.Verplegen in psychiatrische inrichtingen vraagt tact,
1 moed, zelfbeheersing en geestelijke spankracht
Misverstanden rond HET ZWARTE KRUIS
verschillen tussen diploma A en B
behoren tot het verleden
w
Alleen INTOURIST kan een
hotelkamer bespreken
Verlenging groepsreis met individueel
bezoek geeft zeer grote moeilijkheden
H
Service en controle
rJE
du;
ïïn'
fcücM.
I
SPOTSPIEGEL'
INTERUNIE
GEBREK AAN VERPLEEGSTERS
EEN REIS DOOR DE SOVJET-UNIE III
een vis
DEM IS
EEN
l?WV
■VONDELING
GE-
V B
li®
D OO.u'n d'-.i
WAkE
I
II
ZATERDAG 12 NOVEMBER 1960
Onlangs gebeurde het, dat een
Zwarte kruis-verpleegster
na erg veel moeite want
g aagsters van het Witte kruis
boten de voorrang toestem-
'hg kreeg om mee te reizen met
v,n ziekenconvooi naar Lourdes.
®rbaasde het haar reeds dat zij
diploma B (verpleging van
3?*tes- en zenuwzieken) als zo-
Sï* de
!g minder in staat geacht werd
patiënten onderweg ter-
- e te staan dan collega's met
Noma A (algemene ziekenver-
e§ing)haar verwondering ken-
e geen grenzen toen zij na terug-
eer in Nederland door een der
ganisatoren met complimenten
'erd overladen. Zij proefde in de-
biting van erkentelijkheid, dat
aar verpleegkundige prestaties
g waren meegevallen: men had
b een B-verpleegster niet ver
lust dat die met overwegend
d. rnelijk zieken op verantwoor-
b'ijze kon omgaan,
''-on dergelijke merkwaardige
J;°ordeling zou afkomstig kunnen
:'n van een outsider. Wat hier
PValt is, dat de organisatrice in
jostle een groot deel van haar
in de verpleging heeft door-
j,. bracht en ondanks grote erva-
v bg niet schijnt te weten dat de
j.b'Pleegkundigheid van de Zwarte
0 bis-zuster in weinig opzichten
1 herdoet voor die van de Witte
Vbis-zuster en in ettelijke op-
chten daar bovenuit gaat. Naar
m
ÉBiÉfc
nog eens nagaan, hoe de boven
^bgeduide misvatting ontstond,
(jp aannemelijk maken waarom
j, Ze beklijft, ten onrechte en
j, tegenspraak met de praktijk.
3' ook dit laatste, want in de
v Sernene ziekenhuizen zijn B-
jVliegenden zeer gezocht, zelfs
klinieken waar men nog niet
Vb een neuropsychiatrische afde-
j^bg toe is. Er is daar grote be-
ette aan Zwarte kruisjes, en
jj.bhworden ze op alle moge-
\i, 5 manieren gediskwalificeerd.
]bt steekt achter deze uiteen-
bende en inconsequente waar-
ribg van A- en B-verplegenden?
et kost heel wat moeite de
vereiste vergunning te
krijgen om aan mijn
groepsreis door de Sovjet-Unie
nog twee dagen individueel be
zoek vast te knopen. Eerst wordt
de geldigheid van mijn visum be
streden, en als ik dat ontzenuw,
zegt men, dat mijn aanvrage om
langer te blijven te laat is. Ten
slotte wordt me onder het oog ge
bracht, hoe duur dit alles zal zijn:
de treinreis kost 25 roebel extra
en voor hotelaccommodatie zal ik
16 dollar per dag moeten betalen.
Ik probeer nog met een Ne
derlandse Intouristfolder in de
hand voor 12 dollar ondergebracht
te worden, maar het spijt Intou-
rist in Moskou, dat er op het
moment geen „goedkoop" 12 dol
lar hotel vry is, zodat ik dus be
rust in het betalen van 16 dollar
per dag. Als ik echter aanstalten
maak om dan naar een ander en
beter hotel te verhuizen, dan dat
waar wij met de groep verbleven,
zegt de gids van Intourist, Nina,
end niet door kan gaan. Ik blijf
dus in het eenvoudige hotel Boe
karest. Eigen initiatieven om ho
tels te zoeken worden niet alleen
niet geapprecieerd, maar zijn on
mogelijk. Alleen Intourist kan
hotels bespreken. Nina zal mij
deze twee dagen met alles helpen,
zo biedt ze op het station aan.
Als de trein met ons reisgezel
schap weg is, vraagt zij, wat mijn
plannen zijn voor zondag. Daarna
schrijft ze van de plaatsen, die ik
bezoeken wil, de adressen op en
de nummers van bus of tram er
heen. Het is niet mogelijk dit op
eigen gelegenheid te organiseren,
omdat nergens een stadsplan te
koop is. Voorts zegt Nina me, dat
ik zondagochtend om 9 uur naar
hotel National moet gaan om
daar te horen, naar welk hotel
ik kan verhuizen.
15 vitaminen
en mineralen
in één dragée
lAdvertenti»)
N.V. INTERNATIONALE BELEGGINGS UNIE
II
li
In deze stoel werden vroeger patiënten vastgebonden.
be
historische achtergrond van de
in .yhillen tussen diploma A en B kan
"Tqp'et kort als volgt worden geschetst,
tigpj? omstreeks 1870 Lister's antisep-
v5h t. methode ook op het vasteland
Vou Europa ruimere bekendheid kreeg,
W/'ok zich in de verpleging een grote
Se ™enteling. De vraag naar vakkundi-
Stj.ofpleegsters werd gehoord. Er ont-
v0q"3en particuliere opleidingsscholen
hen die in de verpleging werk-
Ajv,?] wilden zijn. In 1879 werden te
flijAWrdam de eerste zes Nederlandse
<C*na'» uitgereikt. Tien jaar later be
lt! dit aantal nog maar achttien,
rit. °°9 bepleitte een commissie bestaan-
Vah.t de heren Ruysch, Tellegen en
Deventer een jaarlijks examen
at is nu het geval? De meeste
der psychiatrische inrichtin
gen liggen buiten de grote
steden en zijn blijkens de erva
ring ook om andere redenen (hogere
eisen aan de morele discipline, moei
lijker omgang met de patiënten, ge
ringere uitwijkmogelijkheden) min
der aanlokkelijk voor jongelieden als
plaats om jaren achtereen hun dag
taak te hebben. De toevloed van leer
lingen is dan ook niet buitengewoon
groot, en zeker niet groot genoeg om
in de groeiende behoefte te voorzien.
Allengs heeft men noodgedwon
gen de toetredingsvoorwaarden
tot de B-opleiding milder gemaakt,
met het gevolg dat de corpora van
verplegenden in de psychiatrische
sector steeds meer werden geïnfil
treerd door jongelui uit dorpen en ge
huchten, veelal uit grote gezinnen,
die weinig gelegenheid hadden gehad
hun capaciteiten op middelbare en
daarmede vergelijkbare scholen tot
ontplooiing te brengen. Daarbij
komt, dat iemand, die diploma B had
verworven, nu plotsklaps wèl in staat
geacht werd om (na ongeveer twee
jaar) aan de eisen voor diploma A
te voldoen, ook zonder MULO of iets
van die aard. Dat A-verplegenden
ook minstens anderhalf jaar studie
en praktijk nodig hebben om tevens
aan de eisen voor diploma B te vol
doen, schijnt minder gewicht in de
schaal te leggen. Zo wordt gesugge-
uerd, dat diploma A moeilijker is
dan B. en dat draagsters en dragers
len en gebreken toch al moeilijk heb
ben en nu voor een deel aan de ergste
ontberingen onderhevig zijn die in het
menselijk bestaan mogelijk zijn.
Zij die zich betrokken weten bij het
diepst denkbare menselijke leed en on
verschrokken genoet zijn om dit te
helpen keren, mogen niet wachten tot
de een of andere overheidsmaatregel
men schijnt het in de hogere regio
nen over de aard van deze maatregel
niet ééns te kunnen worden de maat
schappelijke existentie van de verple
genden met zoveel zilver plaveit dat
deze aantrekkelijker wordt dan verge
lijkbare bestaansmodus. Er ligt hier
voor de besten onder u een groots werk
gebied braak, een vruchtbare aarde die
dorst naar menselijke bewerking. Het
Zwarte kruis is naast en met het
Witte kruis een der kostbaarste ver
sierselen van de mens die (iets van)
zichzelf in voortdurende overgave wil
afstaan aan zijn lijdende medemens.
J. J. C. MARLET, zenuwarts.
's-Grzvenhage - Parkstraat 30 - Tel. 112140
Kapitaal: f 54.600.000 Vermogen: f 2X7.700.000
GEOGRAFISCHE SPREIDING VAN HET VERMOGEN:
31 okt. 1960
Nederland:
Internationale Concerns
Lokale fondsen
U.S.A.
Canada
Engeland
Duitsland
Diverse landen
Liquide middelen
31 dec 1959
30,2
21,5
53,6%
51,7%
26,7
34,8
4.2,.
5,3
3,0
1,5
2,6
1,3.
0,1,.
0,1.
9,8
5.3
100,0%
100,0%
Philips 9,9%, Unilever 9,6%, Kon. Olie 6,3%, A.K.U. 1,1%
Zendt ons een briefkaart, welke uitsluitend Uw naam en adres
vermeldt, indien U prijs stelt op regelmatige toezending van toe
komstige pubiikaties.
In deze gezellige zitkamer verblijven de patiënten thans.
krankzinnigen-verpleegsters. Van
3ih» dateert de splitsing in de oplei-
*iel? Van verpleegsters voor algemene
lrj5Whulzen enerzijds en voor psychia-
9obve inrichtingen anderzijds. Zo werd
(tit„ ld die jaren als van zelf het m-
der leerling-verpleegsters ge-
een categorie van mensen op
V hulp en goedkope arbeidskracht
Stfu henhuizen en verpleeginrichtingen
Prijs werd gesteld en die omge-
ijkf id deze praktijk een noodzake-
W* en vaak doeltreffende scholing
*®la n' Tijdens een samenkomst van
«ih„ stellenden in de ziekenverple-
Ws in 1892 sprak dr- Ruysch voor
%,H ®erst over de wenselijkheid van
tiA ijk vastgestelde eisen t.a.v. fy-
L.u® geschiktheid, intellectuele ontwik-
j ng en moraliteit van v&rplegenden.
1q^ de bijna 70 jaren, die ons van die
VpUPraak scheiden, is veel gebeurd,
taj yjderd en zelfs verbeterd. Het aan-
trijdiensturen is vastgelegd, de salari-
relatief beter geworden, in het
exa-
er
is eenheid gekomen, de c
lij. hsen zijn vettelijk gefixeerd,
sociale voorzieningen getroffen, de
hwadtverplegenden worden aan een
«eijr'sche keuring onderworpen; in en-
diM ziekenhuizen wordt nog van de
^itin A-aspiranten een MÜLO-oplei-
®ist .dis minimum gewenst resp. ge-
de,. terwijl de intellectuele voorwaar-
Vo°r diploma B-aspiranten door-
tfiq wat lager liggen; tenslotte moe-
^nti aspiranten over gunstige refe-
es beschikken en de indruk maken
hee Persoonlijkheidsstructuur gedispo-
te zijn voor de taak die zij aan-
van het Witte kruis „belangrijker"
en „hoger" zijn dan die met het
Zwarte kruis.
Hier heerst een grandioos misver
stand! Stellig zijn de exameneisen voor
diploma A wat betreft bepaalde hoofd
stukken van de ziektenleer anders en
zwaarder dan voor diploma B. Indien
men echter nagaat wat eandidaten
voor het Zwarte kruis moeten weten
van psychologie, algemene psychopa
th logie en speciële psychiatrie, dan
blijkt deze veelheid van abstracte we
tenschappelijkheden zó omvangrijk en
diepgaand, dat menig Wit kruisje haar
kennis van infectieziekten en „acute
buiken" liever verdubbelt dan ook maar
één hoofdstuk van deze „vaagheden"
te moeten doorworstelen. Naar mijn
mening is diploma B beduidend moei
lijker dan diploma A! Nog afgezien
van het feit, dat van verplegenden in
psychiatrische ziekenhuizen meer tact,
moed, zelfbeheersing en geestelijke
spankracht wordt gevergd dan van hun
collega's in algemene ziekenhuizen. Of,
zoals dr. P. Th. Hugenholtz kort gele
den neerschreef: Van verplegers van
geesteszieken wordt een grote uitbrei
ding van begripsvermogen, inleving en
tolerantie gevraagd. Een verpleger,
en met hem iedere gezonde, moet zijn
respect voor het menselijke in hoge
mate uitdijen om met de geesteszieke
contact te vinden. Eu waar hij dat
kan, is hij er toe verplicht!
Het soepeler liggen van de toelatings
voorwaarden tot de B-opleiding is een
historisch produkt, dat onjuiste ver
onderstellingen wekt. Een publika-
tie uit de twintiger Jaren van dr. A.
H. Oort aangaande de „Geestelijke ont
wikkeling en geschiktheid voor ver
pleegster" verraadt, dat destijds reeds
aandacht werd besteed aan de verstan
delijke ontwikkeling die een jonge mens
moet hebben om de opleiding voor het
Zwarte kruis met succes te kunnen
volgen. Oort kwam tot de conclusie,
dat een verstandelijke ontwikkeling van
15 jaar of daarboven (I.Q. groter dan
100) een experimenteel gevonden condi
tie is voor de geschiktheid voor ver
pleegster (of verpleger) en dat de door
hem gekozen of een andere intel
lectmeting een middel kan zijn om te
dienen bij de keuring, en dat wel vooral
in negati&ve zin: bij een mindere ver
standelijke ontwikkeling ontrade men
de onderzochte aan de B-opleiding deel
te nemen. Momenteel wordt in de
meeste psychiatrische ziekenhuizen een.
intelligentie-test bij de sollicitanten af
genomen. De resultaten van deze. test-
psychologische selectie zijn voortreffe
lijk gebleken. Het peil van het ver-
pleegcorps is aanmerkelijk gestegen,
het aantal in zichzelf teleurgestelde uit
vallers is tot een verwaarloosbaar mi
nimum gedaald, de. theoretische en
praktische prestaties van de B-examen-
candidaten worden aiom in den lande
met groeiend enthousiasme gewaar
deerd. De traditioneel resterende dis
criminatie van het Zwarte t.o.v. het Wit
te kruis is dan ook als een anachronis
me te duiden en overigens te interpre
teren als een niet meegegroeid zijn met
de veranderde eisen en maatstaven.
Langzamerhand wint de mening veld,
dat een verplegende, die alleen diplo
ma A in zijn bezit heeft, te eenzijdig,
in elk geval niet volledig is opgeleid. De
sfeer waarin de typische B-vakken lig
gen wordt volkomen juist gezien als
essentieel voor de ruimte waarin elke
volwaardige verplegende moet (kunnen)
voelen en denken. Al vaker werd de
wens gehoord de opleiding van A- en
B-verplegenden van dezelfde fundamen
ten te voorzien, waarbij dan vanzelf
sprekend ook de psychologie is inge
deeld.
Over de recrutering en opleiding
van verplegenden wordt de laat
ste tijd veel gediscussieerd. De
opvatting heeft aanhangers gevonden,
dat het aanbeveling v&rdient een ba
sale laag van verpleeghulpen te consti
tueren, waaruit A- en B-verplegenden
worden gerecruteerd, terwijl kader- en
hoofdverplegenden zich wederom uit
deze middenlaag kunnen afzonderen
om een toplaag te vormen. Men ver
geet dan kennelijk, dat de voor deze
a arte „lagen" veronderstelde uiteen
lopende begaafdheden niet in de grote
uitgangsgroep mogen worden samenge-
dacht. Reëler is de verschillende cate
gorieën van verplegenden direct te re-
cruteren uit de sorteringen van de be
volking welke qua ontwikkeling hierme
de stroken, en dan de opleiding op
het ten doel gestelde verpleegniveau af
te stemmen. Aan de betrokken instan
ties worde voorts in ove.rweging gege
ven de salariëring van de onderscheiden
categorieën verplegenden gelijk te trek
ken met overeenkomstige categorieën
hoofdarbeiders. Het is toch te dwaas
om en die zich tot de verpleging voelen
aangetrokken, in deze sector zelfs hun
roeping zien, te laten „betalen" voor
hun idealistische ambities.
Het is ronduit kwalijk te moeten be-
kei nen, dat er in de ziekenhuiswereld
vooral in de psychiatrische zieken
huizen een kwellend gebrek is aan
verplegend personeel. In verscheidene
Nederlandse verpleeginrichtingen moes
ten afdelingen gesloten worden omdat
men niet over voldoende verplegenden
kon beschikken, en dat terwijl er overal
langt wachtlijsten zijn waarop talloze
urgente gevallen voorkomen. Onnodig
te zeggen, hoe rampzalig de consequen
ties zijn van deze onmogelijkheid om
ernstig zieke mensen op te nemen in
daarvoor specifiek geaccommodeerde
verpleegruimten. Ten einde raad zijn di
recties van enkele verpleeginstituten
te onzent begonnen met verplegend
personeel aan te trekken uit Suriname
en Italië. (De zegsman van een groep
Nederlandse zenuwartsen die in voor
jaar 1960 een aantal Engelse psychia
trische inrichtingen bezochten, deelde
mede dat de leiding van het Bethlem
Hospital zijn toevlucht genomen heeft
tot Spaanse meisjes.) Ideaal is deze
,,bu cenlandse" oplossing echter niet.
Het moge dan waar zijn, dat op onze
arbeidsmarkt 40.000 vrouwelijke krach
ten tekort komen, schrijnend is dat dit
tekort zich o.a. wreekt in de allernood
zakelijkste. verzorging van onze zieken,
mensen die hot uit hoofde van hun kwa-
in de rijen bij het zien van de villa's
der rijken met bordjes „privado" op de
hekken, prachtige auto's en weelderige
dat dit helaas vanwege het week- coctailparties. In schrille tegenstelling
Als ik daar zondag aankom, ligt er
inderdaad een briefje met m'n naam
erop, maar niemand weet, waarom
dat er ligt en wat het betekent, zo
dat de juffrouw van het servicebu
reau me verwijst naar hotel Metro
pol. Ook daar weet niemand iets van
een arrangement. Na enige harde
woorden kan ik hier echter wel
maaltijdcoupons voor één dag in ont
vangst nemen. Zij hebben een waarde
van 50 roebel en zijn in de liotelprjjs
begrepen: 10 roebel voor het ontbijt,
22 voor lunch en 18 voor souper. Als
onderpand aanvaardt men het waar
deloze voucher van de afgelopen
groepsreis. Voor betaling en hotelre
servering moet ik me om twaalf uur
melden bij het Intourist-bureau, waar
dan gedurende een half uur iemand
zitting houdt.
Intussen ga ik naar de enige katho
lieke kerk van Moskou per taxi, omdat
het bijna al 10 uur is en ik ook de vo
rige week in Leningrad al niet naar de
mis heb kunnen gaan. De chauffeur
wijst me op «en binnenplaats achter een
aantal huizen de kerk aan, een armoe
dig gebouw met een dito interieur. Ik
ben een half uur Ie vroeg, maar de kerk
is al heel vol met ongeveer 300 men
sen. Het valt me op, dat er slechts een
twintigtal mannen zijn. De Russische
gezangen klinken nu eens klaaglijk, dan
weer schel. De vibrerende vrouwen
stemmen ontroeren me meer nog, dan
het koor, dat later de latijnse misgezan
gen zingt. Het is een vreemde ervaring
hier te communie te gaan in een ge-
Advertentie
Hot hele gezin.mm
door elke dag een
met
bloed-
vormend
ijzer
DAGRAV1T
TOTAAL
meenschap van uitsluitend ouderen. Er
is hier geen enkele verwijzing naar de
kerk van de toekomst, want er is hele
maal niemand onder de 50 jaar.
Gesterkt door een goed ontbijt - op
een bon in hotel Moskwa - wandel ik
andermaal naar Intourist, waar een ra
deloze juffrouw me tenslotte meeneemt
naar hotel National, dat ook geen op
lossing ziet. Tenslotte deelt de juffrouw
van Intourist me mee, dat de baas er
vandaag niet is, maar dat ik morgen,
maandag, maar terug moet komen om
de verschuldigde dollars te betalen.
Het verstrekken va., een andere hotel
kamer is dan vanzelfsprekend niet
meer nodig. Bij deze verwikkelingen
heb ik nu eens de neiging heel boos te
worden, dan weer kijk ik er meer ob
serverend tegenaan en beschouw dan
zelfs de tijd die dit alles kost niet meer
als verloren.
Ongestoord bezoek ik daarna de gro
te permanente tentoonstelling van de
Russische prestaties op het gebied van
economie en landbouw. Door de majes
tueuze witte ingangspoorten zijn tal van
wit met gouden gebouwen te zien, ge
legen tussen grote grasvelden met bloe
men en fonteinen. Er zijn massa's men
sen, die hun zondagmiddag hier door
brengen temidden van verlichte en ge-
illustreerde statistieken, kassen met ci-
trusfruit en exotische planten, of de
verfrissingen van limonade-automaten
en bierstands. Het drukst is het echter
in het gebouw, waar de spoetniks ten
toongesteld zijn. Ik loop wat onwennig
rond tussen raketten met en zonder hon
den, gebruikte exemplaren of modellen,
totdat een andere bezoeker zich plotse
ling tot mij wendt om me ongevraagd
alles nog eens helder en niet van chau
vinisme ontbloot uit te leggen. Hij vraagt
geïnteresseerd naar wat wij in Holland
over de Russische prestaties met spoet
niks denken. Met een indruk van enke
le uren moet ik me hier tevreden stel
len; het zou niet moeilijk zijn hier en
kele dagen door te brengen.
Daar in de restaurants op he1 ten
toonstellingsterrein en ook in de buurt
daarvan de maaltijdcoupons niet gel
dig blijken te zijn, ga ik naar het cen
trum terug voor een late lunch. Voor
het eerst sinds mijn verblijf in Rus
land krijg ik vandaag spijskaarten in
handen. Daar er verschillende groe
pen in de eetzaal zijn. wonden deze
eerst rustig afgeholpen, daarna be
kommert de ober zich ook nog om de
individuele gasten. Russen zowel als
toeristen.
Tegen de avond woon ik een dienst
bij van de Russisch Orthodoxe Kerk.
Zelfs deze kerk, die van de patriarchis,
bezit niet veel oude ikonen meer. De
kerkgemeenschap maakt hier dezelfde
verouderde indruk als de katholieke van
's morgens.
Op de wandeling terug zie ik veel
mensen op straat Sommige ver
dringen zich voor de etalages,
andere gaan naar de parken, weer an
dere staan in een grote menigte bij
een naar een film te kijken, die op het
Manegeplein wordt vertoond. Ik ga er
tussen staan en zie dan een documen
taire over Zuid-Amerika. Men huivert
daarmee is de daarna vertoonde ellen
de van het Zuidamerikaanse gewone
volk. Daarna volgt een schildering van
wat de Russen samen met o.a. Fidel
Castro tot stand brachten: huizen, speel
tuinen, fabrieken, werk, geld en geluk
voor allen. De voorstelling wordt be
sloten met een film over Russische
sportprestaties.
Maandagochtend gaat al om half 9
de telefoon op m'n kamer. Het is Nina,
die me graag wil ontmoeten in hotel
Metropol. Ik vertel haar mijn belevenis
sen van de vorige dag. Door haar be
middeling hoop ik eveneens vandaag
m'n bezittingen, die in de stad verspreid
zijn, weer terug te krijgen: pas, trein
kaartje en voucher. Verstoord over al
le misverstanden weet Nina een zeer
acceptabele financiële regeling te be
werken, die echter door afwezigheid van
het hoofd van het service-bureau eerst
's middags om 3 uur afgewerkt zal wor
den.
Ik bezoek intussen het Poesjkin-mu-
seum met zijn prachtige bezittingen,
waaronder de portretten van Rem-
brandts broer en zuster, Egyptische,
Griekse en Romeinse kunst, alsook een
grote verzameling Franse impressionis
ten. Tevens bezoek ik het huis, waar
Tolstoi met zijn gezin gewoond heeft.
Met veel liefde legt een vrouwelijk re-
searchwerker verband tussen het leven
van Tolstoi en z(jn werken. Door haar
vriendelijkheid voel ik mij niet verlegen
met haar individuele explicatie aan mij,
te midden van de velen die groepsge
wijs uitleg krijgen, terwijl zij op muse-
umsloffen langs het bed van Tolstoi
schuifelen en de handwerken van me
vrouw Andreana Sophia bewonderen.
Om 3 uur ontmoet ik Nina weer In
hotel Metropol, maar nu is de bankier
weg, de enige die de wisselkoers van
dollars en guldens kent. Nina adviseert
me eerst te gaan eten en dan terug
te komen. Zo komen we om half vijf
eindelijk tot zaken in Hollands geld. Als
ik daama vraag of ik mijn voucher te
rug mag hebben, is het nergens te vin
den. De secretaresse, die het gisteren
opborg, heeft vandaag vrij. Hoewel het
papier voor mij geen directe waarde
meer heeft wil ik het toch graag terug
en het wordt tenslotte tot ieders opluch
ting gevonden in een bureaulaatje van
de afwezige juffrouw.
Na een hartelijk afscheid van Nina
haal ik op het postkantoor een brief uit
Holland die er een week over gedaan
heeft. Mijn naam staat er In het Rus
sisch op ten gerieve van de juffrouw van
de poste restante, die me de brief na
enige studie van mijn visum overreikt.
Omdat ik een stevige kou heb opgelo
pen, wil ik even wat medicijnen gaan
kopen in een apotheek. We komen ech
ter niet tot een akkoord als ik vraag om
een kassabon, die ik aan de verzekering
moet overleggen. Dergelijke bewyzen
kunnen niet worden afgegeven, omdat
in Rusland alle medische voorzieningen
kosteloos zjjn, hoewel ik natuurlek wel
betalen moet. Als ik tenslotte luid hoes
tend weg wil gaan zonder medicijnen,
komt een assistente me na met een glas
water en een poeder. Terwijl ik dit in
dank consumeer, komt de apotheker zelf
binnen en tenslotte ga ik i a een half uur
de zaak uit met de pillen en het bijbe
horende bonnetje.
Na nog een laatste wandeling d
Moskou beland ik in het hotel om
mijn koffer te pakken, mijn spoor
kaartje en mijn pas op te halen. De me
neer van het servicebureau deelt me
dan mede, dat er helaas nog misver
stand met het kaartje is, waarvoor ik nog
60 roebel moet bijbetalen. Als ik zeg dit
niet te zullen doen, omdat het niet af
gesproken was, probeert hij allerlei ar
gumenten, waarvan er een een voorstel
bevat om de schade te delen. Een half
uur voor de trein vertrekt krijg ik plot
seling het kaartje zonder extra geld.
Wel vraagt de man me een Russische
brief te ondertekenen, waarin hij haas-
hg geschreven heeft, dat ik weiger te
betalen, omdat mijn roebels op zijn.
Omdat me dit niet juist lijkt schrijf
Jno£ snel een briefje met de werke
lijke reden van mijn weigering, waardoor
de man hopelijk tevens schoongewassen
wordt. Ondertussen heeft de Intourist-
taxichauffeur mijn spoorkaartje van hem
gekregen om het op het staüon weer
aan de trein conducteur door te geven.
Ik word tot in de trein gebracht en heb
het kaartje dus niet zelf in handen ge
had. Als de conducteur zich dan ook nog
over m'n pas ontfermt, is er geen twij
fel meer mogelijk, dat ik alleen via de
ze trein het land kan veriaten.
In de coupé tref ik een Russische
familie aan, vader, moeder, Nina van
11 en Helena van 1 jaar. De mensen
zijn bijzonder hartelijk voor elkaar en
ook voor mij. Met de twee kinderen
is het contact gauw gelegd. Daarna is
ook een gesprek met de ouders niet
n
moeilijk meer. Deze kinderen gaan
nooit naar een kamp. Moeder heeft
geen baan. is altijd thuis en zou niet
anders willen.
Als in Leningrad de volgende ochtend
de familie uitstapt, blijf ik alleen in de
coupé achter, blij met de stilte. Bij alles
wat ik de laatste tiid gezien heb, is me
zoveel onduidelijk gebleven. Ik vraag
me af, of de mensen hier nu gelukkig
zijn of niet. Dan denk ik aan Jeanna en
haar kind in het zomerkamp; aan de moe
der in de trein met haar kinderen thuis;
aan de ellende van de straatveegster en
de vrolijkheid in de parken; aan de
altijd verse bloemen op het graf van
tsaar Peter e Grote en aan de eerbied
voor Lenin en Khroesjtsjev; aan de ve
le goede scholen en de weinige kerken;
aa,n ,ye keiharde instanties met hun af
schuifsysteem en de individuele mense
lijke goedheid; aan de service enerzijds
en de controle anderzijds van de Intou-
nst-gidsen; aan de onwetendheid van
de Russen over ons leven en ons be
grip voor het hunne; aan de v,ele we
derzijdse vooroordelen en aan de wer
kelijke interesse voor elkaar. Dan zijn
er alleen nog maar vragen.
A. C. OVERLING PAED. DRA.