Slotzusters Augustinessen
unicum in West-Europa
Taak van de Tweede Orde
is naar binnen gericht
D
„Goede heertje in het klein
knoeide met loonstaten
0
0
ROTTERDAMSCHE BANK
ARBEIDERSBEWEGING
SOCIALE POLITIEK
Troonrede en het
feest der K.A.B.
EN
commentaar
w
Redt eerst"
i de anderen
Communauteit in MAARSSEN
Nieuwe priorij in Werkhoven
is binnenkort gereed
Vanguard brengt
kunstmaan in
zijn baan
Arbeiders ontvingen aanslagbiljet
voor niet-verdiende bedragen
Eis: drie jaar
Mijnramp in
Schotland
fRÖvömisf
V B
16 juli 1959
20 juli 1959, DE KOOG (TEXEL)
1 augustus 1959, VOORTHUIZEN
3 augustus 1959, DORDRECHT
(Admiraalsplein)
28 augustus 1959, URK
21 september 1959, WEESP
*SMs
Wederzijdse beïnvloeding
rr5
ZATERDAG 19 SEPTEMBER 1959
Twaalfde van V.S.
Tiengemeten zonder
drinkwater
m
Waar U ook woont of werkt,
de Rotterdamsche Bank
is altijd binnen Uw bereik.
ATTEÏDU)
INSmWSTIJDj
(rfizyj Mh]
fïj fcl K
46 slachtoffers
door
MARGUERITE
BOURCET
I
*v 'itrfn
v*"n\
Schooljournaal van
Polygoon
Advertentie
e buitenzuster was de tuin aan
het opharken, een groot blauw
schort over het habijt. Ze had
het warm al was ze bezig in de scha
duw van de lindebomen. Door die
zuster in de tuin wisten we, dat deze
ouderwetse villa het klooster was, dat
we zochten in Maarssen, de priorij
van de slotzusters Augustinessen. Nu
heeft de naam Augustinessen een be
kende klank. Men denkt aan de Au
gustinessen van Sint Monica, de Au
gustinessen van de derde orde, de ac
tieven, die men bedrijvig en wel
overal tegenkomt in hun vlot zwart
habijt met de paarse of groene bies
langs het pittige kapje. Zij doen met
hun werk voor de gezinnen onver
vangbaar goed in de samenleving.
Zo ook, maar op weer geheel andere
wijze, de Augustinessen van de twee
de orde, wier teruggetrokken leven
het beschouwend gebed en de studie
van de Heilige Schrift, de ongestoorde
intimiteit met God" als kernpunt
heeft- De communauteit van vijftien
zusters in Maarssen, die daar een ge
woon huis bewonen, dat veel te klein
is geworden, is in afwachting van het
nieuwe klooster, dat voor hen in aan
bouw is in Werkhoven, in het wijde
land tussen Utrecht en Wijk bij Duur.
stede. Een ruime nieuwbouw die he
lemaal aangepast zal zijn aan hun
hooggerichte levenswijze met het
dagelijks eerbetoon by het liturgisch
gebed en het creatieve culturele werk.
Ze zijn een unicum in ons land en
in heel Noord- en West-Europa, de
slotzusters Augustinesser. want ook
in de buurlanden hebben wij geen
priorij of abdjj en men moet zuid-
waarts reizen tot Locarno om de
eerste te vinden. In Italië en Spanje
en ook In Polen en Zuld-Amerika
hebben deze „geestelijke helpsters"
van de paters Augustijnen echter wel
Om beurten zorgen de zusters een week
voor de klok.
veel kloosters. Ongeveer honderd zijn
er in het geheel. Als „orantes" is
hun voornaamste taak om de paters,
de leden van de eerste orde dus, met
hun gebed geestelijk te steunen bij
hun priesterlijk werk. Onder andere
in het bedrijfsapostolaat bij de ziel
zorg en het onderwijs en in de missie.
De priorin spreekt ons daarover na
haar hartelijke en voor zover dat
met de traliescheiding te verenigen
is zo huiselijk mogelijke ontvangst.
Indringend leven de contemplatieven
in het besef van de gemeenschap der
heiligen, de kracht van het gebed als
leden van de strijdende kerk voor el
kaar. Van hun gebed voor de gebed-
behoevenden,
In ons dagblad hebben wij de laatste
tijd enkele malen geschreven over de
veranderingen die er in slotkloosters
plaatsvinden met name, over het werk
dat de zusters doen om in het onder
houd te voorzien, waarbij men kan con-
stateren dat meer en meer communau-
teiten er toe moeten overgaan om thuis
werk voor de industrie te verrichten.
De Augustinessen in Maarssen (straks
in Werkhoven) doen dit niet. Zij voor
zien in hun levensonderhoud met het
maken van paramenten in opdracht,
„kloeke, mannelijke gewaden", zoals ze
zelf zeggen, niet geborduurd maar met
appliqé. Ze worden op het eigen atelier
ontworpen en geheel met de hand ge
naaid. En behalve het goed geoutil
leerd atelier bezitten de zusters in hun
midden een inspirerende, artistiek be
gaafde medezuster, die eigenlijk een
heel uitzonderlijke religieuze is. Om het
uitzonderlijke werk dat ze doet ais
voortzetting van haar beroep voordat
ze intrad.
Ze was namelijk ontwerpster bjj
een edelsmeed-bedrijf en ook grafisch
publiciteitsontwerpster toen ze zich
op latere leeftijd getrokken voelde tot
het beschouwende leven. En omdat ze
creatief en vindingrijk is ziet ze kans
in haar nu veel meer besloten wereld
toch de nodige contacten te handha
ven, onontbeerlijk bij de voortzetting
van haar werk. Terwijl dat werk,
nu geheel en al in dienst van het
Rijk Gods, in wisselwerking met een
absorberend gebedsleven, aan inten
siteit wint.
In de kloosterlijke spreekkamer laat
zij ons ontwerpen zien van affiches voor
het Mater Amablliswerk en de St.-
Willibrordus Vereniging. Van liturgisch
vaatwerk zoals kandelaars, kelken,
monstransen, kruisen en een wierook-
standaard. Zelfs een doopvont. De ene
grote tekening na de andere schuift ze
zonodig door de „rol", in slot-spreek-
kamers het gereserveerde contactpunt
tussen buitenwereld en binnenwereld
En die ook in dit huisklooster is aan
gebracht. Maar haar persoon is zo
animerend dat men dat inconvenieert
en ook de tralie-scheiding nauwelijks
meer merkt. Ze heeft ook opdrachten
uitgevoerd voor priesters in België en
Canada. Haar laatste opdracht is een
folder in moderne pakkende stijl voor
een broedercongregatie.
Ai dit werk is een levend voorbeeld
hoe de religieuze, ook de slotzuster,
meegroeit en kan meegroeien met haar
tijd. Er hebben in deze eeuw voor de
vrouw verbijsterende veranderingen
plaats gegrepen. Die kunnen aan liet
kloosterleven niet voorbijgaan en zijn
er ook niet aan voorbijgegaan. Bij de
Augustinessen in Maarssen vindt men
een zeer levend en reëel zoeken naar
de adaptabele vorm om een contem
platieve gemeenschap, die een besloten
gebedskern is, toch een dynamische
wisselwerking te geven met deze dy
namische tijd. Er is die ware open
heid, die geen enkele afbreuk doet aan
de beslotenheid van de gekozen levens
staat. Een beslotenheid die zich kris
talliseert rondom het onafgebroken
zingen van Gods lof met de eeuwen
oude psalmen, het machtige koorge
bed der Kerk.
Ruim vijftien jaar geleden hebben de
slotzusters Augustinessen zich, sinds
hun verdrijving tijdens de reformatie,
weer in ons land gevestigd. Het eigen
aardige verschijnsel doet zich thans
voor, dat er op het ogenblik in Neder
land zo'n vijftien Augustijner mannen
kloosters zijn en maar één klooster
van Augustinessen. Terwijl er bijvoor
beeld bij de orde van de Karmel wel
dertien kloosters zijn van de vrouwe
lijke tak (van de Ongesehoeiden) en
slechts vier kloosters van Karmelieten.
Er is overigens een merkwaardige
band tussen deze Augustinessen en de
zusters van de Karmel. Toen de paters
Augustijnen in 1938 de opdracht kre
gen om de Tweede Orde voor de vrou
wen te herstellen, meldden zich enke
le kandidaten aan, die men voor de
Augustijnse scholing naar Italië^ -wilde
laten gaan. Maar de oorlog die uit
brak verhinderde dit en men improvi
seerde een klooster in het bisdom
Utrecht, in Maarssen. De Duitsers leg
den echter beslag op het huis en de
twee kandidaten werden toen in het
beschouwende leven ingewijd in de
Karmel in Arnhem, Wat niet al te
zeer hoeft te verwonderen wanneer
men weet, dat de grote heilige There-
sia haar opvoeding vroeger heeft ge
kregen in Avila bjj de Augustinessen.
Na 1946 hebben de zusters echter in
hun tot klooster ingerichte huis in
Maarssen gewoond.
Daar de aamvas van de communau
teit op normale wijze groeit met zo--
wat een roeping per jaar, is het huis
inmiddels veel te klein geworden voor
al met het atelierwerk dat d,e zusters
doen. Met grote vreugde bereiden ze
zich er dan ook op voor om over en
kele maanden hun intrek te nemen in
het nieuwe klooster, dat helemaal in
harmonie met het landschap verrijst
in de landelijke rust van de fruit- en
akkerstreek. Wij hebben er rondgewan
deld met bewondering voor het bunga
low-klooster dat in de bouw al de syn
these vertoont van ingetogenheid naar
binnen en openheid naar de ruime
wijdheid rondom. Met als hart de ka
pel, waarnaast boven dé kapittelzaal
het atelier en rondom in het carré van
de lichte kloostergang de cellen, elk
met een groot boograam naar buiten.
Eigen beslotenheid voor elke zuster en
toch, in strakke proporties, een ruim
telijkheid die het zowel binnen als ook
buiten in het wijde landschap tot een
„blij" klooster maakt. Wij veronder
stellen dan ook dat, als het eenmaal
gereed is, en er gewoond, gebeden en
gewerkt wordt, het gastenverblijf wel
nooit lang leeg zal staan.
A. Bgl.
In de V.S. worden duidelijke radio
signalen opgevangen van de kunst
maan, die gisteren met behulp van een
Vanguard-raket in een baan om de aarde
is gebracht. De satelliet weegt 45 kg
en bevat instrumenten voor het onder
zoeken van het magnetische veld van
de aarde, de x-stralen van de zon en
de omstandigheden in de ruimte.
De kunstmaan is gemaakt van mag
nesium en glasvezel en zij bestaat uit
een 66 cm lange buis op een bol met
een doorsnede van 51 cm. De satelliet
die „Vanguard-3"wordt genoemd, be
schrijft een baan, waarvan het verste
punt 3.725 km en het dichtsbijzijnde
punt 510 km van de aarde verwijderd
is. De snelheid varieert van 20.210 km
tot 29.700 km per uur. De „Vanguard
s'* zal wellicht 30 tot 40 jaar in de
ruimte blijven. De zenders moeten drie
maanden blijven werken.
Het was de twaalfde kunstmaan,
die de Amerikanen in 20 maanden
tijds In een baan om de aarde heb
ben gebracht. De andere Amerikaan
se kunstmanen waren de „Vanguard-
1", de „Vanguard-2", drie „Explo
rers", gelanceerd door het leger, vier
„Discoverers" van de luchtmacht, de
door een Atlas gelanceerde „spreken
de" satelliet en de „Explorer 4", ook
wel .Schoepenrad" genaamd.
De Russen hebben drie Spoetniks met
succes gelanceerd, waarvan de derde
nog om de aarde draait. Van de Ame
rikanen draaien nu drie Vanguards,
twee Explorers, twee Discoverers en
de Schoepenradsatelliet om de aarde.
Ten gevolge van de langdurige droog
te heerst op het eiland Tiengemeten een
groot gebrek aan water voor mens en
dier. Een vijftal runderen is gestorven
door het drinken van brak water.
Evenals na de ramp van 1953 zal men
zoet water per tankboot aanvoeren.
Dat geschiedt door de gemeentelijke
drinkwaterleiding van Rotterdam.
3ff
«8*
Een Utrechtse 39-jarige loonadniini-
strateur hoorde vrijdag drie jaar ge
vangenis niet aftrek tegen zich eisen
toen hü voor de rechthank in Utrecht
terechtstond wegens oplichting en vals
heid in geschrifte.
In dienst van een betonmaatschappij
had de man kans gezien in de jaren
1953-59 zich ruim f 75.000 toe te eige
nen door allerlei manipulaties met
loonstaten en uitbetalingen. Door opzet
telijk foutieve tellingen te maken in de
staten en er arbeiders bij op te geven
die niet meer bjj het bedrijf werkzaam
waren kreeg de administrateur weke
lijks veel meer geld in handen dan waar
toe hij gerechtigd was. Bovendien liet
h\j de houders van spaarbankboekjes
blanco kwitanties tekenen ais zij gelden
wilden opnemen en vulde dan naar wil
lekeur hogere bedragen in of nam gel
den op onder een valse naam.
„Deze verdachte met een blanco
strafregister heeft jarenlang schrome
lijk misbruik gemaakt van het in hem
gestelde vertrouwen. Zijn wjjze van op
lichten doet denken aan het „goede heer
tje in het klein", aldus de officier van
justitie, mr. Pitlo. De raadsman voerde
aan dat de administrateur het geld gro
tendeels had aangewend voor zijn gezin
en het niet aan uitspattingen heeft be
steed. Hij achtte de belangen van zijn
cliënt het meest gediend door een spoe
dige invrijheidstelling om voor zijn ge
zin te kunnen werken. Uitspraak 2 okto
ber a.s.
(Van een medewerker)
Er waren in de afgelopen week
twee gebeurtenissen, die als het
ware uitnodigen ze op hun socia
le betekenis wat nader te bezien, de
Troonrede en het gouden bestaansfeest
van de Katholieke Arbeiders Beweging
als vakcentrale. Ogenschijnlijke twee los
van elkander staande gebeurtenissen,
maar voor hem, die iets onder de op
pervlakte wil kijken, toch ook feiten,
die elkander sterk beïnvloeden.
Minister van Rooy vestigde er de
aandacht op, dat het vijftig jaar gele
den wel een kwalijke zaak zou zün ge
weest te voorspellen dat het eens mo
gelijk zou zijn een bijeenkomst als deze
lustrumviering van de vakbeweging te
organiseren. En een van de aanwezige
Kamerleden zei ons: het lijkt vandaag
wel een voortzetting van jongstleden
dinsdag in Den Haag. Het bisschoppe
lijk en ander paars, veel goud van rid
derordes, vijf ministers, drie staats
secretarissen, zeer veel Kamerleden,
werkgevers, buitenlandse gasten, enz.
enz. Het was evenwel nog niet de enige
vergelijking. De jongste Troonrede om
vat een rooster van werkzaamheden,
waarmede regering en Kamer zich in
het begonnen parlementaire jaar zullen
bezighouden. Vice-premier Korthals
gaf in zijn korte speech op de feest-
vergadering een opsomming van zaken,
die hij meende te mogen karakterise
ren ais de wensüjst van de vakbewe
ging. De relatie is duidelijk. Een halve
eeuw geleden hadden, zij het dan nog
zeer aarzelend, de eerste vertegenwoor
digers van de arbeidersbeweging hun
entree in 's lands vergaderzaal ge
maakt. Het waren nog wel geen ar
beiders-van-huis-uit, maar het tastend
begin was er. Meer niet. Hun invloed
op het regeringsbeleid was uiterst be
perkt. Als er voordien al sociale voor
zieningen werden getroffen kwamen die
vrijwel uitsluitend tot stand, omdat het
economische bedrijfsbelang zulks vor
derde. De werkelijke sociale bewogen
heid leefde nog slechts In brochures en
zelden in de openbaarheid tredende
vergaderingen van de jonge vakbewe
ging.
Wie nu potloodstrepen zet bij die pas
sages uit de Troonrede, welke betrek
king hebben op goede sociale verhou
dingen, ontdekt niet alleen, dat hij veel
strepen moet zetten, maar vooral ont
dekt hij, dat nu onder algemeen wel
zijn inderdaad wordt verstaan ook het
welzijn van hen, die voorheen de totaal-
vergetenen waren. Hiervan getuigt met
name de zinsnede uit de Troonrede:
„Het blijft het vaste voornemen om
voort te gaan... bij te dragen tot een
verantwoorde verdeling van de vruch
ten van de economische vooruitgang."
Zeker, de klanken zijn niet nieuw, ze
zijn het resultaat van jarenlang beïn
vloedend werk. Maar de klanken zijn
er en daar gaat het om. Hoezeer daar
bij de regering rekent op de verant
woordelijkheidszin met name ook van
de vakbeweging, blijkt uit de zinsnede,
die. onmiddellijk volgt op de hiervoor
geciteerde: „De vrijere loonvorming,
waaraan de regering op principiële en
praktische grónden grote waarden
hecht, heeft een aanvang genomen. In
dien de in overleg met het bedrijfsle
ven terzake vastgestelde regelen, nauw
gezet door werknemers- en werkgevers
organisaties worden in acht genomen,
zal dit nieuwe beleid aan zijn doel
beantwoorden en het gevaar voor een
nieuwe overspanning worden verme
den."
En wie dan terug denkt aan de in
derdaad grootse rede van dr. G. J.
Veldkamp, staatssecretaris van Econo
mische Zaken, uitgesproken op het ju
bileum-congres van de KAB, weet, dat
die KAB zich zijn verantwoordelijk
heid bewust is. Dr. Veldkamp formu
leerde niet alleen de nieuwe taken en
de nog openstaande verlangens, maar
schonk zeer nadrukkelijk aandacht aan
het feit, dat de moderne vakbeweging
een structuur-element is in de heden
daagse samenleving. Dat betekent der
halve, dat zij steeds minder belangen
groep is, steeds minder derhalve uit
sluitend mag denken in termen van ar
beiders-welzijn alléén, rpaar tegelijker
tijd en in dezelfde mate mede-verant
woordelijk staat voor het algemeen be
lang.
anneer we nu eerst nog even
verder ingaan op de inhoud van
de Troonrede, dan willen we
bepaaldelijk onze voldoening uitspreken
over dat gedeelte, dat gewijd is aan
een meer evenwichtige welvaartsont
wikkeling en met name zoals die be
tekent een spreiding van de werkgele-
genheid over het gehele land. We zul
len uiteraard moeten afwachten, op
welke wijze de bestrijding van de struc
turele werkloosheid, met name in het
noorden van ons land, vorm zal krijgen.
Maar het feit, dat meer dan een halvp
pagina uit de Troonrede aan deze zaak
is gewijd, biedt toch wel een basis van
vertrouwen. Wat vaag en onzeker
blijft de Troonrede over de afbouw van
het stelsel van sociale zekerheid. Het
is bepaald jammer, dat geen woord is
gezegd over de Invaliditeitswet en over
de coördinatie van de verschillende ar
beidsongeschiktheidswetten in één
groot geheel. Tienduizenden in den lan
de verkeren nog in nood, omdat deze
wetten nog niet tot stand zijn gekomen.
Hopelijk zal de parlementaire praktijk
hier aanvullend werk verrichten. Ook
het feit, dat met geen woord wordt ge
sproken over de bevordering van de
publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie,
is meer dan teleurstellend. En we kun
nen ons heel goed indenken, dat de oud
minister voor PBO en Bezitsvorming,
die jongstleden donderdag ook de gast
was van zijn grote oude liefde, de
KAB zich hierover nogal geërgerd uit
liet. Minister Korthals vulde het tekort
van de Troonrede dan ook verheugend
aan in zijn Utrechtse speech, door te
stellen, dat regering en vakbeweging
tezamen zullen moeten streven naar
een versnelde democratisering van
het bedrijfsleven door middel van de
PBO.
Tenslotte mogen we nog een paar
markante punten uit de feestviering
aanhalen. We beperken ons tot twee,
nl. het woord van de bisschop van
Roermond, die, sprekende namens het
Hoogwaardige Nederlandse Episcopaat
a.h.w. tot heel katholiek Nederland ge
zegd heeft: „Vroeger hebben wij bis
schoppen nogal eens dwingend voorge
schreven, hoe de organisatievorm van
het katholiek verenigingsleven moest
zijn. Jullie, leken, zijn inmiddels zover
geëmancipeerd, dat je nu zelf maar
moet uitmaken, welke de meest prak
tische vorm zal zijn". Een woord met
zeer belangrijke consequenties, het
geen naar wij hopen en vertrouwen
binnen niet al te lange tjjd dan ook
wel zal blijken. En ten tweede zouden
we graag de aandacht vestigen op het
typische drievoudige geschenk, dat
de K.A.B. zichzelf bood, maar waar
van heel Nederland de vruchten mee
kan plukken. Een huldiging van drie
pioniers, een priester-geleerde, een
geleerde leek en een gewezen metaal
bewerker werden respectievelijk ge-
eèrd met een Ariënshof voor rustbe-
hoevende mannen, met een Aalberse-
biografie, met een A. C. de Bruyn-
Stichting. We hebben ons oprecht over
deze huldiging verheugd en ook over
de vorm, welke zij vond. De priester,
de intellectueel, de arbeider, zij bouw
den samen in Nederland een sociale
beweging. Zij manifesteren als het
ware de verbondenheid tussen deze drie
groepen. Z\j bewijzen, dat het mogelijk
is, dat ieder met de gaven, die hy heeft
en de plaats, waarop hij staat, kan
meewerken aan de gemeenschap, waar
naar wij verlangen: een christelijke
nieuwe gemeenschap.
3
In een steenkoolmijn nabij Glasgow,
in Schotland, zijn 45 mijnwerkers op
driehonderd meter omler de grond door
een brand van de buitenwereld afgc-
neden. Na vergeefse pogingen is mee
gedeeld, dat zij niet meer te redden
waren. Men heeft de brandende mijn
onder water laten lopen, nadat de mijn-
directie alle hoop had opgegeven. Zes
ingeslotenen konden worden gered, red
dingsploegen hebben tot nu toe een
Ujk geborgen, zodat in totaal 46 slacht
offers te betreuren zijn.
Er zouden gisteren veel meer man
nen in de mijn zijn geweest, ware het
niet dat er een staking is geweest, die
donderdag jl. eindigde. Vele mijnwer
kers hadden besloten maandag het
werk te zullen hervatten. De brand
zou ontstaan zijn door kortsluiting in
1 een luchtververser.
iiiiiiiiiiiiiiiiiinii
28
Maar misschien ook een hardnekkige, zij het
onbewuste wrok tegen de boosaardige begoocheling
die Sofie Charlotte vroeger in haar greep gevangen
had gehouden; tegen de voor hem totaal onbegrij
pelijke conversatie in het begin van hun bespot
telijke roman.
Ondertussen hegon men zich in de kranten van
Europa in hoogdravende taal met hen bezig te houden.
Nooit genoeg is de schoonheid, de waar
digheid en de eenvoud van het vorstelijk paar te
roemen. Het wordt een waar sprookjeshuwelijk: de
ideale prinses met de charmante prins
Zij verschijnen als legendarische helden.
hoog verheven boven de wereld."
In de grond van de zaak had al dje roem niet veel
om het lijf. Dezelfde frasen paste men immers toe
op èlk vorstelijk paar, als zij maar gracieus was en
hij flink van postuur. Zelf lieten de betrokkenen
zich niet door de valse schijn misleiden. De jonge
heldin hechtte minder waarde aan de juwelen die
haar ten geschenke gezonden werden, dan aan de
edelweissjes die prins Ferdinand van een bergtocht
meebracht. Haar leven lang zou zij hen als een
kostbaar aandenken bewaren. Sofie Charlotte, als
iedere rechtgeaarde Duitse, geloofde vast in de
symboliek van de bloemen. Edelweiss: „Ik hou van
jê. ik hoop op je
Op e-.n dag, midden september, wandelde de prins
met zijn geliefde door de tuinen van „Possenhofen"
Sinds haar verloving was Sofie Charlotte steeds
even opgeruimd geweest. Het geluk scheen alle her
senschimmen, al haar kleine zorgen, ja zelfs de buien
van somberheid die haar soms terneersloegen
verdreven te hebben. Of was het de onverstoorbare
blijmoedigheid van haar metgezel, die aanstekelijk
op haar werkte?
Maar op die bewuste dag was Sofie Charlotte droe
vig gestemd. Zij vertrouwde hem ook de reden daar
van toe. Geheimen hadden zij niet voor elkaar. Het
kwam allemaal door een brief van Elisabeth. Altijd
hetzelfde liedje: de trouweloze man, de lastige
schoonmoeder, de kinderen die men haar had afge
nomen, een onherstelbaar bedorven toekomst
Geleidelijk dwaalden zij van het eigenlijke onder
werp af en begonnen uit te weiden over het geluk, het
leven, het menselijk lot. Het jonge meisje bleek niet
te troosten. Het drama van haar zuster was kenne
lijk slechts een uiterlijk aspect van een veel algeme
ner en dieper ingeworteld spookbeeld. Tenslotte, na
op een fijngevoelige manier op weg te zijn geholpen,
gaf zij haar geheim prijs. Sinds haar kinderjaren
kwelde haar het lijden van anderen.
Al te levendig voor ogen gesteld, veroorzaakte
het haar een ware marteling. De bezorgde moeder
natuur heeft ons een dosis egoïsme of in ieder
geval een zekere onverschilligheid meegegeven om
voor ons gevoel een sfeer te scheppen waarin wij
kunnen ademen. Als men zich al het lijden van
de mensen in alle bijzonderheden voor de geest
haalt, dreigt mery krankzinnig te worden. Sofje
Charlotte leed wreed onder haar teergevoelige ver
beelding. De laatste maanden had het geluk haar
afgeleid. Door een toeval liet de neiging die haar
hele familie eigen was, zich opnieuw gelden:
„Mijn moedor," bekende zij, „herhaalt onophoude
lijk tot Elisabeth: „Denk aan degenen die ongeluk
kiger zijn dan jij." Ik zie niet in wat voor troost
daarin schuiltHet leed, dat ons omringt, kan hel
onze slechts verdubbelen. Het is onrecht, aan ons
hart die troost te willen aanbieden
En eindelijk kwam het hoge woord eruit, dc
gedachte die haar ais een gewetenswroeging beang
itigde:
„En wij?Is het niet onverdraaglijk te beden
zen, dat er zo heel veel zijn die lijden, terwijl wi.
zo gelukkig zijn?"
Niemand weet, wat zijn antwoord was. Alle uitia
tingen, waardoor zijn verloofde blijk gaf van een
buitengewone zielsgesteldheid, zijn door prins Ferdi
nand met zorg opgetekend, maar hij heeft verzuimd
ook de inhoud van zijn eigen woorden vast te leggen.
Ongetwijfeld echter trachtte hij haar met wijsheid,
goedheid en blijheid op te beuren door haar voor
ogen te houden, dat het niet egoïstisch is, te bemin
nen en bemind te worden, maar dat de liefde een
kostbare gave is, een beginsel van heiliging en van
leven, welke zij later als een licht en een weldaad
over de anderen zou doen uitstralen,...
Eindelijk was de vooravond van het huwelijk
aangebroken. „Possenhofen" werd opnieuw bevolkt.
Marie Sofie kwam van Rome, levenslustig en
trots. Ook keizerin Elisabeth zette het feest door
haaj- tegenwoordigheid luister bjj. Maar het was
alsof er een stille traan in hun ogen blonk, als zij
naar het jonge paar keken, dat zo goed bij elkaar
paste en zo gelukkig was met zijn liefde.
De Franse familie arriveerde met de hertog van
Nemours aan het hoofd: de prins en de prinses
van Joinville, de graaf van Parijs, de hertog van
Chartres, de hertog van Penthièvre. Met verholen
nieuwsgierigheid moeten ze wel hun ogen de kost
hebben gegeven. Een zó eensgezinde familie neemt
slechts met een zekere behoedzaamheid nieuwelin
gen op.
's Avonds bracht een intiem feest nieuw leven
in het oude slot. Maar de hooggeplaatste gasten
kregen het wel een beetje benauwd, toen ze op het
hoogtepunt van de gezelligheid plotseling de
silhouet van een geheel onverwachte bezoeker in
de deuropening zagen verschijnen: koning Lodewijk
II in eigen persoon, die het wonderlijke idee gekre
gen had zichzelf uit te nodigen om te zien, of het
geluk zijn ex-verloofde goed stond en hoe zijn opvol
ger eruit zag.
Zo'n bezoek zet een domper op de stemming. Maar
vóór de gasten van „Possenhofen" van hun verbazing
bekomen waren, was de indringer er weer vandoor.
En een ieder nam het vaste besluit hem te vergeten.
Toch liet die vreemde verschijning bij de Franse
familie onwillekeurig een pijnlijke indruk achter.
Was het niet, alsof men in Lodewijk II de hoze
genius had herkend die zich uit de voeten maakte,
na een noodlottige toverformule uitgesproken te
hebben? Kwam hij het gelukkige paar niet in herin
nering brengen, dat de bruid erfelijk zwaar belast
was, met een broos zenuwstelsel en een snel beang
stigde ziel,.en dat zij behoorde tot een schijn
baar voor tragedies en rampen voorbestemd geslacht
'E.-wUVv,. - V
(NADRUK VERBODES1
Het ligt in het voornemen van P°^L.
goon, die zich van 1952 af op het E,
bied van het onderwijs uitsluitend he®,
beziggehouden met de vervaardig1",
van didactisch verantwoorde films'",,
ken om een „schooljournaal" te Sf
uitbrengen. In tegenstelling tot hel
ditionele bioscoopjournaal wordt in
dHionele bioscoopjournaal wordt in
schooljournaal niet het accent geh'f;
- -gil
op de actualiteit, maar op de documz^
taire waarde van de onderwerpen. R,
bedoeling is, de kinderen op verafu
woorde wijze te confronteren met
leerzame en zinvolle gebeurtenissen
verschijnselen uit het dagelijks leve
(Wordt vervolgd) in Nederland en daarbuiten.