Nog een sfeer van ontreddering in kampen Friedrichsfeld en Ohmstede Ontmoeting met mdie hoven hun krachten w Plannen voor LIQUIDATIE in Wereldvluch telingen jaar ©Klassieke muziekwijk op de plaat Complete uitvoering door het Pascal-kwartet VLUCHTELINGEN ONDER BORDPAPIER MOZARTS STRIJKKWARTETTEN SPOTSPIEGEL Vreemde Vogels rondom ons huis f Boekenvenster^j bepaalde POLITIEKE KLEIN MISSAAL ONDENKBAAR Parapsychologie petroleum DE HAARDOLIE FRANSE GELUKKIG PRAKTIJKEN IN ONS LAND ZATERDAG 31 OKTOBER 1959 PAGINA 11 Wie liet vluchtelingenkamp in Friedrichsfeld, gelegen nabij de Noordwestduitse plaats Oldenburg betreedt, zal bij de eerste aanblik reeds de indruk bebben van geconfron teerd te worden met een klein stukje Oost-Europa. Er wonen in dit kamp nog 577 mensen, voor bet overgrote merendeel Polen en J'erder enkele Russen en Oekraïners. Verreweg de meesten zijn bier al veertien, vijftien jaar. En zij zijn er inmiddels dan wel in geslaagd de omgeving ietwat naar bun landaard te zetten. Voor- Zover een vreemdeling dat althans kan uitmaken. En bij gaat daarbij öf op enkele uiterlijkheden: vrouwen die met enigszins exotisch- Slavische hoofddoeken om, uil de venstertjes hangen, en vooral °P de grote, luidruchtige samenscholingen van kwetterende ganzen ^ie hij overal aanlrelt. Die buitenkant lieefl dan nog wel iets Eendelijks en argeloos, maar de ..binnenkant is essentieel anders, ^at ervaart men ook na een overigens niet al te langdurige, nadere confrontatie. Die „binnenkant" is van een lugubere, bijna onbe schrijflijke ellende. Waar moet men beginnen om dat duidelijk te maken? H.CROON dat niettemin. zuinig - geen roet - meer warmte voor oliehaarden VfcKtSVL-'fcN ZKH %.GRAS TE BEVINDEN iq?et kamp Friedrichsfeld dateert uit Ti®, toen het door de nazi's als l liegerhorst" werd ingericht. Na de I;?vrÜding werd het gebruikt ais toe- hcht.s. en doorgangsoord voor „dis- £'aced persons". Duizenden vluchtelin gen zijn er gehuisvest geweest, zij zijn m-iifjrjpjg geëmigreerd of zij zijn op- ^n°men in het normale Duitse maat- 'aPPelijke leven. Maar zij hebben de |Leer van ontreddering, die zij destijds loeten hebben opgeroepen, achterge- 3ten. Zjj omhult nog steeds de 377, die achtergebleven, die geen moed en in pht konden vinden om hun lot zelf handen te nemen en die zich in- .hiüdels wel op tragische wijze hebben 'Beleefd in hun machteloosheid. De n"esten althans, niet allen. barakken in Friedrichsfeld zijn .'.t steen opgetrokken, de daken echter van bordpapier. Wat van buiten een schijn van vriendelijkheid r' e't, blijkt binnen van een bijna in- ho'la'e, troebele duisternis. Wij heb- ®h gedwaald door de spelonkachtige sangen. Er stond ergens een vrouw pjheund tegen de muur. Wij spraken '«ar aan in het Duits, maar zij ver- °hd ons niet. Zij riep echter een lot genote naderbij, die zich wel in de rr.bHse taal kon uitdrukken en die ons jutnodigde in haar woning binnen te °men. Woning: dat wil zeggen, drie «rtiers, gelijkvloers uiteraard, die er Kj?' eens zo ongezellig, althans keurig «gehouden uitzien. Sommige mensen !7eten zich ook in de meest barre om standigheden wel staande te houden. T>e vrouw begon te vertellen. Zij Verbleef sinds maart 1950 in dit Eamp. Maar zij was reeds in februa- 1940 uit haar vaderland, Polen, gevlucht voor de Duitsers. Na tien laar van zwerven, gevangenschap en °ngewisheid was zjü dan hier terecht bekomen. Zij had het, financieel ge zien, nog betrekkelijk goed. Haar man was metselaar en zij werkte af ?h toe in een nabij gelegen porce- {"'nfabriek. Haar vader Was hier in "et kamp gestorven. Haar broer was geëmigreerd naar Australië: dat was "pe jaar geleden, maar hij had sinds °'en nog geen ietter geschreven. En Jben kan zich die zwijgzaamheid van *|e broer dan ineens wel voorstellen: "O heeft gebroken met het Europa, ?at hem niets dan perfide ellende "eeft gebracht. Hij heeft er mee ge broken, zelfs al woont er nog zijn tamilie. Maar de vrouw voélt het als soort verraad. ..Waarom gaan u en uw man ook ®'et emigreren?" hebben wij ge vraagd. Advertentie SCHIEMDND -H ,,Dat durven wij niet," was het antwoord, ,,ons kind heeft t.b. in de rug." Het is verschrikkelijk zo'n kind te hebben. Het is een ramp als het mede een sta-in-de-weg is waar het de bevrijding beu'eft. Vroegrijpe kinderen Wij hebben in Friedrichsfeld gespro ken met de Duitse kamponderwijzer, een vrij gedesillusioneerd man, inner lijk verscheurd door zijn modeloosheid en zjjn kennelijke behoefte om toch nog iets te redden. Iets? Do kinderen dan nog altijd. Hij heeft er 61, Poolse en Oekraïnse, onder zijn hoede. Het zijn natuurlijk vroegrijpe kinderen. In die halfduistere, spelonkige gangen maken zij van alles mee wat kinderen niet mee behoren te maken. Want, allicht, er zijn tal van ontwortelde, a-sociale elemen ten onder die Poolse vluchtelingen, on der die mensen, die als de wrakke „restanten" worden beschouwd uit. een recent verleden, dat luguber genoeg is om het maar zo spoedig mogelijk te willen vergeten. Er zijn er, die iedere dag, die de goede God hun geeft, drin kend vergooien, die elkander bestelen, die zich te buiten gaan aan sexuele uitspattingen, die zich overgeven aan een doffe apathie. Degeneratie-ver- schijnselen, natuurlijk. Maar wijs met de vinger naar de mensen, die dege nereren na jaren- en jarenlang, men- Fen Poolse vluchteling, getekend door de ellende van jarenlang „displaced" zijn. seltjkerwijs gesproken, boven hun krachten beproefd te zjjn geweest. Kamp Ohmstede Niet zo heel ver verwijderd van Friedrichsfeld ligt het kamp Ohmstede dat uit 1942 dateert en dat werd ge bouwd als „Durchgangslager" voor Russische gevangenen en dwangarbei ders. In de buurt is een massagraf, waar 500 van hen begraven zijn. Nu zijn er, in Ohmstede, nog 375 Letten ondergebracht. Wij durven niet zeggen dat zij er wonen. Niet temin maakt dit kamp een meer or delijke en in alle opzichten zindelij- ker indruk dan dat van Friedrichs feld. Dat is om verschillende rede nen wel enigszins verklaarbaar. Het gaat hier om mensen van een ander sociaal niveau. Noem hen intellectu elen. Maar daar is een anderé om standigheid, die misschien in dit ver band nog zwaarder weegt. De Letten zijn overtuigde en zelfs felle nationa listen. En zij trekken zich daar, juist in hun ballingschap, aan op niet alleen, maar via dat nationalis me vinden en steunen zij elkaar. Zij staan op een Letse nationale feest dag rond hun vlag geschaard. Niettemin is hun ellende slechts gra dueel verschillend van die van de in Friedrichsfeld ondergebrachte Polen. Een jeugdleider uit Riga, een merk waardig man, die een zekere verbe tenheid paarde aan een overvloed aan gevoel voor vriendelijke gastvrijheid, vertelde ons er van. „Ja," zei hij on geveer, „wij zijn felle nationalisten. De verlatenheid in het v luchtelingenkamp-Friedrichsfe ld, „bewoond" wordt. maar lijden zij, die het meest aan hun vaderland gehecht zijn, ook niet het meest onder het zich verbannen we ten? Niettemin zullen onze kinderen Letten blijven, al zullen zij over heel Duitsland worden verspreid." Nationalisme, dat tot steun dient en pijn verwekt tegelijkertijd. Goed. Maar daar is ook in Ohmstede de bijna let terlijk dood gewone menselijke el lende. De strijd tegen de wurgende sleur, die bijna nergens anders kan uitmonden dan in een volstrekte apa thie. Er zijn „Werkstatte" in Ohmste de. Wij hebben in een vertrek mannen en vrouwen bezig gezien met het plak ken van rubberzolen. Dat is natuurlijk geen werk voor hen. Maar als zij niets doen gaan zij in ieder geval te gronde en men moest aanpakken, wat er aan te pakken viel. Bovenstaande, overigens summie re beschrijving van de misère, die opgetast ligt in de vluchtelingen kampen van Friedrichsfeld en Ohm stede, moet dienen, nu, op het mo ment dat men op het punt staat die kampen op te heffen. Wij leven in het „Wereldvluchtelingen.jaar", dat begonnen is op 1 juni 1959 en dat zal duren tot eind mei 1960. Het werd gecreëerd in een algemene vergade ring van de Verenigde Naties, waar een resolutie die tot de instelling er van adviseerde, werd aangenomen. Een van de motto's, die tot lei draad dienen, luidt: „De kampen moeten verdwijnen, dit jaar." Men kan, na Friedrichsfeld en Ohmstede te hebben gezien, met die hartekreet alleen maar volledig instemmen. Het gaat hier wel degelijk om een bevrijding, in de meest letterlijke zin van het woord. Op verzoek van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen nu is een Ne derlands comité bezig om geld te ver zamelen voor de bouw van woningen nabij Oldenburg: 119 voor die van Ohmstede, 100 voor die van Fried richsfeld. En dat zal dan onze vader landse bijdrage zijn voor wat aangaat de liquidatie althans naar het uiter lijke van een brok bijna onzinnige menselijke -tragiek. Want een vluchte ling heeft niets „gedaan", hij draagt zijn ballingschap niet door eigen schuld. Hij lijdt om niets. De omstan digheden hebben hem gestort in een bijna ondraaglijke ellende. Laten wij de omstandigheden nu veranderen. Het Nederlandse comité heeft een streefbedrag vastgesteld van twee en een half miljoen gulden. Dat is en blijft te weinig. Ook voor het bouwen van die 219 woningen. Misschien kan men er 30 procent van de kosten meo dekken. De rest wordt gefourneerd door de Duitse regering. Friedrichsfeld en Ohmstede zijn dus voor een deel onze aangelegen heid geworden. De kampen moeten verdwijnen, in 1960 nog. Maar ook als dat is gebeurd, is er nog geen einde gekomen aan de barre proble matiek rond de redeloze ellende van de vluchtelingen. Misschien komt onzeihulp voor velen, die in Fried richsfeld en Ohmstede hun dagen slijten, reeds te laat, misschien zijn z{j in het geheel niet meer te helpen en kunnen wij alleen nog wat toe komst verzorgen' voor hun kinderen. Maar wij moeten dan in Godsnaam maar het risico nemen van een ten dele vergeefs geboden hulp. In de hoop dat hunloden niet vergeefs is geweest. jSBRMAN HOFHUIZEN De Muzikale Meesterwerkenserie (Paulus Potterstraat 12 te Am sterdam) heeft reeds een goede naam verworven met complete werken- series die zij in de handel heeft ge bracht. Alle symphonieën van Mozart bevinden zich daaronder, evenals Beet- hovens complete strijkkwartetten en de Kwintetten die Mozart geschreven heeft, welke laatste series door de Pas cals voor hun rekening werden geno men. Het Pascal-kwartet heeft nu weer voor M.M.S. Mozarts complete strijk- kwartetoeuvre verzorgd, 22 kwartetten op niet meer dan zeven platen, in een album verzameld en niet een uitvoeri ge toelichting voorzien van prof. dr. Bo ris Schwarz. Mozarts kwartetten zijn duidelijk on derscheiden in verschillende series, die in twee groepen uiteenvallen. Op de leeftijd van 16 a 17 jaar schreef hij er twaalf, die weer in twee doorlopende series onderverdeeld worden: zes Mi lanese kwartetten, die gevolgd wor den door zes Weense kwartetten. (Men schreef in die om inspiratie nooit verle gen tijden werken van een bepaald gen re meestal bij zes tegelijk). Na de vol tooiing der Weense kwartetten in 1773 laat Mozart het genre dan tien jaren rusten. Als hij met de volgende zes voor de dag komt, is hij 26 jaar en staat hij op de volle hoogte van zijn kunnen. Het worden de zes aan Joseph Haydn, zijn vriend en grote voorbeeld in het genre, gewijde kwartetten, die de twee de groep openen. Hun ontstaan is uitge spreid over drie jaren (17821785); in het daarop volgende jaar verschijnt nog het eenzaam gebleven negentiende Kwartet, dat naar de uitgever en com ponist Franz Anton Hoffmeister als Hoffmeister-kwartet bekend is gewor den en vermoedelijk wel door Mozart geschreven zal zijn om Hoffmeister als uitgever een plezier te doen door het maken van een kwartet, dat instrumen taal naar verhouding wat eenvoudiger is dan de andere, al is het dit composi tie-technisch in het geheel niet. Daarna verstrijken er weer drie jaren tot de 1 compositie begint van de eerste drie van een nieuwe serie van zes kwartet ten, aan Mozart opgedragen door ko ning Friedrich Wilhelm van Pruisen. Het is bij deze eerste drie, waarvan de laatste in 1790 werd voltooid, gebleven. Een jaar later was Mozart dood. Het is niet de gewoonte Mozarts kwartetten in cyclische vorm uit te voe ren. De jeugdkwartetten zjjn daarvoor stellig geestelijk nog te kinderlijk, als men dit woord tenminste goed wil ver staan, doch in het algemeen acht men de geestelijke structuur van Mozarts muziek daarvoor niet verscheiden ge noeg. Mozart was inderdaad geen sub jectieve bekenteniscomponist als Beet hoven was, zijn abstracte muzieken, zijn sonaten, kwartetten en zijn sym phonieën zijn geen geestesdrama's. Maar de psychische verscheidenheid van zijn werken op deze gebieden is wel Het gaat er in ieder geval om, de kinderen te redden. zeer groot. Uit zijn strijkkwartetten spreekt dit niet minder duidelijk dan uit de symphonieën. In de intimiteit van zijn muziekka mer met zijn grammofoon, in het nauw ste contact gebracht met deze muziek zal de liefhebber dit nu eens precies kunnen vaststellen, wanneer hij bijv. die zes Haydn-kwartetten nauwkeurig on derling vergelijkt. Er is in de hele lit teratuur eigenlijk niets beters, in die zin, dat er iets zou zijn, volmaakter van vorm en geschakeerder, vollediger van expressiviteit. Ieder van deze zes won derwerken heeft zijn eigen karakter, elk vertoont zijn eigen vorm en factuur, zijn eigen manier, waarmee Mozart de problemen van zijn muzikaal denken oploste. Vorm en inhoud, er is geen onderscheiding tussen beide. Er is geen vorm, die als louter formeel hand werk is te verstaan wegens een tekort schieten van de emotionaliteit; geen in houd, die zich niet op adequate wijze zou kunnen uitdrukken wegens het ach terblijven van het handwerk. De com positiekunst is hier het beleven van dat wat de componist beweegt. Wat hij er vaart is de gedachte, die hij op papier uitdrukt. Het waarlijk klassieke even wicht is geheel en ongebroken, zes ke ren op een verschillende manier. Op dit punt gekomen, is Mozart noch tans niet uitgeleefd. Na het tussenspel met het liefelijke Hoffmeister-kwartet, waarin alweer partiële vernieuwingen van zijn stijl aan de orde zijn, verschaf fen de Pruisische kwartetten hem de aanleiding tot een grondige verande ring. Waarheen die gevoerd zou hebben, ware zij geheel voltooid, niemand die het weet. De uiterlijke aanleiding tot deze nieuwe aanpak is het feit, dat de koning van Pruisen zelf een ontwikkeld cellist was, waardoor Mozart kwam tot het schrijven van zeer zelfstandig uit gewerkte cello-partijen, die ook moei lijker zijn dan de andere stemmen. Dit gaf hem dan vanzelf weer de noodzaak in om ook aan zijn middenstemmen sterker individueel karakter te geven, inzonderheid de altviool. Zo ontstaat een meer opengewerkt klankbeeld, meer sprekend van stem tot stem, waardoor de expressiviteit nog onmiddellijker gaat werken. Het probleem wordt nu hoe deze uiterst individuele expressivi teit in zulk een klein ensemble te bin den in een vast architectonisch schema. Door een nog meer verfijnde Satz- techniek toe te passen, zo luidt het ant woord, dat Mozart geeft. Men heeft wel beweerd van deze Pruisische kwartetten, dat zjj een in zinking betekenen na de volmaaktheid der Haydn-kwartetten. Inderdaad, als men het volmaakte verabsoluteert en het aldus tot een statisch bestaan fixeert. De kunstenaar echter groeit en verandert onophoudelijk. In deze drie laatste kwartetten komen koenheden in de vorm te voorschijn, die zich nog niet eerder hadden voorgedaan, de Satz- techniek wordt verwijd tot doorgewerk te rondo's, de thematiek wordt gecon centreerd tot een eenheid, die de zo veel latere monothematiek reeds duide lijk aankondigt, omkeringen van the ma's worden fuga-koppen, waaruit zich fugato's ontwikkeien, de meest tegen strijdige expressiviteiten worden op korte afstand en tegenover elkaar ge steld, een bepaalde grondstemming wordt opgevoerd tot een razernij van beweging en klank, zoals in de laat ste Finale van het laatste kwartet K.V. 590, en toch wordt de eenheid van de ze veel gelede organismen nooit door broken en blijft de hoogheid bewaard van de pure schoonheid, het meest heftige gevoelsleven beheerst door een onaantastbaar intellect. Welk een af stand tussen dit punt, waarop Mozart moest afbreken en die klare, argeloze en toch reeds alles vermoedende blij heid van de zangerige, eenvoudige jeugdwerken. Men kan dit nu allemaal rustig in zijn kamer beluisteren, vergelijken en opnieuw horen, dank zg het prachtige spel van het Pascal-kwartet, op heel enkele minder gelukkige momenten na zeer verfijnd, precies, licht van toets en puntig. Grote muzikanten zjjn de Pascals bovenal. Ze zijn oprechte dienaars van Mozarts geest. De ko pers van dit album worden daarbij verblijd met een toegift: Mozarts Kla vierkwartetten in g en Es, resp. K.V 478 en 493 en dus ontstaan kort in aan sluiting op de Haydn-kwartetten. Ze worden eveneens gespeeld door de Pas cals met de Zwitserse pianiste Pina Pozzi aan het klavier, niet minder spi ritueel musicienne als haar Franse confraters, en dat in twee stukken die evenzeer tot de grote kostbaarheden der Europese muziek zijn te rekenen. Het is inderdaad een uitzonderlijk be langrijke aanwinst, waarmee hét dis co-repertoire is uitgebreid. L.H. Het boekje „De vogels rondom ons huis" van Jan P. Strijbos, dat in de se rie „Vogelleven in Nederland" versche nen is bij L. J. Veen in Amsterdam, vormt een nieuw bewijs, dat men de vo gels niet bevredigend kan splitsen in categorieën naar biotoop, zeker niet waar het zo'n weinig bepaald biotoop betreft als de omgeving van onze hul zen. Typisch voor de menselijke wo ningen zijn eigenlijk alleen de huismus, huis- en boerenzwaluw, zwarte rood staart, gierzwaluw en ooievaars en bij de laatste drie moet men het begrip woning al heel ruim nemen. Daarnaast zijn er nog soorten als spreeuwen, kau wen, merels e.d., die zich ook of bij voorkeur bij de menselijke woningen ophouden. Als de schrijver zich echter tot deze soorten bepaald had, was zijn boekje erg dun geworden. Hij heeft daarom nog vele andere soorten opge nomen, zelfs verscheidene weidevogels, omdat er „streken te over zijn waar men van achter de ramen kieviten, grut to's, scholeksters, tureluurs, wulpen of kemphaantjes kan waarnemen". Maar daarmee is het hek van de dam: land huisbewoners kunnen yan achter hun ramen vroeg of laat bijna heel de Ne derlandse avifauna te zien krijgen. De bosuil en de kemphaan beide opge nomen zullen daar trouwens niet zo gauw bij zijn. Daarentegen zullen heel veel buitenmensen regelmatig fazanten, patrijzen, grasmussen, geelgorzen, rood- horsttapuiten, graspiepers en veldleeu weriken kunnen zien, allemaal soorten die niet behandeld zijn. De volgels rond om ons huis zijn eenvoudig niet te se lecteren en wat heeft het trouwens voor nut? Wie belangstelt in vogels zal zijn interesse toch niet tot zijn tuin beper ken. Niet alleen de vogeikeuze, maar ook de vermelde bijzonderheden zijn vrij willekeurig. Een soort als de pimpel mees wordt met nog geen zes regels af gedaan, terwijl de merel er 37 krijgt en de kievit 30. In die 30 regels weet de schrijver een verdienstelijk overzicht te geven van de huidige kennis omtrent de kievit; en is zelfs bij tot 1959. Dit doet ons te meer betreuren, dat andere soorten zo summier behandeld zijn. Het boekje is geïllustreerd met fraaie foto's en verhelderende tekeningen en geeft bovendien aanwijzingen over nest kastjes. wintervoedering en vogelvij vers. Bij de laatste is echter een teke ning afgedrukt, die niet in de tekst wordt verklaard. V.L. Advertentie LUST U GRAAG EEN BORRELTJE? Zore du Uw adem fris blijft. Een p»»r pT„.rties in de mond helpen U snel. Potter's Linia is ook een probaat m.ddel teeèn kriebelhoest en opkomende ver- koudheid. Advertentie In handige platte doosjes a 55 cent i De groeiende belangstelling in Neder land voor de parapsychologie verraadt zich o.a. door een snelle vermeerdering van het aantal boeken over deze ma terie. Een waardige bijdrage tot de be staande literatuur in onze taal werd on langs geleverd door pater B. J. J. Vis ser, M.S.C. Deze schrijver gaf zich op zijn beurt moeite de veelheid van expe rimenten, mededelingen en theorieën terzake paranormale fenomenen te se lecteren en te ordenen in de twee hoofd rubrieken: parergie en paragnosie. Zijn benadering van de stof is overwegend kritisch-logisch; hij liet zich leiden door zijn wijsgerig geschoolde ratio en be reikt langs deze weg een afbakening van de meest gangbare begrippen met betrekking tot als waarachtig te be schouwen verschijnselen. Een andere verdienste van zijn boek is, dat het we derom andere buitenlandse publicaties dan reeds elders gerefereerde onder de aandacht brengt. Een en ander op be vattelijke wfjze. Dat ettelijke onderwer pen onvoldoende inzichtelijk bleven is met zozeer aan pater Visser te wijten maar wel aan de huidige beperktheid van ons weten ten deze alsook van onze mogelijkheden om de menselijke psyche te doorgronden. De keurige uitgave van „Parapsy chologie" werd verzorgd door J. J. Ro men en Zonen, Roermond-Maaseik, 1959. m. Advertentie met het hoogste rendement (NADRUK VERBODEN)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 11