CHURCHILL vijfentachtig jaar Op geen titel is hij zo trots als op die van Member of Parliament X Muziek propageren: praten of doen D C' m i m BUJARD IN DE VADER VAN HET BRITSE LAGERHUIS DE BONTE WERELD VAN DE CARMELMARKT Geen geboren redenaar ■T Conservatief die twintig jaar liberaal is geweest WITTE KRUIS De politicus II WITTE KRUIS ZATERDAG 28 NOVEMBER 1959 PAGINA 9 DE 4ckt& PIJNSTILLER Hoofdpijn... maarook andere plagende pijnen verjaagt u prompt met WITTE KRUIS. Wie wel eens vergaderingen van het Britse Lager huis heeft meegemaakt waarbij Churchill aan wezig was, zal iets gevoeld hebben van de betovering die van deze man juist in deze omgeving uitgaat. Van alle „Honourable Members" is hij de meest aanzien lijke. Geen lid van het eerbiedwaardige college kan zich beroemen op een zo glorierijke carrière, als de man die in de donkerste dagen van de tweede wereld oorlog het moreel van de Britten en dat van de vol keren in de bezette gebieden wist te sterken met zijn inspirerende woorden. Churchill heeft in het Lager huis, vooral in 1940, met zijn prachtige rollende vol zinnen, die langzaam en op grommende toon werden uitgesproken, de hysterisch schreeuwende Führer keer op keer op vernietigende wijze van repliek gediend. „Niemand kan zeggen hoever het rijk van Herr Hitier zich zal uitstrekken voor deze oorlog voorbij is", zo sprak Churchill op 5 september 1940, „maar ik twijfel er niet aan, of het zal even snel voorbij gaan, of mis schien nog sneller, als Napoleons rijk, al zal dat dan natuurlijk zonder die schittering en die roem geschie den". Churchill heeft in het Lagerhuis waarschijnlijk de mooiste ogenblikken van zijn leven beleefd. Men drukt zich te zwak uit als men zegt, dat hij er zich thuis voelt als een vis in het water. Hij is inderdaad nergens zo in zijn element als in het parlementsgebouw, maar hij is er niet slechts helemaal thuis, hij heeft er ook altijd een dominerende rol willen spelen. Dat begon al in februari 1901, toen hij in zijn „maiden speech" bij zonder de aandacht trachtte te trekken, en dat is zo meer dan een halve eeuw doorgegaan. Boek der zeven zeeën Tel-AVIV, nóv. In de officiële reisgidsen wordt er maar een enkel T woord aan gewijd: aan de Carmelmarkt in Tel-Aviv. En toch is dit eén van de meest fascinerende wijken van de stad. Als de duisternis is gevallen en dat is op het ogenblik al vrij kort na vier uur plaatselijke tijd wordt er bij het licht van stormlampen, oliepitjes en neonbuizen geoffreerd, afgedongen en verkocht. De bezoeker uit Europa raakt niet Uitgekeken op het assortiment van waren: groen-gele mandarijnen, blo wende granaatappelen, zilverwitte knoflook en donkerpaarse aubergines, ^r zijn stalletjes, die overdekt zijn met modieuze damestruitjes. Midden straat bevindt zich een houtskoolkomfoor, waarop een Levantijnse hiaaltijd wordt bereid: stukjes lamsvlees, geregen aan pennen, worden geroosterd en de blauwe walm, die daarvan opstijgt, vermengt zich met 9e geur van gebraden sjalotten en tomaten. Kunstbloemen, snoepgoed en ^Teemde platte broden worden aan de man gebracht. En langs de stalletjes beweegt zich een dichte menigte kopers en kijkers. Op een gegeven ogen blik komén twee neringdoenden als kemphanen tegenover elkaar te staan, twee groentehandelaren, die elkaar met fonkelende ogen en in ondoor zichtig Hebreeuws de waarheid zeggen. Er is maar één woord, dat ons bekend voorkomt. Allebei slingeren ze het hun tegenstander in het gelaat: ■Idioot!" en het is nauwelijks te geloven, dat dit een zeer oud Talmoedisch Woord is...... De marktbezoekers maken vol verwachting plaats voor het welletje en zij praten nog na, als de ruzie al lang is verflauwd en de beide aPPponenten naar hun stalletjes zijn teruggekeerd. Hacarmel Street is een Snort geconcentreerde Albert Cuyp, met misschien een vleugje Pasar Baru; de weeë lucht van de guava's doet sterk denken aan de durian. Het is er kleurig, bont en beweeglijker hangen duizend geuren tegelijk en 95 flaneert een verrukkelijk slag mensen. uiiiimiiiiiiiimiiiiimmiiiimniimmiimiiiiiiiiiiiimmiitiii imiiiiiimiimiiimuiiiiimniiitimiiitmiiHiiHiiiitiiimiiiim m Advertentie Ém Tabletten, poeders of cachets! Üizengoff Street is in Tel-Aviv de straat, waar men flaneert, waar men kijkt en bekeken wo. it. Enige tijd geleden (12 nov. j.l.) hebben wij het verslag gepubliceerd van een reis, die een onzer redac teuren aan boord van een vliegtuig van de „El Al" naar Israël heeft ge maakt, Het nevenstaande artikel is het eerste van een reeks, waarin de ervaringen staan beschreven, die onze redacteur tijdens zijn verblijf in Is raël heeft opgedaan. Churchill heeft in de loop der jaren talloze malen van zijn respect voor het „House of Commons" getuigd. „Het is de citadel van de Britse vrijheid", zo verklaarde hij In oktober 1942. „Het is de fundering van onze wetten". Sir Winston heeft het Lagerhuis betiteld als „The Mother of Parliaments". Het is in zijn ogen de meest voorbeeldige volksvertegenwoordiging ter wereld. Maandag is het 85 jaar geleden, dat Winston Leonard Spencer Churchill, de zoon van Lord en Lady Randolph Churchill, op het buitengoed Blen heim geboren werd. Churchill zal door latere geschiedschrijvers waar schijnlijk beschouwd worden als een van de meest geniale figuren van de eerste helft van de twintigste eeuw. Hij is een uitermate veelzijdig man- Hij heeft zich op briljante wijze on derscheiden als staatsman, als schrij ver en als redenaar. Hij heeft zich doen kennen als historicus, soldaat, schilder, wijsgeer en sportsman, om maar een paar voorbeelden te noe men. Verreweg het grootste deel van zijn leven was gewijd aan de politiek. Churchill heeft zich zelf altijd op de eerste plaats gezien als lid van het Lagerhuis. Aan dit aspect van gnge- lands meest kleurrijke figuur is nevenstaand herdenkingsartikel ge wijd. Het „Boek der zeven zeeën", waar in Anthony van Kampen een reeks ver halen over de zee en haar geheimen, heeft verzameld, is aan een tweede, herziene druk toegekomen. En terecht, want deze bundel van zilte avonturen behoort tot de beste, die er in dit gen re zjjn. Het is een waardevol bezit voor ieder die houdt van de goede zee- mansromantiek. De uitgever is C. de Boer jr. Hilversum. Tel-Aviv weerspiegelt de dynamiek van ISRAEL Churchill heeft al in 1899, toen hij pas 25 jaar oud was, een poging ge daan om een zetel in het Lagerhuis te bemachtigen, maar hij slaagde er niet in om zijn tegenstander te ver slaan. Een jaar later, toen hij zo van de Boerenoorlog thuis kwam, had hij meer succes. Hij werd gekozen als lid voor het district Oldham, met de wel zeer bescheiden meerderheid van tweèhonderddertig stemmen. In zijn boek ,.My Early Life" merkt hij bij de beschrijving van deze overwin ning op: ,,Ik was zes en twintig. Was het te verwonderen, dat ik meende, dat ik er nu gekomen was? Maar gelukkig is hét leven zo gemakkelijk, niet: anders zouden wij al te gauw het einde ervan bereiken". Als Chur chill overigens zijn herinneringen op haalt uit zijn eerste tijd in het Lager huis, schildert hij zich als een suc cesvol politicus. Maar in het opstel van Earl Winterton in het zes jaar ge leden verschenen boek „Churchill by His Contemporaries" wordt een an der beeld van de situatie gegeven. Churchill was. volgens Winterton, evenals eens Disraeli) in zijn eerste Lagerhuisjaren niet populair en hij werd aanvankelijk over het algemeen niet ernstig genomen. De jonge, eer zuchtige politicus werd voortdurend met spot en hoon bejegend. Maar die tegenwerking heeft hem niet geremd in. zijn ontwikkeling. Misschien zou men moeten zeggen: integendeel. Vechtlust is altijd een typische ka raktereigenschap van Churchill ge weest. Zowel op het slagveld als in de vergaderzaal heeft hij zich steeds een moedig strijder getoond, en als rede naar schitterde hij meer, naarmate hij feller werd aangevallen, hetzij in de radio-toespraken van de Nazi's tijdens de oorlog, hetzij, in vredestijd, door de Labour-leiders van „Hare Majesteits loyale oppositie". v, Pierre Gilbert, die zeven jaar lang ■''rans ambassadeur In Israël is ge feest, heeft dezer dagen op zijn af- Scheidstournee gesproken over het ge- jhak. waarmee de Israëliërs in op\vin- ?'ng kunnen raken. ,,U bent toch blijk baar heel sterk een mediterraan volk Sebieven", zei hij en dat was een waar ^"brd. Niet alleen op de markt, maar "ok over de straten en pleinen beweegt ^'ch een mediterraan volk, levendig, Praktisch en met een aanstekelijke nel- £'ng om de conversatie door middel •yan handgebaren breedte en perspec tief te verlenen. Op cle zaterdagavond, wanneer de Sabbath als geëindigd wordt beschouwd, bikt het, of alle 360.000 inwoners van ..LSl-Aviv de grote winkelstraten bevol- £n- Zjj slenteren langs Allenby Road ..zitten op de terrasjes van de Di- i ,?engoff Street. Diar. in het centrum van de stad, krijgt men een kaleidoscoplsche indruk Van het moderne Israël. Bijna alle nu- fices van Joodse orthodoxie zijn er ver- Jfffflhwoordigd: ascetische mannen met baarden en breedgerande zwarte hoe- hen'; modieus geklede vrouwen, die Vf*ak zo onwezenlijk knap zijn, dat men ?'th, aanhoudend verbaast, dat er in Israel niet iedere dag een nieuw Hoog led wordt geschreven; kleine jongetjes •Piet op het hoofd stemmig-zwarte of kleurig geborduurde schedelkapjes, de NPa's. Men loopt, men kijkt, men wordt bekaken. Dé meest opmerkelijke groep vormen P-iaschien de sabra's, die in het land ge boren Israëliërs, die zo genoemd wor den:'naar de vrucht van de cactussen, die overal langs de buitenwegen in het sTof hurken: stekelig van buiten en van binnen. Er wordt van hen ge jogd, dat hun omgangsvormen niet on- berfèpelijk zijn. Inderdaad schromen zij biet om in het hyper-luxueuze Mann- tfhditorium een concert van het Israë- "Sehe Philharmonische Orkest bij te p'ioen en dan gekleed te gaan in shorts Jpans. Uitermate toeschietelijk zijn zy ev'enmin en het aantal hunner, dat de kapse dag op kauwgom kauwt, is aan- ^bplijk. Uien kan dat onwellevendheid noe men, maar men kan het ook anders stellen. Men kan ook zeggen, dat, deze biéuwe Joodse generatie is verlost van e idiosyncrasieën, die het voorgeslacht L" de diaspora en wie weet in de kampen zijn opgedrongen. 'De kelner, die ogenblikkelijk de hou- aanneemt, wanneer men het woord y>t hem richt, is bepaald geen sabra. komt uit Hongarije en heeft zijn vak ?":eerd in Boedapest. Als hij in Israël blijlt, zullen zijn kinderen sabra's zijn. 'ij zullen niet meer in dr houding sprih- *«5u; het zal lijken, of zij jk'ik zijn geworden en of dan hun vader. De W-ijd uit het ghetto en langer van zij blonder sabra's zijn ^BRmct ïte tred wandelen zij temidden van *ie«den en vriendinnen over de Di- ^h'goif Street. "Ergens in een Italiaans eetpaleis van b'U:oom en glas wordt onze aandacht Svirokken door een merkwaardig tafe- beei. Grootvader en grootmoeder gaan 'bet hun kleinkind „buiten de deur" ^ten. Er is nog een vierc' hongerige klein bruin hondje, dat grootmoe der op haar wei-gecapitonneerde heup dt'dagt. Grootvader bestelt één bord soep. Hy neemt zelf een paar lepels vol, veegt dan ayn mond en zjjn snor af met de rug van zijn hand en schuift, met. een meesterlijk geacteerde verach ting voor de overige bezoekers van het restaurant, het bord door naar groot moeder, die zwijgend het restant deelt met het kind. Het hondje wordt geluk kig gemaakt met een of ander onder deel van de kip. Grootvader laat nu de tweede gang komen, wederom één bord, ditmaal ge vuld met een of andere „pasta". Het protocol wordt gewijzigd. Grootmoeder en kleinkind mogen er eerst iets van nemen; zij haasten zich, om zoveel mó gelijk naar binnen te krijgen. Maar de regie van grootvader is onverbiddelijk. Hij geeft een bevelend tikje op het tafelblad en gedwee wordt hem de pasta" toegeschoven. Met welbehagen nuttigt hij onge veer twee-derde van het gerecht en dan roept hij de kelner. Hij wyst met afgrijzen naar zijn bord en somt in enkele Jiddische zinnen zijn klachten op: „In de eerste plaats smaakt het naar niets en in de tweede plaats is het veel te weinig." Falafel" is een van de meest geliefde oriëntaalse gerechten in Israël. Een soort 'holle pannekoek, „Pitte" geheten, wordt doormidden gesneden. In het aldus verkregen eetbare „zakje" wordt een rijke hoeveelheid gepekelde en gezuurde groentesoorten gestoptalsmede gebakken balletjesgemaakt van een erwten pasta. De „koning van de Falafel" treft men in Tel-Aviv aan. Herzl „Altneuland". Vooral na de in tocht van Lord AUenby in 1917 breidde Tel-Aviv zich snel uit. Het overvleugel de het oude Jaffa, kreeg in 1921 een semi-autonome status en heeft zich thans ontwikkeld tot de grootste stad van Israël. Dit jaar bestaat Tel-Aviv een halve eeuw. Meir Dizengoff, naar wie de grote winkelstraat en een fraai plein zyn genoemd, behoorde tot de op richters en hij was de eerste burge meester van de stad. Vijftig jaar ge leden bevend zich op deze plaats éen verlaten duinlandschap. In Jaffa woon den wel Joden, maar zij huisden voor namelijk in gebouwen, die door de Ara bieren waren neergezet en die bijster primitief en onhygiënisch waren. Sommige Joden sloten zich aaneen in een bouwvereniging, de „Ahuzat- Bayit". Het was hun bedoeling een woonwijk in Europese stijl te stichten. Zij kochten een stuk duingrond ten noorden van Jaffa en in 1909 begonnen zij te bouwen met een krediet, dat hun was verstrekt door het Joods Nationaal Fonds. Zij gaven hun woonwijk de naam Tel-Aviv, de Heuvel van de Lente; zo luidde ook de titel van de Hebreeuwse vertaling van het boek van Theodor Tel-Aviv, zo zegt men, is gebouwd op wissels. Een ander verhaal is, dat de „Ahuzat-Bayit" vijftig jaar geleden is begonnen te bouwen op een krediet, dat werd verleend op een zilveren lepeltje. Op dat eerste krediet werden nieuwe kredieten gegeven en pas dit jaar, nu er een Joodse metropolis is verrezen, heeft men ontdekt, dat het lepeltje niet van zilver wasNatuurlijk zijn dit sterk apocrieve lezingen, maar zeker is, dat Tel-Aviv, zoals het er nu staat, een goed voorbeeld is van de resultaten, waartoe een weinig orthodoxe en geheel ontraditionele economie in Israël heeft geleid. H. J. NEUMAN e lichte ergernis, waarmee som mige aanwezigen zich onder wierpen aan het experiment een mondelinge inleiding op een mo dern werk, in casu Wouter Paap die Bartóks Muziek voor snaarinstrumen ten, slagwerk en celesta toelichtte vóór de uitvoering onlangs door het N. Holl. Philh. Orkest onder leiding van Henri Arends bracht ons het strafuur in herinnering, dat wij op middelbare- schoolleeftyd diverse malen hebben moeten uitzitten wegens het spijbelen van de uitleg der Jeugdconcerten. Het was vlak voor de oorlog, het modernste w>at de jeugd toen voorgezet kreeg, was eigenlijk wel Debussy, maar een uit leg van Coriolanus of de Pastorale achtte men evenzeer nuttig en noodza kelijk. De instinctieve afkeer van dit praten over muziek, alvorens er naar te mogen luisteren, was destijds trou wens algemeen, en naar aanleiding van het Haarlemse experiment willen wij ons er hier nog eens op bezinnen. Is het inderdaad mogelijk, de compo sitie toegankelijker, de luisteraar ont vankelijker te maken door zulk een in troductie? En aan welke voorwaarden moet deze dan voldoen? Op de eerste plaats moet zü zo beknopt mogelijk zyn, en zodoende meer tijd laten voor de tweede helft van het experiment, het herhalen van het onderhavige werk na afloop van het concert. Ten tweede moet zij rekening houden met de ge differentieerdheid van het auditorium, met andere woorden gericht zijn zowel tot de vergevorderde amateurs als de volkomen muzikaal-niet-actieve leken onder het publiek de aanwezige be roepsmusici laten wij hier even buiten beschouwing. Ten derde moet zij dié gegevens vermijden, die in het pro gramma opgenomen kunnen worden, zo als biografische of karakteristieke over de componist, samenstelling van het orkest of beschrijving van minder „alledaagse" instrumenten. Ten laatste rest, dat zij bestaat uit woorden, di rect naast het. orkest uitgesproken, zo dat laten spelen van de thema's en fragmenten van hun doorwerking, hun combinaties en instrumentaties haar unieke taak in deze situatie blijkt te zijn. Een vooral overzichtelijke! ana lyse in het programma kan de toch al tijd spoedig vervluchtigende en meer concentratie verlangende opname van het gesproken woord onzes inziens zeker wel evenaren. Aan het ontberen van bet in de realiteit horen van de door het orkest gespeelde thema's (die daardoor tijdens de uitvoering gemakkelijker herkend worden) valt aanzienlijk tege moet te komen door het afdrukken van enige notenvoorbeelden, die later thuis nog een aardige geheugensteun kunnen vormen bij het oproepen en herbeleven van de ondergane luisteremoties. Om het mogelijk te maken, zo'n gedrukte uiteenzetting tijdens de uitvoering te raadplegen, moet het licht in de zaal niet gedoofd worden, wat trouwens ook erg hinderlijk is voor hen, die de par tituur willen volgen. Men zou zich terzijde nog kunnen af vragen, of het een bedenkelijk teken is ten aanzien van de muziek zelf, de werkwijze en de geestelijke instelling van onze contemporaine componisten, dat er over gepraat moet worden, al vorens men enig begrip of waardering kan verwachten. Men kan zich troosten met de gedachte, dat in andere heden daagse kunstuitingen en bijv. ook m politicis de algemene belangstelling traag te prikkelen en burgerlijk-be grensd is, en dat er dus sprake is van een gebrek aan openheid voor de uitin gen van deze tiid. (Kan men liederen van Fauré, Duparc, Debussy waarde ren zonder enig aanvoelingsvermogen voor de gedichten van Baudelaire. Ver- laine, Mallarmé op zich? Of mutatis mu tandis Wolf-Eichendorff. Mörike?) Een averechtse uitwerking zou zo'n inleiding ook nog kunnen krijgen wan neer zij het idee zou sterken: het mo derne oeuvre kan geen puur-muzikale emoties meer verwekken, er moet eerst met behulp van het intellect in gewroet worden en is uiteindelijk een aangelegenheid voor een handjevol uit verkorenen, die de verschuldigde eer bied voor zoveel vakmanschap kunnen opbrengen. De grondfout bij het tegenwoordige concertpubliek, een van de voornaam ste hindernissen voor het verwerken van voor hen onontwarbare en onver staanbare klankmijmeringen of -uitbar stingen, wordt gevormd door de geheel harmonisch-georiënteerde luisterge woonte, die het pure begrip melodie heeft doen vervagen tot een leidraad of aanleiding voor een schone opeenvol ging van akkoorden, die bij elke melodie een begeleiding denkt of wenst en het samenklinken van meerdere stemmen of instrumenten te zeer als momentele harmonieën wil zien. niet als (als het ware willekeurig) con- of dissonerend samentreffen van zelfstandig verlopen de melodieën. De hedendaagse compo nisten hebben, om een uitdrukking van prof. J. Smits van Waesberghe te ge bruiken, van de harmonisch gehoorde melodie genoeg. Er is een herleving van het zuiver melodisch horen gaan de. Het aankweken van dit melodisch gehoor zal toch weer via de concert zaal moeten gebeuren, bijv. door mid del van het veelvuldiger doen optreden van a eappella-koren met de oude poly fone (en wonderlijk boeiende) scheppin gen uit de middeleeuwen. Dit kan het zij als afwisseling op de eeuwige solist in het programma, hetzij in zelfstandi ge concerten en vooral ook In jeugd- en schoolseries. Een concertgebouw is uiteindelijk een plaats om muziek tot klinken te brengen, niet om erover te praten! MIA ALEVEN-VRANKEN. hurchill beschikt over een groot meesterschap over de taal, maar hoe paradoxaal het ook moge klinken: hij is geen geboren spreker. Over de moeilijkheden die hij in zijn eerste Lagerhuistijd moest overwinnen heeft hij later geschreven: „In die da gen (1901), en inderdaad jarenlang, kon ik nooit iets zeggen (behalve een zin als antwoord), dat ik niet had opgeschre ven en van te voren uit mijn hoofd had geleerd. Ik had nooit de praktijk gehad om voor de vuist te spreken, welke de jonge studenten aan de universiteiten opdoen in hun debatingclubs". Maar Churchill is in de loop der jaren zijn handicap glansrijk te boven gekomen, en in de tweede wereldoorlog heeft de hele wereld hem leren kennen als een weergaloos redenaar, wiens toespraken op het ogenblik terecht zijn opgeno men in letterkundige bloemlezingen voor het middelbaar onderwijs. Uitspra ken uit 1940 als „I have nothing to offer you but blood, toil, tears and sweat" en „Never in the field of human conflict was so much owed by so ma- De 49-jarige Winston Churchill tijdens een verkiezingstoespraak op 4 oktober 1924. Churchill in 1910. Hij was toen 35 jaar oud. ny to so few" behoren tot de meest geciteerde historische woorden die in de oorlog geklonken hebben. Churchill is gedurende verreweg het grootste deel van zijn lange leven lid geweest van het Lagerhuis, maar zijn parlementaire loopbaan is be paald niet zonder ernstige tegensla gen verlopen. De grootste slag die hij in de politiek te incasseren heeft ge had, was de nederlaag van zijn par tij bij de verkiezingen van 1945. Hij kon eenvoudig niet begrijpen, dat het Britse volk hem niet voor een nieu we regeringsperiode het vertrouwen had willen geven, nadat hij zich in de oorlogsjaren zo met hart en ziel aan de redding van zijn land had ge wijd. Maar des te groter was zijn voldoening, toen hij in oktober 1951 opnieuw premier werd, welke functie hij tot april 1955 heeft bekleed. Geen Lagerhuislid heeft zoveel mi nisteriële posten bekleed als hij. Reeds in 1908 werd hij minister van Handel, en sindsdien heeft hij aan het hoofd ge staan van de departementen van Bin nenlandse Zaken, Marine, Munitie, Oor log, Koloniën en Financiën, waarna hij tweemaal met de leiding van het kabi net werd belast. Voor de jongere generatie is Chur chill het type van de Conserva tieve staatsman, maar het is niet algemeen bekend, dat hij niet altijd de belangen van de „Conservative Party" heeft gediend. Churchill is zijn parle mentaire carrière als Conservatief be gonnen, maar reeds in 1904 liep hij over naar de Liberalen. Twintig jaar lang bleef hij de Liberale beginselen toegedaan, maar in 1924 keerde hij te rug tot de partij van zijn jeugd, en in 1940 zou hem de leiding van deze par tij worden toevertrouwd. In de laatste 59 jaar is hij niet onafgebroken lid van het Lagerhuis geweest. Van 1922 tot 1924 heeft hij bijvoorbeeld niet actief deel kunnen nemen aan het parlemen taire leven, en dit moet een bittere periode voor hem zijn geweest. Ook heeft hij in het House of Commons niet altijd hetzelfde kiesdistrict vertegen woordigd. Hij is. behalve van Oldham, ook afgevaardigde geweest van Noord West Manchester, Dundee en Epping. Het kiesdistrict Woodford vertegen woordigt hij pas sinds 1945. Bij de jongste verkiezingen,-" die van 8 oktober j.l-, wist de 84-jarige Sir Win ston zijn zetel te behouden met een ruime stemmenmeerderheid. Hij heeft nu de onofficiële titel van: „Father of the House". Als Churchill gewild had, zouden Koning George de Zesde of diens op. volgster, Koningin Elizabeth de Twee de hem gaarne in de adelstand heb ben verheven. Misschien zou hem wel de titel van Hertog ten deel geval len zijn, waarmee hij dan in het voet. spoor zou zijn getreden van zijn roemrijke voorvader de Duke of Marl borough. Maar Churchill heeft zich steeds tegen een dergelijke onder scheiding verzet, omdat dit zou be tekenen, dat hij het Lagerhuis moest verlaten en hij wenste niet bijgezet Advertentie te worden in het House of Lords, waar hij in de verste verte niet zo véél invloed zou kunnen uitoefenen als in Brittannië's Tweede Kamer. Churchill heeft verscheidene letters achter zijn naam staan, die een aantal hoge onderscheidingen aanduiden. Zo is hij bijvoorbeeld sinds 1953 Ridder in de Orde van de Kouseband. Maar van al die letters achter zijn naam zijn er hem een tweetal het meest dierbaar; M.P. De titel waarop hij het meest trots is, is die van „Member of Parliament". HANS BRONKHORST Advertentie Alleenverkoop WENNEKER Schiedam

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1959 | | pagina 9