Romaanse kerk van West-Europa
D
1
1
Champignon van luxe tot
gerecht voor iedereen
CHA TEA U EN SUEÜE, een
toneelstuk van Frangoise Sagan
TOCHT DOOR ZUID-WEST FRANKRIJK
De pruimen van Villeneuve verschaffen de
gastronoom verrukkelijke ervaringen
KASTEEL AAN
DE GAVE
Forellen uit Béarn besproeid met
een witte Jurancon
Luchtige zedencomedie met
een ivrange nasmaak
ZATERDAG 4 JuN£ 1%C
ZW.FRANKRIJK
SPANJE
U
mms
I j
&v,
I
In TOULOUSE staat de grootste
N
BORDEAUX, juni.
Na een zwerftocht van een week door het zuid-westen van Frankrijk
hebben we nog geen auto of autobus met een Nederlands nummerbord
gezien. Nu is het vakantieseizoen weliswaar nauwelijks aangebroken,
maar het is eén feit, dat de Nederlandse toerist zich over het algemeen meer
aangetrokken voelt tot andere delen van „la douce France". Velen hebben
zuid-west Frankrijk vluchtig gezien op weg naar Lourdes, maar voor een
vakantie in het zuiden pleegt men het oostelijker te zoeken: aan de Rivièra.
In het gebied tussen de Middellandse Zee, de Pyreneeën en de Atlantische
Oceaan valt echter veel te genieten, zoals ons gebleken is tijdens een reis die,
voor een groep journalisten van Westeuropese landen, georganiseerd werd
door de Franse afdeling van de Europese Beweging. Men had deze reis vooral
opgezet om in de landen die, met Frankrijk, deel uitmaken van de Europese
Economische Gemeenschap belangstelling te wekken voor de snelle en om
vangrijke economische ontwikkeling van een Frans gebied, dat tot voor kort
nog weinig de aandacht trok. We zijn echter niet alleen onder de indruk
gekomen van de industriële en agrarische opkomst van zuid-west Frankrijk,
maar we hebben ook de schoonheid en de charme van deze streek leren
kennen, voor zover dat gedurende zo'n betrekkelijk korte reis mogelijk was.
Het terrein van onze verkenningen werd ongeveer gevormd door de drie
hoek Toulouse, Pau, Bordeaux, drie steden met een grote historie.
Een nachttrein uit Parijs brengt u op gerieflijke wijze in Toulouse, op drie
na de grootste stad van Frankrijk. De afstand van de Franse hoofdstad naar
de voornaamste plaats van het zuid-westen (681 km) is groter dan die van
Parijs naar Amsterdam, maar de verbindingen zijn goed; niet alleen per
trein, maar ook per auto kan men Toulouse snel bereiken.
„Toulousaines" en de bewoners van de
andere steden en dorpen van deze
streek doen bepaald hun best om het
de vreemdeling naar de zin te maken.
Dit hebben wij wel heel sterk ervaren
bij een bezoek aan het stadje Villeneu-
ve-sur-Lot, dat 139 km ten noordwes
ten van Toulouse ligt.
Als men uit het station komt, zou men
niet vermoeden, dat men zich in een
stad bevindt met bijna 300.000 inwoners.
De eerste aanblik is weinig imposant,
en het Canal du Midi, aan de overzij
de van het stationsplein, is maar een
smalle rustige waterweg. Nog minder
vermoedt men een stad te zullen zien
met een reeks prachtige historische
bouwwerken, als men aanvankelijk
slechts geconfronteerd wordt met lelij
ke 19e eeuwse huizen. Maar het cen
trum van Toulouse is rijk aan weerga
loze monumenten.
Onderweg zagen we vanuit onze ge
riefelijke autobus een licht glooiend
landschap met hier en daar een klei
ne boerderij met een dak van rode
pannen en gesloten grijze of groene
luiken voor de ramen. Men rijdt langs
tarweakkers, maar ook langs woeste
grond, en vee ziet men practisch
niet. Als men tenslotte, via Moissac
en Agen, Villeneuve nadert, komt
men in het land van de boomgaar
den. De kersen zijn al rijp, maar de
pruim de smakelijkste dingen te be
reiden. Het is allemaal beschreven in
een boekje ,,Le pruneau devant Ie
fourneau": pruimen bij de gebraden
duif, bij de haas, bij de eend; zalm met
pruimen, pruimenijs, pruimentaart etc.
Men heeft ons een voortreffelijk visge
recht voorgezet „Lamproie aux pru-
neaux" (Lamprei met gestoofde prui
men) en men heeft ons ook een be
roemde plaatselijke lekkernij laten
proeven: gedroogde pruimen gevuld
met pruimenpastei. Dit verfijnde snoep
goed wordt in ronde paarse blikken do
zen verzonden naar delicatessenwinkels
in vele grote wereldsteden.
Villeneuve, aan de rivier de Lot, heeft
een markt die omringd is met een eeu
wenoude galerij, maar het plaatsje, dat
17.000 inwoners telt, heeft één heel bij
zondere bezienswaardigheid: de 12e
eeuwse nederzetting Pujols, gelegen op
de top van een hoge heuvel. De ver
vallen witgekalkte huizen zijn omringd
door een hoge muur, waarin zich één
smalle poort bevindt. Er staan maar
enkele tientallen woningen, maar er
zijn twee kerken, waarvan er één
prachtige middeleeuwse fresco's bevat,
die men eerst kort geleden bij herstel
werkzaamheden, heeft ontdekt. De ac
tieve burgemeester van Villeneuve, die
lid is van de Franse Nationale Verga
dering en zelfs vice-president van de
Commissie voor Buitenlandse Zaken,
heeft alle reden om bijzonder trots te
zijn op zijn stadje, het centrum van de
pruimenteelt in Armagnac.
Van Villeneuve zijn we. via Agen,
naar Auch gereden, Hier, in het
land van Gascogne de streek
van Cyrano de Bergerac werd ons
aan het diner een gerecht gepresen
teerd van rivierkreeft in een saus die
was toebereid met oude Armagnac.
Tot de bijzondere genoegens van een
reis door Frankrijk horen bepaald ook
de maaltijden, en een boekje over de
Franse Pyreneeën, dat ons werd aan
geboden, bleek vooral te gaan over de
gastronomische attracties van de
lectie Franse en Vlaamse wandtapijten,
een der mooiste verzamelingen in
Frankrijk.
Niet alleen Hendrik de Vierde, maar
ook Louis-Philippe en Napoleon de Der
de hebben in deze burcht vertoefd, en
ook van de twee laatstgenoemden be
waart men er souvenirs.
Aan de voet van de heuvel waarop
het kasteel is gebouwd, vindt men de
beroemde wijngaarden van de Juran-
gon. Men heeft ons van de witte Ju-
rangon („Blanc de Blanc") laten ge
nieten, een droge, frisse, fruitige drank,
die voortreffelijk smaakt bij de zalm en
de forel van de bergstromen van Béarn,
zoals de streek rond Pau vanouds wordt
genoemd.
Van Pau zijn we tenslotte naar Ar-
cachon en Bordeaux gegaan, een
tocht van ruim drie uur. Als men
Dax is gepasseerd, wordt men plotse
ling verrast door een totale verande
ring in het landschap. Men bevindt
zich in de Landes, een vlakke dicht-
beboste streek. De slingerende bergwe
gen van de Neder-Pyreneeën lopen
Brug
uit de dertiende eeuw
Villeneuve-sur-Lot.
e trots van de stad is de basiliek
Saint-Semin, Frankrijks grootste
Romaanse kerk, en een van de
fraaiste vroeg-Middèleeuwse godshui
zen van het land. De achthoekige vijf
delige toren is al van verre aan het
einde van een smalle straat zichtbaar,
en spoedig staat men voor de westelij
ke gevel van het in rode baksteen op
getrokken gebouw.
De kerk, zo wordt
u door een gids
verteld, is oor
spronkelijk ge
bouwd als rust
plaats voor het ge
beente van de hei
lige Satumin, de
eerste bisschop van
Toulouse. In de
elfde eeuw werd
de St.-Semin voor
al bezocht door
pelgrims die van
het bedevaartsoord
van St-Martinus te
Tours op weg wa
ren naar het hei
ligdom van St.-Ja
cobus van Compos-
tella. Het gebouw
dat men nu ziet
werd in 1906 door
paus Urbanus de
Tweede geconsa
creerd, en het altaar
van bijna negen eeuwen geleden staat
sinds kort weer op de historische plek,
vóór de graftombe van St.-Saturnin.
De kerk lijkt niet groot, omdat het
dak, in het schip en in de zijbeuken,
door zoveel zware zuilen wordt ge
schraagd. Er valt ook weinig licht door
de schaarse kleine glas-in-lood ramen.
Tot de voornaamste bezienswaardighe
den behoort het levensgrote Romaanse
kruisbeeld in het noordelijke transept.
De gekruisigde Verlosser is hier afge
beeld met de voeten naast elkaar. Het
is geen gekwelde Christus, maar een
gestalte waarvan een diepe rust en
waardigheid uitgaan.
Als men de basiliek vervolgens aan
de zuidzijde van het schip verlaat, ziet
men boven deze deur een heel mooi
reliëf met een voorstelling van de Ver
rijzenis. Aan deze zelfde kant van de
kerk vindt men in een nis in de bui
tenmuur enige middeleeuwse graftom
bes van de Graven van Toulouse.
Les Jacobins
Loopt men, langs de bloemenstalle-
tjes die de St. Semin omringen, verder
de oude stad in, dan komt men al spoe
dig bij een andere beroemde middel
eeuwse kerk: Les Jacobins, een laat-
dertiende eeuwse stichting van de Do
minicanen. Merkwaardigerwijs bevindt
het altaar zich niet op de traditionele
plaats (aan het einde van het priester
koor) maar in het midden van de zij
kant van het schip. Deze Dominicaan
se nederzetting, die niet alleen een kerk
maar uiteraard ook een klooster om
vatte, was de oorsprong van de nog
steeds vermaarde Universiteit van Tou
louse. Les Jacobins wordt op het ogen
blik volledig gerestaureerd, en men
hoopt daar over vijf of zes jaar mee
klaar te zijn.
Maar al is het gebouw op het ogen
blik nog helemaal leeg (er ligt nog
geen houten vloer op de zandbodem en
er staat nog geen enkele bank), toch
krijgt men al een indruk van de vroe
gere luister, als men naar .Je roosvor-
mige kleurige glas-in-loodramen op
kijkt en als men opmerkt hoe een der
zeven 22 meter hoge zuilen, die het
schip in twee delen verdelen, in het
gewelf als het ware bladeren vormt,
als die van een palmboom.
Toulouse is een stad zo vol architec
tonische monumenten en musea, dat
men de beschrijving der voornaamste
bezienswaardigheden nog lang zou kun
nen voortzetten, maar al wil men nóg
zo kort zijn: het museum van de Au
gustijnen kan niet onvermeld blijven. In
een veertiende eeuws voormalig Augus-
tijns klooster is hier een unieke collec
tie middeleeuws beeldhouwwerk bijeen
gebracht, en alleen al het ontroeren
de madonnabeeld van ongeveer 1440 is
een bezoek aan dit museum waard, ter
wijl vervolgens de levensgrote en zeer
realistische terra cotta figuren van ano
nieme mannen en vrouwen van Toulou
se bijzonder treffend zijn.
De prefect van het departement
Haute-Garonne heeft ons. op een
ontvangst in het oude stadhuis
van Toulouse, gezegd, hoe belangrijk
hjj de bevordering van het toerisme
acht voor de economische ontwikkeling
van zuid-west Frankrijk. Welnu, de
Villeneuve
Moissac
Arcachon
TOULOUS
Lourdes
appels hebben uiteraard nu, ook hier
in het zuiden van Europa, nog een
groehe kleur, evenals de pruimen.
Dit is vooral de streek van de prui
men de blauwe. Over twee en een
halve maand begint de oogst, en bin
nen een week of zes moet dan alles
binnen zijn. Studenten en Spaanse sei
zoenarbeiders helpen bij de pluk, en de
drogerijen werken op volle kracht.
De lof van de blauwe pruim
In Villeneuve, in het departement Lot
et Garonne, weet men met de blauwe
streek, terwijl enige historische en eco
nomische bijzonderheden op de koop
toe werden gegeven.
Pau, toeristisch dorado
Van Auch, een stad met een indruk
wekkende kathedraal, reden we, langs
Tarbes. naar Pau, de hoofdstad van
het departement Basses Pyrénées, en
een belangrijk toeristisch centrum met
een groot aantal goede hotels. Pau ligt
op een hoogte van meer dan tweehon
derd meter boven het dal van de Gave.
Hemelsbreed is de stad nog geen hon
derd kilometer verwijderd van de kust
van de Atlantische Oceaan, terwijl ruim
vijftig kilometer ten zuiden van Pau de
toppen van de Pyreneeën de Spaanse
grens markeren. Het landschap is
prachtig, en men kan dat niet beter
uitdrukken dan met de woorden van
Lamartine: ,,Pau est la plus belle vue
de terre, comme Naples est la plus
belle vue de mer". Het is er bijna altijd
goed weer, zo heeft men ons verteld, het
waait er weinig en men heeft er zel
den regen. Het is overigens niet al
leen een stad met een wondermooie
natuur, het is ook een oord waar men
een stuk Franse geschiedenis kan te
rug vinden, want in het kasteel van
Pau, dat direct boven de vallei van de
bergstroom ligt, werd op 13 december
1563 Hendrik de Vierde, koning van
Navarre en later koning van Frank
rijk, geboren. Men toont u in een der
kamers van het slot een enorm schild
van een schildpad, dat, volgens de le
gende, het vorstelijk kind tot eerste wieg
zou hebben gediend. Het kostbaarste
bezit van het kasteel van Pau wordt
overigens gevormd door een grote col-
ae-
In het hart van Toulouse torent de basiliek Saint-Sernin, een van de fraaiste
vroeg-middeleeuwse kerken, hoog boven de huizen en het lover van het om
ringende geboomte uit.
eensklaps uit in kaarsrechte lanen. Links
en rechts ziet men, tientallen kilome
ters lang, niets dan hoge grijsgroene
dennen met kolossale dennenappels, en
met bakjes voor de harswinning tegen
de gedeeltelijk afgeschaafde stammen.
De ondergrond wordt vooral gevormd
door varens. Men kan soms tien minu
ten rijden zonder ook maar één bos
pad te bespeuren. Slechts hier en daar
vindt men een houtzagerij of een boer
derijtje, maar men ziet weinig mensen,
en op de asfaltweg is niet veel verkeer.
Wat een rust en wat een stilte! Als
men dan denkt aan de schaarse bos
sen in ons land, waar men overal stuit
op bordjes „Verboden toegang", of op
aanmaningen vooral binnen de paden
te blijven, benijdt men de bewoners
van de Landes 0111 dit stuk heerlijke
natuur. Wat een ruimte, wat een vrij
heid! De toerist uit het overbevolkte
Nederland kan hier genieten. Op onze
tocht hebben we ook sporen gezien van
bosbranden: bomen met donkerbruine
dode naalden, en op de grond zwart
geblakerde stammen. Maar men heeft
deze bosbranden gelukkig kunnen be
dwingen, zodat de geteisterde gebieden
nauwelijks afbreuk doen aan de schoon
heid van het hele schier eindeloze woud.
Een tocht door de Landes is een open
baring. Het is voor ons Nederlanders
een van de meest betoverend» streken
van het mooie zuid-west Frankrijk, al
zijn we meer geneigd de bergen te zoe
ken dan het vlakke land.
H. Br.
Het gebruik van paddestoelen voor
consumptie is in Nederland pas
korte tijd gemeengoed, want tot
voor de laatste wereldoorlog kon nau
welijks gesproken worden van cham
pignonteelt. Voordien werden we)
champignons voor consumptie ge
bruikt, echter op zeer kleine schaal en
dan geen gekweekte champignons,
maar champignons die in de vrije na
tuur waren verzameld. Hierbij kwam
nog dat het verzamelen van champig
nons alleen voorbehouden was aan
kenners, vanwege de hoge giftigheid
van een akntal op champignons gelij
kende paddestoelen.
De teelt van champignons heeft in
Nederland een grote vlucht genomen
en de telers kunnen trots zijn op een
niet onaanzienlijke export. Telkenjare
breidt zich de nog betrekkelijk jonge
cultuur uit, zelfs zo, dat men reeds is
overgegaan tot de stichting van een
proefcentrum voor de champignoncul
tuur in het teeltcentrum Horst, waar
men tracht het grote aantal teeltproble
men op wetenschappelijke wijze tot
een oplossing te brengen.
Door middel van een stand op de
Floriade trachten de gezamenlijke
champignonkwekers het waas, dat al
tijd om hun produkt gehangen heeft
weg te nemen, en wij zijn er zeker
van dat, wanneer het Nederlandse volk
de champignon leert waarderen en
minnen, de champignonteelt een gouden
toekomst tegemoet gaat.
Frankrijk kan met recht de moeder
van de champignoncultuur genoemd
worden, want omstreeks 1650 al wer
den in de omgeving van Parijs cham
pignons gekweekt. Van daar uit heeft
de teelt zich als een olievlek over
West-Europa en Noord-Amerika ver
spreid. Voor wat Nederland betreft
sp"eken de eerste berichten over cham
pignonteelt in Haarlem, omstreeks het
jaar 1825: in 1892 was er een kwekerij in
de Fluwelen Grot in Valkenburg. Later
vooral ook geschiedde de teelt in de
grotten van Zuid-Limburg. Aanvankelijk
teelde men in de open lucht, later on
der glas en in grotten en op het ogen
blik bijna uitsluitend in speciale cham
pignonhuizen, waar men temperatuur
en luchtvochtigheid goeddeels in de
hand heeft. Het gaat er dus niet om
dat het licht weggenomen wordt, zo
als abusievelijk wel gemeend wordt,
want een champignon kan zeer goed
in daglicht groeien.
In ons land zijn op het ogenblik meer
dan vijfhonderd champignonkwekers
die gezamenlijk meer dan 2.500.000 kg.
champignons produceren. Een snelle
toename wordt belemmerd door het re
latief grote risico dat men loopt, want
soms treden flinke oogstredukties op
door oorzaken die niet of maar gedeel
telijk bekend zijn. De kwekers mogen
zich dan ook gelukkig prijzen dat ze
sedert 6 juli van het vorig jaar be
schikken over een modern proefstation,
waar met actuele middelen door een
ervaren staf wetenschapsmens® oP
tracht wordt de bestaanszeker
hun bedrijven te vergroten. aVo^'
Een champignon is het bovehj zjc)i
de
d'
se deel van een schimmel, die
/oor het grootste gedeelte ond®
grond bevindt. Zoals de meeste d®1^
destoelvormende schimmels
base
de
voor si-
champignon tot de orde der
myceters; de soortnamen p5i
witte en bruine champignon I"
liota hortensis en psalliota bis!' .^gV'
speciale bedrijven wordt chamP^ be-
el'
broed geproduceerd, waarin .^0
halve een voedingsbodem sclll.[t de'
draden bevinden. Nederland hee btped
ze bedrijven zelf niet, zodat alle^,raj
geïmporteerd dient te worden. tjJK'
rijk en Engeland zijn onze bclarri0e1'
ste leveranciers. De dunne s an ge*
draden, ingeleed in een laag x grgef
fermenteerde paardemest,
.JHHHadenah»1 {ot
maar kunnen zich ook verenig®11 „s
dikke strengen, waaruit op de gflf
van dekaarde en mest de knOPPf tot
staan, die op hun beurt uitSr0ÊT,jStie'
de champignon, met zijn karak e
ke steel en hoed. unnen
Na verloop van enige tijd N-tje^
de eerste champignons geoogst t ge
in welk stadium van de grof' ee'
beurt hangt af van het feit. of 0oê'
ste, tweede of derde kwaliteit b®
sten. Mooie gesloten champign.reage'
horen tot de eerste soort en ge
de hoogste prijs per kilogram ae
opende champignons vallen °n
derde soort. i orS of]
Er is alle reden v
de toekomst met vertrouwen
oor de
ue vertrouwen gtrijO
te zien, hoewel een voortduren" 2»
tegen gevaarlijke parasieten
blijven. Bij de bestrijding van n U
plagen wordt steeds min"e,F_r;en('j?
u„cval overgelaten, terwijl Wy
steeds meer bekend wordt ie'
achtergronden van door ervan
rijpte teeltmethoden. \'®n
De moeilijkheden die blijven zjj t s®'
economische aard en kunnen h0Üd>fl,
mengevat worden als de Ye KcdeL'
tussen vraag en aanbod, wat lol to®
en
toeval
land betreft zijn we nog lang
niet
aan het consumptieplafond. i
export betreft klinkt het veelne: pgi
dat de consumptie per inwone püjtS'
jaar voor België lager en voor n il>
land zelfs aanzienlijk lager ''8®, coF
Nederland. Overigens ligt ook d
sumptieverdeling binnen ons la!_„ E
lesbehalve gelijkmatig; zo
werd
het jaar 1951 in Maastricht e
zesmaal zoveel champignons h
als gemiddeld in heel Nederlano-
Een van de levensgrote en zeer realistische terra cotta figuren in het Musèe des
Auguslins, een in een veertiende eeuws voormalig Augustijns klooster onderge
bracht museum te Toulouse. Dit. beeld van een onbekende is uit het einde van
de vijftiende eeuw.
Het eerste toneelstuk van Frangoi-
»e Sagan, Chateau en Suède, heeft
9 maart zün première beleefd in
het Theatre de l'Ateller te Parijs. Een
kleine twee maanden later is het in
druk verschenen bü René Julliard, die
ook haar vier romans heeft uitgegeven.
Het wordt slechts aangeduid als „Théa-
tre". Men zou het een zedencomedie
kunnen noemen.
Het stuk lezende ervaart men spoe
dig, dat de schrijfster zich nadrukkelijk
van de gewone werkelijkheid heeft ver
wijderd. De titel is daar blijkbaar reeds
een vingerwijzing heen. Chateau en Es-
pagne lijkt er immers nauw mee ver
want. De personages en de omstandig
heden, waarin zij in het Zweedse kas
teel verkeren, zouden dat voor een
averechts luchtkasteel kunnen doen aan
zien. Er is in wat zij zijn en doen een
zweem van de werkelijkheid aanwezig,
maar deze wordt vertekend, doorgetrok-
I ken tot in het absurde toe met alle uiter
lijkheden van de mooie droom, maar
in de kern afschuwelijk.
Zij vormen een kleine, in zich zelf
besloten samenleving, waarin geen en
kele moraal geldt. De enige zwakke
norm, waaraan zij zich enigszins hou
den zjj het onder een zekere finan
ciële pressie is de eer van de fami
lie, de traditie. Hieraan wordt vrij strikt
de hand gehouden door Agathe, onge
trouwd en veertig jaar oud. Zij en haar
getrouwde broer Hugo delen samen het
familiebezit, waarin haar aandeel zo
groot is, dat hü zich geen onmin met
haar kan veroorloven, wil hij zich finan
cieel en maatschappelijk handhaven. Hij
schikt zich dus naar haar wensen en
kleedt zich thuis bijvoorbeeld in kos
tuums, zoals dié ten tijde van Lodewijk
XV gedragen werden. Bovendien is hij,
toen hij genoeg kreeg van zijn eerste
vrouw, niet van haar gescheiden. Dit
zou ie lamilie-ecr, en derhalve ook zus
Agsttie, niet gedoogd hebben. Hjj heeft
haar officieel dood laten verklaren en
in het bijzijn van haar treurende fami
lie doen begraven. Intussen leeft zjj nog
en leidt een enigszins verscholen be
staan in het kasteel, w;aar zij zich een
beetje vreemd gedraagt, zodat zij de
bijnaam Ophélie heeft gekregen. Hij is
inmiddels hertrouwd met Eléonore, 28
jaar oud. Deze heeft in Parijs in gezel
schap van haar broer een aantal genoe
gens leren kennen en een ongebonden
leven, waarvan het gemis slechts ten
dele vergoed wordt door het comfort
van haar huidige huwelijk, waarin overi
gens wel van een soort genegenheid spra
ke blijkt te zijn. Haar broer en com
pagnon houdt haar ook hier gezelschap,
niet helemaal uit vrije wil, gedwongen
door gebrek aan eigen bestaansmidde
len.
Dit is de situatie, waarin Frangoise
Sagan haar spel laat beginnen. Dat ge
schiedt op het ogenblik, dat een jonge
neef komt logeren. Het blijkt dan een
soort dubbel spel, dat zij speelt. Het
milieu is in de inleidende scène duide
lijk genoeg getekend om te doen ver
moeden, dat het snel in de richting van
een driehoeksverhouding zal gaan. Een
gaarne gebruikt thema, dat hier spits
vondig gevarieerd blijkt. De inzet is niet
alleen het verdrijven van de verveling
door het oproepen van een nerveuze
spanning, waarbij de amoureuze verhou
ding niet doel is tenzij voor de jonge
neef maar slechts middel.
Dit vraagt een bijzondere gesteld
heid bij do optredende mensen. Dat
het bijzondere types zijn is reeds ge
bleken uit de summiere schets van
hun situatie. Hun singulariteit blijkt
bovendien hieruit, dat zij geen enkele
scrupule kennen, elk spoor van wat
wij geweten noemen, missen. Zij spe
len gezamenlijk een hyper-intellec
tueel spelletje met de jonge neef. Zij
verschijnen steeds duidelijker als
exemplaren van de animal rationale
in de meest beperkte zin: een met
rede begaafd dier. Bovendien is élk
gevoel hen vreemd, tenzij men hun
verfijnd sadistisch genoegen aan
de langzaam 'groeiende paniek bij de
jonge man in de sector van gevoel
wil onderbrengen. Dat de broer van
Eléonore van het begin af aan met
het spelletje meedoet, is duidelijk ge-
- noeg. Eléonore voegt zich spoedig Dij
hem. Maar zelfs de bedrogen echtge
noot blijkt er in betrokken. Aanvan
kelijk lijkt hij te ongecompliceerd om
iets te vermoeden. Men krijgt nauwe
lijks achterdacht, wanneer men hem ziet
verschijnen met het lijk van een oude
huisknecht, die hij in een vlaag van
woede onder de ogen van de jonge
minnaar heeft doodgeranseld. Pas la
ter blijkt, dat hier van een sinistere
grap sprake is geweest: de huisknecht
is volledig ongedeerd gebleven. Dan
is de neef al de sneeuw in gevlucht,
die het kasteel, zoals iedere winter, vier
maanden volledig van de buitenwe
reld afsluit. Alles blijkt er dus op ge
richt geweest te zijn om hem tot die
vlucht te bewegen.
Zijn lot wordt pas op het laatst ont
huld. De familie, weer onder elkaar,
zit dan heel vredig bijeen. De officieel
dode Ophélie verwacht een baby van
de broer van Léonore. Een tafereel
tje van huiselijk geluk, geeft Frangoise
Sagan aan. Dan komt de oude huis-
kecht binnen met een brief voor Aga
the. Zij leest die en zegt:
Oh nee, nu overdrijven ze toch. Ze
sturen ons alweer een neef: Eric Et-
tingen, Drie jaar geleden was het die
arme Gund, toen die Vladimir, het
vorig jaar Christian, van de winter
die arme FrédericEn jullie weten
nog wel hoe ze ook die teruggevonden
hebben. Zulke povere beenderen
Straks is er geen druppel jong bloed
meer over in Zweden.
Het gezelschap zit een paar ogenblik
ken peinzend bij elkaar. Dan zegt Eléo
nore dromerig:
,,Hoe zal die Eric Ettingen zijn'.'"
Het zou een bijzonder luguber spel
letje wezen, als Frangoise Sagan er niet
in geslaagd was het zo duidelijk van de
realiteit verwijderd te houden. Zij tekent
in beginsel menselijke verhoudingen, zo
als die inderdaad voorkomen, maar voert
die in een licht badinerende toon, die
zij )ot het e!n-'e top volhoudt, op de spit?
.<4
•V - '-V
M
FRANCOISE SAGAN
met een ironie en een sarcasm?'^
een opmerkelijk effect hebben. Zv jjjP
de suggestie, dat haar figuren vol* pu
overtuigd zijn van hun gelijk SjG Vf
goed recht op wat zij doen. w t)e,
schertsend zeggen en overdrijven
weren onthult een gedragspatroon. p0(
voor hen zelf volkomen redelijk en
maal is. Voor de toeschouwer e nAi.i
de lezer is deze achtergrond v0iéW,
rend ongerijmd. Het aangehaalde rrfl«
over de voorgewende dood en be» m
nis van Ophélie kan dit aantonen e
figuren in het stuk vinden dit e?'nlj^L
aanvaardbare oplossing. De toescn" e(
blijft zich de onwaarschijnlijk'^1
van voortdurend bewust. Deze „plrt
tussen de opvattingen van de %eSJLg$e'i
figuren en die van de loescfo
brengt het humoristische effect 'Gpii'6
Men moet de hier beoogde s3:
ving met ironie en met sarcasme kl e'
bekaken, om dat effect te bereiKrt,!)1
men moet over een niet gering s',tr®
vermogen bezitten, om het do® .6rj:
fend tot het einde toe vol tp al'wi
Strikt genomen onthult het sPe'JVf,
lacnend een iungle van decadent1®..
allerlei uiterlijke lekenen van ver"11,£"
beschaving. Men blijft glimlachen e ^1°
seft pas op het eind. hoe wrang
tedencomcdie eigen ijk is