aan Westduitse steden leggen nozem-cartotheek Iedere Halhstarkegaat mee naar het bureau voor foto s en vingerafdrukken Deelstaten plegen overleg Het geven te dikwijls een sluitpost Rapport over welvaart en welvaartsdenken 1 Kreymborg Stijlvol te laat komen Waarom nog niet aangepast? Forensen Minister Beerman opent Huis voor halve vrijheid Vechter voor de Vrijheid Vragen over stichting Wilsveen De toelating tot Nieuw Guinea Unieke instelling in Amsterdam Huurcompensatie voor I -i trekkers A.O.W. en A.W.W. A.O.W. voor missionarissen Kindje overleden aan brandwonden OECUMENISCHE RAAD VAN KERKEN 32.s° Mijnwerkersbond wil loonsverhoging BURGEMEESTERSBEZOLDIGINGEN Vragen over expeditie naar Sterrengebergte UW TAFCLDRANK. UW TAFELWATER Dr. J. M. Somer DONDERDAG 22 OKTOBER 1959 PAGINA 5 Verstopte zich in brandende schuur Heren Pullover Zuiver wol. Alle modekleuren 25 zaken in Nederland OVER DE GOEDE TOON EN GLADSTONE Wie zei dat Eet chic staat om een beetje later te komen? Een misverstand! Maar als U, natuurlijk buiten Uw schuld, toch te laat in schouwburg of theater zoudt komen, doe het dan in stijl! Passeer die rij mensen met het gezicht naar hen toe. (U bent zelfs in staat om in het donker veront schuldigend te kijken.) Ontzie de kostbare avondschoentjes en fluister een woordje van dank. Gelukkig-, U zit. Nu was U de laatste. Maar in de pauze bent U de éérste. De eerste die aan Uw gezelschap een sigaret presenteert. Gladstone natuurlijk. Want Gladstone is - met of zonder Silk Filter - een sigaret die iedereen voldoening schenkt. VOORNAAM EN AANGENAAM PRINS BERNHARD IN GORITIBA Vcor familiegebruik, in 1/1 lilerschroefflessen Voor familiegebruik, in ï/i lilerschroefflessen Na het optreden van „rock 'n roll- koning" Bill Haley in Hamburg moest de stedelijke politie in het geweer komen om duizenden opgewonden no zems te verspreiden. Agenten met de stormband om de kin en de gummi knuppel bij de hand herstelden de orde. De schade aan het gebouw be droeg 20.000 gulden. (Van onze correspondent in Bonn) In Goslar zijn dezer dagen de minis ters van binnenlandse zaken (onder u wie de politie ressorteert) van de elf Westduitse deelstaten (Groot-Berlijn neegerekend) bijeengekomen om uit voerig te spreken over het probleem der «Halbstarken» zoals men in de Bonds republiek de nozems" pleegt te noe men. Het valt niet te ontkennen, dat """Wanneer ook in West-Duitsland de ''Halbstarken" geen nieuw fenomeen zijn in de laatste tijd de door „no- zerns" gepleegde gewelddadigheden met zonder beroving, met en zonder ver nieling van andermans eigendommen sterk zijn toegenomen. Hetgeen overi gens naar de eenstemmige mening v.an de verzamelde ministers geens zins betekent, dat deze verschijnselen In de Bondsrepubliek nu ineens ernsti ger vormen hebben aangenomen dan in andere landen. p Einde vorige maand kwam het in de ■oondshoofdstad Bonn plotseling tot vrij ernstige ongeregeldheden tussen de al Qan niet gemotoriseerde jongelui met de leren jasjes, de rode blousen en de zwarte, eng-pijpige spijkerbroeken en ?e hoofdstedelijke politie. Honderden jongelui waren er bü betrokken, maar maakten een grotere rel dan de ®5-000 mijnwerkers uit het Roergebied, u'e daags tevoren in Bonn hadden gede monstreerd. Aangenomen mag worden, dat de uit barstingen in Bonn hebben geleid tot "et initiatief om de landelijke ministers van binnenlandse zaken bijeen te roe- Pen om over de oorzaken van het 110- j^m-probleem en de bestrijding er van 'e spreken. Hier heeft nl. de federale structuur der Bondsrepubliek het grote nadeel, dat niet van hogerhand en van oen centraal punt bepaalde richtlijnen kunnen worden vastgesteld inzake het optreden tegen de „Halbstarken". De Politie behoort in elk der deelstaten nl. tot de orde-instrumenten van de lande lijke regeringen. Men kan dus hoog-uit ouderling overleg plegen en bepaalde maatregelen op elkaar afstemmen. De conferentie van de ministers van binnenlandse zaken was het er over eens, dat één van de voornaamste oor zaken van het toenemende nozem-pro bleem moet worden gezocht in de om standigheid, dat do tegenwoordige jeugd die overigens met beter of slechter is dan die in vroegere tij den over te veel geld beschikt, het zij dat zij te veel zakgeld krijgt (de Westduitse jeugd geeft per jaar meer dan 200 miljoen mark uit!), hetzij dat zij het te gemakkelijk verdient. Daar naast: verveling, veel vrije tijd, vele uiterlijke prikkels („literatuur" en films) en een gebrek aan persoonlijk heids-vorming. Volgens de ministers moet daarom de upvoeding der moderne jeugd tot staatsburgers met verantwoordelijk heidsgevoel op de voorgrond staan van alle maatregelen, die dienen te worden genomen. Anderzijds mag er bij de -.Halbstarken" ook niet de geringste twijfel blijven bestaan, dat de politie- mganen ingeval van relletjes zéér hard handig zullen optreden, zoals dat o.m. m Bonn reeds is geschied. Daar had men de ongeregeldheden snel de kop in gedrukt, nadat de politie flink van de Summistok gebruik had gemaakt. Er werden 87 raddraaiers in hechtenis ge nomen, die de officier van justitie voor nemens is tot strenge straffen te laten veroordelen. Handhaving van de rust en orde, energieke bescherming van de burge- J'U tegen de uitwassen die door enke- hngen worden gepleegd, is de allereer- ste taak van de politie-organen, zo meenden de ministers. Zij vormden e®n commissie, die eens zal nagaan, m niet juist dit vraagstuk der veilig heid en orde er een is, waarbij met "ehoud der deelstatelijke souvereiniteit de federale regering in Bonn zich (Van onze Haagse redactie) Hoe zal de huurcompensatie voor trekkers van het AOW- en het AWW pensioen worden geregeld, is een van de vragen die door de Tweede Kamer worden gesteld in het voorlopig ver slag op de- begroting van Sociale Zaken. Is de minister bereid ook een wijziging in de AOW-wet aan te brengen, waar door zij die in dienst van missie en zending lange tijd buiten Nederland hebben vertoefd, toch voor het AOW- pensioen in aan merking kunnen komen? Men liad hierbij het oog op de huidige bepaling, dat voor het in aanmerking komen voor AOW-pensioen o.a. een vrij langdurig verblijf binnen het rijk als voorwaarde wordt gesteld. Soortgelijke moeilijkheden als voor de zending en missie doen zich voor bij hen, die b.v. als arts of verpleegster, op sociaal of charitatief terrein buiten Nederland werkzaam zijn. Woensdagmiddag ontstond door tot nu toe onbekende oorzaak brand in een schuurtje achter de woning van de heer Cremers te Sittard. Na de blussings- werkzaamheden kwamen de brandweer lieden tot de ontstellende ontdekking, dat zich m het schuurtje het driejarig zoontje van de familie Cremers bevond. Het kind had zich verstopt in een meel ton. Met ernstige brandwonden werd het jongetje naar het ziekenhuis over gebracht, alwaar het is overleden. Advertentie aanvullend en coördinerend kan inscha kelen. Interessante ervaringen wisselden de ministers in Goslar uit. Zo heeft in de deelstaat Beieren de politie goede re sultaten geboekt met „praat-avonden" met de jeugd. Politie-beambten bezoe ken de dansfokalen en spreken met de daar aanwezige jeugd. In verschillende gevallen hebben deze gesprekken onge regeldheden kunnen voorkomen. De po litie is in enkele steden zelfs zover ge gaan, dat zjj zelf dans- en amusements avonden voor de jeugd heeft georgani seerd. Dit heeft ook geleid tot een ver betering van de verhouding tussen jeugd en politie. Daarvoor wordt in West-Duitsland al geruime tijd propagan da gemaakt onder de leuze: „De poli tie, je vriend en helper". Iri Slees wij k-Holstein heeft men van de „Halbstarken" alleen last in de bad plaatsen aan Noord- en Oostzee. Men probeert daar op paedagogische wijze het probleem op te lossen. Frankfurt, de grootste metropool van de deelstaat Hessen is de eerste stad in West-Duitsland die een „Halb- starken"-cartotheek heeft aangelegd. Alle nozems, die zich misdragen, moeten „mee naar het hureau" om te worden gefotografeerd en vinger afdrukken te laten nemen. De andere grote Westduitse steden zullen dit voorbeeld op de duur wel volgen. West-Berlijn legt inmiddels ook al zulk een cartotheek aan. De minister van binnenlandse zaken van de stad-staat Berlijn was de enige die sprak van een „ernstige toestand" in verband met het optreden van de nozems. Hij meende de omvarig ervan vooral te moeten toeschrijven aan de deling van de stad in een Westelijk- en Oostelijk deel. Politieke geschillen lok ken daarbij vaak vechtpartijen uit tus sen de jeugd" uit het Westen en Oosten, die dan weer gevolgd worden door wraaknemingen. De communis opinio in West-Duits land is overigens wel, dat dc politie zo hardhandig mogelijk tegen de „Halb starken" moet optreden. Zachte heel meesters zulien juist hier stinkende wonden maken en de kwalijke reuk van Duitslands gewelddadigheid in jaren van een nog niet zo ver verleden zweeft nog hier en daar in de lucht. West- Duitsland dient er voor te zorgen, zo meent do meerderheid van het volk, dat deze reputatie niet opnieuw op leeft. De bijdragen der Christenen aan de t nieuw arbeidsethos. Zjj hebben te re- Kerk en haar missionaire taak, aan kenen met het op zichzélf toe te juichen Vrijdag en zaterdag zal in Amster dam een conferentie worden, gehouden van vertegenwoordigers van de artsen organisaties uit de zes EEG-landen. De conferentie zal de mogelijkheid van na scholing op Europees niveau van art sen behandelen, waarbij zal worden ge tracht meer eenheid op dit gebied tot stand te brengen. Advertentie Heron pullovers ln wol en Draion v.a. 19.75. Voor jongens, 7 v.a. 14.90 hulpverlening voor in nood verkerende volken, aan culturele organisaties zou den als regel ten minste vijf procent van het netto-inkomen bedragen. Dit is een der conclusies, die de commissie voor sociale zaken van de Oecumenische Baad van Kerken in Nederland in zijn rapport over welvaart en welvaarts denken bereikt. Dit rapport, samenge steld onder voorzitterschap van prof. dr. W. Banning, zal binnenkort beschik baar zijn in gedrukte vorm, tegelijk met enkele studies van hoogleraren over dit onderwerp. Er is niet veel scherpzinnigheid en waarnemingsvermogen voor nodig om te constateren, dat de verdeling van welvaart strijd met zich meebrengt, al dus het rapport. In die situatie wil de commissie voor sociale zaken van de Oecumenische Baad van Kerken een poging doen om het begrip welvaart centraal te stellen om van daaruit na te gaan hoe in het licht van het Evan gelie onze houding tegenover liet over machtige streven naar welvaart dient te zijn. Het eerste deel van het rapport is ge wijd aan de economische kant van het vraagstuk. Dan geeft het de bijbelse waardering en beoordeelt het de wel vaartsideologieën. Tenslotte levert liet een bijdrage in de actuele discussies rond het probleem der verdeling van de welvaart. Bij een beoordeling van de welvaart leert de Bijbel dat welvaart middel moet zijn in dienst van een ho ger redeliik doel. Alle dingen zijn van God en worden door God aan ons toever trouwd. Naarmate de welvaart toeneemt neemt de verantwoordelijkheid tegen over God en de naaste toe. Het uitbannen van de armoede noemt het rapport een eerste opdracht. Het pleit voor verbetering van de inkomens posities van de reeds genoemde groepen en wijst op de taak van Nederland bij het oplossen van het armoedeprobleem in de wereld. Bij een uiteenzetting over de reclame verzet de commissie zich tegen de com merciële reclame in radio en televisie, omdat een deel van de moderne recla me optreedt in vormen, die zedelijk ge sproken ontoelaatbaar en onwaarachtig zijn. Er zijn geen waarborgen, dat deze vormen niet via dc moderne communi catiemiddelen de huiskamers binnen dringen. In de paragraaf welvaart en ascese merkt de commissie op, dat de situatie, waarin de verst ontwikkelde geïndus trialiseerde landen, daaronder ook ons land, met vergroting van welvaart als gegeven en als perspectief, de vraag van de besteding der welvaart uiterma te actueel maakt. Er zit aan deze vraag een algemene sociale kant evenzeer als een persoonlijke. Wat de persoonlijke betreft gelden nu de volgende overwe gingen: 1. Het is de Christen stellig geoorloofd van de goede dingen des levens gebruik te maken en die met vreugde en dank baarheid te genieten; 2. Hoezeer in het huidig tijdvak der industrialisatie verschuivingen mogen optreden," en de machine arbeid van de mens afneemt, de moderne maatschap pij en haar welvaart berusten in ver sterkte mate op arbeid en verantwoorde lijkheidsbesef, die tot een bepaalde in getogenheid en afweer van verspilling leiden; 3. Onze persoonlijke welvaart is niet alleen een middel om te leven, maar evenzeer om te geven. Het ge ven is te dikwijls de sluitpost van ons persoonlijk budget. Het zou voor een Christen gewoon moeten zijn, om het geven als een noodzakelijk element in zijn „begroting" op te nemen. Om te concretiseren: het geven aan kerk en zending, aan hulpverlening voor in nood verkerenden, aan culturele orga nisaties zou voor leden der christe lijke gemeenten naar onze mening als regel tenminste vijf procent van het netto-inkomen kunnen bedragen. 4. Wij zullen moeten leren, bepaalde vormen van overvloedige consumptie af te wijzen, niet slechts met het oog op het feit dat op zeer vele plaatsen in de wereld middelen nodig zijn 0111 het bestaanspeil der bevolking te brengen op ten minste een minimum, maar niet minder op grond van de overweging, dat de militia Christi in deze wereld van zijn volgelingen vergt een vrijwillig zich ontzeggen van die weelde, <lie gees telijk en zedelijk verslappend moet wer ken (1 Corr. 6: 12; 9: 34-27 en 10 23-24). Wij menen dat deze gedachte een inte grerend element in de opvoeding be hoort te zijn, in gezin, school, jeugdor ganisatie, sociale organisaties, kerk. Daarmee raken wij, zo vervolgt het rapport, aan de algemene sociale kant van het vraagstuk. De volken van de verst ontwikkelde geïndustrialiseerde landen worstelen met de vraag van een feit, dat armoede kan worden geban nen, dat het levenspeil van de brede volksmassa gestegen is en nog verder stijgen zal. Dat vraagt om een nieuwe collectieve levensstijl die persoonlijke en sociale verantwoordelijkheid vooronder stelt. De zuiging van een eudemonistische welyaartsideologie (alleen gericht op genieting) is sterk genoeg. Christenen hebben te pleiten voor een soberheid uit dankbaarheid, die bereid is de soli dariteit met volken uit onderontwikkel de gebieden in daden om te zetten. Het is onze overtuiging, dat ook het vraag stuk van onze Westerse relatieve wel vaart juist door Christenen moet worden gesteld in wereldverhoudingen. Meer nog van de persoonlijke ingetogenheid behoort het vraagstuk van 'n nieuwe le vensstijl voor de welvarende volken als geheel een integrerend element in de opvoeding te zijn. Christenen mogen zich duidelijk bewust zijn dat hier vooral sprake is van een „Gebot der Stunde", een concrete daad van gehoorzaamheid. Het hoofdbestuur van de Algemene Bond van werkers in het Mijnbedrijf te Heerlen heeft een brief gezonden aan de Mijnindustrieraad, waarin het stelt, dat het noodzakelijk is, dat de mijnwer kers een loonsverhoging krijgen. De be loning van de mijnwerkers kan niet ach terstaan bij die van werknemers in an dere industrieën, aldus de brief. Het be stuur schrijft verder, dat de kolenindus- tne zich weliswaar in een moeilijker situatie bevindt dan voorheen, doch de ze situatie kan een tijdelijk karakter hebben en is voorts voor een groot deel te wijten aan het feit dat niet op tijd maatregelen zijn genomen om de in voer van kolen te remmen. 'fggiSttBSüS, 20 STUKS F f/. Sinds ik forens, ben ik meer gaan beseffen, dat een mens voor een deel wordt gemaakt door de om standigheden. Toen ik er pas mee begon, stond ik er nog wat vreemd tegenover. Ik stapte onbekommerd de trein in en ik zag iedereen denken; „Gut, die is een dagje uit". Inmiddels kén ik iedereen. Dat wil zeggen, alléén van gezicht. Maar men sen die elkander alleen maar goed „van gezicht" kennen, zijn daardoor meestal diepere lotgenoten dan dege nen die op de hoogte zijn van elkan ders levensachtergronden. Wij, forensen, begrijpen eikander woordeloos, 's Morgens gaan wij naar ons werk, 's avonds keren wij weer in de schoot van ons gezin terug. De banden die ons tezamen houden, zijn van bijzonder elementaire aard. Wi.i weten alles van elkaar zonder ooit van gedachten te hebben gewisseld. Als wij 's avonds in de trein tegen over elkander zitten denken wij: „Nou. nou, die heeft een goede dag gehad" of: „Die heeft vandaag ruzie gehad met zijn baas". Maar wij spreken elkaar nooit aan. Alleen, de meeste forensen zeggen 's morgens: „Werk ze" en 's avonds „Eet ze". Laatst was er een beginneling die zich vergiste en die 's morgens per ongeluk riep: „Eet ze". Ik heb ge hoord, dat hij inmiddels weer naar de stad is verhuisd. De Tweede Kamer heeft minister Toxopeus gevraagd waarom de burge meestersbezoldiging nog niet is aange past aan de salarismaatregelen voor het rijkspersoneel per 1 april 1958. De vraag komt voor in het voorlopig verslag op de begroting van Binnenlandse Zaken. Is de minster bereid, aldus een an dere vraag, om het salaris en de ambts toelage van de burgemeesters in de kleinere gemeenten nog eens te bezien? Wil de minister ook zjjn besluit over de korting voor het genot van ambtswo ning voor burgemeesters nog eens be zien? De bestuursproblemen in agglomera ties hebben de Tweede Katner gebracht tot een aantal vragen in het voorlopig verslag op de begroting van Binnenland se Zaken. Zo vraagt men zich af of het volstrekt noodzakelijk is dat de minis ter wacht met het bepalen van een standpunt over de stichting van de sa tellietstad Wilsveen bij de Haagse ag glomeratie, totdat de Kamer de nota- Wilsveen heeft behandeld. Wanneer kan het antwoord van de regering worden verwacht op het verslag dat de Kamer over deze nota heeft uitgebracht? In welk stadium van voorbereiding ver keert het wetsonwerp over de stichting en het bestuur van de nieuwe stad Wils veen? Is de regering niet van oordeel dat de bestuursproblemen in het gebied van de Nieuwe Waterweg zodanig ur gent zijn, dat het uitstellen van een be slissing in wezen neerkomt op het ne men van een beslissing? Is de minister al in staat een datum te noemen waarop het standpunt van de regering over het IJ-mond-probieem kan worden bekend gemaakt? Bleef in tussen de vrijwillige samenwerking van de gemeenten in het IJ-mondgebied be stendigd? Runnen over de resultaten hiervan inlichtingen worden verstrekt? (Van onze Haagse redactie) De Tweede Kamer heeft aan minister Toxopeus gevraagd of deze bereid is het toelatingsbesluit voor Nieuw-Guinea zodanig te wijzigen dat toelating van een Nederlander tot dit rijksdeel in be ginsel niet kan worden geweigerd. De vraag komt voor in het voorlopig ver slag op de begroting vein Zaken Over zee. Zoals bekend is voor dit inmid dels opgeheven departement toch nog een begroting 1960 ingediend. Deze zal later worden verwerkt in de begroting van Binnenlandse Zaken. Hoe beoordeelt de regering de resulta ten van de expeditie naar het Sterren gebergte? zo vraagt de Kamer verder. Kan de regering thans afgeronee me dedelingen doen over financiering en voorlopige resultaten? In welke mate heeft de regering direct of indirect subsidie aan de expeditie verleend? Zijn daarbij mede vanwege het bij zo'n onderneming betrokken nationale belang zodanige voorwaarden ge steld dat een mislukking redelijkerwijs uitgesloten mocht worden geacht? Prins Bernhard heeft woensdagoch tend verscheidene Nederlandse kolonies in de Braziliaanse staat Parana be zocht. Hij was dinsdagavond in Curitiba aan gekomen, waar nü de nacht heeft door gebracht als gast van de gouverneur van de. staat, Moyses Lupion. Advertentie Advertentie SPA SPA (Van een verslaggever) Ih Amsterdam heeft woensdagmid dag de minister van justitie, mr. A. C. W. Beerman, het „Tehuis voor halve vrijheid" geopend. Het is een te huis voor mannen die voorwaardelijk uit dc gevangenis zün ontslagen en al vorens definitief hun vrijheid te herkrij gen, a! vast aan de maatschappelijke omstandigheden moeten vennen, met een begripvolle steun in de rug. Dit aan de Prins Hendrikkade ingerichte huis is uniek in Nederland. Het mag, zoals mi nister Beerman het uitdrukte, als een opmerkelijk particulier initiatief van de Vereniging Hulp voor Onbehuisdcn gel den. Het huis is „De Vrede" gedoopt. Mi nister Beerman heeft Paulus' woord „een schrede op de weg des Vredes" genoemd. Tehuizen voor halve vrijheid kende men al bij de kinderbescherming en bij de psychopatenzorg, maar dit voor voorwaardelijk in vrijheid gestelde mannen is nieuw. Het sluit echter wel nauw aan bij de twee tegenwoordige open strafgestichten. Zoals de voorzit ter van do Vereniging Hulp voor Onbe- huisden, mr. U. W. H. Stheeman, ver telde zal het in hoofdzaak als gasten krijgen al dan niet voorwaardelijk ver oordeelden en al dan niet voorwaarde lijk terbeschikking van de regering ge stelden. Over toelating beslist een spe ciale commissie van de reclassering. De capaciteit van het tehuis is 32 bed den, verdeeld over elf éénpersoonska mertjes en slaapzaaltjes voor meerdere personen. Alleen personen tussen 18 en 35 jaar kunnen voor plaatsing in aan merking komen. De duur van het ver blijf zal gewoonlijk zes maanden zijn. Er zal ruimschoots gelegenheid voor recreatie zijn in een huiselijke atmos feer. Men kan er zijn moeilijkheden be praten met de leden van de staf of met leden van reclasseringsverenigingen die er allen het beste voor over hebben om de moeilijke overgang van de ge vangenis naar de maatschappij voor de ontslagenen zo goed mogelijk te laten verlopen. Die overgang is immers steeds zwaar gebleken. De heer R. Haanstra, de directeur van het huis, vertelde er op de openingsmiddag ver schillende staaltjes van. Men zal de mannen weer verant woordelijkheid leren dragen, men zal hen een veilige dekking in de rug geven en gelegenheid bieden de opgeroepen persoonlijke spanningen af te reageren. De gasten in dit huis zullen een werkkring moe ten kiezen en van het verdiende kost geld moeten betalen. Zij hebben de mogelijkheid om op velerlei wijzen weer met de realiteit van de maat schappij in aanraking te komen. De H.V.O. noemt een tehuis als dit „een kwetsbaar experiment". De maat schappij zal bovendien geneigd zijn te denken dat de ontspoorde mens ver troeteld wordt. Elke mislukking zal worden geweten aan „fatale moderne opvattingen". De H.V.O. meent echter zijn taak tot slagen te kunnen voeren door een juiste taakopvatting en door nuchterheid. ÏA r. J. Af. Somer, kolonel der t infanterie van het K.N.I.L. o.d., oud hoofd van het Bureau Inlichtingen der Neder landse regering in. Honden in de oorlogsjaren, wordt vandaag 60 jaar. Wanneer hij ons de juist heid van dit biografische gege ven bevestigt, voegt hij er pein zend aan toe„Ik ben nog juist van de vorige eeuw. En daarin schuilt misschien een voorrecht, want ik ben geen groot bewon deraar van de generatie van onze tijd." Kolonel Somer woont in de laatste jaren met zijn ge zin in Hilversum. Hij is hoofd van de Veiligheidsdienst van de P.T.l. Een man, die over de ge hele wereld heeft gezworven. Borneo en Java kent hij als zijn broekzak. De landen van zuid- Europa, Stockholm in het hoge noorden, Canada of de Britse Eilanden, hij weet overal de weg met hetzelfde gemak als in zijn woning aan de Gijsbrecht van Aemstelstraat. En temeer omdat zijn interesse voor mensen en verhoudingen in de samenleving hem karakteriseert. Zijn studie en loopbaan geven hiervan de bevestiging. „Ik heb dan ook goed in de wereld rondgekeken." Kolonel Somer is Drent van- geboorte. Zijn wieg stond in Assen. Hij doorliep de Kadettenschool van Alkmaar en vervolgens de Militaire Academie van Breda. In juli 1922 ging hij als beroepsofficier naar Indië. „Mijn mooiste tijd was die van 1922 tot 1928 op Borneo en Java. Je moest er van alles doen. Je speelde voor be stuursambtenaar, voor rechter, je had de zorg voor de financiën en voor de veiligheid. Je leerde je redden en je kreeg de gelegenheid te tonen wat je waard was." In 1928 keerde de jonge officier Somer naar Nederland terug. Hij werd aangesteld als leraar aan de Militaire Academie in land- en volkenkunde. Inmiddels had hij zich een grote kennis eigen gemaakt van de talen van de Archipel.- In overleg met de gouverneur van de Aca demie was het mogelijk dat de toenmalige luitenant Somer in Utrecht college kon lopen aan de rijksuniversiteit. In 1934 behaalde hij zijn docto raal indologie en twee jaar later promoveerde hij op een proefschrift over een thema uit de geschiedenis van de staatsrechterlijke wording van de gebieden van de Archipel. Zijn verblijf in Nederland duurde langer dan aanvankelijk was be doeld. Van een terugkeer naar Indonesië kwam niets. In 1939 werd de aanstelling in Breda definitief. Het was het jaar waarin de voormobili satie uitbrak. Kapitein Somer was met vakantie in België. Zijn bestem ming volgens het zakboekje was in oorlogstijd de Generale Staf En daarmee werd de grondslag gelegd voor zijn latere arbeid als bekwame organisator van de Nederlandse Inlichtingendienst in Londen, een stuk werk waardoor hij een niet hoog genoeg te waaraeren aandeel verkreeg in het bevechten van de vrijheid van het land. Toen hij eenmaal in 1939 op de Generale Staf zich bekwaamde als inlichtingenoffi cier werd. dit werk zijn hobby. Na de capitulatie dook hij onder, vertrok in 1942 via Zwitserland en Spanje naar Londen, echter met een reusachtige omweg. De avonturen van kolonel Somer zijn niet in een paar honderd woorden te beschrijven. In Londen werd het zijn taak een Nederlandse Inlichtingendienst op te bouwen. Tot 1943 had men daarin totaal gefaald. Een dienst met honderden medewerkers ontstond. Hoofdzaak was het contact met bezet gebied. De oud-minister-president prof. mr. S. Ger- brandy stak zijn lof niet onder stoelen of banken over de bekwaamheid en „toewijding van dr. Somer." Na de oorlog diende kolonel Somer het land in Indonesië, als de naaste medewerker van generaal Spoor en sedert enige jaren bekleedt hij zijn huidige functie. Een markante man, klein, gedrongen van lichaamsbouw, levendig in zijn manier van spreken; een militair in hart en nieren, iemand die zonder omwegen voor zijn eigen mening uitkomt al zal die ook lijnrecht tegen die van een ander ingaan. Het heeft hem hoe kan het ook anders in de roerige Londense jaren ook vijanden gemaakt, vooral in het kamp van degenen die uit de omstandigheden persoonlijk voordeel meenden te kunnen halen. Kolonel Somer heeft de belevenissen van het B.I. beschre ven in een boek, onder de titel „Zij sprongen in de nacht"; een boeiende reportage die hij in de drie maanden na zijn terugkomst uit Indonesië in 1950 in Blaricum schreef. Het werk van kolonel Somer is geschiedenis geworden; hij heeft er moeilijk van kunnen scheiden omdat het een stuk van zijn leven was geworden. En dat afscheid valt hem altijd nog zwaar. Zijn liefste wens? Na zijn pensioen te wonen in een huisje aan de Loosdrechtse Plassen, met voldoende viswater.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 5