Rotterdam en het hogeschool-rapport NETTE JONGEN of MEISJE Nu door jong en oud aanvaard. 79 ct. een halve liter! De provinciale begroting van Zuid-Holland ruim sluitend Bezinning op naaste toekomst toch nodig CREAM CRACKERS jk y' en zo'n grote fles koffiemelk Conclusies stellen velen teleur Zestienhoven zat vanmorgen diclit Politie-rijwielparade Achtjarige aangereden Benoeming ambtenaar in Hoek van Holland Restauratie-subsidies in Zuid-Holland RONDE HALS NIEUW EN SPORTIEF li." I4.5® KAMPIOENEN BRENGEN SUCCES Restauratie van de molen van de Dijkpolder PAGINA REAM NSC 9S Voor aaa het ontbijt en bij de koffietafel- 's middags voedzaam voor de kinderen - 's avonds als basis voor hartige hapjes - dus van vroeg tot Iaat heerlijk! Patria Cream Crackers „Voorbarig" „Niet doeltreffend" Minderheids.stem Uitbouw N. E. H. zware kwaliteit effen grof gebreid met Noors borduurpatroon In grote en l| kleine jacquard Heerlijk warm! '"n Mens is nooit te oud om te Ieren, dat 21e je maar weer. Ik dacht dat ik alles van koffiezetten afwist, maar ondertussen! Hè, ik ben blij, dat ik Noordster ontdekt heb. Nu kan ik steeds onze visite met 'n extra lekker kopje koffie verrassen. Ja ja, ik hoor ze al zeggen: "Gunst, Oma, wat bent u modern!" Alsof je beslist jong moet zijn om met je tijd mee te gaan! Misschien kunnen ze nog wat van me Ieren - was dat toetje met Noordster vanavond niet héérlijk?"! Verlaging subsidie geesteszieken Financieel persperctief GECONOfNSEERDE MEIK VOOKDtP) 60 PATRI A cent per pat; (Ook „zout-arm' verkrijgbaar) ROTTERDAM, 11 november Het advies van de Commissie Spreiding ho ger Onderwijs en van de Commissie Spreiding technisch hoger Onderwijs, uitgebracht aan de regering, is niet bijzonder gunstig voor de Rotterdamse universiteitsplannen. Wanneer Rotter dam ter sprake komt, klinkt meestal een toon van „afwachten". Positieve sug gesties gaan naar andere steden, in het bijzonder naar Deventer. Een problematiek van geheel eigen karakter, aldus het rapport, levert de met grote snelheid groeiende bevolkings agglomeratie in de omgeving van de ri viermonden, waarvan Rotterdam de kern vormt. Het huidige Rotterdamse gebied is, behalve op de Nederlandse eco nomische hogeschool, aangewezen op op betrekkelijk geringe afstand ten noorden van de stad gelegen instellingen van hoger onderwijs (Delft, Leiden, even tueel Utrecht). De gevolgen van de ontwikkeling van de Europoort, het Botlekgebied en het Deltagebied voor de bevolkingscon centraties ten zuiden, ten zuidoosten en ten zuidwesten van de huidige stad Rotterdam zijn nog niet te overzien. De grootst mogelijke meerderheid van elk der beide commissies (d.w.z. alle leden op één na red.) acht o.m. in ver hand hiermede de beantwoording van de vraag, in hoeverre in de toekomst de hogcr-onderwijs-voorziening aan de ont wikkeling van dit gebied zal moeten worden aangepast, prematuur. Ook de subcommissie, die zich spe ciaal bezig houdt met de regionale aspecten bij de spreiding van het hoger onderwijs, is een gelijke zienswijze toe gedaan, maar zij drukt zich in haar conclusie wat voorzichtiger uit. Zij beveelt aan, het vraagstuk van de oprichting van een universiteit te Rot terdam „in breder verband nauwkeurig op al zijn merites te wegen en daarbij o.m. de ruimtelijke moeilijkheden in de randstad en het relatieve effect van een universiteit in Rotterdam in het geheel der beschouwingen te betrekken". Dezelfde subcommissie heeft berekend dat een te Rotterdam te vestigen uni versiteit weliswaar een aanzienlijk aan tal studenten zou trekken (nl. maximaal 7500 8500, inclusief 2500 a 3500 studen ten aan de Ned. economische hogeschool), maar dat het stichten van een derge lijke instelling uit het oogpunt van sprei ding binnen het westen niet doeltreffend zou werken. Zij zou een groot aantal studenten onttrekken aan de rijksuniver siteit van Leiden (maximaal 2500 op een totaal van 8300 studenten), terwijl er voor de gemeentelijke universiteit te Am sterdam nauwelijks verlichting (600 a 700 op een totaal van 11.000 studenten) zou optreden. Ook een nadere beschouwing per studie richting bleek weinig perspectief te bie den. Voor zover de faculteiten der medi cijnen en der letteren en wijsbegeerte betreft, is volgens de „Commissie Sprei ding hoger Onderwijs" spreiding niet ver antwoord in verband met de ramingen naar de behoefte aan afstuderenden. De commissie heeft ook de gedachte aan de vestiging van een volledige faculteit der wis- en natuurkunde te Rotterdam afgewezen. De commissie meent verder, dat in de opleidingsbehoefte voor de tot een nieuwe faculteit behorende studie richtingen op voldoende wijze kan wor den voorzien door de vier reeds in „rand stad Holland" aanwezige faculteiten. Het ontbreken van een medische en een wis- en natuurkundige faculteit brengt Rotterdam voor de voorziening in de behoefte aan uitbreiding van de tandheelkundige studie in een ongun stige positie. VVel acht de commissie in het licht van de ontwikkeling in de sector der maatschappij-wetenschap pen, een verdere uitbouw van de Ne derlandse economische hogeschool in deze sector verantwoord. In ons algemeen overzicht van het rapport wezn wij al op de mening van de commissie, dat zij de vestiging van een technische hogeschool te Rotterdam niet zou toejuichen in verband met alleen maar een overheveling van stu denten van Delft. Daarentegen zou een vestiging van zulk een instituut in de IJmond niet slechts een ontlasting van Delft betekenen maar ook het aantrek ken van studenten, die anders voor deze studie verloren zouden gaan. Een lid der commissie is van oordeel, ROTTERDAM, 12 november. Even als de luchthaven Schiphol zat vanmor gen ook de Rotterdamse luchthaven Zes tienhoven dicht als gevolg van de mist. Er was hedenmorgen in het geheel geen luchtverkeer. Men hoopte echter op ver betering van het zicht in de middag. De Helihaven in Rotterdam is ook gesloten. Vrijdag en zaterdag a.s., tussen 9 en 16 uur zal er aan het hoofdbureau van poli tie te Rotterdam, afdeling recherche, weer een rijwielparade worden gehouden. Zij, die hun fiets, met of zonder hulpmotor kwijt zijn, kunnen dan komen zien of hun rijwiel er bij is. De achtjarige Jan van der B., uit de Groepstraat te Rotterdam werd gister morgen bij het oversteken op de Plein- weg aangereden door een personenauto. Hij werd met een gebroken rechterbeen naar het Bergwegziekenhuis vervoerd. De Rotterdamse raad benoemde van middag de heer D. van den Burg tot ambtenaar van de burgerlijke stand in Hoek van Holland. dat het onlogisch en onjuist is, een be volkingscentrum als Rotterdam met een inwonertal, dat het miljoen nadert en waar krachtige initiatieven tot ontwikke ling worden gebracht, een instelling van hoger onderwijs te onthouden. Een ander lid (van de Commissie Sprei ding technisch h.o.,) deelt deze mening, doch distantieert zich op grond van de ruimtelijke aspecten voorshands van de genoemde conclusie. Volgens het eerstgenoemde lid dient, indien de beperktheid der middelen tot een keuze noopt, bij de bepaling van de plaats, waar een instelling van hoger onderwijs moet worden gevestigd, het belang van een bestaande, zich krachtig ontwikkelende gemeenschap zoals de Rotterdamse, voorrang te hebben bo ven het belang van een stad of streek buiten het westen des lands, waarvan de ontwikkelingskansen nog onzeker zjjn. De Commissie Spreiidng H. O. beveelt aan met de geleidelijke uitbouw van de economische hogescholen voor zover be reft de faculteit der rechtsgeleerdheid in 1961 een aanvang te maken. Met de toe voeging van de sociologische studie aan de Ned. economische hogeschool te Rot terdam, ware in elk geval niet eerder een eerste begin te maken dan nadat de reële behoefte hieraan, in het bij zonder met het oog op de studie in de handelswetenschappen, zal zijn gebleken. Wij hebben enkele grepen, speciaal op Rotterdam betrekking hebbende, uit het Rapport Spreiding H.O. gedaan. Het lijdt geen twijfel, of in brede kringen van Rotterdam zullen de conclusies van de betrokken commissies tot een gevoel van teleurstelling hebben geleid. Deze conclusies dienen een onderwerp van be- sprekeing en voortgezette studie uit te maken van de Rotterdamse universiteits commissie, waarbij dan o.i. terdege aan dacht dient te worden besteed aan het „academisch klimaat" dat Rotterdam té bieden heeft, niet alleen nu, maar ook wanneer Rotterdams activiteit ten aan zien van de ontwikkeling in de Nieuwe Waterweg volledig is gerealiseerd. Het feit dat de commissie tot een aanbeveling van Deventer, dat een ietwat rustiger le venstempo heeft, is gekomen, is in dezen veelzeggend. Ged. Staten van Zuid-Holland hebben zich genoodzaakt gezien, een verlaging van bet percentage van de te verlenen restauratie-subsidiies in overweging te ne men. De Zuddihollandee normen houden tot dus-ver in. dait behoudens ten aan zien van particuliere woonhuizen en der. gelijke, ten behoeve waarvan 10 pet. wordt bijgedragen een subsidie van 15 pet. in de restauratiekosten wordt verleend. In aanmerking nemende, dat het aantal monumenten in onze provincie verhou dingsgewijs zeer groot is en de daaruit voortvloeiende u-itaaven een onevenredig (leeftijd 8 jaar) voortvloeiende uitgaven een onevenredig zware belasting van de dienst zouden uit maken, zouden Ged. Staten voortaan hst percentage voor nieuwe subsidies (aan vullende subsidies derhalve niet inbegre pen), op 10 gesteld willen zien. Aan een vast percentage geven zij de voorkeur boven een wisselende bijdrage, afgestemd op het percentage va-n het rijkssubsidie, zoa's b.v in Overijssel gebruikelijk is. Zij zouden nl. het rijk niet willen volgen in een subjectieve beoordeling van de ver schillende zich voordoende gevallen. Dit zou ook niet in overeenstemming zijn met het al-gemene subsidiebeleid in onze pro vincie. Bij verlaging van het percentage voor de restauratie-subsidies -tot 10 zal het be drag van de jaarlijks toe te kennen sub- da.es. uitgaande van de veronderstellingen omtrent de te verwachten restauratie-ac- tivi-teiri in deze provincie op de duur da len tot pl.m. 275.000. Wordt voor nog toe te kennen aanvullende subsidies ten behoeve van reeds met provinciaal subsi die onderhanden zijnde resta-urat-i-es het oude percentage va-n 15 aangehouden, dan zal dat jaarlijkse bedrag vermoedelijk ge durende een aantal ja-ren nog ongeveer 300.000 zijn. Dat laatste bedrag zal ove rigens. daar op de reeds op basis van 15 procent gedane subsidietoezeggingen be zwaarlijk kan worden teruggekomen, ge durende de eerstvolgende jaren worden overschreden. Een verlaging van de provinciale bij drage als hierbedoeld. ge-paard aan ver mindering va-n de jaarlijkse afschrijving on de uit hoofde van restauratie-subsidies gedane kapitaalsuitgaven tot 2% pet., maakt het mogelijk met een ve-rhoging van het voor rente on afeohrijvin-g jaar lijks op de gewone dienst uit te trekken bedrag tot 300 000 te volstaan. Bij een zodanige kredietregeiing zal ge durende een lange reeks van jaren op de aangegeven voet kunnen worden voort- gewerkt. Pas na 1980 zal een eventuele verhoging van het krediet in overweging behoeven te worden genomen. Ged. Staten hebben zich voorts beraden over de reeds eerder ter sprake gekomen vraag, of de provincie moet blijven deel nemen aan de financiering van restaura ties van geringe omvang. Aangezien de daaraan verbonden uitgaven in het alge meen geen gewicht in de schaal leggen, achfen zij het niet noodzakelijk alle res taura-hes waarvan de kosten beneden een bepaal^ bedrag liggen, bij voorbaat van subsidiëring van provi-nciewege uit te slui ten Het lijkt niet gewenst en niet nodig met het bepalen va-n het verdere be-leid op de totstandkoming van de nieuwe Monumen tenwet te wachten. In financieel opzicht zal deze wet namelijk, naar het zich laat aanzien, weinig verandering brengen, We-1 zal de eigenaar van een beschermd monu ment verplicht zijn voor het onderhoud zorg te dragen, maar de ervaring leert, dat ook zorgvuldig onderhoud de nood zaak van restauratie na verloop van tijd met uitsluit Bovendien kan de samenstel ling «ar, de nieu-we lijs-ten van monumen ten nog zeer geruime tijd vorderen. Hoe dit echter zij. er behoeft niet te worde-n gevreesd, dat monumenten, voor de in standhouding waarvan rijks- e-n provin ciaal subsidie wordt verleend, niet op die lijsten zullen voorkomen. Op grond van vorenstaande stellen Ged. Staten voor. nieuwe subsidies in de kos ten van instandhouding va-n monumenten voortaar in het algemeen te verlenen tot 10 pc' daarvan en met handhaving van het in 1955 ingevoerde financierings systeem te besluiten met ingang van 1960: le het percentage van de normale jaar lijkse afschrijving te bepalen op 2'/a pet.; borduurpatronen. V (leeftijd 8 jaar) Gevraagd voor het bezorgen van bloemwerk. Bloemenmagazijn De Lelie, Mesdaglaan 2 Telefoon 69640 Drie weken geleden nog onbekend! NOORDSTER 2e. het jaarfijks op de gewone dienst be schikbaar te stelden bedrag voor rente en afschrijving te bepalen op 300.000. He adviescommissie voor monumenten zorg en molens en de adviescommissie voor financiën hebben zich met het vo renstaande kunnen verenigen, met dien verstande dat enkede leden van laatst genoemde commiissie zich ten aanzien van de verdaging van het percentage voor nieu we subsidies tot 10 pet. hun definitief standpunt voorbehielden. Het bestuur van de Dijkpolder (Maas land) verzocht Prov Staten in de op 11.706,geraamde kosten van herstel van de molen van die polder (zie stuk 52.3) een provinciaal subsidie te verlenen. De Dijkpolder. die 543 ha groot is, wordt bemalen door een grote windmolen, date rend van 1718, en een elektrisch gemaal. Een in 1934 in de molen aangebracht sta len scheprad is te klein gebleken in ver houding tot de opvoerhoogte en het ver- mogen, van de molen. Het polderbestuur besloot daarom de molen geheel te res taureren, opdat deze weer volledig voor zijn taak berekend zal zijn. De molen is prachtig gelegen aan de weg van Schip luiden naar Maasland, vlak bij een koren molen, die in 1952 is gerestaureerd. Het polderbestuur heeft inmiddels op dracht verstrekt de in de begroting ver melde werkzaamheden uit te voeren. Daarbij bleek echter, dat meer moest wor den verricht dan waarop in de begroting was gerekend. Naar verwachting zullen de kosten ruim 6.000,— meer bedragen dan in de aanvankelijke raming vermeld, in totaal derhalve ongeveer f 18.000,—. Van dit bedrag kan, blijkens een door de dienst van de provinciale waterstaat ingesteld onderzoek, rond 1.000,worden aange merkt als normaal onderhoud. Do Provinciale Molencommissie heeft er haar waardering over uitgesproken, dat de polder, die ook over een mechanisch ge maal beschikt, de molen regelmatig ge bruikt en onderhoudt en thans tot een uit gebreide restauratie wenst over te gaan. De commissie adviseert in een bedrag van 17.000,subsidie te verlenen. Zich met dit advies verenigende, geven Ged. Staten in overweging in de op 17.000,geraamde kosten van herstel van de molen van de Dijkpolder te Maas land een subsidie te verlenen van 15'/t, tot een maximum van 2.550,—. Kon bij de indiening van de Provincia le begroting van Zuid-Holland voor het dienstjaar 1959 worden opgemerkt, dat er tekenen waren, welke er op wezen, dat de recessie, waarvan de begroting de ge volgen vertoonde, niet verder zou door zetten, thans mag worden geconstateerd, dat de conjunctuur zich inmiddels opnieuw in opgaande lijn beweegt. Gevolgen daar van komen tot uitdrukking zowel aan de inkomsten- als aan de uitgaven-zijde van de begroting voor 1960. De gewone dienst van begroting voor 1959 wees aan uitgaven in totaal aan een bedrag van 29.776.898.-; hiertegen over konden inkomsten worden geraamd tot een totaal van 29.334 120, zodat dekking moest worden gevonden voor een tekort groot 442.778.-; hetwelk' werd ge put uit de algemene reserve. Voor 1960 bleek, indien geen bijzondere dekking&rnaatregelen zouden worden genomen, te moeten worden gerekend op een totaal aan uitgaven van 33.197.301.- terwijl de inkomsten konden worden ge steld op 32.183.706.- als gevolg waar van een tekort zou ontstaan ten bedrage van 1013595.-. Liet de begroting voor 1959, vergele ken met haar voorgangster, een accrès in de uitgaven van rond 2.3 miljoen zien. de thans opgetreden uitgavenstij ging bedraagt plm. 3.4 miljoen. Tegenover dit staat, dat ook de inkom sten ditmaal een aanmerkelijk hoger ac crès vertonen dan van 1958 op 1959 het ge val was. Bedroeg de toeneming toen pl.m. 1.4 miljoen, thans is een stijging met ruim 2.8 miljoen berekend. Bij de overweging van de vraag, op welke wijze in dit tekort ware te voor zien, hebben Ged. Staten zich in het bij zonder afgevraagd, of cr voldoende aan leiding is het provinciaal subsidie in de verplegingskosten van behoeftige geestes zieken en zwakzinnigen nog langer op het tegenwoordige percentage van 25 te hand haven. De meeste andere provincies zijn er ln de laatste jaren toe overgegaan dit sub sidie te verlagen. Gelderland en Noord- Holland hebben zelfs besloten het geheel te beëindigen. Zuid-Holland is thans de enige provincie welke de gemeenten in de kosten van verpleging van bedoelde geesteszieken met een subsidie van meer dan 20 pet. te hulp komt. Mede met het oog op het hiervoren vermelde tekort, me nen Ged. Staten, dat thans het ogenblik is aangebroken om in ieder geval aan die uitzonderingspositie een einde te maken. In dit verband merken zij nog op, dat in gevolge het bij de Tweede Kamer der Sta- ten-Generaal aanhangige ontwerp finan ciële verhoudingswet 1959 de op het ge meentelijke budget drukkende lasten voor armlastige geesteszieken in begin sel voor 80 pet. in aanmerking zullen wor den genomen bij het bepalen van de al gemene uitkering uit het gemeentefonds. Blijkens de memorie van toelichting op dat wetsontwerp verwacht ook de rege ring bij aanvaarding van dat wetsont werp van de provincies geen hoger sub sidie aan de gemeente in bedoelde kosten dan 20 pet. Een verlaging van het subsidie aan de gemeenten in de verpleegkosten van be- 'hoeftige geesteszieken tot genoemd per centage zal voor het provinciale budget 1960 een nettó-bate opleveren van 1.143.000.-, waardoor het aanvankelijk becijferde tekort geheel verdwijnt en an dere maatregelen om in de dekking van dat tekort te voorzien achterwege kun nen blijven. In het ontwerp van de begroting is met een verlaging van het subsidie-percenta ge tot 20 en een evenredige vermindering van het aandeel der provincie in de bij dragen van derden rekening gehouden. Hoewel de begroting 1960 per saldo dus ruim sluitend kon worden gemaakt, zou het onjuist zijn de blik niet wat verder te richten en zich bij een beoordeling van de financiële positie van de provincie niet tevens te bezinnen op de in de naaste toe komst te verwachten ontwikkeling. Daar omtrent kan het volgende naar voren worden gebracht. In de bouw van het provinciehuis zullen zeer belangrijke bedragen moeten wor den geïnvesteerd. De uitvoering van het rijwielpaden plan zal in de toekomst tot een aanzien lijke verzwaring van de lasten op de gewone dienst leiden. Deze zal uit de alge mene middelen moeten worden opgevan gen. Voor de eerste 5-jarige fase van dit plan dient op een toeneming van lasten te worden gerekend, welke in de orde van grootte van 500.000.- a 600,000.- ligt. Het laat zich voorts aanzien, dat de be vordering van de recreatie ook overigens in de toekomst op een groter bedrag van de middelen van de provincie beslag zal leggen. Het schijnt raadzaam uit hoofde van deze drie factoren te rekenen op een gemiddelde jaarlijkse toeneming van las ten met rond 2 ton. Tezamen met 't nor male jaarlijkse uitgaven-accrès zullen deze lasten uit de normale inkomsten verhoging gedekt moeten worden. Hierbij gaan Gedeputeerde Staten uit van de veronderstelling, dat het moAf' lijk zal blijken de jaarlijks toenemen» lasten wegens aanleg en onderhoud v® wegen uit het accrès van de opbreng5 van de wegenbelasting te vinden. Bij e®n jaarlijkse^ netto-investering van ƒ10000000'' zal elk jaar aan rente en afschrijving eert bedrag in de orde van grootte va» 500.000.- a 600.000.- meer vordere»' terwijl voorts op een jaarlijkse toen®' ming van de onderhoudskosten m® 300.000.- ii 400.000— zal moeten den gerekend. Volgens de thans bestaan® regeling zal de opbrengst van de rijtuigenbelasting jaarlijks echter J°® 14 miljoen moeten toenemen om de*, lastenverzwaring voor de gewone die?5, uit de rijksuitkering voor de secundair wegen te kunnen opvangen. Anderzijds, wanneer de voorgenoni® j herziening van de wegenfinanciering stand komt, waarop helaas op dit ment nog weinig uitzicht schijnt te h®' staan, zal het gedeelte van de kosten vf® de wegenzorg, dat thans uit de algem®», middelen moet worden gevonden, ëe^efe of voor een groter gedeelte dan nu uit d nieuwe rijksuitkering voor de wegen kU» nen worden bestreden. Ook menen Gedeputeerde Staten onvermeld te mogen laten, dat bij het c®» lege reeds geruime tijd de opvatting staat, dat de verdeelsleutel van het VL vinciefonds niet in alle opzichten bevr® digend werkt. Bij een onderzoek naar j*. werking van die verdeelsleutel is f»' delijk gebleken, dat de bestaande regel1.' voor Zuid-Holland relatief ongunstig In verband hiermede gaan zij thans na A en in hoeverre het mogelijk zal zijn een billijker verdeling van de middel® van het provinciefonds te geraken. langs deze weg zal derhalve een verbe1® ring van de budgettaire positie der Pr vincie worden nagestreefd. „i. Indien het nodig of wenselijk mocht »<J ken, zou voorts nog herstel van de op®®', ten op de grondbelasting op het vroegeJ. peil, ofwel enige verdere verlaging de provinciale bijdragen aan gemeen1® in de kosten van verpleging van geest®' zieken kunnen worden overwogen. Bij dit alles dient men in 't oog te h°" den, dat de elasticiteit in de loop va» laatste jaren voor een groot deel uit begroting is verdwenen. Werd voorbe®. nog een gedeelte van de wegenuitker».® op de kapitaaldienst gebracht, sinds etI.' ge jaren wordt deze ten volle onder gewone middelen geboekt. Uitgaven die voor restauratie van monument en voor jeugd-, dorps- en buurthuis® worden reeds uit de kapitaaldienst streden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 6