Oudheidkundige vondsten in de Krakeelpolder Fundamenten van Kartuizerklooster bij DELFT ontgraven Afgeronde indruk van de opbouw middeleeuws convent van een SÉ GROOT OPERABOEKvan Leo Riemens Grote uitvoerigheid naast ernstige omissies H Roman van mr. J. Derks DE BIGAMIST I IGEHEIMJ Ridders, indianen en ruimtevaarders O firn 'mm SOMS AUTOBIOGRAFIE, SOMS SLEUTELROMAN [nuIzoveeA Wlr, mm. GESLAAGD.... dank zij RESA-HILVERSUM Boeiende kroniek doorbroken door minder geslaagde intrige Leidraad voor verborgen genootschappen DAAR. SITIARD ONZB M GEHAD KLEIN MISSAAL V B ZATERDAG 28 NOVEMBER 1959 (Van een onzer verslaggevers) De dragline vordert maar lang zaam. Twee, drie maal slaat de bak in de omgewoelde aarde, dan wacht de machinist weer op een teken van de man, die met een schop de grond uiterst behoedzaam door zoekt en meter voor meter de grond slagen van een dikke muur bloot legt. Die man is de heer G. Plug, beambte van de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek, en plaats van handeling is de Krakeel polder, waar Delft bezig is met de grootste historische opgraving van zijn geschiedenis. Het was bekend, dat er vroeger even buiten de stad een groot Kartuizer klooster had gestaan, dat in de Spaanse tijd op last van de prins van Oranje moest worden afgebroken om de vijand de gelegenheid te ontnemen zich hierin te nestelen. Door een toeval is men onlangs op de resten van dit gebouw gestuit, toen de voorbereidingen be gonnen voor de bouw van het ge meentelijk ziekenhuis ten westen van Delft. Inmiddels is gebleken, dat het fundament nog geheel in tact is, zodat zich nu voor de eerste maal de mogelijkheid opent een af geronde indruk te krijgen van groot te en vorm ener middeleeuwse Ne derlandse chartreuse. U /Se geven hun eigen in hun eigen blad 2 X Q|J P- mnd. FUSIE VAN „CEN TRUM" EN „NEER- L AND IA" Liturgische weekkalender iimmifmiiimiinimiittHimiHHiiiiiimiiimtiiimmiiiiiiiimiimiiiimiiiiiiiiii INDEX BENADERINGS POLIS ITOM£ELSP£L£RS Voor de eerste maal, want hoewel er in Nederland 9 Kartuizer kloosters hebben bestaan, is het tevoren nooit gelukt hiervan resten te vinden die vol doende gegevens opleverden voor een algehele reconstructie. Misschien heb ben de Delfts" monniken in grote haast aan het prinselijk bevel gehoor moeten geven, waaruit men zou kunnen verkla ren dat er nog zulke aanzienlijke muur- resten in de bodem zijn achtergebleven, en slechts 30 tot 60 centimeter onder de oppervlakte. De enige bestaande af beeldingen van het convent tonen een schilderachtige ruïne, die enkele jaren na de ontruiming nog bestaan moet hebben. Het gebouw heeft nog juist het honderdjarig bestaan kunnen meema ken voordat de ongeveer 20 Kartuizers en vermoedelijk 10 broeders naar de stad moesten uitwijken. Frank van Borselen, graaf van Oosterbant en rid der van het Gulden Vlies stichtte na melijk de Delftse chartreuse in 1469, vermoedelijk op raad van de Bourgon dische hertog Philips de Goede, die een voorkeur voor deze strenge orde Advertentie leder jaar dus een BOEK (ruim 750 pag.t) vol kleuren, foto's, tekeningen, boeiende artikelen (o.a. sport, kunst, hobbies, litera tuur, geloof, politiek, mode, rei zen, film, toneel, muziek) enz. enz. Vraagt een gratis proefnummer of - nog voordeliger zendt ons direct deze bon. EEN GULDEN én 2 GRATIS dec. nrs. Noteer mij m.i.v. 1 januari a.s. als nieuwe abonnee op Qj blad van jonge mensen. j Naam: Adres-..,_ Plaats-. Ik krijg met deze bon de 2 dec.- nrs GRATIS «n bovendien €EN GULDEN'kortmgop het abonne mentsgeld van M 2.75 p. kw. *f 5.- p. halfjaar f*f 9.50-p. jaar Het restant betaal ik vooruit-aan Uw adres.- Administratie „het". Rozengracht 133, Amsterdam, (Postrek. 143666). *J Doorhalen wot mof oorhmqd mooéf De/e bon is tot St. Nicolaas geldig. De beerputten leveren belangrijk historisch materiaal. AMSTERDAM, 27 nov. Het te Utrecht verschijnend katholieke dagblad „Het Centrum" gaat ingaande januari over naar de uitgeversmij. N.V. Neer- landia. Daaromtrent is overeenstemming bereikt tussen de directie van laatstge noemde N.V. en de uitgeefster van „Het Centrum". Het gehele personeel van „Het Centrum" wordt mede overgeno men. De directeur, de heer J. P. van Vonderen. treedt toe tot de directie van de N.V. Neerlandia. ZONDAG 29 november: le zondag van de Advent: eigen mis; credo; pref. v. d. H. Drieëenheid: paars. MAANDAG: H. An dreas, apostel: eigen mis: 2 geb. van ferie; (Breda: 3 geb. voor bisschop, verjaardag van keuze); credo; pref, V. d. apostelen; rood. DINSDAG: Mis van zondag; paars; Haarlem en Breda: H. Eligius, bisschop- belijder; mis Sacerdotes; 2 geb. van ferie; wit. WOENSDAG: Mis van zondag; 2 geb. H. Bibiana; paars. DONDERDAG: H. Fran- ciseus Xaverius, belijder; eigen mis; 2 geb. van ferie; wit. VRIJDAG: H. Petrus Chrysologus, bisschop-belijder-kerkleraar: eigen mis; 2 geb. van ferie; 3 geb. H. Bar bara: credo; wit. Breda en Rotterdam: H. Barbara, maagd-martelares; eigen mis; 2 geb. van ferie; (Rotterdam: 3 geb. H. Petrus): Breda; credo); rood. OFWEL overal (behalve in Breda) vanwege eerste vrijdag van de maand; votiefmis ter ere van het H. Hart van Jezus. ZATERDAG: Mis van zondag: 2 geb. H. Sabbas; paars. ZONDAG 6 december; 2e zondag van de Advent: eigen mis: credo; pref. van de H. Drieëenheid; paar». schijnt te hebben gekoesterd. Overi gens waren er op dat moment al 7 an dere Kartuizer kloosters in de Neder landen, waarvan de eerste in 1336 bij Geertruidenberg werd gesticht. In 1571 kwam echter al het bevel tot afbraak, en ditzelfde lot trof ook tal van andere kloosters en andere gebouwen die naar het oordeel van de prins door de Span jolen wel eens als bolwerk konden wor den gebruikt. Door deze en andere oor zaken werden Geertruidenberg, Mon nikenhuizen (bij Arnhem), Roermond, Nieuwlicht tutrecht), Amsterdam, Zie- rikzee, St.-Oedenrode, Delft en Kam pen weer beroofd van hun chartreuses. De maatregelen tot afbraak van de kloosters, niet zozeer geïnspireerd door haatgevoelens als wel door over wegingen van defensie, hebben wel het einde betekend van de orde in Neder land. De monnjken hebben sindsdien hun heil gezocht buiten de grens. In Calci bij Pisa is het Kartuizer klooster momenteel vrijwel geheel bevolkt door Nederlanders, en al vele jaren worden pogingen ondernomen om de commu niteit naar ons land terug te brengen. In principe is een dergelijk besluit al genomen. De stichting Dionysius de Kartuizer heeft in Tubbergen grond aangekocht en met name mr. H. J. J. Scholtens, de vroegere burgemeester van Beverwijk, spant zich al jaren in om de afgebroken traditie op Neder landse bodem tot nieuw leven te wek ken. Uit de opgravingen in de Krakeel polder is intussen komen vast te staan, dat het kerkgebouw niet bin nen de kloostergalerij heeft gestaan, maar daarbuiten. Op oude tekenin gen is de kapel meestal ergens op het binnenplein afgebeeld. Uit de fun damenten is heel duidelijk de grootte der verschillende vertrekken af te leiden. Zo blijkt, dat iedere monnik de beschikking had over twee ka mers, naast elkaar gelegen, met een gezamenlijke oppervlakte van 48 vierkante meter. Bovendien had iede re geestelijke zijn eigen tuintje van bijna 18 nieter diep, met een water put om de gewassen te kunnen ver zorgen. De vertrekken der monniken waren gelegen aan de buitenkant van de gaanderij, die een carré vorm de van ongeveer 80 bij 90 meter. Nog niet gevonden zijn de fundamenten van de bijgebouwen, zoals het broe derhuis met de refter, keuken en bibliotheek, maar het onderzoek zal ook volgend jaar nog worden voort gezet, omdat de gemeente Delft er graag enkele duizenden guldens voor over heeft om door een nauwgezet en systematisch doorzoeken van deze historische grond iets aan de kennis van de middeleeuwse geschiedenis toe te voegen. Oudheidkamer Voor die kennis zijn de beerputten nog wel het interessantst. Men vond ze op regelmatige afstanden van elkaar en ze bleken gevuld met diverse vrij goed geconserveerde voorwerpen, zoals schaaltjes, kookpotten, een lepel, twee puthaken en wat restanten van schoei sel. Alle vondsten zijn uitgestald op de tafel van jr. H. H. Vos, hoofdingenieur van de Delftse gemeentewerken, die de opgravingen als een welkome stimu lans beschouwt voor zijn archeologische liefhebberij. Hij heeft al het personeel van zijn dienst geïnstrueerd, naar oude voorwerpen en scherven uit te kijken, sinds bij andere grondwerkzaamheden eens de resten van Fries-Bataafs aarde werk te voorschijn kwamen, daterend uit de tweede eeuw na de jaartelling. Tot de recente vondsten, aangetroffen in een der kloosterlijke beerputten, be hoort een fraai beschilderd en gegla zuurd stukje majolica, vermoedelijk een sauskom afkomstig uit Valenzia, en twee andere specimina van Antwerpse majolica, die al te beschouwen zijn als de voorboden van het latere Delfts blauw. De heer Vos is ten zeerste inge nomen met de aanwinsten uit de Kra keelpolder. Hij begint nu al een hele col lectie te krijgen en acht het ogenblik aangebroken, dat Delft eindelijk eens de beschikking zal kunnen hebben over een plaatselijke oudheidkamer, waar voorwerpen, die op de geschiedenis van Delft betrekking hebben, in chronologi sche volgorde kunnen worden uitge stald. Momenteel is alles verspreid over vele zolders in het oude Delft en slechts voor ingewijden toegankelijk. Wellicht is in het Prinsenhof een zaal in te rui men, waar thans alleen nog de Kunst wordt toegelaten. Goede reputatie Omtrent de honderdjarige geschie denis van het Delftse klooster, dat was toegewijd aan de H. Bartholo mew, zullen de opgravingen overi gens niet veel nieuws aan het licht brengen, aangezien deze wel zo onge veer bekend is. Het moederklooster heeft gestaan in Herne, België, waar ook veel monniken uit Delft ver zameld waren. Toen het convent bij Delft was gesticht, kwamen deze Kartuizers zich van lieverlee weer bij hun geboorteplaats vestigen. Om streeks 1550 werden in de Delftse chartreuse nogal eens misbruiken ge signaleerd en vergrijpen tegen de on derlinge naastenliefde en de tucht, maar niettemin hebben de monniken, globaal genomen, een goede reputa tie weten te handhaven. Dat ook de Delftse burgerij hun welgezind was, bleek wel bij de gedwbngen afbraak, toen de Kartuizers in de stad een gastvrij onderdak vonden. Later trok ken de meesten naar het zuiden. Een van hen, Joost van Schoonhoven, be hoorde bij de martelaren van Gor- cum. De meest opzienbarende vondsten worden intussen nog tegemoetgezien, en wel bij de ontgraving der fundamen ten van de bijgebouwen. De rijks dienst voor Oudheidkundig Bodemon derzoek zal de volgende week wegens de weersomstandigheden zijn werk moeten staken, maar is van plan het volgend voorjaar het onderzoek te her openen. Als de architect van het ge meentelijk ziekenhuis dit met zijn plan nen overeen kan brengen, bestaat de mogelijkheid, dat een der kloosterlijke cellen in de oorspronkelijke staat wordt opgebouwd. Dan zou Delft een nog tast baarder herinnering hebben aan de ver gane glorie van de Kartuizer episode. Advertentie (Bekende Schriftelijke Cursus) Mulo A en B - Middenst.dipl. Kerklatijn. Praktiikd. Boekhouden M.B.A. Wisk. M.O. Handelscorr. Fr., D„ Eng. en Nederlands. et Groot Operaboek is een nieuwe uitgave van Elsevier, die uniek is in haar soort. Het is een statig werk van bijna 500 pagina's met 35 in teressante foto-illustraties. Het bevat de neerslag van het levenswerk van Leo Riemens, die al zjjn gedurende 30 jaar verzamelde kennis hierin heeft uit gestald. Riemens heeft hiermee de litera tuur over het verschijnsel opera stel lig op verdienstelijke wijze verrijkt. Het boek is vooral van nut voor hen, die opera-uitzendingen door de radio beluisteren, en voor de bezitters van een opera-discotheek. Het geeft in de eerste plaats de inhoud van alle ope ra's, die nog steeds in het internatio nale repertoire gespeeld worden. Ook worden de titels vermeld van frag menten die op platen opgenomen zijn, maar waarvan de luisteraar de han deling niet kent. Daarnaast worden vele opera's beschreven, die minder bekend zijn, maar in de ogen van Riemens grotere aandacht verdienen. De keuze is dus subjectief gekleurd, zoals elke keuze; de stof wordt er slechts pikanter door. Maar men kan strijden over de weglatingen. In een boek dat zoveel biedt als dit, zijn juist de omissies veelzeggend. Het meest interessant zijn misschien wel de registers achterin. Er is er een van componisten, een van bekende rol len met vermelding van de stemsoor ten, een van aria's, duetten en ensem bles, die vaak door de radio te horen zijn, een verklaring van muzikale ter men en een opsomming van stemsoor ten, die zo gedifferentieerd is, dat, overdrachtelijk gezegd, alle mogelijkhe den tussen een kanarie en ijsbeer er in genoemd worden. Wie weten wil wat het verschil is tussen een bariton-mar tin en een Spielbariton, of waarin zich een cabaletta van een stretta onder scheidt, kan hier terecht. Een ander facet van het boek is de nadruk, die gelegd wordt op de functies van opera-directeur, dirigent en régis seur; deze worden alle uitvoerig be sproken. Zonder twijfel is dit een juist inzicht van de auteur, omdat er door gaans zo weinig aandacht wordt be steed aan het belangrijke werk dat aan elke opera-voorstelling voorafgaat. Ook de geschiedenis van de beroemde thea ters van Milaan, Parijs, Bayreuth, Hamburg en andere steden is boeiend. Tenslotte enige critische opmerkin gen. Het Groot Operaboek verschijnt in een formaat dat gezag wil afdwingen. Het suggereert de pretentie van een vrijwel volledige vraagbaak te zijn. Maar na het goed doorgelezen te heb ben, krijgt inen toch het gevoel iets ge mist te hebben. Opeens realiseert men zich dan, dat er zo goed als geen woord over de kern van het verschijnsel ope ra, de muziek, wordt gezegd. Men krijgt alles te horen over inhoud en ontstaan, verschillende versies, eerste en tweede uitvoeringen, zangers en di rigenten, maar geen enkele musicolo gische bijzonderheid. Geen enkele meer of minder bekende melodie wordt aan gehaald; notenvoorbeelden ontbreken totaal, en dat is in een boek, dat stan daardwerk hoopt te worden een gek verschijnsel. Over orkestbezettingen wordt niet gerept, en daar was bij com ponisten als Monteverdi, Wagner, De bussy of Britten toch heus wel reden voor. Ten tweede valt op, dat het boek niet met de laatste gegevens is bijgewerkt. Veel hedendaagse opera's ontbreken. Hindemith's Mathis der Mahler wordt in de index genoemd, maar een exposé is er niet. Dit is er ook niet van Mil- haud's Pauvre Matelot, van Von Einem's Dantons Tod, van Walton's Troilus and Cressida. zelfs niet van Krenek's eens zo beroemde Johnny spielt auf. En waarom, om maar een voorbeeld te noemen, Mese Mariano van Giordano wél, en Angélique van Ibert niet genoemd wordt, is niet dui delijk. De keus van de schrijver was, zoals blijkt, zéér subjectief. Maar erger dan een subjectieve keuze is het geheel vergeten van de naam van Willem Pij per, componist van de door de Neder- landsche Opera opgevoerde Halewijn, evenals van die van Badings (Nacht wacht) en van Lilien (Beatrijs). Een korte vermelding van alle Nederlandse componisten, die zich met de muziek" dramatiek hebben bezig gehouden. zou dit werk niet ontsierd hebben. Waa* blijft Wagenaar? zullen velen zich vragen; hij is hier van meer betekenis dan de door Riemens besproken Pools® nationale opera Halka van MoniuszkO; die in West-Europa volslagen onbekend is. Dergelijke vermeldingen naast der gelijke omissies ontnemen het overigen5 doorwrochte werk de mogelijkheid off1 als strikt betrouwbare, wegwijzer dienen in het kleurige landschap van d® opera. v. E' ïiillllllllllllllilillllllllllllliliiiiilllllillilliilllllllilillllllllllilllllllllllllllllllillliilillliiliiiiiiiiiiiiliiiilillililllllllllllilllllllllii nilllllillllHlllllllllllllllllllllllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIillllllllllllllllllltllllllltlllllllllllllllllllHllllllllllll: n de jaarlijkse boekenstroom, die zo tegen Sinterklaas pleegt los te bar- sten. is de Haagst uitgeverij Ten Hagen N.V. dit keer vertegenwoordigd met een roman van mr. Jan Derks, die de intrigerende titel „De Bigamist" draagt. Waarschijnlijk was dat de uit gever nog niet genoeg, want op een extra flap vermeldt hij als bijzondere aanbeveling, dat mr. Derks een „ongelovige gelovige" is. Bovendien ont hult de gewone „flap" dat in de persoon van de schrijver een politicus, een filo soof, een apologeet, een dichter, een zakenman, de geestelijke vader van de De enige overgeleverde afbeelding van het Delftse Kartuizerklooster stelt de ruïne voor. Ze dateert dan ook van 1575, vier jaar nadat het bevel tot afbraak was gegeven. radiorubriek „De gewone man", de tijd spiegelaar van „De Tijd", de schrijver van de voormalige Volkskrantrubriek „Binnenskamers" en de reporter van „De Telegraaf" samengaan. Na al deze volslagen onbelangrijke kwalificaties - de enige, die wel ter zake zou zijn: n.l. dat de auteur reeds een reeks boeken en toneelstukken op zijn naam heeft staan, vermeldt de uitgever niet - begint men lichtelijk geïrriteerd te lezen. Het is weer zover, denkt men. Het succes van de Katholieke emancipatie moet blijken uit het gemak, waarmee wij ons bewegen in situaties, waarvan de oude Thomas a Kempis zou zeggen, dat men er zich niet in moet begeven. In dit opzicht echter valt Derks aan vankelijk mee. Hij begint met de prach tige geschiedenis van Auguste Lecomte, die bij een eenzaam strandbad door een plichtsgetrouwe politieman „bloot" wordt aangetroffen en deswege gever baliseerd. Dat verhaal is heerlijk. Het tintelt van genoeglijke ondeugendheid en het werkt als een pittige ouverture, waarvan men voor de rest van de ro man alleen behoeft te onthouden, dat Lecomte bij die gelegenheid zijn trouw ring verliest. Daardoor immers wordt het mogelijk, dat zijn latere ontmoeting in de trein met een. oudere, aantrekke lijke en intelligente vrouw uitgroeit tot de verhouding, waaraan het boek zijn naam ontleent. Lecomte is n.l. hoewel goed, zeer slordig gekleed. Zijn vrouw - een moe der van vele kinderen - heeft het zicht op de details verloren en zo kan het Advertentie 1 Tfu ODMISS 1 MET PRACHTIGE FOTOSj IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIHIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllliniilllllllllllllllllllllllllHIIII Een der leden van de R.O.B. heeft tij dens de opgravingen een trapje ontdekt, dat hij naarstig verder onderzoekt. Leid de het wellicht tot een keldergewelf? »ime (Van onze geheime redacteur) p de rode kaft van het boek staan in het groen vreemde te kens gedrukt. Het schemert de lezer voor de ogen een waarschuwend teken, want eigen lijk mogen niet-in- gewijden dit boek helemaal niet ter hand nemen. Hoog stens is het hun toegestaan het snel door te geven aan degenen voor wie het bestemd is: jongelieden op de leeftijd, die droomt van avonturen, spanning en geheim zinnigheid. De titel van het boek luidt „GEHEIM". Het is verschenen bij een uitgeverij, die zich de passende naam „De gemaskerde bij" heeft aangemeten. Zoals het vroeger was, zo is het nog steeds: de verhalen over ridders en kas telen, over kruistochten en belegeringen en de belevenissen van indianen met wilde mustangs en gevaarlijke bisons spreken sterk tot de fantasie van jon gens in de hoogste klassen van de la gere school en de eerste klassen van het voortgezet onderwijs. De ereregel van de edelen krijgt altijd nieuwe be wonderaars. het indianenspel altijd weer jeugdige beoefenaars. Het boek „Geheim" biedt de knapen een rijke verzameling gegevens en ma teriaal om hun fantasie uit te leven. De schrijver en illustrator L. Hugo de Reede geeft „een leidraad voor het op richten en instandhouden van geheime clubs, verenigingen, verbonden en ge nootschappen." Zonder schuilnaam kan het spel niet gespeeld worden. De jeug dige lezers hebben maar te kiezen: Ha lewijn met de ijzeren vuist, Martinus met de helm, Arnout de woeste, Edu- ard de duister, Geert de onstuimige en nog een dertigtal andere namen staan ter beschikking. Idem dito voor de ge heime indianenclubs. Er worden sugges ties gedaan voor wapenspreuken, speur tochten, indianendansen en geheime re gisters en er wordt uiteraard ook flinke aandacht geschonken aan zulke belang rijke zaken als daar zijn het geheim schrift, het cijferschrift, het masker, knopen- en onzichtbaar schrift en de ge barentaal. In de mapjes, die bij het boek ge voegd zijn, vindt de eigenaar „waarde volle papieren, die beslist niet in handen mogen komen van anderen, die er misschien misbruik van zouden maken" De enveloppes zijn gesloten met een zegel; is dit geschonden, dan moet men de uitgever hiervan in kennis stellen. Het is werkelijk materiaal, waarvan de jongens zullen watertanden. De vol wassene, die ondanks het verbod toch in zo'n mapje kijkt, zal zich wel eens afvragen of het niet wat te veel van het goede is de knapen ai deze stukken zo pasklaar thuis te leveren, maar het boek blijft in andere opzichten niet in gebreke de zelfwerkzaamheid te stimu leren, misschien zelfs tot toekomstige zorg van sommige vaders, wier zonen niet zo vaardig zijn in het bouwen van een burcht of de installatie van ont vangst- en zendinstallatie. Met dat seintoestel komen we aan een deel van het boek, dat tot nu toe nog niet genoemd werd. Na de ridders en de indianen moesten anno 1959 na tuurlijk ook de ruimtevaarders aan de beurt komen. Het gaat niet aan wel te weten hoe een borstkuras en een wig wam gemaakt moeten worden en aan gaande een ruimtehelm, model Cape Canaveral onkundig te blijven. Voor ve le ouders zal het niet eenvoudig zijn antwoord te geven op de klemmende^ vraag hoe een drie-traps raket gelan ceerd moet worden, doch het hoek „Ge heim" neemt de beantwoording van de ze vraag van hen over. De lancering schiet er gelukkig nogal onschuldig uit. En hoe dient een rapport van de com mandant bij een ruimtevlucht opgesteld te worden? Volgens het „geheim genoot schap van ruimtevaarders" aldus; „Aan boord van het ruimtestation Zwerver XI. 15.10 uur. Sinds 14.50 uur hebben wij niets meer vernomen van verken ner XZ-21. Peter probeerde zowel de A- ais de B-golf. doch geen enkel te ken van leven. Wij maken ons dodelijk ongerust. Ik geef nu ten einde raad opdracht over de C-golf te seinen." Het is bepaald instructief. Slechts één instructie kunnen we in deze uitgave minder waarderen: de schrijver sugge reert enige malen nadrukkelijk, dat de jeugdige eigenaar van het (vrij prijzige) boek in de te vormen geheime clubs ook de lakens heeft uit te delen. Een tikje meer democratie zou geen afbreuk behoeven te doen aan de .spanning en het avontuur, waarvoor deze uitgave zulk kostelijk materiaal aandraagt. gebeuren, dat de dame - voor wie Le comte zijn huwelijk verheimelijkt - re gelmatig verstelwerk voor hem verzorgt. Als deze moederlijke vriendendiensten - en daartoe blijkt de gehele „verhou ding" beperkt - op een onzalig ogenblik ook aan anderen bekend worden, krijgt het boek opeens een onverwachte wending. Het lijkt of de schrijver Derks, die tot dusver - kalm vertellend, rustig ob serverend en lichtelijk spottend - aan het woord was, zich plotseling een plicht tot intrige herinnert. Opeens is et een schoft, die Lecomte zakelijk en moreel kapot wil maken, er duikt een anonieme brief op en er volgen ver wikkelingen, die het boek een thriller karakter verlenen. Als daarbij blijkt dat de „bigamie" een bijkans kinderlijke bezigheid geweest is. doet de schrijver - en het lijkt wel of hij het doet uit schaamte over zijn eigen onschuld - o.i. een misgreep. Lecomte, die op een zakenreis naar Frankrijk is, vergrijpt zich in volslagen dronkenschap aan een barmeisje en ter gelegenheid daarvan wordt de lezer getracteerd op een serie religieuze beschouwingen, die èn onno dig, èn onoprecht aandoen. Dan is Derks de man zoals hij op de flap staat afgetekend. Hij moet aan zoveel eisen voldoen dat hij faalt voor de beslissen de: n.l. die van waarachtig roman schrijver. Ook de Derks van het „thriller"-ge- deelte kan ons minder bekoren. Zijn verwikkelingen, hoe spits ook gevonden, schijnen in dit boek misplaatst. Zij vormen met wat daaraan voorafgaat geen harmonisch geheel en als dit boek kwaliteit heeft, dan is het juist om wat zich afspeelt in de bespiegelende, traag voortgaande beginfase vol kleine details en puntige trekjes. Daar vindt men een Derks met sterk autobiografische in slag. Hij schrijft pagina's over de ge sprekken met zijn kinderen, die ont roerend zijn. en er is een scène, waarin hij hoort, dat zijn vrouw weer een kindje verwacht, zo gaaf, dat men alleen al daarom de lezing van het boek mag aanbevelen. Zo is er meer, ook in het licht humoristische genre. Derks heeft geen weerstand kunnen bieden aan de verleiding toch ook af en toe iets van 'n sleutelroman te schrijven. Hij leest een ochtendblad dat hij "De Leugenaar" noemt. (Is dit een van de bladen, waar aan hij volgens de flap heeft meege werkt?) Hij leest een katholiek blad, „De Bode", dat zo saai is. hij kent een tijdschrift voor geloofsverkondiging dat „De Trompet" heet en hij weidt uit voerig uit over een politicus die voor de oorlog zelf minister geweest is en die nu bij iedere kabinetsformatie een belangrijke rol speelt. Deze heer noemt hij „Schipper". Na deze summiere uiteenzetting ligt de conclusie voor de hand.. Het boek heeft een sterk, breed uitwaaierend be gin vol kleine flonkerende details, doch 't faalt op 't moment, waarop de kroni- keur van alle dag springt naar de diepte van de roman. Dan klinkt het verhaal geforceerd en lijken de begeleidende beschouwingen over God en de mensen krachteloos. Men constateert het met spijt, want in dat begin lag de belofte voor een Nederlandse roman, die zou boeien door de glans van zijn alledaags heid. Om wat daarvan op vele pagina's is overgebleven zij het boek de liefhebber toch aanbevolen. Alb. W. Advertentie Inlichtingen omtrent deze nieuwe vorm van levensverze kering, gebaseerd op kosten van levensonderhoud, wor den verstrekt door de erkende assurantietussenpersonen en de N.V. Levensverzekaring-Mii „Aurora" Her«ngroci«t62r Amsterdam.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 8