Spint Cuba zijde bij conflict met
heetgebakerde Spaanse ambassadeur?
rmrm
li
ff
Halitran
Amateurs bouwen goedkope eengezins
woningen in Haagse wijk Mariahoeve
JL Gc
Madrid vreest het ergste voor
wijdvertakte Spaanse belangen
B. en W. stuiten nieuw plan
van twee ambtenaren
De hoge
verpleegprijzen
li
Castro moet in zijn baard hebben gelachen
Baron voert strijd
om een streepje
Een ijskoud karwei
DE
I* if
V
DONDERDAG 11 FEBRUARI 1950
Ifes
Cheshirekaas met
„papperig" zuivel
„Kolen-Goudse" voor
de mijnstreek?
EXAMENS
Gaat Cuba Spaans bezit
nationaliseren?
Cubaanse vluchtelin
gen twee dagen zonder
voedsel op zee
capsules
Neem elke dag Uw
2 Halitran capsules
Op Texels strand
Kotter nog niet los
wel dichter hij zee
t
door JAN VAN GENT
-ji 1 lp
Don Pablo Lojendio, de heetgebakerde Spaanse ambassadeur in Havanna, bij
zijn terugkeer in Madrid na zijn conflict met Fidel Castro. Als een overwinnaar
verliet hij het vliegtuig, maar Madrid heeft hem al spoedig duidelijk gemaakt
in het geheel niet ingenomen te zijn met zijn optreden.
(Advertentie)
De Nederlandse zuivelindustrie
maakt, uitsluitend voor de export
naar Engeland, een Engelse kaas
soort, namelijk de Cheshire. Vorig jaar
werd daarvan zesduizend ton geprocu-
ceerd.
In het algemeen wil men in Enge
land Cheshirekaas met een „kruime
lig" zuivel, maar in één gebied, het
ten zuiden van Manchester gelegen
potte bakkersdistrict'is men iets an
ders gewend: daar vindt men kaas met
een „lang" zuivel lekkerder. Cheshire
kaas met een „papperig" zuivel is in
heel Engeland ongewenst.
Op het ministerie van Landbouw en
Visserij is daarom een wijziging van
de uitvoercontrolebeschikking kaas
ontworpen, waarbij uitvoer van Cheshi
re met „papperig" zuivel geheel onmo
gelijk wordt gemaakt en waarbij ander
zijds, ten behoeve van het „pottebak-
kersdistrict", ontheffing wordt moge
lijk gemaakt met de eis dat het zuivel
„kruimelig" moet zijn.
Het produktschap voor zuivel heeft
er geen bezwaar tegen, alleen de heer
Van der Ploeg vroeg zich af of we hier
in Nederland misschien straks „tex-
tiel-Edammer voor Twente" en „kolen-
Goudse" voor de mijnstreek zullen krij
gen.
DELFT, 10 febr. Technische Hoge
school. Kand. werktuigkundig ingenieur:
G. Barthel, Den Haag, R. Barthel,
Haarlem, D. Bastenhof, Rotter
dam, J. Bazelmans, Eindhoven, C.
Belgraver, Scheveningen, J. van Bie-
sen, Terdam, H. van Bon, Doornen
burg, J. Booij, Den Haag, W. Bosman,
Den Haag, J. Brat, Zaandam, P. van
Dalen, Made, J. Baron van Dedem,
Zwolle, R. Denis, Scheveningen, J. Dijk
man, Haarlem, J. Enting, Westerbork,
J. van Erven Dorens, Laren (N.-H.), J.
Fray, Hollandsche Rading, W. Ge-
raerds, Rijswijk, L. Giljamse, Rotter
dam, S. Gillebaard, Rotterdam, P. Hel-
linga, Soestdijk, J. Hilbrands, Delft, J.
Homan, Appingedam, S. Huisman, Ha
ren, G. van Hulst, Rotterdam, P. Hup-
kens, Maastricht, L. Konings, Delft, A.
Kremer, Renukm, A. Kuivenhvoen,
Arnhem, W. Kuipers, Nijmegen, E. de
Leeuw, Hilversum, H. J. van der Lem,
Voorburg, P. Ligtenberg, Dongen, S.
Lingsma, Delft, H. Loonen, Heerlen,
A. Ster, Oostvoorne, A. Nijhof, Delft,
Oei Tiong Djien, Den Haag, P. van
Oosten, Amsterdam, J. Pape, Meppel,
L. Poot, Rotterdam, S. Poppema, Den
Haag, J. Postma, Zwolle, P. Reineke,
Amersfoort, K. Rethmeier, Rijswijk, E.
van Ringelstijn, Rotterdam, S. Schol-
tens, Groningen, J. Schoonhoven (Apel
doorn, F. Schreuders, Amsterdam, A.
Schreurs, Runen, L. van der Sleet, Rijns
burg, J. Smit Aelo, P. Stasse, Den
Haag, J. Stoppelenburg, Rotterdam,
M. Striekwold, Arnhem, J. Telgenkamp
Hengelo, F. Verhulst, 's-Hertogenbosch,
C. Vis, Doetinchem, L. Vons, Delft, W.
Wier, Nijmegen, P. Zoestbergen, Am
sterdam.
Kand. mijning.: L. Baars, Utrecht,
H. Boerma, Schoterland, F. Boots,
Den Haag, F. Braadbaart, Rijswijk, B.
Engelbert van Bevervoorde, Den Haag,
K. van Gessel, Vaals, E. Horvath, Delft,
K. Horvath, Delft, J. Linssen, Echt, A.
de la Mar, Delft, L. Maros,vögyi, Delft,
M. van der Schalk, Rotterdam, F. Zsuc
Delft, R. Verstrijden, Den Haag, W. Vis-
scher, Hardenberg, F. Wetzels, Leen.
M. Zwager, Den Haag.
Kand. scheepsb. ing.: W. baron van
Dedem, Zwolle.
Geodetisch ing.: T. Nieman, Arnhem.
Mijningenieur: W. Stheeman, Zeist,
A. Tan Siang Tjoen, Voorburg.
(Van een correspondent in Spanje)
De eerste fase van het bizarre di
plomatieke conflict tussen Span
je en Cuba is afgesloten. Dezer
dagen heeft generaal Franco de heetge
bakerde Spaanse ambassadeur in Hava
na, Juan Pablo Lojendio e Irure, mar
kies van Vellisca, van zijn functie ont
heven. Hoewel geruchten in Madrid wil
den doen geloven dat generaal Franco
zijn spontane ambassadeur bij die ge
legenheid enkele echte, dan wel geeste
lijke oorvegen heeft gegeven, heeft de
rechterhand van de Caudillo, generaal
Alonso Vega, dit alles gelogenstraft
door aan de ex-ambassadeur een maal
tijd aan te bieden, die volgens de offi
ciële berichten „vol achting en allerhar
telijkst" is verlopen. Er is nog niet be
kend, hoe de regering van Franco denkt
dit diplomatieke conflict verder af te
wikkelen en of op korte termijn de be
noeming van een nieuwe ambassadeur
te verwachten is.
In commerciële kringen in Spanje
maakt men zich evenwel niet weinig
zorgen over de mogelijke gevolgen van
dit diplomatieke drama. Men houdt er
ernstig rekening mee, dat Fidel Castro
een man is van plotselinge en dikwijls
onbesuisde beslissingen, die een ern
stige slag zou kunnen toebrengen aan
de wijdvertakte Spaanse belangen
Cuba.
De Spanjaarden kunnen enig begrip
hebben voor de heftigheid, waarmee Don
Pablo Lojendio is opgetreden. Zij keu
ren dit optreden ten zeerste af, maar
zij kennen de Spaanse mentaliteit vol
doende om te beseffen, dat de actie van
de ambassadeur tenslotte is voortge
vloeid uit een reeks van venijnige be
schuldigingen, die in de vijf uur duren
de rede van Castro culmineerden. Maar
zij realiseren zich ook, dat de heer Lo
jendio met vuur heeft gespeeld, om
dat hij moest weten dat Fidel Castro
zowel in zijn beschuldigingen aan het
adres van Amerika, als aan dat van
Spanje, juist op een openlijk conflict
aanstuurde, met geen andere bedoeling
een motief te vinden om de enorme
Spaanse en Amerikaanse eigendommen
in Cuba aan te tasten.
Men trekt hierbij een parallel met het
geen Nederland in Indonesië heeft on
dervonden. Nationalisatie van het
Spaans bezit in Cuba zou weinig min
der dan catastrofaal zijn en uitwijzing
van de vele tienduizenden Spanjaarden
die daar wonen zou zeer ernstige pro
blemen scheppen.
Daarnaast is de houding van Fidel
Castro een koude douche geweest voor
de duizenden Spanjaarden die hem op
initiatief van het grote weekblad „Ac-
tualidad" hebben uitgeroepen als de
derde man van het vorige jaar, direct
achter Eisenhower en de paus. Nu
mag men die enquête met een korrel
tje zout nemen, want als vierde inter
nationale grootheid werd door de le
zers van „Actualidad" Farah Diba uit
geroepen, gevolgd door Bahamon
tes en prinses Paola. De Gaulle
Khroesjtsjev en Adenauer kwamen
nogal achteraan, terwijl men boven
dien onder de „Mannen van het jaar"
niemand minder dan „Sam" de ruim
teaap aantreft. Het heeft velen ver
baasd dat generaal Franco in het ge
heel niet op de lange lijst voorkomt
en wel enige van zijn ministers, Al
berto Ullastres en Mariano Navarro
Rubio.
In ieder geval hebben vele weldenken-
den Spanjaarden er goede notie van ge
nomen dat deze „derde man" van het
jaar heeft uitgeroepen dat het hem wei
nig kon schelen als de diplomatieke be
trekkingen met Spanje werden verbro
ken. Men houdt dit terdege voor ge
zegd en is ervan overtuigd dat Castro
daarbij in zijn baard moet hebben ge
lachen.
MIAMI, 10 febr. (UPI) Dertien Cu
banen, die twee dagen lang zonder eten
of drinken in een gestolen vissersboot
op zee hebben rondgezwalkt, zijn van
daag door de Amerikaanse kustwacht
gered. De dertien Cubanen zijn uit Ha
vana gevlucht. De twee bemanningsle
den van de vissersboot „Cristal" willen
weer terug naar Havana. De overige
opvarenden hebben asyl gevraagd in de
V.S. omdat zij de vervolging van het
Castro-regiem vrezen, hoewel geen van
de dertien een vooraanstaand politicus
kan worden genoemd. De Amerikaan
se douane heeft de vluchtelingen onder
vraagd en voorlopig op vrije voeten ge
steld.
Onder bedreiging met pistolen had
den de zes mannen, die vergezeld wa
ren van vier vrouwen en drie kinderen,
de twee mannen van de vissersboot ge
dwongen uit Havana weg te varen en
koers te zetten naar de V.S. Zaterdag
raakte de motor van het 25 meter lan
ge scheepje onklaar, maandag was het
voedsel op.
Een vliegtuig van de Amerikaanse
kustwacht, uitgezonden om te zoeken
naar het sinds twee dagen vermiste pri-
vévliegtuig van premier Fidel Castro,
ontdekte de vissersboot gisteren.
(Advertentie)
HaUtrcM
kerht'é
Vitaminen-
«0-1
Halitran geeft: méér weerstand tegen
griep, bronchitis en andere aandoeningen.
Voorkomt en bestrijdt rachitis. Kweekt
sterke beenderen en een gaaf gebit.
ca. 60 x zoveel vitaminen als gewone levertraan
KOPENHAGEN, 8 febr. (Ritzau)
Een Deense ministeriële beslissing dat
baron Jon Bille Brahe tussen de 2 gedeel
ten van zijn achternaam 'n verbindings
streepje moet zetten of anders het eerste
gedeelte daarvan moet laten schieten,
heeft geleid tot een beroep van de baron
bij het hooggerechtshof. De baron wil
dat het Deense ministerie van kerke
lijke zaken zijn naam accepteert zoals
hij die schrijft, zonder streepje tussen
Bille en Brahe, terwijl het ministerie
vasthoudt aan de mening dat men maar
één familienaam kan hebben. Een lagere
rechtsinstantie heeft de beslissing van
het ministerie ondersteund. Nu dient
de /aak voor het hooggerechtshof, dat
oude documenten en i .eer dan twee
eeuwen oude koninklijke brieven ter
staving van het standpunt van de baron
overgelegd heeft gekregen.
TEXEL, 11 febr. Op het strand van
Texel zijn bergers er gisteravond bij
hoog water in geslaagd de He.lderse "kot
ter HD 79 „De Drie Gebroeders", die
daar sinds 10 januari op het strand rust.
ruim 25 meter dichter by zee te bren
gen. Dit werd bereikt door het trekken
van de zeesleper „Simson" en het hieu
wen met takels op de twee in zee uit-
liggendo ankerdraden.
Gedurende de afgelopen weken heb
ben de bergers veel werk moeten ver
zetten om de bijna tegen de duinen lig.
gende kotter drie meter op zijn plaats
te laten zakken. Hiertoe moest met
bulldozers, draglines, zware pompen en
met waterstralen een grote kuil worden
gegraven. Na de vele dagen met ooste-
Üke wind, die het water op de Neder
landse kust niet hoog genoeg deed ko
men om de „Den Helder 79" drijvend te
brongen in deze kuil, draaide do wind
dinsdagnacht naar noord-westelijke rich
ting. Gistermiddag kwam er een hoog
tij-water, waardoor men de kuil kon la
ten vollopen. De motor van „De Drie
Gebroeders" werd aangeslagen, zodat
het mogelijk was de schroef te gebrui
ken en nog meer zand achter het schip
weg te slaan. Hierdoor ontstond een geul
in de richting van zee.
De 1200 pk van de sleepboot en het
hieuwen van de ankerdraden had tenslot
te tot resultaat dat er beweging in het
schip kwam. Helaas ondervonden de
bergers nieuwe tegenslag daar de 1100
meter lange sleepdraad tussen de „Sim
son" en De Helder 79 brak. Vanmorgen
was het water niet hoog genoeg voor
een herhaling van de poging.
Piloten van de Britse koninklijke luchtmacht ondergaan een training in de Beierse
Alpen, waarbij verondersteld wordt, dat zij een noodlanding hebben moeten maken
en waarbij zij zich moeten behelpen met de middelen, die. hen ten dienste staan,
tot zij zich weer op hun basis kunnen melden. Hier passeren zij een beek Aan
gezien zij hun schoenen droog moeten houden, zit er niets anders op dan barrevoets
het ijzige water en de sneeuw aan de kant te trotseren.
(Van onze Haagse redactie)
DEN HAAG, 10 febr. Enkele uren
nadat amateur-huizenbouwer A. J. van
der Toorn yan burgemeester en wet
houders bericht heeft gekregen dat er
voor zijn bouwplannen in de residentie
verder geen plaats is zegt hij zelfver
zekerd: „Ik zet nog zevenhonderd hui
zen neer in Den Haag. Nu begin ik er
eigenlijk pas zin in te krijgen. Dit wordt
prachtig." De heer A. J. van der Toorn
bureau-chef bij de P.T.T., bestuurs
lid van het Nederlands Instituut voor
Efficiency, organisator van formaat,
bruisend van energie heeft kort gele
den de aandacht op zich gevestigd door
als volslagen leek een bouwplan te rea
liseren van 62 eengezinshuizen in de
fraaie uitbreidingswijk Mariahoeve te
gen een prjjs die vele duizenden guldens
per huis lager ligt dan die van „norma
le" huizen. De woningen, bestemd voor
ambtenaren, hebben een koopprijs van
f 22.000,-. Er is slechts 2.006 gulden
eigen geld voor nodig. Aflossing, rente,
onderhoud, verzekering en belasting
zijn berekend op ƒ125,- per maand,
wat voor een zeskamerwoning niet duur
is. In juni worden de eerste huizen be
trokken.
Zelfs de minister van Volkshuisves
ting en Bouwnijverheid heeft in zijn me
morie van antwoord gezegd dat de
initiatiefnemers inderdaad een gunstige
'rijs verkregen hebben bij hun bouw.
Joe zij dit wisten te bereiken? Door
alle mogelijkheden van bezuiniging tot op
de bodem toe uit te buiten de wonin
gen werden zodanig ontworpen dat het
maximum aan regeringssubsidies is
verkregen (ongeveer 6000,-) door „doe
het zelf" op organisatorisch gebied
(makelaar, verzorging van alle ver
gunningen, premieschikkingen enz.);
door middelgrote, degelijke aannemers
firma's aan te trekken en jonge archi
tecten in de arm te nemen, die sportief
willen meespelen „no cure, no pay",
gaan de plannen dur niet door dan jok
geen honarium door alle overbodige
tierelantijnen bij de bouw te weren.
Mede-initiatiefnemer is de heer J.
de Römph en de samenwerking is zo
danig dat ook dit de kosten gedrukt
heeft, zo meent de heer van der
Toorn. Van de „organisatie" zegt hij:
„Alles wat wii hebben, behalve ge
zond verstand, zijn twee dikke akte
tassen en een meer dan „lelijk eend
je" dat al ruim 20.000 kilometer voor
het bouwproject gereden heeft, van de
ene bespreking naar de andere."
Het is allemaal enkele jaren geleden
begonnen. De heer de Römph toen
nog adjunct-hoofd van de Rijkscentrale
van mechanische administratie zou
zijn flat weieens willen ruilen voor een
grotere eengezinswoning. Al gauw was
het hem duidelijk; zo maar kopen zou
te duur zijn, maar zelf (doen) bouwen
zou de prijs met duizenden drukken,
En dit leek hen in het geheel niet on
mogelijk. Want „onmogelijk" komt in
het woordenboek van de beide heren
niet voor. En dit moet letterlijk geno
men worden. Want samen hebben zij
enkele jaren geleden een achttalig woor
denboek voor .Hongaren samengesteld
zonder zelf één woord Hongaars te spre
ken. Dit boekje is in een oplaag van
100.000 exemplaren verspreid. En hier
in komt het woord „onmogelijk" prin
cipieel in geen der talen voor. „Dit
woord bestaat niet voor ons," zegt de
heer van der Toorn.
De twee ambtenaren „doken" dus
in de huizenbouw. En zij deden het
grondig. Dit „grondig" hield bqvoor-
beeld in het doorwerken van alle
jaargangen van het tydschrift „De
Ingenieur" sinds 1933. „Er staat pre
cies in hoe je een goed zwembad
kunt houwen, een economisch bank
gebouw of een mooie conferentiezaal,
maar hoe je economisch een goed
eengezinshuis zet vind je nergens,"
zegt hij. Dit „grondig" betekende ook
een nauwkeurige informatie op alle
gebied: vandaar die 20.000 kilometer
en vandaar ook die 21 vakantiedagen
die er in gingen zitten.
Maar de plannen kregen vorm. Hoe
wel lang niet alles zonder slag of stoot
Een speurdersverhaal
61
Hij steunde het hoofd in zijn handen en sloot even
de ogen. Natuurlijk was hij moe, maar het gaf niet
meer, nu alles begon te sluiten, dicht aaneen tot
een keten die duidelijk te overzien werd. Het einde
was nu heel dichtbij. Sluiter had het gevoeld in het
sneller wordende ritme van deze avond. De beslissin
gen, die hij het laatste kwartier had moeten nemen,
waren niet opgedrongen. Het verbaasde Sluiter ook
niet dat ze nu genomen konden worden, nu einde
lijk. De machine was in werking gesteld, had ge
draaid en had de gegevens opgeleverd die ervan
werden verwacht, dwars door teleurstellingen en on
zekerheid heen. Uiteindelijk leverde de machine al
tijd de goede gegevens. Men moest ze alleen weten
te gebruiken. Het was nog niet de tijd van opluch
ting, want hoeveel kon er nog fout gaan? Sluiter
draaide het nummer van adjudant-rechercheur Speel
man. Hij was er direct.
„Het is zover Speelman," zei Sluiter kalm.
„Alles is bekeken?"
Het klonk teleurgesteld.
„Bjjna. Watimena is met Lisser weg gegaan in de
auto. Ze kwamen uiteindelijk terecht in de Warmoes-
straat, bij de Cordoba Bar. Geeft dat niet te dénken?
Juist, Watimena heeft de naam zelf genoemd als de
plaats van samenkomst, voor het edele drietal op
roof uitging. Je zou bijna denken dat ze weer plan
nen in die richting hadden, niet?"
„Bijna. Maar Watimena is wèl gek maar niet zó
gek."
De inspecteur lachte kort.
„Dan ken jij Watimena dus ook niet. Een vent die
sprekend op Sander lijkt heeft zich bij hen gevoegd."
„Maar dat kan niet," barstte Speelman uit. „Dat
is zelfmoord. Die Watimena kon nu toch eindelijk
weten dat hij in de gaten werd gehouden, zeker na
dat hem nadrukkelijk was gezegd dat hij binnen moest
blqven."
„Maar dat wist hij ook, beste Speelman. Voor het
geval onze man misschien juist een kopje koffie 'aan
x hef drinken was, heeft hij zijn vrouw persoonlijk
naar mij laten bellen om te vertellen dat hij op pad
ging. Frens zat achter hem aan en om hem terwille
te zijn heeft hij lange, gemakkelijk te overziene we-
zijn ,?enomen' z°dat iedere vergissing uitgesloten zou
Sluiter praatte met duidelijke spot. Het was nogaJ
simpel, nu hem van alle kanten de stukjes van de
puzzle waren aangereikt. De spot verzachtte zijn
eigen gespannenheid.
„Snap je het al? Nee? Ik kon het pok niet geloven,
Speelman, maar dat komt waarschijnlijk omdat we
met zo heel dikwijls getuige mogen zijn van echte
onversneden ouderwetse ridderlijkheid, dit alles ge
vat in een gouden randje van romantiek. Als je het
mij vraagt, Speelman, heeft Watimena ons een ple
zier willen doen. Hij wil ons de onbekende Sander
een zilveren presenteerblaadje thuis bezorgen.
We hebben hem nu maar voor het oppikken."
„Maar dan staat er werkelijk een inbraak op het
programma, anders was die Sander nooit komen op
draven.
Speelman had het snel doorzien.
„Dat vrees ik ook," zei Sluiter droog. „Zover moe
ten we het niet laten komen, vind je wel?"
„Beter van niet, nee."
Speelman was een beetje ontdaan, dacht Sluiter,
hoewel juist hij er de man naar was om een stunt
als die van Watimena te bewonderen.
„Ik heb nog meer nieuws voor je."
„Nog niet genoeg, voor één avond?"
„Lang niet. Ik weet wie Sander is."
„En?"
„Geen tijd om uit te leggen. Ik weet ook wie onze
vierde man is."
„Wordt het niet een ietsje al te gek?"
„Nee. Uit Antwerpen moest een. vingerafdruk ko
men en uit ons eigen Amsterdam een dossier, dat
was alles. Als we geluk hebben wordt hij op dit
ogenblik gearresteerd."
„Waar?"
Het voldeed Sluiter om tegenover zijn eigen Speel
man het verhaal te kunnen vertellen. Speelman rea
geerde op de juiste manier.
„In het hotel van Sander. Pleinhotel, Thorbecke-
plein. Zo gauw ik een telefoontje krüg dat hij op
gepakt is, vegen we de drie jongens in de Cordoba
Lar by elkaar. Pas dan is het bekeken, zoals jij het
noemt."
„Het was prettig om bij het inhalen der netten
tegenwoordig te zijn," zei Speelman dramatisch.
„Wees blij dat jij de eerste was om het te horen,
lot morgen."
„Héheeriep Speelman. „Ik weet nog
met6
„Morgen," zei Sluiter.
Hp voelde zich rustiger, na het gesprek. Nu hij
het had uitgesproken leek alles veel zekerder.
Deze stemming duurde tien minuten. Toen belde
de brigadier van dienst van het bureau Thorbecke-
piein op om te zeggen, dat op kamer zeven van het
iieinhotei niemand was aangetroffen en dat ver
der niemand in het hotel aanwezig was geweest die
Willem heette. Er was een post achtergelaten om
hem op Je wachten.
In dr Cordoba Bar leek Martin Watimena in het
•aje nJ.et °P A® echte onversneden en ouderwetse
yer, die Sluiter voor ogen had gezweefd. Hij zat
met Arnold Lisser en Sander aan een tafeltje in de
hoek van het kroegje en bestelde een nieuw glas
pus.
„Het duurt nog wel even voor we weg kunnen,"
zei hij verontschuldigend. „We kunnen best nog een
biertje pakken."
„Straks word je nog opgepikt wegens het in dron
kenschap besturen van een auto."
(Wordt vervolgd)
ging. „Wij moester* op tenen trappen en
tegen schenen schoppen," zegt de heer
van der Toorn Een rel ontketenden bij
voorbeeld de puntdaken op de huizen
die voor de plannen onontbeerlijk waren,
omdat de ruimte onder de kap dank
baar werd gebruikt. In Mariahoeve
hadden de stedebouwkundigen geen en
kel puntdak geprojecteerd, maar zij
kwamen er, zjj het dat er een ontslag
van een gemeentelijk supervisor uit
voort vloeide. Toen de plannen eenmaal
vaste vorm kregen stroomden de aan
vragen toe: er waren vele huiseige
naars-in-spé- die met de „initiatiefne
mers", zoals zij zich noemen in officië
le stukken, in zee wilden. „Maar wij
moeten niet allemaal P.T.T.-ers bij el
kaar hebben, dat zou niet leuk zijn. Er
komen elf P.T.T.-ers in de zestig hui
zen en voor de rest komen er andere
Rijks- en gemeente-ambtenaren."
Hooglopend conflict
Ook de financiering liep op rolletjes
Kanttekening van de heer van der
Toorn hierbij: „Kom je ergens om
honderd gulden te lenen, dan wijzen ze
je de deur, maar kom je voor een mil
joen, dan wachten ze je met koffie en
sigaren." De bouw van de huizen intus
sen vordert goed, hoewel de initiatief
nemers inmiddels een hooglopend con
flict hebben met de welstandscommis
sie, die de dakpannen, die men voor de
huizen wil gaan gebruiken, heeft afge
keurd, omdat zü (drie centimeter) te
groot zijn. Omdat gebruik van juist de
ze dakpannen het gehele project 6000
gulden goedkoper maakt houdt men er
hardnekkig aan vast. B. en W. zijn door
de amateur-bouwers gevraagd liet ver
lossende woord in deze kwestie te zeg
gen.
De initiatiefnemers doen alles gratis.
„Maar" zegt de heer van der Toorn,
„ik heb er ten eerste reuze lol in, ik
krijg nu zelf een goedkoop huis, de toe
komstige bewoners hebben beloofd met
de pet te zullen rondgaan om mijn kos
ten te bestrijden en bovendien wat
heel belangrijk is heb ik nu zelf mijn
buren kunnen kiezen." Een groot voor
deel voor de „kostenrekening" lijkt ons
boverfdien het feit dat de heer van der
Toom de volle medewerking heeft van
de P.T.T.-autoriteiten, zodat hij een ge
deelte van zijn werktijd aan dit project
kan besteden: hij is gebombardeerd tot
„bouwadviseur", omdat hij het huisves
tingsprobleem van het P.T.T.-personeei
helpt oplossen.
Bij dit project lijkt het in Den Haag
echter voorlopig te blijven. Grond was
namelijk aangevraagd voor een nieuw
plan voor 103 eengezinswoningen., even
eens in Mariahoeve. Maar het korte
briefje van B. en W. heeft roet in het
eten gegooid.
Bij de heer Van der Toorn heeft dit
nochtans geenszins de moed wegge
nomen. Hij krijgt er nu pas plezier in.
zegt hij. De grond die hij voor zijn
goedkope woningen gedacht had blijkt
bestemd te zijn voor een zeventigtal
riante flats en een bejaardentehuis.
Maar de P.T.T.-er heeft zijn antwoord
al klaar en het is reeds onderweg
naar B. en W. ook: Aan dure villa's
is geen behoefte, zo heeft hij geschre
ven; die staan elke zaterdag bij tien
tallen in de dagbladen te koop aange
boden. Onze eengezinshuizen zijn vee)
belangrijker. Bovendien komen er bij
onze plannen dertig woningen meer.
Ook een bejaardentehuis vindt de
heer van der Toom overbodig. „Als
er grote huizen komen zoals ik bouw,
kunnen de mensen hun ouders bij zich
in huis nemen. Zij kunnen dan een hele
etage voor zichzelf krijgen," zo meent
hij.
Maar de gemeente staat op het stand
punt; „Die grond is voorbestemd voor
villa's en niet voor eengezinshuizen en
daar blijven wij bij." De initiatiefnemers
is het advies gegeven het bij de rand
gemeenten te proberen. De heer de
Römph inmiddels is naar Amsterdam
verhuisd en dat opent mogelijkheden
voor de woningzoekenden in die buurt.
Want hij heeft zijn voelhorens ai uitge
stoken in Nieuwer-Amstel, Haarlemmer
meer, Badhoevedorp en Amsterdam
zelf om daar tot soortgelijke projecten te
komen. In de aannemerswereld worden
de activiteiten van de „initiatiefne
mers" even nauwlettend als argwanend
bekeken. De hee± van der Toorn voelt
zich daar weinig door bezwaard, getui
ge ziin opmerking: .Jk lusl ze rauw"
De financiering van de gezond
heidszorg verslindt honderden
miljoenen guldens. De stijgen
de tendens, die daarbij in het bijzon
der ten aanzien van de kosten van
de ziekenfondsverzekering valt waar
te nemen, Övertreft zelfs het accres
van ons volksinkomen. In het geheel
var deze kosten speelt de zieken-
huisverpleging een zo grote rol, dat
de minister van sociale zaken en
volksgezondheid reeds in 1954 een
.Commissie Ziekenhuisvraagstuk
ken" instelde, die o.m. tot taak kreeg
te onderzoeken „in hoeverre een wij
ziging van de verpleegprijzen van in
vloed zal zijn op de financiering van
de gezondheidszorg in het algemeen
en op die van de ziekenhuisverzeke
ring in het bijzonder.
Het rapport van deze commissie is
thans (eindelijk) verschenen. Het be
vat een aantal opmerkingen en con
clusies, waarvoor de publieke aan
dacht mag worden gevraagd. De
financiële rekeningen ven achttien
ziekenhuizen zijn onder de loep ge
nomen. Daartoe behoren zowel parti
culiere als overheidsziekenhuize'i,
terwijl aandacht is geschonken aan
een juiste verhouding tussen grote en
kleine ziekenhuizen, neutrale en con
fessionele inrichtingen, alsmede aan
een zekere spreiding over het gehele
land. Het verkregen materiaal mag
dan ook representatief worden ge
acht.
De totale lasten van de onderzoch
te2henhuizen blijken van 1949 tot
1954 te zijn gestegen van ƒ11,91 per
verpleegdag tot 17,78. Veilig mag
worden aangenomen, dat het de laat
ste vijf.jaar nog verder crescendo is
gegaan. Helaas staan geen meer re
cente cijfers ten dienste. Er is wel
een onderzoek naar Ce Kosten en fi
nanciering van de gezondheidszorg
in 1958 gaande, doch de resultaten
daarvan zijn nog niet gepubliceerd.
Uit het onderhavige rapport blijkt,
dat de baten van de partipuliere zie
kenhuizen de kosten praktisch dek
ken. Bij de gemeentelijke ziekenhui
zen is dit echter geenszins het geval,
aangezien de kosten in de overheids
sector aanzienljjk hoger zijn dan in
de particuliere. Het verschil tussen
beide categorieën bedroeg in 1954
niet minder dan ƒ3.4ê per verpleeg
dag. Uit de verstrekte cijfers blijkt,
dat de oorzaak van het grote kosten
verschil in hoofdzaak moet worden
toegeschreven aan het verschil in ni
veau tussen de loon- en salariskosten
van particuliere, resp. gemeentelijke
ziekenhuizen. Hierbij speelt de lage
honorering van de religieuzen in ka
tholieke ziekenhuizen een grote rol,
naast verschillen in het aantal perso
neel.
In 1954 moesten de gemeenten on
geveer veertien miljoen gulden door
subsidies en financiële bedragen tot
dekking van de exploitatiekosten van
de gemeenteziekenhuizen voor hun
rekening nemen. Er is echter bij
sommige gemeenten een streven
waar te nemen om tot kostendekken
de verpleegprijzen te komen. Wan
neer dit meer algemeen wordt, dan
zal zulks een belangrijke terugslag
op de financiering van de gezond
heidszorg hebben. Indien het immers
niet mogelijk blijkt, de kosten voor
de gemeentelijke ziekenhuizen te
verlagen tot het niveau van de parti
culiere, dan moet daarvan een be
langrijke lastenverzwaring voor de
patiënten, resp. de voor dezen beta
lende instanties uitgaan. Wederom
komt dus tot uitdrukking het grote
financiële offer, dat onze religieuze
verplegenden sedert jaar en dag
brengen. Een offer, waarvan overi
gens minder de particulieren profite
ren dan wel de gemeenschaps- en
andere organen, voor wier rekening
de verzorging komt. Doordat op de
religieuzen nog steeds niet het begin
sel van gelijke beloning voor gelijk
waardige prestaties wordt toegepast,
worden jaarlijks vele miljoenen gul
dens uitgespaard. De heer J. F. van
Aalst berekende destijds in het
„Maandblad van de Bond van R.K.
Ziekenfondsen", dat dit verschil in
honorering op ongeveer acht miljoen
gulden per jaar neerkomt.
Intussen keert ook hier de kade
het schip. Blijkens een verslag van
de Geneeskundige Hoofdinspectie
daalde het percentage religieuze ver
plegenden in de jaren 1952-1956 van
16,5 percent tot tien percent van het
totale verplegend personeel. En wat
misschien nog belangrijker is: het
aantal religieuze leerling-verplegen-
den was in 1954-1956 reeds terugge
lopen tot nog slechts twee percent
var. het totaal aantal leerling-verple-
genden in de Nederlandse ziekenhui
zen. Daaruit kan alleen maar de con
clusie worden getrokken, dat met een
verder gaande verschuiving naar het
lekenelement in de verpleegsector is
te rekenen. Een laïciseringsproces
met financiële gevolgen. Gezien het
verschil in beloning tussen de re
ligieuzen en het lekenpersoneel zul
len de exploitatiekosten per verpleeg
dag in de katholieke ziekenhuizen in
de naaste toekomst geleidelijk stij
gen en daarmede ook de verpleeg
prijzen, die op „kostprijsbasis" wor
den vastgesteld.
Daarnaast zal de nieuwbouw op
het gebied van het ziekenhuiswezen
eveneens de kosten van de zieken
huisverzorging in de komende jaren
opjagen. De ziekenfondsen, voor wier
rekening zestig percent van het aan
tal verpleegdagen komt, zullen jaar
lijks ruim 2,2 miljoen gulden meer
dan thans voor rente en aflossing in
ziekenhuizen moeten opbrengen. Dit
betekent een jaarlijkse lastenverzwa
ring voor verplicht- en vrijwillig ver
zekerden van 0,5 percent van de hui
dige premieopbrengst.
Voeg hierbij, dat elk procent loons
verhoging globaal 0,5 percent kos
tenverhoging van de ziekenhuizen
betekent, die vrijwel „automatisch"
wordt doorberekend, dan kan men
alleen tot de conclusie komen, dat
de landelijk gemiddelde verpleegprijs
een stijgende tendens zal blijven ver
tonen, zonder dat een plafond in zicht
is. In een tijd, waarin voor alles naar
prijsstabilisatie moet worden ge
streefd, geen prettig vooruitzicht. Zo
ergens dan is het vooral op het ter
rein van de gezondheidszorg Moei
lijk, aan de kostenstijging een defini
tief halt toe te roepen. Toch zal het
moeten gebeuren.
NOORWEGEN De eerste vice-pre
mier van de Sovjet-Unie, Anastas Mi-
koyan, komt zondag voor een bezoek
van een of twee dagen aan Noorwegen
in Oslo aan. Mikoyan verblijft momen
teel in Cuba. Hij doet Noorwegen aan
op de terugreis naar Moskou. (UPI)