PEKING VIERT TWEEDE LUSTRIJM Communisten hebben geprofiteerd van de tekortkomingen van de Kuomintang N1 Socialistische motie inpolde ring Lauwerszee van agenda Nationale aanpak van de astmabestrijding Lands Kroniek- Winnaar Reinaertprijs i EVC dient klacht in over Waarheid Steekspel Regering blijft waakzaam ten aanzien van prijsverloop Hume veroordeeld tot levenslang Overeenstemming grafische C.A.O. Vreemde schapen ziekte op Texel Garuda staakt dienst op Ambon met minder werk de mooiste glans HET KAMERDEBAT Nederlandse Astma stichting opgericht V- Behoudens enige punten van secundaire aard Govert A. Homburg VB DONDERDAG 1 OKTOBER 1959 PAGINA 5 W: 9 Kunsfkelder in Leeuwarden - Koperen ketel, gijlbak en lijklakens verdwenen China onder rode dynastie stirhtl bceW> nien ieder jaar Ie Peking ziet bij de herdenking van de enting van de communistische Volksrepubliek. Een onafzienbare rij mensen die met bloemen zwaaien en rode vlaggen en spandoeken meedragen. OP het Plein van de Hemelse Vreug de te Peking wordt vandaag het tweede lustrum gevierd van de V*"nese Volksrepubliek. Er zijn perio- I geweest in de wereldgeschiedenis, Uat er in honderd jaar schijnbaar wei nig of niet gebeurde. De ritmiek van de historie heelt zich versneld. Tussen de beide Wereldoorlogen dacht men in decaden: „the roaring twenties", „the flaming thirties*!'. Thans heeft een be wind, dat nauwelijks tien jaar geleden op revolutionaire wijze aan de macht kwam, reeds een onmiskenbaar patina gekregen. Communistisch China is niet bij voorbaat bezweken onder de scep- sis, waarmee zijn verschijnen op het wereldtoneel is begroet. Het is een poli tieke, maatschappelijke cn militaire realiteit geworden en al schijnen de in terne spanningen de laatste tijd weer te zijn toegenomen, de stelling, die tien jaar geleden zo dikwijls werd gepo neerd, dat de Volksrepubliek ieder ogenblik ineen kan storten, zou nu be trekkelijk weinig geloof vinden. Dat wil intussen niet zeggen, dat communis tisch China in onze ogen een aantrek kelijke realiteit is. Wij kunnen de naam Van het land eenvoudig niet noemen zonder tevens te denken aan kerkver volging, massale terreur, hersenspoe- "ng, militaire agressie en, laatstelijk 'log, aan de volkscommunes. Maar Wanneer de Volksrepubliek met deze opsomming van gruwelen volledig ge rekend zou zijn, dan blijft er in dit ge- Val van de oude stelling uit de weten schap der politiek, n.l. dat ieder bewind rust op een zekere mate van althans aanvankelijk „consent of the governed" Reen draad heel. Wat men zich dus bij art tweede lustrum inoet afvragen, is: Hoe valt het te verklaren, dat Mao Tse- toeng c.s. tien jaar geleden aan de Placht ziin gekomen en wat zijn de re- oenen, die de brede massa der Chine zen er althans in de eerste jaren toe hebben gebracht haar „consent" aan Oe communistische partij te geven? Een bijzonder verhelderend en objectief antwoord op deze vragen wordt gege ven in het boek van een- Australische hoogleraar, „Flood Tide in China" van Plof. C. P. Fitzgerald (The Cresset 1 less, London 1958, 25 s. net). In de eerste plaats mag men stellen, bat de communisten misschien nooit ?an de macht waren gekomen, indien he Nationalistische Partij, de Kuomin- Tang, niet zoveel machtige groeperingen ih het land van zich had vervreemd. He Kuomintang was in feite een coali te. van nationalistische officieren (met Isjang Kai-sjek op het eerste plan) en bankiers uit Sjanghai (met aan het hoofd de familie' Soeng). Een partf] van deze samenstelling had weinig aan dacht voor de boeren en ook niet voor de oude intellectuele aristocratie, de man- barijnen of Chün Tzu. Daarom was het besluit van Mao Tse-toeng en Tsjoe-teh om de revolu tie over te brengen van de steden, waar zij mislukt was, naar het plat teland beslissend voor het welslagen het karakter van de Chinese com- munistische revolutie. a hun breuk met de Nationalisten mif.il hebben c'e communisten eeq ti. trijd gevoerd, die eigenlijk wee-en-twintig jaar heeft geduurd en bie ondenkbaar geweest zou zijn zonder be hulp van de boeren. Het grote lok middel, waarmee Mao werkte, was de Delofte en zodra dat mogelijk was ook de praktijk van een verdeling Van het grootgrondbezit. Boerse trekken Van hun verblijf temidden van de hoeren hebben de Chinese communis ten bepaalde typische kenmerken over gehouden. Een demonstratief sobere le venstrant komt o.a. tot uiting in de gro- Ve. hobbezak-kledij, die zij dragen, al sPelen bij dit laatste ook andere (acto ren een rol, zoals een aanvankelijke te.x- tielschaarste en de behoefte om te ge tuigen tegen de luxueuze decadentie tan de oude „bourgeoisie". Een consequentie van bijkomstige h?F?- is het volstrekt ontbreken in het uidige China van de haveloze troepen enden, die vroeger tot de kenmerken J de natie behoorden. He „Oude Kameraden" uit Yenan hadden bij hun guerilla namelijk hevig te lijden onder de onpartijdige waak zaamheid van de kamponghonden en zij namen daarom de gewoonte aan alle honden, die zij tegenkwamen, op te ruimen. Er wordt wel eens misprijzend gespro ken, zegt prof. Fitzgerald, over de za kelijkheid, die de moderne Chinese jeugd kenmerkt, en men vraagt zich met een lichte ergernis af, of de jon gens en de meisjes alleen maar mogen denken aan de vervulling van industrië le en academische normen en of bij voorbeeld de liefde taboe voor hen is. Hij antwoordt daarop, dat men niet moet vervallen in het misverstand, dat vroeger over het exotische Azië be stond, waar de potentaten, naar het woord van Macaulay, hun tijd doodden met „het kauwen van hashish en het strelen van hun concubines". De grote massa van de Aziatische volkeren heeft nimmer beantwoord aan de zwoele ver halen, waarmee zeelieden en roman schrijvers uit het Oosten zijn terugge keerd. En walmeer men de „zakelijkheid" van de Chinese jeugd vertaalt als „de centie" of „kuisheid", dan is dat geen levenstrant, die haar is opgedrongen door de communisten, maar dé voort zetting van een oud patroon. Dat de communisten zekere kenmer ken ontleenden aan hun verblijf op het platteland leidde er intussen niet toe, dat zij zich met de boerenstand identifi ceerden. Zij beseften zeer goed, dat de verdeling van het grootgrondbezit op zichzelf geen voldoende en vooral geen marxistische oplossing was voor het probleem van de chronische armoede van de Chinese boeren. De Kuomin tang had het middel twintig jaar eer der zonder gewetensbezwaar kunnen toepassen en misschien was er dan nooit een communistisch China geko men. Vandaar, dat de Volksrepubliek al vrij spoedig voorbereidingen trof voor verdergaande hervormingen en voor een begin van mechanisatie. Zo werden het „lagere stadium" en het „hogere stadium van de coöperatieve landbouw" ingeluid en prof. Fitzgerald stelde in mei 1956 vast, dat de reacties van de boeren op dat ogenblik in ieder geval nog tamelijk willig waren. De mandarijnen De tweede belangrijke groep, die werd aangetrokken door de communis ten, die van de mandarijnen of Chün Tzu dus, was vanouds de betrouwbare steunpilaar geweest van alle dynas tieën. De Kuomintang zegde de leden van deze geleerde aristocratie de dienst op en zij keerden geprikkeld en ge- frusteerd terug naar het platteland, waar zij weliswaar hun economische basis hadden, maar waar zij naar eigen oordeel in ballingschap leefden. Sommigen trokken naar universitei ten in het Westen om daar, zoals de uitdrukking luidde, „vreemde inkt te gaan drinken". In het buitenland kre gen zjj vaak pas goed oog voor de arme tierige rol, die China, dat er honderd jaar tevoren nog prat op was gegaan het centrum van de beschaving te zijn, onder de Kuomintang in de wereld ver vulde. Overweldigend was de reactie, toen de communistische leiders voor een goed deel uit deze zelfde groep afkom stig een beroep op hen deden hun ta lenten in dienst te stellen van het nieu we regirqe. Voor de buitenwereld leek dit een „trahison des clercs", maar voor de betrokkenen zelf was het bijna, alsof de dynastie was hersteld. Wie thans in Peking deelneemt aan de zondagse pantoffelparade of een bezoek brengt aan een universiteit, een hospitaal of een regeringsbureau, zo schrijft prof. Fitzgerald, hoort overal het „Kuan Hua", het typische accent van de geleerde mandarijnen, dat tegenwoordig „Pu T'ung Hua" of „Standaard Chinees" heet. De Chün Tzu worden, als zij geen lid zijn van de communistische partij, gerang schikt bij de „Nationale Bourgeoisie" en althans tot voor kort was dat veel meer de betiteling van een bevoor. rechte groep dan een invectief. Zelfs in de betrekkelijk ontspannen sfeer, waarin prof. Fitzgerald China te rugzag, was het trouwens opmerkelijk vast te stellen, hoe groot het vermogen van het Chinese communisme is om antagonistische elementen te absorbe ren. Een jongere broer van de in 1908 ge storven keizer Kuang Hsü, prins Tsai T'ao, voorheen chef van de keizerlijke generale staf en een van de machtigste leden van de keizerlijke regering, be kleedt thans het ambt van directeur van de Nationale Stoeterij en vertegen woordigt de minderheid der Mandsjoes- in het Nationale Volkscongres. Slager van Canton Nog sterker is het voorbeeld van ge neraal Li Tsji-sjen. Te Canton is enke le jaren geleden een fraai gedenkteken opgericht voor de „Martelaren van de Cantonese commune in 1928". Verantwoordelijk voor dit bloedbad onder de communisten was Li Tsji-sjen, die daarom wel „de slager van Canton" werd genoemd. Hij zelf was op het ogenblik, dat prof. Fitzgerald zijn reis maakte, waarne mend premier en leider van de Natio nale Revolutionaire Kuomintang, een van de mantelorganisaties van de com munistische partij a het aan de macht komen van de communisten, de „Nationale Be vrijding" zoals zij het zelf noe men, heeft niet de terreur (waaraan volgens de schrijver 50.000 mensen ten offer zijn gevallen) de grootste indruk gemaakt op het Chinese volk, maar de aanhoudende propaganda en overre ding. Als er in die eerste jaren van het be staan van de Volksrepubliek één motief zou zjjn geweest voor een massale op stand, dan was het de onophoudelijke reeks vergaderingen, betogingen en cursussen. Zoals de schoonmoeder van Kar] Eskelund het uitdrukte: „Always go meeting, talkie-talkie Mao Tse- toeng". Waarschijnlijk is deze constante ideo logische doordrenking voor een grool deel identiek met wat wij verstaan on der „hersenspoeling", een proces, waarvan men het belang voor de stabi lisatie van het communistische regime moeilijk kan overschatten. Het is onmogelijk uit te maken, in hoeverre het beeld, dat prof. Fitzgerald van China geeft, thans nog van toepas sing is, d.w.z. na de hervatting van de Advertentie Mao Tse-Toeng (rechts), zelf afkomstig uit een welgestelde boerenfamilie, po seert gaarne als de vaderlijke vriend en adviseur van de Chinese boer. campagnetegen het „rechtse deviatio- nisme" en na de invoering van het ex periment der z.g. „volkscommunes" Maar om een enigszins verantwoorde indruk te krijgen van althans de eerste acht jaren van de Volksrepubliek is dit boek onmisbaar. H. J. NEUMAN. (Van een verslaggever) Bjj de Raad van Tucht van de Fede ratie van Nederlandse journalisten heeft men een klacht ontvangen van het bestuur van de Eenheids-Vakcen trale (EVC) tegen de N.V. Persorga nen i.o., de uitgeefster van De Waar heid. De. EVC die zoals men weet kwa de vrienden is met Paul de Groots com munistische partij en ook met het partij blad protesteert tegen een artikel in De Waarheid van 25 september. Daar in wordt gesproken over het bijeenroe pen van de EVC ter bespreking van een voorstel tot opheffing van de com munistische vakcentrale. Volgens het voorstel zouden de EVC-leden moeten toetreden tot het N.V.V. In het partijblad werd bedoeld de EVC '58, de aan Paul de Groot trouw gebleven vakcentrale, die het bij uit spraak van de Amsterdamse rechtbank verboden is zich EVC te noemen. De voorstellen tot opheffing golden dus de EVC '58, maar er werd geschreven over de concurrent. Het bestuur van de EVC verzoekt de Raad van Tucht na te gaan wie voor het misleidende artikel verantwoordelijk is en verlangt van de ze redacteur rectificatie. Het heeft in zijn klacht gesproken over de uitgeef ster van De Waarheid in plaats van over de hoofdredacteur. Sedert enkele jaren is er voor de buitenwereld geen vaste hoofdredacteur. 's-GRAVENHAGE 29 sept. Bij beschik king van de staatssecretaris van O.K. en W.. mr, Y. Scholten, is ingesteld de „Regelingscommissie voor de staats examens voor de danskunst 1959". In deze commissie zijn benoemd: tot lid en voorzitter: K. van Baaren te Oegst- geest; tot lid: mej. H. Bouman te 's-Gra- venhage, mej. C. Hartong te Rotterdam en I. Kamadjojo te Amsterdam; tot se cretaris: J. Boelsma te 's Gravenhage. grote doos 58 ct Alleen Peli wrijfwas bevat bovendien Vlidosol tegen houtworm reuze bus 115 ct "n Erdal produkt, dus goed! (Van onze Haagse redactie) „Uit onderzoekingen in de laatste ja ren ïsduidelqk geworden dat de astma lit Nederland de kenmerken van een volksziekte maar al te zeer bezit. De oprichting van de Nederlandse Astma Stichting acht ik uit een oogpunt van volksgezondheid een bijzonder heuglijk feit." D© directeur-generaal van de Volksgezondheid, prof. dr. P. Munten dam, zei dit woensdagmiddag op een persconferentie, die in Den Haag ge houden werd ter gelegenheid van de op richting van de Nederlandse Astma Stichting. Deze stichting is in het leven geroe pen om een nationale aanpak mogelijk te maken van de bestrijding van astma. Tot nu toe ontbrak in Nederland een vertegenwoordigend lichaam op het terrein van de astmabestrijding. Van de stichting maken momenteel zes organi saties deel uit, die vier astmacentra in Nederland exploiteren. Vele andere op Er moet nog een kelder onder jouw huis zitten," zei enkele jaren geleden iemand tegen de Leeuwarder kunst handelaar A. van Hulsen, toen die zich goed en wel op de Nieuwestad had gevestigd. En het was waar. Tijdens een verbouwing werd eén fraai gebo gen kelder ontdekt, hetgeen eigenlijk niet zo verwonderlijk was, want in de stoffige paperassen van het oude stadsarchief werd met betrekking tot het bewuste pand ook gesproken over een „sekere heeriijeke ende voortref felijke huisinge staende op de smalle sijde van de Nieuwstadt langsheen, versién van schone opcamers, met poort in de gangh, sampt keuken, plaetse, put, back ende gemack, staande op een heeriijeke geboogde kelder." Enlin, een en ander bestond uit een voorhuis en een achterhuis, In 1582 woonde er een wijntapper Asmus Mel- chiorszoon, en aan zijn bedrijf zal de uit omstreeks 1450 daterende keider wel niet vreemd zijn. Later hebben er in het pand koperslagers, bakkers, brouwers, een apotheek, een kachel smid en bierhandelaars gewoond. Voor- en achterhuis verwisselden van eigenaars, evenals de meest uiteenlo pende zaken, zoals in 1723 brouwers gereedschap bestaande uit een „def tige koperen ketel, een gjjlkuip met iood beset .en een heeriijeke koelbak" of in 1804 „een mantelpars met rouw mantels en lijklakens". En wat doet nu in de twintigste eeuw een kunst handelaar met een pas ontdekte kel der waarin en waarop zich een deel van het leven in vroeger eeuwen heeft afgespeeld? Het was voor de heep Van Hulsen geen vraag. Er zijn in Leeuwarden meer oude kelders, maar die dienen slechts als pakhuis of worden hele maal niet gebruikt. Oe „heerlijck ge boogde kelder" op de Nieuwestad is in enkele jaren evenwel een centrum van cultureel leven geworden. Een maal per maand vergaderen hier de jonge beeldende kunstenaars van het Fries Palet. En op én om deze-kelder begon op 28 september met een optre den van de hoboïst Dick de Vries van het Overijssels Orkest een nieuwe reeks muziekavonden met een unieke sfeer, waarin een nauw persoonlijk contact bestaat tussen kunstenaar en Publiek. Voor het eerst worden er dit jaar in samenwerking met het Neder lands impresariaat concerten gege ven. Een volgende stap is, dat jonge kunstenaars hier zullen kunnen debu teren en wellicht zal dat nog in het komende seizoen het geval zijn. Bo yendien worden er geregeld in en om deze kelder exposities van beeldende kunst gehouden. Waar eens de wijn belegen lag te worden, waar de h'a- merklop van de koperslager klonk, daar in en om die kelder, waarvan men volgens een oud kinderliedje zou moeten geloven, dat het er bepaald donker is, vindt men geen spoor meer van „deftighe koperen ketels, van een gijlbak met lood beset, of zelfs van een mantelpars met lijklakens en een heeriijeke koelbak". Daar valt nu het glanzende spotlight over waardevolle zaken van kunst en cultuur ganisaties en instellingen, die zich spe ciaal met astma bezig houden, zijn uitgenodigd toe te treden. De Nederlandse Astma Stichting stelt zich ten doel de kennis omtrent astma en de bestrijding en preventie daarvan te bevorderen. De stichting is een cen traal trefpunt, waar alle problemen omtrent deze ziekte behandeld worden en van waaruit onderzoekingen en ac ties zullen worden gevoerd. De stichting is ontstaan uit een sterke behoefte naar meer eenheid en bovenal samenwer king. Deze samenwerking is noodzake lijk. Dat blijkt wel uit het feit dat men de oorzaak en de juiste behandeling van astma nog niet definitief heeft kun nen vaststellen. Een uitgebreid onder zoek moet daarom worden ingesteld en moet financieel mogelijk worden ge maakt, zo is de mening van de jonge stichting. Bij de verdeling van over heidsgelden ter bestrijding van volks ziekten kan nu de Astma Stichting in aanmerking worden genomen. Over het optreden van astma en over de rechtstreekse gevolgen is maar be trekkelijk weinig bekend. De voorzitter van de medische raad van de Astma Stichting, prof. dr. N. Orie, is van oor deel dat globaal genomen waarschijn lijk vijf procent van de bevolking op de een of andere manier aan astma lijdt, welk percentage neerkomt op vijfhon derdduizend personen. Nodig is aller eerst een zuiver statistisch onderzoek, aldus prof. Orie, maar dan zeer zorg vuldig opgezet en geijkt. Dat onderzoek zal zich uitstrekken over de veelvuldig heid van voorkomen, de invloeden van diverse factoren en daaruit voortvloei ende behandelingswijzen, de sociale consequenties en tenslotte over de fun damentele oorzaken van de ziekte. De Brit Donald Brian Hume is giste ren te Winterthür in Zwitserland tot levenslange dwangarbeid veroordeeld wegens het doodschieten van een taxi chauffeur na een overval op een Zürich- sche bank. Humes verdediger had vergeefs gepleit voor een lichtere straf van 20 jaar cellulair, waardoor Hume in een gesticht ondergebracht had kunnen wor den. Huine wejgerde gebruik te maken van het recht op het laatste woord voor het vellen van het vonnis. De openbare aanklager drong erop aan Hume bij eventuele kwijtschelding wegens goed gedrag van een gedeelte van zijn straf voorgoed uit Zwitserland te bannen. Hume, die zich buiten het gerechts gebouw nogal recalcitrant betoonde en kans zag een persfotograaf een kaak slag toe te dienen, bleek zich echter al aan het idee van de gevangenschap ge wend te hebben. Hij had althans de open-, bare aanklager om toestemming ver zocht een deel van zijn geld te mogen besteden voor de aankoop van een trom pet waarmee hp zich een plaats in de gevangenisband wil veroveren. (Vervolg van pag. 1) Dat de minister-president prof. De Quay de heer Burger mededeelde, dat wat het standpunt ten aanzien van Nieuw Guinea van het kabinet treft, hij geen enkele twijfel hoefde te koes teren, had op de socialistische fractie leider niet de geringste uitwerking. De minister-president liet hiermede echter wel duidelijk uitkomen, dat hij begre pen had waarom mr. Burger met zo veel hartstocht vragen rond oud-minis ter Stikker bleef stellen: om iets over de Nieuw Guinea-politiek van de rege ring te vernemen. Het incasseringsvermogen van de fractieleider van de PvdA is nog enige malen meer op de proef gesteld. De ur gentie van de inpoldering van de Lau werszee, door de PvdA eveneens als po litieke stunt naar voren gehaald, wilde hij voortijdig in een motie neerleggen. Uit mededelingen van de minister van Verkeer en Waterstaat, drs. Korthals, kwam vast te staan, dat de Raad voor de Waterstaat over deze zaak nog eind advies zal moeten uitbrengen. Behalve het reeds in de begrotingsstukken aan gekondigde technisch waterstaatkundig advies, is nu ook een economisch ad vies binnengekomen, dat aan deze Raad is toegezonden. De motie werd daarop op de stapel gelegd van de stukken, die in het debat over de begroting van Waterstaat aan de orde zullen komen. Spanje en de Nato Tenslotte heeft mr. Burger zich nog vergaloppeerd door de minister-presi dent verwijten te maken, dat hij over de toelating van Spanje tot de NATO zo weinig positief had geantwoord. Na afloop van de besprekingen die dinsdagavond zijn gehouden tussen het College van Rijksbemiddelaars en ver tegenwoordiger der werkgevers- en werknemersbonden in de grafische branche, is het volgende communiqué uitgegeven: Het centraal bureau voor de grafische bedrijven maakt bekend, dat wederom een bespreking heeft plaats gehad over de drie grafische c.a.o's tussen het Col lege van Rijksbemiddelaars en de ver tegenwoordigers der werkgevers en werknemersorganisaties, waarbij onder meer is gebleken, dat het College bereid is de overeengekomen verhoging van lonen en salarissen, inclusief de verwer king der huurcompensatie 1957, alsmede de invoering der arbeidsverkorting (deze laatste met ingang van 1 januari 1960) goed te keuren. Het totale resultaat, waaronder ook enige punten van secundaire aard waar mede het college zich, op grond van de „algemene aanwijzing", niet kon ver enigen, zal op korte termijn aan de be- stuursinstanties der werkgevers- en werknemers-organisaties ter goedkeu ring worden voorgelegd, aldus het com muniqué. (Van onze correspondent) Onder de duizenden schapen, die op het bekende eiland Texel gehouden wor den, en die er naast het toerisme prae- tisch de voornaamste bron van inkom sten betekenen, heerst momenteel een ziekte, waar de deskundigen vooralsnog geen oorzaak, laat staan een geneeswij ze voor weten. De ziekte openbaart zich in de vorm van ei-nstige verlammings verschijnselen en is thans overal op het eiland 'geconstateerd. De eerste mel dingen dateren van ongeveer drie weken geleden. De door de ziekte aangetaste dieren gedragen zich, alsof zij danig on der de invloed van alcohol verkeren en hollen voor zover de verlamming dat toelaat blindelings door hun weiden. Tijdens deze „bokkesprongen" zijn er al vele schapen in sloten gevallen en verdronken. Als zij niet door een onge luk worden getroffen, dan blijken de meeste dieren na enige tijd weer te herstellen. Men veronderstelt, dat de heersende droogte wel eens de schuldige zou kunnen zijn. Er is namelijk op het gehele eiland bijna geen gras meer te vinden en daarom worden de dieren op een geheel andere wijze gevoed dan ge bruikelijk is. Prof. De Quay had niet eens duide lijk gezegd, dat deze zaak nog onder werp van discussie in het kabinet zal uitmaken. „Maar natuurlijk zal het dat", was de repliek van prof. De Quay. „En natuurlijk deel ik dat de Kamer niet nog eens met evenveel woorden mee. Men zou er a contrario uit af kunnen leiden, dat de ministers daar toe alleen te vinden zouden zijn, wan neer de Kamer het apart gaat vragen". Waakzaam In zijn discussie met de Kamer heelt de minister-president o.a. nog de vol gende mededelingen gedaan: de rege ring zal bijzonder waakzaam zijn ten aanzien van het prijsverloop. De stij ging an de kosten van levensonderhond moet echter in verband worden ge bracht :et de invloed van de droogte. De mogelijkheid om de prijzen op de voet te volgen ziet de regering aanwe zig, nu het georganiseerd bedrijfsle ven alle medewerking heeft toegezegd. Indien zou blijken dat loonsverhogingen worden doorberekend, zal niet ge schroomd worden maatregelen te tref fen. De regering is niet van plan het landbouwbeleid, met name wat betreft de prijsgaranties, nader te preciseren, wanneer niet eerst met het georgani seerd bedrijfsleven (Landbouwschap) uitvoerig overleg is gepleegd. Dit deel de de minister-president mede naar aan leiding van de vrees die meerdere frac ties hadden te kennen gegeven omtrent de ontwikkeling van de landbouwpoli tiek. De Kamer was met name ongerust dat zjj voor voldongen feiten zou wor den gesteld bü de behandeling van de begroting. Deze zal vermoedelijk eerst aan de orde komen nadat de minister van Landbouw zijn garantieprijzen voor het komende jaar reeds heeft vastge steld. Dit laatste nu is voor de nadere koersbepaling van zijn beleid van groot belang. Een steekspel, geen ernstige aan vallen heeft het kabinet-De Quay bij de algemene politieke beschouwingen te doorstaan gehad. Het was de oppo sitie, door de P.v.d.A. buiten de Ka mer, met name in „Het Vrije Volk", gevoerd, welke - met de overigens in teressante vraag hoever de antwoord- plicht van de regering tegenover in dividuele Kamerleden gaat tot de levendigste momenten ervan aanlei ding gaf. Dat tekent het beeld van dit tweedaagse debat. Er was inderdaad voor de regering geen reden om zich geschokt te voelen. De beschuldiging van „vals spel", door prof. Romme aan „Het Vrije Volk" gericht, heeft de heer Burger uiteraard niet op zich laten zitten. Maar zijn verontwaardiging kon zijn gebrek aan tegenargumenten niet goedmaken. Aan de gewraakte publi caties kan men onmogelijk het karak ter ontzeggen van een poging om het gezag van het College van Rijksbemid delaars en daarmee de spelregels van de vrijere loonvorming in discrediet te brengen. Het betrof hier niet een al gemeen gehouden kritiek op het systeem, maar een positie kiezen in een conflict. Hoe dit met loyale oppo sitie te rijmen valt is ons niet duide lijk. En het werd ons te onduidelijker, nu de heer Burger in zijn eerste op treden van het inzicht blijk had ge geven, dat de vrijheid aan werk geverszijde in de huidige hoogconjunc tuur wel eens van slechts formele be tekenis kon worden. Aangezien ook voor de oppositie het algemeen wel zijn als hoogste richtsnoer moet gel den, kan het nooit op haar weg liggen de instrumenteh van de loonpolitiek te ontkrachten, zonder welke de loon ontwikkeling zeker tot een chaos voert. De socialisten mogen hun twij fels koesteren inzake de realiseer baar heid van het nieuwe loonsysteem, maar dat is geen reden om het door hen verwachte ongunstige resultaat via een bewuste ondergraving van dit systeem met meer zekerheid naderbij te willen brengen. Men „haalt er dan niet uit wat er in zit", zoals mr. Bur ger het optreden rechtvaardigde, maar men duwt er iets in, wat er niet in zat. Wij constateren enerzijds met vol doening, dat de heer Roemers in zijn kwaliteit van waarnemend N.V.V.- voorzitter juist gisteren te Utrecht nogmaals van zijn bereidheid getuigde om zich aan de spelregels te houden, maar anderzijds met bezorgdheid, dat de heer Burger als P.v.d.A.-woord- voerder een minder duidelijk stand punt innam. Wanneer de heer Burger in een ander verband de loyaliteit van zijn oppositie afhankelijk stelt van» de mate van loyaliteit, welke naar zijn inzicht de regering tegenover zijn partij betracht, ook hier dus wrik kend aan het algemeen welzijn als be palend voor zijn handelen, dan lijkt ons de opmerking van prof. Oud juist, dat de P.v.d.A. moeite heeft met het vinden van de juiste oppositionele houding. Teleurstellend teel moeite- Volgens een mededeling van de Ga ruda Indonesian Airways zijn de lijn- vluchten op Ambon vervallen. De Ga ruda, die op Ambon tweemaal 's weeks vloog, heeft deze vluchten op 9 septem ber gestaakt. Hierdoor is Ambon prak tisch afgesloten van de rest van Indo nesië en van de wereld. Als reden wordt opgegeven gebrek aan benzine op Am- bon, waardoor de retourvluchten van het eiland naar Makassar en Djakarta niet mogelijk zouden zijn. Woensdag is in New York de pre mière gegaan van „Vincent", een to neelstuk over de schilder Vincent van Gogh. Bij de receptie, die na de voor stelling gegeven werd in het cricket theatre waren de Nederlandse perma nente vertegenwoordigers bij de V.N.. meester Schürmann, de consulgeneraal en mevrouw van Rijckevorssel, de con sul, en mevrouw De Leeuw, aanwezig. „Mijn beide grootvaders kon den geweldig goed vertellen. Mijn vader was erg kunstzinnig. Hij kon prachtig bloemen schik ken. Hij was tuinbaas in Haar- zuilens bij Utrecht en later ho venier en hij won heel wat prij zen met zijn bloemschikkunst. Ik heb één broer. Hij is officier en hij schildert in zijn vrije tijd. Ook hij is wel eens bekroond." De heer Govert Homburg laat er weinig twijfel over bestaan dat er in zijn familie wel artis tieke aanleg schuilt. Hij denkt daar wel eens over na. Van wie zou hij bijvoorbeeld de gave hebben geërfd om zijn fantasie op papier zo goed weer te ge ven. Zo goed, dat hij dinsdag met zijn echtgenote naar Brus sel mocht reizen om daar de let terkundige Reinaertprijs voor het beste speurdersverhaal in ontvangst te nemen. Eens in de twee jaar organi seert de uitgeverij S. V. Arbei derspers de uitgeverij van de christelijke arbeidersbeweging in België de literaire strijd om de Reinaertprijzen. Vier worden er uitgeloofd, voor de beste ro man, het beste reisverhaal, het beste speurdersverhaal en het beste jeugdverhaal. Deze keer werd de romanprijs niet toegekend. Andrê Pols schreef het beste reisverhaal en Julien van Remoortere kreeg de prijs voor het beste jeugdverhaal. De drie prijswinnaars kregen een feestmaal aangeboden in „Le directoire" in Brussel. De minister van het verkeers wezen waarom hij eigenlijk, kan men zich afvragen zat voor aan liet copieuze feestmaal. „Het was een hele gebeurtenis voor ons," zegt de heer Homburg, „je eet nu eenmaal niet elke dag met een minister." De heer Homburg schrijft in zijn vrije tijd. Hij is rijksambtenaar, evenals zijn vrouw. De heer Homburg dient Defensie, mevouw verleent haar dien sten aan Justitie. Zij bewonen een tweede etage in een rustig hoog huis in Scheveningen, vlakbij het kanaal dat bij Seinpost uitmondt. Het moet goed en rustig werken zijn op dit fraaie plekje in Scheveningen. Met de kanarie piet, die hoog tussen de ramen met zijn kooi een plaatsje heeft gekregen, als inspirerende fluiter. „Ik heb al twee periodes afgesloten," zegt de heer Homburg. „Ik heb vier streekromans geschreven. Daarna ben ik hoorspelen gaan schrijven. Zeven zijn er uitgevoerd. En nu is mijn eerste detective roman met de Reinaertprijs bekroond." In dit genre hoopt de heer Hom burg door te gaan. In 1908 werd hij in Haarzuilens bij Utrecht geboien. Na de handelsschool te hebben doorlopen, kwam hij op een kantoor te werken. En, aldus de - omslag van zijn bekroonde detective-roman, hij begon te schrijven toen hij hoorde van een fabrieksarbeider die een geslaagd romanschrijver was ge worden. Vier jaar ook was hij rechercheur bij de Utrechtse politie. „Maar dat werk lag me niet zo" zegt de heer Homburg. Maar misschien heeft die ervaring bij de politie er wel aan meegewerkt, dat hij met succes de detec tive-roman „De verkeerde moordenaar" bij de Belgische Arbeiderspers heeft afgeleverd. En nu dan is hij al weer vijf jaar rijksambtenaar. En dat blijft hij voorlopig. Wat hij met schrijven verdient legt hij opzij voor een eigen huisje in de omgeving van Den Haag. Maar voorlopig staat zijn bureau rog in Scheveningen en hangt de kanariepiet nog hoog voor de ramen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 5