over
Geen reden tot defaitisme
ontwikkeling der P.B.O.
de
Moderne kerkenbouw
in discussie
DRAADLOOS
CONTACT
J. G.
Volledige toepassing kan een
generatie vergen
Strada, parochiële zielzorg
met wonderbaarlijk succes
Voortreffelijke opvoering
van „De
Prof. Verrijn Stuart in nieuwjaarsrede voor SER.
S.E.Rop de hoofdzaken concentreren
Prof. Van der Leeuwprijzen uitgereikt
ST. BERNULPHUSGILDE VERGADERT
Samenwerking tussen bouwheer,
architect en stedebouwkundige
mooie
tanden...
Vlaamse bisschop geeft uiteenzetting
voor Amsterdamse priesters
DE MYSTERIEUZE
Opdat jongeren
weten en ouderen
niet vergeten
Ongeoorloofd nacht
leven in Loenen
Brug bij Gorinchem op
1 december in gebruik
"G A ;ïG.
Geen direct verband
met afwijking bij
kind van drager
In bisdom Haarlem van start
Omroep ju bileum
Door draaiende lier
dodelijk verwond
Speciale vaargeul voor
de „Rotterdam"
Oceaanreus in Buenos Aires
Jo,
TlWOEKERSIfö?:
V B
VRIJDAG 8 JANUARI 1960
PAGINA 5
Oen ruitjespatroon
Boete voor hotelhouder
Niet P.B.O.-minded
3
'f.
door
ARONAL
vitamine
tandpasta
Radio-actief horloge
Een speurdersverhaal
door JAN VAN CENT
Op- en aanmerkingen
:o^ï^^WhCcf^«^l?®JoSisL
mAs 4EZ-4Ec8tttK Sim
DEN HAAG, 8 jan. Er is geen
reden tot defaitisme over de ontwik
keling van de P.B.O. Wel van een
zekere stagnatie, niet van een mis
lukking mag worden gesproken, .ïaar
eerst de toekomst zal kunnen leren
of de wetgever er in 1950 inderdaad
in geslaagd is die vorm van bedrijfs
organisatie te kiezen en in een raam
wet vast te leggen, die in overeen
stemming is met het Nederlandse
volkseigene. Met deze woorden be
sloot prof. dr. G. M. Verrijn Stuart
zijn nieuwjaarsrede als voorzitter van
de S.E.R., in welke rede hij vooral
aandacht schonk aan het 10-jarig be
staan van de Wet op de Bedrijfsorga
nisatie. De Wet dateert van 27 januari
1950. Aan deze lustrumdatum zal
overigens geen bijzonder cachet ge
geven worden.
In de laatste jaren is er geen voor
uitgang van betekenis geweest, hoe
wel de ontwikkeling niet stilstaat.
Met name in de industrie (metaal,
textiel, chemie, papier, rubber, si
garen. bouwbedrijf, baksteen, grafi
sche bedrijven en nog andere geval
len) beeft de P.B.O. geen vaste voet
gekregen. Daarnaast ontbreken be
langrijke delen van de groothandel
en gehele sectoren van het bedrijfs
leven, t.w. bankwezen, verzekerings
wezen en vervoer.
Een drastische versnelling in de ont
wikkeling van de PBO en in de ver
breiding daarvan over de thans afzij
dige sectoren valt, volgens prof. Ver
rijn Stuart, niet te verwachten. De gro
te vraag na tmn jaar PBO is, tot wel
ke conclusie dit moet leiden. Op de
eerste plaats zou het gewenst zijn om
de discussie over de PBO van onhoud
bare en tendentieuze elementen te zui
veren. Dan zal blijken, dat de bezwa
ren tegen de PBO meestal binnen het
kader van de bestaande wetgeving
voor oplossing vatbaar zijn. Bij bezwa
ren waarin deze oplossing niet ongaat
zou bij een speciale instellingswet een
oplossing ad hoe kunnen worden be
reikt.
Als hoofdobstakel bljjft dan over, dat
het positieve verlangen om iets nieuws
in de plaats van het bestaande te stel
len veelal gering blijkt te zijn of ge
heel afwezig is. Moet in dergelijke ge
vallen door de wetgever worden inge
grepen? De voorzitter van de SER
meent, dat dit niet in de ontwikke
lingslijn van het afgelopen decennium
ligt en dat vermoedelijk ook in de toe
komst niet anders dan bij wijze van
uitzondering de PBO b\j de wet zal
worden opgelegd. Als dit inderdaad
juist is dan zal men, meende hij, te
aanvaarden hebben dat volledige toe
passing van de P.B.O. op het gehele
bedrijfsleven niet een kwestie van één
of twee lustra, maar vermoedelijk eer
der van een generatie is.
Prof. Verriin Stuart behandelde een
aantal bezwaren welke tegen de vor
ming van schappen naar voren worden
gebracht en kwam daarbij tot de con
clusie. dat de meeste daarvan zonder
meer als onjuist terzijde geschoven
kunnen worden.
Vele bezwaren van ongelijksoortig
karakter komen naar voren wanneer
men staat voor de overgang van een
privaatrechtelijke bedrijfsorganisatie
naar een publiekrechtelijke. Veel top
figuren kunnen door overbelasting de
tijd eenvoudig niet opbrengen om zich
met het subtiele werk van het ontwer
pen van een PBO-orgaan bezig te hou
den. En waar men ontwerpen klaar
heeft liggen komt men niet tot de
laatste afwerking.
De behoefte aan de PBO blijkt dus
geen belangrijke plaats op de prioritei
tenlijst. in te nemen. De PBO heeft
dan ook de conjunctuur niet meege-
had. Tijdens do depressie van de der
tiger jaren stelde men bedrjjfstaksge-
wijze ordening als middel tot depres-
siebestriidlng op hoge prijs. Nu er een
conjunctuurpolitiek gekomen is die
werkt met een samenstel van globale
maatregelen, treden bedrjjfstaksge-
wjjze regelingen naar het tweede plan.
Dit is begrijpelijk, maar niet juist, om
dat er ook in een goed functionerende
georiënteerde economie terreinen zijn
aan te wijzen waarop publiekrechtelij
ke bedrijfsorganen nuttig werk kunnen
verrichten.
Velen willen zich niet het ruitjes
patroon van de PBO op laten Jeg'gen
en wensen zich niet in een keurslijf te
laten persen. Ook dit argument leek
prof. Verrijn Stuart niet van grote
waarde. De dosering van de schappen
met. bevoegdheden is in alle denkbare
variaties mogelijk. Er kan binnen een
grote speelruimte gehandeld worden
naar de merites van elk speciaal ge
val. Het bezwaar, dat de bedrijfstak
in de PBO feitelijk onder volledig
staatstoezicht zou komen noemde hij
tendentieus. Wel vroeg hij zich af of het
nodig is, dat alle departementen, die
wel "eens met de PBO te maken heb
ben, steeds bjj alle vergaderingen te
genwoordig moeten zijn en of zij niet
teveel kritiek uitoefenen op detailza
ken.
APELDOORN, 7 jan. Voor de kan
tonrechter had zich vanmiddag te ver
antwoorden een hotelhouder uit Loenen
op de Veluwe, die diverse bepalingen
van de drankwet en de algemene poli
tieverordening had overtreden. De ho
telhouder stelde liefhebbers van nacht
leven in zjjn zaak in strijd met de be
palingen in de gelegenheid het nodige
vertier te zoeken met muziek en drank.
De bezoekers werden in het hotelregis-
ter ingeschreven; dat ze geen gebruik
maakten van de logeerkamers was niet
zijn schuld, aldus de hotelhouder in zijn
verweer.
De politie deed op zekere nacht een
inval In zijn zaak, omdat het haar was
opgevallen, dat het hier altijd zo druk
was in de avond- en nachturen. De of
ficier van justitie vorderde voor de ver
schillende overtredingen in totaal een
boete van 125.-, De kantonrechter
maakte hier 100.- van.
BREDA, 8 jan. Op 1 december zal
de nieuwe brug bij Gorinchem, die een
aanmerkelijke verkorting betekent van
de route Brussel-Amsterdam, officieel
geopend worden. De verwachting be
staat, dat tegen die tijd het wegtraject
tot en met Oosterhout ook klaar is,
waardoor het verkeer tussen noord en
zuid aanmerkelijk versneld wordt.
Bij de bouw van de brug wordt reke
ning gehouden met de verbreding van
het. WUhelminakanaal, die zal worden
uitgevoerd. _owel Oosterhout als Bre
da beraden zich over de mogelijkheid
om rond de ingebruikstelling van de
Stug bij Gorinchem stedelijke festivitei-
fc» <i.*/»aniseren.
Over de kwestie van de vertegen
woordiging van liet hoger personeel
zei de voorzitter, dat het ongeduld
van deze groep wel te begrijpen is
maar dat uit het niet bevredigen
van bepaalde verlangens geen prin
cipiële bezwaren tegen het systeem
van de wet op de bedrijfsorganisatie
te distilleren zijn. De wet laat alle
mogelijkheid om aan de desiderata
van georganiseerde groepen in het
bedrijfsleven recht te doen wederva
ren, zodra en zo vaak daartoe aan
leiding blijkt te bestaan. Men moge
zich terecht of ten onrechte
beklagen over het feit, dat de er
kenning van bepaalde verschuivin
gen in het sociaal-economische be
stel zijn tijd moet hebben, maar het
zou volkomen onjuist
li.jke zaken over één
gaan.
zijn in
nacht
derge-
ijs te
De voorzitter concludeerde, dat niet
in de wettelijke regeling als zodanig
het eigenlijke knelpunt ligt. De wet is
ruim genoeg om alle kanten op te
gaan. Veeleer ligt de oorzaak van de
stagnatie in een zekere lauwheid te
genover de nieuwe organisatievorm.
Over het adviserende werk van de
SER toonde prof. Verrijn Stuart zich
voldaan. In reactie op kritische opmer
kingen stelde hij nadrukkelijk, dat dc
raad alles in zijn adviezen mag betrek
ken wat binnen het kader van de so
ciaal-economische politiek met het te
behandelen onderwerp verband houdt.
Zo mag de SER ook suggesties doen
over de fiscale politiek, ook al is dit
niet „expressis verbis" gevraagd.
Minder tevreden toonde de voorzit
ter zich over liet feit, dat de ministe
ries van Volkshuisvesting Financiën
en Waterstaat geen of weinig adviezen
aan de SEK vragen. Dc adviserende
functie van de SER heeft zich niet op
logische wijze over de, te bestrijken
terreinen verspreid. Aan het adres van
de SER zelf richtte dc voorzitter
dc kritiek dat men zich
meer op hoofdzaken zou moeten con
centreren en waar mogelijk wat min
der zorg voor het detailwerk moet
hebben. Liever een gedeeld advies dan
een van achter een econometrisch
rookgordijn te voorschijn komend, no
de aanvaard, en uiteindelijk niemand
bevredigend gemeenschappelijk stand
punt.
Van de zelfbestuurlijke taak van de
raad en van de schappen is volgens
prof. Verrjjn Stuart nog te weinig te
recht gekomen. Het valt de overheid
moeilijk om functies uit handen te ge
ven. Tot dusverre is niet gebleken, dat
de overheid voldoende PBO-minded
zou zijn, daar er van terughoudend
heid en ontstellende onbekendheid op
dit gebied bij de departementen geble
ken is. Het zou goed zijn om een sys
tematisch onderzoek in te stellen naar
alle mogelijkheden tot uitbreiding van
het zelfbestuur.
De staatssecretaris van O., K. en W. mr. IJ. Scholten heeft donderdagavond de
„professor Van der Leeuw-prijzen" uitgereikt. V.l.n.r.: mr. IJ. Scholten, Rudolf
Escher en Hendrik Andriessen.
DEN HAAG, 7 jan. De staatssecre
taris van O.K. en W. mr. Y Scholten
heeft vanavond in het ministerie van
O.K. en W. in Den Haag de professor
Van der Leeuw-prijzen voor muziek uit
gereikt aan Hendrik Andriessen voor
diens „Symphonische studie" en aan
Rudolf Escher voor zijn ,,Le tombeau
de Ravel."
Deze prijs wordt door medewerking
van de n.v. ..Philips' phonographische
industrie" te Baarn verleend voor com
posities. De directeur van deze n.v., de
heer J. W. A. Langenberg heeft van
avond tijdens een toespraak de sugges
tie gedaan, dat, mede door de techni
sche moeilijkheden die de toekennings-
voorwaarden van de Van der Lceuw-prij-
zen in het verleden met zich hebben
meegebracht, een driejaarlijkse prijs
voor het gehele oeuvre van componis
ten zal worden ingesteld. Deze onder
scheiding, waaraan door de n.v. op de
zelfde wijze zal worden meegewerkt als
thans aan de Van der Leeuw-prijs, zal,
zo verklaarde de heer Langenberg,
worden genoemd naar „De grootste Ne
derlandse componist als wij hem zo
mogen noemen: Jan Pieterszoon Swee-
linck."
HAARLEM, 7 jan. In het Bis
schoppelijk Museum te Haarlem vond
heden de jaarlijkse algemene ledenver
gadering plaats van het St. Bernulphus-
gilde. In de ochtenduren werd het huis
houdelijk gedeelte afgedaan en
vond reglementaire bestuursverkiezing
plaats, waarbij de heren C. M. Evers,
W. Bergmans, pastoór. en prof. J. A.
J. M. Verspaandonk aftraden en zich
niet herkiesbaar stelden. In hun plaats
werden gekozen de heren J, M. Joos-
ten, mr. Th. Heiland en mr. B. Boeker.
De Deken van het gilde, pastoor C.J.A.
Prinsen, werd herkozen.
Des namiddags vond, voorafgaande
aan een bezoek aan de in het museum
ingerichte tentoonstelling Kerkenbouw
Nu een bijeenkomst plaats waarin men
van gedachten kon wisselen over de in
november j.l. te Nijmegen gehouden
symposia.
Uit deze waardevolle inleidingen, die
te Nijmegen in het kader van het oecu
menisch gesprek Voorhof door ds, Over-
bos en Van den Ende zijn gehouden,
heeft de heer H. J. A. M. van Haaren,
redactielid van het tijdschrift Kunst en
Religie van het St, Rernulphusgilde,
punten ter discussie gesteld. De proble
men waarvoor de kerkbouwers zich
gesteld zien werden aldaar voorname
lijk uit theologisch en sociologisch
standpunt behandeld. De gestalte van
het kerkgebouw en zijn situering in de
planologie hebben daarmee uiteraard
en bouwpraktisch verband.
Met name tegen dc kathedrale situa
tie hadden beide inleiders stelling ge
nomen.
Met de tijden verandert, het kerkge
bouw, stelt Van den Ende. Het verlies
In dc loop der eeuwen aan maatschap
pelijk overwicht heeft zijn consequen
ties: het kerkgebouw zal meer interieur
dan exterieur moeten zijn.
Ds. Overbos heeft erop gewezen, dat
wij de kerk niet mogen verwarren met
het Koninkrijk Gods. De momentele no
den en behoeften bepalen de bouwacti
viteit. Een nieuw evenwicht in de ste
debouwkundige situatie zal moeten wor
den gevonden. De praktijk stelt echter
haar eisen. Veelal blijven de kerkge
bouwen nog een wijk accentueren. Het
ontwakend zelfbewustzijn der neo-go-
thiek heeft ons ten onrechte willen doen
geloven dat iedere kerk in de middel
eeuwen een kathedraal was. Samen
werking tussen bouwheer, architect en
stedebouwkundige wordt vereist om tot
een rele situering van de kerk in onze
tijd te geraken. Dc maatschappelijke
nevenfuncties van de religie moeten
niet te zeer in steen worden vastge
legd, aldus de mening over de bijruim
ten van het kerkgebouw.
Op zakelijke gronden alleen al, al
dus de heer Van Haaren, zijn deze
te Nijmegen geformuleerde opvattin
gen het overwegen waard. Wat het
interieur betreft: men zal zich er
thuis moeten voelen en, het gaat er
niet om een groot aantal mensen on
der één dak bijeen te brengen maar
om ze gezamenlijk de liturgie te doen
vieren. Toch zal huiselijkheid haar
laatste kenmerk moeten zijn.
Beide inleiders hebben zich ook over
de zitbanken uitgelaten. Plattegrond en
bankenplan leiden steeds tot conflicten.
Het wachten is op de bouwpastoor die
de moed heeft een kerk zonder banken
te bouwen.
Ten aanzien van de beeldende kunsten
heeft de heer Joosten zjjn stellingen zeer
principieel geponeerd. De voorstellin
gen van de geloofsleer zjjn veelal ico
nografisch gesystematiseerd; de uit
voerder moet, ze tot kunstwerk verhef
fen. De beeldende kunst kan hoogstens
een visie op God geven, niet: Hem uit
beelden. Tussen kerk en kunstenaar is
kortsluiting ontstaan. Hoewel kunst geen
noodzaak is in een kerkgebouw kunnen
de moderne autonome kunstenaar en de
kerk samengaan: hij dient de liturgi
sche accenten te beklemtonen. Bij het
geven van een opdracht zal men zich
tot een ware kunstenaar gedoopt of
niet moeten richten; van de op
drachtgever wordt de moed gevraagd de
kunstenaar na de primaire overeenkomst
vrij te laten in zijn schepping.
De extreme punten in de inleiding
lokten uiteraard discussie uit. Deze
bepaalde zich tot de representatie van
het kerkgebouw in dorpen, ging over de
definitie van kunst waarbij de de-
volie als een afzonderlijk element
werd gesteld en over de aanvaar
ding van de uitgevoerde opdracht door
de parochie. De heer Joosten wees op
historische gevallen van weigering
van een kunstwerk door de opdracht
gevers en op de actuele gevallen van
opdrachten voor protestantse kerken
aan daarbij niet aangesloten kunste
naars.
Voor een groter publiek, de zaal was
overvol, vond des avonds een bijeen
komst plaats met het karakter van een
forum. De heren W. A. L. Boeren en
C. J. A. C. Pceters, redactieleden van
Kunst en Religie, spraken elk een half
uur over resp. interieur en exterieur van
het kerkgebouw, waarna de discussie
onder leiding van mr. B. Engbersen.
medewerker aan het katholiek sociaal
kerkelijk instituut, volgde. Inleider Bee-
ren gaf een bondig overzicht van de
historische ontwikkeling van het kerk
gebouw en hekelde de anachronismen
die tot in onze tijd werden geprodu
ceerd: in een kerkgebouw van oud-Sy-
rische stijl worden wij door de micro
foon toegesproken. Terwijl er tien jaar
geleden nog nauwelijks iets te voor
spellen viel over de kerkenbouv van dit
moment, zjjn wij drie jaar teru plotse
ling overrompeld door een vernieuwing
die kennelijk buiten de officiële instan
ties om heeft plaats gegrepen. Bij het
vertonen van dia's conformeerde deze
spreker zich vrijwel aan de stelling
van het Nijmeegse Voorhof evenals de
heer Peeters dit deed ten aanzien van
het exterieur van het kerkgebouw, deze
illustrerend t lichtbeelden en histori
sche gegevens. Ook nu prikkelden deze
voorposten het gehoor tot een geani
meerde discussie waarbij wel duidelijk
werd dat het bjj het inlopen op het tijds
beeld niet gaat om het zuigen op een
lolly maar om de essentiële verschillen
tussen heet en koud. In kleinere krin
gen werden de gesprekken na de offi
ciële sluiting nog voortgezet.
Adver'entie
(bij apoth. en drog.)
70, 90, 1.4S (extra groot)
n kwaliteitsprodukt van de Wybertfabrieken.
DEN HAAG, 8 jan. Gisteren is op
het ministerie van sociale zaken en
volksgezondheid de bijeenkomst gehou
den, die prof. dr. P. Muntendam had
belegd naar aanleiding van de radio
actieve horloges die in Amsterdam zijn
aangetroffen. Zoals bekend vertoonde
een Amsterdamse ambtenaar enige
tijd geleden verlammingsverschijnselen
aan zijn linker pols, de pols waaraan
hjj een horloge droeg van het merk Ro-
lex type GMT Master. De Amerikaan
se commissie van atoomonderzoek
heeft bewezen, dat de wijzers van dit
type horloge een sterke radio-actieve
stof bevatten met een ontoelaatbare
straling. De vrouw van de ambtenaar
bracht enige maanden geleden een kind
ter wereld, dat afwijkingen vertoonde.
De op de bijeenkomst aanwezige
deskundigen zijn tot de conclusie ge
komen, dat het volstrekt onaanneme
lijk is, dat deze afwijkingen enig
rechtstreeks verband houden met de
straling, welke veroorzaakt is door
het door de vader gedragen horloge.
Deze straling namelijk is onvergelijke
lijk veel geringer dan de straling,
waaraan de Japanse bevolking tijdens
de atoombomexplosies is blootgesteld
geweest, en ligt in dezelfde orde van
grootte als de natuurlijke stralingen,
waaraan iedereen is blootgesteld.
Zeifs bij de nakomelingen van de
overlevenden bij de atoombomexplo
sies heeft men geen toeneming van
dit soort afwijkingen kunnen vaststel
len.
Door de Keuringsdienst voor Waren
zal overigens bij de hörlogehandel een
onderzoek worden ingesteld en worden
nagegaan of zich in hier aanwezige
voorraden horloges bevinden, die niet
aan de veiligheidsnormen voldoen. Op
grond van de resultaten zullen te zijner
tijd nadere mededelingen volgen. In af
wachting daarvan is er op dit ogenblik
voor dragers van horloges met lichtge
vende wijzerplaten geen reden tot on
gerustheid, aldus de deskundigen.
(Van een verslaggever)
AMSTERDAM7 jan. Over „Stra
da". een vernieuwde vorm van paro
chiële zielszorg, die In het bisdom
Brugge al wonderbaarlijk veel succes
heeft, zijn de vanmiddag in het Van
Nispenhuis bijeengekomen Amsterdam
se priesters uitvoerig ingelicht. Onder
het gehoor bevond zich ook Haarlems
bisschop, mgr. J. P. Huibcrs, die dc
bisschop van Brugge met enkele mede
werkers naar de hoofdstad had geïnvi
teerd voor deze uiteenzetting. De
Vlaamse bisschop, mgr. E. J. De
Smedt, is de enthousiaste gangmaker
van de Strada-beweging. Waren er in
Nederland al enkele schuchtere pogin
gen om op deze voet het parochiële
apostolaatswerk uit te voeren, niet on
mogelijk is dat na deze bijeenkomst
geleidelijk op grote schaal volgens de
Strada-gedachte zal worden gewerkt.
Voor het diocees Haarlem is er een
Strada-centrum in werking getreden.
In Strada vindt men de afkortingen
van de woorden straat, dienstbetoon en
apostolaat terug. Geen geestelijke
hoeft van Strada te schrikken en
„weer een organisatie erbij!" uit te roe
pen. Strada wil nie* anders zjjn dan:
„de moderne organisatie van de paro
chie".
Mgr. De Smedt vertelde iets over de
moeilijkheden in zijn bisdom, die niet
zo erg veel anders waren dan in de
Nederlandse. Ook daar tracht men ui
teraard degenen die de Kerk de rug heb
ben toegekeerd terug te winnen en de
nog trouwe katholieken aan zich te
binden. Er van uitgaand dat de Kerk
een liefdesgemeenschap is, moet men
ook de warmte van deze liefde en deze
gemeenschap kunnen voelen. In deze
koesterende warmte kan men zich ver
trouwd voelen.
Als tweede uitgangspunt noemde de
Vlaamse bisschop de buurt of de straat
als een sociologische werkelijkheid,
werkelijker vaak dan de parochie. In
deze buurten in dorpsgemeenschap
pen en volkse kwartieren veel hechter
dan in winkelstraten en villabuurten
vindt men christenen op wier liefdevol
le en apostolische instelling men als
parochieherder een beroep moet doen.
Wat de leek als buurtgenoot is, kan
geen geestelijke zijn. De leek weet meer
van de buurt, heeft eerder contact en
entree dan welke geestelijke ook. De
leek, die de parochieherder daartoe in
staat acht, dient in een geest van
dienstbaarheid en solidariteit zijn
buurtgenoten bjj te staan, stelselmatig,
maar natuurlijk niet zo dat men hem
gaat nawijzen als „de officiële goed-
doener". Het moest zo worden, dat
Christus in de straat of de buurt woont.
Op die manier is men enkele jaren
geleden in het diocees Brugge begon
nen met op de apostolische dienst
vaardigheid van leken een beroep te
doen en nu al kon mgr. «De Smedt
de resultaten wonderbaarlijk noemen.
Het ideaal is dat men op ongeveer
cm dertig-tal gezinnen in de buurt één
kern-kracht verkrijgt, maar het is
noodzakelijk, dat men, zelfs in de
grootste parochies, heel bescheiden
Men kan nu niet bepaald zeggen dat
Strindbcrg's toneelstuk „De Vader"
dat gisteren door de AVRO op het te
levisiescherm werd gebracht behoort
tot de rubriek aangename tijdpasse
ring. Overigens ook bepaald niet tot
de voor de kinderkamer geschikte ver
halen. Het gaat hier om een noodlots-
zwanger drama van een ritmeester
die tenslotte bezwijkt aan een diep
invretende twijfel; een me.er „uiter
lijke" twijfel aan de wettigheid van
zijn kind en au fond ook een desas
treuze twijfel aan zijn eigen bestaan.
Zijn vrouw Laura, die strijdt om „de
macht" over het kind, doet zeker geen
moeite om hem van welke soort twij
fel te genezen, integendeel zij drukt
de man met allerlei slinkse middelen
steeds meer in de ellende. Tenslotte
sterft dus de ritmeester aan een hart
aanval, niet echter dan nadat men
hem het dwangbuis heeft aangetrok
ken. Een bijzonder gruwelijk einde
dus. Rond dit tweetal bewegen zich
dan nog enkele figuren van het, ove
rigens zeer belangrijke, tweede plan,
als daar zijn de dokter, „die het óók
niet meer weet" en de dominee, broer
van Laura, die de machinaties van
zjjn bezeten zuster wel doorziet maai
er verder niets aan doet.
Dit stuk, razend knap door Strindberg
geschreven, werd dus gisteren de kij
kers en wij nemen aan dat het
soms wel lichtelijk onthutste kijkers
32
„Een goed begin. Spit maar verder, tot je alles
van dezehoe heette hij ook al weer?"
„Hetharia. R. Hetharia
tot je alles van hem weet."
Meys, nog steeds denkend aan de volgende sport
op de ladder naar het inspecteurschap, verheugd
af.
Inspecteur Sluiter kwam niet verder dan deze
twee bezoekers. Twee dagen later pas werd adju
dant Speelman de brenger van enig nieuws.
„Martin Watimena heeft zijn bed verlaten. Ik zag
hem aangekleed en wel voor het raam staan."
„Vrij onverstandig, waarschijnlijk, uit medisch oog
punt."
„Ik dacht dat het voor ons misschien gunstig
was," zei Speelman landerig. „Hoe eerder hij rond
gaat draven, des te eerder komt er schot in."
„Verveelt het je dan zo? Ik dacht dat het echt
wel iets voor jou was, om daar rustig in die straat
te flaneren, naar mensen kijken en kopjes koffie
drinken in die broodjeswinkel."
„Achter de schalen lever en ham staat een heel
lelijk meisje, vol pukkels. Ze kan bovendien geen
koffie zetten."
Hetgeen voor Speelman alle reden was om te
hopen op actie.
Hij kreeg die de avond daarop. De duisternis was
al gevallen toen zijn dienst begon en na een paar
uur had hij Arnold Lisser genoteerd als bezoeker.
Speelman geloofde dat dit alles wel weer zou zijn,
voor vanavond en hij besloot voor de zoveelste keer
dan maar eens een stukje te gaan lopen om de
stramme benen te strekken. Speelman was de Kin
kerstraat langzaam gaan haten: de karakterloze
huizen, de volte, de immer rijdende trams en de
vervelende etalages. Het was half elf, bijna. De re
chercheur kroop dieper in de kraag van zijn jas,
want de schrale avondkilte blies niet te stuiten door
de leger wordende straat. Hij liep terug, voorbij de
broodjeswinkel, juist op het ogenblik dat het lelijke
meisje naar buiten kwam en met gehaaste stappen
de weg overstak. Speelman keek haar na. Ze liep
gedecideerd naar het ijzerwinkeltje en belde aan bij
de deur daarnaast, het huis van Watimena. De deur
werd opengetrokken en het meisje riep iets naar bo
ven, om daarna weer snel op haar schreden terug
te keren. Vlak na haar kwam Martin Watimena
naar buiten. Hij had een overjas omgeslagen en
stond links en rechts te kijken als een verbannen
sultan op een onbewoond eiland. Deze indruk gaf
hij vooral door het verband om zijn hoofd, dat wit
afstak in de duisternis.
Speelman trok zich wat dichter tegen de huizen
wand terug, toen Watimena overstak. Er was niet
veel verkeer op de weg en hij liep langzaam, wat
te begrijpen was na zijn verw-udingen. Nog een
paar stappen was hij van het trottoir verwijderd,
toen er enkele meters van Speelman vandaan een
personenauto plotseling met grote snelheid naar vo
ren sprong. Watimena hoorde het geluid ook aan
zwellen, keek om. deed nog een stap maar bleef
toen stokstijf staan. Speelman voelde zijn adem
even stokken, keek bliksemsnel van de roerloze Wa
timena naar de naderende auto en rende toen op de
man toe. Met oen ruk had hij hem tegen de trottoir
band aangetrokken. Watimena struikelde en viel te
gen hem aan, terwijl de auto loeiend langs hem
heen daverde, zonder vaart te minderen. Met kri'
sende banden nam de auto de bocht naar de Tol
len sstraat.
Er waren een paar mensen blijven staan om de
auto na te kijken, maar verder was het incident ver
lopen zonder dat iemand er belangstelling voor had.
Het was te vlug gegaan, te overdonderend. Speel
man had de toestand met een snelle blik opgeno
men. De straat was weer volkomen normaal. Nie
mand had gegild, niemand had ook maar gedacht
aan een achtervolging. Er naderde een tram, met
voorop een matte lamp als het oog van een dron
ken cycloop.
„Dat was heel erg op het nippertje," zei Speel
man nog hijgend. „Daar had iemand een ontzettende
haast, niet?"
Hij hielp Watimena weer overeind en trok vader
lijk de jas om zijn schouders recht.
„Jazei de ander slap.
Zijn ogen waren verschrikt en om zijn lippen tril
den zenuwen. Nu hij eindelijk iets had gezegd ont
snapte hem de adem in een lange, benauwde zucht.
Speelman, die zijn arm nog vast had, voelde hoe hij
plotseling rilde.
„Het gaat wel over. Even rustig blijven staan
maar."
„De telefoonzei Watimena verdwaasd.
„Was er telefoon voor u?"
Speelman, die de spanning even had voelen wij
ken. was weer een en al aaiidacht.
„Hier, in de cafetaria."
Ze stonden er vlak voor. Watimena nog steeds
bij de arm houdend stapte Speelman naar de glazen
deur. Er waren twee klanten binnen, die stonden te
eten met malende kaken. Het meisje achter de toon
bank knikte toen ze Watimena zag.
„In de cel," zei ze.
Watimena reageerde nog maar half. Speelman
leidde hem naar de kleine telefooncel, achter in
het winkeltje. De hoorn lag op een schuin plankje,
dat tegen een der wanden bevestigd was. Speelman
wees ernaar en stapte tegelijk met Watimena de cel
in. Hij pakte de hoorn en gaf hem. Het rook duf
in het hokje.
„Hallozei Watimena vragend. En direct
daarna: „HalloHallo?" Bevreemd keek hij
naar de rechercheur.
„Er is niemand," zei hij.
Speelman nam hem de hoorn uit de hand en legde
hem op de haak.
(Wordt vervolgd)
zijn geweest voorgeschoteld. In een
voortreffelijke opvoering overigens.
Dit soort heftige, maar niettemin niet
helemaal grijpbare dramatiek is ken
nelijk een kolfje naar de hand van re
gisseur Ton Lcnsink. Hij is een mees
ter in het wéar maken van de keel
afsnoerende beklemmende sfeer, als
door Strindberg in zijn drama wordt
opgeroepen. Wij mogen in dit verband
even herinneren aan de „ingescho
ven" close ups tijdens de ontluisteren
de scène van de ritmeester die door
zijn voedster met een zoet lijntje in het
dwangbuis wordt gewerkt. Het werd
alles zeer knap opgebouwd door deze
regie, die regelrecht en volkomen lo
gisch aanstuurde op de jammerlijke
climax.
Nu moet gezegd, dat Lensink ook
een „set" van ongewoon bekwame ac
teurs en actrices tot zijn beschikking
had. Ko van Dijk bracht een bijzonder
uitgekookte vertolktng van de ritmees
ter, soms met een beheerste onbe
heerstheid, dan weer met een gespan
nen gekweldheid. Een waarachtig le
vende figuur. Rie Gilhuys zette er een
messcherpe „sterke" vrouw tegenover
en zij bleek nog altijd een actrice van
ongewoon formaat. Ook de „bijrollen"
waren uitnemend bezet, door Richard
Flink, die de ietwat lummelachtige
dominee speelde, door Joan Rem-
melts, die de weinig begrijpende dok
ter gaf, en door Hetty Beck, die de
lichtelijk sentimentele voedster mar
kant gestalte gaf. Tenslotte was er
Linda Marianne, het dochtertje van
Ko van Dijk, dat als het kind Bertha
bewees, dat toneelspelersbloed meest
al toch wel kruipt waar het wel
gaan móet.
H.Hn.
HILVERSUM, 7 jan. De program
maleidingen van KRO en NCRV hebben
gemeend het derde lustrum van Neder
lands bevrijding, dat op 5 mei van dit
jaar wordt herdacht, met beter te kun
nen inleiden dan door een dagelijkse
herinnering aan de gebeurtenissen in de
laatste tragische oorlogsmaanden.
Het Rijksinstituut voor Oorlogsdoku-
mentatie is bereid gevonden om zijn,
nog te weinig benutte schat aan gege
vens voor dit doel ter beschikking te
stellen.
Van volgende week dinsdag af zal elke
dag om 13.15 uur in de rubriek „15 jaar
geleden" gedurende vijf minuten de
klok worden teruggezet, opdat de jon
geren weten en de ouderen niet verge
ten.
De heer N. Akkerman, hoofdmuzick-
regisseur van de NRU, die zijn zilve
ren omrocpjubileum heeft gevierd, is
gistermiddag in de AVRO-foyer gehul
digd. De programmadirecteur van de
NRU, de heer E. Bomli, die hem een
in enkele buurten begmt met
in wie de pastoor vertrouwen heelt,
en daar waar de mogelijkheden gun
stig liggen. Geleidelijk bouwt men het
uit en laat men het uitgroeien.
Achter de „straatactie voor dienstbe
toon en apostolaat" moet gaandeweg
een organisatie groeien. Bestendig
moet er nl. gewerkt worden aan de
persoonlijke vorming van de medewer
kende leden (liefst op dekenaal ni
veau). En er moet een samenwerking
ontstaan met de andere kernkrachten,
zodat er speciale initiatieven genomen
kunnen worden. Men gaat overleggen
hoe men moet handelen naar bepaalde
toestanden in de buurten. De wijklei-
ders vormen samen een parochieel cen
trum, aangevuld door leden uit de cate
gorie zielszorg en mensen di. op bij
zondere gebieden als bjjjv. pers radio
en televisie goed thuis zijn. Er dient een
hie archische opbouw te ontstaan op dio
cesaan niveau, waar ook andere orga
nisaties van het bisdom vertegenwoor
digers afvaardigen, waar een secre
tariaat de werkers ten dienste staat
en van waaruit bisschoppelijke richtlij
nen en acties gelanceerd kunnen wor
den. Over dit alles heeft mgr. E. J. De
Smedt een boekje geschreven, geti
teld „Chri. teljjk Buurtleven".
Geboeid heeft de Amsterdamse gees
telijkheid de uiteenzettingen gevolgd. Er
waren allerlei vragen over specifieke
situaties, die door de energieke Vlaam
se bisschop en zjjn medewerkers even
spiritueel als ernstig werden beant
woord. Het werd duidelijk dat het hier
zeer schemat' ch aangeduide Strada in
het bisdom Brugge een bezielende be
weging is geworden met verrassende
aspecten.
Men was er gaan merken dat de
buurten gezamenlijk de parochie bouw
den en vele christenen en afgedwaal-
den hadden iets gevoeld van de warmte
van de Kerk als liefdesgemeenschap.
Het huwelijks- en gezinsapostolaat, als
mede de rol van de vrouw en oudere
kinderen in de charitatieve en aposto
lische bewogenheid van de Kerk had
den ongekende kansen gekregen.
In Dordrecht zijn op initiatief van de
heer K. Klomp, hoofdcommies van poli
tie, zgn. verkeersjournalen ingesteld,
waarin het publiek zijn op- en aanmer
kingen over de verkeerssituatie in Dor
drecht kan opschrijven. Deze zullen wor
den gebruikt om verbeteringen aan te
brengen. Een deelnemer aan het verkeer
schrijft hier op een der bureaus zijn
bevindingen op onder het toeziend oog
van een politie-agent.
STADSKANAAL, 8 jan. De 68-ja-
rige H. Hulshof is bij baggerwerkzaam-
heden in het spoordok met zijn hoofd
in aanraking gekomen met een draai
ende lier. Hierdoor werd hij in het wa
ter geslingerd. Tijdens het vervoer
naar een ziekenhuis in Groningen is hu
aan de ernstige verwondingen overle
den.
BUENOS AIRES, 8 jan. Het Ne;
derlandse passagiersschip „Rotterdam
is gisteren in de Argentijnse hoofdstad
aangekomen. Met het oog op de grote
diepgang had men er speciaal eer
vaargeul voor in de Rio de la Plata
laten baggeren. Al het overige verkeer
in die waterweg lag stil toen de oce
aanreus er door voer.
Advertentie
sigheidbijKvatfkou.
:en handige j> lasjjcHknSfrPC^ljüiEK.
MEENK;S POEDERS helpen! Er zijn
Meenk's Poeder^fci hoofdpijn, kies
pijn. hoest, gri Ïarrhec. influenza,
rheumatiek, koortsjpleid bij gevatte kou,
periodieke pijnen mz. enz. Verkrijgbaar
in etuis mei 6 [Weders maar ook in
een handige plastic HUISAPOTHEEK
(met 6 verschillende etuis a 6 poeders),
zonder prijsverhoging. Vraag uw drogist.
ME£NK'U0£QE£5^eicca!jEr zijn
rheumatiek, koortsigneidoij gevattekou.
V„,„1„,.LM ITC DOTUeCV
geschenk onder couvert overhandigde,
noemde de jubilaris een „witte raaf" in
de omroepwereld, omdat hfj èn techni
cus èn musicus is, een uitzonderlijk ge
lukkige combinatie voor de functie, die
de heer Akkerman thans bekleedt. Na
mens de collega's bood de heer G.
Brandjes de jubilaris een polshorloge
aan, terwijl de heer G. Hoek, program
maleider van de NCRV, de omroepor
ganisatie, waar de heer Akkerman
technicus zijn loopbaan begon, hem na
mens vroegere collega's en naaste me
dewerkers een boekwerk schonk.