Slotzusters Augustinessen unicum in West-Europa Taak van de Tweede Orde is naar binnen gericht D „Goede heertje in het klein knoeide met loonstaten 0 0 ROTTERDAMSCHE BANK ARBEIDERSBEWEGING SOCIALE POLITIEK Troonrede en het feest der K.A.B. EN commentaar w Redt eerst" i de anderen Communauteit in MAARSSEN Nieuwe priorij in Werkhoven is binnenkort gereed Vanguard brengt kunstmaan in zijn baan Arbeiders ontvingen aanslagbiljet voor niet-verdiende bedragen Eis: drie jaar Mijnramp in Schotland fRÖvömisf V B 16 juli 1959 20 juli 1959, DE KOOG (TEXEL) 1 augustus 1959, VOORTHUIZEN 3 augustus 1959, DORDRECHT (Admiraalsplein) 28 augustus 1959, URK 21 september 1959, WEESP *SMs Wederzijdse beïnvloeding rr5 ZATERDAG 19 SEPTEMBER 1959 Twaalfde van V.S. Tiengemeten zonder drinkwater m Waar U ook woont of werkt, de Rotterdamsche Bank is altijd binnen Uw bereik. ATTEÏDU) INSmWSTIJDj (rfizyj Mh] fïj fcl K 46 slachtoffers door MARGUERITE BOURCET I *v 'itrfn v*"n\ Schooljournaal van Polygoon Advertentie e buitenzuster was de tuin aan het opharken, een groot blauw schort over het habijt. Ze had het warm al was ze bezig in de scha duw van de lindebomen. Door die zuster in de tuin wisten we, dat deze ouderwetse villa het klooster was, dat we zochten in Maarssen, de priorij van de slotzusters Augustinessen. Nu heeft de naam Augustinessen een be kende klank. Men denkt aan de Au gustinessen van Sint Monica, de Au gustinessen van de derde orde, de ac tieven, die men bedrijvig en wel overal tegenkomt in hun vlot zwart habijt met de paarse of groene bies langs het pittige kapje. Zij doen met hun werk voor de gezinnen onver vangbaar goed in de samenleving. Zo ook, maar op weer geheel andere wijze, de Augustinessen van de twee de orde, wier teruggetrokken leven het beschouwend gebed en de studie van de Heilige Schrift, de ongestoorde intimiteit met God" als kernpunt heeft- De communauteit van vijftien zusters in Maarssen, die daar een ge woon huis bewonen, dat veel te klein is geworden, is in afwachting van het nieuwe klooster, dat voor hen in aan bouw is in Werkhoven, in het wijde land tussen Utrecht en Wijk bij Duur. stede. Een ruime nieuwbouw die he lemaal aangepast zal zijn aan hun hooggerichte levenswijze met het dagelijks eerbetoon by het liturgisch gebed en het creatieve culturele werk. Ze zijn een unicum in ons land en in heel Noord- en West-Europa, de slotzusters Augustinesser. want ook in de buurlanden hebben wij geen priorij of abdjj en men moet zuid- waarts reizen tot Locarno om de eerste te vinden. In Italië en Spanje en ook In Polen en Zuld-Amerika hebben deze „geestelijke helpsters" van de paters Augustijnen echter wel Om beurten zorgen de zusters een week voor de klok. veel kloosters. Ongeveer honderd zijn er in het geheel. Als „orantes" is hun voornaamste taak om de paters, de leden van de eerste orde dus, met hun gebed geestelijk te steunen bij hun priesterlijk werk. Onder andere in het bedrijfsapostolaat bij de ziel zorg en het onderwijs en in de missie. De priorin spreekt ons daarover na haar hartelijke en voor zover dat met de traliescheiding te verenigen is zo huiselijk mogelijke ontvangst. Indringend leven de contemplatieven in het besef van de gemeenschap der heiligen, de kracht van het gebed als leden van de strijdende kerk voor el kaar. Van hun gebed voor de gebed- behoevenden, In ons dagblad hebben wij de laatste tijd enkele malen geschreven over de veranderingen die er in slotkloosters plaatsvinden met name, over het werk dat de zusters doen om in het onder houd te voorzien, waarbij men kan con- stateren dat meer en meer communau- teiten er toe moeten overgaan om thuis werk voor de industrie te verrichten. De Augustinessen in Maarssen (straks in Werkhoven) doen dit niet. Zij voor zien in hun levensonderhoud met het maken van paramenten in opdracht, „kloeke, mannelijke gewaden", zoals ze zelf zeggen, niet geborduurd maar met appliqé. Ze worden op het eigen atelier ontworpen en geheel met de hand ge naaid. En behalve het goed geoutil leerd atelier bezitten de zusters in hun midden een inspirerende, artistiek be gaafde medezuster, die eigenlijk een heel uitzonderlijke religieuze is. Om het uitzonderlijke werk dat ze doet ais voortzetting van haar beroep voordat ze intrad. Ze was namelijk ontwerpster bjj een edelsmeed-bedrijf en ook grafisch publiciteitsontwerpster toen ze zich op latere leeftijd getrokken voelde tot het beschouwende leven. En omdat ze creatief en vindingrijk is ziet ze kans in haar nu veel meer besloten wereld toch de nodige contacten te handha ven, onontbeerlijk bij de voortzetting van haar werk. Terwijl dat werk, nu geheel en al in dienst van het Rijk Gods, in wisselwerking met een absorberend gebedsleven, aan inten siteit wint. In de kloosterlijke spreekkamer laat zij ons ontwerpen zien van affiches voor het Mater Amablliswerk en de St.- Willibrordus Vereniging. Van liturgisch vaatwerk zoals kandelaars, kelken, monstransen, kruisen en een wierook- standaard. Zelfs een doopvont. De ene grote tekening na de andere schuift ze zonodig door de „rol", in slot-spreek- kamers het gereserveerde contactpunt tussen buitenwereld en binnenwereld En die ook in dit huisklooster is aan gebracht. Maar haar persoon is zo animerend dat men dat inconvenieert en ook de tralie-scheiding nauwelijks meer merkt. Ze heeft ook opdrachten uitgevoerd voor priesters in België en Canada. Haar laatste opdracht is een folder in moderne pakkende stijl voor een broedercongregatie. Ai dit werk is een levend voorbeeld hoe de religieuze, ook de slotzuster, meegroeit en kan meegroeien met haar tijd. Er hebben in deze eeuw voor de vrouw verbijsterende veranderingen plaats gegrepen. Die kunnen aan liet kloosterleven niet voorbijgaan en zijn er ook niet aan voorbijgegaan. Bij de Augustinessen in Maarssen vindt men een zeer levend en reëel zoeken naar de adaptabele vorm om een contem platieve gemeenschap, die een besloten gebedskern is, toch een dynamische wisselwerking te geven met deze dy namische tijd. Er is die ware open heid, die geen enkele afbreuk doet aan de beslotenheid van de gekozen levens staat. Een beslotenheid die zich kris talliseert rondom het onafgebroken zingen van Gods lof met de eeuwen oude psalmen, het machtige koorge bed der Kerk. Ruim vijftien jaar geleden hebben de slotzusters Augustinessen zich, sinds hun verdrijving tijdens de reformatie, weer in ons land gevestigd. Het eigen aardige verschijnsel doet zich thans voor, dat er op het ogenblik in Neder land zo'n vijftien Augustijner mannen kloosters zijn en maar één klooster van Augustinessen. Terwijl er bijvoor beeld bij de orde van de Karmel wel dertien kloosters zijn van de vrouwe lijke tak (van de Ongesehoeiden) en slechts vier kloosters van Karmelieten. Er is overigens een merkwaardige band tussen deze Augustinessen en de zusters van de Karmel. Toen de paters Augustijnen in 1938 de opdracht kre gen om de Tweede Orde voor de vrou wen te herstellen, meldden zich enke le kandidaten aan, die men voor de Augustijnse scholing naar Italië^ -wilde laten gaan. Maar de oorlog die uit brak verhinderde dit en men improvi seerde een klooster in het bisdom Utrecht, in Maarssen. De Duitsers leg den echter beslag op het huis en de twee kandidaten werden toen in het beschouwende leven ingewijd in de Karmel in Arnhem, Wat niet al te zeer hoeft te verwonderen wanneer men weet, dat de grote heilige There- sia haar opvoeding vroeger heeft ge kregen in Avila bjj de Augustinessen. Na 1946 hebben de zusters echter in hun tot klooster ingerichte huis in Maarssen gewoond. Daar de aamvas van de communau teit op normale wijze groeit met zo-- wat een roeping per jaar, is het huis inmiddels veel te klein geworden voor al met het atelierwerk dat d,e zusters doen. Met grote vreugde bereiden ze zich er dan ook op voor om over en kele maanden hun intrek te nemen in het nieuwe klooster, dat helemaal in harmonie met het landschap verrijst in de landelijke rust van de fruit- en akkerstreek. Wij hebben er rondgewan deld met bewondering voor het bunga low-klooster dat in de bouw al de syn these vertoont van ingetogenheid naar binnen en openheid naar de ruime wijdheid rondom. Met als hart de ka pel, waarnaast boven dé kapittelzaal het atelier en rondom in het carré van de lichte kloostergang de cellen, elk met een groot boograam naar buiten. Eigen beslotenheid voor elke zuster en toch, in strakke proporties, een ruim telijkheid die het zowel binnen als ook buiten in het wijde landschap tot een „blij" klooster maakt. Wij veronder stellen dan ook dat, als het eenmaal gereed is, en er gewoond, gebeden en gewerkt wordt, het gastenverblijf wel nooit lang leeg zal staan. A. Bgl. In de V.S. worden duidelijke radio signalen opgevangen van de kunst maan, die gisteren met behulp van een Vanguard-raket in een baan om de aarde is gebracht. De satelliet weegt 45 kg en bevat instrumenten voor het onder zoeken van het magnetische veld van de aarde, de x-stralen van de zon en de omstandigheden in de ruimte. De kunstmaan is gemaakt van mag nesium en glasvezel en zij bestaat uit een 66 cm lange buis op een bol met een doorsnede van 51 cm. De satelliet die „Vanguard-3"wordt genoemd, be schrijft een baan, waarvan het verste punt 3.725 km en het dichtsbijzijnde punt 510 km van de aarde verwijderd is. De snelheid varieert van 20.210 km tot 29.700 km per uur. De „Vanguard s'* zal wellicht 30 tot 40 jaar in de ruimte blijven. De zenders moeten drie maanden blijven werken. Het was de twaalfde kunstmaan, die de Amerikanen in 20 maanden tijds In een baan om de aarde heb ben gebracht. De andere Amerikaan se kunstmanen waren de „Vanguard- 1", de „Vanguard-2", drie „Explo rers", gelanceerd door het leger, vier „Discoverers" van de luchtmacht, de door een Atlas gelanceerde „spreken de" satelliet en de „Explorer 4", ook wel .Schoepenrad" genaamd. De Russen hebben drie Spoetniks met succes gelanceerd, waarvan de derde nog om de aarde draait. Van de Ame rikanen draaien nu drie Vanguards, twee Explorers, twee Discoverers en de Schoepenradsatelliet om de aarde. Ten gevolge van de langdurige droog te heerst op het eiland Tiengemeten een groot gebrek aan water voor mens en dier. Een vijftal runderen is gestorven door het drinken van brak water. Evenals na de ramp van 1953 zal men zoet water per tankboot aanvoeren. Dat geschiedt door de gemeentelijke drinkwaterleiding van Rotterdam. 3ff «8* Een Utrechtse 39-jarige loonadniini- strateur hoorde vrijdag drie jaar ge vangenis niet aftrek tegen zich eisen toen hü voor de rechthank in Utrecht terechtstond wegens oplichting en vals heid in geschrifte. In dienst van een betonmaatschappij had de man kans gezien in de jaren 1953-59 zich ruim f 75.000 toe te eige nen door allerlei manipulaties met loonstaten en uitbetalingen. Door opzet telijk foutieve tellingen te maken in de staten en er arbeiders bij op te geven die niet meer bjj het bedrijf werkzaam waren kreeg de administrateur weke lijks veel meer geld in handen dan waar toe hij gerechtigd was. Bovendien liet h\j de houders van spaarbankboekjes blanco kwitanties tekenen ais zij gelden wilden opnemen en vulde dan naar wil lekeur hogere bedragen in of nam gel den op onder een valse naam. „Deze verdachte met een blanco strafregister heeft jarenlang schrome lijk misbruik gemaakt van het in hem gestelde vertrouwen. Zijn wjjze van op lichten doet denken aan het „goede heer tje in het klein", aldus de officier van justitie, mr. Pitlo. De raadsman voerde aan dat de administrateur het geld gro tendeels had aangewend voor zijn gezin en het niet aan uitspattingen heeft be steed. Hij achtte de belangen van zijn cliënt het meest gediend door een spoe dige invrijheidstelling om voor zijn ge zin te kunnen werken. Uitspraak 2 okto ber a.s. (Van een medewerker) Er waren in de afgelopen week twee gebeurtenissen, die als het ware uitnodigen ze op hun socia le betekenis wat nader te bezien, de Troonrede en het gouden bestaansfeest van de Katholieke Arbeiders Beweging als vakcentrale. Ogenschijnlijke twee los van elkander staande gebeurtenissen, maar voor hem, die iets onder de op pervlakte wil kijken, toch ook feiten, die elkander sterk beïnvloeden. Minister van Rooy vestigde er de aandacht op, dat het vijftig jaar gele den wel een kwalijke zaak zou zün ge weest te voorspellen dat het eens mo gelijk zou zijn een bijeenkomst als deze lustrumviering van de vakbeweging te organiseren. En een van de aanwezige Kamerleden zei ons: het lijkt vandaag wel een voortzetting van jongstleden dinsdag in Den Haag. Het bisschoppe lijk en ander paars, veel goud van rid derordes, vijf ministers, drie staats secretarissen, zeer veel Kamerleden, werkgevers, buitenlandse gasten, enz. enz. Het was evenwel nog niet de enige vergelijking. De jongste Troonrede om vat een rooster van werkzaamheden, waarmede regering en Kamer zich in het begonnen parlementaire jaar zullen bezighouden. Vice-premier Korthals gaf in zijn korte speech op de feest- vergadering een opsomming van zaken, die hij meende te mogen karakterise ren ais de wensüjst van de vakbewe ging. De relatie is duidelijk. Een halve eeuw geleden hadden, zij het dan nog zeer aarzelend, de eerste vertegenwoor digers van de arbeidersbeweging hun entree in 's lands vergaderzaal ge maakt. Het waren nog wel geen ar beiders-van-huis-uit, maar het tastend begin was er. Meer niet. Hun invloed op het regeringsbeleid was uiterst be perkt. Als er voordien al sociale voor zieningen werden getroffen kwamen die vrijwel uitsluitend tot stand, omdat het economische bedrijfsbelang zulks vor derde. De werkelijke sociale bewogen heid leefde nog slechts In brochures en zelden in de openbaarheid tredende vergaderingen van de jonge vakbewe ging. Wie nu potloodstrepen zet bij die pas sages uit de Troonrede, welke betrek king hebben op goede sociale verhou dingen, ontdekt niet alleen, dat hij veel strepen moet zetten, maar vooral ont dekt hij, dat nu onder algemeen wel zijn inderdaad wordt verstaan ook het welzijn van hen, die voorheen de totaal- vergetenen waren. Hiervan getuigt met name de zinsnede uit de Troonrede: „Het blijft het vaste voornemen om voort te gaan... bij te dragen tot een verantwoorde verdeling van de vruch ten van de economische vooruitgang." Zeker, de klanken zijn niet nieuw, ze zijn het resultaat van jarenlang beïn vloedend werk. Maar de klanken zijn er en daar gaat het om. Hoezeer daar bij de regering rekent op de verant woordelijkheidszin met name ook van de vakbeweging, blijkt uit de zinsnede, die. onmiddellijk volgt op de hiervoor geciteerde: „De vrijere loonvorming, waaraan de regering op principiële en praktische grónden grote waarden hecht, heeft een aanvang genomen. In dien de in overleg met het bedrijfsle ven terzake vastgestelde regelen, nauw gezet door werknemers- en werkgevers organisaties worden in acht genomen, zal dit nieuwe beleid aan zijn doel beantwoorden en het gevaar voor een nieuwe overspanning worden verme den." En wie dan terug denkt aan de in derdaad grootse rede van dr. G. J. Veldkamp, staatssecretaris van Econo mische Zaken, uitgesproken op het ju bileum-congres van de KAB, weet, dat die KAB zich zijn verantwoordelijk heid bewust is. Dr. Veldkamp formu leerde niet alleen de nieuwe taken en de nog openstaande verlangens, maar schonk zeer nadrukkelijk aandacht aan het feit, dat de moderne vakbeweging een structuur-element is in de heden daagse samenleving. Dat betekent der halve, dat zij steeds minder belangen groep is, steeds minder derhalve uit sluitend mag denken in termen van ar beiders-welzijn alléén, rpaar tegelijker tijd en in dezelfde mate mede-verant woordelijk staat voor het algemeen be lang. anneer we nu eerst nog even verder ingaan op de inhoud van de Troonrede, dan willen we bepaaldelijk onze voldoening uitspreken over dat gedeelte, dat gewijd is aan een meer evenwichtige welvaartsont wikkeling en met name zoals die be tekent een spreiding van de werkgele- genheid over het gehele land. We zul len uiteraard moeten afwachten, op welke wijze de bestrijding van de struc turele werkloosheid, met name in het noorden van ons land, vorm zal krijgen. Maar het feit, dat meer dan een halvp pagina uit de Troonrede aan deze zaak is gewijd, biedt toch wel een basis van vertrouwen. Wat vaag en onzeker blijft de Troonrede over de afbouw van het stelsel van sociale zekerheid. Het is bepaald jammer, dat geen woord is gezegd over de Invaliditeitswet en over de coördinatie van de verschillende ar beidsongeschiktheidswetten in één groot geheel. Tienduizenden in den lan de verkeren nog in nood, omdat deze wetten nog niet tot stand zijn gekomen. Hopelijk zal de parlementaire praktijk hier aanvullend werk verrichten. Ook het feit, dat met geen woord wordt ge sproken over de bevordering van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie, is meer dan teleurstellend. En we kun nen ons heel goed indenken, dat de oud minister voor PBO en Bezitsvorming, die jongstleden donderdag ook de gast was van zijn grote oude liefde, de KAB zich hierover nogal geërgerd uit liet. Minister Korthals vulde het tekort van de Troonrede dan ook verheugend aan in zijn Utrechtse speech, door te stellen, dat regering en vakbeweging tezamen zullen moeten streven naar een versnelde democratisering van het bedrijfsleven door middel van de PBO. Tenslotte mogen we nog een paar markante punten uit de feestviering aanhalen. We beperken ons tot twee, nl. het woord van de bisschop van Roermond, die, sprekende namens het Hoogwaardige Nederlandse Episcopaat a.h.w. tot heel katholiek Nederland ge zegd heeft: „Vroeger hebben wij bis schoppen nogal eens dwingend voorge schreven, hoe de organisatievorm van het katholiek verenigingsleven moest zijn. Jullie, leken, zijn inmiddels zover geëmancipeerd, dat je nu zelf maar moet uitmaken, welke de meest prak tische vorm zal zijn". Een woord met zeer belangrijke consequenties, het geen naar wij hopen en vertrouwen binnen niet al te lange tjjd dan ook wel zal blijken. En ten tweede zouden we graag de aandacht vestigen op het typische drievoudige geschenk, dat de K.A.B. zichzelf bood, maar waar van heel Nederland de vruchten mee kan plukken. Een huldiging van drie pioniers, een priester-geleerde, een geleerde leek en een gewezen metaal bewerker werden respectievelijk ge- eèrd met een Ariënshof voor rustbe- hoevende mannen, met een Aalberse- biografie, met een A. C. de Bruyn- Stichting. We hebben ons oprecht over deze huldiging verheugd en ook over de vorm, welke zij vond. De priester, de intellectueel, de arbeider, zij bouw den samen in Nederland een sociale beweging. Zij manifesteren als het ware de verbondenheid tussen deze drie groepen. Z\j bewijzen, dat het mogelijk is, dat ieder met de gaven, die hy heeft en de plaats, waarop hij staat, kan meewerken aan de gemeenschap, waar naar wij verlangen: een christelijke nieuwe gemeenschap. 3 In een steenkoolmijn nabij Glasgow, in Schotland, zijn 45 mijnwerkers op driehonderd meter omler de grond door een brand van de buitenwereld afgc- neden. Na vergeefse pogingen is mee gedeeld, dat zij niet meer te redden waren. Men heeft de brandende mijn onder water laten lopen, nadat de mijn- directie alle hoop had opgegeven. Zes ingeslotenen konden worden gered, red dingsploegen hebben tot nu toe een Ujk geborgen, zodat in totaal 46 slacht offers te betreuren zijn. Er zouden gisteren veel meer man nen in de mijn zijn geweest, ware het niet dat er een staking is geweest, die donderdag jl. eindigde. Vele mijnwer kers hadden besloten maandag het werk te zullen hervatten. De brand zou ontstaan zijn door kortsluiting in 1 een luchtververser. iiiiiiiiiiiiiiiiiinii 28 Maar misschien ook een hardnekkige, zij het onbewuste wrok tegen de boosaardige begoocheling die Sofie Charlotte vroeger in haar greep gevangen had gehouden; tegen de voor hem totaal onbegrij pelijke conversatie in het begin van hun bespot telijke roman. Ondertussen hegon men zich in de kranten van Europa in hoogdravende taal met hen bezig te houden. Nooit genoeg is de schoonheid, de waar digheid en de eenvoud van het vorstelijk paar te roemen. Het wordt een waar sprookjeshuwelijk: de ideale prinses met de charmante prins Zij verschijnen als legendarische helden. hoog verheven boven de wereld." In de grond van de zaak had al dje roem niet veel om het lijf. Dezelfde frasen paste men immers toe op èlk vorstelijk paar, als zij maar gracieus was en hij flink van postuur. Zelf lieten de betrokkenen zich niet door de valse schijn misleiden. De jonge heldin hechtte minder waarde aan de juwelen die haar ten geschenke gezonden werden, dan aan de edelweissjes die prins Ferdinand van een bergtocht meebracht. Haar leven lang zou zij hen als een kostbaar aandenken bewaren. Sofie Charlotte, als iedere rechtgeaarde Duitse, geloofde vast in de symboliek van de bloemen. Edelweiss: „Ik hou van jê. ik hoop op je Op e-.n dag, midden september, wandelde de prins met zijn geliefde door de tuinen van „Possenhofen" Sinds haar verloving was Sofie Charlotte steeds even opgeruimd geweest. Het geluk scheen alle her senschimmen, al haar kleine zorgen, ja zelfs de buien van somberheid die haar soms terneersloegen verdreven te hebben. Of was het de onverstoorbare blijmoedigheid van haar metgezel, die aanstekelijk op haar werkte? Maar op die bewuste dag was Sofie Charlotte droe vig gestemd. Zij vertrouwde hem ook de reden daar van toe. Geheimen hadden zij niet voor elkaar. Het kwam allemaal door een brief van Elisabeth. Altijd hetzelfde liedje: de trouweloze man, de lastige schoonmoeder, de kinderen die men haar had afge nomen, een onherstelbaar bedorven toekomst Geleidelijk dwaalden zij van het eigenlijke onder werp af en begonnen uit te weiden over het geluk, het leven, het menselijk lot. Het jonge meisje bleek niet te troosten. Het drama van haar zuster was kenne lijk slechts een uiterlijk aspect van een veel algeme ner en dieper ingeworteld spookbeeld. Tenslotte, na op een fijngevoelige manier op weg te zijn geholpen, gaf zij haar geheim prijs. Sinds haar kinderjaren kwelde haar het lijden van anderen. Al te levendig voor ogen gesteld, veroorzaakte het haar een ware marteling. De bezorgde moeder natuur heeft ons een dosis egoïsme of in ieder geval een zekere onverschilligheid meegegeven om voor ons gevoel een sfeer te scheppen waarin wij kunnen ademen. Als men zich al het lijden van de mensen in alle bijzonderheden voor de geest haalt, dreigt mery krankzinnig te worden. Sofje Charlotte leed wreed onder haar teergevoelige ver beelding. De laatste maanden had het geluk haar afgeleid. Door een toeval liet de neiging die haar hele familie eigen was, zich opnieuw gelden: „Mijn moedor," bekende zij, „herhaalt onophoude lijk tot Elisabeth: „Denk aan degenen die ongeluk kiger zijn dan jij." Ik zie niet in wat voor troost daarin schuiltHet leed, dat ons omringt, kan hel onze slechts verdubbelen. Het is onrecht, aan ons hart die troost te willen aanbieden En eindelijk kwam het hoge woord eruit, dc gedachte die haar ais een gewetenswroeging beang itigde: „En wij?Is het niet onverdraaglijk te beden zen, dat er zo heel veel zijn die lijden, terwijl wi. zo gelukkig zijn?" Niemand weet, wat zijn antwoord was. Alle uitia tingen, waardoor zijn verloofde blijk gaf van een buitengewone zielsgesteldheid, zijn door prins Ferdi nand met zorg opgetekend, maar hij heeft verzuimd ook de inhoud van zijn eigen woorden vast te leggen. Ongetwijfeld echter trachtte hij haar met wijsheid, goedheid en blijheid op te beuren door haar voor ogen te houden, dat het niet egoïstisch is, te bemin nen en bemind te worden, maar dat de liefde een kostbare gave is, een beginsel van heiliging en van leven, welke zij later als een licht en een weldaad over de anderen zou doen uitstralen,... Eindelijk was de vooravond van het huwelijk aangebroken. „Possenhofen" werd opnieuw bevolkt. Marie Sofie kwam van Rome, levenslustig en trots. Ook keizerin Elisabeth zette het feest door haaj- tegenwoordigheid luister bjj. Maar het was alsof er een stille traan in hun ogen blonk, als zij naar het jonge paar keken, dat zo goed bij elkaar paste en zo gelukkig was met zijn liefde. De Franse familie arriveerde met de hertog van Nemours aan het hoofd: de prins en de prinses van Joinville, de graaf van Parijs, de hertog van Chartres, de hertog van Penthièvre. Met verholen nieuwsgierigheid moeten ze wel hun ogen de kost hebben gegeven. Een zó eensgezinde familie neemt slechts met een zekere behoedzaamheid nieuwelin gen op. 's Avonds bracht een intiem feest nieuw leven in het oude slot. Maar de hooggeplaatste gasten kregen het wel een beetje benauwd, toen ze op het hoogtepunt van de gezelligheid plotseling de silhouet van een geheel onverwachte bezoeker in de deuropening zagen verschijnen: koning Lodewijk II in eigen persoon, die het wonderlijke idee gekre gen had zichzelf uit te nodigen om te zien, of het geluk zijn ex-verloofde goed stond en hoe zijn opvol ger eruit zag. Zo'n bezoek zet een domper op de stemming. Maar vóór de gasten van „Possenhofen" van hun verbazing bekomen waren, was de indringer er weer vandoor. En een ieder nam het vaste besluit hem te vergeten. Toch liet die vreemde verschijning bij de Franse familie onwillekeurig een pijnlijke indruk achter. Was het niet, alsof men in Lodewijk II de hoze genius had herkend die zich uit de voeten maakte, na een noodlottige toverformule uitgesproken te hebben? Kwam hij het gelukkige paar niet in herin nering brengen, dat de bruid erfelijk zwaar belast was, met een broos zenuwstelsel en een snel beang stigde ziel,.en dat zij behoorde tot een schijn baar voor tragedies en rampen voorbestemd geslacht 'E.-wUVv,. - V (NADRUK VERBODES1 Het ligt in het voornemen van P°^L. goon, die zich van 1952 af op het E, bied van het onderwijs uitsluitend he®, beziggehouden met de vervaardig1", van didactisch verantwoorde films'",, ken om een „schooljournaal" te Sf uitbrengen. In tegenstelling tot hel ditionele bioscoopjournaal wordt in dHionele bioscoopjournaal wordt in schooljournaal niet het accent geh'f; - -gil op de actualiteit, maar op de documz^ taire waarde van de onderwerpen. R, bedoeling is, de kinderen op verafu woorde wijze te confronteren met leerzame en zinvolle gebeurtenissen verschijnselen uit het dagelijks leve (Wordt vervolgd) in Nederland en daarbuiten.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 6