Mode-ontwerpers vluchten
in grillige buitenissigheden
Voorjaarsmode '60 maakt
ongedecideerde indruk
ZWITSAL
PW USE KR UIDENIERS BEDREIGD
D
WAT DOEN DE TROPEN
^MET EEN STAARTKLOK?
O
Moeten bejaarden bij elkaar wonen
Enige idealistische overwegingen
over samenwonen van jong en oud
I
Contact met de buitenwereld
iTeiilien
MOEDER WORDEN...
BRONNLEY
San
balm
VERZORGING EN TOCH VRIJHEID
De vrouw is geen Griekse vaas
Receptenboek] es
„Waar blijft de vrijheid?"
Gemoedelijke zaakjes
maar nodeloos duur
Novellen van
Bep Vuyk
voor wie zout en
suiker mijden moet
In één nacht
Uw handen
gaaf en zacht
Als je een huis in
Curagao inricht
VRIJDAG 5 FEBRUARI I960
PAGINA 7
1
„Reis naar de maan heet een van de toilet
ten uit de collectie Dior, waarin de mannequin
de salons betreedt. Ze draagt een zevenachtste
'aantel, clie onder de heup ballonvormig uitstaat
alsof er lucht in is gepompt, het stukje rok er
onder is nauw. Haar schoentjes zijn hyper pun
tig. Ilaar gezicht is bleek en onbewogen met een
onnatuurlijke mysterieuze blik door de donkere
opmaak van de oogleden. Hei haar is glad weg
gestreken naar boven tot een chignon op het
hoofd, waar een heel hoog rechtopgaand hoedje
omheen past als een Afrikaanse drum.
Het is niet voor niets, dat in Diors salon het
onwezenlijk groot en fantastisch mooi bloemen
en vrucbten-sierstuk tegen de spiegel in de crème
salon was samengesteld uit ananasvrucliten. De
Vorm van de ananas is inspiratief geweest voor
de mode. Maar de opgeblazen blouse-jas van
bet ensemble ..Reis naar de maanis om de
Vrouw te doen lijken op een amfoor, de oude
Griekse vaas. die van onderen smal toeloopt, en
die nog iets meer is opgeblazen dan de ananas.
Maar een vrouw is nu eenmaal geen ananas
<?n geen Griekse vaas, de Schepper vond het
heter haar het figuur te geven van eigen klas
sieke schoonheid, maar daar zijn de ontwerpers
Hfang op uitgekeken. Om elke zes maanden iets
nieuws te forceren, moet men zijn toevlucht wel
gaan nemen tot buitenissigheden.
BABYSET DE LUXE
HUIDVERZORGING
COMPLEXION SOAP 1.so
handcrème
't Is een kwestie
van künnen
BABY
ZEPHYR
Die overigens niet langer duren dan
plke andere gril. De pittige ontwerper
Guy Laroche, nog jong maar met dy
namiek, succes bij de Amerikanen en
gevoel voor de stijl die de jeugd aan-
(taat, heeft die Griekse vaas-lijn nog
^gewikkelder toegepast, vooral voor
^'jn fragiele avondtoiletten, waar hij het
tl, riijk golvend silhouet opvoert door
(I uiterst knappe constructie, die alle
t jPlesse behoudt. Maar het is en blijft
pcht.
De mode weet niet meer precies
vat ze wil en daarom wil ze een
Keetje van alles tegelijk. Nog nooit,
geloven wij. na de hele vorige week
Jn Parijs collecties gezien te hebben,
fs er een zo grote verscheidenheid ge
weest en zo weinig houvast. Want
mode is niet allereerst een kwestie
van kleur of materiaal, maar van
lijn, van interpretatie van de vrouw.
En kleuren en materialen zijn spec
taculair genoeg met al dat zalmrood
en turquois en Je felle papegaaien
kleuren bij Dior, naast de bijzonder
mooie hoewel niet zomerse half
tinten in de meest uitgezochte nuan
cen van druif en vijg. En de materia
len zijn allemaal min of meer ver
want aan shantung en douplon en de
levendige weefselsoorten met het
knoopje in de draad. Maar een een
heid van lijn is er hoegenaamd niet.
Net zo min als er eenheid is over de
plaats van de vrouw in de samenle
ving. Het een is aan het andere ver
want. Misschien draait de evolutie
die de mode nu doormaakt langza
merhand wel weer naar het normale.
Daarop duidt wellicht de princesse-
Hjn, die Yves Saint Laurent heeft te
ruggevonden en ook de geruisloze te
rugkeer van de heup. Wat weer het
logisch gevolg is van de ceintuur, die
we toch niet eeuwig van plan zijn om
zo zinloos laag en losjes onder de
taille te knopen.
Wat sterk in de meeste collecties
doorbreekt is de kimonolijn. Dus weer
hatuuriijke ronde schouders en de
,obi", de brede ceintuur die de Japan-
Se vlak onder de buste draagt, versne
den tot allerlei corselet-effecten, net zo
breed als het de ontwerper aanstaat.
Dat geeft dan een effect van hoge zo-
Wei a'ls van lage taille zodat men, zoals
dat heet, van twee walletjes tegelijk
eet.
Wat nu precies de rok is voor het
^oorjaar 1960 daar is geen peil op te
trekken, er zijn rechte rokken, een
®oort wikkelrokken als een etui, gewo-
he schuinlopende rokken, plooirokken
Di zelfs de echt ouderwets aandoende
klokrok is er volop in de collectie van
«I? ster-mannequin van Guy Laroche
het haar vallen langs het gezicht
Madame Nina Ricci. Bij de gladde rok
wordt het mantelpakjasje lang gedra
gen, bij de rok die vrolijk rond de knie
dartelt, is het jasje kort, soms als een
bolero in de taille. De grootste vrijheid
is individueel dus toegestaan, men kan
gewoon kiezen waar men zin in heeft
en voor vijfenzeventig procent van de
klerenkopende vrouwen doet de confec
tie dat wel.
Maar er zijn wel enkele pikante bij
zonderheden die typisch zomer 1960
zijn. Zo bijvoorbeeld de hoed van pi
qué, en do lange blouse met twee
splitjes niet opzij maar vóór, van
een kleurige imprimé die niet te licht
moet zijn. Nieuw is de mantel zonder
mouwen en voor de avond de bolero
stola. Nieuw en aan de romantische
kant zijn ook de witte manchetten
met ruches aan de pols van de voor-
jaarstailleur. En een zekere signatuur
van de voorjaarsmode 1960 is de vier
kante klepzak. Twee boven de taille
en twee er vlak onder. Op een effen
jurk met ceintuur die boven de taille
Zo laat Guy Laroche een ketting-sieraad dragen op een
brede ceintuur, afgekeken van de Japanse obi.
een beetje doet bloezen, zitten vier
van die zakken. Ze zijn gescheiden
door een leikleurige zijden sjerp om
het middel, waarvan een van de ein
den in een zak verdwijnt.
Houdt u van een schootje voor som
mige figuren een prachtige cache-mi-
sère het is er weer, zij het in be
scheiden mate. Maar de jurk met stro
ken-rok is het logische gevolg van de
tuniek van vorig seizoen. Er zit soms
zoveel franje aan dat men aan een ou
derwetse lampekap denkt.
Bij de avondtoiletten van Yves Saint
Laurent dragen de mannequins om
beide bovenarmen eenzelfde armband,
soms van bloedkoraal. De een naar de
schouder geschoven de ander vlak bo
ven de elleboog. Het is verrassend hoe
zo'n kleinigheid het naakte effect van
strapless wegneemt. De nieuwe manier
om een voyant collier in het ovale dé
colleté te dragen is het vóór en op de
rug even diep af te laten hangen, zo
wijd mogelijk van de hals af staand. Het
ligt dus als het ware midden op de
schouder. Een ander nieuwigheidje is
om aan een gewoon paarlencollier dat
men gewoon om de hals heeft, een twee
de collier van afstekende kleur vast te
maken dat men als dubbel snoer achter
op de rug laat bengelen. Deze speelse
details van zuidelijke smaak zullen
nooit uitsterven. Ze zjjn de grote char
me van de mode en de vreugde van de
inventieve Franse geest.
A. Bgl.
Advertentie
Dit is de titel van het nieuwe boek van
Dr. W. de Kok. Alles over zwangerschap,
geboorte, babyverzorging en kleuter
opvoeding. Dit waardevolle boek (184
pagina's in fraaie omslag) krijgt U ten
geschenke bij aanschaffing van een
Dat de twee receptenboekjes „Dok
ter mag ik", respectievelijk voor
suikerpatiënten en voor wie zout
loos of zoutarm moet eten, beide een
derde druk hebben beleefd, bewijst wel
hoe nodig ze zijn. Nog voordat wij het
ons toegezonden boekje voor diabetici
konden inzien, werd het ons al uit de
band getrokken door iemand op „suiker-
dieet". die vroeg ,,g.eef mij het". „Ge
rechten voor suikerzieken" is samenge
steld door de diëtiste mej. J. J. C. Mantz,
vast medewerkster van liet tijdschrift
der Ned. Ver. voor suikerzieken. Allerlei
waardevolle tips voor de praktische om.
gang met het dieet, een lijst van verbo
den artikelen en een equivalentlijst van
toegestane voedingsmiddelen plus meer
dan honderd recepten maken dit boekje
een echte aanwinst voor de diabeticis of
wie voor de suikerpatiënt moet koken.
Het receptenboekje met zoutloze en zout
arme gerechten is ook van mej. Mantz
en eveneens ingeleid door een medische
specialist. Op de kaft prijkt dezelfde hap
pende heer, ma;, r in een andere kleu
rendruk. Er is weinig toe te voegen aan
de bespreking, die wij bij het verschij
nen enkele jaren geleden ook aan dit
welkome uitgaafje wijdden. Want steeds
meer hoge bloeddruk-lijders worden ver
oordeeld tot het mijden van het ^zout-
vaatje._ Fiep Westendorp ma-akte er met
haar vignetten „gezellige" boekjes van,
die verschenen bij Uitgeverij Ruys te
Bussum. In dezelfde serie beleefden ook
de receptenbundeltjes voor gal- en le
verpatiënten en lieden met maag- en
darm-moeilijkheden een herdruk. Bij de
laatste drie uitgaafjes draagt de Neder
landse Vereniging v>an Diëtisten de ver
antwoording.
A. Bgl.
(Van onze medewerkster in
Parijs)
e Fransen zijn en blij
ven behoudend van
aard. En nergens is dat
zo goed te zien als in de
kleinhandel. Kruideniers en
slagerwinkels hebben een
knutterige gemoedelijkheid
en d' eigenaars -rijn voor het
overgrote deel wars van al
wat modern te noemen is.
Ze drijven hun zaak op de
manier zoals dat in de tijd
van hun grootvaders ge
beurde. Verte' bijvoorbeeld
aan een kruidenier, dat zijn
Nederlandse collega een exa
men af moet leggen om toe
stemming te krijgen, suiker
en gedroogde pruimen te
verkopen, dan zal hij zijn
armen ten hemel heffen en
uitroepen: „et la liberté?".
waar blijft de vrijheid?
De liberté speelt hun ech
ter op het ogenblik lelijke
parten en wil hij zijn bestaans
mogelijkheid behouden dan
zal hij een gedeelte van die
veel geroemde vrijheid moe-
ten prijsgeven. Maar dit gaat
niet zonder vergaderingen
vol tandengeknars, waar ver
ontwaardigde kruideniers bij
hoog en laag volhouden, dat
men hen levend villen wil
Willen ze hun zaken of
liever gezegd hun manier
van inkopen niet modernise
ren. dan kon dat helaas
wel eens gebeuren, maar bij
de Fransen zit zo'n inge
kankerde haat tegen al wat
voorgeschreven wordt, dat
velen met veranderingen
wachten tot het voor hen te
laat is.
Van die beroering bij de
kruideniers is een vakge
noot van hen uit Lander-
neau in Bre'tagne de schuld.
Edouard Leclerc geheten.
Hij wordt door zijn colle
ga's voor al wat lelijk is
uitgescholden, voornamelijk
omdat volgens hem de krui
deniers hun waren goedko
per kunnen verkopen als ze
groepsgewijze hun inkopen
doen. Dit is, zo zegt hij, de
enige wijze, waarop de klein,
handel zich handhaven kan
De kruideniers, die dit niet
doen, meent hij, zullen op
willen drijven, heftig pro
testeerden tegen wat ze een
oneerlijke concurrentie noe
men. Ze willen, dat de fabri
kanten hun waren altijd te
gen dezelfae prijzen leveren,
onverschillig de gekochte
hoeveelheid. Bovendien
schijnt de kleinhandel in
verhouding meer belasting te
moeten betalen dan Leclerc.
Hoe het ook zij, kort ge
leden is er een dejeuner-de-
de duur moeten verdwijnen
omdat ze niet meer opgewas
sen zijn tegen de concurren
tie van de Prisunic's en de
supermarket.
In Bretagne begonnen,
richtte Leclerc langzamer
hand in andere departemen
ten ook winkels op, die even
eens ogenblikkelijk succes
hadden, daar ze beslist goed
koper waren. De huisvrou
wen, onverschillig waar.
bleken haar voordeel te stel
len boven het kopen in een
haar bekende winkel.
Tot nog toe had Leclerc zich
nog niet aan Parijs gewaagd,
maar in de laatste maanden
begon hij er in een van de
randsteden en nu ook in Pa
rijs zelf. Het succes bleef niet
uit, zo zelfs dat de kleinhan
del enige druk bezochte ver
gaderingen belegde, waar de
„onafhankelijken", te weten
de kruideniers die op de ou
derwetse manier hun winkel
bat gehouden, waarbij als
onderwerp was gekozen: er
moet een eind komen aan de
anti-kleinhandel campagne!
Drie oud-ministers van han
del namen er aan deel, wel
een bewijs dat de gemoederen
in beroering zijn gebracht.
Gelukkig heeft een deel
van de kruideniers ingezien,
dat de tijd is gekomen waar
op ze alleen door gezamen
lijk inkopen en dus goedko
per verkopen, hun zaken
met profijt kunnen voort
zetten. Ze redeneren als
volgt: als de klanten bij ons
tegen ongeveer dezelfde prijs
als bij Leclerc kunnen ko
pen, zullen ze aan onze win
kels de voorkeur geven,
daar toch zijn ze geen num
mers maar goede bekenden
iets waar de klanten altijd
zeer gevoelig voor zijn.
Zo^ staat het dus met de
Parijse kruideniers, maar
ook de slagers zullen an
verschillet de veranderingen
moeten geloven.
Het „gehakte vleesof
fensief" is op niets uitgelo
pen; daaiom heeft men iets
anders bedacht en wel het
„circuit court" dat vrij ver
taald betekent: „recht
streeks van slachthuis tot
slager". Voorlopig blijkt
dit circuit court voor de
mensen zo helder als kof
fiedik en staat men er scep
tisch tegenover.
De bedoeling ervan is de
prijs van het vlees te "erla-
gen, door de slachthuizen het
vlees ontbeend aan de sla
gers te doen verkopen. Tot
nog toe konen de Parijse sla
gers namelijk het vlees met
been in de slachthuizen van
de stad en het vlees wordt
in de slagerijen zelf ont
beend en klaargemaakt voor
de varkoop.
Nu wil men slachthuizen
in de provincie inschakelen,
die dan het vlees kant en
klaar naar de Parijse sla
gerijen sturen. Tot nog toe
zijn er maar enkele slagers,
die verklaren rich wel te
willen verbinden om uitslui
tend dergelijk ontbeend vlees
te verkopen. De anderen be
studeren het vraagstuk, maar
de slagersknechts zullen er
wel tegen zijn, want een
groot gedeelte van hun werk
wordt dan overbodig.
Het publiek neemt een af
wachtende houding aan al
hoewel het vlees dan twin
tig procent zou afslaan wat
niet te versmaden valt. Hoe
dit „circuit court" zal ver
lopen, weet nog niemand:
erg hoge verwachtingen koes
teren de huisvrouwen er tot
nog toe echter niet van.
DINY K.-W.
Advertentie
nze klok arriveerde in mootjes.
Keurig verpakte mootjes overi
gens, die hun degelijke makelij de
monstreerden tioo. volkomen onge
schonden te voorschijn te komen uit een
grote kist, waarvan de inhoud zelfs de
vrouw van Jan Steen tot wanhoop zou
hebben gedreven. We hadden afgespro
ken, de kist en ik, dat we veertien da-
Advertentie
gen lang zouden doen alsof we niet bij
elkaar hoorden. We hadden tenslotte,
in de zenuwslopende dagen voor het ver
trek naar Curagao, meer dan genoeg
van elkaar gezien. Maar och, hoe paat
dat. Je waait eens uit, op zee, je zor
gen delegeer je aan de dartele dolfij
nen en je begint na veertien dagen wer
kelijk weer nieuwsgierig te worden naar
wat je het lijkt eindeloos lang gele
den vakkundig vier trappen af hebt
laten dragen. Ook de douane toont eni
ge nieuwsgierigheid, misschien omdat
je, kinderlijk, het duurste bovenaan de
paklijst hebt gezet. Maar dan besluit de
man met de pet, met één oog op de lijst
en het andere op z'n horloge, dat het
op dit uur van de dag te warm is om
Jan Steen's gecomprimeerde huishou
den open te breken, en hij wuift met
z'n hand, wat zoveel betekent als: als
je kunt, mag je je kist meenemen. Nou
dat kan niet. dus je wacht en wacht en
emand heeft eens gezegd, en dat is
zéér waar, dat elke oudere weet
wat het ig om jong te zijn, maar dat
iemand, die nog midden in het leven
staat, niet weet wat het is om oud te
zijn. Wie nog ^ijn volle vitaliteit bezit,
zijn vrienden van gelijke generatie om
zich heen heeft en nog met verwach
ting het leven inkijkt, kan wel trachten
zich in te leven in later, maar hij kent
het niet uit ervaring. En dat is zeker
ook een reden waarom de zorg voor de
bejaarden, waar tegenwoordig zoveel
over te doen is, hoe goed bedoeld ook,
niet altijd even gelukkig is. Niet altijd
even gelukkigmakend, zouden we ook
kunnen zeggen. De enige troost is, dat
het experiment aan ervaring doet win
nen. Zo is het in ieders eigen leven im
mers ook. Als het experiment dan ook
maar gebruikt wordt om tot iets beters
te komen.
De menjng van de betreffenden, die
het zelf aangaat en die objectief kun
nen oordelen, is daarbij waardevol.
Daarom willen wij graag bekendheid
geven aan een plan van stoutmoedige
opzet, dat bedacht is door een vitale
geest, die door een lichamelijke handi
cap gedoemd is om in een rust- en ver
zorgingshuis te leven. Zij is geen be
jaarde, maar zij leeft tussen de bejaar
den in een huis waar te weinig verzorg
sters het werk niet aankunnen, zodat
kleine daagse vreugden verdwijnen
voor mensen, die van de ene kamer,
die ze bewonen, hun huis moeten ma
ken en van de gang de straat met zijn
afleiding. Zelf is zq tot opgeslotenheid
binnen vier kamermuren veroordeeld
door ziekte, nadat zij een zeer ambulant
leven heeft gehad als wijkverpleegster
en ais directrice van een kinderhuis.
Zij weet dus van zorgen en organise
ren en door haar inleefvermogen in de
situatie van degenen met wie zij haar
tegenwoordige omgeving deelt, is lang
zaam, in de rust van het ziekbed een
plan gerijpt, even idealistisch als stout
moedig en origineel van opzet en naar
het ons voorkomt, de moeite waard om
nader onder de loupe te nemen.
Haar uitgangspunt is, dat men de be
jaarden, dus de gepensioneerden, als
het moment komt, dat ze een eigen
woning zonder voldoende hulp niet meer
aankunnen, niet samenbrengt in een on
derkomen louter voor deze groep, maar
dat ze de mogelijkheid vinden om in
een pension met anderen van jongere
leeftijd, die nog wel in het werkproces
zijn, te worden ondergebracht. Dit stre
ven om bepaalde groepen, zoals be
jaarden of werkende vrouwen, voor hun
wijze van wonen niet te isoleren, be
gint gelukkig enigszins door te dringen.
Het leven houdt immers zijn kleur, zijn
warmte, zijn vitaliteit, zijn goedheid,
als in het daagse ongezochte contact al
le schakeringen zich voordoen. Zouden
de kinderen, die men tegenkomt, met
hun argeloos doen en laten voor ons
allemaal niet net zo weldoend zijn als
het vertrouwenwekkende gedoe van de
vogels, die nooit mankeren, of de dag
voor jezelf nu goed of somber is? En
bewaren de jonge mensen met hun plan
nen en verwachtingen voor de ouderen
niet het vertrouwen in de goedheid van
het leven?
De opzet van het plan is dan ook,
dat er een enorm hotel wordt ge
bouwd met gelijkgrote appartementjes,
waar tweederde van de bewoners be
staat uit jonge mannen en werkende
vrouwen, die voor hun levenssituatie
van het ogenblik toch een pension
willen bewonen, en eenderde uit
„boven de vijfenzestigjarigen", wat
veel prettiger klinkt dan bejaarden.
'iimiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiinimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimaiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiimimii
het contact met de vrije buitenwereld
open, ook voor degenen, die zich bij
voorbeeld in een wagentje bewegen.
De constructie van het gebouw heeft
de inventieve idealiste die het plan be
dacht, zich als volgt gedacht. Een com
plex in het vierkant met zes woonla
gen, waarvan vijf voor bewoning en
de bovenste voor diensten als keuken,
bakkerij, wasserij enz. In het midden
een park, waar kinderen mogen spelen.
Parterre zjjn geen woonvertrekken,
maar uitsluitend winkels, een café-res
taurant, een bibliotheek, een lunch
room, een bioscoop, een hulp-postkan
toor. Al deze gelegenheden en ook de
winkels hebben twee fronten, één toe
gang naar de straat en één naar het
plantsoen. Aan de plantsoenzijde loopt
er langs het gehele carré een galerij,
zodat bil slecht weer alle bewoners ei
toch kunnen circuleren. Het onschatba
re voordeel van deze opzet is, dat bij-
Dit „verzamel-pension", als we het
zn mogen noemen, heeft een grote
keuken, waar warme maaitijden wor
den klaargemaakt, die de bewoners
bereiken in een geïsoleerde bus.
Men eet dus „thuis" en op het uur
dat men wil. De broodmaaltijden
krijgt men ook dagelijks en eenmaal
per maand de kruidenierswaren en
dergelijke. Elke kamer, in een for
maat van ongeveer drie bij vijf meter
gedacht, heeft eigen sanitair, wasta
fel, een douche met harmonieadeul
naar het toilet, en ook een mogelijk
heid om zelf wat bij te kokerellen, dus
een kookplaat met aanrecht. Het pro
ject is er op gericht om de bewoners
zoveel mogelijk persoonlijke vrijheid
te laten, hun bestaan zo min moge
lijk te egaliseren, maar ze toch in de
gelegenheid te stellen, als ze dat wen
sen, van huishoudelijke- of verpleeg
hulp gebruik te maken; voor wie
hulpbehoevend is, desnoods elke dag.
Per twintig kamers zijn er twee huis
houdelijke hulpen en er is één of er zijn
meer vaste verpleegsters, die de
genen, die dat wensen, heipen. Een
bejaard echtpaar, dat hier zou wonen,
kan zich dus een „thuis" scheppen met
eigen leef-sfeer, over hulp beschikken
en toch niet het gevoel hebben in een
bejaardencentrum te zitten, want om
hen heen wonen ook jonge mensen. Bo
vendien houdt de originele constructie
voorbeeld grootouders, die graag pak
jes sturen aan hun kinderen en klein
kinderen, zo'n boodschapje niet aan
een ander hoevep te delegeren, maar
die kleine zorgjes, die zo'n grote vreug
de in een passief geworden leven kun
nen betekenen, nog zelf kunnen geven.
Door die galerij-aanleg kan ook ieder
een, die slecht ter been is ook jonge
mensen, die invalide zijn en het ver
keer wil mijden, gezellig winkelen
en in contact blijven met de gemeen
schap. In de winkels ontmoet men im
mers ook degenen, die van de straat
zijde er binnen kunnen komen.
Om de bewoners niet het gevoel te
geven, dat ze verloren zijn in een
woonkolos, is elk vlak van het carré
vertikaal door aile étages heen in
parten verdeeld. Een wooneenheid
van vijl étages heeft op elke étage
twintig kamers. Ieder met eigen voor
deur, eigen sleutel en eigen brieven
bus, gelegen aan een brede gang.
Met zijn honderden in zo'n wooneen
heid als in een flatgebouw heeft
men een eigen lift en een buitentrap.
Schuifdeuren vormen per étage de
afsluiting van de naastgelegen woon
eenheid. Zijn die schuifdeuren open
dan is circulatie door het hele gebouw
(bijvoorbeeld bi.j brand) mogelijk. In
totaal zjjn er twintig van zulke een
heden gedacht, zodat het gehele com
plex ais het voltallig is ongeveer
tweeduizend bewoners kan bevatten.
Of die opzet te groot is voor een
grootstad zullen de sociologen moe
ten uitrekenen. Enige kamers zullen
beschikbaar moeten zijn voor huis
houdelijk en verplegend personeel,
als logeerkamers en ook voor de zie
ken- en verzorgingsafdeling.
Een open vraag is echter of de volks
gezondheid het eens is met de opzet
van zitslaapkaraer, waarop dl. plan is
gebaseerd. Men vindt het. immers hy
giënischer als er een aparte zit- en een
aparte slaapkamer zijn. Dat is nu ook
wel heei vaak niet het geval, maar de
toekomst is nu eenmaal gericht op de
vervolmaking. Hoewel bij bedlegerig
heid de hele of de halve dag de zitslaap-
kamer weer een voordeel is!
Van overwegend belang is bij dit
plan, dat alle vertrekken even groot
zijn, of er nu een student woont, een
werkend ouder echtpaar of een bejaard
stel. De ontwerpster heeft namelijk van
nabij het verdriet gezien, als bijvoor
beeld de vrouw op leeftijd in een ver
zorgingstehuis haar man verliest en
dan ook nog van de kamer af moet,
waar in elke hoek een herinnering leeft.
Vooral als het bestaan inactief wordt,
zit de verbondenheid met het leven
steeds meer in de dingen, de meubels,
de wanden, de deuren, de ramen, die
emoties en verwachting, verdriet en
vreugde hebben opgevangen. Zijn de
kamers van gelijk tormaat, dan kan
de weduwe of de weduwnaar er ook al
leen blijven huizen.
Vanzelfsprekend moet de huursom
voor de kamer plus kost niet te hoog
komen, en liefst rondom de f 150.- lig
gen. In de exploitatiekosten wordt tege
moet gekomen door het verhuren van
de winxels en ook van de kelderruimte,
waar garages en een rijwielstalling
gevestigd zouden kunnen zijn. Het
plantsoen is als gemeentegrond ge
dacht en dus door de gemeente te on
derhouden. De verschillende diensten
in huis zouden eventueel door de bewo
ners zelt verricht kunnen worden. Bij
voorbeeld het uitzoeken van de post
door een oud-ambtenaar van de poste
rijen en het invallen voor de verpleeg
sters op haar vrije dag door een oud- I
verpleegster. De directrice, die aan het
hoofd van deze woon-gemeenschap zou
staan, moet de capaciteiten hebben om
te schikken, te organiseren, te improvi
seren, te dirigeren en dit samenspel
van goede gemeenschap en eigen vrij
heid soepel in de hand te houden.
Zoals gezegd, de sociologen zouden
dit plan eens in zijn opzet moeten
„uitrekenen". Als leek achten wij het
de waardevolle bijdrage van een leek,
die met hart en ziel de bejaardenzorg
is toegedaan, die in zekere zin „par
tij" is en die in vele eenzame uren
dit objectieve project in haar fanta
sie heeft laten groeien. Die er zelfs
de autoriteiten voor heeft weten te
interesseren! In ieder geval is haar
uitgangspunt toejuichenswaard en
gezond om oud en jong door elkaar
te laten wonen. De vraag is alleen
maar of de praktijk zal uitwijzen dal
daar animo voor bestaat,
A.Bgl.
op een goede dag staat het gevaarte in
de tuin. We weten nog niet, hoe Mario
dat klaar heeft gespeeld, maar hij
maakt met zijn truckje nog steeds de
stad onveilig, en hij groet oók nog, als
hij langs komt. E. daarom zijn we slechts
dankbaar, en vragen niet verder. En
dan, op een zondagmiddag, zal het ge
beuren. We hebben er wat tijd voor uit
getrokken, want het is een plechtig
ogenblik. Tenslotte is die klok ouder
dan wij allemaal bij elkaar en we voe
len dat we haar met eerbied moeten be
handelen. Bovendien, wie zegt, dat ze
de beloften, die ze in Holland deed, in
de tropen niet breken zal? Wie garan
deert ons, dat ze genoegen zal nemen
met de bescheiden duim, die we ten
koste van zweet en moeite, in de ste
nen muur hebben gedreven? Dat de
lijm het houden zal, dat er geen geme
ne beesten schuilen in haar ontegenzeg-
zeglijk fraaie kast? Het blijft een nacht
merrie, die eerste dagen, we menen
ieder ogenblik een donderende klap te
horen, die aan alle oud-Hollandse illu
sies een einde maakt.
Maar allengs verdwijnt de schroom,
zoals wel vaker wil gebeuren. We
goochelen nu met slinger, ketting en ge
wichten, alsof het ons dagelijks werk
is. Achteraf is gebleken, dat we, wat
staartklokken betreft, op eikaars alwe
tendheid hebben vertrouwd. Ten onrech
te, overigens. Het is louter flair ge
weest en /e houden elkaar stilzwijgend
bij de hand, wanneer we de verhalen
horen van familieleden en wat ze met
hun oude klokken hebben meegemaakt.
We hebben nog niet kunnen achterha
len of je een kapotte klok moet laten
repareren of niet. In het eerste geval
komt er een man, die je kostbare bezit
op zijn nek neemt, naar zijn werkplaats
brengt en het in het gunstigste geval,
eens in het halfjaar afstoft. In het twee
de geval blijft er tenminste iets om
naar te kijken, als er al niets meer te
luisteren valt. We hebben een vriendin,
wier grootvaders klok alleen nog maar
drie en elf wou slaan. En omdat ze vóór
de perfectie is, liet ze het uurwerk weg
halen. Restte een leeg, zielloos karkas,
een soort televisietoestel uit 1880. Die
toestand heeft anderhalf jaar geduurd;
toen, op een dag, nam ze een besluit.
Ze sprong in de auto, reed naar de stad,
zei tegen de man dat ze dat afstoffen
eventueel zelf ook nog wel kon doen,
nam haar bezit onder de arm en reed
er in triomf mee naar huis. Het slaat
Reuze-hoeden - ijn er bij de nieuwe voor-
jaarsmodellen, zoals deze paddestoel van
wit stro uit de Londsen collectie van
Creed.
Advertentie
Atlas begon vervaarlijk te hellen.
nu weer drie, en een enkele maal elf,
en iedereen is er blij mee. Wij zijn heel
trots op onze klok, zo zelfs, dat we dat
ene geheim, dat ze ons nog onthouden
heeft, willen blijven respecteren. Er
gens in haar binnenste moet een wek
ker verborgen zijn. Die hebben we één
keer aangeraakt, en een zeer chaotisch
gebel en gerinkel was er het gevolg van.
We dachten, dat het nooit meet op zou
houden. Toen tenslotte de rust was weer.
gekeerd, wisten we één ding heel zeker:
die wekker was in het vervolg taboe.
In plaats daarvan kijken we nu naar
Atlas en de twee vergulde engelen, die
met hun handen vol trompetten en ge
stileerde dahlia's, met losse vleugels bo
vendien, de bovenpartij uitmaken. Ze
werpen hun schaduwen tegen het P'a'
fond, het is een soort feestelijke ker
mis daarboven. Atlas is de laatste da
gen vervaarlijk naar voren komen hel
len; hij ziet eruit alsof hij ieder ogen
blik kan gaan smijten met zijn loden
bal. We vermijden zorgvuldig alle op
winding, gaan hem liefst een beetje uit
de weg. Stel je voor, dat hjj achteraf
iets tegen de tropen mocht blijken te
hebbenWie garandeert, dat de kol
der bij hem niet beginnen zal? Hlg.
Advertentie
de meest gevraagde
Goedgekeurd door de
Ned. Verg van Huisvrouwen
Want wie wil kan lekker koken. Als U
tenminste Maïzena Duryea gebruikt -
het ideale bindmiddel voor groenten,
soepen en sausen.
In „Gerucht en Geweld" verzamelde
Beb Vuyk een vijftal novellen dat
in enkele opzichten afwijkt van haar
voorgaande boeken. Was haar vooroor
logse werk vooral autobiografisch, in
deze novellen ligt het accent meer op
het verhaal van gebeurtenissen in een
objectieve sfeer, ook al neemt de schrijf
ster-zelf, althans de ik-figuur uit de
verhalen deel aan dit verhaal. Voor
al voor degenen die belang stellen in
de individuele problematiek die zich in
Indonesië na de afscheiding van Ne
derland voordeed bevat dit boekje wel
interessante motieven. Groot en in
drukwekkend is dit werk overigens niet.
De beschrijvingen zijn ietwat gerekt, al
valt niet te ontkennen dat zij de sfeer
van land en volk goed oproepen. Ik heb
de indruk dat soortgelijk werk van H.
J. Friedericy markanter Is. De uitgave
is van Querido, Amsterdam. K.