over Geen reden tot defaitisme ontwikkeling der P.B.O. de Moderne kerkenbouw in discussie DRAADLOOS CONTACT J. G. Volledige toepassing kan een generatie vergen Strada, parochiële zielzorg met wonderbaarlijk succes Voortreffelijke opvoering van „De Prof. Verrijn Stuart in nieuwjaarsrede voor SER. S.E.Rop de hoofdzaken concentreren Prof. Van der Leeuwprijzen uitgereikt ST. BERNULPHUSGILDE VERGADERT Samenwerking tussen bouwheer, architect en stedebouwkundige mooie tanden... Vlaamse bisschop geeft uiteenzetting voor Amsterdamse priesters DE MYSTERIEUZE Opdat jongeren weten en ouderen niet vergeten Ongeoorloofd nacht leven in Loenen Brug bij Gorinchem op 1 december in gebruik "G A ;ïG. Geen direct verband met afwijking bij kind van drager In bisdom Haarlem van start Omroep ju bileum Door draaiende lier dodelijk verwond Speciale vaargeul voor de „Rotterdam" Oceaanreus in Buenos Aires Jo, TlWOEKERSIfö?: V B VRIJDAG 8 JANUARI 1960 PAGINA 5 Oen ruitjespatroon Boete voor hotelhouder Niet P.B.O.-minded 3 'f. door ARONAL vitamine tandpasta Radio-actief horloge Een speurdersverhaal door JAN VAN CENT Op- en aanmerkingen :o^ï^^WhCcf^«^l?®JoSisL mAs 4EZ-4Ec8tttK Sim DEN HAAG, 8 jan. Er is geen reden tot defaitisme over de ontwik keling van de P.B.O. Wel van een zekere stagnatie, niet van een mis lukking mag worden gesproken, .ïaar eerst de toekomst zal kunnen leren of de wetgever er in 1950 inderdaad in geslaagd is die vorm van bedrijfs organisatie te kiezen en in een raam wet vast te leggen, die in overeen stemming is met het Nederlandse volkseigene. Met deze woorden be sloot prof. dr. G. M. Verrijn Stuart zijn nieuwjaarsrede als voorzitter van de S.E.R., in welke rede hij vooral aandacht schonk aan het 10-jarig be staan van de Wet op de Bedrijfsorga nisatie. De Wet dateert van 27 januari 1950. Aan deze lustrumdatum zal overigens geen bijzonder cachet ge geven worden. In de laatste jaren is er geen voor uitgang van betekenis geweest, hoe wel de ontwikkeling niet stilstaat. Met name in de industrie (metaal, textiel, chemie, papier, rubber, si garen. bouwbedrijf, baksteen, grafi sche bedrijven en nog andere geval len) beeft de P.B.O. geen vaste voet gekregen. Daarnaast ontbreken be langrijke delen van de groothandel en gehele sectoren van het bedrijfs leven, t.w. bankwezen, verzekerings wezen en vervoer. Een drastische versnelling in de ont wikkeling van de PBO en in de ver breiding daarvan over de thans afzij dige sectoren valt, volgens prof. Ver rijn Stuart, niet te verwachten. De gro te vraag na tmn jaar PBO is, tot wel ke conclusie dit moet leiden. Op de eerste plaats zou het gewenst zijn om de discussie over de PBO van onhoud bare en tendentieuze elementen te zui veren. Dan zal blijken, dat de bezwa ren tegen de PBO meestal binnen het kader van de bestaande wetgeving voor oplossing vatbaar zijn. Bij bezwa ren waarin deze oplossing niet ongaat zou bij een speciale instellingswet een oplossing ad hoe kunnen worden be reikt. Als hoofdobstakel bljjft dan over, dat het positieve verlangen om iets nieuws in de plaats van het bestaande te stel len veelal gering blijkt te zijn of ge heel afwezig is. Moet in dergelijke ge vallen door de wetgever worden inge grepen? De voorzitter van de SER meent, dat dit niet in de ontwikke lingslijn van het afgelopen decennium ligt en dat vermoedelijk ook in de toe komst niet anders dan bij wijze van uitzondering de PBO b\j de wet zal worden opgelegd. Als dit inderdaad juist is dan zal men, meende hij, te aanvaarden hebben dat volledige toe passing van de P.B.O. op het gehele bedrijfsleven niet een kwestie van één of twee lustra, maar vermoedelijk eer der van een generatie is. Prof. Verriin Stuart behandelde een aantal bezwaren welke tegen de vor ming van schappen naar voren worden gebracht en kwam daarbij tot de con clusie. dat de meeste daarvan zonder meer als onjuist terzijde geschoven kunnen worden. Vele bezwaren van ongelijksoortig karakter komen naar voren wanneer men staat voor de overgang van een privaatrechtelijke bedrijfsorganisatie naar een publiekrechtelijke. Veel top figuren kunnen door overbelasting de tijd eenvoudig niet opbrengen om zich met het subtiele werk van het ontwer pen van een PBO-orgaan bezig te hou den. En waar men ontwerpen klaar heeft liggen komt men niet tot de laatste afwerking. De behoefte aan de PBO blijkt dus geen belangrijke plaats op de prioritei tenlijst. in te nemen. De PBO heeft dan ook de conjunctuur niet meege- had. Tijdens do depressie van de der tiger jaren stelde men bedrjjfstaksge- wijze ordening als middel tot depres- siebestriidlng op hoge prijs. Nu er een conjunctuurpolitiek gekomen is die werkt met een samenstel van globale maatregelen, treden bedrjjfstaksge- wjjze regelingen naar het tweede plan. Dit is begrijpelijk, maar niet juist, om dat er ook in een goed functionerende georiënteerde economie terreinen zijn aan te wijzen waarop publiekrechtelij ke bedrijfsorganen nuttig werk kunnen verrichten. Velen willen zich niet het ruitjes patroon van de PBO op laten Jeg'gen en wensen zich niet in een keurslijf te laten persen. Ook dit argument leek prof. Verrijn Stuart niet van grote waarde. De dosering van de schappen met. bevoegdheden is in alle denkbare variaties mogelijk. Er kan binnen een grote speelruimte gehandeld worden naar de merites van elk speciaal ge val. Het bezwaar, dat de bedrijfstak in de PBO feitelijk onder volledig staatstoezicht zou komen noemde hij tendentieus. Wel vroeg hij zich af of het nodig is, dat alle departementen, die wel "eens met de PBO te maken heb ben, steeds bjj alle vergaderingen te genwoordig moeten zijn en of zij niet teveel kritiek uitoefenen op detailza ken. APELDOORN, 7 jan. Voor de kan tonrechter had zich vanmiddag te ver antwoorden een hotelhouder uit Loenen op de Veluwe, die diverse bepalingen van de drankwet en de algemene poli tieverordening had overtreden. De ho telhouder stelde liefhebbers van nacht leven in zjjn zaak in strijd met de be palingen in de gelegenheid het nodige vertier te zoeken met muziek en drank. De bezoekers werden in het hotelregis- ter ingeschreven; dat ze geen gebruik maakten van de logeerkamers was niet zijn schuld, aldus de hotelhouder in zijn verweer. De politie deed op zekere nacht een inval In zijn zaak, omdat het haar was opgevallen, dat het hier altijd zo druk was in de avond- en nachturen. De of ficier van justitie vorderde voor de ver schillende overtredingen in totaal een boete van 125.-, De kantonrechter maakte hier 100.- van. BREDA, 8 jan. Op 1 december zal de nieuwe brug bij Gorinchem, die een aanmerkelijke verkorting betekent van de route Brussel-Amsterdam, officieel geopend worden. De verwachting be staat, dat tegen die tijd het wegtraject tot en met Oosterhout ook klaar is, waardoor het verkeer tussen noord en zuid aanmerkelijk versneld wordt. Bij de bouw van de brug wordt reke ning gehouden met de verbreding van het. WUhelminakanaal, die zal worden uitgevoerd. _owel Oosterhout als Bre da beraden zich over de mogelijkheid om rond de ingebruikstelling van de Stug bij Gorinchem stedelijke festivitei- fc» <i.*/»aniseren. Over de kwestie van de vertegen woordiging van liet hoger personeel zei de voorzitter, dat het ongeduld van deze groep wel te begrijpen is maar dat uit het niet bevredigen van bepaalde verlangens geen prin cipiële bezwaren tegen het systeem van de wet op de bedrijfsorganisatie te distilleren zijn. De wet laat alle mogelijkheid om aan de desiderata van georganiseerde groepen in het bedrijfsleven recht te doen wederva ren, zodra en zo vaak daartoe aan leiding blijkt te bestaan. Men moge zich terecht of ten onrechte beklagen over het feit, dat de er kenning van bepaalde verschuivin gen in het sociaal-economische be stel zijn tijd moet hebben, maar het zou volkomen onjuist li.jke zaken over één gaan. zijn in nacht derge- ijs te De voorzitter concludeerde, dat niet in de wettelijke regeling als zodanig het eigenlijke knelpunt ligt. De wet is ruim genoeg om alle kanten op te gaan. Veeleer ligt de oorzaak van de stagnatie in een zekere lauwheid te genover de nieuwe organisatievorm. Over het adviserende werk van de SER toonde prof. Verrijn Stuart zich voldaan. In reactie op kritische opmer kingen stelde hij nadrukkelijk, dat dc raad alles in zijn adviezen mag betrek ken wat binnen het kader van de so ciaal-economische politiek met het te behandelen onderwerp verband houdt. Zo mag de SER ook suggesties doen over de fiscale politiek, ook al is dit niet „expressis verbis" gevraagd. Minder tevreden toonde de voorzit ter zich over liet feit, dat de ministe ries van Volkshuisvesting Financiën en Waterstaat geen of weinig adviezen aan de SEK vragen. Dc adviserende functie van de SER heeft zich niet op logische wijze over de, te bestrijken terreinen verspreid. Aan het adres van de SER zelf richtte dc voorzitter dc kritiek dat men zich meer op hoofdzaken zou moeten con centreren en waar mogelijk wat min der zorg voor het detailwerk moet hebben. Liever een gedeeld advies dan een van achter een econometrisch rookgordijn te voorschijn komend, no de aanvaard, en uiteindelijk niemand bevredigend gemeenschappelijk stand punt. Van de zelfbestuurlijke taak van de raad en van de schappen is volgens prof. Verrjjn Stuart nog te weinig te recht gekomen. Het valt de overheid moeilijk om functies uit handen te ge ven. Tot dusverre is niet gebleken, dat de overheid voldoende PBO-minded zou zijn, daar er van terughoudend heid en ontstellende onbekendheid op dit gebied bij de departementen geble ken is. Het zou goed zijn om een sys tematisch onderzoek in te stellen naar alle mogelijkheden tot uitbreiding van het zelfbestuur. De staatssecretaris van O., K. en W. mr. IJ. Scholten heeft donderdagavond de „professor Van der Leeuw-prijzen" uitgereikt. V.l.n.r.: mr. IJ. Scholten, Rudolf Escher en Hendrik Andriessen. DEN HAAG, 7 jan. De staatssecre taris van O.K. en W. mr. Y Scholten heeft vanavond in het ministerie van O.K. en W. in Den Haag de professor Van der Leeuw-prijzen voor muziek uit gereikt aan Hendrik Andriessen voor diens „Symphonische studie" en aan Rudolf Escher voor zijn ,,Le tombeau de Ravel." Deze prijs wordt door medewerking van de n.v. ..Philips' phonographische industrie" te Baarn verleend voor com posities. De directeur van deze n.v., de heer J. W. A. Langenberg heeft van avond tijdens een toespraak de sugges tie gedaan, dat, mede door de techni sche moeilijkheden die de toekennings- voorwaarden van de Van der Lceuw-prij- zen in het verleden met zich hebben meegebracht, een driejaarlijkse prijs voor het gehele oeuvre van componis ten zal worden ingesteld. Deze onder scheiding, waaraan door de n.v. op de zelfde wijze zal worden meegewerkt als thans aan de Van der Leeuw-prijs, zal, zo verklaarde de heer Langenberg, worden genoemd naar „De grootste Ne derlandse componist als wij hem zo mogen noemen: Jan Pieterszoon Swee- linck." HAARLEM, 7 jan. In het Bis schoppelijk Museum te Haarlem vond heden de jaarlijkse algemene ledenver gadering plaats van het St. Bernulphus- gilde. In de ochtenduren werd het huis houdelijk gedeelte afgedaan en vond reglementaire bestuursverkiezing plaats, waarbij de heren C. M. Evers, W. Bergmans, pastoór. en prof. J. A. J. M. Verspaandonk aftraden en zich niet herkiesbaar stelden. In hun plaats werden gekozen de heren J, M. Joos- ten, mr. Th. Heiland en mr. B. Boeker. De Deken van het gilde, pastoor C.J.A. Prinsen, werd herkozen. Des namiddags vond, voorafgaande aan een bezoek aan de in het museum ingerichte tentoonstelling Kerkenbouw Nu een bijeenkomst plaats waarin men van gedachten kon wisselen over de in november j.l. te Nijmegen gehouden symposia. Uit deze waardevolle inleidingen, die te Nijmegen in het kader van het oecu menisch gesprek Voorhof door ds, Over- bos en Van den Ende zijn gehouden, heeft de heer H. J. A. M. van Haaren, redactielid van het tijdschrift Kunst en Religie van het St, Rernulphusgilde, punten ter discussie gesteld. De proble men waarvoor de kerkbouwers zich gesteld zien werden aldaar voorname lijk uit theologisch en sociologisch standpunt behandeld. De gestalte van het kerkgebouw en zijn situering in de planologie hebben daarmee uiteraard en bouwpraktisch verband. Met name tegen dc kathedrale situa tie hadden beide inleiders stelling ge nomen. Met de tijden verandert, het kerkge bouw, stelt Van den Ende. Het verlies In dc loop der eeuwen aan maatschap pelijk overwicht heeft zijn consequen ties: het kerkgebouw zal meer interieur dan exterieur moeten zijn. Ds. Overbos heeft erop gewezen, dat wij de kerk niet mogen verwarren met het Koninkrijk Gods. De momentele no den en behoeften bepalen de bouwacti viteit. Een nieuw evenwicht in de ste debouwkundige situatie zal moeten wor den gevonden. De praktijk stelt echter haar eisen. Veelal blijven de kerkge bouwen nog een wijk accentueren. Het ontwakend zelfbewustzijn der neo-go- thiek heeft ons ten onrechte willen doen geloven dat iedere kerk in de middel eeuwen een kathedraal was. Samen werking tussen bouwheer, architect en stedebouwkundige wordt vereist om tot een rele situering van de kerk in onze tijd te geraken. Dc maatschappelijke nevenfuncties van de religie moeten niet te zeer in steen worden vastge legd, aldus de mening over de bijruim ten van het kerkgebouw. Op zakelijke gronden alleen al, al dus de heer Van Haaren, zijn deze te Nijmegen geformuleerde opvattin gen het overwegen waard. Wat het interieur betreft: men zal zich er thuis moeten voelen en, het gaat er niet om een groot aantal mensen on der één dak bijeen te brengen maar om ze gezamenlijk de liturgie te doen vieren. Toch zal huiselijkheid haar laatste kenmerk moeten zijn. Beide inleiders hebben zich ook over de zitbanken uitgelaten. Plattegrond en bankenplan leiden steeds tot conflicten. Het wachten is op de bouwpastoor die de moed heeft een kerk zonder banken te bouwen. Ten aanzien van de beeldende kunsten heeft de heer Joosten zjjn stellingen zeer principieel geponeerd. De voorstellin gen van de geloofsleer zjjn veelal ico nografisch gesystematiseerd; de uit voerder moet, ze tot kunstwerk verhef fen. De beeldende kunst kan hoogstens een visie op God geven, niet: Hem uit beelden. Tussen kerk en kunstenaar is kortsluiting ontstaan. Hoewel kunst geen noodzaak is in een kerkgebouw kunnen de moderne autonome kunstenaar en de kerk samengaan: hij dient de liturgi sche accenten te beklemtonen. Bij het geven van een opdracht zal men zich tot een ware kunstenaar gedoopt of niet moeten richten; van de op drachtgever wordt de moed gevraagd de kunstenaar na de primaire overeenkomst vrij te laten in zijn schepping. De extreme punten in de inleiding lokten uiteraard discussie uit. Deze bepaalde zich tot de representatie van het kerkgebouw in dorpen, ging over de definitie van kunst waarbij de de- volie als een afzonderlijk element werd gesteld en over de aanvaar ding van de uitgevoerde opdracht door de parochie. De heer Joosten wees op historische gevallen van weigering van een kunstwerk door de opdracht gevers en op de actuele gevallen van opdrachten voor protestantse kerken aan daarbij niet aangesloten kunste naars. Voor een groter publiek, de zaal was overvol, vond des avonds een bijeen komst plaats met het karakter van een forum. De heren W. A. L. Boeren en C. J. A. C. Pceters, redactieleden van Kunst en Religie, spraken elk een half uur over resp. interieur en exterieur van het kerkgebouw, waarna de discussie onder leiding van mr. B. Engbersen. medewerker aan het katholiek sociaal kerkelijk instituut, volgde. Inleider Bee- ren gaf een bondig overzicht van de historische ontwikkeling van het kerk gebouw en hekelde de anachronismen die tot in onze tijd werden geprodu ceerd: in een kerkgebouw van oud-Sy- rische stijl worden wij door de micro foon toegesproken. Terwijl er tien jaar geleden nog nauwelijks iets te voor spellen viel over de kerkenbouv van dit moment, zjjn wij drie jaar teru plotse ling overrompeld door een vernieuwing die kennelijk buiten de officiële instan ties om heeft plaats gegrepen. Bij het vertonen van dia's conformeerde deze spreker zich vrijwel aan de stelling van het Nijmeegse Voorhof evenals de heer Peeters dit deed ten aanzien van het exterieur van het kerkgebouw, deze illustrerend t lichtbeelden en histori sche gegevens. Ook nu prikkelden deze voorposten het gehoor tot een geani meerde discussie waarbij wel duidelijk werd dat het bjj het inlopen op het tijds beeld niet gaat om het zuigen op een lolly maar om de essentiële verschillen tussen heet en koud. In kleinere krin gen werden de gesprekken na de offi ciële sluiting nog voortgezet. Adver'entie (bij apoth. en drog.) 70, 90, 1.4S (extra groot) n kwaliteitsprodukt van de Wybertfabrieken. DEN HAAG, 8 jan. Gisteren is op het ministerie van sociale zaken en volksgezondheid de bijeenkomst gehou den, die prof. dr. P. Muntendam had belegd naar aanleiding van de radio actieve horloges die in Amsterdam zijn aangetroffen. Zoals bekend vertoonde een Amsterdamse ambtenaar enige tijd geleden verlammingsverschijnselen aan zijn linker pols, de pols waaraan hjj een horloge droeg van het merk Ro- lex type GMT Master. De Amerikaan se commissie van atoomonderzoek heeft bewezen, dat de wijzers van dit type horloge een sterke radio-actieve stof bevatten met een ontoelaatbare straling. De vrouw van de ambtenaar bracht enige maanden geleden een kind ter wereld, dat afwijkingen vertoonde. De op de bijeenkomst aanwezige deskundigen zijn tot de conclusie ge komen, dat het volstrekt onaanneme lijk is, dat deze afwijkingen enig rechtstreeks verband houden met de straling, welke veroorzaakt is door het door de vader gedragen horloge. Deze straling namelijk is onvergelijke lijk veel geringer dan de straling, waaraan de Japanse bevolking tijdens de atoombomexplosies is blootgesteld geweest, en ligt in dezelfde orde van grootte als de natuurlijke stralingen, waaraan iedereen is blootgesteld. Zeifs bij de nakomelingen van de overlevenden bij de atoombomexplo sies heeft men geen toeneming van dit soort afwijkingen kunnen vaststel len. Door de Keuringsdienst voor Waren zal overigens bij de hörlogehandel een onderzoek worden ingesteld en worden nagegaan of zich in hier aanwezige voorraden horloges bevinden, die niet aan de veiligheidsnormen voldoen. Op grond van de resultaten zullen te zijner tijd nadere mededelingen volgen. In af wachting daarvan is er op dit ogenblik voor dragers van horloges met lichtge vende wijzerplaten geen reden tot on gerustheid, aldus de deskundigen. (Van een verslaggever) AMSTERDAM7 jan. Over „Stra da". een vernieuwde vorm van paro chiële zielszorg, die In het bisdom Brugge al wonderbaarlijk veel succes heeft, zijn de vanmiddag in het Van Nispenhuis bijeengekomen Amsterdam se priesters uitvoerig ingelicht. Onder het gehoor bevond zich ook Haarlems bisschop, mgr. J. P. Huibcrs, die dc bisschop van Brugge met enkele mede werkers naar de hoofdstad had geïnvi teerd voor deze uiteenzetting. De Vlaamse bisschop, mgr. E. J. De Smedt, is de enthousiaste gangmaker van de Strada-beweging. Waren er in Nederland al enkele schuchtere pogin gen om op deze voet het parochiële apostolaatswerk uit te voeren, niet on mogelijk is dat na deze bijeenkomst geleidelijk op grote schaal volgens de Strada-gedachte zal worden gewerkt. Voor het diocees Haarlem is er een Strada-centrum in werking getreden. In Strada vindt men de afkortingen van de woorden straat, dienstbetoon en apostolaat terug. Geen geestelijke hoeft van Strada te schrikken en „weer een organisatie erbij!" uit te roe pen. Strada wil nie* anders zjjn dan: „de moderne organisatie van de paro chie". Mgr. De Smedt vertelde iets over de moeilijkheden in zijn bisdom, die niet zo erg veel anders waren dan in de Nederlandse. Ook daar tracht men ui teraard degenen die de Kerk de rug heb ben toegekeerd terug te winnen en de nog trouwe katholieken aan zich te binden. Er van uitgaand dat de Kerk een liefdesgemeenschap is, moet men ook de warmte van deze liefde en deze gemeenschap kunnen voelen. In deze koesterende warmte kan men zich ver trouwd voelen. Als tweede uitgangspunt noemde de Vlaamse bisschop de buurt of de straat als een sociologische werkelijkheid, werkelijker vaak dan de parochie. In deze buurten in dorpsgemeenschap pen en volkse kwartieren veel hechter dan in winkelstraten en villabuurten vindt men christenen op wier liefdevol le en apostolische instelling men als parochieherder een beroep moet doen. Wat de leek als buurtgenoot is, kan geen geestelijke zijn. De leek weet meer van de buurt, heeft eerder contact en entree dan welke geestelijke ook. De leek, die de parochieherder daartoe in staat acht, dient in een geest van dienstbaarheid en solidariteit zijn buurtgenoten bjj te staan, stelselmatig, maar natuurlijk niet zo dat men hem gaat nawijzen als „de officiële goed- doener". Het moest zo worden, dat Christus in de straat of de buurt woont. Op die manier is men enkele jaren geleden in het diocees Brugge begon nen met op de apostolische dienst vaardigheid van leken een beroep te doen en nu al kon mgr. «De Smedt de resultaten wonderbaarlijk noemen. Het ideaal is dat men op ongeveer cm dertig-tal gezinnen in de buurt één kern-kracht verkrijgt, maar het is noodzakelijk, dat men, zelfs in de grootste parochies, heel bescheiden Men kan nu niet bepaald zeggen dat Strindbcrg's toneelstuk „De Vader" dat gisteren door de AVRO op het te levisiescherm werd gebracht behoort tot de rubriek aangename tijdpasse ring. Overigens ook bepaald niet tot de voor de kinderkamer geschikte ver halen. Het gaat hier om een noodlots- zwanger drama van een ritmeester die tenslotte bezwijkt aan een diep invretende twijfel; een me.er „uiter lijke" twijfel aan de wettigheid van zijn kind en au fond ook een desas treuze twijfel aan zijn eigen bestaan. Zijn vrouw Laura, die strijdt om „de macht" over het kind, doet zeker geen moeite om hem van welke soort twij fel te genezen, integendeel zij drukt de man met allerlei slinkse middelen steeds meer in de ellende. Tenslotte sterft dus de ritmeester aan een hart aanval, niet echter dan nadat men hem het dwangbuis heeft aangetrok ken. Een bijzonder gruwelijk einde dus. Rond dit tweetal bewegen zich dan nog enkele figuren van het, ove rigens zeer belangrijke, tweede plan, als daar zijn de dokter, „die het óók niet meer weet" en de dominee, broer van Laura, die de machinaties van zjjn bezeten zuster wel doorziet maai er verder niets aan doet. Dit stuk, razend knap door Strindberg geschreven, werd dus gisteren de kij kers en wij nemen aan dat het soms wel lichtelijk onthutste kijkers 32 „Een goed begin. Spit maar verder, tot je alles van dezehoe heette hij ook al weer?" „Hetharia. R. Hetharia tot je alles van hem weet." Meys, nog steeds denkend aan de volgende sport op de ladder naar het inspecteurschap, verheugd af. Inspecteur Sluiter kwam niet verder dan deze twee bezoekers. Twee dagen later pas werd adju dant Speelman de brenger van enig nieuws. „Martin Watimena heeft zijn bed verlaten. Ik zag hem aangekleed en wel voor het raam staan." „Vrij onverstandig, waarschijnlijk, uit medisch oog punt." „Ik dacht dat het voor ons misschien gunstig was," zei Speelman landerig. „Hoe eerder hij rond gaat draven, des te eerder komt er schot in." „Verveelt het je dan zo? Ik dacht dat het echt wel iets voor jou was, om daar rustig in die straat te flaneren, naar mensen kijken en kopjes koffie drinken in die broodjeswinkel." „Achter de schalen lever en ham staat een heel lelijk meisje, vol pukkels. Ze kan bovendien geen koffie zetten." Hetgeen voor Speelman alle reden was om te hopen op actie. Hij kreeg die de avond daarop. De duisternis was al gevallen toen zijn dienst begon en na een paar uur had hij Arnold Lisser genoteerd als bezoeker. Speelman geloofde dat dit alles wel weer zou zijn, voor vanavond en hij besloot voor de zoveelste keer dan maar eens een stukje te gaan lopen om de stramme benen te strekken. Speelman was de Kin kerstraat langzaam gaan haten: de karakterloze huizen, de volte, de immer rijdende trams en de vervelende etalages. Het was half elf, bijna. De re chercheur kroop dieper in de kraag van zijn jas, want de schrale avondkilte blies niet te stuiten door de leger wordende straat. Hij liep terug, voorbij de broodjeswinkel, juist op het ogenblik dat het lelijke meisje naar buiten kwam en met gehaaste stappen de weg overstak. Speelman keek haar na. Ze liep gedecideerd naar het ijzerwinkeltje en belde aan bij de deur daarnaast, het huis van Watimena. De deur werd opengetrokken en het meisje riep iets naar bo ven, om daarna weer snel op haar schreden terug te keren. Vlak na haar kwam Martin Watimena naar buiten. Hij had een overjas omgeslagen en stond links en rechts te kijken als een verbannen sultan op een onbewoond eiland. Deze indruk gaf hij vooral door het verband om zijn hoofd, dat wit afstak in de duisternis. Speelman trok zich wat dichter tegen de huizen wand terug, toen Watimena overstak. Er was niet veel verkeer op de weg en hij liep langzaam, wat te begrijpen was na zijn verw-udingen. Nog een paar stappen was hij van het trottoir verwijderd, toen er enkele meters van Speelman vandaan een personenauto plotseling met grote snelheid naar vo ren sprong. Watimena hoorde het geluid ook aan zwellen, keek om. deed nog een stap maar bleef toen stokstijf staan. Speelman voelde zijn adem even stokken, keek bliksemsnel van de roerloze Wa timena naar de naderende auto en rende toen op de man toe. Met oen ruk had hij hem tegen de trottoir band aangetrokken. Watimena struikelde en viel te gen hem aan, terwijl de auto loeiend langs hem heen daverde, zonder vaart te minderen. Met kri' sende banden nam de auto de bocht naar de Tol len sstraat. Er waren een paar mensen blijven staan om de auto na te kijken, maar verder was het incident ver lopen zonder dat iemand er belangstelling voor had. Het was te vlug gegaan, te overdonderend. Speel man had de toestand met een snelle blik opgeno men. De straat was weer volkomen normaal. Nie mand had gegild, niemand had ook maar gedacht aan een achtervolging. Er naderde een tram, met voorop een matte lamp als het oog van een dron ken cycloop. „Dat was heel erg op het nippertje," zei Speel man nog hijgend. „Daar had iemand een ontzettende haast, niet?" Hij hielp Watimena weer overeind en trok vader lijk de jas om zijn schouders recht. „Jazei de ander slap. Zijn ogen waren verschrikt en om zijn lippen tril den zenuwen. Nu hij eindelijk iets had gezegd ont snapte hem de adem in een lange, benauwde zucht. Speelman, die zijn arm nog vast had, voelde hoe hij plotseling rilde. „Het gaat wel over. Even rustig blijven staan maar." „De telefoonzei Watimena verdwaasd. „Was er telefoon voor u?" Speelman, die de spanning even had voelen wij ken. was weer een en al aaiidacht. „Hier, in de cafetaria." Ze stonden er vlak voor. Watimena nog steeds bij de arm houdend stapte Speelman naar de glazen deur. Er waren twee klanten binnen, die stonden te eten met malende kaken. Het meisje achter de toon bank knikte toen ze Watimena zag. „In de cel," zei ze. Watimena reageerde nog maar half. Speelman leidde hem naar de kleine telefooncel, achter in het winkeltje. De hoorn lag op een schuin plankje, dat tegen een der wanden bevestigd was. Speelman wees ernaar en stapte tegelijk met Watimena de cel in. Hij pakte de hoorn en gaf hem. Het rook duf in het hokje. „Hallozei Watimena vragend. En direct daarna: „HalloHallo?" Bevreemd keek hij naar de rechercheur. „Er is niemand," zei hij. Speelman nam hem de hoorn uit de hand en legde hem op de haak. (Wordt vervolgd) zijn geweest voorgeschoteld. In een voortreffelijke opvoering overigens. Dit soort heftige, maar niettemin niet helemaal grijpbare dramatiek is ken nelijk een kolfje naar de hand van re gisseur Ton Lcnsink. Hij is een mees ter in het wéar maken van de keel afsnoerende beklemmende sfeer, als door Strindberg in zijn drama wordt opgeroepen. Wij mogen in dit verband even herinneren aan de „ingescho ven" close ups tijdens de ontluisteren de scène van de ritmeester die door zijn voedster met een zoet lijntje in het dwangbuis wordt gewerkt. Het werd alles zeer knap opgebouwd door deze regie, die regelrecht en volkomen lo gisch aanstuurde op de jammerlijke climax. Nu moet gezegd, dat Lensink ook een „set" van ongewoon bekwame ac teurs en actrices tot zijn beschikking had. Ko van Dijk bracht een bijzonder uitgekookte vertolktng van de ritmees ter, soms met een beheerste onbe heerstheid, dan weer met een gespan nen gekweldheid. Een waarachtig le vende figuur. Rie Gilhuys zette er een messcherpe „sterke" vrouw tegenover en zij bleek nog altijd een actrice van ongewoon formaat. Ook de „bijrollen" waren uitnemend bezet, door Richard Flink, die de ietwat lummelachtige dominee speelde, door Joan Rem- melts, die de weinig begrijpende dok ter gaf, en door Hetty Beck, die de lichtelijk sentimentele voedster mar kant gestalte gaf. Tenslotte was er Linda Marianne, het dochtertje van Ko van Dijk, dat als het kind Bertha bewees, dat toneelspelersbloed meest al toch wel kruipt waar het wel gaan móet. H.Hn. HILVERSUM, 7 jan. De program maleidingen van KRO en NCRV hebben gemeend het derde lustrum van Neder lands bevrijding, dat op 5 mei van dit jaar wordt herdacht, met beter te kun nen inleiden dan door een dagelijkse herinnering aan de gebeurtenissen in de laatste tragische oorlogsmaanden. Het Rijksinstituut voor Oorlogsdoku- mentatie is bereid gevonden om zijn, nog te weinig benutte schat aan gege vens voor dit doel ter beschikking te stellen. Van volgende week dinsdag af zal elke dag om 13.15 uur in de rubriek „15 jaar geleden" gedurende vijf minuten de klok worden teruggezet, opdat de jon geren weten en de ouderen niet verge ten. De heer N. Akkerman, hoofdmuzick- regisseur van de NRU, die zijn zilve ren omrocpjubileum heeft gevierd, is gistermiddag in de AVRO-foyer gehul digd. De programmadirecteur van de NRU, de heer E. Bomli, die hem een in enkele buurten begmt met in wie de pastoor vertrouwen heelt, en daar waar de mogelijkheden gun stig liggen. Geleidelijk bouwt men het uit en laat men het uitgroeien. Achter de „straatactie voor dienstbe toon en apostolaat" moet gaandeweg een organisatie groeien. Bestendig moet er nl. gewerkt worden aan de persoonlijke vorming van de medewer kende leden (liefst op dekenaal ni veau). En er moet een samenwerking ontstaan met de andere kernkrachten, zodat er speciale initiatieven genomen kunnen worden. Men gaat overleggen hoe men moet handelen naar bepaalde toestanden in de buurten. De wijklei- ders vormen samen een parochieel cen trum, aangevuld door leden uit de cate gorie zielszorg en mensen di. op bij zondere gebieden als bjjjv. pers radio en televisie goed thuis zijn. Er dient een hie archische opbouw te ontstaan op dio cesaan niveau, waar ook andere orga nisaties van het bisdom vertegenwoor digers afvaardigen, waar een secre tariaat de werkers ten dienste staat en van waaruit bisschoppelijke richtlij nen en acties gelanceerd kunnen wor den. Over dit alles heeft mgr. E. J. De Smedt een boekje geschreven, geti teld „Chri. teljjk Buurtleven". Geboeid heeft de Amsterdamse gees telijkheid de uiteenzettingen gevolgd. Er waren allerlei vragen over specifieke situaties, die door de energieke Vlaam se bisschop en zjjn medewerkers even spiritueel als ernstig werden beant woord. Het werd duidelijk dat het hier zeer schemat' ch aangeduide Strada in het bisdom Brugge een bezielende be weging is geworden met verrassende aspecten. Men was er gaan merken dat de buurten gezamenlijk de parochie bouw den en vele christenen en afgedwaal- den hadden iets gevoeld van de warmte van de Kerk als liefdesgemeenschap. Het huwelijks- en gezinsapostolaat, als mede de rol van de vrouw en oudere kinderen in de charitatieve en aposto lische bewogenheid van de Kerk had den ongekende kansen gekregen. In Dordrecht zijn op initiatief van de heer K. Klomp, hoofdcommies van poli tie, zgn. verkeersjournalen ingesteld, waarin het publiek zijn op- en aanmer kingen over de verkeerssituatie in Dor drecht kan opschrijven. Deze zullen wor den gebruikt om verbeteringen aan te brengen. Een deelnemer aan het verkeer schrijft hier op een der bureaus zijn bevindingen op onder het toeziend oog van een politie-agent. STADSKANAAL, 8 jan. De 68-ja- rige H. Hulshof is bij baggerwerkzaam- heden in het spoordok met zijn hoofd in aanraking gekomen met een draai ende lier. Hierdoor werd hij in het wa ter geslingerd. Tijdens het vervoer naar een ziekenhuis in Groningen is hu aan de ernstige verwondingen overle den. BUENOS AIRES, 8 jan. Het Ne; derlandse passagiersschip „Rotterdam is gisteren in de Argentijnse hoofdstad aangekomen. Met het oog op de grote diepgang had men er speciaal eer vaargeul voor in de Rio de la Plata laten baggeren. Al het overige verkeer in die waterweg lag stil toen de oce aanreus er door voer. Advertentie sigheidbijKvatfkou. :en handige j> lasjjcHknSfrPC^ljüiEK. MEENK;S POEDERS helpen! Er zijn Meenk's Poeder^fci hoofdpijn, kies pijn. hoest, gri Ïarrhec. influenza, rheumatiek, koortsjpleid bij gevatte kou, periodieke pijnen mz. enz. Verkrijgbaar in etuis mei 6 [Weders maar ook in een handige plastic HUISAPOTHEEK (met 6 verschillende etuis a 6 poeders), zonder prijsverhoging. Vraag uw drogist. ME£NK'U0£QE£5^eicca!jEr zijn rheumatiek, koortsigneidoij gevattekou. V„,„1„,.LM ITC DOTUeCV geschenk onder couvert overhandigde, noemde de jubilaris een „witte raaf" in de omroepwereld, omdat hfj èn techni cus èn musicus is, een uitzonderlijk ge lukkige combinatie voor de functie, die de heer Akkerman thans bekleedt. Na mens de collega's bood de heer G. Brandjes de jubilaris een polshorloge aan, terwijl de heer G. Hoek, program maleider van de NCRV, de omroepor ganisatie, waar de heer Akkerman technicus zijn loopbaan begon, hem na mens vroegere collega's en naaste me dewerkers een boekwerk schonk.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1960 | | pagina 5