Het enige St.-Guduiebeeldje is
versiering van massief inktstel
AUTEURSRECHT
KERKMUZIEK
NAAR
OP
MYSTERIE „MADRID" OPGELOST
Reclame
Wernher von Braun,
L
Tl
raketgeleerde
Brussel heeft twee schutspatronen
Van wantoestand einde in zicht
K.A.J. Wereldwijd
in dakpavil joen
Vole wijekers ondanks overwinning
met 4-0 toch maar matig op schot
Landbouw-invoerverruiming gering
uit even wichtsoverwegingen
Ongeval in Maashaven
Fortuna VI. geen partij
Vier oliemijen bouwen
raffinaderijen in Tunis
Nat. Scheepshypotheek-
bank 5 pet. onveranderd
Maakt
voor Uw zaak
n
'M
«SU
MAANDAG 22 FEBRUAKi itfou
P "'MA 4
--
Beeld van St.-Michaël
Beeld van de H. Gudule
Spaanse hoofdstad dankt zijn naam
aan unieke Arabische waterleiding
-
F': 'i
Brussel, de aloude hoofdstad van Bra- kapittel getracht die inhoud officieel
bant hëeft twee patroonheiligen: de
aartsengel Michael en de heilige Gudule.
Het kan vreemd klinken dat wij Gudu
le na Michaël plaatsen, en toch is de
rangorde zo. Bij de Brusselaars zelf is
het echter andersom. Zo is de hoofdkerk
door de- H. Stoel te doen erkennen. Men
gelooft evenwel niet, dat daar ooit ge
volg aan werd gegeven
Vóór, tijdens en op de dag na deze
plechtigheden zond de grote klok Sal-
vator haar zware klanken over het dal en
der heilige in een zee van kaarslicht in
de middenbeuk stond, waar ontelbaar
velen er bij kwamen bidden.
Toen in het midden van de XlVe eeuw
de gotische bouw van de hoofdkerk -
die van 1215 af geleidelijk de romaanse
kerk verdrong voldoende gevorderd
was werd een altaar opgetrokken dal
aan de tweede patroonsheiligen van Bus
sel werd toegewijd Het was daar dat de
plebaan zijn mis opdroeg en dat zijn sub
plebanen de „vroegmissen" celebreer
den.
In 1546 werden naast het beeld van
Gudule ook de beelden van haar twee
heilige zusters, Renalda en Faraïlde,
geplaatst. Later maakte Mich iel van
Coxie daar een groot schilderij bij, de
legende van Gudule voorstellende, dat
men nu nog in de Brusselse hoofdkerk
kan zien Het altaar werd in de loop der
eeuwen herhaaldelijk vernield. En wal
niet door de calvinisten werd verwoest,
werd later door de sansculotten neerge
haald
Met uitzondering van een groot modern
en niet bepaald aangrijpend beeld van
Gudule en haar beeltenis in een oud
brandraam is in de kerk zelf niets meer
wat aan haar herinnert, alléén haar
naam leeft nog voort, binnen en buiten
de kerk en die zal nooit vergeten worden,
want wie in katholieke geest aan Brus
sel denkt, moet ook aan Gudule denken.
Daarom heeft men ook niet nodig haar
beeld te zien dat boven de zuidelijke in
gang der kerk staat, nog maar een zestig
tal jaren oud is en niets markants heeft.
Slechts één oud beeldje heeft Brussel
nog van zijn grote heilige Dan nog
vel op de plaats waar niemand het zou
vermoeden. Om een écht oud beeld van
van hun stad, die officieel de collegiale t de heuvels van Brussel, terwijl een beeld
kerk van de heiligen Michaël en Gudule
heet. in hun ogen „de St.-Gudule" en over
Michaël wordt in die geest zo goed als
niet gesproken. Wij zijn zelfs niet ver van
te denken, dat de meerderheid der Brus
selaars niet eens weet, dat hun stad twéé
schutsheiligen heeft!
Het heiligenboek van Brussel vermeldt
als datum van de feestdag Van Gude-
le 8 januari. De naam van deze loot
van de hoogadellijke stam der Pepijns,
werd in de tweede helft der elfde eeuw
aan die van Michaël toegevoegd als be
schermheilige van toen de aanstaande
hoofdstad van dit land. Dat geschiedde
op verzoek van Lambert Balderik. graaf
van Leuven, in de tijd, dat de relieken
van deze heilige uit 'n bescheiden kapel
in de Sennevallei paar de hoogte der Mo
lenberg werden overgebracht, waar de
oude parochiekerk tot de rang van ka
pittelkerk werd verheven. Dat is de hui
dige Sinte Gudule.
De heilige, die in de zevende eeuw zou
hebben geleefd, was gestorven in haar
geboortedorpje Hamme, op de weg naar
Tervueren. Zij werd daar begraven. La
ter werd haar stoffelijk overschot, na
eerst nog te Moorsel te hebben gerust,
naar Brussel getranslateerd.
In die zelfde tijd herschreef een mon
nik het leven van de maagd Gudule en
droeg zijn verhaal op aan een kanunnik
van het kapittel van Brussel, Albertus, die
eerste pastoor en vervolgens deken van
de collegiale kérk was. De relikwiekas
met stoffelijke overschotten van de twee
de schutsheilige der stad werd op het
hoofdaltaar van deze basiliek geplaatst,
waar zij bleven tot aan de XVIe eeuw
Bij grote godsdienstige plechtigheden
werd die relikwiekas in processie door
de stad meegedragen, vooral in perioden
van oorlog, pest en hongersnood
Herhaaldelijk werd over een nieuwe
kas gesproken. In 1530 kreeg edelsmid
Hendrik Bosch opdracht een ontwerp te
maken. Hetzelfde geschiedde in 1555 met
een andere edelsmid, Franciscus Cobbe.
Het schijnt echter steeds bij vrome wen
sen te zijn gebleven, want nooit werd een
der ontwerpen in werkelijkheid omgezet
Hoe 't ook zij zo verhalen oude kro
nieken de oorspronkelijke kas werd
in 1585 door de calvinisten vernield, toen
zij, evenals in andere kerken en in ab
dijen, grote verwoestingen in de kapittel,
kerk aanrichtten. Hun .woede beperkte
zich niet tot het vernielen der kas: zii
vierden haar ook bót op de relieken
zelf van Gudule, die zij in de kerk ver
spreidden. Er bestaat een lezing, volgens
welke 'n fragment van de relieken werd
teruggevonden in het gewelf der kerk,
waar men het had verborgen en waar
men het in 1670 bij restauratie zou ont
dekt hebben. Doch er bestaat twijfel of
dat wel van Gudule was. De Gudule-
reliek, die thans ter verering wordt
zilveren beeldje, dat werd gesmolten om
aangeboden zou afkomstig zijn uit een
aan opeising te ontsnappen en dat daar
na in de huidige kleine reliekhouder zou
zijn geplaatst.
Naast het feest van 8 januari was er
nog een tweede plechtigheid ter ere van
de heilige. Deze had plaats op 6 juli, ter
herdenking van de overbrenging van
haar relieken naar Brussel. Beide fees
ten werden met grote plechtigheid ge
vierd, in aanwezigheid van het voltallige
kapittel en de geestelijkheid van al de
andere kerken en kapellen der stad. In
het jaar 1404 zou een der feesten zelfs
opgeluisterd zijn geworden door het kna
penkoor van hertogin Johanna. De tek
sten van het misofficie waren ontleend
aan de legende van de heilige, wat blijkt
uit oude geschreven en gedrukte liturgi
sche boeken, die tot ons zijn gekomen.
In het begin der XVIIIe eeuw heeft het
Gudule te zien, moet men naar Antwer
pen gaan, naar het particulier museum
Mayer van den Bergh.
Dat éne oude beeldje in Brussel, staat
in het stadhuis, in de gotische trouw
zaal, op de tafel van de wethoudster
van de burgerlijke stand. Het staat er
minder ,,als beeld" dan als versiering
van een massief inktstel! Een stuk uit
het verleden, met drie kokertjes, één
voor rode en één voor blauwe inkt en
het derde voor het fijn zand. dat men
vroeger strooide om de inkt te doen dro
gen.
De heilige is er op afgebeeld met
een lantaarn, zoals zij dikwijls 's nachts
door de straten van haar dorpje en om
geving ging. om stervenden in hun laat
ste ogenblikken bij te siaan. Zij was dan
door een van haar dienstboden verge
zeld Achter haar ziet men de geest der
duisternis de duivel, die. woest om het
heilige gedrag van Gudule. trachtte
haar licht uit te blazen, om haar te doen
verloren lopen, of in een gracht terecht
komen om te verdrinken. Maar God liet
dat niet toe, zegt de legende. En als de
duivel er soms toch in slaagde de gloed
der kaars even te doven, ontstond plot
seling een groot, wonderbaar licht. Een
engel stak de kaars weer aan en Gudule
kon haar werk van barmhartigheid
voortzetten
In haar geboorteplaats Hamme was
vroeger een Frankische nederzetting Ge
heel buiten het hedendaags verkeer lig
gende is het als een oase gebleven, met
slechts enkele huizen en inwoners en een
kerkje dat men moeite heeft vanuit de
verte te ontwaren. Met wat verbeelding
kan men Gudule daar nog zien rond
gaan Zij leefde en stierf er. En als later
haar stoffelijk overschot naar Brussel
werd gebracht was het waarschijnlijk
omdat men naast de sterke Michaël ook
een tere en zachtmoedige heilige als
beschermer van de stad wilde hebben
B
ROTTERDAM, 21 febr. Ditmaal
heeft een vereniging haar doelstellingen
niet duidelijk trachten te maken aan be
langstellenden door ellenlange redenaties
vol cjjfers en trieste, aangrijpende er
varingen. De afdeling Rotterdam van de
K.A.J heeft er vanavond in het dakpa
viljoen van het Groothandelsgebouw ern
stig en nyver naar gestreefd in een zelf
ontworpen en uitgevoerd spel de bedoe
lingen van de Wereld-Wijd-Aetie duide
lijk te maken.
Door de onervarenheid van de mee
spelenden kwam de opzet ,van het spel,
waaraan ook studenten uit Indonesië en
Curacao hun medewerking verleenden,
niet helemaal uit de verf. Het streven
zal de bezoekers echter met wat goede
wil niet onduidelijk zijn gebleven.
Pater Slenders W.P., missionaris in
Afrika zette nog eens uiteen welke waar
de de uitzending van Kajotters en kajot-
sters naar dit werelddeel hieft. Een
Wereld-Wijd stand met litteratuur ont
ving in dc pauze een druk bezoek.
Voor een luchtig slot van de avond
zorgde het Leidse Studentencabaret.
BOTTERDAM, 22 febr. Gistermiddag is
de 61-jarige schippersvrouw E. Hoefna
gel-Wassenaar van het m.s. Vios dat in
de Maashaven lag, toen zij over de andere
schepen naar de wal wilde gaan, uitge
gleden en gevallen. Met een hersenschud
ding cn een gebroken rechterpols werd
zij naar het Zuiderziekenhuis vervoerd.
Het zal niet lang meer duren eer in
ons land ook aan de stille werkers in de
wijngaard des Heren, de componisten
van kerkmuziek, een wet van sociale
rechtvaardigheid in toepassing zal wor
den gebracht.
Het gaat hier nl. om een wantoestand
die sinds jaar en dag voortwoekert zo
wel in ons land ais elders: het klakkeloos
uitvoeren van kerkmuziek van heden
daagse componisten zonder dat hier enig
recht op loon of renumeratie tegenover
staat. Een ieder kan nl. nvuziek in de
kerk uitvoeren hoe en hoeveel hij ook wil
zander iets aan de auteur verschuldigd
te zijn en omgekeerd kan de auteur een
catalogus vol met kerkmuziek produce
ren zonder een enkele financiële conse
quentie.
Hoewel de Kerk zich steeds als be
schermster der kunsten en kunstenaars
heeft opgeworpen en daarvan vooral in
de bloeitijden metterdaad blijk heeft ge
geven door componisten als leiders van
kapellen in vaste dienst te nemen,
niet alleen om die kapel te leiden, maar
in de eerstp plaats om het liturgisch re
pertoire van nieuwe muziek te voorzien,
is in latere tijden een regressie ingetre
den die praktisch de componist aan eigen
lot heeft overgelaten. Wel zijn de orga
nisten en directeuren, in verenigingsver
band georganiseerd, in ons land tot een
regeling gekomen met kerkelijke instan
ties voor salariëring van hun arbeid. Dat
er echter op dit ondermaanse wezens ge
vonden worden die hun beste uren wij
den om de kermuziek zelf nieuwe wer
ken te verlenen zonder voor deze presta
ties enige vergoeding te ontvangen, daar
over heeft zich lange tijd niemand be
zonnen. Met de breuk tussen Kerk en
maatschappij is ook een kloof ontstaan
tussen de scheppers van kerkmuziek en
de Kerk zelf, in die mate dat lange
tijd er een ernstige veronachtzaming
heeft bestaan van ben die krachtens hun
natuurlijke begaafdheid zich geroepen
achtten om de katholieke eredienst met
nieuwe muziek te verrijken. Dit staat
in schrille tegenstelling tot de positie
van beeldende kunstenaars en architec
ten. Zij worden wel gehonoreerd voor
hun werkstukken en men acht dit te
recht heel gewoon.
Aanvankelijk zag het er naar uit dat
een plossing van dit nijpend probleem
zou komen in een volgende generatie
De voortvarendheid van de zijde van de
St-Gegroriusvereniging, van BUMA
en dc betrokken kerkelijke instanties
doet echter voorzien dat binnen zeer af
zienbare tijd een althans voorlopige re
geling tot stand zal komen. Enige tijd ge.
leden verscheen nl. bij BUMA een tne-
(Van een verslaggever)
Met een overwinning van 40 als
eindresultaat zou men veronderstellen
dat de Volewijckers tegen het Vlaar-
dingse Fortuna weer eens op schot is
geweest. Niets is echter minder waar.
Want, als er onder dc aanvallers van de
Noordamsterdamse formatie ook maar
één schutter van het formaat van de
langzamerhand legendarisch aan het wor
den Daan de Jongh geweest was, zou
Fortuna niet met een nederlaag van 40,
maar minstens van 140 huiswaarts ge
keerd zijn-
Kansen te over kreeg de Volewijckers
namelijk, omdat Fortuna in geen enkel
opzicht bestand bleek tegen de snel com
binerende tegenstanders.
Reeds in het begin van de strijd te
kende de nederlaag van Fortuna zich af,
maar eveneens werd toen al duidelijk
dat het met de score wel mee zou vallen.
Zowel middenvoor Van Alphen als
Schaft misten in die periode al fraaie
kansen. Daarom duurde het bijna een
half uur voor de eerste treffer te note
ren viel. Van Alphen en Boogaard waren
weer eens met een snelle combinatie
door de verdediging van Fortuna geglipt
cn Boogaard zorgde toen feilloos voor de
morandum inzake kerkmuziek dat sinds- ^og voor de rust werd het
dien door een nieuw memorandum is ge- I p schot van Schaft miste in eerste
volgd. waarin bepaalde richtlijnen wor-I A 2 e wel het doel, maar /an
den aangegeven Alphen zorgde er toen voor dat de van
De vorm van een garantiefonds door het houtwerk terugkomende bal toch te-
de St.-Gregoriusvereniging is momenteel
nog in discussie, terwijl er nog gemeen
schappelijk overleg gaande is met kerk-
muzikale instanties der Ned. Hervorm
de Kerk Doch het eind hiervan is naar
een lid der betrokken instanties ons me
dedeelde in zicht
M. M.
gen de touwen belandde.
Na de rust is het aanvankelijk een
minder eenzijdige ontmoeting geweest.
Fortuna kwam tot wat tegenaanvallen,
maar deze misten toch elk gevaar. Aan
gezien de aanvalslinie van de Volewij
ckers steeds onzuiverder ging richten,
werd de ontmoeting zelfs saai en kleur
loos. Eerst tegen het einde kwam er een
opleving. Tien minuten voor tijd sloot
Van Alphen een combinatie met Boogaard
af met een overigens nog niet vlekke
loos, maar toch doeltreffend schot en
kort voor het eindsignaal onderstreepte
rechtshalf Van der Muts de steriliteit van
zijn voorhoede door zelf voor de vierde
treffer te zorgen.
TUNIS, 19 febr. Volgens betrouw
bare kringen wordt binnenkort de on
dertekening verwacht van een overeer
komst tussen de Tunesische regering e
de oliemaatschappijen Shell, Mobiloi
Esso en Purfina over de houw van eei
olieraffinaderij in Tunis. Volgens d
plannen zai de olie tegen eind i960 doo
een pijpleiding van Edjela naar L
Skhira in Tunis worden gepompt ii
een omvang van 14 miljoen ton pe
jaar.
De onderhandelingen met de Amer
kaanse maatschappijen begonnen ruin
een jaar geleden en zijn nog steeds nie
afgesloten. Inmiddels stelde de rege
ring van Tunesië zich in verbinding me
de Italiaanse ENI-groep. Dit bracht dt
Amerikaanse en Belgische maatschap!
pijen ertoe meer concrete aanbiedinger
te doen, die het raffineren inhielder
van 500.000 ton olie per jaar door een
bedri.it, dat in de Tunesische haven Lr
Goulette zou worden gevestigd, in wel
ke haven reeds opslagtanks aanwezig 1
zijn. De regering wenst echter, dat ev j
een miljoen t.on olie per jaar geraffi I
neerd zou worden.
ROTTERDAM, 22 febr. De Natio- j
nale Scheepshypotheekbank te Rotter- j
dam heeft blijkens het verslag over:
j 1959 een winst geboekt van 105.6551
v. j. 130.679). Hiervan wordt voor:
belastingen gereserveerd 85.Q00 v j.
i 65.000), terwijl een bedrag van 10.655!
(55.679) aan het reservefonds wordt ge
doteerd waarna deze rekening stijgt tot1
72.868. Voorgesteld wordt over het af-1
gelopen boekjaar een dividend van on-
j veranderd 5 pet. uit te keren.
Ten aanzien van het financieel resul
taat merkt het verslag op, dat de ver
mindering van de winst zijn oorzaak
vindt in het feit, dat in het boekjaar 1958
een bijzondere bate werd genoten, die
eigenlijk over toekomstige boekjaren
verdeeld behoorde te worden.
Op 31 december 1959 stond voor een
bedrag van 7.528.566 3.623.952) aan
hypothecaire leningen op schepen uit.
Het bedrag aan opgenomen gelden te
gen schuldbekentenissen beliep 6.500.000
(3.350.000),
(Van onze Haagse redactie)
DEN HAAG. 20 febr. De Neder
landse regering is er toe overgegaan de
contingenten voor invoer van landbouw-
produkten uit de EEG-landen voorlo
pig slechts met het minimumpercentage
van 10% te verhogen om binnen de
mogelijkheden van het verdrag even
wicht te bewaren met de afbraak van
handelsbelemmeringen, zoals die in de
partnerlandeu plaats vindt.
Nederland heeft steeds een liberale
politiek voorgestaan, aldus de ministers
Luns en Marijnen op vragen van het.
tweede kamerlid Vredeling (PvdA). De
door andere lidstaten gevolgde wijze
van berekening en verruiming heeft
echter tot minder bevredigende resul
taten geleid. Dc Nederlandse beperking
mag niet worden beschouwd als „re
presaillemaatregel", maar de regering
is van mening dat „het bewaren van het
evenwicht bij de afbraak van handels-
belemmeri.igen de beste rondslag - is
voor een uitbreiding van het handels
verkeer ln landbouwprodukten".
Om dezelfde reden heeft de Regering
voor het lopende jaar nog geen contin
genten vastgesteld voor de invoer van
tarwe, tarwemeel en suikerbieten. In
1959 waren wel contingenten vastgesteld
maar Nederland was toen het enige
land dat daartoe overging.
Op verzoek van Nederland heeft de
Europese commissie de kwestie in studie
genomen.
(Van onze correspondent in
Spanje)
MADRID, febr. - Het is tot
voor kort ten raadsel geweest
lioa „De stad van de zeven
sterren", de Spaanse hoofd
stad aari de naam „Madrid" is
gekomen. Filologen, archeolo
gen cn aistorici hebben er
zich het hoofd over gebroken,
maar verder dan een aanne
melijke verklaring zonder
werkelijk bewijs kwam men
niet. En de Madrilenen heb
ben dit altijd betreurd. Ten
slotte is het voor een trotse
Spanjaard niet zo prettig te
wonen in een stad waar men
de naam niet eens van her
leiden kan, zodat men wel
moet aannemen met een soort
bastaard 'van doen te hebben.
Dat naamloze-met-een-
naam is veelvuldig door de
naaste concurrenten van Ma
drid, zoals Barcelona, Tarra
gona. Sevilla en Toledo, aan
gegrepen als argument. Ma
drid was een stad met een
vage historie en daarom niet
waard de hoofdstad van het
land te zijn. Want een centra
le positie alleen werd waar
lijk niet voldoende genoemd
om aanspraak op de titel
hoofdstad te maken. In dat
geval meenden de Romeinse
miljoenenstad Tarragona en
het oeroude centrum Barce
lona aanmerkelijk belangrijke
historische argumenten te
kunnen aanvoeren.
Maar thans heeft professor
Jaime Oliver Asin de Madri
lenen hun zelfrespect terug
gegeven door een boek te pu
bliceren over „De geschiede
nis van de naam van Madrid"
Het is een lijvig werk, ver
lucht met ontelbare fraaie il
lustraties, oude pentekenin
gen van Hoefnagel en Wyn-
tiaarden, moorse schilderin
gen, plattegronden, situatie
schetsen en foto's. In dit boek
geeft Oliver persoectief aan
de naam van de Spaanse
hoofdstad, die ziin oorsprong
beeft gevonden in een fantas
tische Arabische waterlei
ding. En het water dat daar
doorheen stroomde beeft ten
slotte Madrid gemaakt, tot, de
resident'» van de konineen
omdat Philips TI e* tenslotte
genoeg van had in folado be1*
water uit de Taag t» drinken
en de voorkeur aan b»'
h»'dere voebt uit, d» Arah'
seha .."da. ira" in Madr'd.
Niet alleen het ontstaan var
de naam, maar ook van de
stad Madrid zelf, is eeuwen
lang een onderwerp van
voortdurende strijd tussen
historici geweest. De beroem
de Ramon Ménèndez Pida)
nam aan dat de stad gestichl
was door de Kelten. Oudere
historici hielden het op dc
Romeinen en weer anderen
stelde.i dg Arabieren veranl
woordelijk. Volgens Jaime
Oliver is het enige dat me'
'ekerheld is vast te stellen
dat het gehucht er reeds ooi
d» miu-elmannen geweest is.
Vroeger het zal omstreeks
de romeinse tijd zijn geweest
leefde in het dal vSn de ri
vier de Manzanares een uit
gebreide, verspreid wonende
bevolking, die zeer vreed
zaam was en zich voorname
lijk toelegde op de jacht en
de veeteelt. Van lieverlee is
die bevolking zich gaan con
centreren en zocht daarvoor
streken uit, die rijk aan water
waren.
Vandaar dat men jarenlang
heeft aangenomen dat Madrid
herleid is van „matrice". de
moederbedding, waarmee dan
de rivier Manzanares zou zijn
bedoeld. Van het begin af
heeft Jaime Oliver het echter
vreemd gevonden dat Madrid
zich niet aan weerszijden -'an
de rivier heeft uitgebreid, in
tegendeel, op een behoorlijke
afitand ervan is ontstaan en
hij Madrid beter onder de
grond dan daarboven kent.
Jarenlang heeft hij met en
kele werklieden alle onder
aardse gangen van Madrid
onderzocht. Een vunzig werk
want het. merendeel daarvan
wordt, thans als riool ge
bruikt. Hij .;an het bewijs
voor de Arabische oorsprong
van deze krochten leveren.
Toen werd hem ook de spreuk
duidelijk, die op het oudste
wapenschild van Madrid
staat:
Ik ben op het water ge
bouwd.
Maar mijn muren zijn van
vuur.
Dat ,zij mijn teken en mijn
blazoen!
Madrid dankt zijn naam en
slechts de laatste decernia
naar de rivier is gegroeid.
De grote vraag is dan, hoe
kwamen de Arabieren aan het
water dat zij nodig hadden
voor hun prachtige t'ruittui-
nen die zij rondom het toen
malige „Mayrithebben aan
gelegd. Zij waren sterk in hei
aanleggen van irrigatiewer-
ken. Maar hun tuinen 'agen
te hoog om het water uit de
Manzanares op te pompen. Zij
konden geen aquaducten bou
wen zoals de Romeinen, 'aar
haalden zij het water dan
vandaan?
Een oud vrouwtje, met lan
ge witte haren, bracht Jaime
Oliver on een idee. Die oude
ziel wist, alles van Madrid en
zij vertelde levendige verha
len en legenden over het ver
leden van de stad Zij ver
kocht voor tien centimes per
glas watei uit een bron in
hot midden van de stad. die
volgens het volksgeloof heil
zaam vocht bevatte. Nog
steeds halen velen daar des
avonds laat en 's norgens
vroeg flesjes en kruikjes wa
ter, dat van mysterieuze her
komst bleek te zijn.
Na uitgebreide onderzoe
kingen ontdekte Jaime Oliver
dat de Arabieren het nodige
water via een net van mijn-
angen aar Madrid hebben
rebracht. Daartoe hadden zij
>p een behoorlijke afstand
an de stad, op een hooggele-
ren vlakte grote diepe put
ten gegraven, waarin het re
genwater werd opgevangen.
Door onderaardse gangen
werden deze putten met el
kaar verbonden. Door mUn-
-angen, die zo groot waren
lat een man er rechtop in
kon lopen, werd dat water
iaar de stad gevoerd, naar de
paleizen, de wm", de tui
nen. de pompen en lie hnl.iron
Jaime Oliver beweert dat
zijn toekomst aan het. water!
En nergens anders aan. In de
mijngangen werd het regen
water door een zandlaag ge
filterd en rijkelijk van mine
ralen voorzien. De faam er
van moet zo groot geweest
zijn, dat Philips II alleen om
die reden zijn verblijf in To
ledo aan de Taag opbrak.
Hiermee is ook het feit ver
klaard dat het in Madrid nog
regelmatig voorkomt dat stra
ten verzakken. De stad is als
een molshoop ondergraven en
men heeft dat zich eeuwen
lang niet gerealiseerd. Nooit
heeft men willen aannemen
dat de Moren zover van hun
hoofdstad Cordoba een derge
lijk kostbaar project zo den
hebben aangelegd. Men vindt
soortgpiijke waterleidingen
nog in gebruik in Perzië, in
Algiers en in Marok o Voor
zover ons bekend is de Ma-
drileense de enige in Eurooa.
De i.fleiding van de naam
Madrid is verder voor Jaime
Oliver weinig werk geweest.
In het Arabisch werden deze
onderaardse watergangen
„Majra" genoemd, ofwel
„Mayras". De „j" werd uitge
sproken als een hele zachte
„g", neigend naar de „d". De
verbastering naar „Madra" is
dus voor de hand liggend, te
meer daar het Castillaans de
verandering van „j" in ,dr"
wel meer kent: mejorar (ver
beteren) - medrar (gedijen,
mooi maken). Het achter
voegsel ,.it" moet afgeleid
zijn van het latijnse „etum"
(gebouwd op. afgeleid ran).
Majra - Majra-et, Madra-it
en tenslotte Madrid.
„What's in a name:" Mucho,
muchisimo menen de Madri
lenen. Heel veel! En zij leb
ben geen ongelijk.
If Ark
De foto laat duidelijk zien dat Madrid aanvankelijk ver
van de rivier de Manzanares is ontstaan. De laatste decen-,
ma. is de stad naar de rivier gegroeid. Er zijn parken aan
gelegd en moderne woonwijken. De oorspronkelijke Ara
bische bevolking van wat thans de Spaanse hoofdstad is,
had. geen behoefte aan het water uit deze rivier De
Arabieren bouwden een eigen, kostbare waterleiding.
„Majra" genaamd, waaraan Madrid zijn naam en betekenis
te danken heeft.
9. Op een koude decemtierdag in het jaar 1932 kroop een
jonge man, ergens op een of ander vaag stukje grond in de buurt
van Berlijn, vlakbij een verlaten bunker, onder een soort recht
opstaande buis Aan het eind ervan zat zoiets als een kolf ge
monteerd, die een snel-ontplofbare stof bevatte. Onverwachts
schoot er een steekvlam uit de verbrandingskamer van de ra
ket. Een daverende explosie... Het scheelde geen haar of de
grote raketgeleerde was het slachtoffer geworden van zijn ei
gen experimenten.
Wernher Von Braun moest die dag zijn werk als ruimtever
overaar, voorlopig althans, neerleggen
10. Amper twintig jaar oud slaagde hij erin de aandacht van
het Duitse leger op zich te vestigen, welks wetenschappelijke-
onderzoek-diensten een contract met hem wilden sluiten. In de
eerste wereldoorlog zag Duitsland zich genoodzaakt
de fabricage van zware wapenen te verbieden. Het
was een van de redenen, waarom het leger met zoveel belang
stelling uitkeek naar een nieuwe oplossing, naar machines, die
geschikt waren om totaal nieuwe en betere wapens te leveren.
Raketten bijvoorbeeld.
De allereerste keer. dat burger-officieren kwamen kijken naar
de experimenten van Von Braun, liep de poging op niets uit.
Maar dat belette niet, dat het leger de jonge geleerde alle
steun toezegde Enige weken later installeerde de jonge man
zich als leider van een groep raket-specialisten in Kummersdorf.
Als werkterrein kozen zij een dennebós ten zuiden van Berlijn
De militaire leiding was in handen van kapitein-ingenieur Wal
ter Dornberger, die op het ogenblik hoofd is van de afdeling
raketten in een grote fabriek te Buffalo in de Ver. Staten
11. Toen Hitler kanselier van Duitsland werd. zocht het le
ger meer dan ooit te voren, naar nieuwe steeds meer geperfec
tioneerde wapenen. Het proefterrein, waar Wernher Von Braun
nog altijd de leiding had, werd spoedig te klein. Vier jaar na de
installatie te Kummersdorf, kreeg hij een ander proefterrein
toegewezen. Het was een klein bebost eilandje, aan de oever
van de Oostzee, waaromheen het water van de Oder spoelde.
Omgeven met prikkeldraadversperringen en betonnen muren
werd het spoedig bet centrum van de Duitse raketgeleerden:
Peenemünde.
VA ,V-iff
- V..', ■- j -.
- dj 'mv t r'. a- a
■fr-'l^Lvïv "".7" C V*'v.' I... A :J.
12. Toen brak de oorlog uit: Op een oklobermorgen
van het jaar 1942 zagen Von Braun cn Dornberger door de klei
ne. geblindeerde gaten van een oude bunker waar zij zich schuil
hielden, hoe een langgerekt voorwerp het leek een sigaar
dat aan het uiteinde rode en witte vierkanten vertoonde, zich
langzaam heel langzaam ten hemel verhiel' gedragen door een
zee van vlammen, die aan zijn flanken lekten
Twintig minuten later was het projectiel nog slechts een
schitterende punt recht boven de Oostzee Maar de volgende
morgen vernam men. dat Deense vissers de raket in zee hadden
zien storten, op ongeveer 250 kilometer van Penemünde. De be
rekeningen van Von Braun klopten
iiiiliiiii'