Unieke verzameling oude muziek
instrumenten te Brussel
Slecht geëxposeerd en onvoldoende gewaardeerd
wafer sin
Gunstige ontwikkeling bij Indola
O,
p
de
WIJ
aan
PLANKEN
durven denken
Verdere stijging van omzetten
Boerenleenbanken Eindhoven
7.
i
1
i
I
l
I
I
WAAR
NIET MEER
i
i
Financiële positie aanmerkelijk beter
i
u i! n li
Omzetstijging, uitbreiding produktie
Instorting van de muur
in Sclieveningen
Een bittere pil
Hans van Bergen
Zaterdag voetbal
Banken toernooi
Aclspiran ten toernooi
MAANDAG 2 MEi 1960
Wij ivijdden onlangs een artikel aan de Belgische
zonderlinge schilder Antoine Wiertz en het naar
hem genoemde museum te Brussel, waar zijn
reusachtige, hallucinerende schilderijen sedert
tientallen jaren bewaard worden op de plaats,
ivaar zij werden gemaakt en waar zij altijd zullen
blijven. Daarbij constateerden wij, dat vreemde
lingen, die de hoofdstad van België, bezoeken dal
museum en die werken véél beter kennen dan de
overgrote meerderheid der Belgen, die er nooit
of bijna nooit de voet zetten.
Als men ons naar de reden van die onverschillig,
heid zou vragen, zouden wij moeten antwoorden,
dat de Belgen geen museumbezoekend volk zijn.
Dat kan men in een stad als Brussel elke dag
waarnemen. Andere musea in deze stad, zoals die
van oude en moderne schilderkunst, van natuur-
historie. van folklore en geschiedenisvan poste
rijen en nog andere, zijn buiten het toeristen-
seizoen doorgaans zonder bezoekers. Soms ivor-
den de suppoosten er even in hun rust gestoord
door een groep scholieren, maar ook die zijn
schaars.
In de rij der verwaarloosde musea moeien wij ook klasseren dat van
oude muziekinstrumenten, dat uniek is in zijn soort, niet alleen om
liet aantal voorwerpen maar ook en vooral om de uiterst zeldzame
instrumenten, die het bevat. Deze instelling is zelfs dubbel verwaar.
loosd: door de Belgen en door de staat, waarin het zich bevindt in het
gebouw waar het in onder gebracht is. Het is sedert 1927 geïnstalleerd
in een gebouw" op de Kleine Zavel, dat vroeger als woning diende voor
de directeur en de administrateur van het Koninklijke Muziekconser
vatorium, waar het deel van uitmaakt. De ligging is mooi: vlak naast
een plein, vol standbeelden en bomen en tegenover de oude gothische
kerk van Onze Lieve Vrouw van Overwinning. Maar van binnen is het
voor een museum maar treurig gesteld. Dat gebouw was en is nog
allesbehalve bestemd om een collectie te herbergen van meer dan
vierduizend muziekinstrumenten, waarvan er vele eeuwen oud zyn.
Er zijn er onder waarvan in heel de wereld nog maar één enkel origi
neel exemplaar bestaat!
PAGltfA 4
i -V J
ma
Waar wij niet meer aan denken durven is: MEISJESTONEEL. Wij
vinden dit gewoonweg achterlijk en onnatuurlijk. En toch vergissen
wij ons sterk, als we denken, dat dit meisjestoneel alleen nog maar
op pensionaten wordt beoefend. Naar meisjesstukken bestaat zelfs
heel veel vraag. En deze vraag schijnt eerder toe dan af te nemen.
Dit in tegenstelling met louter herentoneel, dat steeds meer en meer
verdwijnt. En onze vraag is nu: is meisjestoneel werkelijk zo
onnatuurlijk als men wil doen voorkomen?
B. en B.Bouw toezicht niet
tekort geschoten
-1 liltI li
mêêMMêêêêê
g|
Zeldzaamheden liggen er overal ver
spreid: op vensterbanken, in gangen, op
trapoverlopen, tegen muren, op de grond
Harpen en orgels behoren tot de aristo
cratie der muziekinstrumenten.
De aandacht wordt verder gevraagd
Op het vergane behang vindt men spo-|voor een zonderling en wonderbaar in-
ren van instrumenten, die er vroeger j strument. Het dateert uit het jaar 1829 en
op zo nonchalante wijze hebben gehan- j heet componium. Wet werd door de Duit
gen, dat zij alleen maar schenen te wach- j ser Nicolaus Winkel gebouwd. Dit auto-
matisch' instrument kan, éénmaal in be
weging gebracht, op een gegeven the
ma van tachtig maten een oneindig aan
tal variaties spelen. Men zegt, dat al de
combinaties die het kan maken niet vóór
achtendertig triljoen jaren zullen
uitgeput zijn. Het duizelde ons wat om
het hoofd, toen wij dat hoorden!
Onder de Buiteneuropese speeltui
gen zijn er, om te beginnen, uit Mexico
van het precolumbiaans tijdperk tot ons
gekomen, vooral fluiten en terra-cotta.
Uit het antieke Egypte vraagt een oud-
Egyptische tempelratel de aandacht.
Tempel gongen, zogenaamde klanksteen
voor de Confuciaanse godsdienst, shami-
sen en de tahikoto, het lievelingsinstru
ment, met dertien zijden snaren, van de
Japanse vrouwen uit de hoge wereld,
doen aan Japan en China denken. Ook uit
Indië en Java zijn er onder meer tem-
peinstrumenten, naast Bengaalse trom
mels, bamboefluiten, en klankstaven
met resonnantiebuizen in bamboe.
De Europese verzamelingen zijn te uit
voerig öm er zelfs maat een zéér geresu
meerd overzicht van te geven: psalters,
allerlei soorten luiten, hakkeborden cla-
vichorden, theorben. sisters, gitaren,
mandolines, spinetten, clavecimbels,
de gehele gamma snaar- en blaasinstru
menten, met de meest zeldzame exem-'
plaren daaronder.
Er is in dat museum gelegenheid te
ter. om door een of andere amateur van
zeldzame dingen meegenomen te wor
den; wat dan ook wel eens gebeurd is!
Men vindt zeldzame dingen in plaat
sen, die vroeger als keuken, als ves
tiaire, als badkamer hebben gediend
De bezoeker moet voortdurend goed uit
de ogen kijken om niet te struikelen
over een' gamdJan, of om geen contra
bassen, cello's en andere speeltuigen te
gen de grond te gooien. Ook om niet
van een der gevaarllijke trappen naar
beneden te vallen. Het is aan te raden
de armen dicht tegen het lichaam te hou-
den. om niet een driehonderd jaar oude,
reusachtige fagot en een uiterst zeldzame
Ethiopische lier, met de grond kennis te
doen maken. Men loopt ook kans over een
reeks grote trommen te vallen of over
een halluoinenendé 'houten draak met een
Chinese temipeigonig.
Dit museum verdient een honderdmaal
betere behandeling. Zijn ruim vierdui
zend, i« achtentwintig „zalen" tentoon
gestelde instrumenten, behoren tot alle
tijdperken van de muziekgeschiedenis,
zowel uit de vroegste tijden als uit
alle landen.
Meei dan honderdivijSbig ervan zijn
unieke stuks, waarvan nergens een
twééde exemplaar bestaat, tenzij als ko
pie. Een afzonderlijke vermelding ver
dienen op dat gebied een basviool, met
in de rug geïnerusteerd een mooi plan
van Parijs; zij werd in de XVIe eeuw
Mahillon en diens opvolger, Ernest
Closson. legden een zo grote activiteit
aan de dag, dat het aan hun inspannin
gen te danken is. dat Brussel dit in zijn
soort buitengewoon interessant museum
rijk is
Dat al die schatten en zeldzaamheden
voor de meerderheid der Belgen onbe
kend zijn. is naast hun bekende onver
schilligheid voor musea, voor een deel
ook toe te schrijven aan de betrokken
overheden, die zo goed als niets doen
om daar verandering in te brengen. On
langs wilde privé initiatief een grote
campagne voor museumbezoek op touw
zetten, maar de overheid deed niet mede,
en het plan spatte uiteen als een zeepbel.
B.
y
'W.--
(Copyright A.C.L. Brussel)
Engels virginaal, gebouwd in 167,1.
(Van onze Haagse redactie).
DEN HAAG, 29 april. De directie
van de N.V. Indola te Rijswijk, heeft
tijdens de algemene vergadering van
aandeelhouders meegedeeld, dat de ont
wikkeling van het bedrijf dermate gun
stig is, dat de binnenkomende orders met
moeite afgewerkt kunnen worden. De
door Gaspard Duiffoprugcar gemaakt en 0ver om van de ene bewondering in de
heef: aan de Frainsé konme Francois andere te vallen voor het uitvindersgenie
heef; aan de Franse koning Francois
I toebehoord. Er is ook het zogenaamde
Geigenwerk, uniek en zeer eigenaardig
stuk wegens zijn bouw. De Spaanse lu-
th:er Truohado vervaardigde dit strijk
en klaviersnaren kwartet in 1625.
Het museum bezit niet minder dan een
tiental klavecimbels, spinetten en virgd-
nalen uit de xVIe en XVIIe eeuw, van de
hand van de in hun tijd beroemde in
strumentmakers Ruckers uit Antwer
pen. Van verschillende daarvan, zijn de
deksels met schilderwerken versierd.
Daarnaast zijn er een honderdtal andere
klavierspeeltuigen, uit verschillende pe
rioden en scholen: Belgische, Engelse,
Franse, Duitse, Italiaanse. Op een merk
waardig spinet van Patavini (1550), prijkt
als versiering het wapenschild van de
Venetiaanse familie Bembi.
Wij zagen ook een grote verscheiden
heid luiten, theorben, dhitaronni waar
onder enkele met mooie decoratieve
motieven. Bij de talrijke Oosterse in
strumenten, waarvan alléén in dit mu
seum nog exemplaren bestaan, valt een
geraffineerde schoonheid op. Het museum
mag Zich ook beroemen op een volle
dige verzameling van de familie der
kromhoornen, met de oorspronkelijke
mondstukken. Deze dateert uit de XVIe
eeuw en behoorde vroeger toe aan het
Hof van Ferrara. Even merkwaardig is
een serie zeventiende-eeuwse violen, die
werd aangelegd door een graaf Corr'er,
te Venetië. Van de Belg-Adolf Sax. die
doorgaat Voor 'de uitvinder van de
saxhorn en de saxofoon, zijn de proef-
instrumenten. aanwezig,, die tot zijn
uitvindingen hebben geleid.
Naast een contrabas van twee meter
dertig hoog en negentig centimeter
breed, jig* een minuscule viool, van het
soort waar vroeger de dansmeesters zich
van bedienden.Een fluit van drie me
ter lang en een klein fluitje, de seri-
nette, dat maar een vinger lang is, beho
ren ook tot de zeldzame stukken, waar
van bovendien nog deel uitmaken: uit
doodsbeenderen in China vervaardigde
primitieve fluiten! Met doedelzakken
en schalmeien zijn wij in het bucolische.
van de mens in alle tijden, om klanken
voort te brengen.
Toen in 1877 de Vlaamse musicoloog
Gevaert, directeur van het Koninklijk
Conservatorium te Brussel dit museum
stichtte, beschikte hij over slechts de
vierenzeventig instrumenten die door zijn
voorganger aan het hoofd van dat Con
servatorium, de Waalse musicoloog Fé-
tis waren nagelaten, plus over een hoe
veelheid speeltuigen, die in het toenma
lige Brits-Indië in zwang waren en door
de directeur der muziekschool van Cal
cutta aan Leopold II ten geschenke waren
gegeven. De eerste conservator, Victor
Italiaans clavqoimbel in 1619 gebouwd.
Copyright A.C.L. Brussel)
(Van onze Haagse redactie)
DEN HAAG, 30 april. Het ge
meentelijk bouw- en woningtoezicht is
niet te kort geschoten in zijn toezicht
houdende taak bij de bouwerij in Scbe-
veningen, dié tot gevolg had, dat de
muur van de aangrenzende confectie
fabriek is ingestort.
Dit zeggen B. en W. in antwoord op
vragen hierover gesteld door het -ge
meenteraadslid de heer K. Nieukerke.
Gezegd wordt, dat de instorting ver
moedelijk te wijten is aan eten ondes
kundige werkwijze bij de aanleg van
de liftschacht in de bouwput, waardoor
de muur van de fabriek verder is on
dermijnd en de steunkracht van de
aangebrachte stutten is aangetast. Het
behoort niet tot de taak van het Gem.
Bouw- en Woningtoezicht de leiding bij
het uitvoeren van werken op zich te
nemen of daarbij als dagelijks opzichter
op te treden, aldus B. en W.
„vX,
Eigenlijk schuilt in heel onze houding
tegenover meisjestoneel want laten we
eerlijk toegeven: wij verachten het een
aanklacht tegenover onszelf.
Wij hebben het amateurtoneel in onze
zelfoverschatting tuin of meer uit zijn
voegen gerukt. ov - j-.
Wij zijn het amateurtoneel gaan be
schouwen als een object °P zichzelf.
Terwijl het een verschijnsel is van het
verenigingsleven.
Waar meisjes in verenigingsverband bij
elkaar zijn, is louter meisjestoneel dus
een heel natuurlijk iets.
Maar dit verband met het verenigings
leven zijn we volkomen kwijt geraakt. Wij
voelen ons geroepen op het gebied van het
toneel! Wij hebben voorgoed een punt ge
zet achter dat ouderwetse gellefhebber.
Dit zou allemaal desnoods heel prachtig
zijn, als wij de grenzen niet uit het oog
verloren. Maar wij zien maar al te vaak,
dat deze grenzen reeds lang overschreden
zijn. En voor diegenen moet het wel een
bittere pil zijn te vernemen, dat het ama
teurtoneel een uiting is van het vereni
gingsleven en dat daarom meisjestoneel
even natuurlijk is als het gemengde to
neel.
Het enige werkelijke bezwaar, dat wij
persoonlijk tegen meisjestoneel zouden
kunnen aanvoeren, is: de beperktheid.
Er bestaan maar heel weinig stukken
voor meisjes alleen. Natuurlijk bestaan er
tientallen zogenaamde meisjesstukken, ge
mengde stukken, die een handige schrij
ver omgewerkt heeft voor het meisjes
toneel. maar dergelijke stukken achten
wij minderwaardig.
Als meisjes spelen, moeten zij ook wer
kelijk meisjesstukken op de planken
brengen. Stukken bijvoorbeeld met pro
blemen, die'heel speciaal alleen de meis
jeswereld bezig houden.
En wij hebben nog meer bedenkingen
tegen stukken, waarin meisjes herenrollen
op zich nemen.
Inderdaad, dit kan misschien wel eens
nodig zijn voor pensionaten, en daarom
te verontschuldigen, maar de grens van
het natuurlijke toneel wordt hier wel
overschreden.
De beperktheid is dus ons enig bezwaar.
Andere bezwaren van morele aard lijken
ons inderdaad ouderwets.
De beperktheid is ook de oorzaak, dat
het loutere meisjestoneel een min of meer
kwijnend bestaan lijdt.
Want over het algemeen willen de
meisjes het zelf best!
Dit blijkt uit de voortdurende vraag en
ook uit het feit, dat het steeds weer op
duikt en ook plaats heeft.
Dergelijke meisjes beschouwen het ama
teurtoneel natuurlijk nog niet als een ob
ject op zich. Zij willen zich slechts uiten
als vereniging. Als vereniging eens een
keer naar buiten treden. Ze beschouwen
het hele amateurtoneel nog als een ge-
liefhebber. Of dit wel mag van hoger
hand.... daar storen zij zich niet aan.
Maar zij vertikken het zich aan te sluiten
bij een bestaand gemengd gezelschap. Zij
willen heel ouderwets nog onder
mekaar blijven. En als het kon, zouden
zij het liefst nog een definitief meisjesge
zelschap oprichten.
Bij heren doet zich dit verschijnsel zo
goed als nooit voor.
En laten wij nu niet zeggen: dit zullen
wel erg ouderwetse en stijve meisjes zijn.
O neen, integendeel misschien. En denkt
U alstublieft ook niet, dat hun opvoerin
gen geklungel worden. Wij hebben zelf
verscheidene malen dergelijke meisjesclubs
geregisseerd. Kijk, ziet U. dat mag nu
wel: een regisseur. Zelden zullen zij een
regisseuse zoeken. Maar een regisseur
blijft buiten hun clubje staan. En zij heb
ben geen mannenvrees. Dit is tegelijk het
duidelijkste bewijs, dat zij niet onderling
blijven spelen om ouderwetse achterlijke
motieven, maar alleen om als meisjes on
der mekaar te willen zijn.
Inderdaad is de vraag naar meisjes
stukken stijgende. Toch zal het meisjesto
neel nimmer een grote omvang nemen,
om de eenvoudige reden, dat de beperkt
heid al te groot is. Er bestaan maar heel
weinige echte goede meisjesstukken. Deze
schijnen ai net zo moeilijk te schrijven te
zijn als kindertoneel. Men moet als schrij
ver de meisjesziel immers zuiver kunnen
aanvoelen.
Anke Wildonck verschenen onlangs twee
meisjesspelen voor Kerstmis: Kerstltoht
en Vrede op aarde. Verder kennen wij o.a.
nog: Jeanne d'Arc, Jonkvrouw Roswita en
Vrije Vogels.
En als wij nagaan, dat bijvoorbeeld een
stuk als Jeanne d'Arc binnen een paar
jaar een tweede oplaag (van 2000 exem
plaren) beleefde, dan wordt het ons toch
wel duidelijk, hoe zéér het louter meis
jestoneel toch nog in aanzien staat.
omzet, die in het eerste kwartaal van dit
jaar al bijzonder bevredigend is geweest,
zal nog toenemen. De produktie zal
worden uitgebreid.
Tengevolge van de uitkering van de
agioreserve, zal de conversiekoers van
de converteerbare obligaties dalen van
195 tot 190 procent.
Een aandeelhouder zei, bezwaar te
hebben tegen de hoge tantièmes van de
directie. Voorts stelde hij, dat een direc
teur een dubbel salaris zou ontvangen
Dit laatste werd echter door de directie
bestreden. Het salaris wordt onder twee
hoofden geboekt, namelijk onder de
Indola en de dochtermaatschappij Bras
kamp. Dit betekent niet, dat de directeur
twee maal uitbetaald wordt, zo werd
opgemerkt.
Voor de hoge tantièmes gaf men als
verklaring, dat deze ter compensatie van
de lage salarissen dienen. Reeds in het
begin heeft men de directiesalarissen
laag gesteld en de laatste jaren zijn deze
niet meer opgetrokken. Het bestuur
overweegt echter om de statuten t.a.v.
de directiesalarissen te wijzigen. Overi
gens zei de aandeelhouder geen bezwaar
te hebben tegen een verhoging van deze
salarissen.
De export vatt de N.V. is bijzonder
gunstig. Er zijn maar weinig landen ook
buiten Europa, waarnaar niet wordt ge
ëxporteerd. Er zullen nieuwe artiKeien
op de markt gebraent worden.
Over de omzet van het eerste kwartaal
van 1960 konden nog geen cijfers worden
gegeven. De directie moest volstaan met
de mededeling, dat die zeer bevredigend
geweest is. Z(j deed toezegging, dat in
de toekomst niet meer per half jaar,
maar per kwartaal gegevens over de
omzet zullen worden gepubliceerd.
le klasse: BarendrechtHeinenoord 31
DVO '32—GTB 0—4 RSM—ZBVH 1-4; -
2e klase B- VVHR—Red Stam 1—4; 3e
klae-ea B: SRA—HCSZ 3—0.
Ongeveer twee jaar geleden publiceer
de Ben Heuer een op en top meisjesspel,
Mcisjesstad geheten. En van de hand van
EINDHOVEN, april De werk
zaamheden van de bij de Coöp. Centra-
Ie Boerenleenbank te Eindhoven aan
gesloten boerenleenbanken namen in
1959 opnieuw tóe/ hetgeen kan blijken
uit de stijging van de omzetten op de
verschillende rekeningen. De toeneming
van de spaargelden was opnieuw hoger
dan één jaar tevoren. De toeneming
van de krediet- en voorschotverlening
overtrof eveneens alle in voorgaande
jaren geboekte resultaten. In totaal ste
gen de omzetten met 17 pet, aldus blijkt
uit het jaarverslag over 1959.
Het spaarsaldo beliep zonder rente-
bijschrijving 164 miljoen, tegen 156
miljoen in 1958. De procentuele toene
ming van het spaartegoed met 14,2 peft
was hoger dan bij andere spaarinstel-
lingen. Het totaal van de spaargelden
bij de aangesloten boerenleenbanken Is
daarmede per ultimo 1959 gekomen op
1.359 miljoefl.
De kredietverlening bij de boerenleen
banken bleef stijgen en wel tot een tot
nu toe ongekende hoogte. Het totaal der
n'iuw verstrekte voorschotten beliep
72 miljoen tegen 113 miljoen in
1. 1. Ook de aflossingen namen toe,
zo t per saldo de uitstaande voor-
sc ten toenamen met 112 miljoen.
Zij ..wamen daarmede op een hoogte
van f 526 miljoen. Ook de debetsaldi in
lopende rekening namen toe van ƒ89
miljoen tot 106 miljoen, zodat per ul
timo 1959 de debetsaldi op uitstaande
voorsch' 'en en kredieten beliepen
632.mi ien. Het aandeel der uitlenin
gen reel treeks ten behoeve van land
en tuinbouw bleef zich bewegen tussen
55 en 60 pet.
Als gevolg van de voortgaande stij
ging van de omzetten en de kredie-
en voorschotverlening verbeterde de fi
nanciële positie van de boerenleenban
ken aanmerkelijk. Hoewel nog niet alle
banken haar verlies- en winsctrekening
over 1959 hebben ingezonden, bestaat
de indruk, dat de bruto-winstcn van de
gezamenlijke boerenleenbanken d.w.z.
de winsten na reservering voor belas
tingen doch vóór afschrijvingen en an
dere voorzieningen ongeveer 30 pet ho
ger zullen liggen dan een jaar tevoren,
toen zij rond f 5 miljoen beliepen.
Centrale Bank Eindhoven
De tegoeden van de boerenleenban
ken bij de Centrale Bank stegen met in
begrip van bijgeschreven rente met
86 (143) miijon tot 848 (762) mil
joen. In totaal stegen de creditsaldi bij
de Centrale Bank van f 802 tot f 912 mil
joen. De uitzettingen op korte termijn
met inbegrip van bedragen in kas en
bij banken stegen van f211 tot f223
miljoen, de effectenportefeuille van
222 tot 309 miljoen en de aan be
drijf sdebiteuren verleende kredieten van
127 tot 148 miljoeh. De uitzettingen
op lange termijn in de vorm van on-
derhandshe leningen aan publiekrechte
lijke lichamen gaven een daling te zien
van f240 tot f231 miljoen. De geleide
lijke verbetering van het rendement
der uitzettingen van de Centrale Bank
en de aanzienlijke toeneming van de
toevertrouwde middelen leverden op
nieuw betere bedrijfsresultaten op. De
bruto-winst na belastingen beliep 2,7
miljoen (1.7 min).
Landbouwkrediet
In het verslagjaar viel het verschij
nen van het rapport van de Commissie
Landbouwkrediet, ingesteld door de
drie Centrale Landbouworganisaties en
de beide Centrale Landbouwkredietin
stellingen. De behoefte aan financie
ringsmiddelen in land- en tuinbouw
wordt hierin voor de komende 10 jaar
op 600 miljoen per jaar geraamd.
Naar de mening van de Commissie kan
de voorziening daarin slechts verzekerd
worden geacht, indien de investeringen
in land- en tuinbouw tenminste voor de
helft uit eigen besparingen der onder
nemers kunnen worden gefinancierd en
de boerenleenbanken voor de financi-
ring van de andere helft kunnen blijven
beschikken over een geltjk aandeel in
de nationale besparingen als in het re
cente verleden gpmiddeld het geval was.
Zaterdag heeft te Rotterdam een toer
nooi plaats gehad tussen pensoneelselftal-
len van een aantal banken De uitslagen
war er,; Vlaer en Kol. Utrecht—Piereon,
Heldring en Piereon, Amsterdam. 00, R
Mete en Zoonen, Rotterdamf. van Lan
schot 's-Hertogenbosch 53. Vlaer en Kol
—Met., en Zoonen 00. Piereon, Heldring
en Pieiraon—Van Lanschot 51. Piereon,
Heldring en PiereonMees en Zoonen 6-0.
Vlaer en Kol—Van Lanschot 6—0 De Am
sterdammers behaalden de eerste prijs
me: 5 p.. 2 Vlaer en Kol 4 p., 3 R Mees
en Zoonen 3 p.. 4 Van Lanschni o punten
'V ploeg van R Mees en Zoonen won
hel wolileybaltornooi, 2 Van Lanschot, 3
Vlaer en Kol, 4 Dierson.
Ceen discriminatie
De inschakeling van de handelsbanken
bij de gepremieerde ambt.enarenspaar-
regeling, terwijl zulks niet het geval is
bij de gepremieerde jeugdspaarrege-
ling, is ten deze niet zonder betekenis.
Het is imipers moeilijk aanvaardbaar,
dat de spaarbankinstellingen eventueel
onder voor haar ongunstige concurren-
tie-omstandigheden alleen zouden wor
den belast met de meest onrendabele
takken van de gepremieerde spaarrege
lingen en in de meer uitzicht biedende
onderdelen daarvan ook de handelsban
ken zouden worden betrokken. „Zonder
voor de traditionele spaarbankinstellin
gen een exclusieve positie te willen op
eisen," aldus het verslag, „vragen wij
ons af, of het niet zo zou moeten zijn.
dat bij de uitvoering van de gepre
mieerde spaarregelingen alle instellin
gen worden betrokken, die zich openlijk
aanbieden tot het aantrekken van
spaargelden zonder daarbij een maxi-
I mum grens aan de spaarinlagen te stel-
I len"
Tui bate van het Prinses Beatrix Polio-
fo'.ds organise ent HCV op de Bevrijdings
dag een adepiraintontipernooi op zijn ter
reinen aan het Langepad In poule 1 zul
len uitkomen Excelsior, Germinal, Hion,
HOV en Neptunus en in poule 2 Sparta,
Xerxes Leonidas, Aeolus en Unicum.
De wedstrijden beginnen om half elf en
de eindstrijd tussen de poulewinnaars om
kwelt voor v;er Volwassenen betalen 50
kinderen 25 cent entree De deelnemende
verenigingen hebben vrijwillige bijdragen
gestort tot een tótaal van 280.
5. Toen hij 19 jaar was, deed André-Louis Gody zijn intrede
bij het keurkorps der Zoeaven. Hij vocht in Algerië, hij vocht
tegen de Russen en de Noren, hij vocht in dé Krim, waar hij
same..i met de Engelsen, op 20 september 1854. de troepen van
Manchikov verpletterend versloeg. Enige tijd later werd hij,
omwille van zijn dapperheid en zijn imposante verschijning,
gekozen uit vele Zoeaven, om voor de beroemde beeldhouwer
Dielbot te poseren Deze wilde een Zoeaaf uit steeti bouwen, die
zou pronken op de brug over de Alma. Op deze bekende Parijse
brug, staan ook nog twee hengelaars en 'n artillerist Maar geen
van de drie is zo beroemd als -de 5. meter hoge Zoeaaf. Aan zijn
anatomische bouw meet men precies de stand van het Seine-
water af. In 1910 reikte de waterspiegel tot aan zijn kin.'...
m
10. Ook Parijs bleef door de eeuwen heen niet voor over
stromingen gepaard. De oudste, die de kronieken vermelden,
had plaats in het jaar 585. In 886 belegerden de JSTormandiërs
Parijs en de Partjzenaars smeekten de hemel om hen te be
vrijden van de verschrikkingen, die hen te wachten stonden.
E« kijk: de volgende morgen overstroomde het water van de
Seine de tenten van de Normandiërs en de veroveraars moes
ten in allerijl hun biezen pakken. In .1196 werden de houten
huizen aan de oevers een prooi van het aanstormende water,
dat zelf binnendrong in het koninklijk paleis van Philip-
Auguste. Ditmaal werden er processies en boetetochten gehou
den, opdat de vloed zich zou keren. Wat inderdaad 24 uur later
gebeurde
11. Maar niet altijd werden de smeekbeden van1 het Parijse
volk verhoord. Maar al te dikwijls, werden de huizen afin 'de
oevers van de Seine, in de woest-kolkende stroom meegesleurd,
en zelfs toen men de houten bruggen verving door stenen,
bleek dat nog niet afdoendeIn 1658 werd elk vorig re
cord gebroken. Het water stond daar, waar zich vandaag aan
de dag het Rond-Point van de Champs Elysées bevindt. Onaf
zienbaar is de reeks kleinere overstromingen.1740, 1876 etc..
mm
12. 29 januari 1910. In de straten van de Franse hoofdstad,
stond het water 1.50 meter hoog en men peddelde in roeiboot^
jes naar het Gare de Saint Lazaire. Het Seinewater kolkte de
keukens van het Elysée binnen en de President van de Repu
bliek moest het die dag met koude maaltijden stellen. Het me
rendeel der Parijzenaars kon trouwens helemaal geen maaltijd
krijgen. Het treinverkeer was volledig lamgelegd Alle tele
foonverbindingen waren verbroken. Toeo de vloed zich einde
lijk terugtrok, liet zij een stad achter, die ogenschijnlijk in een
modderbad was ondergedompeld geweest. De schade beliep
10 miljard Fngnse francs
gg
i