Wethouder: Nie de duivel met Beëlzebub uitdrijven EXPERIMENT OP FLORES Kerkelijk jaar ingesteld op tropische landbouw Hospitium in Oosterhout WEEKEND-NOZEMS op Urk lokken slenterverbod uit „UITSLOVERS" STAAN OP ZWARTE LIJST VITA VERA Roman over Nero Duizendjarig vissersnest in kwaad daglicht Plan voor model- dorp Pretentieus boek VOOR ABDIJBEZOEK EN VAKANTIE ZATERDAG 25 JULI 1959 De Urker Lub van Jan van Bubbe camoufleert zijn boosheid meester lijk. De bruine, verweerde handen werken in straffe regelmaat met naald, spoel en skiel aan het vissersnet op zijn schoot. De grijze, pientere ogen turen door het venster van de huiskamer, dat geheel gevuld wordt door het matte blauw van het IJsselmeer. Zij blijven rusten op grillige schuimrollers, een ondiepte waar nog niet zo heel lang geleden het geweldige zwerfblok de „Ommele Bommele" lag, op de kleine bazige motorbotters, die in kiellinie door de „Val" fok keren. En toch is de rust, die er van de visserman in zijn rood en wit „streepte baatje" en half opgetrokken broek met zilveren klap stukken uitgaat, niet geheel vrij van spanning. Urk staat sinds enige tjjd in een kwaad daglicht. Er is een z.g. nozem-probleem, omvang rijk en ernstig, volgens de uitgebreide publiciteit er aan besteed. Zelfs Amerikaanse bladen hebben zich op het geval geworpen Dat zit Lub van Jan van Bubbe en verreweg de meeste Urkers enorm dwars. Het verstoort de rust en de harmonie op hun bijna duizendjarige stulp van keileem, waarmee zij „helaas" al meer dan tien jaar aan de wal vastzitten. [gebedenboek voor meisjes] tCURAkll :ota Baroe „In Amsterdam doen ze een moord voor een kwartje. Daar hoor je niets van. Hier zijn er een paar kwajongens, die op zaterdag- en zondagavond de boel op stelten zetten en dat geeft met een de grootst mogelijke drukte". De ze klacht valt overal op Urk te beluis teren. Bij de brede havenbassins met stoere schuiten in imposant gelid, de uithangende netten wuivend tussen masten en touwwerk. In de bochtige, bonte straatjes met hun heldere kassei en. In de cafeetjes met de juke-boxes vol zorgvuldig geselecteerde zeemans liedjes en op het knusse strandje, waar Advertentie Bi) Elsevier is verschenen de roman Nero van de Italiaan Carlo Mario Fran- zero en vertaald door D. P. Leguit, die zeer slordig Nederlands schrijft. De roman heeft geen geringe preten ties. Nero zou niet de man geweest zjjn waarvoor we hem altijd hebben gehouden. De uitgever zegt, dat hij niet alleen de moordenaar is geweest van zijn moeder en zijn twee vrouwen (van wie hij er een letterlijk heeft doodgeschopt) maar dat hij ook nog een slimme bestuurder is geweest die door sluwheid de sympathie van zijn volk wist te behouden. Die sluwheid wordt hem dus dwars door alle moorden heen als een deugd aangerekend. Eén van die sluwheden is net in brand steken van enkele duizenden christenen ten ge rieve van pret der Romeinen. Er zijn deugdelijker argumenten nodig om van Nero een beminnelijk man te maken, dunkt ons. Te vrezen valt dat de historici niet veel woorden zullen gebruiken om de roman van Franzero te weerleggen. Zij zullen veeleer aannemen dat iemand die zo verward en saai schrijft en ner gens iets meer doet dan beweren, niet ernstig kan genomen worden. De le zers van het populaire verhaal - want meer is het boek niet - zullen zelf wel ontdekken, dat het een weerlegging is van de bedoelingen des schrijvers, in zijn inleiding ten beste gegeven. Daar in staat o.m. te lezen dat er heel wat vervelende mensen zijn geweest in de loop der geschiedenis. Nero was dat niet! Maar dat is dan ook de enige zekerheid, die inleiding en boek met elkaar gemeen hebben. De grootste schurk, die in de roman voorkomt, is Seneca. En dat mag een openbaring heten. Tal van voetnoten tonen aan dat de schrijver Ijverig heeft gelezen in Suetonius. Plinius de Oudere, Taci tus, Diocassius, Martialis, Lucanus, maar het wonderlijke is, dat alle aan halingen uit deze geschiedschrijvers te gen Nero pleiten. Daar is dus de verdediging van Nero Caesar niet te vinden blijkbaar. Waar dan wel? Dbg. de Urker jeugd speelt en ravot tus sen zonnende „buitenlanders". Voor een uitvoerige toelichting op deze klacht verwees men ons naar Lub Van Jan van Bubbe, die zo'n beetje als de vader van de Urkers wordt beschouwd. Mét zijn zevenenzestig jaren is Lub van Jan van Bubbe de wethouder van de Antirevolutionaire partij. Zijn doen en laten past precies in de Urker levens sfeer. Heeft hij niet voorbeeldig ge streden tegen het vernietigende ont ruimingsplan. een wrede ingreep voor het oude hart van Urk, die burgemees ter J. Schipper in de raad ver dedigde We vinden Lub van Jan van Bubbe in zjjn sfeervol binnenhuisje, aan de voet van de blanke vuurtoren. Een introductie is niet nodig. Met één blik heeft hij ons door. Alweer een. Er is al zoveel over geschreven. Toch krijgen we de brede stoel recht tegen over hem, de traditionele plaats voor de gast. En horen het verhaal van jongens, die meer drinken dan goed voor hen is, in de weekends 's avonds door de Raadhuisstraat flaneren, daar schreeuwen en tieren, vechten en met stenen gooien en er de meisjes lastig vallen. We horen excessen als een gebroken ruit. massaal verzet tegen de politie, dronkemansgelal en het stuk- trekken van een jurk „Vroeger zat de jeugd zondags in de kerk. Nu Urk geen eiland meer is trekt de jeugd er op uit. Naar Emmeloord, Zwolle en Kampen. Zij vermaakt zich in dan cings. De geestelijkheid heeft geen vat meer op haar. Tonnen hebben we uit gegeven voor sportvelden en er zijn di verse verenigingen. Maar dat heeft niet veel geholpen, merkt de oude wet houder bitter op. .,Er blijft altijd een categorie, die je niet in de hand houdt. Het zijn er maar een stuk of dertig, lang niet allemaal vissersjongens. Hun namen zijn ons bekend en staan op een zwarte lijst. Maar is dat nu allemaal zo iets bijzonders? Dergelijke lastpak ken vind je toch overal in Nederland. De visser kijkt ons vragend aan en vervolgt dan: „Wij gaan ze hier streng aanpakken. De gemeenteraad heeft met één stem tegen een nieuw artikel in de plaatselijke politieverordening aangenomen, waarbij het op zaterdag en zondag plus op feestdagen, tussen 7 uur 's avonds en 5 uur 's ochtends verboden wordt, te slenteren, samen te scholen, te zitten of te liggen. Op straf fe van een maximum boete van 300 gulden of 14 dagen hechtenis. De uit voering van dit gebod zal niet gemak kelijk zijn. want de bevolking steunt de politie niet. Dan komt er versterking en gaat het' maar hard tegen hard. Wie niet horen wil, moet voelen. Ik hoop, dat gedeputeerde staten ons besluit goedkeuren, want pas dan wordt de nieuwe verordening van kracht". Nieuw uitbreidingsplan De theekopjes gaan van de tafel en er wordt een grote kaart uitgerold: het nieuwste uitbreidingsplan van Urk, waar Lub van Jan van Bubbe ten volle achterstaat. Het is van een Urker jon gen, een knappe kop, die thans direc teur van gemeentewerken is. Ook dit plan eist grote offers. Wel meer dan 200 dicht op elkaar gepakte huisjes moeten verdwijnen, maar dat is toch heel wat minder ingrijpend dan het eerste plan waar bijna geheel Urk zicli fel t-.-gen verzette. „Nu is er zoveel Advertentie (Van onze Brabantse In Oosterhout „draait" sinds enige tijd een pensionbedrijf, dat u in de V.V.V.-gidsen vergeefs zult zoeken. Het is dan ook niet bedoeld voor de gewone toeristen ,maar voor hen die een geestelijke vakantie willen houden. Het draagt de naam hospitium: gas tenverblijf, en in zeker opzicht is het een dependance van de St.-Paulus- abdij van de Benedictijnen, die hun gasten wegens gebrek aan ruimte tot voor kort vaak teleur moesten stellen en bovendien geen dames kunnen huis vesten. De bezoekers van de abdij die sinds de nieuwe kerk gereed is ge- stadig in aantal toenemen moest^ daarom veelal hun toevlucht zoek® in een o- ander hotel en hoewel "b Oosterhoutse hotels nu niet bepa®' oorden van slechte vermaaken zij"' kwamen de gasten er toch wel weer L de sfeer die ze juist eens even wil® ontvluchten. Niet alleen de bezoekers van de SE Paulusabdjj kampten met dit probleem', het deed zich evenzeer voor aan de ten van de O. L. Vrouwe-abdjj van zusters Benedictinessen en van de Pro", dij Catharinadal van de zusters N";, bertinessen. Het hospitium, dat door stichting „Nihil Carius Christo" te O":, terhout is ingericht in een voorm&l'jj klooster van de zusters Franciscaness® van Dongen, voorziet dan ook in een L lang bestaande behoefte. Het biedt gasten een sobere, maar deugdelijke commodatie in een passende sfeer. een verbouwing is het vroegere klo"a ter een aan dt moderne tjjd aangep® tehuis geworden, waar niettemin h", iets van de kloosterlijke levenstijl "j, waard is gebleven in de eenvoud de slaapvertrekken en in de gezam®!., Ujke eetzaal, waar de gasten aan grote tafel de maaltijden gebruiken. U" tot die gasten te behoren hoeft overigens geen bezoeker van een r drie kloosters te zjjn: men kan er oja komen alleen voor een verblijf in hospitium zelf, waar de gastvrouw",; leden van het seculier instituut Carius Christo", hen graag willen d"®( delen in de Benedictijnse geest die zelf nastreven. Velen hebben er de gelopen maanden al een privé-retra' gemaakt. Het gastenverblijf heeft ®?j, eigen huiskapel, waar geregeld H.. ut Missen worden opgedragen; men vifri er een leeskamer met een bescheid®,) bibliotheek; men kan er rustig prf'S in de ruime eet- en zitkamer, of, in dfl, schone zomerdagen, onder de zwaar N laden appelbomen in het overigens b°l vrij wilde tuintje; en tenslotte kan öUf zich terugtrekken op zijn kamer. w»L men behalve een bed. een tafeltje stoel tot zijn beschikking heeft. Het hospitium biedt plaats aan A man. De meeste kamers zijn persoons .maar men heeft ook enK®i, 2-persoonskamers voor echtpaf®. Het huis staat ook open voor n'y katholieken, die met het katholicis®;! in contact willen komen. Men vfLt het gastenhuis bij het centrum v. j) Oosterhout (Hoogstraat no. 6-, slee".; enkele minuten van de drie kloost® j en vlak bij een bushalte. Het is het jaar geopend. Op de Urkervloot wordt goed verdiend. Een 14-jarig begin nertje vestigde onlangs een record door in twee weken tijds 11200,- te verdienen. Tot zaterdagavond zes uur is het werken geblazen. Dan gaan de jongens in 't sterke pak en komen de „brommers" te voorschijn. De missie op de Kleine-Soenda- eilanden, toevertrouwd aan dé Missionarissen SVD, heeft wat Flores betreft een bloei gekend die bij na uniek is te noemen in de kerkge schiedenis. Pas in 1912 flink aangepakt heeft deze missie nu reeds 60 procent van de bevolking tot het katholicisme gebracht en bijna 60 landeigen pries ters en één bisschop voortgebracht. In een gedeelte van de missielitte ratuur wordt het eiland Flores om zijn katholiciteit wel eens het Ierland van Z.O.-Azië genoemd. Toch is hiermee de situatie lichtelijk overtrokken, want missiestrategisch gezien heeft Flores niet zo'n gunstige positie. Het volk van Flores heeft: politiek, sociaal en economisch weinig of geen invloed. Wel is op te merken, dat Florinezen aange troffen worden in bijna alle havenplaat sen van de Indonesische archipel. Van de missionarissen op Celebes, Sumatra, Borneo zijn verhalen bekend over de goede kernen die deze Florinese ma trozen in hun parochies vormen. Een wellicht meer belangrijk feit is, dat de Florinezen zich ervan bewust zijn dat hun relatief grote rijkdom aan landeigen priesters hen verplicht di- rekt deel te nemen aan de missione ring. Enkele weken geleden zijn dan ook de eerste missionarissen benoemd voor Australisch Nieuw-Guinea. een ge bied dat eveneens aan de Missionaris sen SVD is toevertrouwd. De paters Vitalis Djebarus en An dreas Ade zijn dus de eerste Florinese missionarissen. Deze actieve deelname van Flores aan de missionering schijnt hen in het gelijk te stellen die Flores het Ierland van Z.O.-Azië willen noemen. Maar het zal zeker voorlopig slechts schijn zijn, want het aantal buitenlandse missio narissen dat er op het ogenbli) werkt is in verhouding dermate klein, dat ie dere landeigen priester eerder voorziet in een schrijnende nood dan in een nau welijks aantoonbare behoefte. Op de ongeveer 550.000 katholieken zijn er immers slechts 180 priesters; dat is 3.000 katholieken per priester. Daar komen nog de 10.000 katechumenen bij die al niet minder de aandacht vragen van deze parochiepriesters die ook nog missionaris zijn. Dit gebrek aan pries ters maakt het voor de katholieke kerk op Flores wel bijzonder moeilijk te zor gen voor een blijvende verdieping van liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiimiimiiiiiiiiiiiiiiimmiiiii lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllll het geloofsleven. Om hierin te voorzien zou ongetwijfeld een van de beste me thodes zijn het hele katholieke geloofs leven te integreren in het Florinese cultuurpatroon. Het is duidelijk dat het Westerse cultuurpatroon met zijn ker kelijke en maatschappelijke overgele verde tradities lang niet altijd de aan gewezen norm is voor de Florinese kerk. I n dit verband is de poging van de Haarlemmer P. de Graaff SVD zeer opmerkelijk. Na een tienjarige er varing op Flores heeft hij het plan opgevat om na zijn verloftijd, die hij in Haarlem doorbrengt, te beginnen met de bouw van een „modeidorp". Hier is geen sprake van een model dorp in onze zin van het woord met modelboerderijen, modelscholen en wat al niet meer, maar van een zeer rede lijke poging de katholieke eredienst en de Florinese maatschappij tot een een- heid te brengen als ziel en lichaam. Een poging in deze richting is o.a. reeds ondernomen met de bidproces- sie op Sint Marcus, 25 april, die bij ons in het begin valt van het oogst jaar en gehouden wordt om Gods ze gen te vragen over de gewassen. Met volledige toestemming van Rome is op Flores deze biddag verlegd naar een flag in september, de tijd waarop het Florinese volk begint met het uit- planten van de gewassen. In deze geest wil pater P. de Graaff heel het maatschappelijk en kerkelijk leven van zijn modeldorp tot een een heid vlechten. Uitgaande van de kring loop in de landbouw wil hij het kerke lijk jaar gaan vieren. De grote kerke lijke feesten zullen samenvallen met de feesten van het planten, bet oogsten, het verdelen en schoonmaken van de tuinen. De heidense religieuze feesten vielen immers ook steeds samen met de feesten rond de tuin of liever nog zij waren er een eenheid mee. De reli gieuze feesten zijn op Flores steeds de adem geweest van het dagelijks leven. Deze feesten speelden zich dan ook af midden in de tuinen of midden in het dorp. Toen de missionering op Flo res binnenbrak kon zij zich niet direkt plaatsen in het centrum van de maat schappij, gedeeltelijk omdat zjj er na tuurlijk uit geweerd werd door de plaat selijke leiders, gedeeltelijk omdat, de katholieke missie door personeelsge brek e.d. de tigging van zijn staties zo moest kiezen, dat zij centraal kwamen te liggen ten opzichte van meerdere dorpsgemeenschappen. De waaide van het religieuze centrum werd dus in feite opgeofferd aan het nut van een centrale ligging van de statie zuiver plaatselijk gezien. Dit alles maakte de katholieke gods dienst op Flores maatschappelijk toch sterieler dan wenselijk was, ook al kan men daar de missionering geen ver wijt van maken. De efficiency van toen vroeg om dergelijke maatregelen. Het is dan ook geen wonder, dat de parochianen van pater de Graaff b.v. voor het kerkelijk Paasfeest niet zo gauw tijd hebben als voor hun eigen feesten, die vaak al drie dagen voor datum beginnen. Deze feesten zijn voor hen zo levensna, dat het hen geen moei te kost zich hier helemaal aan te ge ven en royaal karbouwen, varkens en geiten bijeen te brengen, terwijl bij de viering van de katholieke feesten vlug een zin gehoord wordt als: „We moe ten nog planten". Dit niet om te ontko men aan kerkbezoek of een stoffelijke bijdrage, maar enkel en alleen omdat de landbouw voor hen werkelijk voor moet gaan. Pater de Graaff wil zijn stichting wagen met een dorpsgemeenschap van 40 families op een vruchtbaar trebled van 900 ha. dat gemeenschaps- bezit is en nog braak ligt. Daarvoor zal op de eerste plaats beter gebruik gemaakt moeten worden van de moge lijkheid tot irrigatie in dit gebied. De regering heeft reeds toegezegd, dat ie dereen die aan hei ontwikkelingsplan meedoet enige hectaren grond krijgt in eigen bezit. Een polikiiniekje met op namemogelijkheid voor een dertigtal mensen is eveneens noodzakelijk. De ambachtsschool die gesticht wordt, zal aangepast worden aan de behoeften van het dorp en dus niet aan die van eventuele missiegebouwen. Het aan kweken van een ambachtelijke midden stand is dus de opzet. Deze zal ervoor moeten zorgen, dat de bouw van hui zen met een houten of stenen construc tie i.p.v. met palmbladeren en gras tot de mogelijkheden gaan behoren. Na drie jaar moet dit tot op zekere hoogte reeds mogelijk zijn. Daarna kan deze groep ambachtslieden ook hulp bie den aan andere dorpen in de omgeving. We zouden het dorp kunnen zien ais het centrum in een ontwikkelingsgebied zo als Emmeloord dit in grotere verhou ding was bij het ontstaan van de N.O.- Polder. In dit dorp zou pater de Graaff het godsdienstig leven willen invlechten in het maatschappelijke leven. Hij gaat daarom geen missiestatie stichten d.w. z. een lagere of middelbare school en een kerk met pastorie en allerlei bij gebouwen, maar hij bouwt een dorp waarin maatschappij en kerk een le venseenheid vormen. Pater de Graaff heeft dan ook niet de bedoeling een kerk te bouwen omdat hij de Mis steeds op wil dragen in de open lucht hetzij in de tuinen, hetzij in het cen trum van het dorp. de plaatsen die door de Florinese cultuur als geëigend daartoe worden aangewezen. Ook de liturgie van de Mis wil hij zoveel moge lijk bij het gebruikelijk ritueel aanpas sen van de reeds bestaande religieuze feesten. Het geheel is te zien als een P°" ging los te komen van de Wes terse mentaliteit die gesteun» door de scheiding van kerk en staat bet kerkgebouw is gaan zien als de bijn" enige plaats, waar de godsdienst t"1 leven komt. Als het mogelijk zou zijn voor de missionarissen om godsdienst en maatschappij te vervlechten zoals dit ook reeds het geval was in de eigef cultuur van de Florinezen zou daar mee niet alleen een rijker en dieper* gaand godsdienstg leven gewaarborgd zijn, maar zou ook doorgewerkt worden op het reeds bestaande cultuurpatroon van Flores en een nieuw werkschema z;jn opgesteld voor de gehele missione ring op Flores. Dat dit alles binnen 'het bereik del mogelijkheden komen te liggen lS niet het minst te danken aan het afl°" pen van het koloniale tijdperk over de gehele wereld. Nu de missie ook aan het einde van dit tijdvak in de geschie denis staat, waarvoor missiologen ais Dr. A. Freitag het jaar 1950 als afron ding nemen, kan en moet de kerk zien nog meer gaan bezinnen op wat zjj aan zuiver geestelijke waarden te bieden heeft. Tot dan toe was de koloniale geschiedenis van het moederland voor de missionering een steun of vaker no? een enorme belasting. Waar zjj een steun was kwam dit vooral tot uitin? op het materiële vlak b.v. subsidiërin? van het onderwijs. Het initiatie! van pater de Graan geeft een helder beeld van deze ont wikkeling in het nieuwe missionerings- tijaperk. Een gelukkig initiatief da' volgens deskundigen voor een bedra* van 85.000 gulden uitvoerbaar is. Hier voor kan de irrigatie op gang gebracm worden, een waterleiding aangelegd' en een ambachtsschool en kliniek 8e' bouwd. Hulp voor zijn „Operatie-Rimboe '09 mocht pater de Graaff reeds ontvangen van de katholieke gemeenschappen Vlissingen en Utrecht, van de katholi®: ken in West-Duitsland, en naar M hoopt verder nog van veie particuli®' ren op zjjn gironummer; 142800 t.n-v; pater P. C. de Graaff. Voorhelmstra®1 9 Haarlem. Het zou 'van belang zijn èn voor Flores én voor de gehele mis sionering dat het initiatief van pat®" de Graaff gaat slagen. mogelijk met onze wensen rekening ge houden. Wellicht geeft de uitbreiding meer spreiding en lost het de proble men met de jeugd op. Wij zijn voor dit plan, maar de burgemeester houdt vol, dat het geen kans heeft bij de Kroon". We wandelen door het oude, hoog gelegen Urk, onvergelijkbaar met haar zustergemeenten langs de dode Zuiderzee, die kwijnen aan hun ver storven. lege havens. Urk is vandaag de dag nog springlevend. Zijn 90 kotters vormen Nederlands modern ste Noordzee-vloot, uitgerust met radio, radar, deeca, echolood en an dere nautische hulpmiddelen. En de konvooien die wekelijks via het Noordzeekanaal of Den Oever het zoute avontuur beginnen, worden steeds groter. Er komen 15 kotters bij. Dan is er de IJsselmeervloot, die nog altijd 75 schepen telt. De vissers drukken onverminderd hun stem pel op de gemeenschap. In de nacht van zondag op maandag varen zij uit, oud en jong. De vangsten zijn uitstekend en de verdiensten goed. Onlangs bracht een 14-jarig begin nertje na twee weken vissen f 1200 thuis. Hij zat dan wel op een z.g. „recórdschip", maar ook normaal weet de zee dat kluitje aarde met zijn 5500 samenhokkende bewoners aardig te voeden en te onderhouden. Urk doet wat het wil. Ondanks het z.g. palenverbod plaatst de Urkervrouw dag in dag uit haar blanke stokken midden in de bochtige en bonte straatjes om de was te laten drogen. langens, worden gesard en vastgepakt. „Het zijn er maar een paar, hoor", zegt Grietje de Vries. Zij behoort tot de laatste generatie die in de Urker dracht gaat, het laatste bolwerk dat stand houdt tegen de confectie en de voorkeur geeft aan het geborduurde krepleppie" boven het luchtige blous- je, de grote boezelaar boven de Pa- rijse rok en de kuif onder de hul uit boven de kapsels van permanent en cold-wave. Grietje legt ons uit, dat wat er gebeurt echt wel meevalt. „Ik woon mijn leven lang in de Torenstraat, maar ik heb nooit een steen door de ruit gehad. Waarom al deze drukte om een paar kwajongens? De meeste mensen hier zijn netjes en ordentelijk. Daar valt niets op aan te merken. Wij zijn slacht offers van de nare berichten, die Urk in een kwaad daglicht stellen". In de krans van nieuwbouw, die in de jonge polder aan de*voet van het oude Urk verschenen is, toont dominee Wolvens een van de drie predikan ten in de overwegend gereformeerde gemeente.ons vol trots zjjn fraaie woning met grote tuin, waarin een sproeier het probleem van de droogte oplost. „Ik woon er al geruime tijd en heb het best naar mijn zin", zegt hij vriendelijk. Ook hem vragen wij zijn mening over het jeugdprobleem van de „week-end-nozems" op Urk, „We doen hier veel voor de jonge ren", vertelt hp. „Er is hier een vereniging van ruim 600 leden, die op zaterdag en door de week gele genheid geeft tot zingen, atletiek, vol leybal en voetbal. Wat dacht u be- voorbeeld van het eerste elftal van Urk. Dit jaar kampioen en winnaar van de big-match tegen het sterke Emmeloord. Nee, die paar lastige elementen zijn ongrijpbaar. Urk ver oordeelt hen, maar als de politie ze pakt, kiest het dorp snel partij. Dan zijn allen één tegen het openbaar gezag, want ze houden niet van vreemden en dat zijn hier alle vijf agenten. Een Urker wil vrij zijn. Ik vind dat slenterverbod dan ook een grote dwaasheid. Daar komen nog grotere moeilijkheden van. Laat ze wachten tot de jongens een meisje krijgen, dan houden ze vanzelf op met lastig zijn. Want hier op Urk re- „Maar die drank dan", wagen wij voorzichtig. Het antwoord komt snel ler dan wij verwachten. „Het is waar, dat er hier clandestien verkocht wordt en dat de slijters beste zaken doen Maar weet u, dat de drinkers veruit in de minderheid zijn. Urk heeft een sterke groep geheelonthouders. In grootte de tweede van het land". We verlaten de dominee in de nieuw bouw en gaan nog eenmaal terug naar het oude gedeelte, waar alles normaal zijn gangetje gaat. De vissers aan de wal boeten hun netten, terwijl de colle ga's op zee jagen op paling, platvis, sar dines, ansjovis, haring en z.g. zandspie- ring ten behoeve van de vismeelfabrie- ken. Iedere dag overtreden de vrouwen het palenverbod en laten zij als vanouds aan de stokken dwars over de straatjes hun kraak- schone was wappe ren. Er rijden auto's, ook al is er een verkeersver bod. Urk doet wat het wil. Zo was het vroeger, zo is het nu. Vreemelingen komen om Urk te bekijken, laten zich kieken ais Urkers, terwijl de Riekelts en Aukes in hun sluike confectiepak- jes, de Luutjes en de Marretjes, ge kapt volgens de laatste mode, gie chelen om die zotte verkleedpartijen. Zaterdagavond zul len ze weer door de Raadhuisstraat lopen cn kijken naar de „binken", die zich uitsloven. Dat kan wat worden als het slenterverbod van kracht wordt. „Waarom geen bioscoop, die iedere zaterdag films ver toont?" hebben wij aan Lub van Jan van Bubbe ge vraagd. De oude visserman heeft ons lange tijd glim lachend aangeke ken. „Dat is de dui vel met Beëlzebub uitdrijven", zei hij tenslotte. HAYE THOMAS Flaneren in de Raadhuisstraat, die iedere Urker hardnekkig Torenstraat blijjt noemen. De ouderen doen het in hun traditionele dracht. Zij vormen het laatste bolwerk tegen de conjectie. Zaterdagavonds om zes uur als de kerkklokken luiden en de schepen weer vaarklaar zijn gemaakt, zit het werk er op. Dan gaan de ouderen met hun vrouwen op visite en de .jongeren in het sterke pak naar de Raadhuis straat, door iedereen op het voormalige eiland Torenstraat genoemd. In de ca fe's drinken zij hun potjes, de een meer dan de ander en als zij er om tien uur vanwege het sluitingsverbod wor den uitgezet, blijven zij er in dé straat van het dorp hangen. Dan kijken zij naar en lachen zij om hetgeen de „uitslovers" onder hen wel allemaal durven, joelen zij luid mee als de meis jes, precies overeenkomstig haar ver- Lub van Jan van Bubbe, de 67-jarige wethouder van Urk, boven het nieuwste uitbreidingsplan. In hem stelt Urk het volste vertrouwen. Zo gauw er iets is, dat de voormalige eilandbewoners niet zint, is hij de leider van de oppositie. geert de vrouw, die heeft het voor het zeggen en regelt alles."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 8