FREDERIK VAN EEDEN MONUMENT IN HAARLEM? Dr. Rudolf Mengelberg overleden ,11 Quotidiano" over priester-arbeiders Redt eerst""""'i I de anderen De Goodwin-bank verplaatst zich Godfried BomansHaarlem niet overbelasten; zeker geen comité Tot 1956 directeur van het Amster damse Concertgebouw H. Officie reeds in 1953 van negatief resultaat overtuigd JAARVERGADERING BRABANTSE KATHOLIEKE WERKGEVERS Politie-acljudant neemt drank en rookwaar aan Verzoek om herziening degradatie-vonnis De hulpmaatregelen voor droog Drente Indonesische thee rechtstreeks naar bui tenlandse consumenten PAGINA 7 WOENSDAG 14 OKTOBER 1959 In de schaduw van de ST. SERVAAS Ruim honderd gevallen van roodvonk AARDEWERK Nee johik moet eerst nog even naar 't postkantoor, om te sparen HET POSTKANTOOR UW SPAARBANK Advertentie ln het aloude Maastricht stichtte Petrus Regout 125 jaar geleden de aardewerk industrie. Volgens de aller nieuwste procédé's wordt daar vandaag door ruim 4000 wer kers het moderne Maastrichts aardewerk vervaardigd. Het munt uit door blijvend blije kleuren, voorname vorm en duurzaamheid. Het is sierlijk en toch sterk. Het is waarde- werk De buitengewone zor gen eraan besteed bestempe len deze keramische produc ten tot het beste Maastrichts aardewerk. uur waarin de prestatie veelal ge ringer is verviel en de in tarief wer kende arbeiders de derving van de bijna gebruikelijk geworden jaarlijkse loons verhoging door eigen hogere prestaties probeerden goed te maken. Sommige waarnemers menen echter, dat de kwa liteit van de artikelen min of meer ge leden heeft. Drs. Peynenburg meende, dat het volledig voorkomen van produktiever- lies bij het invoeren van een kortere arbeidsweek tot de onmogelijkheden moet worden gerekend, terwijl voorts een eenmaal op gang gezette ontwik keling tot verkorting van arbeidstijd spoedig tot 'n algemene arbeidstijdver korting zal gaan leiden, ook voor die sectoren, waardoor geen resultaat te verwachten is van factoren als effi- cicncy-vergroting en uitbreiding van plaegendiensten. Op een vraag of hij kon zeggen in welke bedrijfstakken in België na de invoering van de kortere werkweek pro- duktiviteitsverhoging is bereikt, nleef dr. Raemaekers het antwoord schuldig. In België is men het nog niet eens over de Wijze waarop men de produktiviteit moet meten. Gerekend naar het aan tal geproduceerde eenheden per uur is in de textielsector van een verhoging sprake, maar wie zal zeggen of die niet het gevolg is van het invoeren van nieu we machines? Zijn indruk was, dat in die bedrijven die de kortere werkweek het eerst hebben ingevoerd, bij de ar beiders een grotere werklust was opge treden. Volgens sommige werkgeverr was de produktiviteit op maandag aan merkelijk gestegen, hetgeen zij toeschre ven aan het feit dat de vrouwelijke ar beidskrachten voortaan op zaterdag in plaats van op zondag gingen dansen... Dr. H. van Doorne bleek deze ervaring niet te delen: hij had ondervonden, dat de aanloop op maandagen na een iarg weekeinde veel moeizamer verliep dan na een kort. Men was het er overigens wel over eens, clat de produktiviteitsverhoging maar voor een gering deel kan worden opgebracht door een vergrote activiteit van de werknemers: voor 90 pet. zal die verhoging uit investeringen en orga nisatieverbeteringen moeten komen. Hoe groter echter de mechanisatie, hoe gro ter het verlies bjj arbeidsverkorting, al dus dr. Van Doorne: alleen bij handar beid zal men in minder tijd meer van de arbeider kunnen vragen. Dr. Van Doorne merkte voorts nog op, dat naar zijn ervaring de kwaliteit bij een hoog arbeidstempo IWer is dan bij een laag: ais men tijd heeft, zich van het werk te distanciëren, maakt men meer fouten. Dr. Vogt wees er nog op, dat in de hui dige economische constellatie in Euro pa van een 40-urige werkweek geen sprake kan zijn. Voorlopig Is 45 uur het minimum. Schout-bij-nacht Collins, hydrograaf van de Britse marine, waarschuwt in een rapport dat de verraderlijke Good- win-bank ter hoogte van de zuidoostkust van Engeland zich in de afgelopen elf .jaar ruim een halve mijl verplaatst heeft. Collins deelt mee dat in septem ber 1958 het koopvaardijschip Rangitiki aan de grond liep op een halve mijl ten zuidoosten van de positie welke South Sand Head in 1947 had. Volgens de bestaande kaarten had het schip voldoende water moeten heb ben. Bij onderzoekingen met het echo lood is bevestigd dat de zuidelijke punt van de Goodwins verschoven is. De South Goodwin boei is zo verplaatst, dat rekening is gehouden met de uitbreiding van de bank, die zich op vijf mijl bui ten de oostkust van Kent bevindt. De schout-bij-nacht zegt, dat de verschui ving een dramatische en onverwachte ontwikkeling is in een periode van elf jaar, en de noodzaak onderstreept van voortdurende waakzaamheid wat betreft soortgelijke gebieden voor de Britse kust. (Van onze correspondent) Bij de centrale raad van beroep te Utrecht heeft mr, J. W. v. Gelder te Amsterdam een verzoek ingediend tot revisie van de strafprocedure tegen een voormalige adjudant-groepscommandant van de rijkspolitie uit Roelofarends- veen. De betrokken adjudant werd in mei 1957 door de korpsleiding teruggesteld tot de rang van wachtmeester le klas se en als zodanig overgeplaatst naar Amsterdam, omdat hij zich aan ernstig plichtsverzuim zou hebben schuldig ge maakt. In 1955 had de betrokkene bij gelegenheid van een nationale feestdag sterkedrank en rookartikelen geaccep teerd van het plaatselijk Oranje-comité, tijdens een feest op het groepsbureau in zijn standplaats, waaraan de leden van de post en hun echtgenoten deel namen. Een tweede grief was, dat de adjudant zich bjj de viering van het 25-jarig ambtsjubilé van een zijner on dergeschikten aan het gebruik van ster kedrank zou zijn te buiteil gegaan. 28 oktober 1958 bevestigde de centrale raad de afkeurende uitspraak van het ambtenarengerecht te 's-Gravenhage, maar achtte de opgelegde straf te Zwaar en beval terugstelling van de adjudant tot de rang van opperwacht meester. De betrokkene werd overge plaatst naar Amsterdam en later naar Almelo. De verdediger motiveert zijn verzoek om revisie van het proces met schrif telijke verklaringen van eerder monde ling gehoorde getuigen, welke volgens hem een ander licht op de zaak zou den werpen dan uit hun oorspronkelijke verklaringen viel ai te leiden. Verder wordt als grond voor de aangevraagde herziening aangevoerd, dat de rykspo- litie te Roelofarendsveen enige tijd na het vertrek van de betrokken adjudant, nl. in het najaar van 1957 broodjes en bier van derden zou hebben aanvaard. Namens de wederpartij, de algemeen inspecteur van het korps Rijkspolitie, bestrijdt mr. J. P. v. d. Steur, de aan gevoerde gronden, waarbij hij o.m. be toogt, dat de nieuwe verklaringen min of meer onder pressie van de ex-aaju- dant zouden zijn verkregen. Hij conclu deert dan ook tot afwijzing van het re visie-verzoek. De centrale raad zgl 3 november hierover beslissen. Blijkens de staatscourant zijn in Ne derland van 27 september tot cn met 3 oktober de 'olgende gevallen van be smettelijke ziekten aangegeven: para- typhus 9, roodvonk 106, difterie 1 en kinderverlamming geen. Langzaam, heel langzaam stijgt het aantal katholieke volksverte genwoordigers in het Britse parle ment. In het Lagerhuis van 1951 hadden 22 katholieken zitting. Dit getal steeg in 1955 tot 23, en in de zo pas gekozen nieuwe volksverte genwoordiging zullen 25 katholieken zitting hebben. Veertien van deze Parlementsleden behoren tot de re geringspartij, elf tot de Labourpartij. Van een negental katholieke candi date): van de Liberale Partij is net aan geen enkele gelukt een zetel te veroveren, ofschoon zij in vele ge vallen het aantal stemmen, die op hen werden uitgebracht, verdubbeld zagen. De belangstelling van de katholieken In Groot-Brittannië voor de politiek is ongetwijfeld langzaam stijgende met de toenemende invloed van dit volksdeel ]n het maatschappelijk leven van de natie. De afkeer voor de politiek, die Tijdens dc jaarvergadering van de Katholieke Werkgeversvereniging in het diocees Den Bosch, die dinsdag in „De Efteling" in Kaatsheuvel is gehouden, heeft drs. M. Peynenburg, secretaris van de A.K.W.V. en het Katholiek Ver bond van Werkgeversvakverenigingen, N.V. SPHINX CÊRAMIOUE V/H PETRUS REGOUT MAASTRICHT Volgend jaar is het honderd jaar ge leden, dat Frederik van Eeden te Haar lem werd geboren. Die gedenkdag kwam dinsdagavond ter sprake tijdens een vergadering van de Vereniging „Haerlent" te Haarlem, waarop dr. J. Meijer, leraar aan het Haarlemse Coornhert-lyceum een causerie hield over „Haarlem, stad van Tachtigers". Daarin betrok hjj uiteraard ook de fi guur en het werk van Van Eeden. Zijn waarderende opmerkingen kregen een verlengstuk tijdens de rondvraag toen een geestdriftige bewonderaar van Van Eeden met tal van superlatieven de Haarlemse Tachtiger nog eens belicht te en het in hoge mate betreurde dat hij vooral bij de jeugd een vergeten man was geworden. Hij herinnerde eraan, hoe er in Am sterdam plannen bestaan Van Eeden op een bijzondere wijze te herdenken en dus te eren maar hij zou het een verzuim van Haarlem achten, wan neer deze stad ten achter zou blijven of zelfs helemaal niets zou doen. En dan zo betoogde hij moeten wij het i« Haarlem niet bij redevoeringen en lezingen houdeft. Er moet geld komen om een Van Eeden-monument op te richten. Spreker trof onder zijn gehoor juist de enige man aan die hem van repliek moest dienen, met name Godfried Bo mans. Deze achtte zich gerechtigd in onderhavige kwestie een woord te zeg gen, omdat hij zowel lid is van het Fre derik van Eeden-Genootschap als van het Hildebrand-monument-comité. Laatstgenoemd comité zo memo reerde, hp werkt al sinds 1913 aan de oprichting van het Hildebrand- monument. Wanneer men nu ook nog aan een Van Eeden-monument gaat werken, zou dat een overbelasting voor Haarlem betekenen. Als wij nu beginnen aan Van Eeden zouden wjj tekort schieten jegens Beets. Maar als u toch wilt doorzetten, dan in ie der geval geen comité. Dr. Meijer meende, dat Haarlem met het Hildebrand-monument beets" genomen was. D* voorzitter van de Vereniging „Haerlem" jhr. mr. C. C. van Valkenburg deelde tot slot mee, dat het bestuur een en ander reeds heeft besproken en dat men spoe dig met concrete plannen ter tafel hoopt te komen. David Logan (Labour), de 88-jarige nestor van het Britse Lagerhuis. een twintigtal jaren v geleden bestond bij de vele afgestudeerden van de katho lieke „public schools" van de Benedic tijnen en de Jezuïeten, evenals bij vele zakenmensen, is sterk verminderd. Dit is deels te danken aan de voortdurende Opwekking in het openbaar en privé tot deelname aan de landelijke en plaatselijke politiek door verschillende leidende persoonlijkheden in de kerke lijke hiërarchie, deels ook aan de op komst van de academisch gevormde mid denstand in Groot-Brittannië. Negen-en-vijftig katholieken hadden zich dit jaar candidaat laten stellen voor het Lagerhuis, onder wie 26 Conservatieven, 24 Labours en 9 Libe ralen. Vóór de verkiezingen waren de verwachtingen dat 26 van deze can- didaten gekozen zouden worden. Dat deze voorspelling niet is uitgekomen is te wijten aan de onverwachte neder- laag van Sir Thomas O Brien, die ih Nottingham zijn meerderheid van bij- na vierduizend zag ontslaan in een te kort van 164 stemmen. Het heengaan van deze leidende figuur uit de vak- beweging, die om zijn grote verdien sten hiervoor in de adelstand is ver heven, was wel een van de zwaarste tegenslagen die de Labourpar'ij vorige week donderdag te incasseren kreeg. Een markante persoonlijkheid onder de nieuwe katholieke parlementsleden is Charles C u r r a n, die in 1955 tevergeefs een zetel op Labour voor de Conservatieven 'rachtte te veroveren, FREDERIK VAN EEDEN hjj compositie studeerde bü Cornelis Dopper en zijn neef Willem Mengel berg. In 1917 werd dr. Mengelberg ver bonden aan het Concertgebouw te Am sterdam waarvan hij in 1925 artistiêk leider en van 1935 tot augustus 1956 al gemeen directeur was. Reeds op jeugdige leeftijd begon dr. Rudolf Mengelberg te componeren. Zijn debuut maakte hij met liederen. Het vocale element bleef in zijn com posities prevaleren. Met zijn cantate „Weinlese" werd hij in 1929 winnaar van een internationale prijsvraag, die was uitgeschreven door de maatschap pij tot bevordering der toonkunst. Van Mengelbergs koorwerken met or kest zijn o.a. te noemen Missa Pro Pace, Hymne op Amstelredam, het Stabat Mater en Magnificat. Voorts componeerde hij het declamatorium „Ballade van den Boer", een vioolcon cert, een capriccio voor piano en or kest en kamermuziek. Van zp'n hand verschenen talrijke pu- blikaties over muziek en musici in de programma's van het Concertgebouw en in Nederlandse zowel als buitenland se bladen en tijdschriften. In zijn cul tuurhistorische studie „Muziek, spie gel des tijds" gaf Rudolf Mengelberg zijn visie op de ontwikkeling der toon kunst en in het bijzonder op de proble men van onze tijd. Voorts schreef hij „Holland als kulturelle Einheit" (ook in het Nederlands verschenen onder de titel „Nederland, spiegel ener bescha ving", een Mahler-feestboek en een biografie over Gustav Mahler. Dr. Mengelberg was officier in de or de van Oranje Nassau, ridder in het Le gioen van Eer. Voorts was hij onder scheiden met do zilveren medaille van de stad Amsterdam, en de gouden meda'Te van het Concertgebouw. De provinciale voedselcommissaris van Drente, de heer Th. Brouwer, heeft medegedeeld, dat een vierde deel van de voor landbouw en veeteelt in Drente gebruikt-> gronden zeer ernstig door de droogte is beschadigd. Dat komt neer op een oppervlakte van 150.000 hectare. Behalve de vier voedseltransporten die Drente reeds gehad heeft en de komen de proef met suikerbieten, zullen de voorgenomen veetransporten naar el ders verlichting moeten brengen. In de Zeeuwse gebieden zijn verschillende „logeer-gelegenheden" aangeboden ten behoeve van het Drentse vee. Dinsdag is in Beau Soleil bij Monte Carlo op 67-jarige leeftijd overleden dr. Rudolf Mengelberg, componist en de vroegere directeur van het Amster damse Concertgebouw. Dr. Rudolf Mengelberg werd 1 febru ari 1892 in Krefeld geboren. Hij studeer de te Genève, Bonn en Leipzig eerst rechten en daarna muziek. Zijn lera ren waren Hugo Riemann en dr. Otto Neitzel. Hij promoveerde in 1915 in Leipzig met een studie over de Italiaan se componist G. A. Ristori. In hetzelfde jaar ging hjj naar Amsterdam, waar Adverten. e berekend. Saksen-Coburger van moeders zijde ver toonde hij de typische karaktertrekken, die men bij zoveel hooggeplaatste leden van zijn familie opmerkt: de hartelijkheid en de ernst van de goede echtge noot en verstandige opvoeder, bij wie een innemend uiterlijk gepaard gaat met een moreel overwicht. In dit opzicht kan men hem vergelijken met Leopold 1 van België, die zijn eerste vrouw, de onbeheerste prinses van Wales, tot zelfbedwang wist te brengen; met de prinsgemaal Albert, die met tedere hand koningin Victoria leidde; of, actueler zo men wil, met Leopold III, als echtgenoot en geestelijke leidsman van de jonge bekeerlinge Astrid van Zweden. Bij de omgang met figuren als Sofie Charlotte is een uiterste voorzichtigheid geboden. Hardheid kwetst hen. Een ruw optreden beantwoorden zij met koppig heid. Tegenover wanbegrip sluiten zij zich af. Zo had ook de jonggehuwde Elisabeth, die men wilde „dresseren", haar evenwicht verloren. Haar fantasie was ontaard in grilligheid, haar levenslust in op- gejaagdheid, haar neiging tot bespiegeling ln mensen haat. Was de overgevoeligheid van Sofie Charlotte wel te genezen door haar een harmonische levens orde op de dringen? Liep men daarmee integendeel niet het gevaar een ongezonde toestand te scheppen, die elk ogenblik in een acute ziekte kon overgaan? Bovendien had men in de officiersvilla te Vincennes telkens het bezoek van een der zusters van Sofie Charlotte te wachten, dat de moeizaam verworven orde in de war kwam sturen en haar weer deed verzinken in de oude sfeer van Wittelsbach, waarvan de onuitroeibare aantrekkingskracht het verstrooide groepje steeds weer langs allerlei geheimzinnige wegen bijeenbracht. Marie Sofie leidde een ongedurig bestaan. Momen teel hield zij zich op in Parijs, ontgoocheld, onver schillig voor alles. Zij had haar tanden bruin gerookt en droomde van paarden fokken. Elisabeth zwierf door Europa onder de schuilnaam gravin van Hohenembs. Onder de uitgelezen toiletten van Worth verborg zij een ontgoocheld hart vol bitterheid en ironie. Ook Mathilde, al even onbestendig van aard verscheen nu en dan ten tonele, de gezond heidstoestand van haar bekla.e-» man een uitstapje toeliet. Hun aanwezigheid bracht in - - villa der De betere soorten thee van regerings. en voormalige Nederlandse plantages in Indonesië worden thans rechtstreeks naar de buitenlandse consumenten ge ëxporteerd. De minister van produktie, kolonel Suprajogi, heeft de P.P.N. Baru (het regeringsbureau dat het beheer voert over de plantages) bevolen, thee en andere belangrijke produkten zoals rubber niet meer te verkopen op de binnenlandse markt, behalve aan de Indonesische fabrieken. Handelskringen delen mede dat op de binnenlandse markten onmiddellijk na het besluit van de regering alleen nog produkten van particuliere plantages verhandeld werden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 7