Spint Cuba zijde bij conflict met heetgebakerde Spaanse ambassadeur? rmrm li ff Halitran Amateurs bouwen goedkope eengezins woningen in Haagse wijk Mariahoeve JL Gc Madrid vreest het ergste voor wijdvertakte Spaanse belangen B. en W. stuiten nieuw plan van twee ambtenaren De hoge verpleegprijzen li Castro moet in zijn baard hebben gelachen Baron voert strijd om een streepje Een ijskoud karwei DE I* if V DONDERDAG 11 FEBRUARI 1950 Ifes Cheshirekaas met „papperig" zuivel „Kolen-Goudse" voor de mijnstreek? EXAMENS Gaat Cuba Spaans bezit nationaliseren? Cubaanse vluchtelin gen twee dagen zonder voedsel op zee capsules Neem elke dag Uw 2 Halitran capsules Op Texels strand Kotter nog niet los wel dichter hij zee t door JAN VAN GENT -ji 1 lp Don Pablo Lojendio, de heetgebakerde Spaanse ambassadeur in Havanna, bij zijn terugkeer in Madrid na zijn conflict met Fidel Castro. Als een overwinnaar verliet hij het vliegtuig, maar Madrid heeft hem al spoedig duidelijk gemaakt in het geheel niet ingenomen te zijn met zijn optreden. (Advertentie) De Nederlandse zuivelindustrie maakt, uitsluitend voor de export naar Engeland, een Engelse kaas soort, namelijk de Cheshire. Vorig jaar werd daarvan zesduizend ton geprocu- ceerd. In het algemeen wil men in Enge land Cheshirekaas met een „kruime lig" zuivel, maar in één gebied, het ten zuiden van Manchester gelegen potte bakkersdistrict'is men iets an ders gewend: daar vindt men kaas met een „lang" zuivel lekkerder. Cheshire kaas met een „papperig" zuivel is in heel Engeland ongewenst. Op het ministerie van Landbouw en Visserij is daarom een wijziging van de uitvoercontrolebeschikking kaas ontworpen, waarbij uitvoer van Cheshi re met „papperig" zuivel geheel onmo gelijk wordt gemaakt en waarbij ander zijds, ten behoeve van het „pottebak- kersdistrict", ontheffing wordt moge lijk gemaakt met de eis dat het zuivel „kruimelig" moet zijn. Het produktschap voor zuivel heeft er geen bezwaar tegen, alleen de heer Van der Ploeg vroeg zich af of we hier in Nederland misschien straks „tex- tiel-Edammer voor Twente" en „kolen- Goudse" voor de mijnstreek zullen krij gen. DELFT, 10 febr. Technische Hoge school. Kand. werktuigkundig ingenieur: G. Barthel, Den Haag, R. Barthel, Haarlem, D. Bastenhof, Rotter dam, J. Bazelmans, Eindhoven, C. Belgraver, Scheveningen, J. van Bie- sen, Terdam, H. van Bon, Doornen burg, J. Booij, Den Haag, W. Bosman, Den Haag, J. Brat, Zaandam, P. van Dalen, Made, J. Baron van Dedem, Zwolle, R. Denis, Scheveningen, J. Dijk man, Haarlem, J. Enting, Westerbork, J. van Erven Dorens, Laren (N.-H.), J. Fray, Hollandsche Rading, W. Ge- raerds, Rijswijk, L. Giljamse, Rotter dam, S. Gillebaard, Rotterdam, P. Hel- linga, Soestdijk, J. Hilbrands, Delft, J. Homan, Appingedam, S. Huisman, Ha ren, G. van Hulst, Rotterdam, P. Hup- kens, Maastricht, L. Konings, Delft, A. Kremer, Renukm, A. Kuivenhvoen, Arnhem, W. Kuipers, Nijmegen, E. de Leeuw, Hilversum, H. J. van der Lem, Voorburg, P. Ligtenberg, Dongen, S. Lingsma, Delft, H. Loonen, Heerlen, A. Ster, Oostvoorne, A. Nijhof, Delft, Oei Tiong Djien, Den Haag, P. van Oosten, Amsterdam, J. Pape, Meppel, L. Poot, Rotterdam, S. Poppema, Den Haag, J. Postma, Zwolle, P. Reineke, Amersfoort, K. Rethmeier, Rijswijk, E. van Ringelstijn, Rotterdam, S. Schol- tens, Groningen, J. Schoonhoven (Apel doorn, F. Schreuders, Amsterdam, A. Schreurs, Runen, L. van der Sleet, Rijns burg, J. Smit Aelo, P. Stasse, Den Haag, J. Stoppelenburg, Rotterdam, M. Striekwold, Arnhem, J. Telgenkamp Hengelo, F. Verhulst, 's-Hertogenbosch, C. Vis, Doetinchem, L. Vons, Delft, W. Wier, Nijmegen, P. Zoestbergen, Am sterdam. Kand. mijning.: L. Baars, Utrecht, H. Boerma, Schoterland, F. Boots, Den Haag, F. Braadbaart, Rijswijk, B. Engelbert van Bevervoorde, Den Haag, K. van Gessel, Vaals, E. Horvath, Delft, K. Horvath, Delft, J. Linssen, Echt, A. de la Mar, Delft, L. Maros,vögyi, Delft, M. van der Schalk, Rotterdam, F. Zsuc Delft, R. Verstrijden, Den Haag, W. Vis- scher, Hardenberg, F. Wetzels, Leen. M. Zwager, Den Haag. Kand. scheepsb. ing.: W. baron van Dedem, Zwolle. Geodetisch ing.: T. Nieman, Arnhem. Mijningenieur: W. Stheeman, Zeist, A. Tan Siang Tjoen, Voorburg. (Van een correspondent in Spanje) De eerste fase van het bizarre di plomatieke conflict tussen Span je en Cuba is afgesloten. Dezer dagen heeft generaal Franco de heetge bakerde Spaanse ambassadeur in Hava na, Juan Pablo Lojendio e Irure, mar kies van Vellisca, van zijn functie ont heven. Hoewel geruchten in Madrid wil den doen geloven dat generaal Franco zijn spontane ambassadeur bij die ge legenheid enkele echte, dan wel geeste lijke oorvegen heeft gegeven, heeft de rechterhand van de Caudillo, generaal Alonso Vega, dit alles gelogenstraft door aan de ex-ambassadeur een maal tijd aan te bieden, die volgens de offi ciële berichten „vol achting en allerhar telijkst" is verlopen. Er is nog niet be kend, hoe de regering van Franco denkt dit diplomatieke conflict verder af te wikkelen en of op korte termijn de be noeming van een nieuwe ambassadeur te verwachten is. In commerciële kringen in Spanje maakt men zich evenwel niet weinig zorgen over de mogelijke gevolgen van dit diplomatieke drama. Men houdt er ernstig rekening mee, dat Fidel Castro een man is van plotselinge en dikwijls onbesuisde beslissingen, die een ern stige slag zou kunnen toebrengen aan de wijdvertakte Spaanse belangen Cuba. De Spanjaarden kunnen enig begrip hebben voor de heftigheid, waarmee Don Pablo Lojendio is opgetreden. Zij keu ren dit optreden ten zeerste af, maar zij kennen de Spaanse mentaliteit vol doende om te beseffen, dat de actie van de ambassadeur tenslotte is voortge vloeid uit een reeks van venijnige be schuldigingen, die in de vijf uur duren de rede van Castro culmineerden. Maar zij realiseren zich ook, dat de heer Lo jendio met vuur heeft gespeeld, om dat hij moest weten dat Fidel Castro zowel in zijn beschuldigingen aan het adres van Amerika, als aan dat van Spanje, juist op een openlijk conflict aanstuurde, met geen andere bedoeling een motief te vinden om de enorme Spaanse en Amerikaanse eigendommen in Cuba aan te tasten. Men trekt hierbij een parallel met het geen Nederland in Indonesië heeft on dervonden. Nationalisatie van het Spaans bezit in Cuba zou weinig min der dan catastrofaal zijn en uitwijzing van de vele tienduizenden Spanjaarden die daar wonen zou zeer ernstige pro blemen scheppen. Daarnaast is de houding van Fidel Castro een koude douche geweest voor de duizenden Spanjaarden die hem op initiatief van het grote weekblad „Ac- tualidad" hebben uitgeroepen als de derde man van het vorige jaar, direct achter Eisenhower en de paus. Nu mag men die enquête met een korrel tje zout nemen, want als vierde inter nationale grootheid werd door de le zers van „Actualidad" Farah Diba uit geroepen, gevolgd door Bahamon tes en prinses Paola. De Gaulle Khroesjtsjev en Adenauer kwamen nogal achteraan, terwijl men boven dien onder de „Mannen van het jaar" niemand minder dan „Sam" de ruim teaap aantreft. Het heeft velen ver baasd dat generaal Franco in het ge heel niet op de lange lijst voorkomt en wel enige van zijn ministers, Al berto Ullastres en Mariano Navarro Rubio. In ieder geval hebben vele weldenken- den Spanjaarden er goede notie van ge nomen dat deze „derde man" van het jaar heeft uitgeroepen dat het hem wei nig kon schelen als de diplomatieke be trekkingen met Spanje werden verbro ken. Men houdt dit terdege voor ge zegd en is ervan overtuigd dat Castro daarbij in zijn baard moet hebben ge lachen. MIAMI, 10 febr. (UPI) Dertien Cu banen, die twee dagen lang zonder eten of drinken in een gestolen vissersboot op zee hebben rondgezwalkt, zijn van daag door de Amerikaanse kustwacht gered. De dertien Cubanen zijn uit Ha vana gevlucht. De twee bemanningsle den van de vissersboot „Cristal" willen weer terug naar Havana. De overige opvarenden hebben asyl gevraagd in de V.S. omdat zij de vervolging van het Castro-regiem vrezen, hoewel geen van de dertien een vooraanstaand politicus kan worden genoemd. De Amerikaan se douane heeft de vluchtelingen onder vraagd en voorlopig op vrije voeten ge steld. Onder bedreiging met pistolen had den de zes mannen, die vergezeld wa ren van vier vrouwen en drie kinderen, de twee mannen van de vissersboot ge dwongen uit Havana weg te varen en koers te zetten naar de V.S. Zaterdag raakte de motor van het 25 meter lan ge scheepje onklaar, maandag was het voedsel op. Een vliegtuig van de Amerikaanse kustwacht, uitgezonden om te zoeken naar het sinds twee dagen vermiste pri- vévliegtuig van premier Fidel Castro, ontdekte de vissersboot gisteren. (Advertentie) HaUtrcM kerht'é Vitaminen- «0-1 Halitran geeft: méér weerstand tegen griep, bronchitis en andere aandoeningen. Voorkomt en bestrijdt rachitis. Kweekt sterke beenderen en een gaaf gebit. ca. 60 x zoveel vitaminen als gewone levertraan KOPENHAGEN, 8 febr. (Ritzau) Een Deense ministeriële beslissing dat baron Jon Bille Brahe tussen de 2 gedeel ten van zijn achternaam 'n verbindings streepje moet zetten of anders het eerste gedeelte daarvan moet laten schieten, heeft geleid tot een beroep van de baron bij het hooggerechtshof. De baron wil dat het Deense ministerie van kerke lijke zaken zijn naam accepteert zoals hij die schrijft, zonder streepje tussen Bille en Brahe, terwijl het ministerie vasthoudt aan de mening dat men maar één familienaam kan hebben. Een lagere rechtsinstantie heeft de beslissing van het ministerie ondersteund. Nu dient de /aak voor het hooggerechtshof, dat oude documenten en i .eer dan twee eeuwen oude koninklijke brieven ter staving van het standpunt van de baron overgelegd heeft gekregen. TEXEL, 11 febr. Op het strand van Texel zijn bergers er gisteravond bij hoog water in geslaagd de He.lderse "kot ter HD 79 „De Drie Gebroeders", die daar sinds 10 januari op het strand rust. ruim 25 meter dichter by zee te bren gen. Dit werd bereikt door het trekken van de zeesleper „Simson" en het hieu wen met takels op de twee in zee uit- liggendo ankerdraden. Gedurende de afgelopen weken heb ben de bergers veel werk moeten ver zetten om de bijna tegen de duinen lig. gende kotter drie meter op zijn plaats te laten zakken. Hiertoe moest met bulldozers, draglines, zware pompen en met waterstralen een grote kuil worden gegraven. Na de vele dagen met ooste- Üke wind, die het water op de Neder landse kust niet hoog genoeg deed ko men om de „Den Helder 79" drijvend te brongen in deze kuil, draaide do wind dinsdagnacht naar noord-westelijke rich ting. Gistermiddag kwam er een hoog tij-water, waardoor men de kuil kon la ten vollopen. De motor van „De Drie Gebroeders" werd aangeslagen, zodat het mogelijk was de schroef te gebrui ken en nog meer zand achter het schip weg te slaan. Hierdoor ontstond een geul in de richting van zee. De 1200 pk van de sleepboot en het hieuwen van de ankerdraden had tenslot te tot resultaat dat er beweging in het schip kwam. Helaas ondervonden de bergers nieuwe tegenslag daar de 1100 meter lange sleepdraad tussen de „Sim son" en De Helder 79 brak. Vanmorgen was het water niet hoog genoeg voor een herhaling van de poging. Piloten van de Britse koninklijke luchtmacht ondergaan een training in de Beierse Alpen, waarbij verondersteld wordt, dat zij een noodlanding hebben moeten maken en waarbij zij zich moeten behelpen met de middelen, die. hen ten dienste staan, tot zij zich weer op hun basis kunnen melden. Hier passeren zij een beek Aan gezien zij hun schoenen droog moeten houden, zit er niets anders op dan barrevoets het ijzige water en de sneeuw aan de kant te trotseren. (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG, 10 febr. Enkele uren nadat amateur-huizenbouwer A. J. van der Toorn yan burgemeester en wet houders bericht heeft gekregen dat er voor zijn bouwplannen in de residentie verder geen plaats is zegt hij zelfver zekerd: „Ik zet nog zevenhonderd hui zen neer in Den Haag. Nu begin ik er eigenlijk pas zin in te krijgen. Dit wordt prachtig." De heer A. J. van der Toorn bureau-chef bij de P.T.T., bestuurs lid van het Nederlands Instituut voor Efficiency, organisator van formaat, bruisend van energie heeft kort gele den de aandacht op zich gevestigd door als volslagen leek een bouwplan te rea liseren van 62 eengezinshuizen in de fraaie uitbreidingswijk Mariahoeve te gen een prjjs die vele duizenden guldens per huis lager ligt dan die van „norma le" huizen. De woningen, bestemd voor ambtenaren, hebben een koopprijs van f 22.000,-. Er is slechts 2.006 gulden eigen geld voor nodig. Aflossing, rente, onderhoud, verzekering en belasting zijn berekend op ƒ125,- per maand, wat voor een zeskamerwoning niet duur is. In juni worden de eerste huizen be trokken. Zelfs de minister van Volkshuisves ting en Bouwnijverheid heeft in zijn me morie van antwoord gezegd dat de initiatiefnemers inderdaad een gunstige 'rijs verkregen hebben bij hun bouw. Joe zij dit wisten te bereiken? Door alle mogelijkheden van bezuiniging tot op de bodem toe uit te buiten de wonin gen werden zodanig ontworpen dat het maximum aan regeringssubsidies is verkregen (ongeveer 6000,-) door „doe het zelf" op organisatorisch gebied (makelaar, verzorging van alle ver gunningen, premieschikkingen enz.); door middelgrote, degelijke aannemers firma's aan te trekken en jonge archi tecten in de arm te nemen, die sportief willen meespelen „no cure, no pay", gaan de plannen dur niet door dan jok geen honarium door alle overbodige tierelantijnen bij de bouw te weren. Mede-initiatiefnemer is de heer J. de Römph en de samenwerking is zo danig dat ook dit de kosten gedrukt heeft, zo meent de heer van der Toorn. Van de „organisatie" zegt hij: „Alles wat wii hebben, behalve ge zond verstand, zijn twee dikke akte tassen en een meer dan „lelijk eend je" dat al ruim 20.000 kilometer voor het bouwproject gereden heeft, van de ene bespreking naar de andere." Het is allemaal enkele jaren geleden begonnen. De heer de Römph toen nog adjunct-hoofd van de Rijkscentrale van mechanische administratie zou zijn flat weieens willen ruilen voor een grotere eengezinswoning. Al gauw was het hem duidelijk; zo maar kopen zou te duur zijn, maar zelf (doen) bouwen zou de prijs met duizenden drukken, En dit leek hen in het geheel niet on mogelijk. Want „onmogelijk" komt in het woordenboek van de beide heren niet voor. En dit moet letterlijk geno men worden. Want samen hebben zij enkele jaren geleden een achttalig woor denboek voor .Hongaren samengesteld zonder zelf één woord Hongaars te spre ken. Dit boekje is in een oplaag van 100.000 exemplaren verspreid. En hier in komt het woord „onmogelijk" prin cipieel in geen der talen voor. „Dit woord bestaat niet voor ons," zegt de heer van der Toorn. De twee ambtenaren „doken" dus in de huizenbouw. En zij deden het grondig. Dit „grondig" hield bqvoor- beeld in het doorwerken van alle jaargangen van het tydschrift „De Ingenieur" sinds 1933. „Er staat pre cies in hoe je een goed zwembad kunt houwen, een economisch bank gebouw of een mooie conferentiezaal, maar hoe je economisch een goed eengezinshuis zet vind je nergens," zegt hij. Dit „grondig" betekende ook een nauwkeurige informatie op alle gebied: vandaar die 20.000 kilometer en vandaar ook die 21 vakantiedagen die er in gingen zitten. Maar de plannen kregen vorm. Hoe wel lang niet alles zonder slag of stoot Een speurdersverhaal 61 Hij steunde het hoofd in zijn handen en sloot even de ogen. Natuurlijk was hij moe, maar het gaf niet meer, nu alles begon te sluiten, dicht aaneen tot een keten die duidelijk te overzien werd. Het einde was nu heel dichtbij. Sluiter had het gevoeld in het sneller wordende ritme van deze avond. De beslissin gen, die hij het laatste kwartier had moeten nemen, waren niet opgedrongen. Het verbaasde Sluiter ook niet dat ze nu genomen konden worden, nu einde lijk. De machine was in werking gesteld, had ge draaid en had de gegevens opgeleverd die ervan werden verwacht, dwars door teleurstellingen en on zekerheid heen. Uiteindelijk leverde de machine al tijd de goede gegevens. Men moest ze alleen weten te gebruiken. Het was nog niet de tijd van opluch ting, want hoeveel kon er nog fout gaan? Sluiter draaide het nummer van adjudant-rechercheur Speel man. Hij was er direct. „Het is zover Speelman," zei Sluiter kalm. „Alles is bekeken?" Het klonk teleurgesteld. „Bjjna. Watimena is met Lisser weg gegaan in de auto. Ze kwamen uiteindelijk terecht in de Warmoes- straat, bij de Cordoba Bar. Geeft dat niet te dénken? Juist, Watimena heeft de naam zelf genoemd als de plaats van samenkomst, voor het edele drietal op roof uitging. Je zou bijna denken dat ze weer plan nen in die richting hadden, niet?" „Bijna. Maar Watimena is wèl gek maar niet zó gek." De inspecteur lachte kort. „Dan ken jij Watimena dus ook niet. Een vent die sprekend op Sander lijkt heeft zich bij hen gevoegd." „Maar dat kan niet," barstte Speelman uit. „Dat is zelfmoord. Die Watimena kon nu toch eindelijk weten dat hij in de gaten werd gehouden, zeker na dat hem nadrukkelijk was gezegd dat hij binnen moest blqven." „Maar dat wist hij ook, beste Speelman. Voor het geval onze man misschien juist een kopje koffie 'aan x hef drinken was, heeft hij zijn vrouw persoonlijk naar mij laten bellen om te vertellen dat hij op pad ging. Frens zat achter hem aan en om hem terwille te zijn heeft hij lange, gemakkelijk te overziene we- zijn ,?enomen' z°dat iedere vergissing uitgesloten zou Sluiter praatte met duidelijke spot. Het was nogaJ simpel, nu hem van alle kanten de stukjes van de puzzle waren aangereikt. De spot verzachtte zijn eigen gespannenheid. „Snap je het al? Nee? Ik kon het pok niet geloven, Speelman, maar dat komt waarschijnlijk omdat we met zo heel dikwijls getuige mogen zijn van echte onversneden ouderwetse ridderlijkheid, dit alles ge vat in een gouden randje van romantiek. Als je het mij vraagt, Speelman, heeft Watimena ons een ple zier willen doen. Hij wil ons de onbekende Sander een zilveren presenteerblaadje thuis bezorgen. We hebben hem nu maar voor het oppikken." „Maar dan staat er werkelijk een inbraak op het programma, anders was die Sander nooit komen op draven. Speelman had het snel doorzien. „Dat vrees ik ook," zei Sluiter droog. „Zover moe ten we het niet laten komen, vind je wel?" „Beter van niet, nee." Speelman was een beetje ontdaan, dacht Sluiter, hoewel juist hij er de man naar was om een stunt als die van Watimena te bewonderen. „Ik heb nog meer nieuws voor je." „Nog niet genoeg, voor één avond?" „Lang niet. Ik weet wie Sander is." „En?" „Geen tijd om uit te leggen. Ik weet ook wie onze vierde man is." „Wordt het niet een ietsje al te gek?" „Nee. Uit Antwerpen moest een. vingerafdruk ko men en uit ons eigen Amsterdam een dossier, dat was alles. Als we geluk hebben wordt hij op dit ogenblik gearresteerd." „Waar?" Het voldeed Sluiter om tegenover zijn eigen Speel man het verhaal te kunnen vertellen. Speelman rea geerde op de juiste manier. „In het hotel van Sander. Pleinhotel, Thorbecke- plein. Zo gauw ik een telefoontje krüg dat hij op gepakt is, vegen we de drie jongens in de Cordoba Lar by elkaar. Pas dan is het bekeken, zoals jij het noemt." „Het was prettig om bij het inhalen der netten tegenwoordig te zijn," zei Speelman dramatisch. „Wees blij dat jij de eerste was om het te horen, lot morgen." „Héheeriep Speelman. „Ik weet nog met6 „Morgen," zei Sluiter. Hp voelde zich rustiger, na het gesprek. Nu hij het had uitgesproken leek alles veel zekerder. Deze stemming duurde tien minuten. Toen belde de brigadier van dienst van het bureau Thorbecke- piein op om te zeggen, dat op kamer zeven van het iieinhotei niemand was aangetroffen en dat ver der niemand in het hotel aanwezig was geweest die Willem heette. Er was een post achtergelaten om hem op Je wachten. In dr Cordoba Bar leek Martin Watimena in het •aje nJ.et °P A® echte onversneden en ouderwetse yer, die Sluiter voor ogen had gezweefd. Hij zat met Arnold Lisser en Sander aan een tafeltje in de hoek van het kroegje en bestelde een nieuw glas pus. „Het duurt nog wel even voor we weg kunnen," zei hij verontschuldigend. „We kunnen best nog een biertje pakken." „Straks word je nog opgepikt wegens het in dron kenschap besturen van een auto." (Wordt vervolgd) ging. „Wij moester* op tenen trappen en tegen schenen schoppen," zegt de heer van der Toorn Een rel ontketenden bij voorbeeld de puntdaken op de huizen die voor de plannen onontbeerlijk waren, omdat de ruimte onder de kap dank baar werd gebruikt. In Mariahoeve hadden de stedebouwkundigen geen en kel puntdak geprojecteerd, maar zij kwamen er, zjj het dat er een ontslag van een gemeentelijk supervisor uit voort vloeide. Toen de plannen eenmaal vaste vorm kregen stroomden de aan vragen toe: er waren vele huiseige naars-in-spé- die met de „initiatiefne mers", zoals zij zich noemen in officië le stukken, in zee wilden. „Maar wij moeten niet allemaal P.T.T.-ers bij el kaar hebben, dat zou niet leuk zijn. Er komen elf P.T.T.-ers in de zestig hui zen en voor de rest komen er andere Rijks- en gemeente-ambtenaren." Hooglopend conflict Ook de financiering liep op rolletjes Kanttekening van de heer van der Toorn hierbij: „Kom je ergens om honderd gulden te lenen, dan wijzen ze je de deur, maar kom je voor een mil joen, dan wachten ze je met koffie en sigaren." De bouw van de huizen intus sen vordert goed, hoewel de initiatief nemers inmiddels een hooglopend con flict hebben met de welstandscommis sie, die de dakpannen, die men voor de huizen wil gaan gebruiken, heeft afge keurd, omdat zü (drie centimeter) te groot zijn. Omdat gebruik van juist de ze dakpannen het gehele project 6000 gulden goedkoper maakt houdt men er hardnekkig aan vast. B. en W. zijn door de amateur-bouwers gevraagd liet ver lossende woord in deze kwestie te zeg gen. De initiatiefnemers doen alles gratis. „Maar" zegt de heer van der Toorn, „ik heb er ten eerste reuze lol in, ik krijg nu zelf een goedkoop huis, de toe komstige bewoners hebben beloofd met de pet te zullen rondgaan om mijn kos ten te bestrijden en bovendien wat heel belangrijk is heb ik nu zelf mijn buren kunnen kiezen." Een groot voor deel voor de „kostenrekening" lijkt ons boverfdien het feit dat de heer van der Toom de volle medewerking heeft van de P.T.T.-autoriteiten, zodat hij een ge deelte van zijn werktijd aan dit project kan besteden: hij is gebombardeerd tot „bouwadviseur", omdat hij het huisves tingsprobleem van het P.T.T.-personeei helpt oplossen. Bij dit project lijkt het in Den Haag echter voorlopig te blijven. Grond was namelijk aangevraagd voor een nieuw plan voor 103 eengezinswoningen., even eens in Mariahoeve. Maar het korte briefje van B. en W. heeft roet in het eten gegooid. Bij de heer Van der Toorn heeft dit nochtans geenszins de moed wegge nomen. Hij krijgt er nu pas plezier in. zegt hij. De grond die hij voor zijn goedkope woningen gedacht had blijkt bestemd te zijn voor een zeventigtal riante flats en een bejaardentehuis. Maar de P.T.T.-er heeft zijn antwoord al klaar en het is reeds onderweg naar B. en W. ook: Aan dure villa's is geen behoefte, zo heeft hij geschre ven; die staan elke zaterdag bij tien tallen in de dagbladen te koop aange boden. Onze eengezinshuizen zijn vee) belangrijker. Bovendien komen er bij onze plannen dertig woningen meer. Ook een bejaardentehuis vindt de heer van der Toom overbodig. „Als er grote huizen komen zoals ik bouw, kunnen de mensen hun ouders bij zich in huis nemen. Zij kunnen dan een hele etage voor zichzelf krijgen," zo meent hij. Maar de gemeente staat op het stand punt; „Die grond is voorbestemd voor villa's en niet voor eengezinshuizen en daar blijven wij bij." De initiatiefnemers is het advies gegeven het bij de rand gemeenten te proberen. De heer de Römph inmiddels is naar Amsterdam verhuisd en dat opent mogelijkheden voor de woningzoekenden in die buurt. Want hij heeft zijn voelhorens ai uitge stoken in Nieuwer-Amstel, Haarlemmer meer, Badhoevedorp en Amsterdam zelf om daar tot soortgelijke projecten te komen. In de aannemerswereld worden de activiteiten van de „initiatiefne mers" even nauwlettend als argwanend bekeken. De hee± van der Toorn voelt zich daar weinig door bezwaard, getui ge ziin opmerking: .Jk lusl ze rauw" De financiering van de gezond heidszorg verslindt honderden miljoenen guldens. De stijgen de tendens, die daarbij in het bijzon der ten aanzien van de kosten van de ziekenfondsverzekering valt waar te nemen, Övertreft zelfs het accres van ons volksinkomen. In het geheel var deze kosten speelt de zieken- huisverpleging een zo grote rol, dat de minister van sociale zaken en volksgezondheid reeds in 1954 een .Commissie Ziekenhuisvraagstuk ken" instelde, die o.m. tot taak kreeg te onderzoeken „in hoeverre een wij ziging van de verpleegprijzen van in vloed zal zijn op de financiering van de gezondheidszorg in het algemeen en op die van de ziekenhuisverzeke ring in het bijzonder. Het rapport van deze commissie is thans (eindelijk) verschenen. Het be vat een aantal opmerkingen en con clusies, waarvoor de publieke aan dacht mag worden gevraagd. De financiële rekeningen ven achttien ziekenhuizen zijn onder de loep ge nomen. Daartoe behoren zowel parti culiere als overheidsziekenhuize'i, terwijl aandacht is geschonken aan een juiste verhouding tussen grote en kleine ziekenhuizen, neutrale en con fessionele inrichtingen, alsmede aan een zekere spreiding over het gehele land. Het verkregen materiaal mag dan ook representatief worden ge acht. De totale lasten van de onderzoch te2henhuizen blijken van 1949 tot 1954 te zijn gestegen van ƒ11,91 per verpleegdag tot 17,78. Veilig mag worden aangenomen, dat het de laat ste vijf.jaar nog verder crescendo is gegaan. Helaas staan geen meer re cente cijfers ten dienste. Er is wel een onderzoek naar Ce Kosten en fi nanciering van de gezondheidszorg in 1958 gaande, doch de resultaten daarvan zijn nog niet gepubliceerd. Uit het onderhavige rapport blijkt, dat de baten van de partipuliere zie kenhuizen de kosten praktisch dek ken. Bij de gemeentelijke ziekenhui zen is dit echter geenszins het geval, aangezien de kosten in de overheids sector aanzienljjk hoger zijn dan in de particuliere. Het verschil tussen beide categorieën bedroeg in 1954 niet minder dan ƒ3.4ê per verpleeg dag. Uit de verstrekte cijfers blijkt, dat de oorzaak van het grote kosten verschil in hoofdzaak moet worden toegeschreven aan het verschil in ni veau tussen de loon- en salariskosten van particuliere, resp. gemeentelijke ziekenhuizen. Hierbij speelt de lage honorering van de religieuzen in ka tholieke ziekenhuizen een grote rol, naast verschillen in het aantal perso neel. In 1954 moesten de gemeenten on geveer veertien miljoen gulden door subsidies en financiële bedragen tot dekking van de exploitatiekosten van de gemeenteziekenhuizen voor hun rekening nemen. Er is echter bij sommige gemeenten een streven waar te nemen om tot kostendekken de verpleegprijzen te komen. Wan neer dit meer algemeen wordt, dan zal zulks een belangrijke terugslag op de financiering van de gezond heidszorg hebben. Indien het immers niet mogelijk blijkt, de kosten voor de gemeentelijke ziekenhuizen te verlagen tot het niveau van de parti culiere, dan moet daarvan een be langrijke lastenverzwaring voor de patiënten, resp. de voor dezen beta lende instanties uitgaan. Wederom komt dus tot uitdrukking het grote financiële offer, dat onze religieuze verplegenden sedert jaar en dag brengen. Een offer, waarvan overi gens minder de particulieren profite ren dan wel de gemeenschaps- en andere organen, voor wier rekening de verzorging komt. Doordat op de religieuzen nog steeds niet het begin sel van gelijke beloning voor gelijk waardige prestaties wordt toegepast, worden jaarlijks vele miljoenen gul dens uitgespaard. De heer J. F. van Aalst berekende destijds in het „Maandblad van de Bond van R.K. Ziekenfondsen", dat dit verschil in honorering op ongeveer acht miljoen gulden per jaar neerkomt. Intussen keert ook hier de kade het schip. Blijkens een verslag van de Geneeskundige Hoofdinspectie daalde het percentage religieuze ver plegenden in de jaren 1952-1956 van 16,5 percent tot tien percent van het totale verplegend personeel. En wat misschien nog belangrijker is: het aantal religieuze leerling-verplegen- den was in 1954-1956 reeds terugge lopen tot nog slechts twee percent var. het totaal aantal leerling-verple- genden in de Nederlandse ziekenhui zen. Daaruit kan alleen maar de con clusie worden getrokken, dat met een verder gaande verschuiving naar het lekenelement in de verpleegsector is te rekenen. Een laïciseringsproces met financiële gevolgen. Gezien het verschil in beloning tussen de re ligieuzen en het lekenpersoneel zul len de exploitatiekosten per verpleeg dag in de katholieke ziekenhuizen in de naaste toekomst geleidelijk stij gen en daarmede ook de verpleeg prijzen, die op „kostprijsbasis" wor den vastgesteld. Daarnaast zal de nieuwbouw op het gebied van het ziekenhuiswezen eveneens de kosten van de zieken huisverzorging in de komende jaren opjagen. De ziekenfondsen, voor wier rekening zestig percent van het aan tal verpleegdagen komt, zullen jaar lijks ruim 2,2 miljoen gulden meer dan thans voor rente en aflossing in ziekenhuizen moeten opbrengen. Dit betekent een jaarlijkse lastenverzwa ring voor verplicht- en vrijwillig ver zekerden van 0,5 percent van de hui dige premieopbrengst. Voeg hierbij, dat elk procent loons verhoging globaal 0,5 percent kos tenverhoging van de ziekenhuizen betekent, die vrijwel „automatisch" wordt doorberekend, dan kan men alleen tot de conclusie komen, dat de landelijk gemiddelde verpleegprijs een stijgende tendens zal blijven ver tonen, zonder dat een plafond in zicht is. In een tijd, waarin voor alles naar prijsstabilisatie moet worden ge streefd, geen prettig vooruitzicht. Zo ergens dan is het vooral op het ter rein van de gezondheidszorg Moei lijk, aan de kostenstijging een defini tief halt toe te roepen. Toch zal het moeten gebeuren. NOORWEGEN De eerste vice-pre mier van de Sovjet-Unie, Anastas Mi- koyan, komt zondag voor een bezoek van een of twee dagen aan Noorwegen in Oslo aan. Mikoyan verblijft momen teel in Cuba. Hij doet Noorwegen aan op de terugreis naar Moskou. (UPI)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1960 | | pagina 4