Jeugd zoekt een uitlaatklep in een soms
waanzinnige zacht naar vermaak
H
onafhankelijke
mode
D
Today,
KENT
FILTERS
BEST
K.A.B. ziet geen heil in
Kath. Verbond v. d. Arbeid
„La helle Ho
WINTERCOMPLETS
bij show van Ferry Offerman
I
Driekleur op hoogste punt
nieuwe RAI-gebouw
Praten over Woudrichem
DE ROL DER SATELLIETEN (SLOT)
KV
more than ever
Paradox
m
Eenheid in sociaal-economische
politiek is noodzakelijk
V B
wm
Diploma van de
Sorbonne
of ail leading
filter cigarettes
in U.S.A.
Europese ambtenaren
gaan belasting
betalen
VOORZITTER MIDDELHUIS
Niet voor het inter
nationaal gerechtshof
Opening februari 1961,
1962
Gezinszaken
Coördinatie in
Europees verband
ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1959
PAGINA 5
Lm
Warschau Er bestaat een simpele reden voor het verschijnsel, dat
de Poolse intellectuelen de komst van de Russische premier, Nikita
S. Khroesjtsjev, op het politieke toneel soms bijna verbeten trachten af te
schilderen als een gebeurtenis, waarvan een „bevrijdende" werking is uit
gegaan. Zij zijn van mening, dat Polen voor het ogenblik niet verder kan
gaan op het pad naar de vrijheid en dat aan iedere verbetering een „be
vrijdende" maatregel in Rusland zelf, die zijn weerklank vindt in Polen,
vooraf moet gaan. Het Poolse volk klampt zich wanhopig vast aan de
hoop dat na een paar rustige, vreedzame jaren met Khroesjtsjev aan de
macht er wat stoom kan worden afgeblazen, nü beslist nog niet, maar
misschien over vijf, tien of vijftien jaar. Evenals een aantal invloedrijke
figuren in het Westen Amerikanen niet uitgesloten zijn de Poolse
leiders er van overtuigd, dat Khroesjtsjev waarschijnlijk beter is dan wie
hem ook ooit zou opvolgen.
„Wij kunnen werkelijk niet naar Amerika uitzien voor een beslissende
stap", zo verzekerde ons een Poolse schrijver. „Niet meer; niet na Honga
rije. Verkoop ons jullie overtollige tarwe-voorraden, stuur ons jullie ka
toen, verleen ons economische hulp. Wij stellen het allemaal erg op prijs,
maar er verandert in wezen niets door".
Geschil over Rijnvaart
Pastoor L. Moeskops O.F.M.
De echte Christen is in de wereld
een teken van tegenspraak. Daar
aan valt niet te ontkomen. Chris
tus, onze Heer, is ons als zodanig voor
gegaan. Wat de oude Simeon van Hem
voorspelde, toen Maria en Joseph Hem
in de tempel van Jeruzalem aan God
toewijdden, heett Hij op Zijn beurt ons
allen, Zijn volgelingen, de door Hem
geroepenen en getekenden, in het voor
uitzicht gesteld. Wij, de dienaren, zijn
immers niet beter dan Hij, de Heer.
Ons leven op aarde zal dus in we
zen een strijd zijn. Een strijd met als
inzet onze trouw aan Christus. Dit
Woord: ,,het leven is een strijd heb
ben wij echter al zo vaak gehoord, wu
zijn er zozeer mee vertrouwd geraakt,
dat het ons feitelijk niets meer zegt.
Wij accepteren de waarheid van dat
gezegde zonder controle, kritiekloos,
als iets ,,dat er nu eenmaal mjhoort
maar het lééft niet, het heeft voor ons
geen inhoud, die gelukkig maakt oi
verontrust. Wij horen het aan en gaan
over tot de orde van de dag.
Toch zal elke verdieping van onze
geloofsbeleving moeten beginnen met
een hernieuwd besef van de inhoud van
dat woord! Wij zullen ons moeten her
bezinnen op wat het christendom in
Wezen is, op wat het van ons vraagt.
En dat is .strijd, onophoudelijke strtjd.
Het zwaard, d.i. strijd, heeft Christus
naar eigen getuigenis op aarde
gebracht, met een ongestoord, rustig
en vreedzaam leven. Omdat de be
stemming van heel de mensheid een
veroveringstocht is van de weg-terug-
naar-God die slechts door een voet
voor voet strijdend voortgaan succes
kan hebben. Deze strijd kent geen
wapenstilstand, geen herademing. Zo
ergens dan is hier stilstand teruggang.
Het hele leven is een open vuurlinie.
Schuilhoeken bestaan daar niet Want
overal bevinden wij ons minstens in
gezelschap van onszelf! En niet zelden
zijn wij zelf onze grootste vijand.
God eist de hele mens op en schenkt
geen vakantie. Daarom is het juist te
zeggen: men is helemaal christen of
men is het helemaal niet! Zoals God
radicaal is in Zijn liefde voor ons, zo
moeten wij radicaal zijn in onze liefde
tot Hem. Elk ogenblik van dag of
nacht! In elke omstandigheid van ons
leven! in elk gezelschap! Bij onver
schillig welke bezigheid! Alleen op deze
wijze zijn wij echt en volwaardig mens.
En dus: echt Christen!
erkerstening der wereld eist vóór
alles de totale inzet van onze
persoon in principiële en conse
quente geloofsbeleving. Wij zullen ons
hebben af te vragen, of wij dat aan
durven. Niet alsof het hier een keuze
van persoonlijke voorkeur betrof, maar
om, als christenen, precies te weten
wat onze plicht is. En dit te meer, daar
het niet alleen gaat om onze feitelijke
levenshouding, waarvan wij tevoren
weten, dat ze „anders" zal zijn dan
die der niet-katholieken, maar tevens
en nog meer, om de eigenlijke inhoud
van ons geloof, die vooral tegenwoor
dig aan velerlei afbrekende en laatdun
kende kritiek bloot staat.
Het is te begrijpen, dat de para
doxale leer van het christendom een
wereld, waarin de almacht van de
menselijke geest door de totale beheer
sing van de stof het hoogste levensdoel
schijnt te zijn, verbijstert. Daar is
geen begrip en geen plaats voor kruis
en nederigheid, voor liefde en recht
vaardigheid; veel minder nog voor een
opvatting, die het doel van de mens
heid buiten deze aarde plaatst.
Als christenen zijn wij ervan over
tuigd, dat wij tegelijk op aarde, in de
tijd èn in de eeuwigheid leven, dat wij
een aardse èn een hemelse taak heb
ben te vervullen. In ons lev,en zullen
wij een zodanige synthese moeten vin
den, dat de ene ons niet ten koste van
de andere bezighoudt. Wij hebben een
tijdelijke en een eeuwige toekomst. Bei
de eisen onze voortdurende inspanning
op Geen werk op aarde mag ons on
verschillig laten. Alles te kerstenen,
d i. alles verlossen, terugvoeren naar
God, dat is onze roeping! Tegelijk bur:
gers van hemel en aarde, moeten wij
zó zien te leven, dat de een de ander
niet In het gedrang brengt. Maar al
zouden wij de hele wereld winnen,
toch behoren wij ze steeds zo te ge
bruiken, dat wij „geen schade lijden
aan onze ziel"!
Deze houding heeft voor de buiten-
Wereld iets paradoxaals, iets twee
slachtigs zelfs. Wij weten echter met
goddelijke zekerheid, dat ze juist is,
omdat ze steunt op Gods eigen Woord.
Wjj moeten ons met deze wereld be
moeien, en wel grondig, op straffe an
ders te kort te schieten in de ons van
Godswege opgelegde taak. Anderzijds
zijn wij „vreemdelingen" in diezelfde
wereld „zonder vaste woonplaats".
Deze'paradox in ons leven te integre
ren is een wezenlijke eis van ons ge
loof.
Polen in de greep van
apatie en verveling
aa
gen had willen nemen met algehele su
pervisie en particuliere bouwonderne
mingen een kans had gegeven.
De Polen willen niet terug naar het
kapitalisme uit de tijd voor de tweede
wereldoorlog. Beslist niemand stuurt
aan op scherpe tegenstellingen tussen
zeer rijken en zeer armen .Toen er
onder de studenten van de universiteit
van Warschau een opinieonderzoek
werd gehouden, verklaarde zeventig
procent een zekere mate van socialis
me of staatseigendom bij de grote in
dustrie te verkiezen. Wat verwachten
zij dan van de toekomst? Op welke
verdere ontwikkeling hopen zij wan
neer en indien er een stap naar meer
vrijheid wordt gezet in Rusland, het
land waar voor hen zoveel van afhangt?.
„Wat wij willen," verklaarde een
student, „is voldoende vrijheid om te
trachten fouten te herstellen als het
duidelijk is dat er fouten gemaakt zijn.
Wij voelen er niets voor naar wille
keur te worden volgepompt met socia
lisme. Wij willen een eigen socialisme
en wij willen zelt Depalen in hoeverre
het ons leven en het leven van het ge
hele volk beïnvloedt. Ik geloof dat u
dat in het Westen politieke vrijheid
noemt."
(Copyright De Tijd -
N.Y. Herald Trib.)
In maart 1960 zal de dirigent Leo
Pappenheim een reeks concerten met
het Frysk Orkest dirigeren terwijl te
gelijkertijd de vaste dirigent van dat
orkest, Alfred Salten, met het Gelders
Orkest zal optreden.
Toen de Russische premier, Khroesjtsjev, twee maanden geleden een bezoek
bracht aan Warschau, legde hij een krans op het graf van de Onbekende Soldaat.
In het midden: Khroesjtsjev, links: de Russische ambassadeur in Warschau,
Abrasimov, en naast Khroesjtsjev: de Poolse minister van Buitenlandse Zaken,
Rapacki.
„Jullie Amerikanen noemen ons Po
len romantisch. Maar wij zijn tenslot
te realistisch geworden. Wat wij in
hoofdzaak nog van Amerika verlangen
is ons er aan te herinneren dat bui
ten onze grenzen meer vreugde be
staat. Tegelijkertijd zijn wij er echter
van doordrongen dat de wind, die ons
in de richting van meer vrijheid moet
stuwen paradoxaal genoeg uit
het Oosten moet komen, als hij ooit
komt. En ondertussen? De feest
roes van de dagen van 1956, toen de
Russen gedwongen werden hun greep
op het land althans wat te verslappen,
is zeker voor de gemiddelde Pool
voorbij.
Sindsdien is de macht van de onaf
hankelijke maar desalniettemin com
munistische leiders van Polen weer
wat meer aan banden gelegd. Men
treft geen opgewekte artikelen meer
aan in de kranten, of stekelige en ui
terst kritische gedichten en novelles.
Nadat dit onbesuisde geschrijf gedu
rende korte tijd mogelijk was geweest
concludeerde de regering dat het al
leen maar tot nieuwe moeilijkheden
zou kunnen leiden. Nadat Warschau
vervolgens weer orde op zaken had
gesteld bleef er van het aanvankelijk
enthousiasme niets anders over dan
een mengsel van onverschilligheid en
verveling, vergezeld van een soms
waanzinnige zucht naar amusement.
De Polen hebben zeker meer vrij-
Ondanks het hardnekkig mooie
weer zullen er deze weken heel wat
vrouwen gebogen zitten over de nieu
we modeplaten. En ondanks de aan
houdende zomerse zon zitten de mode
shows weer vol. Welk een dictator is
die Mode! Naar de nieuwe dingen die
te voorschijn zijn gebracht is men
benieuwd en tot die nieuwe dingen
hoort onder meer de tuniek, hier ge
schetst naar een model uit de collec
tie van Metz. Het is getoond tudens
de shows van Metz in den Haag en
Amsterdam en oogstte applaus. Ai
was niet dadelijk te zien hoe men in
en uit dit kledingstuk komt van'n war
me wollen bois de rose ruit, opzij ver
opengespleten. De modieuze zeven
achtste lengte voor complets past
goed bij de creaties van Metz die nu
eenmaal een bepaalde allure hebben.
heid dan een van de andere deelne
mers aan het communistische experi
ment in Oost-Europa. Maar voor een
Pool is dat niet genoeg. In economisch
opzicht blijkt de onverschilligheid uit
statistieken, zoals bijvoorbeeld waar
mee wordt aangetoond, dat bijna de
helft van de auto's die in de Zeram-
fabrieken van de lopende band ko.
men een of ander mankement heeft.
De verveling blijkt uit de treurige een
zijdigheid, die de communistische lei
ders hebben voorgeschreven voor hui
zen, kleding en het voedsel, dat in de
winkels verkrijgbaar is. De Poolse
communistische bureaucraten dragen
mischien geen saaie pakken maar ze
hebben zeker saaie zielen.
De hieraan voorafgaande artike
len van Marquerite Higgens zjjn ver
schenen in De Tijd van 5 en 8 sep
tember.
Advertentie
Ook ditmaal zijn de mantels indruk
wekkend met grote kragen, bijzonde
re mouwen en volumineuze ruggen.
Van de stola of de shawl zoals men
nu weer zegt, maakt de ontwerper
bij mantels en mantelpakken een ar
tistiek gebruik. Het is en blijft een
plezierig speels toevoegsel aan de
herfstkleren.
Is in Parijs het mantelpak gedeci
deerd van „kortjasje" „langjasje" ge
worden, Metz volgt een onafhankelijke
stijl met zeer draagbare tailleurs in
middenlengte, semi klassiek, semi mo
dieus, onder andere in het altijd even
beschaafde donkergrijs.
Er is een nadrukkelijke voorliefde
voor lila, zowel voor de wollen getail
leerde japonnetjes met wijde rok van
mollig bouclé materiaal als voor de
gouddoorweven avondtoiletten. De
mannequins droegen daarbij de nieuwe
„poezeband" colliers van glinsterende
kralen, een veelvoudig snoer strak om
de hals. De kleine, draagbare hoeden
zijn in geen enkel opzicht geforceerd,
wat een herademing is en waardoor ze
een uitstekende begeleiding vormen.
A. Bgl.
Krachtens een dit jaar uitgevaardigd
besluit, zullen Frans studerende Neder
landers thans hier te lande een diplo
ma van de Sorbonne kunnen verwer
ven, aldus heeft de heer Pierre Dailly
van de Franse ambassade meegedeeld,
en wel een „Certificat pratique" voor
de Franse taal (eerste graad), een „Di
plome" voor Franse studies (tweede
graad) en een „Diplome superieur" voor
Franse studies (derde graad). Om de
ze getuigschriften te verwerven, zal men
examens moeten afleggen, die worden
uitgeschreven door de ..Mission uni
versitaire et culturelle" bij de Franse
ambassade hier te lande. Deze examens
e omstandigheden zijn wellicht
beter dan in 1956. Maar zij zijn
niet goed genoeg om te kunnen
voorkomen, dat iedere dag een af
schuwelijk gevecht wordt alleen maar
om door de dagelijkse sleur heen te
komen. Het leven gaat slechts^ verder
om alles hetzelfde te laten blijven.
Waarom, zo vragen de Polen zich
af, moet het een uur duren voor je bij
LOT, de Poolse luchtvaartmaatschap
pij, staatsbezit uiteraard, een vliegbil
jet kan kopen voor een luchtreis die
slechts een uur in beslag neemt? Dat
komt omdat het door de regering be
taalde personeel achter de balie in de
tijd van de regering door de regering
voorgeschreven formulieren moet in
vullen. Er bestaat geen concurrentie
noch enige andere reden om haast te
maken. Dat geldt evenzeer voor grote
warenhuizen, winkels en zelfs voor de
nieuwe hotels. Wanneer een stad ver
woest is zoals Warschau dan is het
niet de overrompelende naargeestig
heid van de gebouwen die op de zenu
wen werkt. Het is het feit dat in een
hotel de kellner niet bewogen kan wor
den zout en peper te brengen als het
eten nog warm is, of een kopje voor
dat het kannetje met koffie koud
wordt.
Ontevredenheid over het naargeesti
ge leven heeft de Poolse jeugd ge
bracht tot een soms waanzinnige zucht
naar vermaak. Jazz is een cultus ge
worden, een vorm van verzet, een mid
del om aan de bureaucratie te ont
snappen.
De landbouw heeft zich enings-
zins hersteld sinds de regering een
eind heeft gemaakt aan het systeem
van de collectieve boerderijen. In
dit verband heeft niets de Polen meer
geïntrigeerd dan de recente verkla
ring van
boeren nooit
men zullen
sen nu eenmaal niet met een zweep
het paradijs in kan jagen". De Poolse
communstische leider, Wladislaw Go-
mulka, heeft zelfs tot op zekere hoog
te getoond in te zien op welke wijze
een industrie, die geen staatseigen
dom is, de levensomstandigheden in
de grote steden kan verbeteren. Hij
heeft in Polen de oprichting van onge
veer honderdduizend particuliere on
dernemingen mogelijk gemaakt. Voor
het merendeel zijn dat echter nog geen
bloeiende bedrijven geworden, omdat
niemand met zekerheid weet of de re
gering niet van gedachten zal verande
ren. Desondanks doen deze onderne
mingen .kleine restaurants en zo, naar
verhouding goede zaken, als men bij
de beoordeling van deze prestaties
rekening houdt met de beperkte mid
delen waarover zij beschikken. Dat
heeft een simpele oorzaak: de Polen
zijn bijzonder gevoelig voor een beetje
persoonlijke aandacht van de eigenaar
van een zaak. Als die de indruk wekt,
dat hij er werkelijk op uit is zijn klant
tevreden te stellen, dan keren ze er te-
rug.
De communistische leiders zijn de
pogingen, die worden ondernomen om
verwoeste steden als Warschau op te
bouwen, al lang beu. De bevolking tot
op zekere hoogte eveneens. Maar men
Hoewel de bijeenkomsten van de mi
nisterraad van de Europese Economi
sche Gemeenschap en Euratom, die in
Brussel is gehouden, de kwestie van de
salariëring van de ambtenaren van bei
de gemeenschappen naar de bestaande
groep en deskundigen heeft terugver
wezen, „is het duidelijk", zoals men in
Nederlandse delegatiekringen zeide,
„dat deze ambtenaren zullen worden
onderworpen aan een reële belasting
heffing".
J. A. MIDDELHUIS
De staatssecretaris van Buitenlandse
Zaken, dr. H. R. van Houten, heeft
vrijdag met nadruk tegengesproken
dat tussen de Nederlandse regering en
de Duitse Bondsrepubliek overeenstem
ming zou bestaan om het geschil over
de Rijnvaart voor te leggen aan het
internationale gerechtshof in Den Haag.
(Van onze speciale verslaggever)
„Liever een kleinere centrale, die
werkelijk een eenheid is, dan een iets
groter verband, dat een huis van ver
deeldheid zou zijn." Dit verklaarde de
verbondsvoorzitter van de K.A.B.de
heer J. A. Middelhuis, toen tijdens een
te Utrecht gehouden persconferentie de
houding van de K.A.B. ten aanzien van
een eventueel op te richten Katholiek
Verbond van de Arbeid ter sprake
kwam. De heer Middelhuis liet er geen
twijfel over bestaan, dat de K.A.B.
niets voelt voor een opgaan in een gro
ter verband. In een ronde tafel-gesprek
over dit onderwerp zag hij dan ook wei
nig heil, al zal de K.A.B. een eventuele
uitnodiging tot een dergelijk gesprek
niet terzijde leggen.
Desgevraagd deelde dP heer Middel
huis mede, dat de K.A.B. nog niet is
benaderd voor een rondetafel-gesprek,
hoewel het reeds vele maanden gele
den is, dat de voorzitter van de Arka,
mr. G. A. A. M. Boot, deze suggestie
lanceerde. „Veel animo is er bjj ons
niet," aldus de heer Middelhuis, „om
dat wjj een herhaling vrezen van de zeer
langdurige gesprekken in de commis-
sie-Beaufort, die vijf jaar over de sa-
n zjjn zonnige landhuis te Vinke-
veen waar op het gazon de fla
mingo's in elegance en schoonheid
met de mannequins wedijverden toon
de Ferry Offerman zijn herfst- en win
ter kollectie die hij, zijn gewoonte ge
trouw, weer zeer hoffelijk „La belle
Hollandaise" doopte. Allereerst wil
len wij het hebben over de prachtige
materialen die hij verwerkt: bouclé,
mohair, tweed, Shetland wol en aller
lei soorten bont.
In alle getoonde genres, coktail, ski-
Mannequin Georgette toont hier uit de
collectie Offerman een japon van gele
shetland-wol met knopen van leer, een
complet vormend met de antraciet man
tel die gevoerd is met dezelfde stof als
de japon.
Khroesjtsjev, dat tegen de 1 poll fTrpc ffpRoil W in
oit dwangmaatregelen geno- EUXlglCftgClfOUW 111
1 worden, „omdat je de men-
inmnal m'ot wint non 7WCipn Dfi WCtflftllflP/F V3H DllhliekR
zullen gehouden worden in Amsterdam,
Rotterdam, Den Haag en misschien ook i had geld uit kunnen sparen en meer
in Utrecht. [kunnen bereiken als de regering genoe-
De wethouder van publieke werken
van Amsterdam, mr. van 't Huil,
heeft vrijdagmiddag de Nederlandse
driekleur gehesen op de eerste van de
38 spanten van de middenhal van het
in aanbouw zijnde tentoonstellingscom
plex van de RAI aan het Europaplein
te Amsterdam. Deze kolomvrije mid
denhal wordt ZOO meter lang, 67,50 me
ter breed en in het midden 16 meter
hoog.
Aan fundaties zijn sinds het slaan
van de eerste paal op 6 november 1958
reeds 4.000 m3 beton en 400.000 kg.
wapeningsstaal verwerkt. Deze getal
len zullen bij de voltooiing van het ten
toonstellingsgebouw volgens de ver
wachtingen zal de officiële opening in
februari 1961 geschieden uitgegroeid
>zjjn tot resp. 10.500 m3 beton en
1.400.000 kg. wapeningsstaal. Het totale
grondoppervlak zal 40.000 m2 bedragen.
Voor de overkapping zal een staalcon
structie met een totaalgewicht van 1
miljoen kg. gebruikt worden.
De nieuwe algemeen voorzitter van
de RAI, de heer A. J. ten Hoeve zei
in een toespraak het tot zijn eerste taak
te rekenen, het werk van zijn in juli
j.l. overleden voorganger, de heer E.
F. Eriksson, aan de nieuwe RAI te
voltooien.
De heer Ten Hoeve memoreerde
voorts dat de regering een bouwver
gunning voor een aansluitend congres
gebouw in het vooruitzicht heeft ge
steld. Mr. Van 't Huil sprak de ver
wachting uit dat dit congresgebouw in
het voorjaar van 196Z zal kunnen wor
den geopend.
Zes ministers die met gezinszaken van
doer, hebben, onder wie minister M.
Klompé uit Nederland, zijn donderdag
overeengekomen dat gezinszaken in Eu
ropese landen gecoördineerd moeten
worden. In een verklaring die na de
vergadering van de ministers van Bel
gië, West-Duitsland, Frankrijk, Italië,
Luxemburg en Nederland is uitgegeven,
staat, dat zij besloten hebben op gezet
te tijden te vergaderen om zich te be
raden hoe deze coördinatie in de ver
schillende landen tot stand kan worden
gebracht. Ook hebben zij besloten hun
ministeries van Buitenlandse Zaken te
verzoeken de E.E.G. om hulp voor hun
werk te vragen. De ministers zullen
volgend voorjaar weer bijeenkomen om
besprekingen te houden over de morele
en economische bescherming van het
gezin en van jonge mensen.
en middagkleding was veel accepta
bels .Om met de cocktail te beginnen:
veel glimmend satijn, al of niet met
kralen en borduursels bewerkt. Eén
wit satijnen cocktail mantel was met
hermeline gevoerd. In het sportieve
genre: goed-zittende stretch panta
lons waarop warme gezellige wollen
truien met capuchon worden gedragen
en daaroverheen een jack van deken-
stof. Zwarte franje als garnering op
een lichte groene jopper doet het best,
maar een pluizige wollen „smyrna"
rand in zuurtjes kleur op een dito
kledingstuk is wat te veel van het
goede.
De sterkste zijde van de kollectie le
ken ons de complets: japon-jasje of
japon-lange mantel. Deze lange man
tels hebben dikwijls een bontvoering.
De kragen zijn groot, de schouders
tamelijk breed en de lengte: even over
de knie. De jasjes van de complets
zijn over het geheel genomen vrij
lang en gaan iets meer naar de klas
sieke tailleur toe mël dit verschil dat
het lijkt of het aan de rugzijde nèt
niet goed zit.
De mouwen zijn halflang. In de ja
ponnen verwerkt Offerman hier en
daar het kazuifel-idee van Balmain en
Griffe. Het doet denken aan een spen
cer die aan de japon vast zit.
Er om heen strikt hij een ceintuur
tje. In het buitenland liet Offerman
een geel gebreid ensemble vervaardi
gen bestaande uit licht bruine rok, bre
de ceintuur, crème blouse en daarover
heen een wijde mantel. Alles in patent
steek. Een vergeten snufje dook ook
weer op, dat de Parijse couturiers heb
ben herontdekt, namelijk knopen ge
maakt van opgerold koord. Het staat
heel vriendelijk.
G. S.-de W.
oprichting
het N.V.V.
menstelling van haar rapport gedaan
heeft."
De verbondsvoorzitter noemde het be
paald te veel gevraagd om voor ande
re organisaties, die buiten de K.A.B.
staan, de structuur van de K.A.B. te
veranderen. Intern is de K.A.B. wel be
zig met plannen voor structuurwijziging
o.m. in verband met de mogelijke
van bedrijfsbonden, waartoe
en het C.N.V. reeds zijn
overgegaan maar deze studie staat
los van hetgeen anderen met een Ka
tholiek Verbond van de Arbeid beogen.
Volgens de heer Middelhuis is er geen
„levensgroot bezwaar" om de naam
K.A.B. ooit te veranderen in Katholiek
Verbond van de Arbeid: reeds direct
na de bevrijding leefde de gedachte aan
deze naam binnen de K.A.B. Het ligt er
echter aan, wat men onder een derge
lijk Verbond wil verstaan. De voorstan
ders zien er een federatieve samenwer
king in tussen drie zelfstandige vak-
centralen, resp. voor leidinggevenden,
mediale groepen en handarbeiders,
welke laatste dan de K.A.B. zou zijn.
Maar dan rijzen er tal van practi-
sche vragen, aldus de heer Middel
huis. Nu is de K.A.B. de partner van
N.V.V en C.N.V- Wanneer echter bei
de andere vakcentralen binnen het fe
deratieve verbond een zelfstandige
rol willen spelen, vinden zij in het
socialistische en protestants-christe
lijke kamp geen partners.
Zou de K.A.B. terwille van een Ka
tholiek verbond van de Arbeid moe
ten terugtreden uit de Stichting van
de Arbeid, de S.E.R. en tal van ande
re instanties? Een Katholiek Verbond
van de Arbeid zou weliswaar kunnen
optreden namens een groter geheel
dan de K.A.B. al zouden beide an
dere vakcentralen niet meer dan
enige tienduizenden leden omvatten
maar wanneer de zelfstandige vak
centralen eigen standpunten mogen
innemen, die onderling kunnen af
wijken, verliest het geheel zijn
gezicht.
Volgens <Je heer Middelhuis zijn de
bezwaren tegen een Katholiek Verbond
van de arbeid vooral van practische
aard, al speelt ook het in katholieke
kring gecultiveerde standsverschil een
woordje mee.
Men zou echter wel binnen de K.A.B.
aparte verbanden kunnen maken voor
groepen leidinggevenden, aldus de ver
bondsvoorzitter, doch zodanig met het
grote geheel verbonden, dat er één
sociaal-economische politiek gevoerd
kan worden. Er is een veelheid van be
langen die gecoördineerd moet wor
den. De heer Middelhuis zei tenslotte
wel begrip te hebben voor de wensen
van de andere groepen, maar een op
lossing zag hij nog niet in het verschiet.
De persconferentie werd gehouden
ter gelegenheid van het vijftigjarig
bestaan van de K.A.B. als vakcen
trale, welk jubileum donderdag a.s.
te Utrecht gevierd wordt met een H.
Mis - om tien uur - in de kathedraal
en een herdenkingszitting - om half
drie - in Tivoli. Tijdens deze bijeen
komst zal gesproken worden door de
bisschop van Roermond, mgr. P.
Moors, de vice-minister-president,
drs. H.A. Korthals, de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid,
mr. dr. Ch. J. M.'A. van Rooy, de
Staatsecretaris van Ecconomische
Zaken, dr G. M. J. Veldkamp, en de
verbondsvoorzitter, de heer J. A.
Middelhuis.
Aan deze herdenking gaat woens
dagmorgen de officiële opening vooraf
van het nieuwe rust- en herstellingsoord
voor mannen „Ariënshof" te Zeist door
minister van Rooy. Woensdagavond zal
de K.R.O.-televisie aandacht aan het
jubileum schenken.
Met een trommeltje met boter
hammen trok pater Livinus
Moeskops O.F.M. tien jaar gele
den ongeveer wekelijks naar
Woudrichem om er de H. Mis op
te dragen. Bij het uit 1836 date
rende kerkje woonde een dame
die een kamertje als pastorie be
schikbaar stelde. „Mijn hele
inventaris bestond uit een tafel,
twee stoelen, twee boterham
bordjes en twee mesjes," zegt
pater Moeskops die in die jaren
kapelaan was in Gorcum en te
gelijk pastoor in Woudrichem,
tot welke parochie ook onder
andere Werkendamen het land
van Altena behoorden. Sinds de
reformatie was er geen pastoor
meer geweest. Werkendam had
geen eigen kerkje. En de afstand
naar Woudrichem was toch wel
vrij groot, en leverde vooral met
slecht weer bezwaren op voor de
kerkgangers. De bisschop van
Den Bosch gaf pastoor Moeskops
toen toestemming in Werkendam
een kerkje te bouwen. Er was
geen geld. Maar pastoor Moes
kops bouwde een stenen kerkje.
In advertenties stelde hij zich
voor als de armste pastoor van Nederland. Dat sloeg aan. Er kwam geld,
er kwamen stenen en er kwam hout. Een dagblad begon een inzamelings
actie. En de kerk verrees. Kosten honderdduizend gulden. Pater Moeskops
had geen schuld meer toen hij Woudrichem/Werkendam verliet.
Deze pater Moeskops, nu al sinds 1953 pastoor van de parochie van
de H. Antonius van Pad.ua in Den Haag „De Boskant" herdenkt deze
week de dag dat hij veertig jaar geleden in Alverna werd geprofest in de
orde van de Paters Franciscanen. Praten met hem is praten over Wou
drichem. Zijn opvolger in Woudrichem is daar gaan wonen. En er zijn nu
ook vijf zusters werkzaam, voornamelijk op sociaal-charitatief gebied. Mede
dank zij de burgemeester van Woudrichem kunnen zij hun werk doen.
Zij zullen komen te wonen in het huis waar in vroegere jaren ook nonne
tjes hebben gewoond, het zelfde huis waar ook Jacoba van Beieren heeft
geleefd. De burgemeester ijverde voor de restauratie van de oude huizen
en gevels in Woudrichem. Woudrichem was dood maar moest weer levend
worden. En tegen pastoor Moeskops zei de burgemeester: „Er moeten hier
nonnetjes komen." Ze zijn gekomen. En Woudrichem is niet langer dood.
Praten met pastoor Moeskops is ook praten over de tijd dat hij direc
teur was van het Sint Franciscus Liefdewerk voor jongens in het gebied
van vier tot vijf parochies in Den Haag. „Het was het mooiste werk dat er
was," zegt pastoor Moeskops. „Ik kom die jongens van toen nu nog wel
eens tegen. Ze zijn huisvader. Sommigen doen niets meer aan hun geloof.
Maar ze steken hun hand op en zeggen: Ha, die pater. En van hun kinderen
gaan er naar de katholieke school." Vijf jaar deed pater Moeskops dit werk.
Hij ging naar Gouda en in 1939 kwam hij als aalmoezenier bij het acht
entwintigste regiment infanterie in actieve dienst. De mobilisatie was afge
kondigd. En in 1940, tijdens de zware meidagen stond hij „de jongens" bij
in de Hoeksche Waard. Ze vochten er tegen parachutisten en tegen mitrail
leurnesten. Als ze op de boerenkarren naar de bedreigde punten reden,
stond pater Moeskops met de stool om klaar om ze de absolutie te geven.
Sommige andersdenkenden riepen: „Geldt dat ook voor ons?" De oorlog
was na vijf dagen voorbij. Het werk van pater Moeskops ging nog tot in
iuni door.
Pastoor Moeskops is een bekwaam en ijverig priester, die ook de
afgelopen zes tot zeven jaar in Den Haag heeft getoond onvermoeibaar te
zijn als het er op aankomt. Hij heeft geen gemakkelijke parochie met
vierduizend parochianen waarvan een gedeelte de kerk de rug toe heeft
gekeerd. Het centrum van Den Haag waar de noodkerk van de H. Antonius
van Padua staat, vracht op de stadssanering. Ook de noodkerk die oor
spronkelijk werd opgericht ten behoeve van de parochianen van de op
3 maart 1945 verbrande Boskantkerk, zal verdwijnen. Men denkt over tien
tot vijftien jaar. „Maar het hart van Den Haag heeft een city-kerkje nodig.
Er werken in het centrum veel ambtenaren en andere kantoormensen. Die
moeten tussen de middag een H. Mis kunnen bijwonen, ze moeten ook in
de gelegenheid zijn dan te biechten." Pastoor Moeskops hoopt ook stellig
dat er een nieuw kerkje zal komen in dit deel van de stad, als het gesaneerd
is. Hij zal er zijn werk. kunnen voortzetten. Niet spectaculair maar gestadig,
serieus en tactvol. Dat tekent hem.