.N.S.M.
156
158%
156i2
4
Van Ommeren
250
253
250
2
N. Scheepv. U
131(4
135
132%
1%
Omzetten (nominaal)
Vorige week (def.) Aandelen f 18.161.332.
Obligaties i 13.993.360.
Deze week (voorl.) Aandelen f 17.041.140.
Obligaties 17.233.910
Op een perconferentie heeft de West-
duitse minister van Financiën Etzel
medegedeeld, dat de ministers van Fi
nanciën der E.E.G.-landen die deelne
men aan een bijeenkomst te Bonn, het
met elkander eens zijn over de wense
lijkheid dat zij zich bij hun begrotings
politiek moeten laten leiden door alge
meen geldende richtlijnen. Naar UPI
meldt hebben de ministers besloten een
gemeenschappelijk heffingsbeleid uit te
zetten voor goederen die binnen de ge
meenschap verhandeld worden. Hun con
clusie zou zijn dat een voor de zes lan
den algemeen geldend belastingsysteem
gelijke concurrentiekansen kan schep
pen. Men streeft er dan ook naar de
belastingheffing geleidelijk aan te ver
eenzelvigen, tot over 12 jaar, ais de
heffingen der zes landen onderling niet
ineer bestaan, ook de belastingen on
derling geheel aangepast zijn.
Voor West-Duitsland, Frankrijk, Bel
gië, Luxemburg en Italië nemen de
ministers van Financiën deel. De Neder
landse minister van Financiën wordt,
zoals bekend, vertegenwoordigd door
jhr. mr. E. van Lennep, de thesaurier-
generaal. Voorts nemen aan de bijeen
komst nog deel de heren Marjoiin en
von der Groeben als leden van de Eu
ropese commissie.
Na de persconferentie werden de deel
nemers aan de conferentie ontvangen
door de Westduitse kanselier dr. Aden
auer. die de ministers de verzekering
gaf dat West-Duitsland absoluut blijft
vasthouden aan de basis van de inte
gratie der zes landen en die politiek
zal blijven voortzetten.
Naar Etzel nog mededeelde werd
voorts besloten zo mogelijk iedere
drie maanden bijeen te komen. Besloten
werd in het komende najaar een bijeen
komst te houden in Brussel. De verschil
lende systemen van belastingen en hun
invloed op de concurrentievoorwaarden
zijn, maar Etzel verklaarde, op de bij
eenkomst diepgaand besproken.
Frankrijk De leiders van de bon
den van technici bij de Franse radio-
en televisie-omroep hebben een staking
afgekondigd van vanmiddag één uur tot
zondag te middernacht. Het gevolg hier
van zal zijn dat het slot van de Tour
de France niet door de Franse radio
en televisie zal kunnen worden uitgezon
den. De radio zal tussen zaterdagmid
dag en zondagavond slechts grammo-
foonmuzlek uitzenden. De staking is uit
geroepen omdat de autoriteiten „hun
beloften niet zijn nagekomen".
Advertentie
Advertentie
Algemeen klassement
van de Mobil Economy
Run 1959, gereden over
2201,5 KM van Luik,
door de Alpen naar
Biarritz
Dyna Panhard
Citroen ID 19
Citroen ID 19
Dyna Panhard
Citroen ID 19
Citroen IÖ 19
Dyna Panhard
Citroen ID 19
Citroen ID 19
Ondanks de bergen was het gemiddelde van
Maus Catsonides I op 16,S.
10 Wolseley
Toch was er grote con
currentie in deze strijd.
54 Wagens zijn gestart.
Hieronder waren 24 ty
pen. verdeeld over 16
verschillende merken.
1 op 21,2 1 op 16,5
De vorige maal
met een spel,
siambod door
distributie mogelijk
zijn we geëindigd
waarin een klein-
bijzondere kaart-
was. Deze soort
spellen doet zich herhaaldelijk voor en
in die gevallen heeft „vragen" naar
Azen en Heren geen enkele zin.
Zie b.v. ook het volgende spel:
WEST
V B 10 9 7
A H V 6 3
A H V
OOST
8 6 5 4
9B5
O 8 5 4
A H 3
Als west begint met het sterke bod
van 2 schoppen, zal oost hem gaan steu
nen (3 schoppen). Gaat west hierna
„vragen", dan hoort hij 1 Aas en 1 Heer
bij zijn partner en west zal geneigd zijn
te veronderstellen, dat dit troefaas en
troefheer zijn, omdat oost die kleur nu
eenmaal steunde. Het behoeft geen be
toog, dat klein-slam al down gaat, om
maar niet te spreken van gioot-slam.
Maar laten we nu vrouw Fortuna eens
een bandje helpen en de schoppens en
klaveren van oost met elkander omwis
selen dus oost krijgt 4 A II 3 en in
8 6 5 4 2. Nu ineens is grootslam
schoppen een praktisch niet te verliezen
contract!
Niettemin zal in het „veranderde" ge
val het bieden óók beginnen met: west
2 schoppen oost 3 schoppen. Als west
nu gaat „vragen" en er maar op avon
tuurt dat die éne Aas en éne Heer wel
ke oost aangeeft de Aas-Heer van troef
zijn, doet hij het erg goed.... beter ge
zegd erg gelukkig, want hij heeft hele
maal niet beter geboden dan de man,
arambool, de bundel gedichten die
Louis de Bourbon nu bij Bakker-
Daamen N.V. in Den Haag' het
licht liet zien, bevat een opdracht in
het Latijn aan Anthonius Duinkerkensis'
die onder meer gekenmerkt wordt
als coeli ac terrae rerum xactis et ver
bis laudator. Dit in woord en daad aan
vaarden van hemel en aarde, prijzen
staat er zelfs, typeert niet alleen Guil-
helmus Asselbergs, ook de dichter die
hem /jjn verzen opdroeg, signerend:
Ludovicus Normandiae Dux, Lodewijk,
Hertog van Normandië. Iedereen weet
hiermee waar hij aan toe is. Toen Van
Duinkerken echter in 1932 bet debuut
van een zekere Louis de Bourbon voor
de Gemeenschap te bespreken kreeg,
dacht hij met een pseudoniem te doen
te hebben. Het tikkeltje spot dat daar
uit voortgekomen zal zijn, nam de dich
ter niet. Hij verzocht de recensent in
een brief niet met zijn koninklijke naam
te spotten, regelrechte afstammeling
als hij was van Charles Louis de Bour
bon, hertog van Normandië, geboren 27
maart 1785 te Versailles, overleden 10
augustus 1845 te Delft. Was deze zwer
ver wiens gebeente uiteindelijk in Ne
derlandse bodem een laatste rustplaats
vond, slechts de avonturier Karl Wil
helm Naundorff of werkelijk Lodewijk
XVII? Van Duinkerken heeft in het
meinummer van Roeping over deze
aangelegenheid uitgeweid en daarbij
vermeld, dat de nazaten van Naundorff
in 1863 officieel het recht kregen de
naam De Bourbon te voeren, zodat de
dichter van Karambool in het geboor
teregister te Renkum kon worden in
geschreven als Louis Jean Henri Char
les Adalberth de Bourbon, hertog van
Normandië.
Daf de dichter dit bloedsbestand se
rieus heeft genomen, blijkt al uit bo
vengeciteerde brief. Dat blijkt ook uit
zijn beroemdste gedicht, het eerste der
zelfportretten:
„Een prins van Frankrijk en het zoet
Navarre
heeft blauwe ogen, donkerblonde
haren,
maar geen paleizen meer en geen
vazallen,
want heersen doen In deze eeuw
barbaren."
In Roeping van december 3958, de
maand waarin hij 50 werd, publiceerde
de dichter een derde zelfportret:
„Zwaarlijvig van postuur. Alsof een
voorgeslacht
dat met zijn zwaarste sterren lichte
kronen
verpletterd heeft
Op de zelfportretten volgt in Karam
bool het gedicht dat geschreven werd,
toen in 1950 te Delft het stoffelijk over
schot van Naundorff, in zijn laatste
rustplaats nog niet met rust gelaten,
voor een studieus onderzoek werd op
gegraven:
„Er is niet veel veranderd hier
beneden,
Karl Wilhelm Naundorff, Frankrijks
bleekste zoon,
de aarde, waar het recht met voeten
wordt getreden
biedt nog aan uw geslacht geen rust,
geen woon."
hem „de
om hem
En de dichter neemt van
fakkel der verloornen" over
voort te dragen. Ironie valt hierin niet
te beluisteren. Des te sterker spreekt
ze in II Tintoretto als de dichter zich
tegenover de schilder karakteriseert als
een „vorstenzoontje zonder kroon of
troon." Overigens interesseert het de
lezer nauwelijks, wie zijn eigen verre
voorzaten zijn, laat staan die van De
Bourbon. Daar komt nog bij dat sinds
de revolutie gebleken is, dat het blauw
ste bloed gewoon rood pleegt te stro
men. Menig Lodewijk was minder mens
dan zijn lakei. Wat wil die man? Welke
hersenschim jaagt hij na? De haren
van Naundorff kan men onderzoeken
en vergelijken met bv. die van Marie
Antoinette, maar is het niet veel be
langrijker, hoe 's dichters kuif nog op
de schedel staat? Louis de Bourbon is
zo pas de vijftig gepasseerd, wat min
der een administratief dan een psycho
logisch feit is. Het laatste zelfportret
geeft nog slechts een zinspeling op de
afstamming. Als er bitterheid uit
spreekt, stamt deze niet zo zeer uit
het feit dat men niet geloven wil uit
welke voorvaderen dit leven stamt, als-
wel uit de omstandigheid dat het leven
zonder-meer van de vijftigjarige reeds
zover heen blijkt:
„Een bijna witte baard besluit thans
het gelaat
waarvan het voorhoofd rijst naarmaat
de haren slinken
waarin geen wind meer blonde
golven slaat."
Hiermee zijn we toe aan de grond
toon van Karambool: het leven is een
verrukkelijk spel! En tegelijkertijd:
dit spel heeft bijna uit. Op de termi
nologie van het nobele biljartspel is
de bundel gebouwd. De eerste verzen
zijn samengebracht onder de titel
Van Quitte. De zelfportretten en por
tretten van anderen zijn raak geka
rakteriseerd met Piqués en Masses,
de stoten op de kop, met of zonder
effekt. Deel III heet Russisch Kader.
Juist de Russische verzen daarin lij
ken me niet bepaald een aanwinst.
Belangrijker is afdeling vier: Eind
spel, en het slotstuk Parvum vitae
curriculum parvae. Men overschouwt
nog eens het leven en zie, het is
niet veel: parvum parvae! Maar te
gelijkertijd: hoe verrukkelijk! Welk
een verrukkelijk spel. Zonde, In de
wezenlijke zin, dat het niet langer
duurt. Met deze twee gegevens wor
stelt de dichter. De spiegel die hij
zich voorhoudt, wordt steeds feller
een gericht. Vervoering en teleurstel-
27
Maar honderden anderen proefden de lente op de
poëtische manier van meester Jonker. Zij genoten
van het diffuse licht, dat soms de vissersschepen
die tegen de avond het haventje binnenvielen - de
nettel» hoog in de masten gehesen - eruit deed zien als
bruiden en zij waren verrukt bij het zien van dat tere
groene waas over de bomen en struiken.
Het was een heel ander eiland geworden. Het wrak
van de „Lux" - nog slechts een verwrongen massa
ijzer was als een boze herinnering aan de dagen
dat het zo spookte op de gronden. Ze hadden in de
loop van de winter het grootste deel van de lading
die de Zweed aan boord had gehad, nog kunnen ber
gen. En...er was flink gejut...! Hedwig Hedland
had nog een bijzonder gelukkige vondst gedaan, toen
hij weer eens langs het strand zwalkte. Hij had, zo
werd in het dorp verteld, een heel pakje bankbil
jetten gevonden, dat hij echter direct naar de burge
meester had gebracht. Het waren Zweedse bank
biljetten, dus moesten ez wel van de „Lux" afkom
stig zijn
Óp het eiland werd verteld dat het wel heel gauw
wat zou worden tussen Hedwig Hedland en de eni
ge dochter van De Boer. Die Menke was het laatste
jaar opengebloeid als een lelie. Heel wat jonge ke
rels hadden met van die felle blikken naar haar ste
vige figuur gekeken, als zij 's zaterdagsavonds
met Hedwig in het dorpscafé kwam, waar dan ge
danst werd. Aan Hedwig merkte men trouwens ook
een verandering op. Hij was na zijn avontuur als
opstapper, in de nacht dat de „Lux" op de gronden
zat, ernstiger geworden; ouder, zou je zeggen. Hij
was ook minder luidruchtig dan vroeger. Soms kon
hij urenlang zitten zonder een woord te spreken.
„Menke spookt hem door de kop", zei zijn vader
dan. Maar voor ze zouden gaan trouwen als dat
tenminste gebeurde, want bij een jongen van 19 kan
er nog veel veranderen moest hij toch zien dat hij
de avondcursus van de Zuivelschool volgde. .Te kon
tegenwoordig niet genoeg theoretische kennis heb
ben. 't Zou goed zijn voor het bedrijf, zo iemand
met verstand van het fijnere werk erbij
Clara kon soms echt genieten van dat fantaseren
van Chris over de toekomst. Daaraan merkte je, dat
hjj bepaald nog niet oud en der dagen zat was.
Voor Hedwig was de lente één groot feest. De win
ter had lang geduurd deze keer. Té lang. De gezel
lige avonden thuis of bij Menke in de propere kamer
waren weliswaar aangename onderbrekingen van
de grauwe reeks dagen geweest, doch het verlangen
naar de warme voorjaarslucht was er niet door ge
doofd.
Menke voelde het nét zo. De mensen vonden haar
veranderd, de laatste maanden. „Ze kiekt zo wies",
had er één gezegd. Hedwig die dat een keer hoor
de, was er boos om geworden. Wijs kijkenon
zin! Als je nou nog zei dat Menke móóier gewor
den was..'....; dan sprak je tenminste de waarheid.
Het was in die tijd, dat Hedwig zijn meisje voor
het eerst in een licht jurkje had gezien. „Is dat
nieuw?" had hjj haar gevraagd. Ze had hem ge
zegd dat het jurkje al twee zomers geleden door haai:
moeder was gemaakt. „Maar jij ziet alles nieuw,"
voegde ze eraan toe, „omdat je me altijd bekeken
hebt zonder dat je me werkelijk zag."
Dat was nu echt Menke, vond Hedwig. Ze deed hem
soms aan zijn moeder denken. Gelijk had ze overi
gens, wat dat jurkje betrof. Jarenlang had hij amper
beseft, dat Menke een meisje was, niettegenstaande
hij bijna dagelijks met haar in aanraking kwam. Als
kieuter hadden ze al samen gespeeld. Ze hadden
scheepjes gemaakt van rietbladeren, die ze lieten
varen in de goot achter de stal van De Boer. De zeil-
klomp, die Hedwig van Simon de Rijke had gekregen,
hadden ze schipbreuk op schipbreuk laten doormaken
in de visvijver van dominee Margadant. Ze hadden
de klomp aan een lange draad bevestigd en dominee
was bij die gelegenheid woedend het huis uitgekomen,
omdat hij vreesde dat de kinderen zijn goudvissen
aan de haak willen slaan
En dat gebeurde allemaal zonder dat Hedwig be
seft had, dat Menke een „meisje" was. Pas na dat
avontuur met de stranding van de „Lux" toen op
die bruiloft van Harm en Boukje, was het tot hem
doorgedrongen dat er nog iets anders tussen hem en
Menke was dan alleen het feit dat zij buren waren.
Hjj herinnerde zich nog hoe hij naast haar had gelo
pen onder de klepperende lantaarns van de buurt
schap en hoe hij die vloeiende lijnen van haar ge
zicht had bestudeerd en zich had verbaasd over de
zachtheid van Menkes haar en de frisheid van haar
lippen.
Een paar weken later had hij die lippen als in
een opwelling gekust. Het gebeurde op een zaterdag
toen er dansen was in het dorpscafé. Hij had haar
tanden tegen zjjn lippen gevoeld, zo ruw was die
eerste kus geweest. Na een gevoel van schrik had
hij iets van triomf in zich voelen opkomen. Hij vond
het later zelfs niet meer gek, ais hij haar armen kuste
of haar hals. Iets in hem zei, dat dit allemaal mocht
als je jongen en meisje was. Een enkele maal be
greep hij niet wat hem bezielde. Het kon voorkomen,
dat hij een bijna pnbedwingbare lust in zich voelde
opkomen, Menkete verslinden. Hij schrok daar
soms zeil van.
Hii begreep opeens waarom ze van vrouwen wei
eens zeiden dat ze onweerstaanbaar waren.
Op een zondagmiddag in de vroege lente lagen
zjj samen loom in het gras van de wegberm. Boven
hun hoofden zeilden de wolken voorbij als spook
schepen op een donkerblauwe oceaan. Er steeg een
geur uit de aarde op. die Hedwig nooit eerder gero
ken had - althans niet bewust geroken had. De ge
luiden van het dorp schenen van heel ver te komen.
De zee ruiste een lied, dat slaperig maakte.
De zon stond als een vlammende toorts op een
duintop. Hedwig had het gevoel alsof Hij in een
luchtledig vertoefde, alsof hij gewichtloos geworden
was en zelfs geen pijn meer zou kunnen voelen.
Het was een wonderlijke sensatie van geluk, zoals
hij nimmer tevoren had beleefd. Hij scheen tot geen
enkel gevoel meer in staat. Wrok. afkeer, liefde...
het waren lege woorden die niet van toepassing wa
ren op deze toestand.
(Wordt vervolgd).
ling. De romanticus kon deze tegen
stelling niet ontgaan. In het ene vers
zingt De Bourbon: „ik ben aarde en
hemel, en god: een heelal zonder
grenzen." In het volgende gaat hij
door „een leeg heelal Jat niet leger
zal zijn als ik sterven zal."
Als prijzer in woord en daad van de
goede gaven van hemel en aarde gaat
hij de weg die hem te gaan goeddunkt,
zonder zich te storen aan een controle
van de gemeenschap. Ais hij iets haat,
is het de burger, de citoyen die ziin
vorstelijke voorouder heeft lerechtge-
steid. Echt zijn voorouder? Van meer
belang is de onafhankelijke, dus vor
stelijke allure waarmee de dichter door
het leven ging. Als onafhankelijk auteur
steide hij zich buiten de wet van een
benepen burgerij. Pastoors en domi
nees rekent hij tot de „lieden" die woor
den als liefde ambtshalve mogen ge
bruiken. God is hem geen zekerheid
waarop je na een goed christelijk leven
aanspraak kunt maken als op de uit
kering van een ideaalverzekering die je
automatisch toevalt als je 65 bent. Hij
wenst geen zekerheden van buitenaf,
geen gemakkelijk geloof in een hierna
maals. Een zekerheid had hij: de aard
se liefde. Die heeft hjj bejubeld in alle
toonaarden. Vrouwen uit alle wereldde
len bezingt hij, in Eros beschrijft hij
de liefdesdaad op onthutsend openharti
ge wijze, zozeer dét men de bundel
reeds daarom alleen voor volwassenen
aanvaardbaar acht. Maar dat is dan
omwille van zuiver pedagogische mo
tieven, want in het uitvoerige vers
komt niet één onvertogen woord voor.
De dichter looft de schoonheid der aar
de, zingt een ballade voor de vrouw
die alle vrouwen is. Een koningszoon?
Het schijnt de dichter in zijn laatste
verzen weinig te interesseren. Voor al
les is hij dichter. En als dichter min
naar. Maar wie in zo'n situatie zijn
schedel ziet stijgen en de haargrens
dalen, raakt in moeilijkheden. Vooral
iemand als De Bourbon die de aardse
werkelijkheid niet als een Godsopenba
ring ondergaat. Het al spreekt nem
niet direkt een metafysische taal. Maar
de dood is er niet minder reëel om.
De iiefde stelt teleur, want ze maakt
geen minnaar eeuwig. De dichter voelt
zich uiteindelijk bedrogen: „waartoe
heb ik dit lijf een leven lang gedragen?"
De mens is een „erbarmelijk dier"
dat straks een „weerzinwekkend kreng"
wordt, dat weer terugkeert tot het
„waardeloze slem" waaruit het is
voortgekomen. De dood werd zelfs de
god-mens niet bespaard! Is er een le
ven na dit leven? De dichter twijfelt
eraan, geleid als hij zich voelt
„veeleer door 't blinde lot
dan door het wijs beleid
van een algoede god."
De dichter eindigt niet als minnaar
die werft, maar als een bewust levend
mens die de aardse liefde uiteindelijk
niet toereikend acht. Eerst op het
sterfbed is men eerlijk, zegt De Bour
bon. Met de dood in een reeds nade
rend verschiet gaat hij op mek naar
de laatste waarheid. De zin van het
leven is een uitdrukking die in de laat
ste afdelingen meermalen voorkomt.
De dichter poogt die zin te achterha
len. Zijn bevindingen zijn nog niet de
finitief. Daarvoor zijn zijn ontkenningen
te voorlopig, te zeer aan zekere voor
waarden gebonden. Geen goede god
maar slechts een fatum? De dichter
voelt zich veeleer geleid door 't blinde
lot, waarbij nog op te merken valt, dat
't gedicht met een misschien veelzeg»
gend als begint.
Deze worsteling om het zjjn of niet
zjjn na dit leven geeft de poëzie van
De Bourbon plotseling een bijzonder
accent. Gaat de dichter nu kansen krij
gen die voorheen wel eens al te grif
de minnaar werden toegekend? Zal die
dichter, bloedwarme romanticus die
hij is, zich op eigen kracht de eeuwig
heid in zingen en gaan geloven in het
onsterfelijk lied? Of zal hij èn lied èn
iiefde ontoereikend achten, en verbit
terd wachten op het stof waaruit hij
is voortgekomen? Of zal de romanticus,
die toch geen verten schroomt, als diep
ste zin van het leven de paradox aan
vaarden dat men, begonnen, niet meer
eindigen zal? Dat er een Navarre is
waarvan de zoetheid met geen aards
paradijs te vergelijken valt? Ludovicus,
Normandiae Du.x. Passender zou het
zijn te zeggen: Heracles. Meerdere
wegen liggen open. Daarom heeft het
zin een nieuwe bundel van De Bourbon
te verwachten. Hopelijk gaat hjj komen,
want hoe ouderwets de verzen van de
dichter soms ook zijn, hoe vaak hii es-
tetische normen ook overtreedt, zijn
oeuvre boeit; de lezer wil het innerlijk
reisverhaal van deze zwerver verder le
zen. Zeker, homo decipiator: de mens
wordt bedrogen, zijn leven is om, vóór
hü er erg in heeft. Maar voor een dich
ter is vijftig jaren nog jong. Die oer-
menselijke trek naar de zin van alle
zijn wjjze de weg door het landschap
van de menselijke ziel. Of Naundorff
een Lodewijk is, is een vraag die
het-zijn-ueberhaupt niet in het geding
brengt. Met de vraag of God een Vader
is, krijgt de problematiek van De Bour
bon een strekking die waarlijk existen
tieel genoemd mag worden. Deze stoot
leverde inderdaad een carambole. Het
wachten is nu op de rest van de partij.
Het spel wordt menens.
JAN ELEMANS
die de voor hem waardeloze «f»
Heer in de dummy (oost) vond.
Aas-
Is deze gevallen u geheel duidelijk
zijn, zult ge óók begrijpen, dat:
voor verschillende soorten kaart-
verdelingen er verschillende soorten
slamconventies nodig zijn.
De huis-tuin-keuken-bridger volstaat
met de 4 klaveren (Blackwood) con
ventie en kan daarbij niet meer doen
dan hopen, dat er géén moeilijke ge
vallen (als de bovenstaande) zich zul
len voordoen.
Zowel de 4-klaveren als de Black-
woodconventie zijn slechts bruikbaar
in die gevallen .waarin men de (vaak
voorkomende) evenwichtige kaartver-
deling heeft, en waarbij het kunnen
maken van het siambod niet afhanke
lijk is van de juiste Azen en Heren
(renonces, singletons), doch slechts vzn
het aantal dezer hoge kaarten.
Als het grillige toeval u eens met een
twaalfkaart schoppen zou bedélen zón
der de Aas, is troefaas de énige kaart
welke u interesseert en u hoopt deze in
de hand uwer partner te vinden. U kunt
dan wel „vragen" naar Azen, maar als
uw partner 2 of 3 Azen aangeeft, is het
nog helemaal niet zeker, dat juist
schoppenaas daarbij is.
We komen nu al eén stapje verder
op de weg naar de betere slamtechniek:
er zijn situaties waarin u er beter aan
doet uw spel duidelijk te omschrijven,
dan u bezig te houden met azenvragerij.
Blijven we bij het laatst veronderstelde
geval, u hebt: HVB 10 9876543
2, A,
Het juiste openingsbod is „zes schop
pen" want als partner schoppenaas
bezit, zal hij zéker de zevende schoppen
geven. Zoudt ge de fout maken te gaan
„vragen", dan kan de partner niet meer
doen dan zijn „aantal" Azen aangeven,
doch hij kan geen initiatief tonen. U
zult zeggen „een 12-kaart komt nooit
voor" akkoord (zéér zelden, inder
daad), doch talrijk zijn de gevallen die
volgens het „principe der omschrijving"
geboden moeten worden. Dat is moei
lijk en weinig populair, daar de ge
wone bridger liever volgens simpele
regeltjes te werk gaat.
Het vervolg dezer artikelenserie is
dan ook meer voor talentvolle en ge
vorderde spelers bedoeld.
(Wordt vervolgd). MIM1R
H. J. M. F. Lodewick, Literatuuf*
Geschiedenis en bloemlezing. Eerst8
deel: Aanvang tot omstreeks 1880'
Tweede deel: omstreeks 1880 tot he
den.
In deze nieuwe bloemlezing is de
schiedenis der letterkunde in de bloerh'
lezing geïntegreerd. De inleidende b«"
schouwingen geven het essentiële; ZU
zijn overzichtelijk en men een goed£
introductie tot de daarop volgen/c tek"
sten. Lodewick staat tereci t op het stand'
punt, dat een boek over Literatuur
zeker als het voor het onderwijs be
stemd is de iezers op de eerste plaats
op de hoogte moet brengen van de le'!
teren van onze tjjd: het tweede de8'
telt dan ook 422 bladzijden tegenovef
334 in het eerste. Een gelukkige vond?'
is, dat de literatuur van Noord- en Zui"'
Nederland sinds 1920 als een samenhan
gend geheel is behandeld. Voor de Pe
riode 1920-1940 ging de samensteller UjJ
van de in de diverse tijdschriften zie11
manifesterende stromingen en geestes
houdingen; voof de tjjd na 1940 werde-1
zeven groeperingen onderscheiden. T8
waarderen valt, dat althans een poging
tot ordening werd ondernomen, omdf1
zeker voor het onderwijs een zeker8
schematisering onmisbaar is. 1 t be
trekking tot het vertellen van bijzonder
heden uit het leven van de kunstenaaf
merkt L. op, dat ook die details, die
onze belangstelling voor de kunstenaa'
als mens opwekken, die hem van leg8
naam tot levend wezen maken, wa»r'
devol zijn. Zo vindt men dan ook divers8
anekdoten en luchthartige gossip die et
naar onze mening toe zullen bijdragen'
dat de leerlingen de behandelde schril'
ver onthouden. Op het bezwaar dat h8'
tweede deel veel meer geeft dan de leer
lingen behoeven te weten, antwoordt 1',
dat deze uitvoerigheid de leraar in staa'
stelt een keuze te doen en dat het boek
ook bedoeld is ais naslagwerk. Inder
daad zijn deze beide delen wel de mees'
up-to-date en volledige tyoemlezing, d'8
hier te lande is verschenen. Zij kan daO
ook worden aanbevolen voor wie zie"
interesseert voor de uitingen van 68
Nederlandse geest in onze letteren pTl
niet in het minst voor wie met belang
stelling deze uitingen in onze eigen til®
wil volgen. De uitgeverij Malmberg ver
dient lof om de keurige verzorging'
maar faalde in de onrustige band.
W. H. BEUKË>'
i
i
i
I
i
di
0i
O
Di
0|
Vj
li:
gi
d<
0(
d<
S
Een opvallend tempoprobleem ach
ten wij no. 31. De beide batterijstel
lingen branden beurtelings los door
zwarts eigen interferentie. Daarnaast
krijgen wij ook nog andere aardige
mats te zien.
Voor verandering nu een drie-
zet, 'n echte Bohemer. Hierin ont
vouwen zich grote technische vaar
digheden van de auteur. Nu daarin
is deze meester Akerblom thuis. Men
moet respekt hebben met welke so
berheid in materiaal wit de strijd
aanbindt en er dan nog zo'n keurige
inleidingszet aan weet te geven. De
beide penmats zijn ook schitterend.
Een probleem dat 'n eerste prijs
waard is.
Probleemoplossingen
No. 25. J. Haring. Opl. 1. Pc4-d6!
dreiging 2. Pd2-b3:t. De matveran-
dering na 1Dd7: 2. Pf5!t is
verrassend.
No. 26. W. Verbon. Opl. 1. Kal-b2
enz.
Correspondentie betreffende deze
rubriek te zenden aan P. A. Koets-
heid, Huize St.-Bernardus, Sassen-
heim.
No, 31.
J. C. MORRA,
Arbejder Skak, maart '59.
Mat in 2 zetten.
No. 32.
A. AKERBLOM,
le prijs Fide-tournooi 1957-58.
Mat in 3 zetten.
Probleem voor geoefende oplossers.
No. 3335 van L. Colier te Maastricht.
PROBLEEM VOOR BEGINNERS.
No. 575 van A. A. Polman te Bussum.
Wit speelt en wint; oplossingen
kunnen ingezonden worden tot 15
aug. a.s. aan B. H. M. Stevens, Eiken
laan 36, Heemstede.
OPLOSSING
van no. 3328 van J. Belien
te Heemstede.
Wit speelt naar; 40, 14, 24, 35, 41,
30, 24, 3, 27, 27 en wint. De aanvang-
stand van dit probleem is niet ideaal,
de ontleding echter vrij lastig en
verrassend. Men komt gemakkelijk
op een dwaalspoor.
Wit begint en wint; oplossingen
van de nummers 574 en 575 kunnen
tegelijk ingezonden worden tot 1 aug.
a.s. aan bovengenoemd adres.
OPLOSSING
van no. 572 van J. H. Scheyen
te Kerkrade.
39—34, 36x47, 22—17, 47x49, 17—12,
49x19, 12x3, 13x22, 25—20, 14x25, 3x2
en wint. Een tamelijk moeilijke ont
leding in een vrij goede stand. De
mogelijkheden om het Canalejas-
motief te bewerken blijken nog
steeds niet uitgeput te zijn.
HET PARTIJSPEL
Ditmaal eens een partij voor de
zomeravonden. Dat wil niet zeggen
dat er luchtig gespeeld is, doch men
zal tevergeefs zoeken naar sensatie.
Het is een vrij goed gespeelde partij
tussen J. Fakkeldij te Amsterdam en
H. Belien te Heemstede. Eerstge
noemde speelde met wit.
1, 31—27 19—23; 2. 33—28 17—21;
3. 28x19 14x23; 4. 39—33 10—14. 5.
44—39 21—26; 6. 34—30 14—19: 7.
33—28 18—22: 8. 27x29 19—24; 9. 30x19
13x22; 10. 32—27 22x31; 11. 36x27
1117; na deze wat ongewone ope
ningsschermutselingen zal men zich
moeilijk kunnen voorstellen dat de
stand later weer symmetrisch zal
worden. 12. 37—32 17—21; 13. 38—33
8—13; 14. 33—28 12—18; 15. 41—37
2—8; 16. 46—41 20—24; 17. 40—34
;wart dreigde met 2430, 2631 en
18—225—10; 18. 34—30 13—19;
19. 39—33 9—13; 20. 45—40 10—14; 21.
30—25 7—12; 22. 43—39 4—9: 23.
40—34 1—7; 24. 42—38 wit voelt
blijkbaar niets voor het experiment
34—2 918—23; 25. 34—30 7—11;
26. 47—42 12—18; 27. 49—44 11—17;
28. 41—36 17—22: 29. 28x17 21x12;
zwart moest wat doen om zijn tempi-
achterstand wat in te halen. 30.
33—28 12—17; 31. 39—33 17—21; 32.
44—39 8—12; 33. 50—45 12—17; 34.
2722 het is voor wit wel verleide
lijk om door 39—34 de afruil door
1722 enz. te verhinderen, doch zw.
zou stellig eerst de grote afruil door
24—29, 14—20 genomen hebben en
daarna 1722 gespeeld hebben met
betere stand18x27; 35, 37—31
26x37; 36. 42x11 16x7; 37. 36—31
21—26; 38. 31—27 6—11; 39.
24—29; 40. 33x24 14—20; 41.
9x40; 42. 35x44 15—20: 43.
20—24; 44. 44—39 3—9; 45.
7—12; 46. 45—40 9—14; 47. 42-
na lang spelen is de stand weer
evenals bij het begin: symmetrisch
slechts met dit verschil dat zwart de
vóórzet heeft. 471116- 48
40—35 12—17; 49. 39—34 13—18; 50
38—33 17—21; 51. 34—30 23—29; en het
spel werd remise. Als wit in plaats
van 3430 2822 gespeeld had zou
hij nog een kleine winstkans behou
den hebben.
39—34
25x14
30—25
48—42
-37 en
li
<i(
0\
«e
is
iljfc
Ce
Do]
is
V
Jhc
b*
vc
li
bi
te
le411
?ic
*t
v
*(in
Ie
Do
cv
vai
Se
'e4
Oh
ti