.Verplegen in psychiatrische inrichtingen vraagt tact, 1 moed, zelfbeheersing en geestelijke spankracht Misverstanden rond HET ZWARTE KRUIS verschillen tussen diploma A en B behoren tot het verleden w Alleen INTOURIST kan een hotelkamer bespreken Verlenging groepsreis met individueel bezoek geeft zeer grote moeilijkheden H Service en controle rJE du; ïïn' fcücM. I SPOTSPIEGEL' INTERUNIE GEBREK AAN VERPLEEGSTERS EEN REIS DOOR DE SOVJET-UNIE III een vis DEM IS EEN l?WV ■VONDELING GE- V B li® D OO.u'n d'-.i WAkE I II ZATERDAG 12 NOVEMBER 1960 Onlangs gebeurde het, dat een Zwarte kruis-verpleegster na erg veel moeite want g aagsters van het Witte kruis boten de voorrang toestem- 'hg kreeg om mee te reizen met v,n ziekenconvooi naar Lourdes. ®rbaasde het haar reeds dat zij diploma B (verpleging van 3?*tes- en zenuwzieken) als zo- Sï* de !g minder in staat geacht werd patiënten onderweg ter- - e te staan dan collega's met Noma A (algemene ziekenver- e§ing)haar verwondering ken- e geen grenzen toen zij na terug- eer in Nederland door een der ganisatoren met complimenten 'erd overladen. Zij proefde in de- biting van erkentelijkheid, dat aar verpleegkundige prestaties g waren meegevallen: men had b een B-verpleegster niet ver lust dat die met overwegend d. rnelijk zieken op verantwoor- b'ijze kon omgaan, ''-on dergelijke merkwaardige J;°ordeling zou afkomstig kunnen :'n van een outsider. Wat hier PValt is, dat de organisatrice in jostle een groot deel van haar in de verpleging heeft door- j,. bracht en ondanks grote erva- v bg niet schijnt te weten dat de j.b'Pleegkundigheid van de Zwarte 0 bis-zuster in weinig opzichten 1 herdoet voor die van de Witte Vbis-zuster en in ettelijke op- chten daar bovenuit gaat. Naar m ÉBiÉfc nog eens nagaan, hoe de boven ^bgeduide misvatting ontstond, (jp aannemelijk maken waarom j, Ze beklijft, ten onrechte en j, tegenspraak met de praktijk. 3' ook dit laatste, want in de v Sernene ziekenhuizen zijn B- jVliegenden zeer gezocht, zelfs klinieken waar men nog niet Vb een neuropsychiatrische afde- j^bg toe is. Er is daar grote be- ette aan Zwarte kruisjes, en jj.bhworden ze op alle moge- \i, 5 manieren gediskwalificeerd. ]bt steekt achter deze uiteen- bende en inconsequente waar- ribg van A- en B-verplegenden? et kost heel wat moeite de vereiste vergunning te krijgen om aan mijn groepsreis door de Sovjet-Unie nog twee dagen individueel be zoek vast te knopen. Eerst wordt de geldigheid van mijn visum be streden, en als ik dat ontzenuw, zegt men, dat mijn aanvrage om langer te blijven te laat is. Ten slotte wordt me onder het oog ge bracht, hoe duur dit alles zal zijn: de treinreis kost 25 roebel extra en voor hotelaccommodatie zal ik 16 dollar per dag moeten betalen. Ik probeer nog met een Ne derlandse Intouristfolder in de hand voor 12 dollar ondergebracht te worden, maar het spijt Intou- rist in Moskou, dat er op het moment geen „goedkoop" 12 dol lar hotel vry is, zodat ik dus be rust in het betalen van 16 dollar per dag. Als ik echter aanstalten maak om dan naar een ander en beter hotel te verhuizen, dan dat waar wij met de groep verbleven, zegt de gids van Intourist, Nina, end niet door kan gaan. Ik blijf dus in het eenvoudige hotel Boe karest. Eigen initiatieven om ho tels te zoeken worden niet alleen niet geapprecieerd, maar zijn on mogelijk. Alleen Intourist kan hotels bespreken. Nina zal mij deze twee dagen met alles helpen, zo biedt ze op het station aan. Als de trein met ons reisgezel schap weg is, vraagt zij, wat mijn plannen zijn voor zondag. Daarna schrijft ze van de plaatsen, die ik bezoeken wil, de adressen op en de nummers van bus of tram er heen. Het is niet mogelijk dit op eigen gelegenheid te organiseren, omdat nergens een stadsplan te koop is. Voorts zegt Nina me, dat ik zondagochtend om 9 uur naar hotel National moet gaan om daar te horen, naar welk hotel ik kan verhuizen. 15 vitaminen en mineralen in één dragée lAdvertenti») N.V. INTERNATIONALE BELEGGINGS UNIE II li In deze stoel werden vroeger patiënten vastgebonden. be historische achtergrond van de in .yhillen tussen diploma A en B kan "Tqp'et kort als volgt worden geschetst, tigpj? omstreeks 1870 Lister's antisep- v5h t. methode ook op het vasteland Vou Europa ruimere bekendheid kreeg, W/'ok zich in de verpleging een grote Se ™enteling. De vraag naar vakkundi- Stj.ofpleegsters werd gehoord. Er ont- v0q"3en particuliere opleidingsscholen hen die in de verpleging werk- Ajv,?] wilden zijn. In 1879 werden te flijAWrdam de eerste zes Nederlandse <C*na'» uitgereikt. Tien jaar later be lt! dit aantal nog maar achttien, rit. °°9 bepleitte een commissie bestaan- Vah.t de heren Ruysch, Tellegen en Deventer een jaarlijks examen at is nu het geval? De meeste der psychiatrische inrichtin gen liggen buiten de grote steden en zijn blijkens de erva ring ook om andere redenen (hogere eisen aan de morele discipline, moei lijker omgang met de patiënten, ge ringere uitwijkmogelijkheden) min der aanlokkelijk voor jongelieden als plaats om jaren achtereen hun dag taak te hebben. De toevloed van leer lingen is dan ook niet buitengewoon groot, en zeker niet groot genoeg om in de groeiende behoefte te voorzien. Allengs heeft men noodgedwon gen de toetredingsvoorwaarden tot de B-opleiding milder gemaakt, met het gevolg dat de corpora van verplegenden in de psychiatrische sector steeds meer werden geïnfil treerd door jongelui uit dorpen en ge huchten, veelal uit grote gezinnen, die weinig gelegenheid hadden gehad hun capaciteiten op middelbare en daarmede vergelijkbare scholen tot ontplooiing te brengen. Daarbij komt, dat iemand, die diploma B had verworven, nu plotsklaps wèl in staat geacht werd om (na ongeveer twee jaar) aan de eisen voor diploma A te voldoen, ook zonder MULO of iets van die aard. Dat A-verplegenden ook minstens anderhalf jaar studie en praktijk nodig hebben om tevens aan de eisen voor diploma B te vol doen, schijnt minder gewicht in de schaal te leggen. Zo wordt gesugge- uerd, dat diploma A moeilijker is dan B. en dat draagsters en dragers len en gebreken toch al moeilijk heb ben en nu voor een deel aan de ergste ontberingen onderhevig zijn die in het menselijk bestaan mogelijk zijn. Zij die zich betrokken weten bij het diepst denkbare menselijke leed en on verschrokken genoet zijn om dit te helpen keren, mogen niet wachten tot de een of andere overheidsmaatregel men schijnt het in de hogere regio nen over de aard van deze maatregel niet ééns te kunnen worden de maat schappelijke existentie van de verple genden met zoveel zilver plaveit dat deze aantrekkelijker wordt dan verge lijkbare bestaansmodus. Er ligt hier voor de besten onder u een groots werk gebied braak, een vruchtbare aarde die dorst naar menselijke bewerking. Het Zwarte kruis is naast en met het Witte kruis een der kostbaarste ver sierselen van de mens die (iets van) zichzelf in voortdurende overgave wil afstaan aan zijn lijdende medemens. J. J. C. MARLET, zenuwarts. 's-Grzvenhage - Parkstraat 30 - Tel. 112140 Kapitaal: f 54.600.000 Vermogen: f 2X7.700.000 GEOGRAFISCHE SPREIDING VAN HET VERMOGEN: 31 okt. 1960 Nederland: Internationale Concerns Lokale fondsen U.S.A. Canada Engeland Duitsland Diverse landen Liquide middelen 31 dec 1959 30,2 21,5 53,6% 51,7% 26,7 34,8 4.2,. 5,3 3,0 1,5 2,6 1,3. 0,1,. 0,1. 9,8 5.3 100,0% 100,0% Philips 9,9%, Unilever 9,6%, Kon. Olie 6,3%, A.K.U. 1,1% Zendt ons een briefkaart, welke uitsluitend Uw naam en adres vermeldt, indien U prijs stelt op regelmatige toezending van toe komstige pubiikaties. In deze gezellige zitkamer verblijven de patiënten thans. krankzinnigen-verpleegsters. Van 3ih» dateert de splitsing in de oplei- *iel? Van verpleegsters voor algemene lrj5Whulzen enerzijds en voor psychia- 9obve inrichtingen anderzijds. Zo werd (tit„ ld die jaren als van zelf het m- der leerling-verpleegsters ge- een categorie van mensen op V hulp en goedkope arbeidskracht Stfu henhuizen en verpleeginrichtingen Prijs werd gesteld en die omge- ijkf id deze praktijk een noodzake- W* en vaak doeltreffende scholing *®la n' Tijdens een samenkomst van «ih„ stellenden in de ziekenverple- Ws in 1892 sprak dr- Ruysch voor %,H ®erst over de wenselijkheid van tiA ijk vastgestelde eisen t.a.v. fy- L.u® geschiktheid, intellectuele ontwik- j ng en moraliteit van v&rplegenden. 1q^ de bijna 70 jaren, die ons van die VpUPraak scheiden, is veel gebeurd, taj yjderd en zelfs verbeterd. Het aan- trijdiensturen is vastgelegd, de salari- relatief beter geworden, in het exa- er is eenheid gekomen, de c lij. hsen zijn vettelijk gefixeerd, sociale voorzieningen getroffen, de hwadtverplegenden worden aan een «eijr'sche keuring onderworpen; in en- diM ziekenhuizen wordt nog van de ^itin A-aspiranten een MÜLO-oplei- ®ist .dis minimum gewenst resp. ge- de,. terwijl de intellectuele voorwaar- Vo°r diploma B-aspiranten door- tfiq wat lager liggen; tenslotte moe- ^nti aspiranten over gunstige refe- es beschikken en de indruk maken hee Persoonlijkheidsstructuur gedispo- te zijn voor de taak die zij aan- van het Witte kruis „belangrijker" en „hoger" zijn dan die met het Zwarte kruis. Hier heerst een grandioos misver stand! Stellig zijn de exameneisen voor diploma A wat betreft bepaalde hoofd stukken van de ziektenleer anders en zwaarder dan voor diploma B. Indien men echter nagaat wat eandidaten voor het Zwarte kruis moeten weten van psychologie, algemene psychopa th logie en speciële psychiatrie, dan blijkt deze veelheid van abstracte we tenschappelijkheden zó omvangrijk en diepgaand, dat menig Wit kruisje haar kennis van infectieziekten en „acute buiken" liever verdubbelt dan ook maar één hoofdstuk van deze „vaagheden" te moeten doorworstelen. Naar mijn mening is diploma B beduidend moei lijker dan diploma A! Nog afgezien van het feit, dat van verplegenden in psychiatrische ziekenhuizen meer tact, moed, zelfbeheersing en geestelijke spankracht wordt gevergd dan van hun collega's in algemene ziekenhuizen. Of, zoals dr. P. Th. Hugenholtz kort gele den neerschreef: Van verplegers van geesteszieken wordt een grote uitbrei ding van begripsvermogen, inleving en tolerantie gevraagd. Een verpleger, en met hem iedere gezonde, moet zijn respect voor het menselijke in hoge mate uitdijen om met de geesteszieke contact te vinden. Eu waar hij dat kan, is hij er toe verplicht! Het soepeler liggen van de toelatings voorwaarden tot de B-opleiding is een historisch produkt, dat onjuiste ver onderstellingen wekt. Een publika- tie uit de twintiger Jaren van dr. A. H. Oort aangaande de „Geestelijke ont wikkeling en geschiktheid voor ver pleegster" verraadt, dat destijds reeds aandacht werd besteed aan de verstan delijke ontwikkeling die een jonge mens moet hebben om de opleiding voor het Zwarte kruis met succes te kunnen volgen. Oort kwam tot de conclusie, dat een verstandelijke ontwikkeling van 15 jaar of daarboven (I.Q. groter dan 100) een experimenteel gevonden condi tie is voor de geschiktheid voor ver pleegster (of verpleger) en dat de door hem gekozen of een andere intel lectmeting een middel kan zijn om te dienen bij de keuring, en dat wel vooral in negati&ve zin: bij een mindere ver standelijke ontwikkeling ontrade men de onderzochte aan de B-opleiding deel te nemen. Momenteel wordt in de meeste psychiatrische ziekenhuizen een. intelligentie-test bij de sollicitanten af genomen. De resultaten van deze. test- psychologische selectie zijn voortreffe lijk gebleken. Het peil van het ver- pleegcorps is aanmerkelijk gestegen, het aantal in zichzelf teleurgestelde uit vallers is tot een verwaarloosbaar mi nimum gedaald, de. theoretische en praktische prestaties van de B-examen- candidaten worden aiom in den lande met groeiend enthousiasme gewaar deerd. De traditioneel resterende dis criminatie van het Zwarte t.o.v. het Wit te kruis is dan ook als een anachronis me te duiden en overigens te interpre teren als een niet meegegroeid zijn met de veranderde eisen en maatstaven. Langzamerhand wint de mening veld, dat een verplegende, die alleen diplo ma A in zijn bezit heeft, te eenzijdig, in elk geval niet volledig is opgeleid. De sfeer waarin de typische B-vakken lig gen wordt volkomen juist gezien als essentieel voor de ruimte waarin elke volwaardige verplegende moet (kunnen) voelen en denken. Al vaker werd de wens gehoord de opleiding van A- en B-verplegenden van dezelfde fundamen ten te voorzien, waarbij dan vanzelf sprekend ook de psychologie is inge deeld. Over de recrutering en opleiding van verplegenden wordt de laat ste tijd veel gediscussieerd. De opvatting heeft aanhangers gevonden, dat het aanbeveling v&rdient een ba sale laag van verpleeghulpen te consti tueren, waaruit A- en B-verplegenden worden gerecruteerd, terwijl kader- en hoofdverplegenden zich wederom uit deze middenlaag kunnen afzonderen om een toplaag te vormen. Men ver geet dan kennelijk, dat de voor deze a arte „lagen" veronderstelde uiteen lopende begaafdheden niet in de grote uitgangsgroep mogen worden samenge- dacht. Reëler is de verschillende cate gorieën van verplegenden direct te re- cruteren uit de sorteringen van de be volking welke qua ontwikkeling hierme de stroken, en dan de opleiding op het ten doel gestelde verpleegniveau af te stemmen. Aan de betrokken instan ties worde voorts in ove.rweging gege ven de salariëring van de onderscheiden categorieën verplegenden gelijk te trek ken met overeenkomstige categorieën hoofdarbeiders. Het is toch te dwaas om en die zich tot de verpleging voelen aangetrokken, in deze sector zelfs hun roeping zien, te laten „betalen" voor hun idealistische ambities. Het is ronduit kwalijk te moeten be- kei nen, dat er in de ziekenhuiswereld vooral in de psychiatrische zieken huizen een kwellend gebrek is aan verplegend personeel. In verscheidene Nederlandse verpleeginrichtingen moes ten afdelingen gesloten worden omdat men niet over voldoende verplegenden kon beschikken, en dat terwijl er overal langt wachtlijsten zijn waarop talloze urgente gevallen voorkomen. Onnodig te zeggen, hoe rampzalig de consequen ties zijn van deze onmogelijkheid om ernstig zieke mensen op te nemen in daarvoor specifiek geaccommodeerde verpleegruimten. Ten einde raad zijn di recties van enkele verpleeginstituten te onzent begonnen met verplegend personeel aan te trekken uit Suriname en Italië. (De zegsman van een groep Nederlandse zenuwartsen die in voor jaar 1960 een aantal Engelse psychia trische inrichtingen bezochten, deelde mede dat de leiding van het Bethlem Hospital zijn toevlucht genomen heeft tot Spaanse meisjes.) Ideaal is deze ,,bu cenlandse" oplossing echter niet. Het moge dan waar zijn, dat op onze arbeidsmarkt 40.000 vrouwelijke krach ten tekort komen, schrijnend is dat dit tekort zich o.a. wreekt in de allernood zakelijkste. verzorging van onze zieken, mensen die hot uit hoofde van hun kwa- in de rijen bij het zien van de villa's der rijken met bordjes „privado" op de hekken, prachtige auto's en weelderige dat dit helaas vanwege het week- coctailparties. In schrille tegenstelling Als ik daar zondag aankom, ligt er inderdaad een briefje met m'n naam erop, maar niemand weet, waarom dat er ligt en wat het betekent, zo dat de juffrouw van het servicebu reau me verwijst naar hotel Metro pol. Ook daar weet niemand iets van een arrangement. Na enige harde woorden kan ik hier echter wel maaltijdcoupons voor één dag in ont vangst nemen. Zij hebben een waarde van 50 roebel en zijn in de liotelprjjs begrepen: 10 roebel voor het ontbijt, 22 voor lunch en 18 voor souper. Als onderpand aanvaardt men het waar deloze voucher van de afgelopen groepsreis. Voor betaling en hotelre servering moet ik me om twaalf uur melden bij het Intourist-bureau, waar dan gedurende een half uur iemand zitting houdt. Intussen ga ik naar de enige katho lieke kerk van Moskou per taxi, omdat het bijna al 10 uur is en ik ook de vo rige week in Leningrad al niet naar de mis heb kunnen gaan. De chauffeur wijst me op «en binnenplaats achter een aantal huizen de kerk aan, een armoe dig gebouw met een dito interieur. Ik ben een half uur Ie vroeg, maar de kerk is al heel vol met ongeveer 300 men sen. Het valt me op, dat er slechts een twintigtal mannen zijn. De Russische gezangen klinken nu eens klaaglijk, dan weer schel. De vibrerende vrouwen stemmen ontroeren me meer nog, dan het koor, dat later de latijnse misgezan gen zingt. Het is een vreemde ervaring hier te communie te gaan in een ge- Advertentie Hot hele gezin.mm door elke dag een met bloed- vormend ijzer DAGRAV1T TOTAAL meenschap van uitsluitend ouderen. Er is hier geen enkele verwijzing naar de kerk van de toekomst, want er is hele maal niemand onder de 50 jaar. Gesterkt door een goed ontbijt - op een bon in hotel Moskwa - wandel ik andermaal naar Intourist, waar een ra deloze juffrouw me tenslotte meeneemt naar hotel National, dat ook geen op lossing ziet. Tenslotte deelt de juffrouw van Intourist me mee, dat de baas er vandaag niet is, maar dat ik morgen, maandag, maar terug moet komen om de verschuldigde dollars te betalen. Het verstrekken va., een andere hotel kamer is dan vanzelfsprekend niet meer nodig. Bij deze verwikkelingen heb ik nu eens de neiging heel boos te worden, dan weer kijk ik er meer ob serverend tegenaan en beschouw dan zelfs de tijd die dit alles kost niet meer als verloren. Ongestoord bezoek ik daarna de gro te permanente tentoonstelling van de Russische prestaties op het gebied van economie en landbouw. Door de majes tueuze witte ingangspoorten zijn tal van wit met gouden gebouwen te zien, ge legen tussen grote grasvelden met bloe men en fonteinen. Er zijn massa's men sen, die hun zondagmiddag hier door brengen temidden van verlichte en ge- illustreerde statistieken, kassen met ci- trusfruit en exotische planten, of de verfrissingen van limonade-automaten en bierstands. Het drukst is het echter in het gebouw, waar de spoetniks ten toongesteld zijn. Ik loop wat onwennig rond tussen raketten met en zonder hon den, gebruikte exemplaren of modellen, totdat een andere bezoeker zich plotse ling tot mij wendt om me ongevraagd alles nog eens helder en niet van chau vinisme ontbloot uit te leggen. Hij vraagt geïnteresseerd naar wat wij in Holland over de Russische prestaties met spoet niks denken. Met een indruk van enke le uren moet ik me hier tevreden stel len; het zou niet moeilijk zijn hier en kele dagen door te brengen. Daar in de restaurants op he1 ten toonstellingsterrein en ook in de buurt daarvan de maaltijdcoupons niet gel dig blijken te zijn, ga ik naar het cen trum terug voor een late lunch. Voor het eerst sinds mijn verblijf in Rus land krijg ik vandaag spijskaarten in handen. Daar er verschillende groe pen in de eetzaal zijn. wonden deze eerst rustig afgeholpen, daarna be kommert de ober zich ook nog om de individuele gasten. Russen zowel als toeristen. Tegen de avond woon ik een dienst bij van de Russisch Orthodoxe Kerk. Zelfs deze kerk, die van de patriarchis, bezit niet veel oude ikonen meer. De kerkgemeenschap maakt hier dezelfde verouderde indruk als de katholieke van 's morgens. Op de wandeling terug zie ik veel mensen op straat Sommige ver dringen zich voor de etalages, andere gaan naar de parken, weer an dere staan in een grote menigte bij een naar een film te kijken, die op het Manegeplein wordt vertoond. Ik ga er tussen staan en zie dan een documen taire over Zuid-Amerika. Men huivert daarmee is de daarna vertoonde ellen de van het Zuidamerikaanse gewone volk. Daarna volgt een schildering van wat de Russen samen met o.a. Fidel Castro tot stand brachten: huizen, speel tuinen, fabrieken, werk, geld en geluk voor allen. De voorstelling wordt be sloten met een film over Russische sportprestaties. Maandagochtend gaat al om half 9 de telefoon op m'n kamer. Het is Nina, die me graag wil ontmoeten in hotel Metropol. Ik vertel haar mijn belevenis sen van de vorige dag. Door haar be middeling hoop ik eveneens vandaag m'n bezittingen, die in de stad verspreid zijn, weer terug te krijgen: pas, trein kaartje en voucher. Verstoord over al le misverstanden weet Nina een zeer acceptabele financiële regeling te be werken, die echter door afwezigheid van het hoofd van het service-bureau eerst 's middags om 3 uur afgewerkt zal wor den. Ik bezoek intussen het Poesjkin-mu- seum met zijn prachtige bezittingen, waaronder de portretten van Rem- brandts broer en zuster, Egyptische, Griekse en Romeinse kunst, alsook een grote verzameling Franse impressionis ten. Tevens bezoek ik het huis, waar Tolstoi met zijn gezin gewoond heeft. Met veel liefde legt een vrouwelijk re- searchwerker verband tussen het leven van Tolstoi en z(jn werken. Door haar vriendelijkheid voel ik mij niet verlegen met haar individuele explicatie aan mij, te midden van de velen die groepsge wijs uitleg krijgen, terwijl zij op muse- umsloffen langs het bed van Tolstoi schuifelen en de handwerken van me vrouw Andreana Sophia bewonderen. Om 3 uur ontmoet ik Nina weer In hotel Metropol, maar nu is de bankier weg, de enige die de wisselkoers van dollars en guldens kent. Nina adviseert me eerst te gaan eten en dan terug te komen. Zo komen we om half vijf eindelijk tot zaken in Hollands geld. Als ik daama vraag of ik mijn voucher te rug mag hebben, is het nergens te vin den. De secretaresse, die het gisteren opborg, heeft vandaag vrij. Hoewel het papier voor mij geen directe waarde meer heeft wil ik het toch graag terug en het wordt tenslotte tot ieders opluch ting gevonden in een bureaulaatje van de afwezige juffrouw. Na een hartelijk afscheid van Nina haal ik op het postkantoor een brief uit Holland die er een week over gedaan heeft. Mijn naam staat er In het Rus sisch op ten gerieve van de juffrouw van de poste restante, die me de brief na enige studie van mijn visum overreikt. Omdat ik een stevige kou heb opgelo pen, wil ik even wat medicijnen gaan kopen in een apotheek. We komen ech ter niet tot een akkoord als ik vraag om een kassabon, die ik aan de verzekering moet overleggen. Dergelijke bewyzen kunnen niet worden afgegeven, omdat in Rusland alle medische voorzieningen kosteloos zjjn, hoewel ik natuurlek wel betalen moet. Als ik tenslotte luid hoes tend weg wil gaan zonder medicijnen, komt een assistente me na met een glas water en een poeder. Terwijl ik dit in dank consumeer, komt de apotheker zelf binnen en tenslotte ga ik i a een half uur de zaak uit met de pillen en het bijbe horende bonnetje. Na nog een laatste wandeling d Moskou beland ik in het hotel om mijn koffer te pakken, mijn spoor kaartje en mijn pas op te halen. De me neer van het servicebureau deelt me dan mede, dat er helaas nog misver stand met het kaartje is, waarvoor ik nog 60 roebel moet bijbetalen. Als ik zeg dit niet te zullen doen, omdat het niet af gesproken was, probeert hij allerlei ar gumenten, waarvan er een een voorstel bevat om de schade te delen. Een half uur voor de trein vertrekt krijg ik plot seling het kaartje zonder extra geld. Wel vraagt de man me een Russische brief te ondertekenen, waarin hij haas- hg geschreven heeft, dat ik weiger te betalen, omdat mijn roebels op zijn. Omdat me dit niet juist lijkt schrijf Jno£ snel een briefje met de werke lijke reden van mijn weigering, waardoor de man hopelijk tevens schoongewassen wordt. Ondertussen heeft de Intourist- taxichauffeur mijn spoorkaartje van hem gekregen om het op het staüon weer aan de trein conducteur door te geven. Ik word tot in de trein gebracht en heb het kaartje dus niet zelf in handen ge had. Als de conducteur zich dan ook nog over m'n pas ontfermt, is er geen twij fel meer mogelijk, dat ik alleen via de ze trein het land kan veriaten. In de coupé tref ik een Russische familie aan, vader, moeder, Nina van 11 en Helena van 1 jaar. De mensen zijn bijzonder hartelijk voor elkaar en ook voor mij. Met de twee kinderen is het contact gauw gelegd. Daarna is ook een gesprek met de ouders niet n moeilijk meer. Deze kinderen gaan nooit naar een kamp. Moeder heeft geen baan. is altijd thuis en zou niet anders willen. Als in Leningrad de volgende ochtend de familie uitstapt, blijf ik alleen in de coupé achter, blij met de stilte. Bij alles wat ik de laatste tiid gezien heb, is me zoveel onduidelijk gebleven. Ik vraag me af, of de mensen hier nu gelukkig zijn of niet. Dan denk ik aan Jeanna en haar kind in het zomerkamp; aan de moe der in de trein met haar kinderen thuis; aan de ellende van de straatveegster en de vrolijkheid in de parken; aan de altijd verse bloemen op het graf van tsaar Peter e Grote en aan de eerbied voor Lenin en Khroesjtsjev; aan de ve le goede scholen en de weinige kerken; aa,n ,ye keiharde instanties met hun af schuifsysteem en de individuele mense lijke goedheid; aan de service enerzijds en de controle anderzijds van de Intou- nst-gidsen; aan de onwetendheid van de Russen over ons leven en ons be grip voor het hunne; aan de v,ele we derzijdse vooroordelen en aan de wer kelijke interesse voor elkaar. Dan zijn er alleen nog maar vragen. A. C. OVERLING PAED. DRA.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1960 | | pagina 9