Amateursprinter Aad de Graaf
heeft twee agenda-punten:
Eindexamen èn Olympische Spelen
Districtswedstrijden om
judo-kampioenschappen
Zware straf voor Residentie
Dam Genootschap (Den Haag)
De stem van de dode
door MAX MURRAY
HBS-studie is
nummer één
M
Bijna 100 judoka's te Gouda
op de mat
Nog geen tekening
in voorwedstrijd
dammen
Uitslagen herzien;
twee strafpunten
Constant 2 bijna eerst6
klasse clubkampioen
V B
MAANDAG 1 FEBRUARI 1960
R..K. S. V. IVOREN TOREN
RESERVEKLASSEN K.N.V.B.
ZATERDAGVOETBAL
Zonder het zelf te willen, zonder er zelfs bij te hebben nagedacht,
heeft Aad de Graaf de idealen van de Amerikaan Average Brundage
geweld aangedaan. Enige tijd geleden moesten de kandidaten voor het
eindexamen van de Van Oldebarnevelt-H.B.S. de vraag beantwoorden
welke richting zij zouden gaan na het slagen voor hun eindexamen.
Aad de Graaf dacht lang na. Wat hij werkelijk dolgraag wilde vond
hij een beetje raar om als antwoord op de desbetreffende vraag in te
vullen. Daarom zette hij maar een heel groot vraagteken. Dat was
heel eerlijk van Aad. Maar, moest hij het weten, I.O.C.'s voorzitter
Brundage zou fiolen van toorn over het toch reeds zo zwaar geplaagde
hoofd van Aad de Graaf hebben uitgegoten.
Want wat wil Aad? Wat is het dan.
dat hij niet zo maar zonder meer on
der ogen van een strenge h.b.s.-direc-
teur durft te laten komen en waarmee
hjj bovendien de voorzitter van het
Internationaal Olympisch Comité tegen
zich in het harnas jaagt? Welnu, Aad
de Graaf wil als het enigszins kan,
beroepswielrenner worden. Om precies
te zijn: hij zou zo graag de voetspo
ren drukken van Arie van Vliet en
Jan Derksen. De heer Brundage kan
zich voor een Olympisch kandidaat
geen grotere zonde indenken. Deelne
men aan de O.S. met de gedachte
prof. te worden.
Doch laten we Aad de Graaf niet te
hard vallen. We zijn daarbij echt niet
de enigen die 's heren Brundages hemd
tolereren als enig kledingstuk voor deze
I.O.C.-praeses. Men kent wellicht de ge
schiedenis nog, kort voor de Spelen te
Melbourne. Hij had een O.S. met zich
zelf kunnen houden, wanneer Brundage
niet heel snel zijn eis de Olympische
deelnemers slechts dan toe te laten wan
neer zij schriftelijk verklaarden niet de
bedoeling te hebben na de Spelen tot het
professionalisme over te gaan, had inge
trokken.
Maar al vallen wij Aad de Graaf dan
niet hard over zijn voornemen, dat
neemt niet weg, dat er ook zonder dat
genoeg zorgen voor de jonge Rotter
damse sprinter overblijven. Dit is zijn
enige kans ooit aan de Olympische Spe
len te kunnen deelnemen. Het conve
nieert hem echter bepaald niet, dat deze
Spelen precies in hetzelfde jaar vallen
waarin hij zijn eindexamen moet doen.
Het is zijn enige mogelijkheid aan de
O.S. ooit te kunnen deelnemen, omdat
hij óf een goed renner wordt, óf er mee
ophoudt. In het eerste geval gaat dus
zijn wensdroom, beroepsrenner te wor
den, in vervulling en in het tweede ge
val gaat de fiets op de rommelzolder.
In beide gevallen zijn er dus in 1964 i
geen O.S. meer voor de sprinter Aad
de Graaf weggelegd.
„Voorlopig vind ik mijn eindexamen
natuurlijk het belangrijkste. Eind april
zijn we voor het laatste op school en
daarna moeten we thuis werken. Ik stel
me voor van 8 tot 3 uur voor mijn
examen te werken en dan kan ik daar
na altijd nog een paar uurtjes trainen.
Het komt vrij goed uit, want de schrif
telijke examens zijn half mei, de mon
delinge half juni. Daar tussenin worden
de kampioenschappen van Nederland
verreden. Die zjjn op 2 en 9 juni
We trainen dit jaar waarschijnlijk weer
onder Arie van Vliet, die zijn trai
ningsplannen reeds ter goedkeuring aan
de K.N.W.U. heeft voorgelegd. Hij zou
ook graag medezeggenschap willen heb
ben bij het samenstellen van de ploe
gen voor de O.S. en de wereldkampioen
schappen op de baan te Karl Marx-
stad." 1
Aad de Graaf ziet het blijkbaar niet
zo somber in. Toch menen we dat hij
het behoorlijk moeilijk zal hebben ona
èn te slagen voor zijn eindexamen èn
zo goed tc presteren, dat hij naar Rome
en Karl Marxstad zal worden uitgezon
den. Natuurlijk, er zullen straks voor
al in Rome studenten-sportlieden tot de
deelnemers behoren. Maar hun studie op
wetenschappelijk gebied kan gerust met
een flinke hap zout worden genomen.
Voor onze Rotterdamse kandidaat
voor de Olympische ploeg liggen de za
ken anders. Het lijkt ons bijzonder moei
lijk zich ten volle op een heel belang
rijk examen te concentreren en daarbij
tevens zijn gedachten op een voor een
ambitieus sportman zo belangrijk evene
ment als de Olympische Spelen te bepa
len. En beide „proeven van bekwaam
heid" eisen een uiterst ver doorgevoerde
Graag wieier prof
Is dat deelnemen aan de O.S. en aan
het wereldkampioenschap sprint voor
De Graaf dan zo belangrijk? Daarover
kan verschillend worden geoordeeld. Dat
voor iedere sportjongen of -meisje het
slagen in het burgerleven i.e. het beha
len van diploma's primair is laat geen
twijfel bestaan Maar voor knapen als
Aad de Graaf mogen ook de mogelijk
heden die de sport hun biedt niet zo
maar worden weggeredeneerd. Hoe men
over de beroepssport denke zij om het
even, vast staat, dat de wielersport, al
zij het dan slechts voor de enkeling, een
bijzonder lucratieve bezigheid kan zijn.
Het zijn beslist allemaal geen Coppi's, die
op z'n veertigste jaar al een miljoen
of zes bij elkaar had gefietst, maar
wat minder is ook nog lang niet kwaad.
Daarop te rekenen door .wie dan ook,
zou een kapitale dwaasheid zijn. Maar
voor een jongen met talenten in deze
richting hieraan zo maar voorbij te gaan,
getuigt ook van weinig ondernemings
geest. We zouden niemand willen aanra
den zich een racefiets aan te schaffen en
de wielersport van het begin af als be
roep te kiezen. Maar Aad de Graaf
staat niet bepaald meer aan het begin.
Hij is nog jong en heeft al twee wereld-
kampioenscjappen achter de rug. Als
sprinter heeft hij in Frankrijk, Duitsland
en België gereden. Nog als amateur en
echt niet als een topfiguur op de inter
nationale wielermarkt. Maar dat kon bij
Aad ook moeilijk. Hij geeft er zelf het
antwoord op: „Ik reed het beste in
mijn vakanties." Een jaar reed hij ook
buiten de vakanties goed maar dat
jaar moest hij op school doubleren. Dan
maar minder goed rijden buiten de va
kanties.
Aad de Graaf stelt zijn schoolwerk
nog voor alles. Maar daarnaast mag
hij z'n best doen als dat school
werk dus Ln orde Is om in de
wielersport te slagen. Hij behoeft zich
daarbij lang niet kansloos te achten.
Bijna schonk hij dit jaar Rotterdam
voor het eerst in de wielergeschiede-
nis een nationale sprintkampioen. Na
vele ritten te hebben moeten overrij
den, o.a. omdat Aad tweemaal vrij
ernstig kwam te vallen, was het ten
slotte pas na de wereldkampioenschap
pen, dat de Amsterdammer Mees Ger
ritsen de titel veroverde.
Het was voor Aad de Graaf toch een
grote vooruitgang. Het jaar daarvoor had
hij voor het eerst deelgenomen aan de
nationale sprintkampioenschappen. Toen
bracht hij het niet verder dan de vierde
plaats achter resp. Joop Captein, Mees
Gerritsen en Jan Reyngoud. Aad de
Graaf mag gerust zeggen, dat hij mo
menteel tot de top van onze amateur
sprinters behoort. Gerritsen heeft hem
van de werkelijke top afgehouden, doch
voor het zelfde geld kan dit jaar Aad
de Graaf de eerste rood-wit-blauwe tri
cot (wat de sprinters betreft) in triomf
mee naar de Maasstad brengen.
We helpen het de sympathieke Feije-
noorder van harte wensen. Buiten dat ge
loven we niet, dat hij de trein naar
Rome of Karl Marxstad zal missen, maar
zo'n nationaal kampioenschap betekent
voor een jonge renner een grote morele
steun.
„Maar als ik kiezen moest tussen het
kampioenschap van Nederland dit jaar
eh slagen voor mijn eindexamen, dan was
de keus niet moeilijk. Gelegenheid om
kampioen te worden is er ieder jaar
en als ik door mijn examen kom hoef
ik dat nooit meer te doen."
Letterlijk lieten we Aad de Graaf het
laatste woord. Laten we het nu ook fi
guurlijk maar doen.
UCfV' >-••>- r>
j t- c-ii
trijo
eer streden. Na een moeizame 5 p,
plaatsten J. J. Winters (Schiedam) jj.
J. van Leeuwen (Katwijk) zich in de s;
strijd. Winters kreeg zijn eerste v
De Europese kampioen Koos Bonte, Jan
Rapmund en Piet van Leeuwen bjj de
senioren en J. v. d. Blom en H. A. van
Leeuwen by de junioren waren de win
aars by de districtswedstrijden in de gemakkelijk te pakken, omdat zijn 0p
gewichtsklasscn judo, die zondag in Gou- stander, G. N. A. Nühn (Delft), nie pij
da zijn verwerkt. Dat gebeurde, in zaal het appèl verscheen. Daarna versloe»
A. Gunther Mohr (Delft), J. J°n°^yali
(Leiden) en in de kwartfinale J. detfl,gi(>
(Vlaardingen). P. J. van Leeuwen K,g,
via overwinningen op F. Baudoin
dam), P. Goederaad (Vlaardingen) e jp
H. de Korte (Leiden) in de eindstrij
In het Antwerpse Sportpaleis is Aad de Graaf een goede bekende. Hij is echter
ook een gevreesde tegenstander. Hier klopt hij de jonge Belg Deconcinck
op de streep.
Kunstmin, waar honderden Gouwenaars
en velen uit andere steden de vaak
boeiende en spectaculaire duels met
grote aandacht en laaiend enthousiasme
volgden. Bijna 100 judoka's verschenen er
op de mat. De kampioenen van de junio
ren en de finalisten van de senioren zul
len deelnemen aan de nationale wedstrij
den, die op zondag 21 februari in hotel
Krasnapolsky in Amsterdam gehouden
zullen worden.
In de zwaargewicht klasse senioren na
men 15 judoka's aan de strijd deel. Fina
listen werden Jan Rapmund en Leo Rat
ten van de Sportschool Van der Velde
uit Schiedam. Rapmund klasseerde zich
door overwinningen op W. Schot (Schie
dam), S. de Vries (Gouda) en J. Gouwe
leeuw (Uke Mi uit Delft). Leo Ratten
drong in de finale door via zegens op A.
v. d. Heuvel (Gouda), W. Hoekman
(Schiedam) en D. Davidis ('s-Gravenhage).
De eindstrijd tussen Rapmund en Ratten
was fraai noch spannend. Het bleef bij
wederzijds verkennen en slechts een
enkele maal probeerde men een uitval te
doen. Rapmund was wat agressiever en
werd bij beslissing van de scheidsrechter
tot kampioen uitgeroepen.
Meer spanning was er in de midden
gewicht klasse, waarin 28 judoka's om da
deze partij gaven Winters en Van
wen elkaar niet veel toe. Van
Leeihv
ai"
Ondanks al zijn grote wielerplannen verwaarloost Aad de Graaf zijn studie niet.
Hij verdeelt zijn tijd tussen zijn studieboeken en de race-f iets. I
De voorwedstrijden om het persoon
lijk kampioenschap van de Rotterdam
se Districtsdambond zijn weer aan de
gang. Er werden drie groepen gevormd.
De uitslagen van de tot op heden ge
speelde partijen geven nog niet vol
doende aanwijzing welke spelers uit
elke poule drie straks gerechtigd zijn
aan de eindstrijd deel te nemen. Van
het spelen van voorwedstrijden waren
vrjjgcsteld: J. J. Bastemeijer, J. H. de
Kluyver, J. P. Kuypers, W. Roozenburg
en J. J. de Vries. Het is niet waarschijn
lijk, dat alle genoemde spelers van hun
recht tot deelneming aan de finale ge
bruik zullen maken.
Over het algemeen kan wol gesteld
worden, dat de drie gevormde poules el
kaar in sterkte evenaren. Alleen lijkt ons
groep drie (met voor de finale geschikte
spelers als v. d. Doe, Hillebrand, Stuur
man en v. d. Veer) iets zwaarder dan de
beide andere poules.
De uitslagen van de tot op heden ge
speelde partijen zijn:
Groep 1: v. EekWiersma 20; Kusters
Koppelaar 0—2; BaksC. de Zeeuw
0—2; GorreeVink 2—0; de Zeeuw—
Gorree 20; Koppelaar—Baks 11; v.
EekKusters 11; WiersmaVink 1—1;
Baksv. Eek 02; GorreeKoppelaar
20; Vinkde Zeeuw 02; Kusters
Wiersma 11.
Groep 2: Geerling—C. J. de Zeeuw
11; v. VessemDelicaat 20; v. Baarlen
Bakhuizen 11; Delicaat—v. Baarlen
0—2; de Zeeuwv. Vessem 11; Klomp.
—Geerling 11; v. Vessem—Klomp 02;
v. Baarlende Zeeuw 02; Bakhuizen
Delicaat 20.
Groep 3: Stuurmanv. d. Doe 11;
HillebrandStaneke 11; Berghuisv
Alphen 02; Herweierv. d. Veer 1—1:
v. d. Veerv. d. Doe 20; Staneke
Berghuis 0—2; StuurmanHillebrand 1—
1; BerghuisStuurman 02; Herweier
Staneke 1—1; v. d. Veerv. Alphen 11;
Hillebrandv. d. Doe 11.
Half februari beginnen de voorwed
strijden om het persoonlijk eerste klasse
kampioenschap. De twintig deelnemers
zijn ingedeeld in drie groepen. De num
mers één en twee uit elke groep plaatsen
zich in de finale.
(Van onze dammedewerker)
Het bestuur van de Zuidhollandse Dam-
bond heeft R.D.G., Den Haag, zwaar ge
straft: twee matchpunten in mindering
en herziening van de uitslagen van de
voor het provinciale clubkampioenschap
gespeelde wedstrijden. En dat, omdat
R.D.G. in de wedstrijd tegen D.D.V. uit
Dordrecht twee reglementair daartoe
niet gerechtigde spelers zou hebben op
gesteld (wier partijen nu verloren zijn
verklaard) en tegen Het Oosten uit Rot
terdam twee spelers aan een te laag
bord heeft laten spelen (wier partijen
eveneens verloren zijn verklaard). Voor
de overtreding tegen D.D.V. bovendien
de aftrek van de winstpunten.
Praktisch betekent een en ander, dat
RDG toch nog op het nippertje van
zowel D.D.V. als Het Oosten heeft ge
wonnen, nl. met 11-9 (tegen D.D.V.
was de oorspronkelijke uitslag 12-8,
tegen Het Oosten 13-7). Met de aange
nomen uitslag 1010 tussen L.D.V. en
Het Oosten wordt dan de eindstand
van het enkelrondige Zuidhollandse toe
nooi: 1/2 R.D.G. en D.D.V. 4 punten,
3/4 Het Oosten en L.D.V. I. R.D.G. en
D.D.V blijven derhalve gerechtigd voor
de demi-finale om het clubkampioen
schap van Nederland, maar er zou een
extra wedstrijd nodig zijn voor een be
slissing om het bezit van de provinciale
titel
De wedstrijdcommissie van de Haagse
Districts Dambond heeft deze zaak bij
de Zuid'hollandse wedstrijdleiding aan
hangig gemaakt. Het is uiteraard enigs
zins merkwaardig, dat zij heeft geprotes
teerd tegen de gedragingen van een ver
eniging uit haar eigen district, doch zij
motiveert dit optreden door erop te wij
zen, dat zij handhaving van de wet wil
zonder aanzien des persoons. Dezerzijds
willen we daaraan toevoegen: we hopen,
dat inderdaad alleen edele motieven de
commissie heeft bewogen haar stappen ta
ondernemen.
Volledigheidshalve willen we hierbij
nog aantekenen, dat in wezen de zaak
draait om het punt of de opstelling van
een tiental geldt voor een heel seizoen.
Het reglement spreekt van: voor de
duur van de competitie. Wordt een dis
trictscompetitie gezien als één met de
daarop volgende provinciale clubcompe
titie en met de daarop weer aansluiten
de competities om het landskampioen
schap (de demi-finale en de finale), dan
was R.D.G. inderdaad in overtreding.
Worden laatstgenoemde wedstrijden be
schouwd als aparte competities, zoals
dat inderdaad al jaar en dag gebrui
kelijk is voorbeelden daarvan zijn voor
het oprapen dan is de uitspraak van
het Zuidhollandse bestuur onjuist. Het
is te verwachten, dat R.D.G. in beroep
zal gaan bij de landelijke protestcom
missie. De Haagse vereniging Hjkt ons
dan, gezien de al jaren door deze
commissie gevolgde praktijk, wel bij
zonder sterk te staan.
Voor de wintercompetitie van de r.-k.
schaakvereniging „Ivoren Toren" waren
de uitslagen van de vrijdag gespeelde par
tijen: M. Vosselman—J. Denissen 0—1; J.
VosselmanN. v. Noort 10; F. Werrel-
manA. Witjens 10: P. JanssenW.
Suyker 01; J. DenissenM. Vosselman
1—0; N. van NoortJ. Vosselman
0—1; G. BeijeJ. Nijhuis en H. Daanen
P. Dekker ',1>; F. JacobsR. Alders
afgebroken; P. StigterF. Jacobs
A.s. vrijdag speelt het tweede tiental
van de „Ivoren Toren" in zijn clublokaal
Adriaan Pauwlaan 5, tegen N.R.S.V. II.
Betaald voetbal.
Res. eerste divisie B: VVV 2Feijenoord 2
1—5. Eindhoven 2—SVV 2 3—1.
Res. tweede divisie B: RBC 2Stormvogels
2 2—3, Baronie 2—EDO 2 3—1.
West II. 3de klasse A: Noordwijk—Excelsior
P 6—0. n
4de klasse A: KatwijkSemper Altius 13;
D. Roda Boys—Sleeuwijk 5—2.
toonde zich wat meer aanvallend,
vaker het initiatief, zonder evenwel
tegenstander op de mat te kunnen ^a|1
gen. De arbiters kenden de zege aan
Leeuwen toe. non'8
De Europese kampioen Koos
werd steeds met luide bijval ontvang;
Deze judoka van bijzondere klasse t,
dan ook fraaie staaltjes te zien. Hij s
te met een bliksemoverwinning °P o0ü
Gouwenaar H. Klip en gaf vervolgenS
C. Liekendiek (Leiden) geen schijn ^jj
kans. In de halve finale schakelde
L. Koolmees (Den Haag), zij het rnettitel*
moeite, uit. Zijn tegenstander in de
strijd was de groenc-banddragei' ap
Drenth van Uke Mi uit Delft. Deze k"
presteerde het om in de halve fina
zwartebanddrager J. Jansen ('s-Gra
hage) naar het canvas te zenden. -e.
In de finale gaf Drenth bijzonder
dig partij. Koos Bonte had de handen
aan hem en het duurde geruime tl]S etr
vorens hij Drenth met een vijfde Ü_(U,
worp uit overname naar de mat kon
ren. Bonte kreeg een ware ovatie in
vangst te nemen en ook Drenth moest
stevig applaus voor zijn bijzonder knak
werk incasseren. ,cflt
Bij de junioren in de middenge^
klasse waren er maar twee deelnem
H. A. van Leeuwen (Uke Mi, Delft) e
Wapenaar (Leiden) konden „te»
krachten dus meteen in de finale ujt
Het kwaliteitsverschil liep niet vee yan
en eerst na arbitrale beslissing kreeg
Leeuwen de titel op zijn naam. j,t-
Veel meer animo was er in de ej)
gewicht klasse junioren. Hier verscbe
20 judoka's op het strijdtoneel. J- glJd
Blom (Vlaardingen) en C. den,/^o0r.
Van der Blom boekte winst op A.
huis (Schiedam), H. Luyten ('s-GffA'Ld
hage) en H. T. Tukker (Delft). Den A» [e.
plaatste zich door A. Wilderom gui'
dam), J. Suijkens (Schiedam) en A- ^,ss
derwijk ('s-Gravenhage). In de finale a;
Den Arend bijzonder strijdvaardig,
kon Van der Blom niet ernstig verom
nauwelijks meer te twijfelen.
Er volgt dan een halve competitie ~t,
één plaats in de hoofdklasse van^het h j(
terdamse damdistrict tussen Perms
nummer laatst uit de hoofdklasse, C
stand 2 en Bleiswijk 1, de kampioen v
het Goudse district.
8)
Ik neem het je niet kwalijk, zei Graham na een
korte stilte. Ik zie wel in, dat je het niet tegelijker
tijd iedereen naar de zin kunt maken.
Dank je.
En waarschijnlijk, ging Graham voort, aange
zien er een man in dat document genoemd wordt is
het in het belang van je vrouwelijke clienten, dat ie
het aan de politie ter hand stelt. Het spijt me, dat ik
zo dom gepraat heb.
Opnieuw had Firth moeite zijn verontwaardiging
te onderdrukken.
Mijns inziens bestaat er geen enkele reden om
in het belang van mijn vrouwelijke clienten te han
delen. Er dreigt ze niets. „n»»„
Natuurlijk niet, ouwe jongen. Het zou alleen
maar een verstandige voorzorgsmaatregel zijn.
Luister hier zei Firth ongeduldig. Dat heeft
niets te maken niet mijn cliënten of wie dan ook,
maar heb je er geen ogenblik bij stilgestaan, dat. als
ze die bladzijde m banden krijgen, ze het dagboek zelf
ook zullen willen hebben? h„Qr-
O! Celia bracht verschrikt haar hand aan haar
m«nd. Denk je. dat ze daarin alles opgeschreven
heeft'
Vermoedelijk. Uit de sappige stijl maak ik op,
dat het opschrijven haar een massa plezier verschaf-
40
naam en toenaam. Grahams stem klonk
alsof hij het schoorvoetend toegaf.
Dat denk ik ook.
Maar Firth. waar is dat dagboek. Celia twijfel
de er niet meer aan, dat het bestond, of had bestaan.
Hij schudde zijn hoofd.
Geen idee van.
Masr waar heb js d.i6 bladzijde dan vandaan.
Van twee jochies, die zullen haar wel ergens ge
vonden hebben.
Dus ben je van mening, zei Graham, dat iemand
die bladzijde eruit gescheurd heeft.
Misschien beviel de stijl haar niet. of vond ze het
verslag niet geschikt voor haar dagboek. Ik weet het
niet. En omdat ik haar niet ken. kan ik ook niet naar
de reden gissen.
Zou de politie het dagboek gevonden hebben.
vroeg Celia.
Firth schudde zijn hoofd.
Dan zou brigadier Porter zich niet suf zoeken
naar een landloper.
Ais Ze het niet gevonden hebben, zei Celia, aan
moet het nog in haar huis zijn.
Tenzij de moordenaar het meegenomen heeft.
Graham schudde zijn hoofd.
Stel je voor, dat ze hem zo'n groot zwart boek
hadden zien sjouwen. Hij zweeg plotseling geschrok
ken van zijn eigen woorden.
Graham, zei Celia od een eigenaardige toon, heb
jij het dan gezien?
En wat dan nog? Hij trachtte zijn flater te verdoe
zelen. Ik heb haar in een boek zien schrijven; is dat
soms een misdaad?
Maar wanneer dan? Ik wist niet eens, dat je ooit
naar haar toe geweest was.
Ik ben ook nooit bij haar geweest. Wat ik ge
zien heb, heb ik door het raam gezien. En toen zij niet
antwoordden ging hij voort: Twee weken geleden
kreeg ik vlak bij haar huis motorpech. Je herinnert
je nog wel, Celia, dat ik het je verteld heb. Ik was
laat die dag.
Ze knikte opgelucht
Ik herinner het me.
Hij lachte kort.
Gelukkig; misschien heb ik je nodig als getuige.
Door het raam zag ik de ouwe heks zitten. Ze had al
tijd haar venster open, zodat niets haar kon ontgaan.
Ze zat in dat vervloekte boek te schrijven Een pret
tig idee, te bedenken, dat ze misschien ik-weet-niet-
wat over mij zat te pennen.
Firth knikte.
Het lijdt geen twijfel, dat het juffrouw Pewsey s
lust en leven was. Zei je, dat er een zwarte kaft
om zat?
Ja.
Hoe kon jij dat zien? Terwijl ze schreef, lag het
toch open?
Graham kleurde donkerrod.
Zo, dus je neemt Celia en haar moeder in be
scherming door vallen te zetten voor hun vrienden?
Graham! Nu was Celia boos boos en kenne
lijk erg verschrikt.
Wat moet ik dan denken, dat hij doet me hel
pen?
Precies ik help je, je verhaal op poten te zei
ten. Je zou een treurig figuur slaan, als je voor de po
litie stond.
Misschien ben je dan niet van de politie, maai
ik vind dat je verduiveld je best doet, om voor poli
tie-agent te spelen. Ik voor mij heb liever met ze zeli
te doen.
Celia sprong overeind.
Dat is het laagste, dat ik ooit gehoord heb, zei
ze. En je stapelt de ene gemeenheid op de andere. Ik
ga weg.
Maar voor ze een stap kon doen, stond Graham
naast haar en hield haar hand vast. Firth stond ver
steld over de verandering, die er in hem had plaats
gegrepen. Hij keek Celia grinnikend aan. Het was
een beschaamde schuwe grijns en hij maakte de in
druk van een schooljongen, die zijn zusje geplaagd
heeft en beseft, dat hij te ver gegaan is.
Natuurlijk ga je niet weg, liefste, want ik zal me
heus verder netjes gedragen. Hij keek haar aan en
zijn grijns werd breder. Van nu af aan zal ik een en
al griezelige lievigheid zijn. Hij maakte een hoofdbe
weging in Firth's richting. Zelfs tegenover hem.
Kom, dan gaan we weer zitten.
Het was duidelijk dat Graham, als hij wilde, on
weerstaanbaar kon zijn Celia deed niet eens een po
ging tot protesteren. Ze liet zich zachtjes in haar stoel
terugduwen. Firth had zo'n idee, dat hij zijn mening
over Celia's vriend zou moeten herzien. Hij kon fou
ten begaan, maar alleen een behendig tegenspeler
zou daar voordeel uit kunnen trekken. Bijna tegen
zijn zin onderging hij de stemming van het ogenblik.
Graham wenkte de kelner.
Hetzelfde, wil je? Ik had al veel eerder moeten
bestellen ik schaam me.
Beter Iaat dan nooit, meneer. Ik ben binnen een
minuut terug en het zal zo goed smaken, dat alles ver
geten en vergeven is.
Waar waren we ook weeT gebleven? vroeg Gra
ham, nadat de kelner weggesneld was. Hij dacht
even na en zei toen; O. ja. ik speelde de rol van kat-
in-het-nauw.
Ik had dus zoiets gezegd dat Pewsey-dagboek
zwart was en de officier van justitie vroeg mij. hoe
ik dat wist aangezien toch naar ik het zelf ver
teld had. Pewsey aan het schrijven was en het boek
bi]gevolg open lag. Nu dan hij zweeg even om
meer effect te sorteren ik heb het ook gezien,
toen bet dicht was.
De manier, waarop hij het zei, liet hun geen an
dere keus dan te lachen. En tegelijkertijd viel de
verdenking van hem Firth had een onprettig ge
voel. dat Graham hen allebei uitlachte.
Graham wachtte of ze iets zouden zeggen en ging
toen voort.
Ik twijfel er niet aan, of alleen jullie goedaar
digheid belet iullie een duidelijker uitleg te eisen
Óp gevaar af van een tweede flater te begaan, zal
ik jullie die geven Zoals jullie alle twee weten ge
beurde er niets in Pewsey's gezichtskring, dat haai
alziend oog ontging Het 'dee. dat een man, onver
schillig wie haar venster onopgemerkt voorbij zou
gaan, is eenvoudig belachelijk. Pewsey zag me en
dadelijk klaterde haar zilveren lachje tegen mijn
trommelvliezen In een plotselinge vlaag van woede
siste nij: Die lach! Het volgende moment, was hij
weer bedaard en half glimlachend ging hij verder:
Ze sloeg het boek dicht en kwam naar buiten hup
pelen Ze droeg rode sandalen en een groene japon,
die iets uit de middeleeuwen voor moest stellen.
Deed ze vriendschappelijk? De vraag kwam van
Firth.
O absoluut. Ze deed schelms. Ze schudde haar
verpieterde krulletjes en vroeg, wat de buren wel
moesten denken, met mijn wagen zo voor de deur. Hij
fronste zijn voorhoofd.
Toen er iemand voorbij kwam, deed ze haar best
de indruk te wekken, alsof ik een afspraakje met
haar had Graham probeerde wijlen juffrouw Pew
sey na te bootsen:
Het hele dorp zal op zijn kop staan. Ik hoop,
dat Celia het zich niet aantrekt.
Celia lachte, maar Graham zei:
Ik weet niet of jullie ooit de verleiding gevoeld
hebt, iemand met je blote handen te wurgen Hij
zweeg eensklaps.
De een of ander schijnt aan een stomp voorwerp
de voorkeur gegeven te hebben, merkte Firth nuch
ter op.
VIII
Dokter Eric Daw, was door de lijkschouwing opge
houden. De lijkschouwer had wat met de politie ge
praat en juffrouw Tilling kreeg ruimschoots gelegen
heid zich uit te leven in het herkennen van het li
chaam, alvorens de dokter tot getuige geroepen werd.
Half in lekentermen, half in vakuitdrukkingen, zo
als dokters dat doen, had hij verklaard, wat hem
bij het onderzoek van het lijk gebleken was.
U heeft juffrouw Pewsey gekend, nietwaar dok
ter?
Ja ja, hij kende juffrouw Pewsey.
U was toch haar medische raadsman?
Dat is waar. Tot voor een week althans, maar
dat hoefde hij niet te vermelden.
Bent u van mening, dat zij iemand met een sterk
gestel was?
Voor iemand van haar leeftijd zou ik zeggen,
dat zij zich in een uitstekende gezondheid mocht ver
heugen.
Het was u niet bekend of zij ergens over tobde?
Juffrouw Pewsey scheen zich erg bezorgd te ma
ken over andermans zaken. Hij had er dadelijk spijt
van. Nog afgezien van alles, was het niet fijn. Maar
niettemin hoorde hij het goedkeurend gemompel, dat
uit de zaal steeg. De lijkschouwer wierp een snelle
blik op het publiek. Hij was een man met een ruim
bevattingsvermogen. Het gemompel, dat hij zojuist
gehoord had was geen bewijs maar het gaf hem da
delijk inzicht in het karakter van miss Angela Pew
sey.
Hij aarzelde en stelde zijn tweede vraag:
Is er nog enig ander bewijs?
Hij legde de nadruk op het. woord „bewijs" dat
u ten aanzien van deze zorgen zoudt willen aanvoe
gen. dokter?
Neen.
U bent ontboden zodra het lijk gevonden was,
ils ik het goed begrijp?
Ja.
U bent ervan overtuigd dat de hoofdwonden, wel
ce u ons beschreven hebt, de doodsoorzaak waren?
Ja.
Zouden volgens u de wonden door het slacht-
iffer zelf toegebracht kunnen zijn?
Hij zag de spanning op de gezichten in de zaal.
Naar mijn mening is dat onmogelijk.
Zoudt u zo goed willen zijn. de jury te verkla
ren, hoe u tot die overtuiging gekomen bent?
Het was een slag boven op het hoofd. Zoals zij
zat met het spinnewiel voor zich, was zij er ten
enenmale niet toe in staat.
Hij zweeg even en voegde er toen aan toe:
Haar handen omklemden de draad, die zij aa"
het spinnen was.
U denkt dus, dat de blessures het gevolg ware
van een aanval?
ja, wat anders?
Vertelt u ons dan. hoe zich volgens u de aanv»
heeft toegedragen. t
Mijn oordeel is, dat haar dood teweeg gebraci1^
is door een slag van achteren en van boven toege-
diend-
Zou dat een erg zware slag geweest moete»
zijn? t
Tamelijk zwaar. Natuurlijk hangt dat af van he
gewicht van het gebruikte voorwerp. De schede
was niet van normale dikte.
De lijkschouwer raadpleegde zijn aantekeningen?'
Hebt u hieraan nog iets toe te voegen, dokter-
Ik geloof van niet.
De lijkschouwer richtte zijn blik op de jury. Een
mager mannetje plukte zenuwachtig aan zijn neu»
en vroeg:
Zou een vrouw die slag ook gegeven kunnen
hebben, dokter?
Ja, een vrouw van normale spierkracht zeker.
Er werden verscheidene vragen gesteld, maar ten
slotte wist hij te ontkomen en stapte hij uit het t>e'
dompte vertrek in de vrolijke zonneschijn.
Hij haalde Firth Prentice in, die na het verlaten
van de zaal stil was blijven staan, om een sigaret °P
te steken.
Hallo, zei de dokter; getuige geweest van mil11
optreden? Firth grinnikte.
Uitmuntend. Ik luister graag naar dokters; ze
zijn zo sluw Wacht u niet op de uitspraak?
Te druk. Ik hoop, dat ik juffrouw Pewsey voor
het laatst geholpen heb.
En vlug voegde hij er aan toe: Het is niet mijn be
doeling hardvochtig te zijn, maar in mijn be'
roep leert men snel de doden voor de levenden
vergeten.
Dat kan ik me indenken.
U wacht zeker op de afloop?
Firth schudde het hoofd.
Nee. ik kwam alleen voor de hoofdrolspeler.
We weten immers allemaal hoe de uitspraak zal
luiden: Moord door een onbekende de landlopfr
van brigadier Porter, of de een of andere notabele ü1
Inching Round. Wie zal het wezen?
Dokter Daw wierp hem een snelle blik toe.
Wat denkt u?
Ik geloof niet in sprookjes, antwoordde Firth,
en daarom zie ik niet in, waarom ik in landlopers
zou geloven.
Nee? In dat geval zou het iemand van ons zijn-
De dokter ging naar zijn auto.
Ik ga door Inching Round. Wilt u meerijden-
Graag, dank u. Ik was al benieuwd, of ik z°u
moeten lopen.
De dokter liet de auto de nauwe hoofdstraat van
het marktplaatsje Wüberforce in draaien. Firth kwain
lichtelijk onder de indruk van de populariteit, die
de dokter kennelijk genoot. Doch het viel hem op,
dat de dokter de vele groeten verstrooid beantwoord
de. Zijn geest scheen zich met iets anders bezig te hou
den.
Ik geloof, dat ik onder de indruk moest zijn. zei
hij even later. Maar ik moet zeggen, dat het me moei
lijk valt
(Wordt vervólgd)
(Schiedam) drongen tot de eindstrijd^0g.
i
plaatste zich door A. Wiiderom A'~ gei
ten. Deze werd ook bij beslissing vaUi),
scheidsrechters tot kampioen uitgeroep p
Hoofdscheidsrechter was de hee>
Tump uit Hilversum, die gesecond
werd door J. G. D. van Kalken en
Oliekan, beiden uit Utrecht. De ^eel^is'
A. van Polanen, voorzitter van het
trict Zuid-Holland, reikte de prijzen
De laatste uitslagen in de eerste
se-clubcompetitie van de Rotterda"
Dambond waren: Ons Genoegen, r>
nesMaassluis 119; VDV 3, Vlaar»
gen—CDR 2, Rotterdam 6—14; Const»'
2, Rotterdam—VDV 2 13—7; Schiep
Charlois 2 9—11; Vreewijk 2—DO»
Rozenburg 128; DOS 2Ons Gen
gen 7—13; CDR 2—Schiedam
VDV 2—Charlois 2 11—9; Maassiu's
Constant 3 128; Vreewijk 2VD
9~11- „it 3
Constant 2 met 15 matchpunten
wedstrijden, is bijna kampioen. Het e
heeft nog slechts één punt nodig ult-er)
twee nog te spelen wedstrijden (teAe-
Schiedam en Maassluis). Aan een a ajt
lingskampioenschap voor dit team