Amateursprinter Aad de Graaf heeft twee agenda-punten: Eindexamen èn Olympische Spelen Districtswedstrijden om judo-kampioenschappen Zware straf voor Residentie Dam Genootschap (Den Haag) De stem van de dode door MAX MURRAY HBS-studie is nummer één M Bijna 100 judoka's te Gouda op de mat Nog geen tekening in voorwedstrijd dammen Uitslagen herzien; twee strafpunten Constant 2 bijna eerst6 klasse clubkampioen V B MAANDAG 1 FEBRUARI 1960 R..K. S. V. IVOREN TOREN RESERVEKLASSEN K.N.V.B. ZATERDAGVOETBAL Zonder het zelf te willen, zonder er zelfs bij te hebben nagedacht, heeft Aad de Graaf de idealen van de Amerikaan Average Brundage geweld aangedaan. Enige tijd geleden moesten de kandidaten voor het eindexamen van de Van Oldebarnevelt-H.B.S. de vraag beantwoorden welke richting zij zouden gaan na het slagen voor hun eindexamen. Aad de Graaf dacht lang na. Wat hij werkelijk dolgraag wilde vond hij een beetje raar om als antwoord op de desbetreffende vraag in te vullen. Daarom zette hij maar een heel groot vraagteken. Dat was heel eerlijk van Aad. Maar, moest hij het weten, I.O.C.'s voorzitter Brundage zou fiolen van toorn over het toch reeds zo zwaar geplaagde hoofd van Aad de Graaf hebben uitgegoten. Want wat wil Aad? Wat is het dan. dat hij niet zo maar zonder meer on der ogen van een strenge h.b.s.-direc- teur durft te laten komen en waarmee hjj bovendien de voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité tegen zich in het harnas jaagt? Welnu, Aad de Graaf wil als het enigszins kan, beroepswielrenner worden. Om precies te zijn: hij zou zo graag de voetspo ren drukken van Arie van Vliet en Jan Derksen. De heer Brundage kan zich voor een Olympisch kandidaat geen grotere zonde indenken. Deelne men aan de O.S. met de gedachte prof. te worden. Doch laten we Aad de Graaf niet te hard vallen. We zijn daarbij echt niet de enigen die 's heren Brundages hemd tolereren als enig kledingstuk voor deze I.O.C.-praeses. Men kent wellicht de ge schiedenis nog, kort voor de Spelen te Melbourne. Hij had een O.S. met zich zelf kunnen houden, wanneer Brundage niet heel snel zijn eis de Olympische deelnemers slechts dan toe te laten wan neer zij schriftelijk verklaarden niet de bedoeling te hebben na de Spelen tot het professionalisme over te gaan, had inge trokken. Maar al vallen wij Aad de Graaf dan niet hard over zijn voornemen, dat neemt niet weg, dat er ook zonder dat genoeg zorgen voor de jonge Rotter damse sprinter overblijven. Dit is zijn enige kans ooit aan de Olympische Spe len te kunnen deelnemen. Het conve nieert hem echter bepaald niet, dat deze Spelen precies in hetzelfde jaar vallen waarin hij zijn eindexamen moet doen. Het is zijn enige mogelijkheid aan de O.S. ooit te kunnen deelnemen, omdat hij óf een goed renner wordt, óf er mee ophoudt. In het eerste geval gaat dus zijn wensdroom, beroepsrenner te wor den, in vervulling en in het tweede ge val gaat de fiets op de rommelzolder. In beide gevallen zijn er dus in 1964 i geen O.S. meer voor de sprinter Aad de Graaf weggelegd. „Voorlopig vind ik mijn eindexamen natuurlijk het belangrijkste. Eind april zijn we voor het laatste op school en daarna moeten we thuis werken. Ik stel me voor van 8 tot 3 uur voor mijn examen te werken en dan kan ik daar na altijd nog een paar uurtjes trainen. Het komt vrij goed uit, want de schrif telijke examens zijn half mei, de mon delinge half juni. Daar tussenin worden de kampioenschappen van Nederland verreden. Die zjjn op 2 en 9 juni We trainen dit jaar waarschijnlijk weer onder Arie van Vliet, die zijn trai ningsplannen reeds ter goedkeuring aan de K.N.W.U. heeft voorgelegd. Hij zou ook graag medezeggenschap willen heb ben bij het samenstellen van de ploe gen voor de O.S. en de wereldkampioen schappen op de baan te Karl Marx- stad." 1 Aad de Graaf ziet het blijkbaar niet zo somber in. Toch menen we dat hij het behoorlijk moeilijk zal hebben ona èn te slagen voor zijn eindexamen èn zo goed tc presteren, dat hij naar Rome en Karl Marxstad zal worden uitgezon den. Natuurlijk, er zullen straks voor al in Rome studenten-sportlieden tot de deelnemers behoren. Maar hun studie op wetenschappelijk gebied kan gerust met een flinke hap zout worden genomen. Voor onze Rotterdamse kandidaat voor de Olympische ploeg liggen de za ken anders. Het lijkt ons bijzonder moei lijk zich ten volle op een heel belang rijk examen te concentreren en daarbij tevens zijn gedachten op een voor een ambitieus sportman zo belangrijk evene ment als de Olympische Spelen te bepa len. En beide „proeven van bekwaam heid" eisen een uiterst ver doorgevoerde Graag wieier prof Is dat deelnemen aan de O.S. en aan het wereldkampioenschap sprint voor De Graaf dan zo belangrijk? Daarover kan verschillend worden geoordeeld. Dat voor iedere sportjongen of -meisje het slagen in het burgerleven i.e. het beha len van diploma's primair is laat geen twijfel bestaan Maar voor knapen als Aad de Graaf mogen ook de mogelijk heden die de sport hun biedt niet zo maar worden weggeredeneerd. Hoe men over de beroepssport denke zij om het even, vast staat, dat de wielersport, al zij het dan slechts voor de enkeling, een bijzonder lucratieve bezigheid kan zijn. Het zijn beslist allemaal geen Coppi's, die op z'n veertigste jaar al een miljoen of zes bij elkaar had gefietst, maar wat minder is ook nog lang niet kwaad. Daarop te rekenen door .wie dan ook, zou een kapitale dwaasheid zijn. Maar voor een jongen met talenten in deze richting hieraan zo maar voorbij te gaan, getuigt ook van weinig ondernemings geest. We zouden niemand willen aanra den zich een racefiets aan te schaffen en de wielersport van het begin af als be roep te kiezen. Maar Aad de Graaf staat niet bepaald meer aan het begin. Hij is nog jong en heeft al twee wereld- kampioenscjappen achter de rug. Als sprinter heeft hij in Frankrijk, Duitsland en België gereden. Nog als amateur en echt niet als een topfiguur op de inter nationale wielermarkt. Maar dat kon bij Aad ook moeilijk. Hij geeft er zelf het antwoord op: „Ik reed het beste in mijn vakanties." Een jaar reed hij ook buiten de vakanties goed maar dat jaar moest hij op school doubleren. Dan maar minder goed rijden buiten de va kanties. Aad de Graaf stelt zijn schoolwerk nog voor alles. Maar daarnaast mag hij z'n best doen als dat school werk dus Ln orde Is om in de wielersport te slagen. Hij behoeft zich daarbij lang niet kansloos te achten. Bijna schonk hij dit jaar Rotterdam voor het eerst in de wielergeschiede- nis een nationale sprintkampioen. Na vele ritten te hebben moeten overrij den, o.a. omdat Aad tweemaal vrij ernstig kwam te vallen, was het ten slotte pas na de wereldkampioenschap pen, dat de Amsterdammer Mees Ger ritsen de titel veroverde. Het was voor Aad de Graaf toch een grote vooruitgang. Het jaar daarvoor had hij voor het eerst deelgenomen aan de nationale sprintkampioenschappen. Toen bracht hij het niet verder dan de vierde plaats achter resp. Joop Captein, Mees Gerritsen en Jan Reyngoud. Aad de Graaf mag gerust zeggen, dat hij mo menteel tot de top van onze amateur sprinters behoort. Gerritsen heeft hem van de werkelijke top afgehouden, doch voor het zelfde geld kan dit jaar Aad de Graaf de eerste rood-wit-blauwe tri cot (wat de sprinters betreft) in triomf mee naar de Maasstad brengen. We helpen het de sympathieke Feije- noorder van harte wensen. Buiten dat ge loven we niet, dat hij de trein naar Rome of Karl Marxstad zal missen, maar zo'n nationaal kampioenschap betekent voor een jonge renner een grote morele steun. „Maar als ik kiezen moest tussen het kampioenschap van Nederland dit jaar eh slagen voor mijn eindexamen, dan was de keus niet moeilijk. Gelegenheid om kampioen te worden is er ieder jaar en als ik door mijn examen kom hoef ik dat nooit meer te doen." Letterlijk lieten we Aad de Graaf het laatste woord. Laten we het nu ook fi guurlijk maar doen. UCfV' >-••>- r> j t- c-ii trijo eer streden. Na een moeizame 5 p, plaatsten J. J. Winters (Schiedam) jj. J. van Leeuwen (Katwijk) zich in de s; strijd. Winters kreeg zijn eerste v De Europese kampioen Koos Bonte, Jan Rapmund en Piet van Leeuwen bjj de senioren en J. v. d. Blom en H. A. van Leeuwen by de junioren waren de win aars by de districtswedstrijden in de gemakkelijk te pakken, omdat zijn 0p gewichtsklasscn judo, die zondag in Gou- stander, G. N. A. Nühn (Delft), nie pij da zijn verwerkt. Dat gebeurde, in zaal het appèl verscheen. Daarna versloe» A. Gunther Mohr (Delft), J. J°n°^yali (Leiden) en in de kwartfinale J. detfl,gi(> (Vlaardingen). P. J. van Leeuwen K,g, via overwinningen op F. Baudoin dam), P. Goederaad (Vlaardingen) e jp H. de Korte (Leiden) in de eindstrij In het Antwerpse Sportpaleis is Aad de Graaf een goede bekende. Hij is echter ook een gevreesde tegenstander. Hier klopt hij de jonge Belg Deconcinck op de streep. Kunstmin, waar honderden Gouwenaars en velen uit andere steden de vaak boeiende en spectaculaire duels met grote aandacht en laaiend enthousiasme volgden. Bijna 100 judoka's verschenen er op de mat. De kampioenen van de junio ren en de finalisten van de senioren zul len deelnemen aan de nationale wedstrij den, die op zondag 21 februari in hotel Krasnapolsky in Amsterdam gehouden zullen worden. In de zwaargewicht klasse senioren na men 15 judoka's aan de strijd deel. Fina listen werden Jan Rapmund en Leo Rat ten van de Sportschool Van der Velde uit Schiedam. Rapmund klasseerde zich door overwinningen op W. Schot (Schie dam), S. de Vries (Gouda) en J. Gouwe leeuw (Uke Mi uit Delft). Leo Ratten drong in de finale door via zegens op A. v. d. Heuvel (Gouda), W. Hoekman (Schiedam) en D. Davidis ('s-Gravenhage). De eindstrijd tussen Rapmund en Ratten was fraai noch spannend. Het bleef bij wederzijds verkennen en slechts een enkele maal probeerde men een uitval te doen. Rapmund was wat agressiever en werd bij beslissing van de scheidsrechter tot kampioen uitgeroepen. Meer spanning was er in de midden gewicht klasse, waarin 28 judoka's om da deze partij gaven Winters en Van wen elkaar niet veel toe. Van Leeihv ai" Ondanks al zijn grote wielerplannen verwaarloost Aad de Graaf zijn studie niet. Hij verdeelt zijn tijd tussen zijn studieboeken en de race-f iets. I De voorwedstrijden om het persoon lijk kampioenschap van de Rotterdam se Districtsdambond zijn weer aan de gang. Er werden drie groepen gevormd. De uitslagen van de tot op heden ge speelde partijen geven nog niet vol doende aanwijzing welke spelers uit elke poule drie straks gerechtigd zijn aan de eindstrijd deel te nemen. Van het spelen van voorwedstrijden waren vrjjgcsteld: J. J. Bastemeijer, J. H. de Kluyver, J. P. Kuypers, W. Roozenburg en J. J. de Vries. Het is niet waarschijn lijk, dat alle genoemde spelers van hun recht tot deelneming aan de finale ge bruik zullen maken. Over het algemeen kan wol gesteld worden, dat de drie gevormde poules el kaar in sterkte evenaren. Alleen lijkt ons groep drie (met voor de finale geschikte spelers als v. d. Doe, Hillebrand, Stuur man en v. d. Veer) iets zwaarder dan de beide andere poules. De uitslagen van de tot op heden ge speelde partijen zijn: Groep 1: v. EekWiersma 20; Kusters Koppelaar 0—2; BaksC. de Zeeuw 0—2; GorreeVink 2—0; de Zeeuw— Gorree 20; Koppelaar—Baks 11; v. EekKusters 11; WiersmaVink 1—1; Baksv. Eek 02; GorreeKoppelaar 20; Vinkde Zeeuw 02; Kusters Wiersma 11. Groep 2: Geerling—C. J. de Zeeuw 11; v. VessemDelicaat 20; v. Baarlen Bakhuizen 11; Delicaat—v. Baarlen 0—2; de Zeeuwv. Vessem 11; Klomp. —Geerling 11; v. Vessem—Klomp 02; v. Baarlende Zeeuw 02; Bakhuizen Delicaat 20. Groep 3: Stuurmanv. d. Doe 11; HillebrandStaneke 11; Berghuisv Alphen 02; Herweierv. d. Veer 1—1: v. d. Veerv. d. Doe 20; Staneke Berghuis 0—2; StuurmanHillebrand 1— 1; BerghuisStuurman 02; Herweier Staneke 1—1; v. d. Veerv. Alphen 11; Hillebrandv. d. Doe 11. Half februari beginnen de voorwed strijden om het persoonlijk eerste klasse kampioenschap. De twintig deelnemers zijn ingedeeld in drie groepen. De num mers één en twee uit elke groep plaatsen zich in de finale. (Van onze dammedewerker) Het bestuur van de Zuidhollandse Dam- bond heeft R.D.G., Den Haag, zwaar ge straft: twee matchpunten in mindering en herziening van de uitslagen van de voor het provinciale clubkampioenschap gespeelde wedstrijden. En dat, omdat R.D.G. in de wedstrijd tegen D.D.V. uit Dordrecht twee reglementair daartoe niet gerechtigde spelers zou hebben op gesteld (wier partijen nu verloren zijn verklaard) en tegen Het Oosten uit Rot terdam twee spelers aan een te laag bord heeft laten spelen (wier partijen eveneens verloren zijn verklaard). Voor de overtreding tegen D.D.V. bovendien de aftrek van de winstpunten. Praktisch betekent een en ander, dat RDG toch nog op het nippertje van zowel D.D.V. als Het Oosten heeft ge wonnen, nl. met 11-9 (tegen D.D.V. was de oorspronkelijke uitslag 12-8, tegen Het Oosten 13-7). Met de aange nomen uitslag 1010 tussen L.D.V. en Het Oosten wordt dan de eindstand van het enkelrondige Zuidhollandse toe nooi: 1/2 R.D.G. en D.D.V. 4 punten, 3/4 Het Oosten en L.D.V. I. R.D.G. en D.D.V blijven derhalve gerechtigd voor de demi-finale om het clubkampioen schap van Nederland, maar er zou een extra wedstrijd nodig zijn voor een be slissing om het bezit van de provinciale titel De wedstrijdcommissie van de Haagse Districts Dambond heeft deze zaak bij de Zuid'hollandse wedstrijdleiding aan hangig gemaakt. Het is uiteraard enigs zins merkwaardig, dat zij heeft geprotes teerd tegen de gedragingen van een ver eniging uit haar eigen district, doch zij motiveert dit optreden door erop te wij zen, dat zij handhaving van de wet wil zonder aanzien des persoons. Dezerzijds willen we daaraan toevoegen: we hopen, dat inderdaad alleen edele motieven de commissie heeft bewogen haar stappen ta ondernemen. Volledigheidshalve willen we hierbij nog aantekenen, dat in wezen de zaak draait om het punt of de opstelling van een tiental geldt voor een heel seizoen. Het reglement spreekt van: voor de duur van de competitie. Wordt een dis trictscompetitie gezien als één met de daarop volgende provinciale clubcompe titie en met de daarop weer aansluiten de competities om het landskampioen schap (de demi-finale en de finale), dan was R.D.G. inderdaad in overtreding. Worden laatstgenoemde wedstrijden be schouwd als aparte competities, zoals dat inderdaad al jaar en dag gebrui kelijk is voorbeelden daarvan zijn voor het oprapen dan is de uitspraak van het Zuidhollandse bestuur onjuist. Het is te verwachten, dat R.D.G. in beroep zal gaan bij de landelijke protestcom missie. De Haagse vereniging Hjkt ons dan, gezien de al jaren door deze commissie gevolgde praktijk, wel bij zonder sterk te staan. Voor de wintercompetitie van de r.-k. schaakvereniging „Ivoren Toren" waren de uitslagen van de vrijdag gespeelde par tijen: M. Vosselman—J. Denissen 0—1; J. VosselmanN. v. Noort 10; F. Werrel- manA. Witjens 10: P. JanssenW. Suyker 01; J. DenissenM. Vosselman 1—0; N. van NoortJ. Vosselman 0—1; G. BeijeJ. Nijhuis en H. Daanen P. Dekker ',1>; F. JacobsR. Alders afgebroken; P. StigterF. Jacobs A.s. vrijdag speelt het tweede tiental van de „Ivoren Toren" in zijn clublokaal Adriaan Pauwlaan 5, tegen N.R.S.V. II. Betaald voetbal. Res. eerste divisie B: VVV 2Feijenoord 2 1—5. Eindhoven 2—SVV 2 3—1. Res. tweede divisie B: RBC 2Stormvogels 2 2—3, Baronie 2—EDO 2 3—1. West II. 3de klasse A: Noordwijk—Excelsior P 6—0. n 4de klasse A: KatwijkSemper Altius 13; D. Roda Boys—Sleeuwijk 5—2. toonde zich wat meer aanvallend, vaker het initiatief, zonder evenwel tegenstander op de mat te kunnen ^a|1 gen. De arbiters kenden de zege aan Leeuwen toe. non'8 De Europese kampioen Koos werd steeds met luide bijval ontvang; Deze judoka van bijzondere klasse t, dan ook fraaie staaltjes te zien. Hij s te met een bliksemoverwinning °P o0ü Gouwenaar H. Klip en gaf vervolgenS C. Liekendiek (Leiden) geen schijn ^jj kans. In de halve finale schakelde L. Koolmees (Den Haag), zij het rnettitel* moeite, uit. Zijn tegenstander in de strijd was de groenc-banddragei' ap Drenth van Uke Mi uit Delft. Deze k" presteerde het om in de halve fina zwartebanddrager J. Jansen ('s-Gra hage) naar het canvas te zenden. -e. In de finale gaf Drenth bijzonder dig partij. Koos Bonte had de handen aan hem en het duurde geruime tl]S etr vorens hij Drenth met een vijfde Ü_(U, worp uit overname naar de mat kon ren. Bonte kreeg een ware ovatie in vangst te nemen en ook Drenth moest stevig applaus voor zijn bijzonder knak werk incasseren. ,cflt Bij de junioren in de middenge^ klasse waren er maar twee deelnem H. A. van Leeuwen (Uke Mi, Delft) e Wapenaar (Leiden) konden „te» krachten dus meteen in de finale ujt Het kwaliteitsverschil liep niet vee yan en eerst na arbitrale beslissing kreeg Leeuwen de titel op zijn naam. j,t- Veel meer animo was er in de ej) gewicht klasse junioren. Hier verscbe 20 judoka's op het strijdtoneel. J- glJd Blom (Vlaardingen) en C. den,/^o0r. Van der Blom boekte winst op A. huis (Schiedam), H. Luyten ('s-GffA'Ld hage) en H. T. Tukker (Delft). Den A» [e. plaatste zich door A. Wilderom gui' dam), J. Suijkens (Schiedam) en A- ^,ss derwijk ('s-Gravenhage). In de finale a; Den Arend bijzonder strijdvaardig, kon Van der Blom niet ernstig verom nauwelijks meer te twijfelen. Er volgt dan een halve competitie ~t, één plaats in de hoofdklasse van^het h j( terdamse damdistrict tussen Perms nummer laatst uit de hoofdklasse, C stand 2 en Bleiswijk 1, de kampioen v het Goudse district. 8) Ik neem het je niet kwalijk, zei Graham na een korte stilte. Ik zie wel in, dat je het niet tegelijker tijd iedereen naar de zin kunt maken. Dank je. En waarschijnlijk, ging Graham voort, aange zien er een man in dat document genoemd wordt is het in het belang van je vrouwelijke clienten, dat ie het aan de politie ter hand stelt. Het spijt me, dat ik zo dom gepraat heb. Opnieuw had Firth moeite zijn verontwaardiging te onderdrukken. Mijns inziens bestaat er geen enkele reden om in het belang van mijn vrouwelijke clienten te han delen. Er dreigt ze niets. „n»»„ Natuurlijk niet, ouwe jongen. Het zou alleen maar een verstandige voorzorgsmaatregel zijn. Luister hier zei Firth ongeduldig. Dat heeft niets te maken niet mijn cliënten of wie dan ook, maar heb je er geen ogenblik bij stilgestaan, dat. als ze die bladzijde m banden krijgen, ze het dagboek zelf ook zullen willen hebben? h„Qr- O! Celia bracht verschrikt haar hand aan haar m«nd. Denk je. dat ze daarin alles opgeschreven heeft' Vermoedelijk. Uit de sappige stijl maak ik op, dat het opschrijven haar een massa plezier verschaf- 40 naam en toenaam. Grahams stem klonk alsof hij het schoorvoetend toegaf. Dat denk ik ook. Maar Firth. waar is dat dagboek. Celia twijfel de er niet meer aan, dat het bestond, of had bestaan. Hij schudde zijn hoofd. Geen idee van. Masr waar heb js d.i6 bladzijde dan vandaan. Van twee jochies, die zullen haar wel ergens ge vonden hebben. Dus ben je van mening, zei Graham, dat iemand die bladzijde eruit gescheurd heeft. Misschien beviel de stijl haar niet. of vond ze het verslag niet geschikt voor haar dagboek. Ik weet het niet. En omdat ik haar niet ken. kan ik ook niet naar de reden gissen. Zou de politie het dagboek gevonden hebben. vroeg Celia. Firth schudde zijn hoofd. Dan zou brigadier Porter zich niet suf zoeken naar een landloper. Ais Ze het niet gevonden hebben, zei Celia, aan moet het nog in haar huis zijn. Tenzij de moordenaar het meegenomen heeft. Graham schudde zijn hoofd. Stel je voor, dat ze hem zo'n groot zwart boek hadden zien sjouwen. Hij zweeg plotseling geschrok ken van zijn eigen woorden. Graham, zei Celia od een eigenaardige toon, heb jij het dan gezien? En wat dan nog? Hij trachtte zijn flater te verdoe zelen. Ik heb haar in een boek zien schrijven; is dat soms een misdaad? Maar wanneer dan? Ik wist niet eens, dat je ooit naar haar toe geweest was. Ik ben ook nooit bij haar geweest. Wat ik ge zien heb, heb ik door het raam gezien. En toen zij niet antwoordden ging hij voort: Twee weken geleden kreeg ik vlak bij haar huis motorpech. Je herinnert je nog wel, Celia, dat ik het je verteld heb. Ik was laat die dag. Ze knikte opgelucht Ik herinner het me. Hij lachte kort. Gelukkig; misschien heb ik je nodig als getuige. Door het raam zag ik de ouwe heks zitten. Ze had al tijd haar venster open, zodat niets haar kon ontgaan. Ze zat in dat vervloekte boek te schrijven Een pret tig idee, te bedenken, dat ze misschien ik-weet-niet- wat over mij zat te pennen. Firth knikte. Het lijdt geen twijfel, dat het juffrouw Pewsey s lust en leven was. Zei je, dat er een zwarte kaft om zat? Ja. Hoe kon jij dat zien? Terwijl ze schreef, lag het toch open? Graham kleurde donkerrod. Zo, dus je neemt Celia en haar moeder in be scherming door vallen te zetten voor hun vrienden? Graham! Nu was Celia boos boos en kenne lijk erg verschrikt. Wat moet ik dan denken, dat hij doet me hel pen? Precies ik help je, je verhaal op poten te zei ten. Je zou een treurig figuur slaan, als je voor de po litie stond. Misschien ben je dan niet van de politie, maai ik vind dat je verduiveld je best doet, om voor poli tie-agent te spelen. Ik voor mij heb liever met ze zeli te doen. Celia sprong overeind. Dat is het laagste, dat ik ooit gehoord heb, zei ze. En je stapelt de ene gemeenheid op de andere. Ik ga weg. Maar voor ze een stap kon doen, stond Graham naast haar en hield haar hand vast. Firth stond ver steld over de verandering, die er in hem had plaats gegrepen. Hij keek Celia grinnikend aan. Het was een beschaamde schuwe grijns en hij maakte de in druk van een schooljongen, die zijn zusje geplaagd heeft en beseft, dat hij te ver gegaan is. Natuurlijk ga je niet weg, liefste, want ik zal me heus verder netjes gedragen. Hij keek haar aan en zijn grijns werd breder. Van nu af aan zal ik een en al griezelige lievigheid zijn. Hij maakte een hoofdbe weging in Firth's richting. Zelfs tegenover hem. Kom, dan gaan we weer zitten. Het was duidelijk dat Graham, als hij wilde, on weerstaanbaar kon zijn Celia deed niet eens een po ging tot protesteren. Ze liet zich zachtjes in haar stoel terugduwen. Firth had zo'n idee, dat hij zijn mening over Celia's vriend zou moeten herzien. Hij kon fou ten begaan, maar alleen een behendig tegenspeler zou daar voordeel uit kunnen trekken. Bijna tegen zijn zin onderging hij de stemming van het ogenblik. Graham wenkte de kelner. Hetzelfde, wil je? Ik had al veel eerder moeten bestellen ik schaam me. Beter Iaat dan nooit, meneer. Ik ben binnen een minuut terug en het zal zo goed smaken, dat alles ver geten en vergeven is. Waar waren we ook weeT gebleven? vroeg Gra ham, nadat de kelner weggesneld was. Hij dacht even na en zei toen; O. ja. ik speelde de rol van kat- in-het-nauw. Ik had dus zoiets gezegd dat Pewsey-dagboek zwart was en de officier van justitie vroeg mij. hoe ik dat wist aangezien toch naar ik het zelf ver teld had. Pewsey aan het schrijven was en het boek bi]gevolg open lag. Nu dan hij zweeg even om meer effect te sorteren ik heb het ook gezien, toen bet dicht was. De manier, waarop hij het zei, liet hun geen an dere keus dan te lachen. En tegelijkertijd viel de verdenking van hem Firth had een onprettig ge voel. dat Graham hen allebei uitlachte. Graham wachtte of ze iets zouden zeggen en ging toen voort. Ik twijfel er niet aan, of alleen jullie goedaar digheid belet iullie een duidelijker uitleg te eisen Óp gevaar af van een tweede flater te begaan, zal ik jullie die geven Zoals jullie alle twee weten ge beurde er niets in Pewsey's gezichtskring, dat haai alziend oog ontging Het 'dee. dat een man, onver schillig wie haar venster onopgemerkt voorbij zou gaan, is eenvoudig belachelijk. Pewsey zag me en dadelijk klaterde haar zilveren lachje tegen mijn trommelvliezen In een plotselinge vlaag van woede siste nij: Die lach! Het volgende moment, was hij weer bedaard en half glimlachend ging hij verder: Ze sloeg het boek dicht en kwam naar buiten hup pelen Ze droeg rode sandalen en een groene japon, die iets uit de middeleeuwen voor moest stellen. Deed ze vriendschappelijk? De vraag kwam van Firth. O absoluut. Ze deed schelms. Ze schudde haar verpieterde krulletjes en vroeg, wat de buren wel moesten denken, met mijn wagen zo voor de deur. Hij fronste zijn voorhoofd. Toen er iemand voorbij kwam, deed ze haar best de indruk te wekken, alsof ik een afspraakje met haar had Graham probeerde wijlen juffrouw Pew sey na te bootsen: Het hele dorp zal op zijn kop staan. Ik hoop, dat Celia het zich niet aantrekt. Celia lachte, maar Graham zei: Ik weet niet of jullie ooit de verleiding gevoeld hebt, iemand met je blote handen te wurgen Hij zweeg eensklaps. De een of ander schijnt aan een stomp voorwerp de voorkeur gegeven te hebben, merkte Firth nuch ter op. VIII Dokter Eric Daw, was door de lijkschouwing opge houden. De lijkschouwer had wat met de politie ge praat en juffrouw Tilling kreeg ruimschoots gelegen heid zich uit te leven in het herkennen van het li chaam, alvorens de dokter tot getuige geroepen werd. Half in lekentermen, half in vakuitdrukkingen, zo als dokters dat doen, had hij verklaard, wat hem bij het onderzoek van het lijk gebleken was. U heeft juffrouw Pewsey gekend, nietwaar dok ter? Ja ja, hij kende juffrouw Pewsey. U was toch haar medische raadsman? Dat is waar. Tot voor een week althans, maar dat hoefde hij niet te vermelden. Bent u van mening, dat zij iemand met een sterk gestel was? Voor iemand van haar leeftijd zou ik zeggen, dat zij zich in een uitstekende gezondheid mocht ver heugen. Het was u niet bekend of zij ergens over tobde? Juffrouw Pewsey scheen zich erg bezorgd te ma ken over andermans zaken. Hij had er dadelijk spijt van. Nog afgezien van alles, was het niet fijn. Maar niettemin hoorde hij het goedkeurend gemompel, dat uit de zaal steeg. De lijkschouwer wierp een snelle blik op het publiek. Hij was een man met een ruim bevattingsvermogen. Het gemompel, dat hij zojuist gehoord had was geen bewijs maar het gaf hem da delijk inzicht in het karakter van miss Angela Pew sey. Hij aarzelde en stelde zijn tweede vraag: Is er nog enig ander bewijs? Hij legde de nadruk op het. woord „bewijs" dat u ten aanzien van deze zorgen zoudt willen aanvoe gen. dokter? Neen. U bent ontboden zodra het lijk gevonden was, ils ik het goed begrijp? Ja. U bent ervan overtuigd dat de hoofdwonden, wel ce u ons beschreven hebt, de doodsoorzaak waren? Ja. Zouden volgens u de wonden door het slacht- iffer zelf toegebracht kunnen zijn? Hij zag de spanning op de gezichten in de zaal. Naar mijn mening is dat onmogelijk. Zoudt u zo goed willen zijn. de jury te verkla ren, hoe u tot die overtuiging gekomen bent? Het was een slag boven op het hoofd. Zoals zij zat met het spinnewiel voor zich, was zij er ten enenmale niet toe in staat. Hij zweeg even en voegde er toen aan toe: Haar handen omklemden de draad, die zij aa" het spinnen was. U denkt dus, dat de blessures het gevolg ware van een aanval? ja, wat anders? Vertelt u ons dan. hoe zich volgens u de aanv» heeft toegedragen. t Mijn oordeel is, dat haar dood teweeg gebraci1^ is door een slag van achteren en van boven toege- diend- Zou dat een erg zware slag geweest moete» zijn? t Tamelijk zwaar. Natuurlijk hangt dat af van he gewicht van het gebruikte voorwerp. De schede was niet van normale dikte. De lijkschouwer raadpleegde zijn aantekeningen?' Hebt u hieraan nog iets toe te voegen, dokter- Ik geloof van niet. De lijkschouwer richtte zijn blik op de jury. Een mager mannetje plukte zenuwachtig aan zijn neu» en vroeg: Zou een vrouw die slag ook gegeven kunnen hebben, dokter? Ja, een vrouw van normale spierkracht zeker. Er werden verscheidene vragen gesteld, maar ten slotte wist hij te ontkomen en stapte hij uit het t>e' dompte vertrek in de vrolijke zonneschijn. Hij haalde Firth Prentice in, die na het verlaten van de zaal stil was blijven staan, om een sigaret °P te steken. Hallo, zei de dokter; getuige geweest van mil11 optreden? Firth grinnikte. Uitmuntend. Ik luister graag naar dokters; ze zijn zo sluw Wacht u niet op de uitspraak? Te druk. Ik hoop, dat ik juffrouw Pewsey voor het laatst geholpen heb. En vlug voegde hij er aan toe: Het is niet mijn be doeling hardvochtig te zijn, maar in mijn be' roep leert men snel de doden voor de levenden vergeten. Dat kan ik me indenken. U wacht zeker op de afloop? Firth schudde het hoofd. Nee. ik kwam alleen voor de hoofdrolspeler. We weten immers allemaal hoe de uitspraak zal luiden: Moord door een onbekende de landlopfr van brigadier Porter, of de een of andere notabele ü1 Inching Round. Wie zal het wezen? Dokter Daw wierp hem een snelle blik toe. Wat denkt u? Ik geloof niet in sprookjes, antwoordde Firth, en daarom zie ik niet in, waarom ik in landlopers zou geloven. Nee? In dat geval zou het iemand van ons zijn- De dokter ging naar zijn auto. Ik ga door Inching Round. Wilt u meerijden- Graag, dank u. Ik was al benieuwd, of ik z°u moeten lopen. De dokter liet de auto de nauwe hoofdstraat van het marktplaatsje Wüberforce in draaien. Firth kwain lichtelijk onder de indruk van de populariteit, die de dokter kennelijk genoot. Doch het viel hem op, dat de dokter de vele groeten verstrooid beantwoord de. Zijn geest scheen zich met iets anders bezig te hou den. Ik geloof, dat ik onder de indruk moest zijn. zei hij even later. Maar ik moet zeggen, dat het me moei lijk valt (Wordt vervólgd) (Schiedam) drongen tot de eindstrijd^0g. i plaatste zich door A. Wiiderom A'~ gei ten. Deze werd ook bij beslissing vaUi), scheidsrechters tot kampioen uitgeroep p Hoofdscheidsrechter was de hee> Tump uit Hilversum, die gesecond werd door J. G. D. van Kalken en Oliekan, beiden uit Utrecht. De ^eel^is' A. van Polanen, voorzitter van het trict Zuid-Holland, reikte de prijzen De laatste uitslagen in de eerste se-clubcompetitie van de Rotterda" Dambond waren: Ons Genoegen, r> nesMaassluis 119; VDV 3, Vlaar» gen—CDR 2, Rotterdam 6—14; Const»' 2, Rotterdam—VDV 2 13—7; Schiep Charlois 2 9—11; Vreewijk 2—DO» Rozenburg 128; DOS 2Ons Gen gen 7—13; CDR 2—Schiedam VDV 2—Charlois 2 11—9; Maassiu's Constant 3 128; Vreewijk 2VD 9~11- „it 3 Constant 2 met 15 matchpunten wedstrijden, is bijna kampioen. Het e heeft nog slechts één punt nodig ult-er) twee nog te spelen wedstrijden (teAe- Schiedam en Maassluis). Aan een a ajt lingskampioenschap voor dit team

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1960 | | pagina 8