Kopie van Columbus schip ligt in Barcelona Afrikaanse leiders worden het volk O als godheden gepresenteerd ïrër',£ö a-. c r- m Spanje hecht weinig geloof aan „vondsten" van Mexicaanse expeditie De nier een fascinerend orgaan Subsidiewedstrijd amateurtoneel Het verdwenen karveel „Santa Maria ALTERNATIEF IS NIET DE DEMOCRATIE, MAAR DE CHAOS ütó Sg L J J IJl 2, m> £j RH Instituut Film en jeugdonder nieuwe naam ZWARTE MAN - WAT NU? V B ZATERDAG 3 OKTOBER 1959 i - *k door ERIK VERG N Volgende aflevering: De nieuwe heren "Bestaat er een Nkrumah-cul- tus?" heeft de journalist Erik Verg aan de plaatsvervanger van Kwame Nkrumah, de pre bier van Ghana, gevraagd A9beli Gbedemah antwoord- c'e „U zou het zo kunnen uitleggen Voor ons is het een Politieke maatregel de wil van het volk op een persoon te concentreren". Afrikaanse Maatstaven zijn niet de onze ^°lgens onze maatstaven kan ^et nevenstaande artikel s,echts heten Goden van v'ees en bloed. Het is het achtste verhaal uit onze grote serie Veel ervan nog in geheimzinnige nevelen petroleum DE HAARDOLIE zuinig - geen roet - meer warmte --w'--"sw 'y- Z'.y'/S 'U 4 l 4, 'wz: >K **l «X jttt Midden op de nppèl-plddts in het wcvkkamp van een Avbeidsbrigude nabij Accra, Ghanastaat de beeltenis van de premier Nkrumah, alsof hij de Messias is. Het instituut „Film en Jeugd" zal in de toekomst zijn werkzaamheden ver richten onder de naam „Stichting voor film en televisie in verband met de jeugd." Aldus is dezer dagen door hel bestuur besloten. Het tijdschrift der stichting „beeld cultuur en opvoeding" zal voortaan me de aan documentatie inzake televisie en jeugd zijn gewijd. Een bedrag van 5.000,- is ter beschikking van de stich ting gekomen voor het eerste research- werk net betrekking tot de televisie. Tot nieuwe leden van het bestuur zijn benoemd mevrouw W. Nieuwendijk- Huybers te 's-Hertogenbosch, de heer H. Wielek, filmpaedagoog te Amsterdam, de heer H. van der Vlist. wethouder van onderwijs te Utrecht en de heer W. Boswinkel, jeugdleider te Utrecht. Ter stimulering van het amateurto neel in Nederland houdt de stichting „Ons Ueekeuspel" in het seizoen 1959- 1960 een nationale subsidie wedstrijd voor het amateurtoneel, waaraan veer tig verenigingen kunnen deelnemen. De wedstrijd wordt districtsgewijze gehouden. De indeling in districten is als volgt: a) Groningen, Friesland en Drente b) Overijssel en Gelderland c) Noord-Hol land en Utrech d) Zuid-Holland en Zeeland e) Noord-Brabant en Limburg. Per district kunnen acht verenigingen deelnemen. In ieder district zijn drie prijzen beschikbaar: een eerste prijs van f 2ü0.-, een tweede prtfs yan f 150.-, en een derde prijs van f 100. In de jury zullen o.a. zitting nemen: mevr. Jeanne van Schaik-Willing, mej. Irma Meyer en de heren: Joop Biek- mann, H. Bos, VV. Boswinkel, Jan Naay- kens, L. Snacl irs, Franc Stranger, Ed win Thomas en Pieter v. d. Valk. Goden van vlees en bloed dat me van Dakar rin»LMar^ellle bracht, had ik vol le stanel mé in de gro- - in -w uiaato van v1 G,od maken". Een West-Nigerië^a' zeSróöt volk „geloven" ,in plaats godheid van de vL„£d maken". Een afhankelijk Vnn d2ruba s ka» niet on* H°e intensiever aan Ssen bestaan, loofd, dec to hli Goden wordt ge ilet aan L Z belangryker zijn ze. Het grootss of Se6?-6" °f een Godheid Ik legde het boek naast me neer. sloot de ogen, en liet nog eens de be levenissen van de laatste weken aan mijn geest voorbijgaan. Het eerste beeld: Op een avond van de 12de mei voor de vesting Christians- b°rg in Accra, voor het oude slaven- bandelaarsfort, dat nu het regerings- gebouw van Nkrumah is. De premier A°tdt verwacht. Hij komt terug in het and van zijn vriendschapsbezoek aan pdlnee. Links van de poort zit het hn diplomatique, rechts zitten de „"pijlmannen onder hun grote, rode, tobden of bonte parasols, de autoritei- n v®n de Staatspartij en de pers. „Vrijheid! Vrijheid!" Ik ben niet bij de poort blijven zit- naL' ik ben naar voren gegaan, a- de plaats, waar de hoofdman van .stad met zijn getrouwen de grote °P de vaderlandse bodem zal Ipirtf d met zijn getrouwen de grote bpPPT °P de vaderlandse bodem zal zir-K Premier Nkrumah liet op ■ipP Wachten. Voor de manr.en en meis- van de Arbeidsdienst (Builders odm3^ die in een dubbele rij stonden iDrofn bleef veel tijd over hun •Preekkoren te repeteren. Eindelijk is het zover. Uit de verte °°rt men de kreet „Freedom! Free- naderby komen. „Vrijheid! rijheid'.», De cerste lettergreep wordt anS gerekt, de tweede afgekapt. Offer- 'eren worden aangesleept. Een anti- l°Pe en een geit. jNkrumah stapt uit de zwarte Roils Ppyce. De hoofdman gaat naar voren J!?, Stiet twee flessen brandewijn als yPergave vlak voor zijn voeten leeg. fpn gevolg heft een krijgszang aan. vrouwen leggen hun kostbare shawls v00? hem op de grond, zodat hij erover £een kan lopen. Anderen waaien hem «oeite toe, weer anderen gieten eau- de-coiogne over de weg> z0dat hij door delt van geurigbeid en frisheid wan- ga uit Frankfort die ik in Accra heb ontmoet, in het oor. De legende van de hoofdman Het tweede beeld: In de aula van de universiteit van Monrovia, in Liberië, dansen meisjes van de stam van de Gala's een legende. Het is geen uitvoe ring, het is een betovering. Men ver geet de omgeving als de tienjarige Ga- wo Benda twintig minuten lang met ar men en benen, met de ogen en met el ke spier van haar lichaam de legen de vertelt. Dit is geen kind meer, dit is levend geworden ritme. Men leert inzien dat alles wat een blanke danseres doet, slechts aangeleerde kunst is vergele ken met deze extase. Alleen de tam tam begeleidt de dans. Alleen de tam tam? Geen orkest zou zulk èen mystie ke atmosfeer kunnen scheppen! Opdat echter ook diegenen van het publiek, die de taal van de tam-tam, de armen en ogen en het lichaam niet verstaan, weten, wat door de dans word uitgc drukt, geeft een spreekster de ver klaring: „Er was eens een oude hoofdman, die van tijd tot tijd zijn medicijnman, nen vroeg, wie het meest verstandig was in het land. De medicijnman nen zeiden: ,,U, o grote hoofdman Maar op een dag zeiden ze dat er een jonge hoofdman, heel diep in hel oerwoud leefde, die nog verstandiger was. De oude hoofdman stuurde twee danseressen naar hem toe, die hem ertoe moesten verleiden zjjn land te verlaten, zodat zijn Goden hem niet meer beschermden en de oude hoofd man hem kon doden. Maar de danse ressen werden verliefd op de jonge hoofdman en kwamen niet terug. De dochter van de hoofdman verging het evenzo. De vrouw van de oude hoofdman kon de dochter ook niet terughalen. Tenslotte ging de oude r „Het lijkt wel de Intocht van Jezus Jerusalem", fluistert me me een colle- hoofdman zelf onderzoeken wat dat voor een onoverwinnelijke man zo diep in het oerwoud was. De oude hoofdman was zo ingenomen met de wijsheid en de kracht van de jonge man, dat hij hem zijn land schonk. Er werd een groot feest gevierd. De Goden verschenen eu verkondigden: Deze grootste van alle hoofdmannen moet voortaan over heel het volk re geren, en hü moet niet eenvoudigweg „hoofdman" heten, maar een naam hebben, die niemand meer mag ver geten: „Tubman zal hü heten". William Tubman is de president van Liberië. De Europeanen en de Ameri kanen glimlachen aan het eind van de ze legende. De Liberianen glimlachen niet. Voor hen is het als een gebed. De onfeilbare Er is in Accra een „Nkrumah-boule- vard" en een „Nkrumah-plein". Het portret van de premier staat op alle muntstukken en op alle postzegels. Hij staat alsof hij de Messias is in de kampen van de brigaden van de Ar beidsdienst. De partij-redenaars noe men hem in hun toespraken „door God gezonden" en „onfeilbaar". Voor het parlement in Accra staat een monu ment, da,t Kwame Nkrumah voorstelt, versierd niet een voor de politiek bruik- baar gemaakte bijbelspreuk. In de nabijheid van het nieuwe Kapi- tool ir, Monrovia staat een monument van president Tubman. Het officiële jaarboek voor Liberië begint met een horoscoop van de president. Wie niet blijft staan en zijn hoofd ontbloot als Tubir.ans auto met sirene-geloei voor bijrijdt, wordt gearresteerd of moet een boete van vijftig dollar betalen. In de plaats van de Goden der itammen zijn de nationale leiders gekomen. Olifant of schaap In het landhuis van een Liberiaanse minister stelde ik een vraag over de godencultus", die om de leiders der Afrikanen wordt geweven. Men maak te mij de noodzakelijkheid duidelijk, de primitieve mens in het oerwoud, die niets begrijpt „o abstracte partijpro gramma's, een centrale figuur als lei der te prensenteren. „Het is juist, dat voor het volk van president Tubman een god wordt ge maakt", zei een Amerikaan, „maar hij is een groot staatsman; hij mis bruikt zijn macht niet". Toen ik in Liberië was, vierde presi dent Tubman juist zijn verkiezingsover winning. Voor de vierde keer was hij president geworden. De uitslag luidde: 256.940 tegen 39 stemmen. Bij de derde keer, in mei 1956, was de uitslag niet zo duidelijk bijna een stemmig voor Tubman. geweest: 244.937 tegen 1.193 stemmen. De kwestie hoe zulke verkiezingsre sultaten tot stand komen hield me be zig. Op een cocktail-party in Monrovia wendde ik mij op 'gemoedelijke toon tot de organisator van de presidentsver kiezingen, dr. Cooper. „Q,'Z1gtJu mo toch eens. hoe men in een land, waar negentig procent der bevolking analfabeten zijn, verkiezin gen kan houden?. De mensen kunnen de zen n g s 1 ijs te n toch helemaal niet le- ve1?6 fiiVriSt< dr' J3' Co°Per liep in de cvrij hnï!,„ u0 "We werken met symbolen, f resident Tubman wordt door een olifant (de olifant is het sym. bool voor kracht en grootte) en de te genkandidaat mr. Davies Bright wordt door een schaap voorgesteld. Iedere ^Zel.i wo ,0-9 dt? Iwee symboien voor- g6ÏGgd, en hy wi]st met de vinger aan, welke hij kiest. 39 moedige mannen Het moeten dus 39 zeer moedige man nen zün geweest, die het hebben ge waagd, onder de ogen van de verkie zingsorganisatoren het schaap aan te wijzen. De democratische vormen, waar men zeer trots op is, verliezen in de praktijk hun inhoud. Niet alleen in Liberië. De bevolking van Dakar, de hoofd stad van Senegal, begroette de nieuwe Franse president De Gaulle in de herfst van 1958 met dreigend geroep en verscheidene mensen wierpen met ste nen. Maar toen het bij de volkstem ming erom ging of De Gaulle's grond wet al dan niet zou worden aangeno men, toen het erom ging, of Senegal al dan niet in de Franse Gemeenschap zou blijven, zei de politieke leider Seng- hor: „Slechts in naam onafhankelijk z\jn en dat in anarchie en ellende is in tegenspraak met de feitelijke onafhanke Hjkbeid". Senegal bleef lid van de Fran se Gemeenschap. De bevolking van Conakry, de hoofd stad van Guinee, begroette De Gaulle daarentegen met applaus en allerwege klonk het „Vive De Gaulle, Vive la France", Enkele dagen later zei de lei der van Guinee, Sekou Touré, echter: „Liever armoede in vrijheid, dan wel stand in knechtschap", en eiste dat Guinee uit de Franse Gemeenschap zou treden. Het volk stemde zoals Sekou Touré het gewild had. Uit de officiële resultaten van de volksstemming in Guinee licht ik twee cijfers Kiesdistrict Guéckédou: 57.070 te gen 1; Kiesdistrict Youkounkoun: 22.899 te gen 1. Ik durf te veronderstellen, dat die ene tegenstem er helemaal niet ge weest is, maar dat ze erbij gevoegd is geworden opdat de totaaluitslag er dan „beter zou uitzien". In Ghana, waar de kranten der Staatspartij tijdens mijn verblijf in het land een onverbloemde veldtocht voor de instelling van de „een-partij-staat" voerden, zei me George Padmore, de adviüeur v Nkrumah voor pan-Afri- kaanse vraagstukken: „Ik versta onder democratie het recht van het volk een regering te kiezen die ze wenst. Wat is er tegen dat honderd procent voor een enkele partij of voor een leider is?". Toen ik met de Duitse ambassadeur in Accra over deze kwestie sprak, ver klaarde hij: „Een Nkrumah-cultus? Nou ja, maar het alternatief is niet de demo cratie, maar de chaos." (Copyright De Tijd- Hamburger Abendblatt) 1„ de noojostad Accra staat dit monu ment voor de (nog levende) premier van Ghana, Nkrumah, „Streef eerst naar een politiek onafhankelijk rijk, dan zal al het andere u geschonken worden!" staat er in een variatie op de bijbelspreuk onder het beeld gebeiteld. Ook de president van Liberia, Tubman, heeft een monu ment voor zichzelf in de Liberiaanse hoofdstad laten oprienten. (Van onze correspondent in Spanje) Het bericht, dat 'n zekere Pablo Romero, leider van een Mexicaanse expeditie, die voor de kust van het Vrouweneiland in de Golf van Mexico naar historische schatten duikt, een bronzen kanon zou hebben gevonden dat volgens hem tot het vlagge- schip van admiraal Cristobal Colon heeft behoord, is in Spanje met een glimlach ontvangen. Men kent de heer Pablo Romero niet, maar houdt hem voor lopig voor een minzame grapjas, die door zijn ver klaring getracht heeft wat meer waarde te verlenen aan het betrekkelijk onbeduidende schroot dat hij ge vonden heeft. Want een bronzen kanon, zoals dat door de Spanjaarden in de zestiende eeuw werd gebruikt, is geen bijzonderheid. In Spanje zelf vindt men in musea vele van deze gedrongen lopen en ook in de nieuwe wereld zijn er voldoende gevonden. Maar een kanon van de karveel de „Santa Maria" zou inder daad een waardevolle vondst zijn, als het slechts mo gelijk was er een te vinden en dan nog de echtheid daarvan vast te stellen. Bovendien is het zo goed als zeker dat de „Santa Maria" niet in de buurt van het Vr&uweneiiand is geweest en er dus zeker geen kost baar kanon overboord heeft gezet. Toen het vlagge- schip van Columbus op de noordkust van Haïti op de eerste Kerstdag van 1492 verging, waarschijnlijk door een pijnlijke lafheid van de eigenaar-kapitein Juan de la Cosa, hadden de mannen van Columbus en de vriendelijke inboorlingen van La Isla Espanola nog tijd genoeg om de gehele uitrusting, de voorraad le vensmiddelen en de ruilartikelen te redden en het merendeel van het schip af te breken om er de eerste grote Spaanse nederzetting in de Nieuwe Wereld Villa de Navidad te bouwen; „Kerststad", ter ere van de ongeluksdag waarop de Santa Maria op de koraal riffen van Haïti verloren ging. Op speciaal verzoek van Guacanaga-1 ri, het stamhoofd van La Isla Espano la, werd de gehele vuurkracht van de Santa Maria achtergelaten ter bescher ming van de negenendertig Spanjaar den en van Guacanagari zelf, die bang was voor zijn vijanden uit andere regio nen van het eiland. Toen Columbus daar op zijn tweede 'reis binnen het jaar terugkeerde, vond hij zijn kolonie volledig uitgemoord en vernield. De mannen hadden hun hebzucht naar goud en vrouwen niet kunnen bedwingen en hadden het eiland zodanig geterrori seerd dat de inboorlingen hen tenslotte maar om zeep hadden gebracht. Bij toeval is dq „Santa Maria" in de laatste dagen van mei 1492 in handen van Columbus gevallen. Koningin Isa bella had de toen 41-jarige ontdekkings reiziger drie karvelen beloofd om er de „Indiën" mee te. ontdekken. Ondanks al le verhalen over het blinde geloof van Isabella in het onwaarschijnlijke plan van Cristobal Colon, over haar juwelen die zij in het geheim liet verkopen om de tocht te kunnen financieren, mag men aannemen dat de verstandige Isa bella voldoende sceptisch tegenover het drieste voornemen van de Genuees heeft gestaan. Zij wilde hem inderdaad de kans bieden zijn dromen te realiseren, maar was helemaal niet zo zeker van een gunstige uitslag. Van de drie sche pen, die zij hem beloofd had, kreeg hij er slechts twee, de „Nina" en de „Pin- ta", die bjj wijze van straf door de ha venstad Palos aan Columbus moesten worden afgestaan. Het derde schip heeft Christoffel er toen zelf bijgezocht en hij charterde de eerste de beste karveel die n Palos voor handen was, de „San ta Maria", eigendom van de gezagvoer der Juan de la Cosa. Tenslotte beviel dit schip Columbus zo, dat hü er zün standaard op hees. Hoe het schip er precies heeft uitge zien is niet bekend, want er bestaat geen originele tekening of model van. Wel heeft men uit de reisnotities van Columbus kunnen opmaken dat het waarschijnlijk een bodem van ongeveer 100 ton geweest moet zijn. Met drie masten - fokkemast, grote mast (waar aan een verschrikkelijk groot vierkant zeil was bevestigd) en bezaansmast - voerde het schip de normale tuigage van de schepen uit die tijd waarmee Portugezen en Spanjaarden het waagden de Atlantische Oceaan over te steken. De „Santa Maria" was een goed, maar noga] log schip dat lang niet zo wendbaar was als bijvoorbeeld de „Ni- De kopie van de oorspronkelijke karveel „Santa Maria", die thans in de haven van Barcelona ligt. na". Dat is er dan wellicht de oorzaak van dat in de Kerstnacht van het roem ruchte jaar 1492, toen schepen, door te genwind geplaagd, met slappe zeilen op een betere bries lagen te wachten om de gevaarlijke koraalriffen voor de noordkust van La Isla Espanola te om zeilen, de „Santa Maria" langzaam, ter wijl iedereen sliep, op een koraalrif schoof. Aanvankelijk was alleen de boeg vastgelopen en de „Admiraal van de Oceaanzee" zag nog wel kans zijn vlag- geschip los te trekken. Hü gaf daartoe de gezagvoerder Juan de la Cosa op dracht met een sloep een sleepanker uit te zetten. Maar deze was minder op timistisch en was zo blü dat hij van het zinkende schip af was, dat hü zün roei ers opdracht gaf onmiddellijk naar de Nina te varen. Dat bezegelde het lót van zijn eigen schip, want in de tüd, die door zün lafheid verloren ging, zetten de grondzeeën de „Santa Maria" steeds hoger op het rif. Zelf heeft Columbus in zün verslagen aan Isabella en Ferdinand nooit van de- ze rampzalige gebeurtenis gewag ge maakt. Wellicht kwam dit omdat hij in dc ondergang van dit schip een welko me aanleiding zag zün eerste nederzet ting in „De Indiën" te vestigen. Ande ren menen dat hü in zün goedmoedig heid Juan de la Cosa wilde sparen en daarom zweeg. Eeuwen later is de wereld plotseling erg belangstellend geworden naar dit eerste schip, dat ten offer viel aan de grootste ontdekkingstocht van alle tij den. Men is op grond van enkele uiter mate schaarse gegevens gaan bereke nen, hoe de „Santa Maria" er ongeveer moet hebben uitgezien en de experts van het scheepvaartmuseum in Barce lona hebben tenslotte een kopie op wa re grootte laten maken. Later volgde de Dominicaanse hoofdstad Ciudad Tru- jillo, waar eenzelfde model werd ge maakt. De nieuwe „Santa Maria" ligt nog steeds in de haven van Barcelona, aan het einde van de Ramblas, dicht in e nier is voor dege ne die zich inte resseert voor de houw en levensverrich tingen van alles wat leeft"; met recht een fas cinerend orgaan, voor het leven van het indi vidu onmisbaar. Wü we ten er langzamerhand heel wat van, maar niettemin blijft zeer veel van dit schijnbaar den kende orgaan vooralsnog in geheim zinnige nevelep gehuld. Een volwassen mens heeft twee nie ren van elk ongeveer 150 gram, die ter weerszijden van de wervelkolom in de achterwand van de buikholte zijn gelegen. Aan de rugzijden worden zü gedeeltelük nog bedekt door de twee onderste, zogenaamde zwevende ribben, terwül de dikke laag rugspie ren verder zorgt voor een alleszins veilige bescherming van deze vitale organen. Het bloed bereikt de nier via een wijde tak van de grote li chaamsslagader. Het gezuiverde bloed verlaat de nier weer via een ader. Per etmaal passeren honderden liters bloed de nieren. Behalve deze twee bloedvaten ontspringt nog een derde vat uit de nier: de urineleider. De linker en rechter urineleider lopen langs de wervelkolom omlaag naar de urineblaas welke onder in de buik is gelegen en dient om de urine op te zamelen, zodat deze periodiek ge loosd kan worden. Het bloed maakt een eindeloze kringloop door het lichaam en blijft ondanks het opnemen en afgeven van allerlei stoffen (voedsel, afvalstoffen e.d.) opmerkelük constant van samen stelling; schommelingen worden als regel in korte tijd weer genivelleerd. Na een maaltüd zal het bloedsuiker gehalte bijvoorbeeld hoger zijn dan ervoor, maar bij een gezond mens komt de insulineproduktie snel op gang waardoor het bloedsuikerpeil weer op het oorspronkelijke niveau wordt te ruggebracht. B\j het verwijderen van afvalstoffen (o.a. ureum) en niet te vergeten stof fen die overigens niet schadelük zijn maar waarvan het lichaam te vee) heeft gekregen (keukenzout!) spelen de nieren de hoofdrol. Do menselijke nier bestaat «ït een miljoen eenheden: nierbuisjes die op een zeer vernuftige wüze tot een ge heel zijn samengevoegd. Elk elemen- tje zouden wü als een zelfstandig functionerend niertje kunnen be schouwen. Een nierbuisje is 3 cm lang en microscopisch dun. Het loopt met allerlei kronkels en lussen en dat niet zonder reden, want er ge- resorptie van het meeste water en van alle voor het lichaam waarde volle stoffen (glucose, een deel van de zouten). Voorts is gebleken dat in de nierbuisjes zelfs nog stoffen aan het filtraat worden toegevoegd. Van de 70 liter filtraat blijft tenslotte 3-4 liter geconcentreerde, ingedikte urine over (voor beide nieren 1 Ya liter). Het con centratievermogen van de nier geldt als een maat voor de nierfunctie. Eenmaal in het filtraat aanwezige beurt heel wat op die route. Met eni ge fantasie zouden wij een nierbuisje kunnen vergeleken met een lo~pende band die tenslotte na allerlei bewer kingen het eindprodukt: urine af levert. Een eenvoudig rekensomme tje leert dat de nierbuizen van één nier een totale lengte hebben van 1.000.000 x 3 cm is 30 km! Het be gin van een nierbuisje omvat als het ware een knoedeltje haarvaten (klein ste bloedvaatjes). Aangezien de wand van een haarvat water met daarin opgeloste stoffen (zouten, glucose, af valstoffen) doorlaat zouden wq kun nen zeggen, dat in het eerste stuk van een nierbuisje een filtraat van het bloed aanwezig is. Het bevat nor maliter geen grotere deeltjes: geen bloedlichaampjes en eiwitten en is vrüwei identiek met het weefseivocht, dat overal elders in het lichaam door de haarvatwand süpelt. Indien toch bloedlichaampjes en-of eiwit in het filtraat terecht komen is dat een te ken dat er iets aan de hand is. Met eenvoudige hulpmiddelen kan de arts de urine op bloedlichaampjes en eiwit onderzoeken. Van de meer dan 700 liter bloed die per etmaal een nier passeert komt een tiende deel, 70 liter, in de nierbuisjes. Voordat het als urine via de urine leider naar de blaas gaat moet er nog heel wat aan gebeuren: terug- bloedlichaampjes of eiwit kunnen niet meer teruggeresorbeerd worden. Glu cose daarentegen wordt in de urine niet meer aangetroffen; behalve bü suikerziekte, dan is het glucosegehalte zo hoog dat de nier het niet klaar speelt alles terug te resorberen. Als de knoedeltjes haarvaten aan het begih van de nierbuisjes niet meer in staat zijn afbraakprodukten van de stofwisseling door te laten zul len deze stoffen zich in het bloed op hopen en ontstaat de zogenaamde niervergif^ging. Het betreft afbraak produkten van eiwit en het ligt daar om voor de hand het dieet aan te pas sen en eiwithoudend voedsel te beper ken en daarnaast zo veel mogelijk te drinken om de nieren door te spoelen. Hoewel eiwit een belangrijk voedings middel is kan een dergelijke patiënt merkwaardig lang op een eiwitarm dieet leven ens zich daarbij redelijk goed voelen. Anders is het bü de plotseling op tredende ernstige niervergiftiging: eiwitbeperking alleen mag nier niet baten, maar omdat deze toestand in de meeste gevallen voorbijgaand is heeft het hier zin om door middel van een zogenaamde kunstmatige nier het bloed van de afvalstoffen te verwijderen of door spoelen van de buikholte hetzelfde doel te bereiken. S. de buurt van het torénhoge monument. Cristobal Colon ter ere. Aan de voet van de meer dan dertig meter hoge zuil omringen de leeuwen van Castilië en Leon de wijze Ferdinand en Isabella, die, liehtelük aangetast door de steen- kanker, hun versteende wüsheid en be- stuursdrift zitten uit te dragen. Hoog boven hun hoofd torent Columbus op een wereldbol en wijst met wapperend jaspanden in de richting van... het eiland Mallorca Een lift voert nieuwsgierigen tot aan de voeten van de ontdekkingsreiziger, vanwaar zü een prachtig uitzicht heb ben op Barcelona en de kust. Vroeger lag de namaak-,,Santa Maria" pal voor het monument van de Admiraal, be reikbaar via brede trappen die naar de waterlijn afdaalden. Die plaats aan de trappen is echter in de loop der ja ren opgeëist door de exploitanten van gammele rondvaartbootjes en de „San ta Maria" is terzüde geschoven. Haar ereplaats heeft zü moeten afstaan aan de stuivers-jagende meute van plezier- schippers. De trotse karveel is alleen nog te zien voor degenen, die de op dringende rondvaarders trotseren en hun cordon doorbreken om de uithoek te bereiken waar men haar heeft opge borgen. Soms ligt de oude driemaster omgeven door moderne oorlogsbodems en nog niet zolang geleden vormde hij een passend decor voor een smaldeel van de Zesde Amerikaanse Vloot, dat een beleefdheidsbezoek aan de stad bracht. Er is in vierhonderd vijftig jaren wel wat veranderd. De „Santa Maria" is bijzonder ge schikt om een indruk te geven van de ontberingen die de negentig mannen van Columbus op die eerste reis hebben moeten verdragen om onvergankelijke roem voor Spanje te verwerven. Men kan er zitten in een stoel, zoals Colum bus aan boord gehad moet hebben, ach ter een kaarttafel, zoals hü die ge bruikt heeft. In een hoek van de grote hut staat een kooi, een soort heel grote doodkist met een hoop lorren erin. In die tijd beschikte alleen de gezagvoer der over een hut met een kooi. De an dere opyarenden sliepen gekleed en wel waar zjj een plaatsje vonden. Vöor de officieren waren er hangmatten, op het tussendek bü de roerganger. De beman, ning kroop tussen de lading, tussen zeildoek en touw en balen proviand. In het ruim heerst een soortgelijke chaos als er in de reis over de Oceaan tot gro te woede van Columbus geheerst zal hebben. In brak buiswater zwerven vreemdsoortige beestjes rond, wormen en torren, die zich voorheen tegoed de den aan de scheepskaak, zodat veel ma trozen die alleen nog maar s'nachts durfden eten als het donker was en ze niet zagen wat ze in hun mond staken. Nu klauteren schreeuwerige Duitse en Amerikaanse jongetjes over de opge rolde zeilen en worden door tierende moeders uit het want gesleurd, wan neer ze een levensgevaarlü'ke poging wagen om in het kraaiennest te klim men. Jimmy, come down, y'are not Columbus!" Ben tanige Spanjaard met een levensgroot heimwee in zijn ogen en een gescheurd hemd aan, verkoopt kaartjes en prentjes van het schip. Hij staat op de plaats, waar vroe ger de officier van de wacht heeft ge staan, die 's nachts om 2 uur van de twaalfde oktober 1492 het verlossende „Tierra, tierra, tierra" riep, de geboor- teschreeuw van een nieuw tüdperk. Advertentie oliehaarden mei hel hoogste rendement

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 11