Het enige St.-Guduiebeeldje is versiering van massief inktstel AUTEURSRECHT KERKMUZIEK NAAR OP MYSTERIE „MADRID" OPGELOST Reclame Wernher von Braun, L Tl raketgeleerde Brussel heeft twee schutspatronen Van wantoestand einde in zicht K.A.J. Wereldwijd in dakpavil joen Vole wijekers ondanks overwinning met 4-0 toch maar matig op schot Landbouw-invoerverruiming gering uit even wichtsoverwegingen Ongeval in Maashaven Fortuna VI. geen partij Vier oliemijen bouwen raffinaderijen in Tunis Nat. Scheepshypotheek- bank 5 pet. onveranderd Maakt voor Uw zaak n 'M «SU MAANDAG 22 FEBRUAKi itfou P "'MA 4 -- Beeld van St.-Michaël Beeld van de H. Gudule Spaanse hoofdstad dankt zijn naam aan unieke Arabische waterleiding - F': 'i Brussel, de aloude hoofdstad van Bra- kapittel getracht die inhoud officieel bant hëeft twee patroonheiligen: de aartsengel Michael en de heilige Gudule. Het kan vreemd klinken dat wij Gudu le na Michaël plaatsen, en toch is de rangorde zo. Bij de Brusselaars zelf is het echter andersom. Zo is de hoofdkerk door de- H. Stoel te doen erkennen. Men gelooft evenwel niet, dat daar ooit ge volg aan werd gegeven Vóór, tijdens en op de dag na deze plechtigheden zond de grote klok Sal- vator haar zware klanken over het dal en der heilige in een zee van kaarslicht in de middenbeuk stond, waar ontelbaar velen er bij kwamen bidden. Toen in het midden van de XlVe eeuw de gotische bouw van de hoofdkerk - die van 1215 af geleidelijk de romaanse kerk verdrong voldoende gevorderd was werd een altaar opgetrokken dal aan de tweede patroonsheiligen van Bus sel werd toegewijd Het was daar dat de plebaan zijn mis opdroeg en dat zijn sub plebanen de „vroegmissen" celebreer den. In 1546 werden naast het beeld van Gudule ook de beelden van haar twee heilige zusters, Renalda en Faraïlde, geplaatst. Later maakte Mich iel van Coxie daar een groot schilderij bij, de legende van Gudule voorstellende, dat men nu nog in de Brusselse hoofdkerk kan zien Het altaar werd in de loop der eeuwen herhaaldelijk vernield. En wal niet door de calvinisten werd verwoest, werd later door de sansculotten neerge haald Met uitzondering van een groot modern en niet bepaald aangrijpend beeld van Gudule en haar beeltenis in een oud brandraam is in de kerk zelf niets meer wat aan haar herinnert, alléén haar naam leeft nog voort, binnen en buiten de kerk en die zal nooit vergeten worden, want wie in katholieke geest aan Brus sel denkt, moet ook aan Gudule denken. Daarom heeft men ook niet nodig haar beeld te zien dat boven de zuidelijke in gang der kerk staat, nog maar een zestig tal jaren oud is en niets markants heeft. Slechts één oud beeldje heeft Brussel nog van zijn grote heilige Dan nog vel op de plaats waar niemand het zou vermoeden. Om een écht oud beeld van van hun stad, die officieel de collegiale t de heuvels van Brussel, terwijl een beeld kerk van de heiligen Michaël en Gudule heet. in hun ogen „de St.-Gudule" en over Michaël wordt in die geest zo goed als niet gesproken. Wij zijn zelfs niet ver van te denken, dat de meerderheid der Brus selaars niet eens weet, dat hun stad twéé schutsheiligen heeft! Het heiligenboek van Brussel vermeldt als datum van de feestdag Van Gude- le 8 januari. De naam van deze loot van de hoogadellijke stam der Pepijns, werd in de tweede helft der elfde eeuw aan die van Michaël toegevoegd als be schermheilige van toen de aanstaande hoofdstad van dit land. Dat geschiedde op verzoek van Lambert Balderik. graaf van Leuven, in de tijd, dat de relieken van deze heilige uit 'n bescheiden kapel in de Sennevallei paar de hoogte der Mo lenberg werden overgebracht, waar de oude parochiekerk tot de rang van ka pittelkerk werd verheven. Dat is de hui dige Sinte Gudule. De heilige, die in de zevende eeuw zou hebben geleefd, was gestorven in haar geboortedorpje Hamme, op de weg naar Tervueren. Zij werd daar begraven. La ter werd haar stoffelijk overschot, na eerst nog te Moorsel te hebben gerust, naar Brussel getranslateerd. In die zelfde tijd herschreef een mon nik het leven van de maagd Gudule en droeg zijn verhaal op aan een kanunnik van het kapittel van Brussel, Albertus, die eerste pastoor en vervolgens deken van de collegiale kérk was. De relikwiekas met stoffelijke overschotten van de twee de schutsheilige der stad werd op het hoofdaltaar van deze basiliek geplaatst, waar zij bleven tot aan de XVIe eeuw Bij grote godsdienstige plechtigheden werd die relikwiekas in processie door de stad meegedragen, vooral in perioden van oorlog, pest en hongersnood Herhaaldelijk werd over een nieuwe kas gesproken. In 1530 kreeg edelsmid Hendrik Bosch opdracht een ontwerp te maken. Hetzelfde geschiedde in 1555 met een andere edelsmid, Franciscus Cobbe. Het schijnt echter steeds bij vrome wen sen te zijn gebleven, want nooit werd een der ontwerpen in werkelijkheid omgezet Hoe 't ook zij zo verhalen oude kro nieken de oorspronkelijke kas werd in 1585 door de calvinisten vernield, toen zij, evenals in andere kerken en in ab dijen, grote verwoestingen in de kapittel, kerk aanrichtten. Hun .woede beperkte zich niet tot het vernielen der kas: zii vierden haar ook bót op de relieken zelf van Gudule, die zij in de kerk ver spreidden. Er bestaat een lezing, volgens welke 'n fragment van de relieken werd teruggevonden in het gewelf der kerk, waar men het had verborgen en waar men het in 1670 bij restauratie zou ont dekt hebben. Doch er bestaat twijfel of dat wel van Gudule was. De Gudule- reliek, die thans ter verering wordt zilveren beeldje, dat werd gesmolten om aangeboden zou afkomstig zijn uit een aan opeising te ontsnappen en dat daar na in de huidige kleine reliekhouder zou zijn geplaatst. Naast het feest van 8 januari was er nog een tweede plechtigheid ter ere van de heilige. Deze had plaats op 6 juli, ter herdenking van de overbrenging van haar relieken naar Brussel. Beide fees ten werden met grote plechtigheid ge vierd, in aanwezigheid van het voltallige kapittel en de geestelijkheid van al de andere kerken en kapellen der stad. In het jaar 1404 zou een der feesten zelfs opgeluisterd zijn geworden door het kna penkoor van hertogin Johanna. De tek sten van het misofficie waren ontleend aan de legende van de heilige, wat blijkt uit oude geschreven en gedrukte liturgi sche boeken, die tot ons zijn gekomen. In het begin der XVIIIe eeuw heeft het Gudule te zien, moet men naar Antwer pen gaan, naar het particulier museum Mayer van den Bergh. Dat éne oude beeldje in Brussel, staat in het stadhuis, in de gotische trouw zaal, op de tafel van de wethoudster van de burgerlijke stand. Het staat er minder ,,als beeld" dan als versiering van een massief inktstel! Een stuk uit het verleden, met drie kokertjes, één voor rode en één voor blauwe inkt en het derde voor het fijn zand. dat men vroeger strooide om de inkt te doen dro gen. De heilige is er op afgebeeld met een lantaarn, zoals zij dikwijls 's nachts door de straten van haar dorpje en om geving ging. om stervenden in hun laat ste ogenblikken bij te siaan. Zij was dan door een van haar dienstboden verge zeld Achter haar ziet men de geest der duisternis de duivel, die. woest om het heilige gedrag van Gudule. trachtte haar licht uit te blazen, om haar te doen verloren lopen, of in een gracht terecht komen om te verdrinken. Maar God liet dat niet toe, zegt de legende. En als de duivel er soms toch in slaagde de gloed der kaars even te doven, ontstond plot seling een groot, wonderbaar licht. Een engel stak de kaars weer aan en Gudule kon haar werk van barmhartigheid voortzetten In haar geboorteplaats Hamme was vroeger een Frankische nederzetting Ge heel buiten het hedendaags verkeer lig gende is het als een oase gebleven, met slechts enkele huizen en inwoners en een kerkje dat men moeite heeft vanuit de verte te ontwaren. Met wat verbeelding kan men Gudule daar nog zien rond gaan Zij leefde en stierf er. En als later haar stoffelijk overschot naar Brussel werd gebracht was het waarschijnlijk omdat men naast de sterke Michaël ook een tere en zachtmoedige heilige als beschermer van de stad wilde hebben B ROTTERDAM, 21 febr. Ditmaal heeft een vereniging haar doelstellingen niet duidelijk trachten te maken aan be langstellenden door ellenlange redenaties vol cjjfers en trieste, aangrijpende er varingen. De afdeling Rotterdam van de K.A.J heeft er vanavond in het dakpa viljoen van het Groothandelsgebouw ern stig en nyver naar gestreefd in een zelf ontworpen en uitgevoerd spel de bedoe lingen van de Wereld-Wijd-Aetie duide lijk te maken. Door de onervarenheid van de mee spelenden kwam de opzet ,van het spel, waaraan ook studenten uit Indonesië en Curacao hun medewerking verleenden, niet helemaal uit de verf. Het streven zal de bezoekers echter met wat goede wil niet onduidelijk zijn gebleven. Pater Slenders W.P., missionaris in Afrika zette nog eens uiteen welke waar de de uitzending van Kajotters en kajot- sters naar dit werelddeel hieft. Een Wereld-Wijd stand met litteratuur ont ving in dc pauze een druk bezoek. Voor een luchtig slot van de avond zorgde het Leidse Studentencabaret. BOTTERDAM, 22 febr. Gistermiddag is de 61-jarige schippersvrouw E. Hoefna gel-Wassenaar van het m.s. Vios dat in de Maashaven lag, toen zij over de andere schepen naar de wal wilde gaan, uitge gleden en gevallen. Met een hersenschud ding cn een gebroken rechterpols werd zij naar het Zuiderziekenhuis vervoerd. Het zal niet lang meer duren eer in ons land ook aan de stille werkers in de wijngaard des Heren, de componisten van kerkmuziek, een wet van sociale rechtvaardigheid in toepassing zal wor den gebracht. Het gaat hier nl. om een wantoestand die sinds jaar en dag voortwoekert zo wel in ons land ais elders: het klakkeloos uitvoeren van kerkmuziek van heden daagse componisten zonder dat hier enig recht op loon of renumeratie tegenover staat. Een ieder kan nl. nvuziek in de kerk uitvoeren hoe en hoeveel hij ook wil zander iets aan de auteur verschuldigd te zijn en omgekeerd kan de auteur een catalogus vol met kerkmuziek produce ren zonder een enkele financiële conse quentie. Hoewel de Kerk zich steeds als be schermster der kunsten en kunstenaars heeft opgeworpen en daarvan vooral in de bloeitijden metterdaad blijk heeft ge geven door componisten als leiders van kapellen in vaste dienst te nemen, niet alleen om die kapel te leiden, maar in de eerstp plaats om het liturgisch re pertoire van nieuwe muziek te voorzien, is in latere tijden een regressie ingetre den die praktisch de componist aan eigen lot heeft overgelaten. Wel zijn de orga nisten en directeuren, in verenigingsver band georganiseerd, in ons land tot een regeling gekomen met kerkelijke instan ties voor salariëring van hun arbeid. Dat er echter op dit ondermaanse wezens ge vonden worden die hun beste uren wij den om de kermuziek zelf nieuwe wer ken te verlenen zonder voor deze presta ties enige vergoeding te ontvangen, daar over heeft zich lange tijd niemand be zonnen. Met de breuk tussen Kerk en maatschappij is ook een kloof ontstaan tussen de scheppers van kerkmuziek en de Kerk zelf, in die mate dat lange tijd er een ernstige veronachtzaming heeft bestaan van ben die krachtens hun natuurlijke begaafdheid zich geroepen achtten om de katholieke eredienst met nieuwe muziek te verrijken. Dit staat in schrille tegenstelling tot de positie van beeldende kunstenaars en architec ten. Zij worden wel gehonoreerd voor hun werkstukken en men acht dit te recht heel gewoon. Aanvankelijk zag het er naar uit dat een plossing van dit nijpend probleem zou komen in een volgende generatie De voortvarendheid van de zijde van de St-Gegroriusvereniging, van BUMA en dc betrokken kerkelijke instanties doet echter voorzien dat binnen zeer af zienbare tijd een althans voorlopige re geling tot stand zal komen. Enige tijd ge. leden verscheen nl. bij BUMA een tne- (Van een verslaggever) Met een overwinning van 40 als eindresultaat zou men veronderstellen dat de Volewijckers tegen het Vlaar- dingse Fortuna weer eens op schot is geweest. Niets is echter minder waar. Want, als er onder dc aanvallers van de Noordamsterdamse formatie ook maar één schutter van het formaat van de langzamerhand legendarisch aan het wor den Daan de Jongh geweest was, zou Fortuna niet met een nederlaag van 40, maar minstens van 140 huiswaarts ge keerd zijn- Kansen te over kreeg de Volewijckers namelijk, omdat Fortuna in geen enkel opzicht bestand bleek tegen de snel com binerende tegenstanders. Reeds in het begin van de strijd te kende de nederlaag van Fortuna zich af, maar eveneens werd toen al duidelijk dat het met de score wel mee zou vallen. Zowel middenvoor Van Alphen als Schaft misten in die periode al fraaie kansen. Daarom duurde het bijna een half uur voor de eerste treffer te note ren viel. Van Alphen en Boogaard waren weer eens met een snelle combinatie door de verdediging van Fortuna geglipt cn Boogaard zorgde toen feilloos voor de morandum inzake kerkmuziek dat sinds- ^og voor de rust werd het dien door een nieuw memorandum is ge- I p schot van Schaft miste in eerste volgd. waarin bepaalde richtlijnen wor-I A 2 e wel het doel, maar /an den aangegeven Alphen zorgde er toen voor dat de van De vorm van een garantiefonds door het houtwerk terugkomende bal toch te- de St.-Gregoriusvereniging is momenteel nog in discussie, terwijl er nog gemeen schappelijk overleg gaande is met kerk- muzikale instanties der Ned. Hervorm de Kerk Doch het eind hiervan is naar een lid der betrokken instanties ons me dedeelde in zicht M. M. gen de touwen belandde. Na de rust is het aanvankelijk een minder eenzijdige ontmoeting geweest. Fortuna kwam tot wat tegenaanvallen, maar deze misten toch elk gevaar. Aan gezien de aanvalslinie van de Volewij ckers steeds onzuiverder ging richten, werd de ontmoeting zelfs saai en kleur loos. Eerst tegen het einde kwam er een opleving. Tien minuten voor tijd sloot Van Alphen een combinatie met Boogaard af met een overigens nog niet vlekke loos, maar toch doeltreffend schot en kort voor het eindsignaal onderstreepte rechtshalf Van der Muts de steriliteit van zijn voorhoede door zelf voor de vierde treffer te zorgen. TUNIS, 19 febr. Volgens betrouw bare kringen wordt binnenkort de on dertekening verwacht van een overeer komst tussen de Tunesische regering e de oliemaatschappijen Shell, Mobiloi Esso en Purfina over de houw van eei olieraffinaderij in Tunis. Volgens d plannen zai de olie tegen eind i960 doo een pijpleiding van Edjela naar L Skhira in Tunis worden gepompt ii een omvang van 14 miljoen ton pe jaar. De onderhandelingen met de Amer kaanse maatschappijen begonnen ruin een jaar geleden en zijn nog steeds nie afgesloten. Inmiddels stelde de rege ring van Tunesië zich in verbinding me de Italiaanse ENI-groep. Dit bracht dt Amerikaanse en Belgische maatschap! pijen ertoe meer concrete aanbiedinger te doen, die het raffineren inhielder van 500.000 ton olie per jaar door een bedri.it, dat in de Tunesische haven Lr Goulette zou worden gevestigd, in wel ke haven reeds opslagtanks aanwezig 1 zijn. De regering wenst echter, dat ev j een miljoen t.on olie per jaar geraffi I neerd zou worden. ROTTERDAM, 22 febr. De Natio- j nale Scheepshypotheekbank te Rotter- j dam heeft blijkens het verslag over: j 1959 een winst geboekt van 105.6551 v. j. 130.679). Hiervan wordt voor: belastingen gereserveerd 85.Q00 v j. i 65.000), terwijl een bedrag van 10.655! (55.679) aan het reservefonds wordt ge doteerd waarna deze rekening stijgt tot1 72.868. Voorgesteld wordt over het af-1 gelopen boekjaar een dividend van on- j veranderd 5 pet. uit te keren. Ten aanzien van het financieel resul taat merkt het verslag op, dat de ver mindering van de winst zijn oorzaak vindt in het feit, dat in het boekjaar 1958 een bijzondere bate werd genoten, die eigenlijk over toekomstige boekjaren verdeeld behoorde te worden. Op 31 december 1959 stond voor een bedrag van 7.528.566 3.623.952) aan hypothecaire leningen op schepen uit. Het bedrag aan opgenomen gelden te gen schuldbekentenissen beliep 6.500.000 (3.350.000), (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG. 20 febr. De Neder landse regering is er toe overgegaan de contingenten voor invoer van landbouw- produkten uit de EEG-landen voorlo pig slechts met het minimumpercentage van 10% te verhogen om binnen de mogelijkheden van het verdrag even wicht te bewaren met de afbraak van handelsbelemmeringen, zoals die in de partnerlandeu plaats vindt. Nederland heeft steeds een liberale politiek voorgestaan, aldus de ministers Luns en Marijnen op vragen van het. tweede kamerlid Vredeling (PvdA). De door andere lidstaten gevolgde wijze van berekening en verruiming heeft echter tot minder bevredigende resul taten geleid. Dc Nederlandse beperking mag niet worden beschouwd als „re presaillemaatregel", maar de regering is van mening dat „het bewaren van het evenwicht bij de afbraak van handels- belemmeri.igen de beste rondslag - is voor een uitbreiding van het handels verkeer ln landbouwprodukten". Om dezelfde reden heeft de Regering voor het lopende jaar nog geen contin genten vastgesteld voor de invoer van tarwe, tarwemeel en suikerbieten. In 1959 waren wel contingenten vastgesteld maar Nederland was toen het enige land dat daartoe overging. Op verzoek van Nederland heeft de Europese commissie de kwestie in studie genomen. (Van onze correspondent in Spanje) MADRID, febr. - Het is tot voor kort ten raadsel geweest lioa „De stad van de zeven sterren", de Spaanse hoofd stad aari de naam „Madrid" is gekomen. Filologen, archeolo gen cn aistorici hebben er zich het hoofd over gebroken, maar verder dan een aanne melijke verklaring zonder werkelijk bewijs kwam men niet. En de Madrilenen heb ben dit altijd betreurd. Ten slotte is het voor een trotse Spanjaard niet zo prettig te wonen in een stad waar men de naam niet eens van her leiden kan, zodat men wel moet aannemen met een soort bastaard 'van doen te hebben. Dat naamloze-met-een- naam is veelvuldig door de naaste concurrenten van Ma drid, zoals Barcelona, Tarra gona. Sevilla en Toledo, aan gegrepen als argument. Ma drid was een stad met een vage historie en daarom niet waard de hoofdstad van het land te zijn. Want een centra le positie alleen werd waar lijk niet voldoende genoemd om aanspraak op de titel hoofdstad te maken. In dat geval meenden de Romeinse miljoenenstad Tarragona en het oeroude centrum Barce lona aanmerkelijk belangrijke historische argumenten te kunnen aanvoeren. Maar thans heeft professor Jaime Oliver Asin de Madri lenen hun zelfrespect terug gegeven door een boek te pu bliceren over „De geschiede nis van de naam van Madrid" Het is een lijvig werk, ver lucht met ontelbare fraaie il lustraties, oude pentekenin gen van Hoefnagel en Wyn- tiaarden, moorse schilderin gen, plattegronden, situatie schetsen en foto's. In dit boek geeft Oliver persoectief aan de naam van de Spaanse hoofdstad, die ziin oorsprong beeft gevonden in een fantas tische Arabische waterlei ding. En het water dat daar doorheen stroomde beeft ten slotte Madrid gemaakt, tot, de resident'» van de konineen omdat Philips TI e* tenslotte genoeg van had in folado be1* water uit de Taag t» drinken en de voorkeur aan b»' h»'dere voebt uit, d» Arah' seha .."da. ira" in Madr'd. Niet alleen het ontstaan var de naam, maar ook van de stad Madrid zelf, is eeuwen lang een onderwerp van voortdurende strijd tussen historici geweest. De beroem de Ramon Ménèndez Pida) nam aan dat de stad gestichl was door de Kelten. Oudere historici hielden het op dc Romeinen en weer anderen stelde.i dg Arabieren veranl woordelijk. Volgens Jaime Oliver is het enige dat me' 'ekerheld is vast te stellen dat het gehucht er reeds ooi d» miu-elmannen geweest is. Vroeger het zal omstreeks de romeinse tijd zijn geweest leefde in het dal vSn de ri vier de Manzanares een uit gebreide, verspreid wonende bevolking, die zeer vreed zaam was en zich voorname lijk toelegde op de jacht en de veeteelt. Van lieverlee is die bevolking zich gaan con centreren en zocht daarvoor streken uit, die rijk aan water waren. Vandaar dat men jarenlang heeft aangenomen dat Madrid herleid is van „matrice". de moederbedding, waarmee dan de rivier Manzanares zou zijn bedoeld. Van het begin af heeft Jaime Oliver het echter vreemd gevonden dat Madrid zich niet aan weerszijden -'an de rivier heeft uitgebreid, in tegendeel, op een behoorlijke afitand ervan is ontstaan en hij Madrid beter onder de grond dan daarboven kent. Jarenlang heeft hij met en kele werklieden alle onder aardse gangen van Madrid onderzocht. Een vunzig werk want het. merendeel daarvan wordt, thans als riool ge bruikt. Hij .;an het bewijs voor de Arabische oorsprong van deze krochten leveren. Toen werd hem ook de spreuk duidelijk, die op het oudste wapenschild van Madrid staat: Ik ben op het water ge bouwd. Maar mijn muren zijn van vuur. Dat ,zij mijn teken en mijn blazoen! Madrid dankt zijn naam en slechts de laatste decernia naar de rivier is gegroeid. De grote vraag is dan, hoe kwamen de Arabieren aan het water dat zij nodig hadden voor hun prachtige t'ruittui- nen die zij rondom het toen malige „Mayrithebben aan gelegd. Zij waren sterk in hei aanleggen van irrigatiewer- ken. Maar hun tuinen 'agen te hoog om het water uit de Manzanares op te pompen. Zij konden geen aquaducten bou wen zoals de Romeinen, 'aar haalden zij het water dan vandaan? Een oud vrouwtje, met lan ge witte haren, bracht Jaime Oliver on een idee. Die oude ziel wist, alles van Madrid en zij vertelde levendige verha len en legenden over het ver leden van de stad Zij ver kocht voor tien centimes per glas watei uit een bron in hot midden van de stad. die volgens het volksgeloof heil zaam vocht bevatte. Nog steeds halen velen daar des avonds laat en 's norgens vroeg flesjes en kruikjes wa ter, dat van mysterieuze her komst bleek te zijn. Na uitgebreide onderzoe kingen ontdekte Jaime Oliver dat de Arabieren het nodige water via een net van mijn- angen aar Madrid hebben rebracht. Daartoe hadden zij >p een behoorlijke afstand an de stad, op een hooggele- ren vlakte grote diepe put ten gegraven, waarin het re genwater werd opgevangen. Door onderaardse gangen werden deze putten met el kaar verbonden. Door mUn- -angen, die zo groot waren lat een man er rechtop in kon lopen, werd dat water iaar de stad gevoerd, naar de paleizen, de wm", de tui nen. de pompen en lie hnl.iron Jaime Oliver beweert dat zijn toekomst aan het. water! En nergens anders aan. In de mijngangen werd het regen water door een zandlaag ge filterd en rijkelijk van mine ralen voorzien. De faam er van moet zo groot geweest zijn, dat Philips II alleen om die reden zijn verblijf in To ledo aan de Taag opbrak. Hiermee is ook het feit ver klaard dat het in Madrid nog regelmatig voorkomt dat stra ten verzakken. De stad is als een molshoop ondergraven en men heeft dat zich eeuwen lang niet gerealiseerd. Nooit heeft men willen aannemen dat de Moren zover van hun hoofdstad Cordoba een derge lijk kostbaar project zo den hebben aangelegd. Men vindt soortgpiijke waterleidingen nog in gebruik in Perzië, in Algiers en in Marok o Voor zover ons bekend is de Ma- drileense de enige in Eurooa. De i.fleiding van de naam Madrid is verder voor Jaime Oliver weinig werk geweest. In het Arabisch werden deze onderaardse watergangen „Majra" genoemd, ofwel „Mayras". De „j" werd uitge sproken als een hele zachte „g", neigend naar de „d". De verbastering naar „Madra" is dus voor de hand liggend, te meer daar het Castillaans de verandering van „j" in ,dr" wel meer kent: mejorar (ver beteren) - medrar (gedijen, mooi maken). Het achter voegsel ,.it" moet afgeleid zijn van het latijnse „etum" (gebouwd op. afgeleid ran). Majra - Majra-et, Madra-it en tenslotte Madrid. „What's in a name:" Mucho, muchisimo menen de Madri lenen. Heel veel! En zij leb ben geen ongelijk. If Ark De foto laat duidelijk zien dat Madrid aanvankelijk ver van de rivier de Manzanares is ontstaan. De laatste decen-, ma. is de stad naar de rivier gegroeid. Er zijn parken aan gelegd en moderne woonwijken. De oorspronkelijke Ara bische bevolking van wat thans de Spaanse hoofdstad is, had. geen behoefte aan het water uit deze rivier De Arabieren bouwden een eigen, kostbare waterleiding. „Majra" genaamd, waaraan Madrid zijn naam en betekenis te danken heeft. 9. Op een koude decemtierdag in het jaar 1932 kroop een jonge man, ergens op een of ander vaag stukje grond in de buurt van Berlijn, vlakbij een verlaten bunker, onder een soort recht opstaande buis Aan het eind ervan zat zoiets als een kolf ge monteerd, die een snel-ontplofbare stof bevatte. Onverwachts schoot er een steekvlam uit de verbrandingskamer van de ra ket. Een daverende explosie... Het scheelde geen haar of de grote raketgeleerde was het slachtoffer geworden van zijn ei gen experimenten. Wernher Von Braun moest die dag zijn werk als ruimtever overaar, voorlopig althans, neerleggen 10. Amper twintig jaar oud slaagde hij erin de aandacht van het Duitse leger op zich te vestigen, welks wetenschappelijke- onderzoek-diensten een contract met hem wilden sluiten. In de eerste wereldoorlog zag Duitsland zich genoodzaakt de fabricage van zware wapenen te verbieden. Het was een van de redenen, waarom het leger met zoveel belang stelling uitkeek naar een nieuwe oplossing, naar machines, die geschikt waren om totaal nieuwe en betere wapens te leveren. Raketten bijvoorbeeld. De allereerste keer. dat burger-officieren kwamen kijken naar de experimenten van Von Braun, liep de poging op niets uit. Maar dat belette niet, dat het leger de jonge geleerde alle steun toezegde Enige weken later installeerde de jonge man zich als leider van een groep raket-specialisten in Kummersdorf. Als werkterrein kozen zij een dennebós ten zuiden van Berlijn De militaire leiding was in handen van kapitein-ingenieur Wal ter Dornberger, die op het ogenblik hoofd is van de afdeling raketten in een grote fabriek te Buffalo in de Ver. Staten 11. Toen Hitler kanselier van Duitsland werd. zocht het le ger meer dan ooit te voren, naar nieuwe steeds meer geperfec tioneerde wapenen. Het proefterrein, waar Wernher Von Braun nog altijd de leiding had, werd spoedig te klein. Vier jaar na de installatie te Kummersdorf, kreeg hij een ander proefterrein toegewezen. Het was een klein bebost eilandje, aan de oever van de Oostzee, waaromheen het water van de Oder spoelde. Omgeven met prikkeldraadversperringen en betonnen muren werd het spoedig bet centrum van de Duitse raketgeleerden: Peenemünde. VA ,V-iff - V..', ■- j -. - dj 'mv t r'. a- a ■fr-'l^Lvïv "".7" C V*'v.' I... A :J. 12. Toen brak de oorlog uit: Op een oklobermorgen van het jaar 1942 zagen Von Braun cn Dornberger door de klei ne. geblindeerde gaten van een oude bunker waar zij zich schuil hielden, hoe een langgerekt voorwerp het leek een sigaar dat aan het uiteinde rode en witte vierkanten vertoonde, zich langzaam heel langzaam ten hemel verhiel' gedragen door een zee van vlammen, die aan zijn flanken lekten Twintig minuten later was het projectiel nog slechts een schitterende punt recht boven de Oostzee Maar de volgende morgen vernam men. dat Deense vissers de raket in zee hadden zien storten, op ongeveer 250 kilometer van Penemünde. De be rekeningen van Von Braun klopten iiiiliiiii'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1960 | | pagina 4