DIE ENTLASSUNG
i HUIVERINGWEKKEND
VERSLAG VAN WEDEROM ACTUEEL DRAMA-SAUERBRUCH
Door hersen-sclerose getroffen chirurg
-verrichtte catastrofale operaties
Proces tegen JÜRGEN
THORWALD, de auteur
PALET van het stenen tijdperk
m Allol liAJLlüi
UNIEKE COLLECTIE VAN
VERDWIJNENDE CULTUUR
WINTERTENTOONSTELLING IN TROPENMUSEUM
k itonpTT AT
Politieke motieven speelden
mee bij uitblijven ontslag
De Wijnpers Gods
ZATERDAG 7 JANUARI 1961
ÏJfÉÈÊË
Op 23 januari a.s. begint in
Berlin een proces tegen de
schrijver Jürgen Thorwald.
Dit geding is dan ontketend door
Ada en Margot Sauerbruch, de
twee gewezen echtgenoten van
prof. Ferdinand Sauerbruch, de
wereldvermaarde Duitse chirurg,
die op 2 juli 1951 overleed. Thor
wald onthult in zijn boek, dat
„Het ontslag" „Die Entlas-
sung" heet, dat Sauerbruch de
laatste jaren van zijn leven aan
een hersen-sclerose geleden moet
hebben, tengevolge waarvan hij
niet meer in staat was zijn werk
naar behoren te doen. Integen
deel, zijn chirurgisch ingrijpen
was verschillende malen van zulk
een desastreuze aard en de profes
sor maakte daarbij zulke ver
schrikkelijke fouten, dat de pa
tiënten er het leven door lieten.
De schrijver stelt vervolgens dat
men in de omgeving van de chi
rurg reeds geruime tijd op de
hoogte was van diens toestand,
maar dat men lang heeft geaar
zeld voor men iets tegen hem
ondernam.
(Van onze redacteur)
Voor dat aarzelen waren redenen
van tweeërlei aard. Op de eerste
plaats was Sauerbruch een geducht
man, die men nauwelijks durfde be
naderen en men droeg hem tegelijker
tijd in wijde kring een diepe verering
toe. Sauerbruch werd door zijn vak
genoten beschouwd als een van de
grootste chirurgen van zijn tijd en
patiënten van allerlei rang en stand,
die door hem waren genezen, hadden
in hun harten een monument voor
hem opgericht. Hij was een legen
darische figuur nog tijdens zijn leven.
Maar ook motieven van politieke aard
hebben gedurende de fatale jaren mee
gespeeld waar het zijn ontslag betrof.
Sauerbruch werkte aan het Charité-
ziekenhuis in Berlijn, dat in Ost-Zone
was gelegen. De communistische
machthebbers, die toch reeds met
lede ogen hadden aangezien, dat na
het einde van de oorlog vele promi
nente artsen van Oost naar West
waren gevlucht, wilden met alle
geweid dat de naam van de wd'eld-
eroemde chirurg aan „hun" medische
instelling verbonden bleef. Op 6 de
cember 1949 kwam het nochtans zover
dat Sauerbruch zijn aanvrage indien
de om met pensioen te mogen gaan.
Wat daaraan voorafging is echter de
geschiedenis van een bijna huivering-
we' kend menselijk drama. Thorwald
heeft het in zijn boek uitvoerig en
gedetailleerd beschreven en alles wat
hieronder volgt is daaraan ontleend.
Voor wat betreft de waarheid van de
gebeurtenissen gaan wij uiteraard af
op het gezag van de schrijver.
Voor het eerst komt de geestelijke
en lichamelijke aftakeling van Sauer
bruch fataal tot uiting als hij op 1?
juni 1946 Heinrich Greif, een commu
nistisch toneelspeler van naam, moet
opereren. Greif lüdt aan een gewone
liesbreuk. Na het chirurgisch ingrijpen
overlijdt hij de volgende dag aan een
nabloeding uit de beenslagader, die
door Sauerbruch beschadigd moet zijn.
Hij had de controle over zijn chirur
gisch handelen op een gegeven
moment verloren, een verschijnsel dat
kenmerkend is voor het ziektebeeld
van de hersen-sclerose.
Daar doet zich enige tijd later een
nog schokkender geval voor. Sauer
bruch heeft in het ziekenhuis bezoek
van dr. Friedrich Hall. ..hoofdreferent
voor de medische fakulteiten", een
functie die het toezicht op alle medi
sche leerstoelen en klinieken aan de
universiteiten in het door de Sovjets
bezette deel van Duitsland inhoudt.
Op een gegeven moment komt prof. dr.
Max Madlener de in rang meteen
op Sauerbruch volgende chirurg bin
nen, gekleed in een witte jas en de
operatieschoenen nog aan
..Herr Geheimrat", zegt hij. ,,U
wilde de hersentumor zien. Wij zijn
zover Wij hebben hem blootgelegd.
Maar het is een hopeloos geval. De
tumor is niet te opereren". Sauer
bruch kijkt Madlener aan en zegt
tot dr. Hall: „Wacht hier, ik ben
zó terug". Vijf minuten later komt
hij inderdaad terug; zijn gezicht is
rood aangelopen en zijn ogen glan
zen onnatuurlijk. In de niet gewas
sen, niet gesteriliseerde hand houdt
hij een bloederig gezwel. „Ik heb de
tumor er met de vinger uitgehaald",
zegt hij. „De vingers zijn de beste
instrumenten, die de natuur aan de
chirurg heeft gegeven."
Twee dagen later was de patiënt
dood. En dr. Hall wéét nu hoe ziek
Sauerbruch wel is. HU gaat nu stappen
ondernemen om te komen tot een
pensionering van de chirurg. HU
wendt zich daartoe tot zUn onmiddel-
Ujke chef prof. dr. Theodor Brugsch,
o.m. deken van de medische faculteit
MAX MADLENER
aan de Humboldt-Universiteit. En dat
wordt dan tussen beide mannen een
hoogst merkwaardig gesprek.
„Hall", zegt Brugsch met ge
smoorde stem, „U weet het dus
ookEn vervolgens: „MUn God,
moet ik U dan zeggen, hoe hoog
president Wandel en het Centraal
Comité de betekenis van Sauerbruch
aanslaan? Weet U dan niet, hoe
belangrUk men het vindt, dat juist
Sauerbruch met zUn internationaal
beroemde naam de „Charité" niet
verlaten heeft? Verwacht U van mU
dat ikik alleenpresident Wan
del en alle anderen er van zou
kunnen overtuigen, dat zn Sauer
bruch op moeten geven? Hall, wat
verwacht U van mU?"
Brugsch wordt kennelUk innerlijk
verscheurd door het besef van zijn
medisch-menselijke verantwoordelijk
heid en van zijn „politieke" status.
Heeft dr. Josef Naas, een vooraan
staand man in de communistische
wetenschappelijke wereld niet eens
verklaard: „Bij het huidige treffen
tussen socialisme en kapitalisme zullen
miljoenen het leven laten. In het licht
van dit feit is het dus volkomen on
belangrijk dat Sauerbruch op zU'n
operatietafel een paar dozijn mensen
doodt. Wij hebben de naam Sauer
bruch nodig."
De buitenwereld vermoedt in het
voorjaar van 1949 nog niets van wat
er zich in de chirurgische kliniek van
de Charité afspeelt. Wel beginnen en
kele kranten kritiek op Sauerbruch uit
te oefenen, dat hü ook na de blokkade
verder gaat in het communistische
deel van Duitsland te werken en dat
hU weigert zich te interesseren voor
een op te richten nieuwe universiteit
in West-BerlijnDeze critici herin
neren ook aan zUn rol tüdens de oor
log: hU ging ontmoetingen met Hitier
niet uit de weg en hü ontving op een
partijdag in Nürnberg een „National-
preis". Men krügt het zover dat hij
voor een denazificeringstribunaal in
West-Berlijn wordt gedaagd. Maar dit
is een vrij onbetekenend incident in de
tragische gang van zaken, die het lot
van de chirurg bepaalt.
Zomer 1949 gaat prof. Madlener
die algemeen als opvolger van Sauer
bruch wordt bestempeld zijn rol
Brugsch vermoeid.
Maar hij vertelt dan dat pre
sident Wandel ai op de hoogte is van
de toestand van Sauerbruch, Hü heeft
diens eigen vrouw geopereerd en al
leen door het ingrüpen van prof. Madle
ner kon worden verhinderd, dat zulks
schadelijke gevolgen heeft ge
had... En hij voegt er aan toe: „Wan
del is zózeer beïnvloed door de opvat
ting, dat Sauerbruch door zijn aanblij
ven de voortdurende vlucht van art
sen naar het westen kan verhullen, dat
ik machteloos ben. Ik hoop dat u meer
succes zult hebben dan ik."
Maar dr. Hall zet ondanks alles door.
Hij vraagt en krijgt Wandel te spreken.
En dat wordt dan een beslissende ge-
dachtenwisseling. Aanvankelük ver
klaart Wandel:
„Waar het gaat om de hogere doel
einden van de socialistische ontwikke
ling en om de overgang naar de so
cialistische wetenschap, mogen voor
ons burgerlüke overblüfselen als het
zogenaamde menselijke of medische
geweten géén rol spelen."
Hij wil van geenpensionering weten en
hü zegt, dat prof. Madlener maar zo
veel mogelük moet verhinderen dat door
toedoen van Sauerbruch „iets ernstigs"
gebeurt. Hall wüst hem er dan op, dat
Madlener de dood van het meisje reeds
niet heelt kunnen verhinderen en hü
zwaait met een tas vol voor Sauerbruch
bezwarende en door verschillende art
sen ondertekende verklaringen. De pre
sident vertoont dan toch tekenen van
ongerustheid. Tenslotte besluit hü:
„Kameraad Hall, ik zal mU beraden
over Uw voorstel. Meer kan ik u niet
beloven."
Maar de zaak is nu officieel op gang
gebracht. Dr. Hall wendt zich weer tot
prof. Madlener. Hij zegt, dat Wandel
precies weet wat er aan de hand is en
hü vraagt Madlener niet zonder meer te
weigeren als de president met hem wil
spreken over de opvolging van Sauer
bruch.
„Dat kan ik niet," roept de profes
sor vertwijfeld uit. „Ik kan niet ach
ter de rug van Sauerbruch om over
diens opvolging spreken en onderhan
delen. Ik kan niet over mpn eigen
schaduw springen ik kan het niet."
En tenslotte: „Waarom roept men
niet een nieuwe verordening in het
leven, overeenkomstig welke iedere
professor aan de Charité na zijn 70ste
levensjaar automatisch en zonder uit
zondering wordt gepensioneerd?"
Deze gedachte vindt ingang bij de
autoriteiten. En prof. Brugsch weet Mad
lener zover te krügen dat deze Sauer
bruch van de nieuwe verordening in
kennis stelt. Dit alles komt tot een dra
matische ontknoping als Sauerbruch een
paar dagen later zijn nauwste mede
werker voor de voeten werpt'.
„Gek toch, dat niemand iets van
die verordening afweet, Brugsch weet
er zelfs niets van. Niemand... behalve
jij..." En hü beschuldigt hem van
„verraad".
„Iedereen liegt," zegt hij. „Wie liegt
niet, op wie kan ik mü nog verlaten?"
Inmiddels wordt Sauerbruck steeds
dels minister is geworden en voor
prof. Brugsch.
„Her Geheimrat," zegt Wandel,
„gaat u alstublief ziften." Sau
erbruch blijft staan.
„Herr Geheimrat," zegt Wandel
verder, „ik heb de deken van de
medische faculteit van de Humboldt-
Universiteit, prof. Brugsch, verno
men, dat u van uw leerstoel en uw
amht, als directeur van de chirurgi
sche kliniek van de Charité ontheven
zoudt willen worden. U zoudt dus
met pensioen willen gaan.,.."
Sauerbruch spreekt met een moeilük
beheerste en vreemde stem. Maar hij
zegt:
„Ja, ik zou met pensioen willen
gaan."
Er valt een diepe stilte. Men hoort
slechts het krassen van de pen, waar
mee een klerk het beslissende ant
woord opschrijft.
Wandel neemt weer het woord:
„Het Geheimrat," zegt hij, „ik
neem nota van uw wens. Ik moet
u echter voor een goede gang van
zaken nog een tweede vraag stellen.
Het is een formele vraag. Herr Ge
heimrat, ontspruit deze wens aan uw
persoonlük, vrüwillig genomen besluit,
of is hü het gevolg van enigerlei
druk of beïnvloeding?"
Ieder die aanwezig is houdt de
adem in.
Dan zegt Sauerbruch langzaam en
moeilijk, maar duidelijk hoorbaar: „Het
is niun eigen, vrijwillig genomen be
sluit l'rof. Brugsch kan een zucht
van verlichting niet weerhouden. Het
doek valt voor de eerste akte. Maar
liet drama-Sauerbruch is nog niet ten
einde.
(Wordt vervolgd)
FERDINAND SAUERBRUCH
PAUL WANDEL
daarin spelen. Hü slaagt er meer en
meer in zün chef van de operatie-tafel
verwüderd te houden en hij houdt de
zware gevallen, die Sauerbruch zich
anders nooit liet ontgaan, zoveel mo
gelük voor hem verborgen.
De gevolgen van de sclerose ko
men inmiddels steeds duidelüker aan
het licht. Tüdens een reis naar Zwit
serland moet Sauerbruch die hele
maal vergeten is waar hü zich be
vindt door de politie naar zijn ho
tel worden teruggebracht. Maar er
doet zich weer een catastrofaal ge
val voor als hü een meisje, een kind,
aan maagkanker opereert. Aanvan
kelük gaat alles goed, maar tenslot
te vergeet Sauerbruch een verbin
ding tussen maag en darm tot stand
te brengen. Het meisje sterft na-
tuurhjk.
Prof. Madlener heeft zulk een gang
van zaken al een paar malen meege
maakt. Hij heeft geconstateerd
dat Sauerbruch zijn operatie begint
„als een God" en dan plotseling wordt
getroffen door een aanval van hersen-
sclerose, die hem de meest fnuikende
fouten doet maken.
Het komt nu tot een gesprek tussen
dr. Hall en prof. Madlener. Eerstge
noemde zegt: „Ieder van ons, die nu
niet het uiterste probeert om zün (Sauer-
bruch's) werkzaamheden als chirurg te
doen beëindigen, zou op zekere dag
wel eens geconfronteerd kunnen wor
den met de aanklacht, zün geweten als
arts verraden te hebben om één enkele
naam „zuiver" te houden."
Madlener zwügt, door twijfel ver
scheurd. Moet hü zün diep vereerde
chef „ontmaskeren"? Moet hij de man
„verraden", wiens opvolger hij ééns
hoopt te worden? Hü weet niet an
ders uit te brengen dan: „Gaat u
eens met prof. Linzbach praten".
Prof. Linzbach, hoofd van de patholo
gische afdeling, weet al lang wat er
met Sauerbruch aan de hand is. Dr.
Hall gaat met hem praten en eist
schriftelüke „verklaringen" van hem
die vertrouwelük zullen zijn, maar
die tegen Sauerbruch gebruikt zullen
worden. Ook Linzbach aarzelt, maar
tenslotte bezwükt hij onder de aan
drang van Hall. HU zal de verklarin
gen op schrift stellen, maar zün laat
ste woorden zijn: „Doe „der Alte"
alstublieft niets..."
Dr. Hall heeft weer een gesprek met
prof. Brugsch. „Ik ben vastbesloten",
zo zegt hij, „de president dr. Wandel
persoonlijk de dokumenten voor te leg
gen, die ik heb. Daarna is er voor hem
geen ontkomen meer aan. Hij móet zich
eens verklaren met het op pensioen
stellen van Sauerbruch. Ik stel u slechts
van deze stap op de hoogte om mij er
van te vergewissen dat u bij eventuele
ruggespraak achter mij zult staan." „Na
tuurlijk sta ik achter u," zegt prof.
meer getroffen door aanvallen van
sclerose. Tüdens de eerste dagen van
december 1949 veroorzaakt hij wéér
een catastrofe in het Charitézieken-
huis. Het slachtoffer is nu een parti
culier patiënt van Sauerbruch. Madle
ner is niet aanwezig en de assistenten
zijn niet bij machte de operatie te ver
hinderen. Terwül de chirurg aan het
werk is het gaat om een maagope
ratie zien zü, dat hü het spoor bijs
ter raakt. Maar het is ai te laat. De
patiënt sterft.
Iedereen is nu tot het uiterste ge
alarmeerd. Professor Brugsch zal na
veel en jachtig heen en weer gepraat
van de betrokkenen de knoop doorhak-
Een Australiër bezig me: bet vervaardigen ran een lans. Ze zijn er bijzonder
handig in. Op de tentoonstelling zijn verscheidene van deze handzame wapens te
zien. Ook hangt er een groot aantal mooie futo's van Australische mensentypen,
door dr. Andreas Lommei vereeuwigd.
vat heeft gekregen op haar verschij
ningsvorm. Het contact met andere
volkeren was schaars of vond hele
maal niet plaats. Australië bezit daar
door dan ook zeer primitieve culturen,
waarbü het woord primitief niet in de
eerste plaats moet worden uitgelegd
als gebrekkig of achterlijk maar als
„primair".
De eigen bevolking van Australië is
niet achterlijk bij de voor haar gelden
de omstandigheden. Dat blijkt büvoor-
beeld uit de sierkunst en vooral uit de
rotstekeningen, die dr. Lommei en zijn
vrouw hebben gevonden. Zü bezit ook
een bedrevenheid in het maken van
eenvoudige wapens en gereedschappen.
Verschillende exemplaren zijn op deze
expositie te zien. Bovendien heeft zij een
ingewikkelde sociale organisatie. Maar
toch is dit alles niet het meest interes
sante van deze schaarser wordende stam
men. Belangwekkender zyn de wereld
beschouwing en de daarop gebaseerde
zeden, gewoonten en uitingen, waaron
der vooral die welke door het begrip
„kunst" worden gedekt. Bü kunstzinni
ge uitingen zün schoonheidsbesef en
magie twee verschillende uitgangspun
ten. De mythen en sagen over de schep-
pingsperiode spelen bijvoorbeeld nog
steeds een rol bij de stammen. Eeuwen
lang zün ze ongerept bewaard gebleven,
maar nu onder de snel veranderende
omstandigheden kunnen alleen de oude
ren er nog over vertellen, terwül de rots
tekeningen, die zeer mooi zün. er blij-
vende herinneringen aan bewaren. De
magie is voor de Australiërs het uit
gangspunt. Van daaruit komen zij tot
een boeiende sierkunst.
Men treft op deze tentoonstelling een
groot aantal foto's aan van de vind
plaatsen der rotstekeningen. Mevrouw
Lommel heeft met groot geduld de ge
vonden tekeningen gecopieerd zodat de
ze primitieve kunst in Europa nader be
studeerd kon worden. Vele copieën zijn
in het Tropenmuseum te zien, Ze zijn
schitterend van kleur, voornamelijk
rood, wit „n zwart, en wij mogen aan
nemen, dat zü een natuurgetrouw beeld
geven van de originele. Zowel in kleur
als In afmetingen. Dit alles is omgeven
door verschillende interessante ethno-
grafica, waaronder ook de bekende boe
merang' en tjurunga's, platte, langwerpi
ge stenen of houten voorwerpen, die af
gestorvenen voorstellen en vertegen
woordigen; eenmaal in het jaar gaan
deze tüdens hüzondere plechtigheden in
de fantasie van de inheemsen leven om
dan opnieuw deel uit te maken van de
stam.
Bij de rotstekeningen gaat het meest
al om een merkwaardig wezen, de zg.
Wondschina's. Zü worden als mythische
voorouders der Australiërs beschouwd:
aan hen dankt men de regen, de vrucht
bare en levenwekkende. Zü worden vaak
bij beekjes en bronnen afgebeeld. Jaar
lijks worden deze wondschina's in de
zelfde kleuren, die van de oertijd:
rood, wit en zwart, overtrokken op
dat de regen weer zal vallen en het le
ven opnieuw gaat bloeien.
Naast de wondschina's heeft men an
dere tekeningen ontdekt, die zeer sierlijk
van stijl zün en ongeveer 30 tot 70 cm*
hoog, tekeningen op boomschors, natu
ralistische en abstracte, vaak met kleu
ren opgevulde ruitpatronen, geschema
tiseerde mens- en dierfiguren. Vooral i«
het snüden en versieren van gebruiks
voorwerpen als schilden, bakken e.d.
onderscheiden de Australiërs zich sterk.
De bovengenoemde Tjurunga's horen
hier ook bü. Bij de versiering kan men
allerlei stijlen onderscheiden, van zuiver
naturalistische tot louter geometrische.
Binnen afzienbare tijd zullen dez«
cultuuruitingen der Australiërs ver
dwijnen. Het contact tussen inheem
sen en blanken neemt steeds toe. De
zwarte bevolking gaat meer en meer
deelnemen aan het westers ingestelde
economische leven. Daarom is deze
collectie uniek en onvervangbaar, in
het Tropenmuseum kunnen wü de
laatste kleuren van het palet van het
stenen tüdperk bewonderen. De expo
sitie sluit met een aantal foto's waar
op men zwarte arbeiders ziet in huh
nieuwe omgeving, als chauffeur 'A
als benzinepomp-bediende. Het is plot
seling een andere wereld, een die' ons
vertrouwder Is, en met een schok er
vaart men dat wat wü evolutie noe
men in niet te stuiten vaart voortgaat-
FRANS DUISTER-
AMSTERDAM, 7 jan. Wie er
kans voor krijgt en gelegenheid, moet
eens gaan kijken naar de vvintertentoon-
stelling in het Tropenmuseum te Am
sterdam. Speciaal de moderne beelden
de kunstenaars raden wij een bezoek
aan. Daar wordt de primitieve kunst van
de Australiërs ons in een expositie ge
toond; hel zrjn unLke uitingen, nog
maar ten dele bestudeerd, die door de
opdringende technische beschaving met
de ondergang worden bedreigd. Men
zou niet verwachten, dat achter de
grauwe gevel van het Instituut aan de
Mauritskade zo'n tentoonstelling; zo
schitterend van stijl er) instructief van
opzet, is ingericht met als onderwerp
tekenen uit gebieden, waar de zoge
naamde evolutie de dood betekent vooi
landeigen uitingen. Maar de expositie
is er, als een nieuw bewijs dat de mo
derne mens, zoals de laatste tientallen
THEODOR BRUGSCH
-ken. Hij nodigt Sauerbruch uit om 2
december 's avonds „een glas wijn te
komen drinken." Alleen zün vrouw is
bij het onderhoud dat tot diep in de
nacht duurt aanwezig. Naderhand ver
klaart hij
„Mün vrouw en ik hebben drie uur
met hem geworsteld. Ik moet wel
dat woord worstelen gebruiken. Ik
zou deze uren niet graag nog eens
beleven. Maar wij hebben hem niet
tot een juist inzicht in zijn toestand
kunnen brengen. I-Iij klemde zich
vast aan de kliniek en aan de ope
ratietafel. Hij begrüpt, vervuld van
de tragische trots, die het gevolg is
van zijn kwaal, niet dat hü niet meer
opereren kan en zün ziekte doet hem
kwade bedoelingen vermoeden, waar
slechts sprake kan zün van hulp."
Ondanks dat gelukt het hem tenslot
te toch van Sauerbruch de belofte af
te persen dat hü de volgende dag bü
Wandel zal gaan vragen met pensioen
te mogen gaan
De volgende morgen 3 december 1949
speelt zich dan het slot af van de eer
ste akte van het drama.
Sauerbruch verschünt op het minis
terie voor volksvoorlichting in de Wil-
helmstrasse voor Wandel die inmid-
Het lijden is voor de mens steeds
een' moeilijk in te passen werkc-
lykheid geweest in het christelijk
leven. Nu de moderne communicatie
middelen ons confronteren met de no
den en rampen van heel de mensheid,
dringt zich de vraag naar het waarom
nog'scherper naar voren. J. Messner
heeft in zün boekje „De Wünpers
Gods" (een zwakke vertaling van het
oorspronkelijke „Das Wagnis des Chris
ten") een antwoord op de vraag willen
formuleren <Uitg. De Vroente, Kaster-
lee). De auteur betoogt dat het lijden
een levenswaarde is, omdat het inhae-
rent is aan het christendom. Door het
lüden niet te zien als een onontkoom
baar leed, maar het te accepteren ais
een deelname aan Christus' lijden
wordt het zinvol en heilbrengend voor
de gehele mensheid. De zonde die
Christus Kruis heeft opgeroepen zal
het leven van elke mens plaatsen on
der het teken van het kruis. Het in volle
overgave aanvaarden dat de weg naar
het Godsrük alleen een kruisweg kan
zün, noemt de auteur het christelijk
waagstuk. Dit mooie boekje van
Messner kan helpen een antwoord te
vinden op de vele vragen, die het pro
bleem van het lüden oproept.
H. Mo.
jaren is gebleken, zich sterk interesseert
voor wat de „primitieve" in tastbare
beelden heeft vastgelegd. Een blijvende
inspiratiebron voor de hedendaagse
kunstenaar? Het is herhaaldelük bewe
zen, dat dit mogelijk is en toch vra
gen wij ons af of de hedendaagse wer
ken wél zo fijnzinnig, direct en eerlijk
zijn als die van bijvoorbeeld de Austra
liër; deze expositie Is een getuigenis op
zich en het antwoord op onzë vraag
vvordt er onomwonden gegeven.
Men heeft in dit gastvrije huis dr.
Andreas Lommel. ethnoloog van profes
sie en thans directeur van het Volken
kundig Museum, te München, alle hulp en
steun gegeven om zijn interessante ver
zameling tot 30 april a.s. onder te bren
gen met als titel: „Palet van het Ste
nen Tijdperk in Australië", Het is mede
aan de artistieke gaven van mevrouw
Katharina Lommel te danken, dat een
belangrijk deel van deze expositie een
volmaakte vorm meekreeg.
Dr. Andreas Lommel bezocht Aus
tralië m 1938-'39 en wederom in 1955-
'56, de laatste keer vergezeld van zijn
echtgenote. Aan haar danken wü de
zowel wetenschappelijk als artistiek
verantwoorde reprodukties van in
Australië op rotswanden en boom
schors gevonden tekeningen. Zij getui
gen van wat mensen, die wij achteloos
primitief noemen, hebben willen uit
drukken en zij laten zien hoe modern,
naar onze begrippen, deze menselijke
documenten zün. Bet is een culturele
daad van betekenis een tentoonstelling
10 te richten, die gewijd is aan de kunsl
van de oorspronkelijke bewoners van
noord- en noord-west Australië, het
fCemberley district. Temeer daar de
bevolking hier schrikbarend is gedeci
meerd en in steeds sneller tempo be
gint te verdwijnen. De weerspiegeling
van een nog bestaande samenleving
van mensen, die ettelüke duizenden
jaren het vüfde werelddeel hebben
bevolkt, is in de collectie van dr
Lommel waar te nemen. Haar cul
tuur is eeuwen ongewüzigd gebleven,
alsof het leven op aarde elders geen
devrouw Katharina Lommel aan he; werk in een van de Australische grotten
waar zij tekeningen heeft gevonden. Zij copieerde deze zeer nauwkeurig en vuldl
ter plaatse de kleuren natuurgetrouw in. Deze merkwaardige copieën zijn op
wintertentoonstelling in het Koninklijk Instituut voor de Tropen te zien.