Mode-ontwerpers vluchten in grillige buitenissigheden Voorjaarsmode '60 maakt ongedecideerde indruk ZWITSAL PW USE KR UIDENIERS BEDREIGD D WAT DOEN DE TROPEN ^MET EEN STAARTKLOK? O Moeten bejaarden bij elkaar wonen Enige idealistische overwegingen over samenwonen van jong en oud I Contact met de buitenwereld iTeiilien MOEDER WORDEN... BRONNLEY San balm VERZORGING EN TOCH VRIJHEID De vrouw is geen Griekse vaas Receptenboek] es „Waar blijft de vrijheid?" Gemoedelijke zaakjes maar nodeloos duur Novellen van Bep Vuyk voor wie zout en suiker mijden moet In één nacht Uw handen gaaf en zacht Als je een huis in Curagao inricht VRIJDAG 5 FEBRUARI I960 PAGINA 7 1 „Reis naar de maan heet een van de toilet ten uit de collectie Dior, waarin de mannequin de salons betreedt. Ze draagt een zevenachtste 'aantel, clie onder de heup ballonvormig uitstaat alsof er lucht in is gepompt, het stukje rok er onder is nauw. Haar schoentjes zijn hyper pun tig. Ilaar gezicht is bleek en onbewogen met een onnatuurlijke mysterieuze blik door de donkere opmaak van de oogleden. Hei haar is glad weg gestreken naar boven tot een chignon op het hoofd, waar een heel hoog rechtopgaand hoedje omheen past als een Afrikaanse drum. Het is niet voor niets, dat in Diors salon het onwezenlijk groot en fantastisch mooi bloemen en vrucbten-sierstuk tegen de spiegel in de crème salon was samengesteld uit ananasvrucliten. De Vorm van de ananas is inspiratief geweest voor de mode. Maar de opgeblazen blouse-jas van bet ensemble ..Reis naar de maanis om de Vrouw te doen lijken op een amfoor, de oude Griekse vaas. die van onderen smal toeloopt, en die nog iets meer is opgeblazen dan de ananas. Maar een vrouw is nu eenmaal geen ananas <?n geen Griekse vaas, de Schepper vond het heter haar het figuur te geven van eigen klas sieke schoonheid, maar daar zijn de ontwerpers Hfang op uitgekeken. Om elke zes maanden iets nieuws te forceren, moet men zijn toevlucht wel gaan nemen tot buitenissigheden. BABYSET DE LUXE HUIDVERZORGING COMPLEXION SOAP 1.so handcrème 't Is een kwestie van künnen BABY ZEPHYR Die overigens niet langer duren dan plke andere gril. De pittige ontwerper Guy Laroche, nog jong maar met dy namiek, succes bij de Amerikanen en gevoel voor de stijl die de jeugd aan- (taat, heeft die Griekse vaas-lijn nog ^gewikkelder toegepast, vooral voor ^'jn fragiele avondtoiletten, waar hij het tl, riijk golvend silhouet opvoert door (I uiterst knappe constructie, die alle t jPlesse behoudt. Maar het is en blijft pcht. De mode weet niet meer precies vat ze wil en daarom wil ze een Keetje van alles tegelijk. Nog nooit, geloven wij. na de hele vorige week Jn Parijs collecties gezien te hebben, fs er een zo grote verscheidenheid ge weest en zo weinig houvast. Want mode is niet allereerst een kwestie van kleur of materiaal, maar van lijn, van interpretatie van de vrouw. En kleuren en materialen zijn spec taculair genoeg met al dat zalmrood en turquois en Je felle papegaaien kleuren bij Dior, naast de bijzonder mooie hoewel niet zomerse half tinten in de meest uitgezochte nuan cen van druif en vijg. En de materia len zijn allemaal min of meer ver want aan shantung en douplon en de levendige weefselsoorten met het knoopje in de draad. Maar een een heid van lijn is er hoegenaamd niet. Net zo min als er eenheid is over de plaats van de vrouw in de samenle ving. Het een is aan het andere ver want. Misschien draait de evolutie die de mode nu doormaakt langza merhand wel weer naar het normale. Daarop duidt wellicht de princesse- Hjn, die Yves Saint Laurent heeft te ruggevonden en ook de geruisloze te rugkeer van de heup. Wat weer het logisch gevolg is van de ceintuur, die we toch niet eeuwig van plan zijn om zo zinloos laag en losjes onder de taille te knopen. Wat sterk in de meeste collecties doorbreekt is de kimonolijn. Dus weer hatuuriijke ronde schouders en de ,obi", de brede ceintuur die de Japan- Se vlak onder de buste draagt, versne den tot allerlei corselet-effecten, net zo breed als het de ontwerper aanstaat. Dat geeft dan een effect van hoge zo- Wei a'ls van lage taille zodat men, zoals dat heet, van twee walletjes tegelijk eet. Wat nu precies de rok is voor het ^oorjaar 1960 daar is geen peil op te trekken, er zijn rechte rokken, een ®oort wikkelrokken als een etui, gewo- he schuinlopende rokken, plooirokken Di zelfs de echt ouderwets aandoende klokrok is er volop in de collectie van «I? ster-mannequin van Guy Laroche het haar vallen langs het gezicht Madame Nina Ricci. Bij de gladde rok wordt het mantelpakjasje lang gedra gen, bij de rok die vrolijk rond de knie dartelt, is het jasje kort, soms als een bolero in de taille. De grootste vrijheid is individueel dus toegestaan, men kan gewoon kiezen waar men zin in heeft en voor vijfenzeventig procent van de klerenkopende vrouwen doet de confec tie dat wel. Maar er zijn wel enkele pikante bij zonderheden die typisch zomer 1960 zijn. Zo bijvoorbeeld de hoed van pi qué, en do lange blouse met twee splitjes niet opzij maar vóór, van een kleurige imprimé die niet te licht moet zijn. Nieuw is de mantel zonder mouwen en voor de avond de bolero stola. Nieuw en aan de romantische kant zijn ook de witte manchetten met ruches aan de pols van de voor- jaarstailleur. En een zekere signatuur van de voorjaarsmode 1960 is de vier kante klepzak. Twee boven de taille en twee er vlak onder. Op een effen jurk met ceintuur die boven de taille Zo laat Guy Laroche een ketting-sieraad dragen op een brede ceintuur, afgekeken van de Japanse obi. een beetje doet bloezen, zitten vier van die zakken. Ze zijn gescheiden door een leikleurige zijden sjerp om het middel, waarvan een van de ein den in een zak verdwijnt. Houdt u van een schootje voor som mige figuren een prachtige cache-mi- sère het is er weer, zij het in be scheiden mate. Maar de jurk met stro ken-rok is het logische gevolg van de tuniek van vorig seizoen. Er zit soms zoveel franje aan dat men aan een ou derwetse lampekap denkt. Bij de avondtoiletten van Yves Saint Laurent dragen de mannequins om beide bovenarmen eenzelfde armband, soms van bloedkoraal. De een naar de schouder geschoven de ander vlak bo ven de elleboog. Het is verrassend hoe zo'n kleinigheid het naakte effect van strapless wegneemt. De nieuwe manier om een voyant collier in het ovale dé colleté te dragen is het vóór en op de rug even diep af te laten hangen, zo wijd mogelijk van de hals af staand. Het ligt dus als het ware midden op de schouder. Een ander nieuwigheidje is om aan een gewoon paarlencollier dat men gewoon om de hals heeft, een twee de collier van afstekende kleur vast te maken dat men als dubbel snoer achter op de rug laat bengelen. Deze speelse details van zuidelijke smaak zullen nooit uitsterven. Ze zjjn de grote char me van de mode en de vreugde van de inventieve Franse geest. A. Bgl. Advertentie Dit is de titel van het nieuwe boek van Dr. W. de Kok. Alles over zwangerschap, geboorte, babyverzorging en kleuter opvoeding. Dit waardevolle boek (184 pagina's in fraaie omslag) krijgt U ten geschenke bij aanschaffing van een Dat de twee receptenboekjes „Dok ter mag ik", respectievelijk voor suikerpatiënten en voor wie zout loos of zoutarm moet eten, beide een derde druk hebben beleefd, bewijst wel hoe nodig ze zijn. Nog voordat wij het ons toegezonden boekje voor diabetici konden inzien, werd het ons al uit de band getrokken door iemand op „suiker- dieet". die vroeg ,,g.eef mij het". „Ge rechten voor suikerzieken" is samenge steld door de diëtiste mej. J. J. C. Mantz, vast medewerkster van liet tijdschrift der Ned. Ver. voor suikerzieken. Allerlei waardevolle tips voor de praktische om. gang met het dieet, een lijst van verbo den artikelen en een equivalentlijst van toegestane voedingsmiddelen plus meer dan honderd recepten maken dit boekje een echte aanwinst voor de diabeticis of wie voor de suikerpatiënt moet koken. Het receptenboekje met zoutloze en zout arme gerechten is ook van mej. Mantz en eveneens ingeleid door een medische specialist. Op de kaft prijkt dezelfde hap pende heer, ma;, r in een andere kleu rendruk. Er is weinig toe te voegen aan de bespreking, die wij bij het verschij nen enkele jaren geleden ook aan dit welkome uitgaafje wijdden. Want steeds meer hoge bloeddruk-lijders worden ver oordeeld tot het mijden van het ^zout- vaatje._ Fiep Westendorp ma-akte er met haar vignetten „gezellige" boekjes van, die verschenen bij Uitgeverij Ruys te Bussum. In dezelfde serie beleefden ook de receptenbundeltjes voor gal- en le verpatiënten en lieden met maag- en darm-moeilijkheden een herdruk. Bij de laatste drie uitgaafjes draagt de Neder landse Vereniging v>an Diëtisten de ver antwoording. A. Bgl. (Van onze medewerkster in Parijs) e Fransen zijn en blij ven behoudend van aard. En nergens is dat zo goed te zien als in de kleinhandel. Kruideniers en slagerwinkels hebben een knutterige gemoedelijkheid en d' eigenaars -rijn voor het overgrote deel wars van al wat modern te noemen is. Ze drijven hun zaak op de manier zoals dat in de tijd van hun grootvaders ge beurde. Verte' bijvoorbeeld aan een kruidenier, dat zijn Nederlandse collega een exa men af moet leggen om toe stemming te krijgen, suiker en gedroogde pruimen te verkopen, dan zal hij zijn armen ten hemel heffen en uitroepen: „et la liberté?". waar blijft de vrijheid? De liberté speelt hun ech ter op het ogenblik lelijke parten en wil hij zijn bestaans mogelijkheid behouden dan zal hij een gedeelte van die veel geroemde vrijheid moe- ten prijsgeven. Maar dit gaat niet zonder vergaderingen vol tandengeknars, waar ver ontwaardigde kruideniers bij hoog en laag volhouden, dat men hen levend villen wil Willen ze hun zaken of liever gezegd hun manier van inkopen niet modernise ren. dan kon dat helaas wel eens gebeuren, maar bij de Fransen zit zo'n inge kankerde haat tegen al wat voorgeschreven wordt, dat velen met veranderingen wachten tot het voor hen te laat is. Van die beroering bij de kruideniers is een vakge noot van hen uit Lander- neau in Bre'tagne de schuld. Edouard Leclerc geheten. Hij wordt door zijn colle ga's voor al wat lelijk is uitgescholden, voornamelijk omdat volgens hem de krui deniers hun waren goedko per kunnen verkopen als ze groepsgewijze hun inkopen doen. Dit is, zo zegt hij, de enige wijze, waarop de klein, handel zich handhaven kan De kruideniers, die dit niet doen, meent hij, zullen op willen drijven, heftig pro testeerden tegen wat ze een oneerlijke concurrentie noe men. Ze willen, dat de fabri kanten hun waren altijd te gen dezelfae prijzen leveren, onverschillig de gekochte hoeveelheid. Bovendien schijnt de kleinhandel in verhouding meer belasting te moeten betalen dan Leclerc. Hoe het ook zij, kort ge leden is er een dejeuner-de- de duur moeten verdwijnen omdat ze niet meer opgewas sen zijn tegen de concurren tie van de Prisunic's en de supermarket. In Bretagne begonnen, richtte Leclerc langzamer hand in andere departemen ten ook winkels op, die even eens ogenblikkelijk succes hadden, daar ze beslist goed koper waren. De huisvrou wen, onverschillig waar. bleken haar voordeel te stel len boven het kopen in een haar bekende winkel. Tot nog toe had Leclerc zich nog niet aan Parijs gewaagd, maar in de laatste maanden begon hij er in een van de randsteden en nu ook in Pa rijs zelf. Het succes bleef niet uit, zo zelfs dat de kleinhan del enige druk bezochte ver gaderingen belegde, waar de „onafhankelijken", te weten de kruideniers die op de ou derwetse manier hun winkel bat gehouden, waarbij als onderwerp was gekozen: er moet een eind komen aan de anti-kleinhandel campagne! Drie oud-ministers van han del namen er aan deel, wel een bewijs dat de gemoederen in beroering zijn gebracht. Gelukkig heeft een deel van de kruideniers ingezien, dat de tijd is gekomen waar op ze alleen door gezamen lijk inkopen en dus goedko per verkopen, hun zaken met profijt kunnen voort zetten. Ze redeneren als volgt: als de klanten bij ons tegen ongeveer dezelfde prijs als bij Leclerc kunnen ko pen, zullen ze aan onze win kels de voorkeur geven, daar toch zijn ze geen num mers maar goede bekenden iets waar de klanten altijd zeer gevoelig voor zijn. Zo^ staat het dus met de Parijse kruideniers, maar ook de slagers zullen an verschillet de veranderingen moeten geloven. Het „gehakte vleesof fensief" is op niets uitgelo pen; daaiom heeft men iets anders bedacht en wel het „circuit court" dat vrij ver taald betekent: „recht streeks van slachthuis tot slager". Voorlopig blijkt dit circuit court voor de mensen zo helder als kof fiedik en staat men er scep tisch tegenover. De bedoeling ervan is de prijs van het vlees te "erla- gen, door de slachthuizen het vlees ontbeend aan de sla gers te doen verkopen. Tot nog toe konen de Parijse sla gers namelijk het vlees met been in de slachthuizen van de stad en het vlees wordt in de slagerijen zelf ont beend en klaargemaakt voor de varkoop. Nu wil men slachthuizen in de provincie inschakelen, die dan het vlees kant en klaar naar de Parijse sla gerijen sturen. Tot nog toe zijn er maar enkele slagers, die verklaren rich wel te willen verbinden om uitslui tend dergelijk ontbeend vlees te verkopen. De anderen be studeren het vraagstuk, maar de slagersknechts zullen er wel tegen zijn, want een groot gedeelte van hun werk wordt dan overbodig. Het publiek neemt een af wachtende houding aan al hoewel het vlees dan twin tig procent zou afslaan wat niet te versmaden valt. Hoe dit „circuit court" zal ver lopen, weet nog niemand: erg hoge verwachtingen koes teren de huisvrouwen er tot nog toe echter niet van. DINY K.-W. Advertentie nze klok arriveerde in mootjes. Keurig verpakte mootjes overi gens, die hun degelijke makelij de monstreerden tioo. volkomen onge schonden te voorschijn te komen uit een grote kist, waarvan de inhoud zelfs de vrouw van Jan Steen tot wanhoop zou hebben gedreven. We hadden afgespro ken, de kist en ik, dat we veertien da- Advertentie gen lang zouden doen alsof we niet bij elkaar hoorden. We hadden tenslotte, in de zenuwslopende dagen voor het ver trek naar Curagao, meer dan genoeg van elkaar gezien. Maar och, hoe paat dat. Je waait eens uit, op zee, je zor gen delegeer je aan de dartele dolfij nen en je begint na veertien dagen wer kelijk weer nieuwsgierig te worden naar wat je het lijkt eindeloos lang gele den vakkundig vier trappen af hebt laten dragen. Ook de douane toont eni ge nieuwsgierigheid, misschien omdat je, kinderlijk, het duurste bovenaan de paklijst hebt gezet. Maar dan besluit de man met de pet, met één oog op de lijst en het andere op z'n horloge, dat het op dit uur van de dag te warm is om Jan Steen's gecomprimeerde huishou den open te breken, en hij wuift met z'n hand, wat zoveel betekent als: als je kunt, mag je je kist meenemen. Nou dat kan niet. dus je wacht en wacht en emand heeft eens gezegd, en dat is zéér waar, dat elke oudere weet wat het ig om jong te zijn, maar dat iemand, die nog midden in het leven staat, niet weet wat het is om oud te zijn. Wie nog ^ijn volle vitaliteit bezit, zijn vrienden van gelijke generatie om zich heen heeft en nog met verwach ting het leven inkijkt, kan wel trachten zich in te leven in later, maar hij kent het niet uit ervaring. En dat is zeker ook een reden waarom de zorg voor de bejaarden, waar tegenwoordig zoveel over te doen is, hoe goed bedoeld ook, niet altijd even gelukkig is. Niet altijd even gelukkigmakend, zouden we ook kunnen zeggen. De enige troost is, dat het experiment aan ervaring doet win nen. Zo is het in ieders eigen leven im mers ook. Als het experiment dan ook maar gebruikt wordt om tot iets beters te komen. De menjng van de betreffenden, die het zelf aangaat en die objectief kun nen oordelen, is daarbij waardevol. Daarom willen wij graag bekendheid geven aan een plan van stoutmoedige opzet, dat bedacht is door een vitale geest, die door een lichamelijke handi cap gedoemd is om in een rust- en ver zorgingshuis te leven. Zij is geen be jaarde, maar zij leeft tussen de bejaar den in een huis waar te weinig verzorg sters het werk niet aankunnen, zodat kleine daagse vreugden verdwijnen voor mensen, die van de ene kamer, die ze bewonen, hun huis moeten ma ken en van de gang de straat met zijn afleiding. Zelf is zq tot opgeslotenheid binnen vier kamermuren veroordeeld door ziekte, nadat zij een zeer ambulant leven heeft gehad als wijkverpleegster en ais directrice van een kinderhuis. Zij weet dus van zorgen en organise ren en door haar inleefvermogen in de situatie van degenen met wie zij haar tegenwoordige omgeving deelt, is lang zaam, in de rust van het ziekbed een plan gerijpt, even idealistisch als stout moedig en origineel van opzet en naar het ons voorkomt, de moeite waard om nader onder de loupe te nemen. Haar uitgangspunt is, dat men de be jaarden, dus de gepensioneerden, als het moment komt, dat ze een eigen woning zonder voldoende hulp niet meer aankunnen, niet samenbrengt in een on derkomen louter voor deze groep, maar dat ze de mogelijkheid vinden om in een pension met anderen van jongere leeftijd, die nog wel in het werkproces zijn, te worden ondergebracht. Dit stre ven om bepaalde groepen, zoals be jaarden of werkende vrouwen, voor hun wijze van wonen niet te isoleren, be gint gelukkig enigszins door te dringen. Het leven houdt immers zijn kleur, zijn warmte, zijn vitaliteit, zijn goedheid, als in het daagse ongezochte contact al le schakeringen zich voordoen. Zouden de kinderen, die men tegenkomt, met hun argeloos doen en laten voor ons allemaal niet net zo weldoend zijn als het vertrouwenwekkende gedoe van de vogels, die nooit mankeren, of de dag voor jezelf nu goed of somber is? En bewaren de jonge mensen met hun plan nen en verwachtingen voor de ouderen niet het vertrouwen in de goedheid van het leven? De opzet van het plan is dan ook, dat er een enorm hotel wordt ge bouwd met gelijkgrote appartementjes, waar tweederde van de bewoners be staat uit jonge mannen en werkende vrouwen, die voor hun levenssituatie van het ogenblik toch een pension willen bewonen, en eenderde uit „boven de vijfenzestigjarigen", wat veel prettiger klinkt dan bejaarden. 'iimiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiinimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimaiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiimimii het contact met de vrije buitenwereld open, ook voor degenen, die zich bij voorbeeld in een wagentje bewegen. De constructie van het gebouw heeft de inventieve idealiste die het plan be dacht, zich als volgt gedacht. Een com plex in het vierkant met zes woonla gen, waarvan vijf voor bewoning en de bovenste voor diensten als keuken, bakkerij, wasserij enz. In het midden een park, waar kinderen mogen spelen. Parterre zjjn geen woonvertrekken, maar uitsluitend winkels, een café-res taurant, een bibliotheek, een lunch room, een bioscoop, een hulp-postkan toor. Al deze gelegenheden en ook de winkels hebben twee fronten, één toe gang naar de straat en één naar het plantsoen. Aan de plantsoenzijde loopt er langs het gehele carré een galerij, zodat bil slecht weer alle bewoners ei toch kunnen circuleren. Het onschatba re voordeel van deze opzet is, dat bij- Dit „verzamel-pension", als we het zn mogen noemen, heeft een grote keuken, waar warme maaitijden wor den klaargemaakt, die de bewoners bereiken in een geïsoleerde bus. Men eet dus „thuis" en op het uur dat men wil. De broodmaaltijden krijgt men ook dagelijks en eenmaal per maand de kruidenierswaren en dergelijke. Elke kamer, in een for maat van ongeveer drie bij vijf meter gedacht, heeft eigen sanitair, wasta fel, een douche met harmonieadeul naar het toilet, en ook een mogelijk heid om zelf wat bij te kokerellen, dus een kookplaat met aanrecht. Het pro ject is er op gericht om de bewoners zoveel mogelijk persoonlijke vrijheid te laten, hun bestaan zo min moge lijk te egaliseren, maar ze toch in de gelegenheid te stellen, als ze dat wen sen, van huishoudelijke- of verpleeg hulp gebruik te maken; voor wie hulpbehoevend is, desnoods elke dag. Per twintig kamers zijn er twee huis houdelijke hulpen en er is één of er zijn meer vaste verpleegsters, die de genen, die dat wensen, heipen. Een bejaard echtpaar, dat hier zou wonen, kan zich dus een „thuis" scheppen met eigen leef-sfeer, over hulp beschikken en toch niet het gevoel hebben in een bejaardencentrum te zitten, want om hen heen wonen ook jonge mensen. Bo vendien houdt de originele constructie voorbeeld grootouders, die graag pak jes sturen aan hun kinderen en klein kinderen, zo'n boodschapje niet aan een ander hoevep te delegeren, maar die kleine zorgjes, die zo'n grote vreug de in een passief geworden leven kun nen betekenen, nog zelf kunnen geven. Door die galerij-aanleg kan ook ieder een, die slecht ter been is ook jonge mensen, die invalide zijn en het ver keer wil mijden, gezellig winkelen en in contact blijven met de gemeen schap. In de winkels ontmoet men im mers ook degenen, die van de straat zijde er binnen kunnen komen. Om de bewoners niet het gevoel te geven, dat ze verloren zijn in een woonkolos, is elk vlak van het carré vertikaal door aile étages heen in parten verdeeld. Een wooneenheid van vijl étages heeft op elke étage twintig kamers. Ieder met eigen voor deur, eigen sleutel en eigen brieven bus, gelegen aan een brede gang. Met zijn honderden in zo'n wooneen heid als in een flatgebouw heeft men een eigen lift en een buitentrap. Schuifdeuren vormen per étage de afsluiting van de naastgelegen woon eenheid. Zijn die schuifdeuren open dan is circulatie door het hele gebouw (bijvoorbeeld bi.j brand) mogelijk. In totaal zjjn er twintig van zulke een heden gedacht, zodat het gehele com plex ais het voltallig is ongeveer tweeduizend bewoners kan bevatten. Of die opzet te groot is voor een grootstad zullen de sociologen moe ten uitrekenen. Enige kamers zullen beschikbaar moeten zijn voor huis houdelijk en verplegend personeel, als logeerkamers en ook voor de zie ken- en verzorgingsafdeling. Een open vraag is echter of de volks gezondheid het eens is met de opzet van zitslaapkaraer, waarop dl. plan is gebaseerd. Men vindt het. immers hy giënischer als er een aparte zit- en een aparte slaapkamer zijn. Dat is nu ook wel heei vaak niet het geval, maar de toekomst is nu eenmaal gericht op de vervolmaking. Hoewel bij bedlegerig heid de hele of de halve dag de zitslaap- kamer weer een voordeel is! Van overwegend belang is bij dit plan, dat alle vertrekken even groot zijn, of er nu een student woont, een werkend ouder echtpaar of een bejaard stel. De ontwerpster heeft namelijk van nabij het verdriet gezien, als bijvoor beeld de vrouw op leeftijd in een ver zorgingstehuis haar man verliest en dan ook nog van de kamer af moet, waar in elke hoek een herinnering leeft. Vooral als het bestaan inactief wordt, zit de verbondenheid met het leven steeds meer in de dingen, de meubels, de wanden, de deuren, de ramen, die emoties en verwachting, verdriet en vreugde hebben opgevangen. Zijn de kamers van gelijk tormaat, dan kan de weduwe of de weduwnaar er ook al leen blijven huizen. Vanzelfsprekend moet de huursom voor de kamer plus kost niet te hoog komen, en liefst rondom de f 150.- lig gen. In de exploitatiekosten wordt tege moet gekomen door het verhuren van de winxels en ook van de kelderruimte, waar garages en een rijwielstalling gevestigd zouden kunnen zijn. Het plantsoen is als gemeentegrond ge dacht en dus door de gemeente te on derhouden. De verschillende diensten in huis zouden eventueel door de bewo ners zelt verricht kunnen worden. Bij voorbeeld het uitzoeken van de post door een oud-ambtenaar van de poste rijen en het invallen voor de verpleeg sters op haar vrije dag door een oud- I verpleegster. De directrice, die aan het hoofd van deze woon-gemeenschap zou staan, moet de capaciteiten hebben om te schikken, te organiseren, te improvi seren, te dirigeren en dit samenspel van goede gemeenschap en eigen vrij heid soepel in de hand te houden. Zoals gezegd, de sociologen zouden dit plan eens in zijn opzet moeten „uitrekenen". Als leek achten wij het de waardevolle bijdrage van een leek, die met hart en ziel de bejaardenzorg is toegedaan, die in zekere zin „par tij" is en die in vele eenzame uren dit objectieve project in haar fanta sie heeft laten groeien. Die er zelfs de autoriteiten voor heeft weten te interesseren! In ieder geval is haar uitgangspunt toejuichenswaard en gezond om oud en jong door elkaar te laten wonen. De vraag is alleen maar of de praktijk zal uitwijzen dal daar animo voor bestaat, A.Bgl. op een goede dag staat het gevaarte in de tuin. We weten nog niet, hoe Mario dat klaar heeft gespeeld, maar hij maakt met zijn truckje nog steeds de stad onveilig, en hij groet oók nog, als hij langs komt. E. daarom zijn we slechts dankbaar, en vragen niet verder. En dan, op een zondagmiddag, zal het ge beuren. We hebben er wat tijd voor uit getrokken, want het is een plechtig ogenblik. Tenslotte is die klok ouder dan wij allemaal bij elkaar en we voe len dat we haar met eerbied moeten be handelen. Bovendien, wie zegt, dat ze de beloften, die ze in Holland deed, in de tropen niet breken zal? Wie garan deert ons, dat ze genoegen zal nemen met de bescheiden duim, die we ten koste van zweet en moeite, in de ste nen muur hebben gedreven? Dat de lijm het houden zal, dat er geen geme ne beesten schuilen in haar ontegenzeg- zeglijk fraaie kast? Het blijft een nacht merrie, die eerste dagen, we menen ieder ogenblik een donderende klap te horen, die aan alle oud-Hollandse illu sies een einde maakt. Maar allengs verdwijnt de schroom, zoals wel vaker wil gebeuren. We goochelen nu met slinger, ketting en ge wichten, alsof het ons dagelijks werk is. Achteraf is gebleken, dat we, wat staartklokken betreft, op eikaars alwe tendheid hebben vertrouwd. Ten onrech te, overigens. Het is louter flair ge weest en /e houden elkaar stilzwijgend bij de hand, wanneer we de verhalen horen van familieleden en wat ze met hun oude klokken hebben meegemaakt. We hebben nog niet kunnen achterha len of je een kapotte klok moet laten repareren of niet. In het eerste geval komt er een man, die je kostbare bezit op zijn nek neemt, naar zijn werkplaats brengt en het in het gunstigste geval, eens in het halfjaar afstoft. In het twee de geval blijft er tenminste iets om naar te kijken, als er al niets meer te luisteren valt. We hebben een vriendin, wier grootvaders klok alleen nog maar drie en elf wou slaan. En omdat ze vóór de perfectie is, liet ze het uurwerk weg halen. Restte een leeg, zielloos karkas, een soort televisietoestel uit 1880. Die toestand heeft anderhalf jaar geduurd; toen, op een dag, nam ze een besluit. Ze sprong in de auto, reed naar de stad, zei tegen de man dat ze dat afstoffen eventueel zelf ook nog wel kon doen, nam haar bezit onder de arm en reed er in triomf mee naar huis. Het slaat Reuze-hoeden - ijn er bij de nieuwe voor- jaarsmodellen, zoals deze paddestoel van wit stro uit de Londsen collectie van Creed. Advertentie Atlas begon vervaarlijk te hellen. nu weer drie, en een enkele maal elf, en iedereen is er blij mee. Wij zijn heel trots op onze klok, zo zelfs, dat we dat ene geheim, dat ze ons nog onthouden heeft, willen blijven respecteren. Er gens in haar binnenste moet een wek ker verborgen zijn. Die hebben we één keer aangeraakt, en een zeer chaotisch gebel en gerinkel was er het gevolg van. We dachten, dat het nooit meet op zou houden. Toen tenslotte de rust was weer. gekeerd, wisten we één ding heel zeker: die wekker was in het vervolg taboe. In plaats daarvan kijken we nu naar Atlas en de twee vergulde engelen, die met hun handen vol trompetten en ge stileerde dahlia's, met losse vleugels bo vendien, de bovenpartij uitmaken. Ze werpen hun schaduwen tegen het P'a' fond, het is een soort feestelijke ker mis daarboven. Atlas is de laatste da gen vervaarlijk naar voren komen hel len; hij ziet eruit alsof hij ieder ogen blik kan gaan smijten met zijn loden bal. We vermijden zorgvuldig alle op winding, gaan hem liefst een beetje uit de weg. Stel je voor, dat hjj achteraf iets tegen de tropen mocht blijken te hebbenWie garandeert, dat de kol der bij hem niet beginnen zal? Hlg. Advertentie de meest gevraagde Goedgekeurd door de Ned. Verg van Huisvrouwen Want wie wil kan lekker koken. Als U tenminste Maïzena Duryea gebruikt - het ideale bindmiddel voor groenten, soepen en sausen. In „Gerucht en Geweld" verzamelde Beb Vuyk een vijftal novellen dat in enkele opzichten afwijkt van haar voorgaande boeken. Was haar vooroor logse werk vooral autobiografisch, in deze novellen ligt het accent meer op het verhaal van gebeurtenissen in een objectieve sfeer, ook al neemt de schrijf ster-zelf, althans de ik-figuur uit de verhalen deel aan dit verhaal. Voor al voor degenen die belang stellen in de individuele problematiek die zich in Indonesië na de afscheiding van Ne derland voordeed bevat dit boekje wel interessante motieven. Groot en in drukwekkend is dit werk overigens niet. De beschrijvingen zijn ietwat gerekt, al valt niet te ontkennen dat zij de sfeer van land en volk goed oproepen. Ik heb de indruk dat soortgelijk werk van H. J. Friedericy markanter Is. De uitgave is van Querido, Amsterdam. K.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1960 | | pagina 7