Unieke verzameling oude muziek instrumenten te Brussel Slecht geëxposeerd en onvoldoende gewaardeerd wafer sin Gunstige ontwikkeling bij Indola O, p de WIJ aan PLANKEN durven denken Verdere stijging van omzetten Boerenleenbanken Eindhoven 7. i 1 i I l I I WAAR NIET MEER i i Financiële positie aanmerkelijk beter i u i! n li Omzetstijging, uitbreiding produktie Instorting van de muur in Sclieveningen Een bittere pil Hans van Bergen Zaterdag voetbal Banken toernooi Aclspiran ten toernooi MAANDAG 2 MEi 1960 Wij ivijdden onlangs een artikel aan de Belgische zonderlinge schilder Antoine Wiertz en het naar hem genoemde museum te Brussel, waar zijn reusachtige, hallucinerende schilderijen sedert tientallen jaren bewaard worden op de plaats, ivaar zij werden gemaakt en waar zij altijd zullen blijven. Daarbij constateerden wij, dat vreemde lingen, die de hoofdstad van België, bezoeken dal museum en die werken véél beter kennen dan de overgrote meerderheid der Belgen, die er nooit of bijna nooit de voet zetten. Als men ons naar de reden van die onverschillig, heid zou vragen, zouden wij moeten antwoorden, dat de Belgen geen museumbezoekend volk zijn. Dat kan men in een stad als Brussel elke dag waarnemen. Andere musea in deze stad, zoals die van oude en moderne schilderkunst, van natuur- historie. van folklore en geschiedenisvan poste rijen en nog andere, zijn buiten het toeristen- seizoen doorgaans zonder bezoekers. Soms ivor- den de suppoosten er even in hun rust gestoord door een groep scholieren, maar ook die zijn schaars. In de rij der verwaarloosde musea moeien wij ook klasseren dat van oude muziekinstrumenten, dat uniek is in zijn soort, niet alleen om liet aantal voorwerpen maar ook en vooral om de uiterst zeldzame instrumenten, die het bevat. Deze instelling is zelfs dubbel verwaar. loosd: door de Belgen en door de staat, waarin het zich bevindt in het gebouw waar het in onder gebracht is. Het is sedert 1927 geïnstalleerd in een gebouw" op de Kleine Zavel, dat vroeger als woning diende voor de directeur en de administrateur van het Koninklijke Muziekconser vatorium, waar het deel van uitmaakt. De ligging is mooi: vlak naast een plein, vol standbeelden en bomen en tegenover de oude gothische kerk van Onze Lieve Vrouw van Overwinning. Maar van binnen is het voor een museum maar treurig gesteld. Dat gebouw was en is nog allesbehalve bestemd om een collectie te herbergen van meer dan vierduizend muziekinstrumenten, waarvan er vele eeuwen oud zyn. Er zijn er onder waarvan in heel de wereld nog maar één enkel origi neel exemplaar bestaat! PAGltfA 4 i -V J ma Waar wij niet meer aan denken durven is: MEISJESTONEEL. Wij vinden dit gewoonweg achterlijk en onnatuurlijk. En toch vergissen wij ons sterk, als we denken, dat dit meisjestoneel alleen nog maar op pensionaten wordt beoefend. Naar meisjesstukken bestaat zelfs heel veel vraag. En deze vraag schijnt eerder toe dan af te nemen. Dit in tegenstelling met louter herentoneel, dat steeds meer en meer verdwijnt. En onze vraag is nu: is meisjestoneel werkelijk zo onnatuurlijk als men wil doen voorkomen? B. en B.Bouw toezicht niet tekort geschoten -1 liltI li mêêMMêêêêê g| Zeldzaamheden liggen er overal ver spreid: op vensterbanken, in gangen, op trapoverlopen, tegen muren, op de grond Harpen en orgels behoren tot de aristo cratie der muziekinstrumenten. De aandacht wordt verder gevraagd Op het vergane behang vindt men spo-|voor een zonderling en wonderbaar in- ren van instrumenten, die er vroeger j strument. Het dateert uit het jaar 1829 en op zo nonchalante wijze hebben gehan- j heet componium. Wet werd door de Duit gen, dat zij alleen maar schenen te wach- j ser Nicolaus Winkel gebouwd. Dit auto- matisch' instrument kan, éénmaal in be weging gebracht, op een gegeven the ma van tachtig maten een oneindig aan tal variaties spelen. Men zegt, dat al de combinaties die het kan maken niet vóór achtendertig triljoen jaren zullen uitgeput zijn. Het duizelde ons wat om het hoofd, toen wij dat hoorden! Onder de Buiteneuropese speeltui gen zijn er, om te beginnen, uit Mexico van het precolumbiaans tijdperk tot ons gekomen, vooral fluiten en terra-cotta. Uit het antieke Egypte vraagt een oud- Egyptische tempelratel de aandacht. Tempel gongen, zogenaamde klanksteen voor de Confuciaanse godsdienst, shami- sen en de tahikoto, het lievelingsinstru ment, met dertien zijden snaren, van de Japanse vrouwen uit de hoge wereld, doen aan Japan en China denken. Ook uit Indië en Java zijn er onder meer tem- peinstrumenten, naast Bengaalse trom mels, bamboefluiten, en klankstaven met resonnantiebuizen in bamboe. De Europese verzamelingen zijn te uit voerig öm er zelfs maat een zéér geresu meerd overzicht van te geven: psalters, allerlei soorten luiten, hakkeborden cla- vichorden, theorben. sisters, gitaren, mandolines, spinetten, clavecimbels, de gehele gamma snaar- en blaasinstru menten, met de meest zeldzame exem-' plaren daaronder. Er is in dat museum gelegenheid te ter. om door een of andere amateur van zeldzame dingen meegenomen te wor den; wat dan ook wel eens gebeurd is! Men vindt zeldzame dingen in plaat sen, die vroeger als keuken, als ves tiaire, als badkamer hebben gediend De bezoeker moet voortdurend goed uit de ogen kijken om niet te struikelen over een' gamdJan, of om geen contra bassen, cello's en andere speeltuigen te gen de grond te gooien. Ook om niet van een der gevaarllijke trappen naar beneden te vallen. Het is aan te raden de armen dicht tegen het lichaam te hou- den. om niet een driehonderd jaar oude, reusachtige fagot en een uiterst zeldzame Ethiopische lier, met de grond kennis te doen maken. Men loopt ook kans over een reeks grote trommen te vallen of over een halluoinenendé 'houten draak met een Chinese temipeigonig. Dit museum verdient een honderdmaal betere behandeling. Zijn ruim vierdui zend, i« achtentwintig „zalen" tentoon gestelde instrumenten, behoren tot alle tijdperken van de muziekgeschiedenis, zowel uit de vroegste tijden als uit alle landen. Meei dan honderdivijSbig ervan zijn unieke stuks, waarvan nergens een twééde exemplaar bestaat, tenzij als ko pie. Een afzonderlijke vermelding ver dienen op dat gebied een basviool, met in de rug geïnerusteerd een mooi plan van Parijs; zij werd in de XVIe eeuw Mahillon en diens opvolger, Ernest Closson. legden een zo grote activiteit aan de dag, dat het aan hun inspannin gen te danken is. dat Brussel dit in zijn soort buitengewoon interessant museum rijk is Dat al die schatten en zeldzaamheden voor de meerderheid der Belgen onbe kend zijn. is naast hun bekende onver schilligheid voor musea, voor een deel ook toe te schrijven aan de betrokken overheden, die zo goed als niets doen om daar verandering in te brengen. On langs wilde privé initiatief een grote campagne voor museumbezoek op touw zetten, maar de overheid deed niet mede, en het plan spatte uiteen als een zeepbel. B. y 'W.-- (Copyright A.C.L. Brussel) Engels virginaal, gebouwd in 167,1. (Van onze Haagse redactie). DEN HAAG, 29 april. De directie van de N.V. Indola te Rijswijk, heeft tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders meegedeeld, dat de ont wikkeling van het bedrijf dermate gun stig is, dat de binnenkomende orders met moeite afgewerkt kunnen worden. De door Gaspard Duiffoprugcar gemaakt en 0ver om van de ene bewondering in de heef: aan de Frainsé konme Francois andere te vallen voor het uitvindersgenie heef; aan de Franse koning Francois I toebehoord. Er is ook het zogenaamde Geigenwerk, uniek en zeer eigenaardig stuk wegens zijn bouw. De Spaanse lu- th:er Truohado vervaardigde dit strijk en klaviersnaren kwartet in 1625. Het museum bezit niet minder dan een tiental klavecimbels, spinetten en virgd- nalen uit de xVIe en XVIIe eeuw, van de hand van de in hun tijd beroemde in strumentmakers Ruckers uit Antwer pen. Van verschillende daarvan, zijn de deksels met schilderwerken versierd. Daarnaast zijn er een honderdtal andere klavierspeeltuigen, uit verschillende pe rioden en scholen: Belgische, Engelse, Franse, Duitse, Italiaanse. Op een merk waardig spinet van Patavini (1550), prijkt als versiering het wapenschild van de Venetiaanse familie Bembi. Wij zagen ook een grote verscheiden heid luiten, theorben, dhitaronni waar onder enkele met mooie decoratieve motieven. Bij de talrijke Oosterse in strumenten, waarvan alléén in dit mu seum nog exemplaren bestaan, valt een geraffineerde schoonheid op. Het museum mag Zich ook beroemen op een volle dige verzameling van de familie der kromhoornen, met de oorspronkelijke mondstukken. Deze dateert uit de XVIe eeuw en behoorde vroeger toe aan het Hof van Ferrara. Even merkwaardig is een serie zeventiende-eeuwse violen, die werd aangelegd door een graaf Corr'er, te Venetië. Van de Belg-Adolf Sax. die doorgaat Voor 'de uitvinder van de saxhorn en de saxofoon, zijn de proef- instrumenten. aanwezig,, die tot zijn uitvindingen hebben geleid. Naast een contrabas van twee meter dertig hoog en negentig centimeter breed, jig* een minuscule viool, van het soort waar vroeger de dansmeesters zich van bedienden.Een fluit van drie me ter lang en een klein fluitje, de seri- nette, dat maar een vinger lang is, beho ren ook tot de zeldzame stukken, waar van bovendien nog deel uitmaken: uit doodsbeenderen in China vervaardigde primitieve fluiten! Met doedelzakken en schalmeien zijn wij in het bucolische. van de mens in alle tijden, om klanken voort te brengen. Toen in 1877 de Vlaamse musicoloog Gevaert, directeur van het Koninklijk Conservatorium te Brussel dit museum stichtte, beschikte hij over slechts de vierenzeventig instrumenten die door zijn voorganger aan het hoofd van dat Con servatorium, de Waalse musicoloog Fé- tis waren nagelaten, plus over een hoe veelheid speeltuigen, die in het toenma lige Brits-Indië in zwang waren en door de directeur der muziekschool van Cal cutta aan Leopold II ten geschenke waren gegeven. De eerste conservator, Victor Italiaans clavqoimbel in 1619 gebouwd. Copyright A.C.L. Brussel) (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG, 30 april. Het ge meentelijk bouw- en woningtoezicht is niet te kort geschoten in zijn toezicht houdende taak bij de bouwerij in Scbe- veningen, dié tot gevolg had, dat de muur van de aangrenzende confectie fabriek is ingestort. Dit zeggen B. en W. in antwoord op vragen hierover gesteld door het -ge meenteraadslid de heer K. Nieukerke. Gezegd wordt, dat de instorting ver moedelijk te wijten is aan eten ondes kundige werkwijze bij de aanleg van de liftschacht in de bouwput, waardoor de muur van de fabriek verder is on dermijnd en de steunkracht van de aangebrachte stutten is aangetast. Het behoort niet tot de taak van het Gem. Bouw- en Woningtoezicht de leiding bij het uitvoeren van werken op zich te nemen of daarbij als dagelijks opzichter op te treden, aldus B. en W. „vX, Eigenlijk schuilt in heel onze houding tegenover meisjestoneel want laten we eerlijk toegeven: wij verachten het een aanklacht tegenover onszelf. Wij hebben het amateurtoneel in onze zelfoverschatting tuin of meer uit zijn voegen gerukt. ov - j-. Wij zijn het amateurtoneel gaan be schouwen als een object °P zichzelf. Terwijl het een verschijnsel is van het verenigingsleven. Waar meisjes in verenigingsverband bij elkaar zijn, is louter meisjestoneel dus een heel natuurlijk iets. Maar dit verband met het verenigings leven zijn we volkomen kwijt geraakt. Wij voelen ons geroepen op het gebied van het toneel! Wij hebben voorgoed een punt ge zet achter dat ouderwetse gellefhebber. Dit zou allemaal desnoods heel prachtig zijn, als wij de grenzen niet uit het oog verloren. Maar wij zien maar al te vaak, dat deze grenzen reeds lang overschreden zijn. En voor diegenen moet het wel een bittere pil zijn te vernemen, dat het ama teurtoneel een uiting is van het vereni gingsleven en dat daarom meisjestoneel even natuurlijk is als het gemengde to neel. Het enige werkelijke bezwaar, dat wij persoonlijk tegen meisjestoneel zouden kunnen aanvoeren, is: de beperktheid. Er bestaan maar heel weinig stukken voor meisjes alleen. Natuurlijk bestaan er tientallen zogenaamde meisjesstukken, ge mengde stukken, die een handige schrij ver omgewerkt heeft voor het meisjes toneel. maar dergelijke stukken achten wij minderwaardig. Als meisjes spelen, moeten zij ook wer kelijk meisjesstukken op de planken brengen. Stukken bijvoorbeeld met pro blemen, die'heel speciaal alleen de meis jeswereld bezig houden. En wij hebben nog meer bedenkingen tegen stukken, waarin meisjes herenrollen op zich nemen. Inderdaad, dit kan misschien wel eens nodig zijn voor pensionaten, en daarom te verontschuldigen, maar de grens van het natuurlijke toneel wordt hier wel overschreden. De beperktheid is dus ons enig bezwaar. Andere bezwaren van morele aard lijken ons inderdaad ouderwets. De beperktheid is ook de oorzaak, dat het loutere meisjestoneel een min of meer kwijnend bestaan lijdt. Want over het algemeen willen de meisjes het zelf best! Dit blijkt uit de voortdurende vraag en ook uit het feit, dat het steeds weer op duikt en ook plaats heeft. Dergelijke meisjes beschouwen het ama teurtoneel natuurlijk nog niet als een ob ject op zich. Zij willen zich slechts uiten als vereniging. Als vereniging eens een keer naar buiten treden. Ze beschouwen het hele amateurtoneel nog als een ge- liefhebber. Of dit wel mag van hoger hand.... daar storen zij zich niet aan. Maar zij vertikken het zich aan te sluiten bij een bestaand gemengd gezelschap. Zij willen heel ouderwets nog onder mekaar blijven. En als het kon, zouden zij het liefst nog een definitief meisjesge zelschap oprichten. Bij heren doet zich dit verschijnsel zo goed als nooit voor. En laten wij nu niet zeggen: dit zullen wel erg ouderwetse en stijve meisjes zijn. O neen, integendeel misschien. En denkt U alstublieft ook niet, dat hun opvoerin gen geklungel worden. Wij hebben zelf verscheidene malen dergelijke meisjesclubs geregisseerd. Kijk, ziet U. dat mag nu wel: een regisseur. Zelden zullen zij een regisseuse zoeken. Maar een regisseur blijft buiten hun clubje staan. En zij heb ben geen mannenvrees. Dit is tegelijk het duidelijkste bewijs, dat zij niet onderling blijven spelen om ouderwetse achterlijke motieven, maar alleen om als meisjes on der mekaar te willen zijn. Inderdaad is de vraag naar meisjes stukken stijgende. Toch zal het meisjesto neel nimmer een grote omvang nemen, om de eenvoudige reden, dat de beperkt heid al te groot is. Er bestaan maar heel weinige echte goede meisjesstukken. Deze schijnen ai net zo moeilijk te schrijven te zijn als kindertoneel. Men moet als schrij ver de meisjesziel immers zuiver kunnen aanvoelen. Anke Wildonck verschenen onlangs twee meisjesspelen voor Kerstmis: Kerstltoht en Vrede op aarde. Verder kennen wij o.a. nog: Jeanne d'Arc, Jonkvrouw Roswita en Vrije Vogels. En als wij nagaan, dat bijvoorbeeld een stuk als Jeanne d'Arc binnen een paar jaar een tweede oplaag (van 2000 exem plaren) beleefde, dan wordt het ons toch wel duidelijk, hoe zéér het louter meis jestoneel toch nog in aanzien staat. omzet, die in het eerste kwartaal van dit jaar al bijzonder bevredigend is geweest, zal nog toenemen. De produktie zal worden uitgebreid. Tengevolge van de uitkering van de agioreserve, zal de conversiekoers van de converteerbare obligaties dalen van 195 tot 190 procent. Een aandeelhouder zei, bezwaar te hebben tegen de hoge tantièmes van de directie. Voorts stelde hij, dat een direc teur een dubbel salaris zou ontvangen Dit laatste werd echter door de directie bestreden. Het salaris wordt onder twee hoofden geboekt, namelijk onder de Indola en de dochtermaatschappij Bras kamp. Dit betekent niet, dat de directeur twee maal uitbetaald wordt, zo werd opgemerkt. Voor de hoge tantièmes gaf men als verklaring, dat deze ter compensatie van de lage salarissen dienen. Reeds in het begin heeft men de directiesalarissen laag gesteld en de laatste jaren zijn deze niet meer opgetrokken. Het bestuur overweegt echter om de statuten t.a.v. de directiesalarissen te wijzigen. Overi gens zei de aandeelhouder geen bezwaar te hebben tegen een verhoging van deze salarissen. De export vatt de N.V. is bijzonder gunstig. Er zijn maar weinig landen ook buiten Europa, waarnaar niet wordt ge ëxporteerd. Er zullen nieuwe artiKeien op de markt gebraent worden. Over de omzet van het eerste kwartaal van 1960 konden nog geen cijfers worden gegeven. De directie moest volstaan met de mededeling, dat die zeer bevredigend geweest is. Z(j deed toezegging, dat in de toekomst niet meer per half jaar, maar per kwartaal gegevens over de omzet zullen worden gepubliceerd. le klasse: BarendrechtHeinenoord 31 DVO '32—GTB 0—4 RSM—ZBVH 1-4; - 2e klase B- VVHR—Red Stam 1—4; 3e klae-ea B: SRA—HCSZ 3—0. Ongeveer twee jaar geleden publiceer de Ben Heuer een op en top meisjesspel, Mcisjesstad geheten. En van de hand van EINDHOVEN, april De werk zaamheden van de bij de Coöp. Centra- Ie Boerenleenbank te Eindhoven aan gesloten boerenleenbanken namen in 1959 opnieuw tóe/ hetgeen kan blijken uit de stijging van de omzetten op de verschillende rekeningen. De toeneming van de spaargelden was opnieuw hoger dan één jaar tevoren. De toeneming van de krediet- en voorschotverlening overtrof eveneens alle in voorgaande jaren geboekte resultaten. In totaal ste gen de omzetten met 17 pet, aldus blijkt uit het jaarverslag over 1959. Het spaarsaldo beliep zonder rente- bijschrijving 164 miljoen, tegen 156 miljoen in 1958. De procentuele toene ming van het spaartegoed met 14,2 peft was hoger dan bij andere spaarinstel- lingen. Het totaal van de spaargelden bij de aangesloten boerenleenbanken Is daarmede per ultimo 1959 gekomen op 1.359 miljoefl. De kredietverlening bij de boerenleen banken bleef stijgen en wel tot een tot nu toe ongekende hoogte. Het totaal der n'iuw verstrekte voorschotten beliep 72 miljoen tegen 113 miljoen in 1. 1. Ook de aflossingen namen toe, zo t per saldo de uitstaande voor- sc ten toenamen met 112 miljoen. Zij ..wamen daarmede op een hoogte van f 526 miljoen. Ook de debetsaldi in lopende rekening namen toe van ƒ89 miljoen tot 106 miljoen, zodat per ul timo 1959 de debetsaldi op uitstaande voorsch' 'en en kredieten beliepen 632.mi ien. Het aandeel der uitlenin gen reel treeks ten behoeve van land en tuinbouw bleef zich bewegen tussen 55 en 60 pet. Als gevolg van de voortgaande stij ging van de omzetten en de kredie- en voorschotverlening verbeterde de fi nanciële positie van de boerenleenban ken aanmerkelijk. Hoewel nog niet alle banken haar verlies- en winsctrekening over 1959 hebben ingezonden, bestaat de indruk, dat de bruto-winstcn van de gezamenlijke boerenleenbanken d.w.z. de winsten na reservering voor belas tingen doch vóór afschrijvingen en an dere voorzieningen ongeveer 30 pet ho ger zullen liggen dan een jaar tevoren, toen zij rond f 5 miljoen beliepen. Centrale Bank Eindhoven De tegoeden van de boerenleenban ken bij de Centrale Bank stegen met in begrip van bijgeschreven rente met 86 (143) miijon tot 848 (762) mil joen. In totaal stegen de creditsaldi bij de Centrale Bank van f 802 tot f 912 mil joen. De uitzettingen op korte termijn met inbegrip van bedragen in kas en bij banken stegen van f211 tot f223 miljoen, de effectenportefeuille van 222 tot 309 miljoen en de aan be drijf sdebiteuren verleende kredieten van 127 tot 148 miljoeh. De uitzettingen op lange termijn in de vorm van on- derhandshe leningen aan publiekrechte lijke lichamen gaven een daling te zien van f240 tot f231 miljoen. De geleide lijke verbetering van het rendement der uitzettingen van de Centrale Bank en de aanzienlijke toeneming van de toevertrouwde middelen leverden op nieuw betere bedrijfsresultaten op. De bruto-winst na belastingen beliep 2,7 miljoen (1.7 min). Landbouwkrediet In het verslagjaar viel het verschij nen van het rapport van de Commissie Landbouwkrediet, ingesteld door de drie Centrale Landbouworganisaties en de beide Centrale Landbouwkredietin stellingen. De behoefte aan financie ringsmiddelen in land- en tuinbouw wordt hierin voor de komende 10 jaar op 600 miljoen per jaar geraamd. Naar de mening van de Commissie kan de voorziening daarin slechts verzekerd worden geacht, indien de investeringen in land- en tuinbouw tenminste voor de helft uit eigen besparingen der onder nemers kunnen worden gefinancierd en de boerenleenbanken voor de financi- ring van de andere helft kunnen blijven beschikken over een geltjk aandeel in de nationale besparingen als in het re cente verleden gpmiddeld het geval was. Zaterdag heeft te Rotterdam een toer nooi plaats gehad tussen pensoneelselftal- len van een aantal banken De uitslagen war er,; Vlaer en Kol. Utrecht—Piereon, Heldring en Piereon, Amsterdam. 00, R Mete en Zoonen, Rotterdamf. van Lan schot 's-Hertogenbosch 53. Vlaer en Kol —Met., en Zoonen 00. Piereon, Heldring en Pieiraon—Van Lanschot 51. Piereon, Heldring en PiereonMees en Zoonen 6-0. Vlaer en Kol—Van Lanschot 6—0 De Am sterdammers behaalden de eerste prijs me: 5 p.. 2 Vlaer en Kol 4 p., 3 R Mees en Zoonen 3 p.. 4 Van Lanschni o punten 'V ploeg van R Mees en Zoonen won hel wolileybaltornooi, 2 Van Lanschot, 3 Vlaer en Kol, 4 Dierson. Ceen discriminatie De inschakeling van de handelsbanken bij de gepremieerde ambt.enarenspaar- regeling, terwijl zulks niet het geval is bij de gepremieerde jeugdspaarrege- ling, is ten deze niet zonder betekenis. Het is imipers moeilijk aanvaardbaar, dat de spaarbankinstellingen eventueel onder voor haar ongunstige concurren- tie-omstandigheden alleen zouden wor den belast met de meest onrendabele takken van de gepremieerde spaarrege lingen en in de meer uitzicht biedende onderdelen daarvan ook de handelsban ken zouden worden betrokken. „Zonder voor de traditionele spaarbankinstellin gen een exclusieve positie te willen op eisen," aldus het verslag, „vragen wij ons af, of het niet zo zou moeten zijn. dat bij de uitvoering van de gepre mieerde spaarregelingen alle instellin gen worden betrokken, die zich openlijk aanbieden tot het aantrekken van spaargelden zonder daarbij een maxi- I mum grens aan de spaarinlagen te stel- I len" Tui bate van het Prinses Beatrix Polio- fo'.ds organise ent HCV op de Bevrijdings dag een adepiraintontipernooi op zijn ter reinen aan het Langepad In poule 1 zul len uitkomen Excelsior, Germinal, Hion, HOV en Neptunus en in poule 2 Sparta, Xerxes Leonidas, Aeolus en Unicum. De wedstrijden beginnen om half elf en de eindstrijd tussen de poulewinnaars om kwelt voor v;er Volwassenen betalen 50 kinderen 25 cent entree De deelnemende verenigingen hebben vrijwillige bijdragen gestort tot een tótaal van 280. 5. Toen hij 19 jaar was, deed André-Louis Gody zijn intrede bij het keurkorps der Zoeaven. Hij vocht in Algerië, hij vocht tegen de Russen en de Noren, hij vocht in dé Krim, waar hij same..i met de Engelsen, op 20 september 1854. de troepen van Manchikov verpletterend versloeg. Enige tijd later werd hij, omwille van zijn dapperheid en zijn imposante verschijning, gekozen uit vele Zoeaven, om voor de beroemde beeldhouwer Dielbot te poseren Deze wilde een Zoeaaf uit steeti bouwen, die zou pronken op de brug over de Alma. Op deze bekende Parijse brug, staan ook nog twee hengelaars en 'n artillerist Maar geen van de drie is zo beroemd als -de 5. meter hoge Zoeaaf. Aan zijn anatomische bouw meet men precies de stand van het Seine- water af. In 1910 reikte de waterspiegel tot aan zijn kin.'... m 10. Ook Parijs bleef door de eeuwen heen niet voor over stromingen gepaard. De oudste, die de kronieken vermelden, had plaats in het jaar 585. In 886 belegerden de JSTormandiërs Parijs en de Partjzenaars smeekten de hemel om hen te be vrijden van de verschrikkingen, die hen te wachten stonden. E« kijk: de volgende morgen overstroomde het water van de Seine de tenten van de Normandiërs en de veroveraars moes ten in allerijl hun biezen pakken. In .1196 werden de houten huizen aan de oevers een prooi van het aanstormende water, dat zelf binnendrong in het koninklijk paleis van Philip- Auguste. Ditmaal werden er processies en boetetochten gehou den, opdat de vloed zich zou keren. Wat inderdaad 24 uur later gebeurde 11. Maar niet altijd werden de smeekbeden van1 het Parijse volk verhoord. Maar al te dikwijls, werden de huizen afin 'de oevers van de Seine, in de woest-kolkende stroom meegesleurd, en zelfs toen men de houten bruggen verving door stenen, bleek dat nog niet afdoendeIn 1658 werd elk vorig re cord gebroken. Het water stond daar, waar zich vandaag aan de dag het Rond-Point van de Champs Elysées bevindt. Onaf zienbaar is de reeks kleinere overstromingen.1740, 1876 etc.. mm 12. 29 januari 1910. In de straten van de Franse hoofdstad, stond het water 1.50 meter hoog en men peddelde in roeiboot^ jes naar het Gare de Saint Lazaire. Het Seinewater kolkte de keukens van het Elysée binnen en de President van de Repu bliek moest het die dag met koude maaltijden stellen. Het me rendeel der Parijzenaars kon trouwens helemaal geen maaltijd krijgen. Het treinverkeer was volledig lamgelegd Alle tele foonverbindingen waren verbroken. Toeo de vloed zich einde lijk terugtrok, liet zij een stad achter, die ogenschijnlijk in een modderbad was ondergedompeld geweest. De schade beliep 10 miljard Fngnse francs gg i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1960 | | pagina 4