Duitsers tonen interesse voor Nederlandse bankaandelen ZUINIGHEIDSTRIOMPH VAN CITROËN PANHARD HOE TE VRAGEN Carambole voor De Bourbon Van boeken en schrijvers DE EILANDER A Van Dam en Dame u fc Kentering op de beleggingsmarkt Als de haargrens daalt en de schedel stijgt ven DE BEURSWEEK Begrotingspolitiek volgens algemene r nen LUDOVICUS NORMANDIAE DUX Geschiedenis en bloemlezing ZATERDAG 18 JULI 1959 E.E.G.-landen zijn het eens EN O K" niiiiiiimiiiiiiiiiinininiininiiiiiimmmiiinftiimnnimnni iimmtn ROMAN VAN DE LOKKENDE ZEE I door KLAAS TOXOPEUS auiiuuiiiiiiiiiiiiiiuiuiiimiiiiuiuiiiiiiiuiiiiKiiiiiiiiuiniitiiiiiiiiiiiiiiiii^ Nederlandse literatuur i a N d: wJ»* abcdefgh., e OU. t: 5c Cl or jri li: In het beeld van de Amsterdamse effectenbeurs is in de afgelopen week weinig verandering gekomen. In het al gemeen kan worden gezegd dat de markt een afwachtende houding aan de dag legt. De affaire is dan ook van kleine omvang, althans wat de omzetten in de internationale fondsen betreft. In de kleinere, zgn. lokale waarden vallen de omzetten alles bij elkaar echter nog wel mee. Voorzover het buitenland er zich mee inlaat gaan in bepaalde fond sen zelfs vrij grote bedragen om. Te noemen valt in dit verband bijvoorbeeld een fonds als de Vereenigde Machine- brieken waarin omzetten van nominaal f 100.000 en meer per dag geen uitzon dering zijn. De handel in dergelijke aandelen geeft de beurs echter geen levendig aanzien aangezien deze affaire zich geheel in gesloten hoeken afspeelt. Met de levendigheid in de open hoe ken, waaraan de beurs haar kleur moet ontlenen, is het de laatste tijd echter practisch geheel gedaan. Philips en Uni lever komen er nauwelijks meer aan te pas, om van de aandelen Koninklijke voor de bankaandelen in de afgelopen week met 182,12 (v. w. 174,61) een nieuw hoogtepunt voor dit jaar bereikte. Maandag staat Je Inschrijving open op de 4% KLM-lening waarvan 30 miljoen ter openbare inschrijving tegen de koers van 98 wordt aangeboden; effectief rendement op basis van de ge middelde looptijd van di lening 5,03 Het resultaat van deze uitgifte, waar voor een legertje van 13 emisiekantoren in het geweer is, wordt met belangstel ling tegemoet gezien en vervolgens zal men benieuwd zijn te vernemen welke de nieuwe emissies zijn die naar ver luidt nog boven de markt zouden hangen. laagste hoogste laatste versch. Olie nog maar te zwijgen. Nu Amerika niet of slechts in geringe mate als koper optreedt is de activiteit ineengeschrom peld. De Nederlandse belegger Is op het i huidige koersniveau niet kooplustig en i dat is ook wel te verklaren om de I eenvoudige reden dat het nu eenmaal f z;jn koerspeil niet is. De huidige I koersstand is he'm in zekere zin f slechts opgedrongen door de Ameri kaanse kopers die met andere maat staven werken dan hier over het alge meen voor „veilig" worden gehouden. In tijden van sterk stijgende koersen is men natuurlijk wel geneigd een graantje mee te pikken, maar zodra de buitenlandse motor afslaat trekt men zich snel terug. Wanneer men de beurskoersen van vrijdag vergelijkt met die van de vorige week dan blijkt dat Unilever op het zelfde niveau is gebleven. Philips is 3(4 pnt gestegen en AKU ging 10 pnt omhoog. De kwartaalcijfers die een grotere omzet en een hogere nettowinst paarden aan een verheugende verbete ring van de winstmarge hebben op de stijging van het rayonfonds uiteraard een gunstig effect gehad. Behalve lokale vraag was er naar dit aandeel ook vraag voor Duitse rekening. Onze oosterburen waren in de afge lopen week trouwens ook elders op de markt weer aktief en wanneer men de voortgaande hausse op de Duitse beur zen in ogenschouw neemt, behoeft dit niet te verbazen. De koersstijging op de aandelenmarkt heeft de Duitsers zozeer te pakken dat van een bijkans onge breidelde koopbeweging moet worden gesproken, waarbij de nuchtere be schouwer zich aan een gevoel van onbe hagen niet kan onttrekken. Gemeten naar de beursindexcjjfers heeft de koersstijging op de Duitse beur zen in de eerste helft van dit jaar de stijging op de andere Westeuropese beurzen, die toch ook niet onbewogen bleven, belangrijk overtroffen. Sedert dien heeft de opmars zich echter krach tig voortgezet. Het hiernavolgende staat je dat vrij willekeurig is samengesteld, geeft hiervan enkele treffende voor beelden. Koersen Duitse aandelen eind 31/5 30/6 17/7 1958 1959 1959 1959 Bad. Anil. 323 428 449 490 Farb. Bayer 328 465 459 484 Hoechster F. 355 418 442 471 A.E.G. 300 397 431 436 Siemens 326 475 494 501 Dortm. Hord. 144 143 167 201 Gelsenberg 141 159 172 219 Hoech 146 175 190 230 Mannesmamr 190 225 261 294 Löwenbrau 435 600 730 775 Ver. Glanzst. 336 424 438 475 Deutsche Bk. 345 427 448 555 Dresdner Bk. 340 425 446 545 Commerzbank 330 407 445 540 In het bijzonder frapperen in deze opstelling wel de fenomenale sprongen van circa 100 pnt welke de genoemde bankaandelen tot dusverre in deze maand hebben gemaakt. Niet meer te vreden met de eigen markt alleen gin gen de Duitse ogen intussen ook weer eens naar Amsterdam, waar vooral Am- sterdamsche Bank en Rotterdamsche Bank gekocht werden. Hieraan is het te danken dat het ANP-CBS beursindice koers koers Mjdv. to.v 10 juli 3)4% Stafl. '47 92 H 93(4 92 li 3% 3% Inv. crt. N. 96'.» 97,4 96(4 '4 3% Ned. 1962-6* 97 '4 97 97 i'ï 8% Won bw '57 110*v8 111(2 110% 1>4 A'dam Rubb. 92' 2 9444 93% B.VA 149% 151*4 149(4 2% AJt.U. 362 374 369% 9% Ver. Deii Mijen 178.50 183.50 181.25 -f 0.50 Van Gelder Z. 224 2263 2 225 —11 Hoogovens 535 549 549 9 MÜUer Co. 305 308% 308 >4 4- 3(4 Ned. Kabell. 390 392 391 7(4 Philips 633(4 641 638% 3% Unilever 570 580 574% 0 Wilt. Fljenrd 207 210% 210% Kon. Petr. 154 155.90 155.50 0.60 K.L.M. 122.70 123.30 123 2 HoU.-Am. Lijn 155(4 158 155(4 2% K.N.S.M. 156 158% 156i2 4 Van Ommeren 250 253 250 2 N. Scheepv. U 131(4 135 132% 1% Omzetten (nominaal) Vorige week (def.) Aandelen f 18.161.332. Obligaties i 13.993.360. Deze week (voorl.) Aandelen f 17.041.140. Obligaties 17.233.910 Op een perconferentie heeft de West- duitse minister van Financiën Etzel medegedeeld, dat de ministers van Fi nanciën der E.E.G.-landen die deelne men aan een bijeenkomst te Bonn, het met elkander eens zijn over de wense lijkheid dat zij zich bij hun begrotings politiek moeten laten leiden door alge meen geldende richtlijnen. Naar UPI meldt hebben de ministers besloten een gemeenschappelijk heffingsbeleid uit te zetten voor goederen die binnen de ge meenschap verhandeld worden. Hun con clusie zou zijn dat een voor de zes lan den algemeen geldend belastingsysteem gelijke concurrentiekansen kan schep pen. Men streeft er dan ook naar de belastingheffing geleidelijk aan te ver eenzelvigen, tot over 12 jaar, ais de heffingen der zes landen onderling niet ineer bestaan, ook de belastingen on derling geheel aangepast zijn. Voor West-Duitsland, Frankrijk, Bel gië, Luxemburg en Italië nemen de ministers van Financiën deel. De Neder landse minister van Financiën wordt, zoals bekend, vertegenwoordigd door jhr. mr. E. van Lennep, de thesaurier- generaal. Voorts nemen aan de bijeen komst nog deel de heren Marjoiin en von der Groeben als leden van de Eu ropese commissie. Na de persconferentie werden de deel nemers aan de conferentie ontvangen door de Westduitse kanselier dr. Aden auer. die de ministers de verzekering gaf dat West-Duitsland absoluut blijft vasthouden aan de basis van de inte gratie der zes landen en die politiek zal blijven voortzetten. Naar Etzel nog mededeelde werd voorts besloten zo mogelijk iedere drie maanden bijeen te komen. Besloten werd in het komende najaar een bijeen komst te houden in Brussel. De verschil lende systemen van belastingen en hun invloed op de concurrentievoorwaarden zijn, maar Etzel verklaarde, op de bij eenkomst diepgaand besproken. Frankrijk De leiders van de bon den van technici bij de Franse radio- en televisie-omroep hebben een staking afgekondigd van vanmiddag één uur tot zondag te middernacht. Het gevolg hier van zal zijn dat het slot van de Tour de France niet door de Franse radio en televisie zal kunnen worden uitgezon den. De radio zal tussen zaterdagmid dag en zondagavond slechts grammo- foonmuzlek uitzenden. De staking is uit geroepen omdat de autoriteiten „hun beloften niet zijn nagekomen". Advertentie Advertentie Algemeen klassement van de Mobil Economy Run 1959, gereden over 2201,5 KM van Luik, door de Alpen naar Biarritz Dyna Panhard Citroen ID 19 Citroen ID 19 Dyna Panhard Citroen ID 19 Citroen IÖ 19 Dyna Panhard Citroen ID 19 Citroen ID 19 Ondanks de bergen was het gemiddelde van Maus Catsonides I op 16,S. 10 Wolseley Toch was er grote con currentie in deze strijd. 54 Wagens zijn gestart. Hieronder waren 24 ty pen. verdeeld over 16 verschillende merken. 1 op 21,2 1 op 16,5 De vorige maal met een spel, siambod door distributie mogelijk zijn we geëindigd waarin een klein- bijzondere kaart- was. Deze soort spellen doet zich herhaaldelijk voor en in die gevallen heeft „vragen" naar Azen en Heren geen enkele zin. Zie b.v. ook het volgende spel: WEST V B 10 9 7 A H V 6 3 A H V OOST 8 6 5 4 9B5 O 8 5 4 A H 3 Als west begint met het sterke bod van 2 schoppen, zal oost hem gaan steu nen (3 schoppen). Gaat west hierna „vragen", dan hoort hij 1 Aas en 1 Heer bij zijn partner en west zal geneigd zijn te veronderstellen, dat dit troefaas en troefheer zijn, omdat oost die kleur nu eenmaal steunde. Het behoeft geen be toog, dat klein-slam al down gaat, om maar niet te spreken van gioot-slam. Maar laten we nu vrouw Fortuna eens een bandje helpen en de schoppens en klaveren van oost met elkander omwis selen dus oost krijgt 4 A II 3 en in 8 6 5 4 2. Nu ineens is grootslam schoppen een praktisch niet te verliezen contract! Niettemin zal in het „veranderde" ge val het bieden óók beginnen met: west 2 schoppen oost 3 schoppen. Als west nu gaat „vragen" en er maar op avon tuurt dat die éne Aas en éne Heer wel ke oost aangeeft de Aas-Heer van troef zijn, doet hij het erg goed.... beter ge zegd erg gelukkig, want hij heeft hele maal niet beter geboden dan de man, arambool, de bundel gedichten die Louis de Bourbon nu bij Bakker- Daamen N.V. in Den Haag' het licht liet zien, bevat een opdracht in het Latijn aan Anthonius Duinkerkensis' die onder meer gekenmerkt wordt als coeli ac terrae rerum xactis et ver bis laudator. Dit in woord en daad aan vaarden van hemel en aarde, prijzen staat er zelfs, typeert niet alleen Guil- helmus Asselbergs, ook de dichter die hem /jjn verzen opdroeg, signerend: Ludovicus Normandiae Dux, Lodewijk, Hertog van Normandië. Iedereen weet hiermee waar hij aan toe is. Toen Van Duinkerken echter in 1932 bet debuut van een zekere Louis de Bourbon voor de Gemeenschap te bespreken kreeg, dacht hij met een pseudoniem te doen te hebben. Het tikkeltje spot dat daar uit voortgekomen zal zijn, nam de dich ter niet. Hij verzocht de recensent in een brief niet met zijn koninklijke naam te spotten, regelrechte afstammeling als hij was van Charles Louis de Bour bon, hertog van Normandië, geboren 27 maart 1785 te Versailles, overleden 10 augustus 1845 te Delft. Was deze zwer ver wiens gebeente uiteindelijk in Ne derlandse bodem een laatste rustplaats vond, slechts de avonturier Karl Wil helm Naundorff of werkelijk Lodewijk XVII? Van Duinkerken heeft in het meinummer van Roeping over deze aangelegenheid uitgeweid en daarbij vermeld, dat de nazaten van Naundorff in 1863 officieel het recht kregen de naam De Bourbon te voeren, zodat de dichter van Karambool in het geboor teregister te Renkum kon worden in geschreven als Louis Jean Henri Char les Adalberth de Bourbon, hertog van Normandië. Daf de dichter dit bloedsbestand se rieus heeft genomen, blijkt al uit bo vengeciteerde brief. Dat blijkt ook uit zijn beroemdste gedicht, het eerste der zelfportretten: „Een prins van Frankrijk en het zoet Navarre heeft blauwe ogen, donkerblonde haren, maar geen paleizen meer en geen vazallen, want heersen doen In deze eeuw barbaren." In Roeping van december 3958, de maand waarin hij 50 werd, publiceerde de dichter een derde zelfportret: „Zwaarlijvig van postuur. Alsof een voorgeslacht dat met zijn zwaarste sterren lichte kronen verpletterd heeft Op de zelfportretten volgt in Karam bool het gedicht dat geschreven werd, toen in 1950 te Delft het stoffelijk over schot van Naundorff, in zijn laatste rustplaats nog niet met rust gelaten, voor een studieus onderzoek werd op gegraven: „Er is niet veel veranderd hier beneden, Karl Wilhelm Naundorff, Frankrijks bleekste zoon, de aarde, waar het recht met voeten wordt getreden biedt nog aan uw geslacht geen rust, geen woon." hem „de om hem En de dichter neemt van fakkel der verloornen" over voort te dragen. Ironie valt hierin niet te beluisteren. Des te sterker spreekt ze in II Tintoretto als de dichter zich tegenover de schilder karakteriseert als een „vorstenzoontje zonder kroon of troon." Overigens interesseert het de lezer nauwelijks, wie zijn eigen verre voorzaten zijn, laat staan die van De Bourbon. Daar komt nog bij dat sinds de revolutie gebleken is, dat het blauw ste bloed gewoon rood pleegt te stro men. Menig Lodewijk was minder mens dan zijn lakei. Wat wil die man? Welke hersenschim jaagt hij na? De haren van Naundorff kan men onderzoeken en vergelijken met bv. die van Marie Antoinette, maar is het niet veel be langrijker, hoe 's dichters kuif nog op de schedel staat? Louis de Bourbon is zo pas de vijftig gepasseerd, wat min der een administratief dan een psycho logisch feit is. Het laatste zelfportret geeft nog slechts een zinspeling op de afstamming. Als er bitterheid uit spreekt, stamt deze niet zo zeer uit het feit dat men niet geloven wil uit welke voorvaderen dit leven stamt, als- wel uit de omstandigheid dat het leven zonder-meer van de vijftigjarige reeds zover heen blijkt: „Een bijna witte baard besluit thans het gelaat waarvan het voorhoofd rijst naarmaat de haren slinken waarin geen wind meer blonde golven slaat." Hiermee zijn we toe aan de grond toon van Karambool: het leven is een verrukkelijk spel! En tegelijkertijd: dit spel heeft bijna uit. Op de termi nologie van het nobele biljartspel is de bundel gebouwd. De eerste verzen zijn samengebracht onder de titel Van Quitte. De zelfportretten en por tretten van anderen zijn raak geka rakteriseerd met Piqués en Masses, de stoten op de kop, met of zonder effekt. Deel III heet Russisch Kader. Juist de Russische verzen daarin lij ken me niet bepaald een aanwinst. Belangrijker is afdeling vier: Eind spel, en het slotstuk Parvum vitae curriculum parvae. Men overschouwt nog eens het leven en zie, het is niet veel: parvum parvae! Maar te gelijkertijd: hoe verrukkelijk! Welk een verrukkelijk spel. Zonde, In de wezenlijke zin, dat het niet langer duurt. Met deze twee gegevens wor stelt de dichter. De spiegel die hij zich voorhoudt, wordt steeds feller een gericht. Vervoering en teleurstel- 27 Maar honderden anderen proefden de lente op de poëtische manier van meester Jonker. Zij genoten van het diffuse licht, dat soms de vissersschepen die tegen de avond het haventje binnenvielen - de nettel» hoog in de masten gehesen - eruit deed zien als bruiden en zij waren verrukt bij het zien van dat tere groene waas over de bomen en struiken. Het was een heel ander eiland geworden. Het wrak van de „Lux" - nog slechts een verwrongen massa ijzer was als een boze herinnering aan de dagen dat het zo spookte op de gronden. Ze hadden in de loop van de winter het grootste deel van de lading die de Zweed aan boord had gehad, nog kunnen ber gen. En...er was flink gejut...! Hedwig Hedland had nog een bijzonder gelukkige vondst gedaan, toen hij weer eens langs het strand zwalkte. Hij had, zo werd in het dorp verteld, een heel pakje bankbil jetten gevonden, dat hij echter direct naar de burge meester had gebracht. Het waren Zweedse bank biljetten, dus moesten ez wel van de „Lux" afkom stig zijn Óp het eiland werd verteld dat het wel heel gauw wat zou worden tussen Hedwig Hedland en de eni ge dochter van De Boer. Die Menke was het laatste jaar opengebloeid als een lelie. Heel wat jonge ke rels hadden met van die felle blikken naar haar ste vige figuur gekeken, als zij 's zaterdagsavonds met Hedwig in het dorpscafé kwam, waar dan ge danst werd. Aan Hedwig merkte men trouwens ook een verandering op. Hij was na zijn avontuur als opstapper, in de nacht dat de „Lux" op de gronden zat, ernstiger geworden; ouder, zou je zeggen. Hij was ook minder luidruchtig dan vroeger. Soms kon hij urenlang zitten zonder een woord te spreken. „Menke spookt hem door de kop", zei zijn vader dan. Maar voor ze zouden gaan trouwen als dat tenminste gebeurde, want bij een jongen van 19 kan er nog veel veranderen moest hij toch zien dat hij de avondcursus van de Zuivelschool volgde. .Te kon tegenwoordig niet genoeg theoretische kennis heb ben. 't Zou goed zijn voor het bedrijf, zo iemand met verstand van het fijnere werk erbij Clara kon soms echt genieten van dat fantaseren van Chris over de toekomst. Daaraan merkte je, dat hjj bepaald nog niet oud en der dagen zat was. Voor Hedwig was de lente één groot feest. De win ter had lang geduurd deze keer. Té lang. De gezel lige avonden thuis of bij Menke in de propere kamer waren weliswaar aangename onderbrekingen van de grauwe reeks dagen geweest, doch het verlangen naar de warme voorjaarslucht was er niet door ge doofd. Menke voelde het nét zo. De mensen vonden haar veranderd, de laatste maanden. „Ze kiekt zo wies", had er één gezegd. Hedwig die dat een keer hoor de, was er boos om geworden. Wijs kijkenon zin! Als je nou nog zei dat Menke móóier gewor den was..'....; dan sprak je tenminste de waarheid. Het was in die tijd, dat Hedwig zijn meisje voor het eerst in een licht jurkje had gezien. „Is dat nieuw?" had hjj haar gevraagd. Ze had hem ge zegd dat het jurkje al twee zomers geleden door haai: moeder was gemaakt. „Maar jij ziet alles nieuw," voegde ze eraan toe, „omdat je me altijd bekeken hebt zonder dat je me werkelijk zag." Dat was nu echt Menke, vond Hedwig. Ze deed hem soms aan zijn moeder denken. Gelijk had ze overi gens, wat dat jurkje betrof. Jarenlang had hij amper beseft, dat Menke een meisje was, niettegenstaande hij bijna dagelijks met haar in aanraking kwam. Als kieuter hadden ze al samen gespeeld. Ze hadden scheepjes gemaakt van rietbladeren, die ze lieten varen in de goot achter de stal van De Boer. De zeil- klomp, die Hedwig van Simon de Rijke had gekregen, hadden ze schipbreuk op schipbreuk laten doormaken in de visvijver van dominee Margadant. Ze hadden de klomp aan een lange draad bevestigd en dominee was bij die gelegenheid woedend het huis uitgekomen, omdat hij vreesde dat de kinderen zijn goudvissen aan de haak willen slaan En dat gebeurde allemaal zonder dat Hedwig be seft had, dat Menke een „meisje" was. Pas na dat avontuur met de stranding van de „Lux" toen op die bruiloft van Harm en Boukje, was het tot hem doorgedrongen dat er nog iets anders tussen hem en Menke was dan alleen het feit dat zij buren waren. Hjj herinnerde zich nog hoe hij naast haar had gelo pen onder de klepperende lantaarns van de buurt schap en hoe hij die vloeiende lijnen van haar ge zicht had bestudeerd en zich had verbaasd over de zachtheid van Menkes haar en de frisheid van haar lippen. Een paar weken later had hij die lippen als in een opwelling gekust. Het gebeurde op een zaterdag toen er dansen was in het dorpscafé. Hij had haar tanden tegen zjjn lippen gevoeld, zo ruw was die eerste kus geweest. Na een gevoel van schrik had hij iets van triomf in zich voelen opkomen. Hij vond het later zelfs niet meer gek, ais hij haar armen kuste of haar hals. Iets in hem zei, dat dit allemaal mocht als je jongen en meisje was. Een enkele maal be greep hij niet wat hem bezielde. Het kon voorkomen, dat hij een bijna pnbedwingbare lust in zich voelde opkomen, Menkete verslinden. Hij schrok daar soms zeil van. Hii begreep opeens waarom ze van vrouwen wei eens zeiden dat ze onweerstaanbaar waren. Op een zondagmiddag in de vroege lente lagen zjj samen loom in het gras van de wegberm. Boven hun hoofden zeilden de wolken voorbij als spook schepen op een donkerblauwe oceaan. Er steeg een geur uit de aarde op. die Hedwig nooit eerder gero ken had - althans niet bewust geroken had. De ge luiden van het dorp schenen van heel ver te komen. De zee ruiste een lied, dat slaperig maakte. De zon stond als een vlammende toorts op een duintop. Hedwig had het gevoel alsof Hij in een luchtledig vertoefde, alsof hij gewichtloos geworden was en zelfs geen pijn meer zou kunnen voelen. Het was een wonderlijke sensatie van geluk, zoals hij nimmer tevoren had beleefd. Hij scheen tot geen enkel gevoel meer in staat. Wrok. afkeer, liefde... het waren lege woorden die niet van toepassing wa ren op deze toestand. (Wordt vervolgd). ling. De romanticus kon deze tegen stelling niet ontgaan. In het ene vers zingt De Bourbon: „ik ben aarde en hemel, en god: een heelal zonder grenzen." In het volgende gaat hij door „een leeg heelal Jat niet leger zal zijn als ik sterven zal." Als prijzer in woord en daad van de goede gaven van hemel en aarde gaat hij de weg die hem te gaan goeddunkt, zonder zich te storen aan een controle van de gemeenschap. Ais hij iets haat, is het de burger, de citoyen die ziin vorstelijke voorouder heeft lerechtge- steid. Echt zijn voorouder? Van meer belang is de onafhankelijke, dus vor stelijke allure waarmee de dichter door het leven ging. Als onafhankelijk auteur steide hij zich buiten de wet van een benepen burgerij. Pastoors en domi nees rekent hij tot de „lieden" die woor den als liefde ambtshalve mogen ge bruiken. God is hem geen zekerheid waarop je na een goed christelijk leven aanspraak kunt maken als op de uit kering van een ideaalverzekering die je automatisch toevalt als je 65 bent. Hij wenst geen zekerheden van buitenaf, geen gemakkelijk geloof in een hierna maals. Een zekerheid had hij: de aard se liefde. Die heeft hjj bejubeld in alle toonaarden. Vrouwen uit alle wereldde len bezingt hij, in Eros beschrijft hij de liefdesdaad op onthutsend openharti ge wijze, zozeer dét men de bundel reeds daarom alleen voor volwassenen aanvaardbaar acht. Maar dat is dan omwille van zuiver pedagogische mo tieven, want in het uitvoerige vers komt niet één onvertogen woord voor. De dichter looft de schoonheid der aar de, zingt een ballade voor de vrouw die alle vrouwen is. Een koningszoon? Het schijnt de dichter in zijn laatste verzen weinig te interesseren. Voor al les is hij dichter. En als dichter min naar. Maar wie in zo'n situatie zijn schedel ziet stijgen en de haargrens dalen, raakt in moeilijkheden. Vooral iemand als De Bourbon die de aardse werkelijkheid niet als een Godsopenba ring ondergaat. Het al spreekt nem niet direkt een metafysische taal. Maar de dood is er niet minder reëel om. De iiefde stelt teleur, want ze maakt geen minnaar eeuwig. De dichter voelt zich uiteindelijk bedrogen: „waartoe heb ik dit lijf een leven lang gedragen?" De mens is een „erbarmelijk dier" dat straks een „weerzinwekkend kreng" wordt, dat weer terugkeert tot het „waardeloze slem" waaruit het is voortgekomen. De dood werd zelfs de god-mens niet bespaard! Is er een le ven na dit leven? De dichter twijfelt eraan, geleid als hij zich voelt „veeleer door 't blinde lot dan door het wijs beleid van een algoede god." De dichter eindigt niet als minnaar die werft, maar als een bewust levend mens die de aardse liefde uiteindelijk niet toereikend acht. Eerst op het sterfbed is men eerlijk, zegt De Bour bon. Met de dood in een reeds nade rend verschiet gaat hij op mek naar de laatste waarheid. De zin van het leven is een uitdrukking die in de laat ste afdelingen meermalen voorkomt. De dichter poogt die zin te achterha len. Zijn bevindingen zijn nog niet de finitief. Daarvoor zijn zijn ontkenningen te voorlopig, te zeer aan zekere voor waarden gebonden. Geen goede god maar slechts een fatum? De dichter voelt zich veeleer geleid door 't blinde lot, waarbij nog op te merken valt, dat 't gedicht met een misschien veelzeg» gend als begint. Deze worsteling om het zjjn of niet zjjn na dit leven geeft de poëzie van De Bourbon plotseling een bijzonder accent. Gaat de dichter nu kansen krij gen die voorheen wel eens al te grif de minnaar werden toegekend? Zal die dichter, bloedwarme romanticus die hij is, zich op eigen kracht de eeuwig heid in zingen en gaan geloven in het onsterfelijk lied? Of zal hij èn lied èn iiefde ontoereikend achten, en verbit terd wachten op het stof waaruit hij is voortgekomen? Of zal de romanticus, die toch geen verten schroomt, als diep ste zin van het leven de paradox aan vaarden dat men, begonnen, niet meer eindigen zal? Dat er een Navarre is waarvan de zoetheid met geen aards paradijs te vergelijken valt? Ludovicus, Normandiae Du.x. Passender zou het zijn te zeggen: Heracles. Meerdere wegen liggen open. Daarom heeft het zin een nieuwe bundel van De Bourbon te verwachten. Hopelijk gaat hjj komen, want hoe ouderwets de verzen van de dichter soms ook zijn, hoe vaak hii es- tetische normen ook overtreedt, zijn oeuvre boeit; de lezer wil het innerlijk reisverhaal van deze zwerver verder le zen. Zeker, homo decipiator: de mens wordt bedrogen, zijn leven is om, vóór hü er erg in heeft. Maar voor een dich ter is vijftig jaren nog jong. Die oer- menselijke trek naar de zin van alle zijn wjjze de weg door het landschap van de menselijke ziel. Of Naundorff een Lodewijk is, is een vraag die het-zijn-ueberhaupt niet in het geding brengt. Met de vraag of God een Vader is, krijgt de problematiek van De Bour bon een strekking die waarlijk existen tieel genoemd mag worden. Deze stoot leverde inderdaad een carambole. Het wachten is nu op de rest van de partij. Het spel wordt menens. JAN ELEMANS die de voor hem waardeloze «f» Heer in de dummy (oost) vond. Aas- Is deze gevallen u geheel duidelijk zijn, zult ge óók begrijpen, dat: voor verschillende soorten kaart- verdelingen er verschillende soorten slamconventies nodig zijn. De huis-tuin-keuken-bridger volstaat met de 4 klaveren (Blackwood) con ventie en kan daarbij niet meer doen dan hopen, dat er géén moeilijke ge vallen (als de bovenstaande) zich zul len voordoen. Zowel de 4-klaveren als de Black- woodconventie zijn slechts bruikbaar in die gevallen .waarin men de (vaak voorkomende) evenwichtige kaartver- deling heeft, en waarbij het kunnen maken van het siambod niet afhanke lijk is van de juiste Azen en Heren (renonces, singletons), doch slechts vzn het aantal dezer hoge kaarten. Als het grillige toeval u eens met een twaalfkaart schoppen zou bedélen zón der de Aas, is troefaas de énige kaart welke u interesseert en u hoopt deze in de hand uwer partner te vinden. U kunt dan wel „vragen" naar Azen, maar als uw partner 2 of 3 Azen aangeeft, is het nog helemaal niet zeker, dat juist schoppenaas daarbij is. We komen nu al eén stapje verder op de weg naar de betere slamtechniek: er zijn situaties waarin u er beter aan doet uw spel duidelijk te omschrijven, dan u bezig te houden met azenvragerij. Blijven we bij het laatst veronderstelde geval, u hebt: HVB 10 9876543 2, A, Het juiste openingsbod is „zes schop pen" want als partner schoppenaas bezit, zal hij zéker de zevende schoppen geven. Zoudt ge de fout maken te gaan „vragen", dan kan de partner niet meer doen dan zijn „aantal" Azen aangeven, doch hij kan geen initiatief tonen. U zult zeggen „een 12-kaart komt nooit voor" akkoord (zéér zelden, inder daad), doch talrijk zijn de gevallen die volgens het „principe der omschrijving" geboden moeten worden. Dat is moei lijk en weinig populair, daar de ge wone bridger liever volgens simpele regeltjes te werk gaat. Het vervolg dezer artikelenserie is dan ook meer voor talentvolle en ge vorderde spelers bedoeld. (Wordt vervolgd). MIM1R H. J. M. F. Lodewick, Literatuuf* Geschiedenis en bloemlezing. Eerst8 deel: Aanvang tot omstreeks 1880' Tweede deel: omstreeks 1880 tot he den. In deze nieuwe bloemlezing is de schiedenis der letterkunde in de bloerh' lezing geïntegreerd. De inleidende b«" schouwingen geven het essentiële; ZU zijn overzichtelijk en men een goed£ introductie tot de daarop volgen/c tek" sten. Lodewick staat tereci t op het stand' punt, dat een boek over Literatuur zeker als het voor het onderwijs be stemd is de iezers op de eerste plaats op de hoogte moet brengen van de le'! teren van onze tjjd: het tweede de8' telt dan ook 422 bladzijden tegenovef 334 in het eerste. Een gelukkige vond?' is, dat de literatuur van Noord- en Zui"' Nederland sinds 1920 als een samenhan gend geheel is behandeld. Voor de Pe riode 1920-1940 ging de samensteller UjJ van de in de diverse tijdschriften zie11 manifesterende stromingen en geestes houdingen; voof de tjjd na 1940 werde-1 zeven groeperingen onderscheiden. T8 waarderen valt, dat althans een poging tot ordening werd ondernomen, omdf1 zeker voor het onderwijs een zeker8 schematisering onmisbaar is. 1 t be trekking tot het vertellen van bijzonder heden uit het leven van de kunstenaaf merkt L. op, dat ook die details, die onze belangstelling voor de kunstenaa' als mens opwekken, die hem van leg8 naam tot levend wezen maken, wa»r' devol zijn. Zo vindt men dan ook divers8 anekdoten en luchthartige gossip die et naar onze mening toe zullen bijdragen' dat de leerlingen de behandelde schril' ver onthouden. Op het bezwaar dat h8' tweede deel veel meer geeft dan de leer lingen behoeven te weten, antwoordt 1', dat deze uitvoerigheid de leraar in staa' stelt een keuze te doen en dat het boek ook bedoeld is ais naslagwerk. Inder daad zijn deze beide delen wel de mees' up-to-date en volledige tyoemlezing, d'8 hier te lande is verschenen. Zij kan daO ook worden aanbevolen voor wie zie" interesseert voor de uitingen van 68 Nederlandse geest in onze letteren pTl niet in het minst voor wie met belang stelling deze uitingen in onze eigen til® wil volgen. De uitgeverij Malmberg ver dient lof om de keurige verzorging' maar faalde in de onrustige band. W. H. BEUKË>' i i i I i di 0i O Di 0| Vj li: gi d< 0( d< S Een opvallend tempoprobleem ach ten wij no. 31. De beide batterijstel lingen branden beurtelings los door zwarts eigen interferentie. Daarnaast krijgen wij ook nog andere aardige mats te zien. Voor verandering nu een drie- zet, 'n echte Bohemer. Hierin ont vouwen zich grote technische vaar digheden van de auteur. Nu daarin is deze meester Akerblom thuis. Men moet respekt hebben met welke so berheid in materiaal wit de strijd aanbindt en er dan nog zo'n keurige inleidingszet aan weet te geven. De beide penmats zijn ook schitterend. Een probleem dat 'n eerste prijs waard is. Probleemoplossingen No. 25. J. Haring. Opl. 1. Pc4-d6! dreiging 2. Pd2-b3:t. De matveran- dering na 1Dd7: 2. Pf5!t is verrassend. No. 26. W. Verbon. Opl. 1. Kal-b2 enz. Correspondentie betreffende deze rubriek te zenden aan P. A. Koets- heid, Huize St.-Bernardus, Sassen- heim. No, 31. J. C. MORRA, Arbejder Skak, maart '59. Mat in 2 zetten. No. 32. A. AKERBLOM, le prijs Fide-tournooi 1957-58. Mat in 3 zetten. Probleem voor geoefende oplossers. No. 3335 van L. Colier te Maastricht. PROBLEEM VOOR BEGINNERS. No. 575 van A. A. Polman te Bussum. Wit speelt en wint; oplossingen kunnen ingezonden worden tot 15 aug. a.s. aan B. H. M. Stevens, Eiken laan 36, Heemstede. OPLOSSING van no. 3328 van J. Belien te Heemstede. Wit speelt naar; 40, 14, 24, 35, 41, 30, 24, 3, 27, 27 en wint. De aanvang- stand van dit probleem is niet ideaal, de ontleding echter vrij lastig en verrassend. Men komt gemakkelijk op een dwaalspoor. Wit begint en wint; oplossingen van de nummers 574 en 575 kunnen tegelijk ingezonden worden tot 1 aug. a.s. aan bovengenoemd adres. OPLOSSING van no. 572 van J. H. Scheyen te Kerkrade. 39—34, 36x47, 22—17, 47x49, 17—12, 49x19, 12x3, 13x22, 25—20, 14x25, 3x2 en wint. Een tamelijk moeilijke ont leding in een vrij goede stand. De mogelijkheden om het Canalejas- motief te bewerken blijken nog steeds niet uitgeput te zijn. HET PARTIJSPEL Ditmaal eens een partij voor de zomeravonden. Dat wil niet zeggen dat er luchtig gespeeld is, doch men zal tevergeefs zoeken naar sensatie. Het is een vrij goed gespeelde partij tussen J. Fakkeldij te Amsterdam en H. Belien te Heemstede. Eerstge noemde speelde met wit. 1, 31—27 19—23; 2. 33—28 17—21; 3. 28x19 14x23; 4. 39—33 10—14. 5. 44—39 21—26; 6. 34—30 14—19: 7. 33—28 18—22: 8. 27x29 19—24; 9. 30x19 13x22; 10. 32—27 22x31; 11. 36x27 1117; na deze wat ongewone ope ningsschermutselingen zal men zich moeilijk kunnen voorstellen dat de stand later weer symmetrisch zal worden. 12. 37—32 17—21; 13. 38—33 8—13; 14. 33—28 12—18; 15. 41—37 2—8; 16. 46—41 20—24; 17. 40—34 ;wart dreigde met 2430, 2631 en 18—225—10; 18. 34—30 13—19; 19. 39—33 9—13; 20. 45—40 10—14; 21. 30—25 7—12; 22. 43—39 4—9: 23. 40—34 1—7; 24. 42—38 wit voelt blijkbaar niets voor het experiment 34—2 918—23; 25. 34—30 7—11; 26. 47—42 12—18; 27. 49—44 11—17; 28. 41—36 17—22: 29. 28x17 21x12; zwart moest wat doen om zijn tempi- achterstand wat in te halen. 30. 33—28 12—17; 31. 39—33 17—21; 32. 44—39 8—12; 33. 50—45 12—17; 34. 2722 het is voor wit wel verleide lijk om door 39—34 de afruil door 1722 enz. te verhinderen, doch zw. zou stellig eerst de grote afruil door 24—29, 14—20 genomen hebben en daarna 1722 gespeeld hebben met betere stand18x27; 35, 37—31 26x37; 36. 42x11 16x7; 37. 36—31 21—26; 38. 31—27 6—11; 39. 24—29; 40. 33x24 14—20; 41. 9x40; 42. 35x44 15—20: 43. 20—24; 44. 44—39 3—9; 45. 7—12; 46. 45—40 9—14; 47. 42- na lang spelen is de stand weer evenals bij het begin: symmetrisch slechts met dit verschil dat zwart de vóórzet heeft. 471116- 48 40—35 12—17; 49. 39—34 13—18; 50 38—33 17—21; 51. 34—30 23—29; en het spel werd remise. Als wit in plaats van 3430 2822 gespeeld had zou hij nog een kleine winstkans behou den hebben. 39—34 25x14 30—25 48—42 -37 en li <i( 0\ «e is iljfc Ce Do] is V Jhc b* vc li bi te le411 ?ic *t v *(in Ie Do cv vai Se 'e4 Oh ti

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 8