KILTDRAGERS: HEEMSCHUTTERS In de Schotse Hooglanden vindt men nog een geheimzinnige wereld Finnen hebben in Porkkala laatste wonde plek geheeld Beste jaar van deze eeuw voor Rijn- en Moezel wijn Laatste pauselijk vlaggeschip H° Bergen zijn als overdekt met geronnen bloed uit het wrede Auld lang syne mmm. (Van een verslaggever) Ze had gloeiend rood haar. Ze was vrij lang, droeg een verschoten rijbroek met leren stukken en een groene blouse. Voor ze haar whisky in één teug naar binnen sloeg, moest ze het haar naar achteren schud den. Want ze verborg er bijna heel haar mooie gezicht achter, als „Drambuie", de kampioens pony van de Royal Highlands Show, het zijne achter zijn grijze manen. Wij hoorden dat zij Au drey Shields heette en twintig jaar was. Zich wat afzijdig hou dend, leunde zij tegen de tapkast van het Balavil Arms hotel, in Newtonmore, in het centrum van de Schotse Hooglanden. Haar verschijning boeide ons, want zij had iets van die wilde, onvermoe de en ook geheimzinnige pracht van Schotland. Dat gloeiende rood van het haar was ook het rood van de bergen. Men kon denken: dat over de bergen het bloed ge ronnen lag uit het wrede, oorlogs zuchtige verleden van Schotland. De ogen van Audrey waren bruin, herfstig bruin als de valleien, die na elke heuveltop opnieuw in de diepte liggen uitgespreid. En ze glansden als de meren, als het koele water van de lochs. Wij zochten met Audrey het gezel schap op, dat zich in diepe zetels een plaats had gekozen om het vonkende houtvuur van het hotel. Een donkere terrier schurkte zich langs onze knieën en strekte zich uit aan de voeten van Audrey. Steun van andere Scandinavische landen (Van onze correspondent in Bonn) Het most-gewicht van een wijn wordt uitgedrukt in öchsle. Het geeft aan, hoeveel grammen een liter most zwaarder is dan een liter water. Honderd graden Öchsle is een resultaat, waarover de wijnboer al tevreden glimlacht. 150 graden öchsle is ^en soort belofte en 200 graden öchsle een geschenk des hemels. Hoe hoger de öchsle-graad, hoe beter de most en hoe smakelijker de wijn. Daarnaar gemeten staat West-Duitsland dank zij de prachtige en langdurige zomer voor een waarlijk sensationeel wijnjaar. Aan de rivier de Moezel is n.l. dezer dagen de hoogste Öchsle-graad sinds mensenheugenis gemeten, n.l. 286. Soortgelijke hoge graden heeft men in de Rheingau gemeten. In kringen der wijnboeren spreekt men thans openlijk de verwachting uit, dat de oogst van dit jaar de „wijn dezer eeuw" zal opleveren, die in kwaliteit alle andere goede jaargangen verre zal overtreffen en zich vooral daardoor zal onderscheiden, dat hij „natur- rein" zal zijn, d.w.z. een hoog eigen suikergehalte zal hebben, dat chemisch niet meer behoeft te worden opgevoerd om de wijn drinkbaarder te maken. Militaire opleiding voor journalisten in Indonesië EEUW CELEDEN TE WATER GELATEN Sixfus V richtte in 1587 de ,Congregazione Navale" op V Er werd verteld en gedronken. Wij wisten buiten in het duister, ergens ver in het westen, het schuimende oceaan water dat met klappend geweld tegen de hoekige rotskust opspatte. Als men daar over de uitgebleekte rotsen klom, proefde men de zilte smaak van de lucht op de lippen. Op dit ogenblik klonk er in het elegante Edinburgh een hoornsignaal, zoals op elk heel uur. Nu was het tien uur en de pubs werden ge sloten. De barkeeper van het North British hotel zou met een ironische glimlach tot zijn gasten zeggen: „Gen tlemen, ik kan u de buitenlucht van avond bijzonder aanbevelen". En in Dundee werd op dit moment de 53-jarige Donald Allan MacDonald, een weerbarstige keuterboer van de Hebriden, gekroond en tot de bard van het jaaruitgeroepen. Op deze „Mod" werden Keltische liederen gezongen door het publiek, dat van overal uit de Highlands naar Dundee was getrokken, ieder met de kilt en het kleed van zijn eigen clan: van de MacLeods, de Mac- kenzies, de Camerons, de Mackinvens. Want bij plechtigheden als deze ko men de geruite kilts weer te voorschijn. Dan kan men ieders naam lezen in het kleurenpatroon van de rok. En dan zal zeker niemand die MacGregor heet een Campbell een blik verwaardigen, want sinds deze twee clans eeuwen geleden elkaar bloedig bestookten, be staat er eeri vete tussen de Camp bells en de MacGregors. Overigens zijn de Schotten in rok gedurende de rest van het jaar met enkele duizendtallen te tellen. Ontmoet men er een, dan weet men zich meestal met een heem schutter geconfronteerd. Weer schudde Audrey het rode haar naar achteren om een whisky in één keer te laten verdwijnen. Dat is gewoon' in het iand van Whisky Galore. Toch behoort de drankzuchti ge Schot al enkele tientallen jaren tot de legenden. Men hoort van hem zingen in balladen. Men hoort van Loch Drunky, het meer dat door een dronken reiziger werd ontdekt. Maar whisky is nu anderhalf keer zo duur als bij ons de borrel en dat terwijl do prijzen in de Hooglanden zo matig zijn. Wij probeerden Audrey aan het ver tellen te krijgen. Op dit uur klonken aan vele houtvuren in de Hooglanden van Schotland de verhalen. De nevel ging liggen tussen de bergen. De scha pen daalden van de hellingen af op zoek naar de warmere asfaltweg. Zo halverwege de herfst durfde geen vreemdeling de tocht door de mistige moerassen meer aan. De bevolking van de afgelegen valleien was op zichzelf aangewezen, en op het vuur van de haard, de oude liederen, de accordeon, of, bij dorpsfeesten, de danswijsjes van de doedelzak. Ergens in een beschutte boerderij haalde de stokoude Jock MacGillivray herinneringen op aan de rijke, machtige heerser van weleer, MacBrayne, die voertuigen van het ene naar het andere dorp liet rijden, sche pen naar de eilanden liet varen, de postbestelling in eigen handen had, weiden en viswateren kocht, en vele duizenden van die zwartgekopte scha pen liet grazen. En anderen wisten te verhalen van despotische presbyteri aanse predikanten, die opstanden ont ketend hadden en te langen leste ge vierendeeld werden. In de Schotse Hooglanden kwam de elektriciteit eerder dan 's Konings wet. De Engelse bijbelvertaling en de BBC vaagden het Keltische spraakgebruik meer en meer weg, maar de gewoonten en opvattingen bleven. En ook het bij geloof. In dit land kan men nog altijd vee vinden met rode wol om de staart: rood geeft een beveiliging tegen het „boze oog". En dat in bijvoorbeeld Kil- lin het kerkhof geïsoleerd ligt op een eilandje in de rivier heeft tot verkla ring dat heksen nimmer het water over steken. De K.L.M. vloog ons vlugger naar Schotland dan de N.S. ons naar Maas tricht rijdt. Maar in het Schotse hoog land komt men in een heel andere we reld. De namen herinneren er nog vaak aan de rollen in Shakespeares Mac beth. De kastelen vindt men bewoond door hertogen en graven, wier voorou ders het land sinds Richard Leeuwen hart van de ene krijg naar de andere hebben gevoerd. Hier vindt men nog wonderbaarlijke paarden of stieren waarin men misschien de zwervende eenhoorn herkent, hier jagen nog vos sen als weerwolven, vliegt hoog boven de Grampians de adelaar, die even la ter als een zwarte vampier langs de gloeiend rode hellingen scheert. Wij reden bij avond langs het eindeloos lange Loch Ness, waar de maan bleek over de metalige watervlakte scheen. De zwarte slagschaduwen van de ber gen leken te bewegen. Soms trokken dichte sparren een hoge muur op, soms lieten de witte berken een dun licht schijnsel door. „Het monster was er niet", konden wij de volgende morgen lachen. Maar in de buurt van Inverness zijn er velen die je de plaats kunnen aanwijzen waar zii het monster gezien hebben. Neil Gunn bijvoorbeeld, de schrijver van de Highlands, de man die een paar keer per week de zalmen die hij gevangen heeft in een mandje langs de weg zet om die in Inverness te laten verkopen, Neil Gunn schermt met literatuur uit vroeger eeuwen waarin het monster al figureert en hij wijst erop hoe Loch Ness zowel met de oceaan ais met de Noordzee in verbin ding staat, zodat een baarlijke zeedui vel ooit wel eens een verkeerde route genomen kan hebben. Het monster blijkt niet louter het geestesprodukt van een verkomkommerde pers. In het Balavil Arms hotel wierp men nog een vers blok op het vuur. Men sprak over een volgende „ceilidh", waarop een befaamde doedelzakband voor de muziek zou zorgen, en over de volgende grote spelen in Braemar, waar oersterke herders en boeren uit de Highlands elkaar weer zullen be kampen in het torsen van de zwaarste boom, het werpen van de grootste kei, waar jongelieden elkaar op hun pony's in behendigheid de loef trachten af te steken en woeste zwaarddansen uitvoe ren. Daar komt de vreemdeling nauwe lijks. De vreemdeling dwaalt met een boekje in zijn hand en daarin leest hij waar het huis van de hervormer John Knox staat, waar Bonnie Prince Char lie overnachtte op zijn krijgstochten, waar R. L. Stevenson zijn onvermijde lijke tea gebruikte, waar Rob Roy, de door Sir Walter Scott beschreven held, een bloeddorstige Highlander aan zijn mes reeg en waar de bard der barden Robert Burns zich aan zijn whisky te buiten ging. Maar verder naar het noorden kan het de vreemdeling overkomen dat hjj laat bij een kroeg aanklopt, waar het lawaai tegelijk met een zwak licht schijnsel uit de scheuren in de muren dringt. Binnen zal hjj kerels met har de, verweerde koppen vinden en hij zal er misschien even van schrikken, wat eigenlijk een belachelijke reactie is. Want er zal zo'n kerel bij hem aan het tafeltje komen zitten die zijn mes uit zijn kous trekt en naast het glas van de vreemdeling legt, ten teken dat de vriendschap gesloten is. Men zal on dervinden dat het in Schotland nooit te laat, altijd te vroeg is. De whisky wordt er met water aangelengd, waar door de smaak geheel verdwijnt, maar de geest van de drank geheel en al zijn verhelderende en verwarmende in vloed kan uitoefenen. Zomin als het begraafplaatsje voor (militaire) regimentshonden in Edin- burg bepalend is voor Schotland, zo min is het de afgelegen kroeg in het ruige Argyll of Sutherland. Maar het is weergaloos in zijn oneindig gevari eerde natuurschoon en om zijn spor tieve attracties, die in andere Euro pese landen of duurder, of in het ge heel niet te vinden zijn. En overal leeft nog de geest van het „auld lang syne", van de dagen van weleer, toen er bloed vloeide en het spookte in Schotland. Rijdend over goede wegen (waarop nog wel eens een koe of een schaap wil lopen) en wande lend naar de behoorlijke hotels kan men ervan genieten. Wij vernamen in Schotland dat dezer dagen een groot plan gelanceerd is ter ontwik keling van het tourisme. Schotlands machtige man, de miljonair Hugh Fra- ser, stelt aantrekkelijke kredieten be schikbaar aan hoteliers, VW-afde- lingen en besturen van touristische centra. Naar eigen inzicht en met adviezen van een architect, een accountant, een hotelier en de Scottish Tourist Board kan men m vernieuwingen en uitbrei dingen beginnen. Vorig jaar reisden er ruim 4,5 miljoen vreemdelingen naar Schotland. Men dient hierbij ech ter te bedenken dat de Schotten ook de Engelsen onder de vreemdelingen rang schikken en dat slechts een tiende ge deelte van overzee kwam. Schotland zal onder de grootste toe vloed van vreemdelingen zichzelf blij ven. Het is lang genoeg met zichzelf alleen geweest. Wij hoefden Audrey maar aan te zien. Ze was nog altijd met haar gedachten ver weg, vermoe delijk bij haar lievelingspony Silvana. Vanaf haar vierde levensjaar, zo had ze verteld, had ze paard gereden. Men kon zich afvragen of zij wel ooit liever wezens had gekend. Morgen zouden wij haar in haar ele ment zien. Zij zou ons op een pony commanderen en ons met „hurry ups" naar de bergtop leiden. In dit landschap van bergen, meren en kastelen gaat een paard op een eenhoorn lijken, een vos op een weerwolf en een vogel op een vampier. Op de grote spelen in de Highlands stroomt het volk uit de bergdistricten toe. Dan komen ook de geruite kilts weet voor de dag en kan men de clan-namen uit de kleurenpatro ons aflezen. Wie MacGregor heet, zal geen Campbell met een blik verwaardigen. Kerkje van Kyrkslatten weer in gebruik (Van een bijzondere correspondent) Het middeleeuwse Lutherse kerkje van Kyrskslatten in Porkkala, Fin land, is dezer dagen na uitgebreide restauratiewerkzaamheden op plechti ge en feestelijke wijze weer in gebruik genomen. Deze gebeurtenis, die de be langstelling trok van talrijke kerkelijke en wereldlijke autoriteiten in heel Noord-Europa, en die vooral door het Finse volk werd gezien als een natio nale gebeurtenis, had in meer dan een opzicht een symbolische betekenis. Toen de Sovjet-Unie in 1956 besloot het gebied van Porkkala na elf jaar bezetting terug te geven aan Fin land veroorzaakte dit uiteraard grote blijdschap en opluchting, niet alleen on der dé Finnen zelf, maar ook onder de andere Scandinavische volken. De Rus sische militaire basis gelegen op slechts enkele tientallen kilometers afstand van de hoofdstad Helsinki, was des tijds beschreven als een pistool gericht op het hart van Finland. Dok al zag men in dat de strategische waarde van deze basis in verband met de nieuwe krijgsmiddelen aanzienlijk was gedaald en dat de teruggave aan Finland dus geen groot offer beteken de voor de Sovjet-Unie, toch beschouw den de Finnen het Russische gebaar als een verlichting van de militaire druk. Bovendien zag men er een be wijs in voor het succes van de Finse buitenlandse politiek, die er sinds het einde van de oorlog voortdurend op ge richt was geweest goede relaties te onderhoud- met het machtige buur land, terv. -elijktijdig toch een zekere zelfstandig J kon worden behouden. Do vreugde over de teruggave van Porkkala veranderde evenwel spoedig in verontwaardiging en droefheid, toen bleek hoe de hézetters in het gebied hadden huisgehouden. Toen het Rode Leger in 1945 Porkkala was binnenge trokken, was het een vruchtbaar land met goed-georganiseerde, verzorgde gehuchten en dorpen. Elf jaar later was het een woestijn. De akkers wa ren verwaarloosd, de wegen waren verdwenen of vernield, de bossen Wd' ren dichtgegroeid of omgehakt en de boerderijen waren vervallen of uitge' woond. Wat de terugkerende bevolking ech ter nog het meest aangreep was da® het kerkje van Kyrkslatten, be® grootste dorp in Porkkala, door d® Russische soldaten was gebruikt al® speelzaal en volkomen kaal en leeg' geplunderd door hen was achterg®' laten. De graven op het bijbehorend® kerkhof waren geschonden en grafstenen lagen her en der vef' spreid over de akkers of waren 111 sommige gevallen geheel verdwenen- Geen bank, geen beeld en ge®" schilderstuk was in het kerkje ach tergelaten, aan niets was te zien dat het eeuwenlang het bedehuis was g®* weest van de Porkkala-bewoners. Met dezelfde energie als waarmee d® Finse bevolking in 1945 was begonn®" aan de wederopbouw, gingen ook d® Pony-trektocht m Newtonmore, Schotlanas aantrekkelijkste (goedkope) sport. Wie nog nooit op een paard heeft gezeten, trekt in Newtonmore al na een paar uur door rivieren en bossen en langs ravijnen. Geen betrouwbaarder en kalmer vriend dan de pony van de Hooglanden. Zeker is, dat de jaargang-1959 wijn- geschiedenis zal maken, dat hij een wijn zal opleveren waarover wellicht in de komende eeuw nog zal worden ge sproken, hoewel er dan geen 1959-er meer in de 21e eeuwse wijnkelders zal liggen. Een zo natuur-zuivere wijn kan men n.l. niet lang bewaren: hij moet in hoogstens enkele jaren worden opgedronken. Hij is wat de Duitsers met weinig eerbied noemen een „zuip- wijn", en geen wijn waarvan men nu ijl paar honderd flessen moet kopen om ze twee decennia te bewaren en ze daardoor in kwaliteit en waarde te la ten toenemen. Na de goede jaargang-1953 heeft de Westduitse wijnboer hij is eigen lijk maar een boer-tje vergeleken met zijn veel meer producerende Franse en Italiaanse collega's magere ja ren moeten doormaken. Toen kwam het vorige jaar de 1958-er met zijn record-oogst van bijna 5 miljoen hec toliter, die hij tot nu op de huidige dag niet geheel heeft kunnen slijten, en die ook nu nog de vaten in de kel ders om zo te zeggen „verstoppen", terwijl de 1959-er op het punt staat binnen te stromen. Na de 1958-er is de Duitse wijnboer voorzichtig gewor den met superlatieven, maar de feiten omtrent de 1959-er, zoals die tot dus verre bekend zijn geworden, laten Journalisten in Indonesië, die belast zijn met de berichtgeving over mili taire zaken in hun bladen, zullen een militaire recrutenopleiding krijgen, al dus een legerwoordvoerder. Dit besluit is genomer. na overleg tussen de leger leiding en de vakvereniging von Indo nesische journalisten. De betrokkenen zullen les krijgen in militaire uitdruk kingen, exercitie en de bewapening wel geen andere voorconclusie meer toe: hij wordt de „wjjn dezer eeuw", die zich zal scharen in de rij der „gro te" wijnen uit de-'jaren 1911, 1921, 1937, 1949 en 1953. (Zit er dus toch iets in die bewering van kenners, dat men bij goede wijnen altijd de oneven ja ren moet kiezen?). Nog een voordeel heeft de 1959-er: de hoeveelheid te oogsten wijnen zal niet zo verschrik kelijk groot worden als irt 1958. Men schat de oogst op 3.1 miljoen hecto liter, een ongeveer (voor Westduits- land) normale en daardoor makkelijk af te zetten kwantiteit. Een beschei den oogst dus van een meer dan uit stekende kwaliteit, een dubbele zegen zoals de wijnboeren die maar zelden beleven. De wijn-drinker, die van Westduitse wijnen houdt, kan dus van de jaargang 1959 een „edel drupje" verwachten te gen een prijs, die behalve voor de dure „Trockenbeerauslese" niet ho ger zal zijn dan in de afgelopen jaren. Hjj zal echter tot medio 1960 moeten wachten: eerder zal de 1959 wel niet op de markt komen. Zoveel tijd heeft hij nog nodig om tot volle wasdom te komen. In januari 1956 trokken Finse troe pen over de grens van Porkhala, nadat met Rusland een akkoord was bereikt over de teruggave van het gebied van Finland. Aan een bezetting, die elf jaar had geduurd, kwam daarmee een einde. (Van onze Romeinse correspondent) onderd jaar geleden werd op de werven van de Thames Ironworks te Blackwall de „Immacolata Concezione" te water gela ten. Dit 627 ton metende vol opgetuigde schip met een 160 p.k. hulpmotor en een bewapening van acht bronzen achttienponders was gebouwd in opdracht van paus Pius IX. In het Statesman's Year Book van 1870 stond z« aangege ven als liet vlaggeschip van de bescheiden pauselijke vloot, die toen uit drie stoom schepen en een aantal kleine zeilschepen bestond. Het En gelse weekblad The Tablet haalde onlangs de geschiede nis van de Immacolata Con cezione op naar aanleiding van een bericht in dit blad van 100 jaar geleden, dat kardinaal Wiseman uitgeno digd was om te Blackwall een bezoek te brengen aan „het fraaie stoomjacht, dat thans voltooid en geëquipeerd is voor Z.H. de Paus, alvorens het zijn eerste reis naar Ro me gaat maken". De kardi naal nam de invitatie aan en „na de inspectie nodigde ad miraal Manners Zijne Emi nentie en het gehele gezel schap aai een diner bij Love- "tovc. Couverts waren ge legd voor 35 personen". Op 15 augustus .859 meldde de Times onder zijn scheepvaart- berichten, dat de „Immacula- ta Concepconi"(!) Deal in westelijke richting gepasseerd was. De geschiedenis van de deze weer hersteld. De Im macolata Concezione was geen plezierjacht; met haar bemanning van 46 koppen en haar bewapening was zij bestemd voor de bescher ming ier visserij, Zij had echter een statiekabinet aan pauselijke marine gaat terug tot de achtste eeuw. Sixtus V richtte in 1587, zestien jaar nadat een pauselijk smal deel bijgedragen had tot de overwinning bij Lepanto, een speciaal ministerie op, de Congregaz'one Navale, die leiding moest geven bij het beschermen van de Kerke lijke Staat tegen de zeerove rij. De beide in de 18e eeuw in Engeland gebouwde dertig kanons-fregatten, de S. Pietro en de S. Paolo, deden nog convooidiensten in de Middel landse Zee om de schepen tegen de Algerijnse korsaren te beschermen. Na de ver overing van het Apennijnse schiereiland door Napoleon verdween de kleine pause lijke marine, maar later werd het dek, voor het geval de paus er een reis mee wilde maken. In tegenstelling tot de vele jachten, die de Britse werven in de Victoriaanse tijd voor gekroonde hoofden bouwden, jachten, die bijna alle spoor loos verdwenen zijn in de geschiedenis, is het wel en wee van dc Immacolata Con cezione bekend tot haar roemloos einde toe. Het vlag geschip is zijn protectiedien- sten blijven verrichten, tot het in de laatste jaren voor de val van Rome ingezet werd voor patrouillering langs de kust om landingen van troepen van Garibaldi te verhinderen. In 1863 dokte het te Toulon. De Punch spotte: „Waar heeft de paus een korvet voor nodig? Soms als oorlogsbodem om het scheepje van St. Pieter te convoyeren?" Om economische redenen werd het kostbare tuig terug gebracht tot dat van een kleine bark. Bij de val van de tijdelijke macht der pau sen werd het jacht als per soonlijk eigendom van Pius IX beschouwd en behoefde niet overgegeven te worden. Jaren is de Immacolata Concezione werkeloos in de haven van Civita Vecchia blijven liggen, tot de paus haar in 1878 schonk aan de zeevaartschool St. Elme te Arcachon (Fr.), die onder leiding der Domi nicanen stond. De Franse re gering nam de kanons in be slag, maar tot vandaag aan de dag staat nog een kleine mortier met het pauselijk wapen op het terrein van de school. Vijf jaar heeft het jacht als opleidingsschip gefun geerd, tot het in 1883 naar Engeland verkocht werd. Dertien jaar later kwam het weer in Franse handen en heeft het onder le naam „Loire" gevaren. In 1905 brak er brand uit en het schip, dat eens als laatste de purper-gouden vlag voerde en de pauselijke standaard, ging verloren onder de Cor- sicaanse kust. terugkerende bewoners van Porkkala aan de slag om alle sporen van de RuS' sische bezetting uit te wissen. Ui te®' aard had men te worstelen met tali'Ü' ke moeilijkheden en problemen, ma»® nu er sinds de teruggave van Porkkala drie jaar zijn verlopen zijn de bereikt® resultaten beslist verheugend te noem®"j Bijna vier vijlde gedeelte van de ak' kers kan weer worden bebouwd, d meeste boerderijen en huizen zijn we®® hersteld of opgebouwd, de bossen zip voor meer dan de helft weer in cultu®1® gebracht en het wegennet is weer ij1' tact. Het bevolkingsaantal in Porkka'® is evenwel nog steeds niet op hetzelfd® peil als voor de oorlog; tot nu toe is n®' welijks de helft van de oorspronkelijk® bewoners teruggekeerd. De problemen waarmee de bevolking werd geconfronteerd bjj de wederop' bouw van huizen en boerderijen ware11 bijzonder groot. De terugkerende Po®*' kalabewoners waren het er echter ov®r eens, dat het kerkje van Kyrkslatten spoedig mogelijk in zijn oude luiste® moest worden hei-steld. Reeds tijde®1® de eerste weken na de ontruiming doo® het Rode Leger werd men het eens ov®® de restauratieplannen. Toen bleek da® de drie andere Scandinavische land®P er prijs op stelden om aan het herste1 van het kerkje mee te werken, war®11 althans de grootste financiële moeilijk' heden uit de weg geruimd. De inter-Scandinavïsche hulp aal® Kyrkslatten bestond o.a. hieruit, da® Zweden een grote som g°!ds ter b®* schikking stelde, Denemarken een ëe' heel nieuw orgel schonk, en Noorweg®. een waardevol crucifix liet vervaard1' gen door de bekende beeldhouwer J° Suul. Behalve deze officiële hulp ware® er ook talrijke particulieren die waa®' devolle schenkingen deden aan h® kerkje van Kyrkslatten. Daarom werd de inwijding van het geheel geresta®1' reerde bedehuis nog meer dan e®JJ Fins-nationale gebeurtenis het we®® een manifestatie van de al-oude v®1'* wantschap tussen de vier landen. De inwijding van het gerestaureerd® kerkje van Kyrkslatten is er ook eed symbool van dat er voor Porkkala we®® normale tijden zijn aangebroken, en da® het Finse volk vast besloten is om o®" onder moeilijke omstandigheden te blij' ven vasthouden aan de historisc&e tr^" dities van zijn land.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 6