Waar horen de torenhuizen thuis? UTRECHTSE TORENFLAT ROEPT GEEN RUIMTE OP De mens is een ruimtedier Handwerk basis voor hanteren machinepark Gemeentelijke herindeling van Goeree-Overflakkee Opening Zuid-Hollanddagen Schoenherstellers in Emporium rmm I Ir Pastoor gedood door kolendamp Bromfietsdieven opgespoord ILangere startbaan MISSIEBISSCHOP IN CONFLICT MET GROTE PARTIJEN Succesvolle actie vat1 Haags burger 4gent van verboden loterij betrapt NZH N S C—N D C WOENSDAG 9 NOVEMBER 1960 Het zal rond veertig Jaar ge ledien zijn, dat ir. A. Siebers na een aanvullend studie jaar ia Amerika naar het vader land terugkeerde. Hij bracht een vracht notities mee en putte daar uit voor een reeks onderhoudende artikelen in De Maasbode. Ik her inner me uit die artikelen maar één zinsnede, maar het is juist degene die ik hier nodig heb. Het ging over de wolkenkrabbers, waarvan iedere stad die zich res pecteerde er toch minstens één moest hebben. Hier komt het zin netje: „Dat hoort erbij als de oli fant m het drcus". door prof. ir.- M. J. CRANPRÉ MOLIERE „Plasticinfectie" Twee prijzen voor patroon IN NYASSALAND: Politie nam inleggelden (10 mille) in beslag Roer niet te veel in onze oude binnensteden We hebben daar toen om geglim lacht. „Die naïeve Amerikanen toch", zeiden we bfj cms zelf. Nu lach ik niet meer: nu willen wjj het ook. Wjj wil len ook olifanten in onze tent. Wt) wen sen niet minder Jong, niet minder Ju veniel te ztJn dan de Amerikanen. Het is nu aan deze elephantiasis dat ik, op gewekt door een geharnast artikel van Jan Engelman over het torenbouw-plan op de Neude te Utrecht (in uw blad van 22 oktober), een beschouwing wil wijden; en wel aan de torenflat meer in 't algemeen, als tijdverschijnsel. Ik veronderstel nu dat alle argumen ten. die worden aangevoerd ten gerie ve 'van werk- en woontorens, by u vol doende bekend zijn. Misschien ook niet; dan is het zoveel te beter. Want het zijn niet de cijfers en argumenten die over ons lot beslissen, maar een ge heimzinnige, verborgen heerser, een hardnekkige anonimus, namelijk het menselijk instinct. Wat heeft dit machtige instinct, dat in het hart van mens en dier is geves tigd, te zeggen? Waarop is het gericht? Het is gericht op de verwerkelijking van de natuur. Nu, van nature zijn we symbool-dieren. Zo zou men de mense lijke natuur zelfs kunnen definiëren. Laat ik om niet uitvoerig te worden daarvan stilzwijgend mogen uitgaan. Ons instinct is gericht op het symbool als vorm van zelf-expressle. De grafo* logen wisten het al lang. De Kerk heeft het altijd geweten. Sinds kort weten de pathologen het ook. Of het ook voldoende bekend is aan de apostelen van het functionalisme, dat Is een andere vraag. Ze kijken wel heel eenzijdig naar de tegenoverge stelde kant Ze kijken zo aandachtig naar de sakelijke motieven, dat het hun wel eens ontgaat dat het Instinct, gestoken in het kleed der zakelijkheid, zich ook in hun werken niet onbetuigd laat Het is nu mijn bedoeling te gaan onderzoeken in welke architectuur symbolen de mens van heden zich bij voorkeur uitspreekt Het komt me voor dat met het to renhuis en met zijn antipode, de bunga low, twee van de voornaamste, zo niet de allervoornaamste zijn genoemd. Welk woord spreken deze beide bouw typen uit? De bungalow spreekt onmis kenbaar van de eenzaamheid, die ons in deze eeuw zo goed bekend is en die Dok op andere terreinen, zoals dat van de psychologie en van de literatuur, in het brandpunt komt. Het torenhuis, dat or b verder zal bezighouden, getuigt van massificatie. Maar de massamens is evengoed eenzaam als de teruggetrok ken buitenman. Het torenhuis staat dus in een leegte. Ik kom daarop terug. De massamens is inwendig ledig en hunkert daarom naar buiten. Ook dit komt in het torenhuis tot uitdrukking doordat het rondom is bekleed met glas. Het registreert in een taal, die de dui delijkheid heeft van het symbool, wat we werkelijk op weg zijn te worden. Daarom is het torenhuis ons uit het hart gegrepen. Daarin is de werfkracht, de onweerstaanbaarheid, van dit bouw type gelegen. Dit is dus de juveniele wijze waarop wij heden betuigen, dat we een groot tijdperk van de geschiedenis ingaan en dat we vastbesloten zijn ons aandeel daartoe bij te dragen, al moeten we Rotterdam; Maastorenflat van Maaskant. ook daarvoor de kroon van ons per soon-zijn afleggen. Wie zal dit veroordelen? Is het niet eerder lofwaardig? Kan in dit vroege uur, waarin de springvloed van nieu wigheden over ons komt. meer van ons worden gevraagd? En ais dit zo is, zal men dan niet wensen dat zulke torens niet alleen aan de zelfkant, maar ook in het hart van de stad verrijzen, zoals nu in Utrecht? Als de oude stad, om nog verder te vragen, daarmee in be ginsel wordt opgegeven, is dat dan niet juist het bewijs van ons vertrouwen in de grote tijd die we thans binnengaan? En tenslotte, wat wil men, mag men de oude steden laten sterven en tot een oneigenlijk museum laten verworden? Welk recht heeft het verleden nog op ons? Afsluiten Op deze vragen kan een eenvoudig antwoord worden gegeven. Dit ant woord is dat we, door ons op te sluiten in het heden, ons ook afsluiten van de nieuwe tijd. Het heden is een schakel in de keten tussen verleden en toe- beoogt iets anders. Laat ik dit aan de hand van de Utrechtse torenflat trachten te omschrijven. Dit toren huis munt uit door gladheid, doorzich tigheid en homogeniteit. Het gelijkt een bergkristal. In deze karakteris tiek ligt waardering en kritiek; alle waardering die u maar^ wilt en alle kritiek die u wellicht niet zult wen sen. In elk geval resoneert het op de geest van de tijd. Deze tijd immers Is gericht op strik te eenvoud en op indringendheid en onmiddelijkheid van uitdrukking. Tot aan ontbloting toe. Ja, deze term schijnt voor alle facetten van het leven te gel den. Hij geldt voor de zin van oprecht heid, daarbovenuit tot in de mystiek en daaronder tot aan de gebieden van zakelijkheid en van lichamelijkheid. De ze ontblotende tendens geldt ook voor de architectuur en hier gaat ze uiter aard gepaard met schaalvergroting. Het torenontwerp voor het centrum van Utrecht blijkt daaraan te beant woorden. Het is hoog en zeer eenvou dig van verschijning. Eigenlijk niet eenvoudig, maar eenzinnig. Daardoor niet te vermijden. En waar ze gemaakt wordt, is er de breuk met het verleden. Nu zullen veel van mijn vakgenoten zich tekort gedaan voelen. Niet waar? Het is er u juist om te doen het huis te openen op de wereld? U maakt het zelfs zo, dat men niet eens bemerkt waar men het huis binnenkomt. Zeker, ik erken uw goede bedoeling. Ik heb eerbied voor iedere echte overtuiging. Maar ik heb de mijne. Die zegt me dat iemand, die sprekende zijn woorden laat ineenvloeien, niet spreekt, maar bazelt. Dat iemand, die schrijvende de letters laat uitlopen, niet schrijft, maar knoeit. Da- iemand die de mensen sa menbrengt tot een massa geen ge meenschap sticht, maar de chaos ont ketent. Ik spreek omdat ik er zeker van ben. Ik ben er volkomen zeker van, dat iemand die ruimten doet vervloei en geen ruimte schept, maar ledigheid laat. En ik durf het ook te zeggen om dat ik het herstel alweer zie intreden. Het gaat hier over het a.b.c. van de architectuur. Laat me er dus iets meer van mogen zeggen. Ruimte ont staat niet door een afscheiding met coulissen. Ze ontstaat niet zonder iets dat aan het ledige is tegengesteld, dus niet zonder plastiek. Wij kennen nu eenmaal uitsluitend door tegen stelling, door bevestiging en ontken ning, omdat we zelf staan tussen zijn en niet-zijn. Men bouwt heden in glas gordijnen. Goed. Maar een glasvelum is niet plastisch. Men blijft ermee in een, wellicht schitterend, voorhof van de architectuur. Laat ik dan op dit a.b.c. nog wat dieper mogen ingaan. Want alles komt voort uit één beginsel, en als we het daarover eens worden, dan komt de rest vanzelf: een waaier van mogelijk heden, alle verschillend gericht, onder ling één. Dat de architectuur ruimte-kunst is, dat, hoe men het ook doen mag, haar onveranderlijke doel blijft aan de mens zijn passende ruimte te geven, daarover is iedereen het wel eens. Maar bij het ruimtebegrip zelf gaan de wegen uit een. Sommigen maken weinig onder scheid tussen leegte en ruimte, anderen zelfs in 't geheel niet; weer anderen, en daartoe behoor ik, en naar ik meen ook ons hele voorgeslacht vanaf de tempelbouwers toe, gaan uit van de tegenstelling tussen beide. Onder ruimte versta ik de aan de mens aangepaste uitgebreidheid, een omgeving dus waarin hij zijn eigen aard en plaats heeft uitgedrukt; die dus spreekt, die een symbool is, van de heerschappij van de mens over de cosmos. Het specifieke werk van de mens bestaat erin leegte om te schep- komst. Het leven is een keten, niet al leen biologisch, ook cultureel. Een lang leven is, volgens de Schrift, alleen weg gelegd voor die volkeren die eerbied hebben voor het voorgeslacht. Maar zo wil ik er me niet van af ma ken. De vraag is juist, wat men van het verleden heeft te erkennen om. in de kracht van dat inzicht, een nieuw tijdperk te kunnen ingaan. Bij de bespreking van dit punt zal Ik me zo strikt mogelijk tot de hoofdzaak bepalen. Ik bepaal me tot één gemeen schappelijke trek die is waar te nemen aan de bouwwerken vanaf het oude Ro me tot aan die van Berlage toe. Al de ze werken zijn ruimte-scheppend. Ze laten inwendig ruimte ontstaan, buiten zich roepen ze ruimte op. Zo wordt het inwendige met het uitwendige verbon den, niet door vervloeiing of transpa rantie hetgeen de moderne middelen zijn maar door een ruimtelijk com positum. Uit de compositie van deze composita groeit dan de stad. Of men nu de huizen zij-aan-zt) samendringt om kleine pleinen en smalle straten, zoals eertijds, of ze wijd uiteenlegt, zoals nu, dat maakt geen wezenlijk verschil. Al leen is voor deze tijd de vlucht uit de ruimtelijkheid in de wijdheid zonder meer gemakkelijker geworden. U moet namelijk weten dat tussen ruimte en alleen maar wijdte eenzelfde onder scheid bestaat als tussen muziek en la waai. De moderne architectuur als het geoorloofd Is een zo geschakeerd ge- Bied onder één noemer te brengen ook niet groot, maar mateloos. Hierin stemt het met het kristal overeen, dat geen eigen schaal'en geen eigen struc tuur heeft. Daarmee Is dus de kritiek al Inge zet. Toch gaat het me om iets anders dat nog meer het wezen van de archi tectuur raakt. Deze toren heeft name lijk ook met het kristal gemeen, dat hij zuiver autonoom is gedacht. Hij staat er. Hij is voor zichzelf alleen. Er wordt geen ruimte opgeroepen, noch Inwen dig, noch naar buiten. Dat de architect zich zich op het paleis op de Dam beroepen heeft is verklaarbaar: dit is, b(j mijn weten, het eerste gebouw in Nederland dat afwijzend naast zijn buren staat in een ondefinieerbaar ledig. Deze kritiek, die het hart van de ar chitectuur raakt, geldt voor de meeste torenhuizen. Daarmee zijn onze archi tecten, helaas, een slag achter. Want onze filosofen en theologen weten reeds lang dat het persoon-zijn bestaat in een „être soi étant 5 un autre". De ar chitectuur is gelegen in het deelheb ben aan de stadruimte. Schoorvoetend gaat men met de nieuwe torenbouw ook wel die kant op het nieuwe kantoor- ontwerp voor Philips te Eindhoven be wijst het maar toch is de fout bijna gen werd een derde prijs toegekend e® wel aan J. van Haasteren uit Schïeda de klasse van het machinale werk. De werkopdracht bestond uit het stellen van een paar schoenen. De w tijd het herstel werd door de aeei mers thuis verricht was ongelirrntc Het ging erom een resultaat te ver* - gen dat mocht gelden als i;.een Juw van een gerepareeiile schoen". t 4" Een deel van het ingezonden werk in Emporium is geëxposeerd bij gew3 heid van de vijfde Zuid-Hollanddagen aisteren en vandaan werden gehoua ROTTERDAM, 8 november. In ge bouw „Emporium" zijn gisteren voor de vijfde maal de Zuid-Hollanddagen begon nen voor de schoenmakers. Deze jaarlijks terugkerende vakwedstrijd voor Zuid- Holland met daaraan verbonden een vak- tentoonstelling, werd geopend door de voorzitter van de Stichting Vakopleiding in de schoenmakerij, de heer H. Snieder. „De plasticinfectie waar ons vak aan geleden heeft, kon geen schade aan het ambacht toebrengen", aldus de heer Sme der. „Door gebruik van vervangingsarti kelen bij de fabricage van schoenen wor den deze bij slijtage vaak onherstelbaar. Het is overigens de vraag of wij, schoen herstellers, de reparatie indien deze mogelijk was van dit schoeisel zouden ambiëren. De vervangingsmaterialen be tekenen voor de produktie van de schoen hersteller vaak een rem. Het werkaanbod is er echter niet noemenswaardig door gedaald. Het is evenwel zaak, dat er door de schoenmakerijen een zo groot moge lijke service wordt gegeven en dat de produktiecapaciteit in evenredigheid blijft tot het werkaanbod. Een schoenhersteller zoals men die tien jaar geleden zag wer ken, is thans ondenkbaar. Ook de mecha nisatie heeft haar intrede gedaan in ons vak. Het is echter onmogelijk dat er goed werk met behulp van een machinepark kan worden verricht, zonder dat de her steller het handwerk terdege beheerst. Deze gedachte is dan ook de basis waarop de vakopleiding is gebaseerd". Van de ongeveer 1620 schoenherstellers in de provincie zonden er dertig een werkstuk ter beoordeling in. Zowel de eerste als de tweede prijs werden ver overd in de patroonsklasse door M. van der Schans uit Delft in de machinale en in de handwerkklasse. Bij de nleuwelin- AKMtevdcwK Hoogbouw kt Stotermeer. pen tot ruimte. Hoe vertrouwd we hier mee mogen zijn, het is iets geheel bui tengewoons. De mens heerst werkelijk over de uitgebreidheid, hij alleen; en, om het precies te zeggen, onmiddellijk beschikt hij over niets anders. Maar door het werkelijk te doen, maakt hij de wereld herbergzaam, dat is; tot een gelijkenis van het paradijs. Niet zonder begrenzing Nu is één ding zeker; ruimte ontstaat niet zonder begrenzing, evenmin als muziek zonder Beperking van duur. Zo dra men de taal van de ruimte niet meer verstaat wordt de begrensdheid tot een kwelling. De vlucht begint. Naar buiten; de bungalow, naar boven; het torenhuis. De torenflat op de Neude zal aan deze beklemming en de ze vlucht uitdrukking geven. Zal men ervoor capituleren? In elk geval zal de weerstand niet krachtig zijn, want al len zijn we gegrepen, tenminste ge raakt, door het tijdsverschijnsel, dat te recht de „obsession du fini" is genoemd. Het heeft lang gedreigd; in de Gothiek vinden we er al de sporen van en in de Barok de duidelijke trekken. Maar eerst nu is de breuk geslagen. In deze eeuw van overmatige belangstelling voor de eindige dingen is de keten ge broken. Het instinct revolteert. Het eist symbolen van eindeloosheid. Welke kracht hebben dan nog redelijke over wegingen? Laten we dan, al zou het alleen ter verademing zijn, een blik slaan in de werkplaats van de voorouders. Nemen we een beperkt terrein: de stads gracht. Als verkeers-ader is het een (verblijf-) ruimte in fageleide zin. Nu gaan we eens na, hoe men eertijds is te werk gegaan, om daaraan het meer edele verblijf-karakter te ge ven. Het verdiepte water draagt ze ker tot de rust bij, maar dit staat nog aan de functionele kant. Vrijwil lig zijn al de lichte buigingen, die een zekere beslotenheid geven en de vaart een weinig afremmen. Vervolgens treffen ons de boomalleeën, over het water heengebogen, en het mozaïek van het plaveisel. Dan komen ter weerszijden de stoepen en vooral de overhellende gevels. Deze hebben iets van een gelaat: Ze beantwoorden on ze blik. Dit zi)n nu stuk voor stuk ruimte scheppende middelen, waardoor ver- keersbundels toch een wezenlijk woon- baar karakter verkrijgen. Een enkele wandeling door de Domstad zal het u bevestigen. De eigentijdse architectuur werkt met andere middelen: de moderne huizen to nen ons bij voorkeur hun benen, hun buik of hun rug. Wat Maaskant heeft willen uitdrukken, laat ik in het midden. Wel mag er aan worden toegevoegd dat er reeds een kentering plaats heeft en dat men steeds meer huizen ziet verrij. zen die een gezicht vertonen. Natuur lijk met geheel andere middelen dan voorheen. Dergelijke vergelijkingen met het ver leden zijn hachelijk. Men krijgt de naam de klok te willen terugdraaien. Maar in Utrecht: Torenflat in aanbouw. feite zou ik ze wat sneller willen doen lopen. Want zolang we bevangen blij ven door de „horreur du fini", komen we niet aan de eigenlijke architectuur toe en evenmin aan de oplossing van het vraagstuk der binnensteden. De uit gangspunten zijn te veel aan elkaar te gengesteld. Het is waar dat de schaal vergroting die deze tijd gebiedt en de eenvoud van compositie die hij eist, een afstand scheppen met het verleden. Maar dit betekent nog geen breuk. Niet door de kracht van deze tijd, maar door de zwakte, door het verzet tegen alle beperking, is de scheuring veroorzaakt. En zolang deze niet overwonnen is, zal men torenhuizen en bungalows bouwen die geen aandeel hebben aan de stads ruimte. Zolang zal men de oude stad aftakelen, telkens als stoepen worden opgeruimd, grachten gedempt, bomen gerooid, doorbraken geforceerd en ge vels worden neergehaald. Zolang zullen stad en land ieder jaar meer onher bergzaam worden. En zolang zullen on ze denkers en dichters blijven klagen over de onbehuisdheid van een wereld, waarin ze tegen hun wil zijn geworpen. Daarom zou ik wensen dat we hier weer bovenuit kwamen. Dat onze bin nensteden verslijten en dreigen tot. een levenloos museumstuk te verworden, dat is niet noodzakelijk. Blijkbaar wel voor ons. De problemen zijn zeker niet eenvoudig, maar men stelt het vals voor door ze voor onoplosbaar te verklaren. Onoplosbaar zijn ze alleen voor ons. Uitweg Waf staat ons dan te doen? Het voor beeld van Utrecht navolgen en door cen trale torenhulzen te preluderen op een totale omvorming van de binnenstad? Dan gaat een stedelijk kunstwerk ver loren; maar wat in de plaats komt zal geen kunstwerk zijn en ook geen stad. Dat wordt met enkel schaalver groting, abstracte en astrale bouwwer ken en een wrijvingloos verkeer niet bereikt. Daarvoor zijn ruimtescheppen de werken nodig. Wat op deze wijze ontstaan zal, kan alleen een schablone of een chaos worden: een dictatuur of een anarchie. Een prettig alternatief is het zeker niet. Ik zoek de uitweg in een andere rich ting. „Zichzelf zijn in de Ander", dat is leven. Het impliceert; zichzelf te vin den in net andere. Dit andere is de ruimte. Ruimte, dat is echte woonbaar- heid, het is een levenseis. Het klinkt niet mooi, maar het bevat waarheid: de mens is een ruimtedier, „het" ruim te-wezen. Dat is: een bouwmeesterlijk schepsel; een wezen dat zich uitspreekt in de uitgebreidheid; in de taal van de ruimte. Het is de taal die ieder mens verstaat. Dit inzicht hebben qnze voorouders, Impliciet, bezeten. In die kracht van dit inzicht zullen wij de nieuwe tijd tege moet gaan. De bewoonbare wereld. Niet alleen in onze kringen, maar ver daar buiten, dringt het meer en meer door hoe onbehuisd de moderne tijd de we reld heeft achtergelaten. Deze onbehuisdheid drukt zwaar op de stedelijke overheden. Zij zijn met problemen overstelpt. Ze worden, nu en dan, haast gedwongen naar nood oplossingen ite grijpen. In dit licht zal men ook het beleid in Utrecht heb ben te zien. Zullen wij architecten die, bij het pogen gestalte te geven aan de nieuwe tijd, zelf op zijwegen ver dwalen, dit aan hen verwijten? Er zijn vele dwaalwegen. Er is maar één weg vooruit. Het is de weg die voert tot de ruimte. Het is de vanouds betreden weg; de enige die niet dood loopt. De conclusie ligt voor de hand; roer niet te veel in onze oude binnensteden totdat de beklemming der grenzen van ons wijkt. Totdat we onszelf vinden In het verleden. MAASTRICHT, 9 nov. Gisteri»0/,'. en is de 69_jarige pastoor J. H. 11 mans in Berg en Terblijt ^venloos, zijn werkkamer aangetroffen. Hij door kolendampvergiftiging om het jj ven gekomen. De kolendamp, die 7,-e lm de centrale verwarmimgsinstal'^j. 1 nde kelder van Ie pastorie had wikkeld, was door het hele huis ge»0 ken. De 7 „jarige zuster van de mejuffrouw M. Halmaos. die als s" houdster Bij haar broer werkzaam W.V lag bewusteloos in bed. Zij werd O"1111/ dèllifk n,aa,r het ziekenhuis ,.st--£j"Jhé dal" overgeforach/t. Na een medi?' behandeling werd haar toestand beVI digend genoemd. in Toen gistermorgen de pastoor n' ,„311 de kerk verscheen, gingen de kape^ en de koster naar de pastorie. Zij gen geen gehoor, maar in de werkkan„;j van de pastoor brandde nog licht. r waarschuwde de politie, die zich Het bet inslaan van een ruit toegang t°' huis verschafte. jgs Naar schatting was de dood omstre® twaalf uur 's nachts ingetreden. BLANTYRE, 9 nov. (K.N.P.) *J. Nederlandse missiebisschop mgr- ,y_ Theunissen, aartsbisschop van Blan 'jS re in Nyassaind (Centrala Afrik») us het middelpunt geworden van een aanvallen va,n de grootste partij in.0ji- Britse mandaatgebied, de Malawi c grespratij. De voorzitter van deze P - tij. Aleke Banda, heeft de bisschop j,, van beschuldigd, dat hij zich actie' de politiek heeft gemengd door de. lc richting van een christen-demokrat>sc partij. As, In een herdelijke brief, welke de a~.ai) bisschop vorige week in de kerken eP, zijn aartsbisdom heeft laten voorlegt weerlegt deze de beschuldiging en hij erop, dat hij geen partij heeft <je richt maar er zich toe heeft Beperkt morele grondslagen aan te geven, 5. op politiek moet worden bedreven. salamd streeft thans naar zelfstandig" i5, In de conferentie te Londen van juli e te Banda van de Britse autoriteiten middellijke zelfstandigheid voor Nya-°tas land. De uitslag van de conferentie de instelling van een parlement tweeëndertig leden, van wie vijf BI»1 ken. 5. De MalawLcongres partij is tot "A ver de grootste partij van Nyassa130 De oprichting: van een christen.de" kratische partij door een groep voor»3 staande katholieken (25 procent der volking is katholiek) heeft de Ma'a congres-partij zeer kwalijk opgenotn vooral omdat de voorzitter der chrisPk demokratische partij Chester Katson»" is, voeger lid van de Malawi. „0- De oprichting va,n de christen kratische partij was voor Banda. leiding mgr. Theunissen ervan te Ljj schuldigen, dat hij een politieke P^,s, had opgericht uit verzet tegen de -"'J lawi. Mgr. Theunissen heeft in antwc0 e Op deze beschuldiging verklaard: rrfé- reactie van de Malawi congres.partiJ monstreert wat deze partij eigenlijk jjj De bisschop zie, dat de Malawi Pa niet weet wat politiek is en bovendien christenen en de christelijke beginse haat. ROTTERDAM, 8 november. Een Rot terdamse chauffeur is door de recherche betrapt op het ogenblik, waarop hjj, In de Van Swietenlaan in Zuid, pakken met ingevulde formulieren van de in ons land verbonden Duitse Conti Lotto overlaadde in de auto van de Haagse koopman U. Duizenden formulieren en ongeveer 10 mille aan Inleggelden werden In beslag genomen. Tegen de chauffeur, de koop man en het schoonzusje van de chauf feur Is proces-verbaal opgemaakt. DEN HAAG. 8 nov. De minister van binnenlandse zaken heeft aan Ge deputeerde Staten van Zuid-Holland een memorandum betreffende de ge meentelijke herindeling van Goeree- Overflakkee gezonden, waarin voorge steld wordt verscheidene gemeenten sa men te voegen. Deze samenvoeging acht de minister noodzakelijk wegens de te verwachten veranderingen op het ei land, wanneer een vaste oeververbinding met de randstas Holland tot stand ge komen is. De huidige gemeentelijke In deling van het eiland is op deze veran deringen niet afgestemd. Omdat een toenemend bezoek aan het recreatiegebied op het eiland wordt ver wacht, is samenvoeging van de gemeen- [te Oudidorp, Goedereede en Stellen dam gewenst, aldus het memorandum. Voor de visserij in deze gemeenten zou dit tevens een oplossing betekenen, daar de havens van deze plaatsen door de Deltawerken onbruikbaar zullen worden en de aanvankelijk als werkhaven voor de bouw van de dam in het Haringvliet gebruikte haven als nieuw visserijcen trum gebruikt zal kunnen worden. Ook wordt in het memorandum voor gesteld de gemeenten Melissant. Dirks- land en Herkingen met een gedeelte van Sommeisdijk samen te voegen tot een gemeente, waardoor de agrarische be langen van dit deel van het eiland beter kunnen worden behartigd. Vervolgens stelt de minister voor, de gemeenten Middelhamis en Sommeis dijk tezamen met de kleine gemeenten Stad aan het Haringvliet en Nieuwe Ton. ge tot een gemeente te combineren, aan gezien de eerste twee zowel economisch als maatschappelijk reeds een eenheid vormen en de laatste twee bezwaarlijk zelfstandig gelaten kunnen worden, wil de indeling van het eiland zo doeltref fend mogelijk zijn, Tenslotte wordt het wenselijk geacht, de in het oostelijk deel van het eiland gelegen gemeenten Ooltgensplaat. Den Bommel en Oude Tonge samen te voe gen om krachtsversnippering te voor komen en aan de te verwachten indus- trialisatieproblemen beter het hoofd te kunnen bieden Dit deel van het eiland zal door de aan te leggen verbindings weg van de Beneluxweg naar de dam in Grevelingen gemakkelijker bereikbaar worden, waardoor vestiging van indus trieën ter plaatse te verwachten is. Gedeputeerde Staten hebben het me morandum inmiddels onder de aandacht van de betrokken gemeenteraden ge bracht. ROTTERDAM, 8 nov. Zestienho ven zal zijn langere startbaan krijgen. De minister van Verkeer en Waterstaat heeft goedkeuring verleend aan het plan van het gemeentebestuur de be staande startbaan van 1300 meter te verlengen tot 1800 meter .Bovendien heeft de minister toestemming verleend de hierbij behorende werkzaamheden uit te voeren, zodat het vliegveld de be schikking zal krijgen over een xg. rol- baan, een taxibaan parallel aan de startbaan. (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG, 7 november Doof oplettendheid en het doorzetUngsvcf'j,, gen van een Hagenaar heeft de politie de Residentie zes jongens kunnen aanb0 den, die in twee maanden tijd veer» bromfietsen hadden gestolen en gesio0,J,f De oplettende Hagenaar, die eind okto® zjjn bromfiets was kwijtgeraakt, besl de politie te helpen bij het speuren de dader. Iedere avond ging hij naar Boekhorststraat, waar zijn brommer 8 stolen was, in de hoop zijn eigend en de dader te kunnen grijpen. Vorige week woensdag betrapte 's avonds in de Boekhorststraat twee gens op het stelen van een fiets. Hij v°'?e de het tweetal tot een woning aan Hoefkade, waar de knapen naar bin" gingen. De man noteerde het nummer het huis en keerde terug naar de &°eAe horststraat, waar hij de eigenaar van gestolen fiets opwachtte. Gazamenlijk S] gen zij naar het politiebureau op het nenhof. Met twee man sterk deed de r,e cherche een inval In de woning aan Hoefkade. Daar troffen zij met de gest0 .3 fiets een zestienjarige loopjongen en e e.sen oude machinebankwerker aan. ie &ij het verhoor bleek al spoedig, dat beide heren met een aantal vriendjes afgelopen maanden meerdere keren pad waren geweest. Aan het einde de vorige week en gisteravond wist politie nog vier jongens aan te houd®Q, een 15-jarige leerling-drukker, een A< jarige winkelbediende, een 16-jarige "'L rijder en een 15-jarige timmerman. D' van hen zijn al voorgeleid. De jongens hadden allen zelf een br mer, die zij optuigden met accessoires de gestolen brommers. De overblijfse p van de brommers werden eenvoudig straat gezet of in de gracht gego0'°', waarschijnlijk zijn de veschillende broty mers opnieuw gestolen dor anodere ven. De oplettende Hagenaar heeft "H, succes gehad met zijn volhouden. 0° zijn brommer Ja£ terug. Gesloopt

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1960 | | pagina 6