DIE ENTLASSUNG i HUIVERINGWEKKEND VERSLAG VAN WEDEROM ACTUEEL DRAMA-SAUERBRUCH Door hersen-sclerose getroffen chirurg -verrichtte catastrofale operaties Proces tegen JÜRGEN THORWALD, de auteur PALET van het stenen tijdperk m Allol liAJLlüi UNIEKE COLLECTIE VAN VERDWIJNENDE CULTUUR WINTERTENTOONSTELLING IN TROPENMUSEUM k itonpTT AT Politieke motieven speelden mee bij uitblijven ontslag De Wijnpers Gods ZATERDAG 7 JANUARI 1961 ÏJfÉÈÊË Op 23 januari a.s. begint in Berlin een proces tegen de schrijver Jürgen Thorwald. Dit geding is dan ontketend door Ada en Margot Sauerbruch, de twee gewezen echtgenoten van prof. Ferdinand Sauerbruch, de wereldvermaarde Duitse chirurg, die op 2 juli 1951 overleed. Thor wald onthult in zijn boek, dat „Het ontslag" „Die Entlas- sung" heet, dat Sauerbruch de laatste jaren van zijn leven aan een hersen-sclerose geleden moet hebben, tengevolge waarvan hij niet meer in staat was zijn werk naar behoren te doen. Integen deel, zijn chirurgisch ingrijpen was verschillende malen van zulk een desastreuze aard en de profes sor maakte daarbij zulke ver schrikkelijke fouten, dat de pa tiënten er het leven door lieten. De schrijver stelt vervolgens dat men in de omgeving van de chi rurg reeds geruime tijd op de hoogte was van diens toestand, maar dat men lang heeft geaar zeld voor men iets tegen hem ondernam. (Van onze redacteur) Voor dat aarzelen waren redenen van tweeërlei aard. Op de eerste plaats was Sauerbruch een geducht man, die men nauwelijks durfde be naderen en men droeg hem tegelijker tijd in wijde kring een diepe verering toe. Sauerbruch werd door zijn vak genoten beschouwd als een van de grootste chirurgen van zijn tijd en patiënten van allerlei rang en stand, die door hem waren genezen, hadden in hun harten een monument voor hem opgericht. Hij was een legen darische figuur nog tijdens zijn leven. Maar ook motieven van politieke aard hebben gedurende de fatale jaren mee gespeeld waar het zijn ontslag betrof. Sauerbruch werkte aan het Charité- ziekenhuis in Berlijn, dat in Ost-Zone was gelegen. De communistische machthebbers, die toch reeds met lede ogen hadden aangezien, dat na het einde van de oorlog vele promi nente artsen van Oost naar West waren gevlucht, wilden met alle geweid dat de naam van de wd'eld- eroemde chirurg aan „hun" medische instelling verbonden bleef. Op 6 de cember 1949 kwam het nochtans zover dat Sauerbruch zijn aanvrage indien de om met pensioen te mogen gaan. Wat daaraan voorafging is echter de geschiedenis van een bijna huivering- we' kend menselijk drama. Thorwald heeft het in zijn boek uitvoerig en gedetailleerd beschreven en alles wat hieronder volgt is daaraan ontleend. Voor wat betreft de waarheid van de gebeurtenissen gaan wij uiteraard af op het gezag van de schrijver. Voor het eerst komt de geestelijke en lichamelijke aftakeling van Sauer bruch fataal tot uiting als hij op 1? juni 1946 Heinrich Greif, een commu nistisch toneelspeler van naam, moet opereren. Greif lüdt aan een gewone liesbreuk. Na het chirurgisch ingrijpen overlijdt hij de volgende dag aan een nabloeding uit de beenslagader, die door Sauerbruch beschadigd moet zijn. Hij had de controle over zijn chirur gisch handelen op een gegeven moment verloren, een verschijnsel dat kenmerkend is voor het ziektebeeld van de hersen-sclerose. Daar doet zich enige tijd later een nog schokkender geval voor. Sauer bruch heeft in het ziekenhuis bezoek van dr. Friedrich Hall. ..hoofdreferent voor de medische fakulteiten", een functie die het toezicht op alle medi sche leerstoelen en klinieken aan de universiteiten in het door de Sovjets bezette deel van Duitsland inhoudt. Op een gegeven moment komt prof. dr. Max Madlener de in rang meteen op Sauerbruch volgende chirurg bin nen, gekleed in een witte jas en de operatieschoenen nog aan ..Herr Geheimrat", zegt hij. ,,U wilde de hersentumor zien. Wij zijn zover Wij hebben hem blootgelegd. Maar het is een hopeloos geval. De tumor is niet te opereren". Sauer bruch kijkt Madlener aan en zegt tot dr. Hall: „Wacht hier, ik ben zó terug". Vijf minuten later komt hij inderdaad terug; zijn gezicht is rood aangelopen en zijn ogen glan zen onnatuurlijk. In de niet gewas sen, niet gesteriliseerde hand houdt hij een bloederig gezwel. „Ik heb de tumor er met de vinger uitgehaald", zegt hij. „De vingers zijn de beste instrumenten, die de natuur aan de chirurg heeft gegeven." Twee dagen later was de patiënt dood. En dr. Hall wéét nu hoe ziek Sauerbruch wel is. HU gaat nu stappen ondernemen om te komen tot een pensionering van de chirurg. HU wendt zich daartoe tot zUn onmiddel- Ujke chef prof. dr. Theodor Brugsch, o.m. deken van de medische faculteit MAX MADLENER aan de Humboldt-Universiteit. En dat wordt dan tussen beide mannen een hoogst merkwaardig gesprek. „Hall", zegt Brugsch met ge smoorde stem, „U weet het dus ookEn vervolgens: „MUn God, moet ik U dan zeggen, hoe hoog president Wandel en het Centraal Comité de betekenis van Sauerbruch aanslaan? Weet U dan niet, hoe belangrUk men het vindt, dat juist Sauerbruch met zUn internationaal beroemde naam de „Charité" niet verlaten heeft? Verwacht U van mU dat ikik alleenpresident Wan del en alle anderen er van zou kunnen overtuigen, dat zn Sauer bruch op moeten geven? Hall, wat verwacht U van mU?" Brugsch wordt kennelUk innerlijk verscheurd door het besef van zijn medisch-menselijke verantwoordelijk heid en van zijn „politieke" status. Heeft dr. Josef Naas, een vooraan staand man in de communistische wetenschappelijke wereld niet eens verklaard: „Bij het huidige treffen tussen socialisme en kapitalisme zullen miljoenen het leven laten. In het licht van dit feit is het dus volkomen on belangrijk dat Sauerbruch op zU'n operatietafel een paar dozijn mensen doodt. Wij hebben de naam Sauer bruch nodig." De buitenwereld vermoedt in het voorjaar van 1949 nog niets van wat er zich in de chirurgische kliniek van de Charité afspeelt. Wel beginnen en kele kranten kritiek op Sauerbruch uit te oefenen, dat hü ook na de blokkade verder gaat in het communistische deel van Duitsland te werken en dat hU weigert zich te interesseren voor een op te richten nieuwe universiteit in West-BerlijnDeze critici herin neren ook aan zUn rol tüdens de oor log: hU ging ontmoetingen met Hitier niet uit de weg en hü ontving op een partijdag in Nürnberg een „National- preis". Men krügt het zover dat hij voor een denazificeringstribunaal in West-Berlijn wordt gedaagd. Maar dit is een vrij onbetekenend incident in de tragische gang van zaken, die het lot van de chirurg bepaalt. Zomer 1949 gaat prof. Madlener die algemeen als opvolger van Sauer bruch wordt bestempeld zijn rol Brugsch vermoeid. Maar hij vertelt dan dat pre sident Wandel ai op de hoogte is van de toestand van Sauerbruch, Hü heeft diens eigen vrouw geopereerd en al leen door het ingrüpen van prof. Madle ner kon worden verhinderd, dat zulks schadelijke gevolgen heeft ge had... En hij voegt er aan toe: „Wan del is zózeer beïnvloed door de opvat ting, dat Sauerbruch door zijn aanblij ven de voortdurende vlucht van art sen naar het westen kan verhullen, dat ik machteloos ben. Ik hoop dat u meer succes zult hebben dan ik." Maar dr. Hall zet ondanks alles door. Hij vraagt en krijgt Wandel te spreken. En dat wordt dan een beslissende ge- dachtenwisseling. Aanvankelük ver klaart Wandel: „Waar het gaat om de hogere doel einden van de socialistische ontwikke ling en om de overgang naar de so cialistische wetenschap, mogen voor ons burgerlüke overblüfselen als het zogenaamde menselijke of medische geweten géén rol spelen." Hij wil van geenpensionering weten en hü zegt, dat prof. Madlener maar zo veel mogelük moet verhinderen dat door toedoen van Sauerbruch „iets ernstigs" gebeurt. Hall wüst hem er dan op, dat Madlener de dood van het meisje reeds niet heelt kunnen verhinderen en hü zwaait met een tas vol voor Sauerbruch bezwarende en door verschillende art sen ondertekende verklaringen. De pre sident vertoont dan toch tekenen van ongerustheid. Tenslotte besluit hü: „Kameraad Hall, ik zal mU beraden over Uw voorstel. Meer kan ik u niet beloven." Maar de zaak is nu officieel op gang gebracht. Dr. Hall wendt zich weer tot prof. Madlener. Hij zegt, dat Wandel precies weet wat er aan de hand is en hü vraagt Madlener niet zonder meer te weigeren als de president met hem wil spreken over de opvolging van Sauer bruch. „Dat kan ik niet," roept de profes sor vertwijfeld uit. „Ik kan niet ach ter de rug van Sauerbruch om over diens opvolging spreken en onderhan delen. Ik kan niet over mpn eigen schaduw springen ik kan het niet." En tenslotte: „Waarom roept men niet een nieuwe verordening in het leven, overeenkomstig welke iedere professor aan de Charité na zijn 70ste levensjaar automatisch en zonder uit zondering wordt gepensioneerd?" Deze gedachte vindt ingang bij de autoriteiten. En prof. Brugsch weet Mad lener zover te krügen dat deze Sauer bruch van de nieuwe verordening in kennis stelt. Dit alles komt tot een dra matische ontknoping als Sauerbruch een paar dagen later zijn nauwste mede werker voor de voeten werpt'. „Gek toch, dat niemand iets van die verordening afweet, Brugsch weet er zelfs niets van. Niemand... behalve jij..." En hü beschuldigt hem van „verraad". „Iedereen liegt," zegt hij. „Wie liegt niet, op wie kan ik mü nog verlaten?" Inmiddels wordt Sauerbruck steeds dels minister is geworden en voor prof. Brugsch. „Her Geheimrat," zegt Wandel, „gaat u alstublief ziften." Sau erbruch blijft staan. „Herr Geheimrat," zegt Wandel verder, „ik heb de deken van de medische faculteit van de Humboldt- Universiteit, prof. Brugsch, verno men, dat u van uw leerstoel en uw amht, als directeur van de chirurgi sche kliniek van de Charité ontheven zoudt willen worden. U zoudt dus met pensioen willen gaan.,.." Sauerbruch spreekt met een moeilük beheerste en vreemde stem. Maar hij zegt: „Ja, ik zou met pensioen willen gaan." Er valt een diepe stilte. Men hoort slechts het krassen van de pen, waar mee een klerk het beslissende ant woord opschrijft. Wandel neemt weer het woord: „Het Geheimrat," zegt hij, „ik neem nota van uw wens. Ik moet u echter voor een goede gang van zaken nog een tweede vraag stellen. Het is een formele vraag. Herr Ge heimrat, ontspruit deze wens aan uw persoonlük, vrüwillig genomen besluit, of is hü het gevolg van enigerlei druk of beïnvloeding?" Ieder die aanwezig is houdt de adem in. Dan zegt Sauerbruch langzaam en moeilijk, maar duidelijk hoorbaar: „Het is niun eigen, vrijwillig genomen be sluit l'rof. Brugsch kan een zucht van verlichting niet weerhouden. Het doek valt voor de eerste akte. Maar liet drama-Sauerbruch is nog niet ten einde. (Wordt vervolgd) FERDINAND SAUERBRUCH PAUL WANDEL daarin spelen. Hü slaagt er meer en meer in zün chef van de operatie-tafel verwüderd te houden en hij houdt de zware gevallen, die Sauerbruch zich anders nooit liet ontgaan, zoveel mo gelük voor hem verborgen. De gevolgen van de sclerose ko men inmiddels steeds duidelüker aan het licht. Tüdens een reis naar Zwit serland moet Sauerbruch die hele maal vergeten is waar hü zich be vindt door de politie naar zijn ho tel worden teruggebracht. Maar er doet zich weer een catastrofaal ge val voor als hü een meisje, een kind, aan maagkanker opereert. Aanvan kelük gaat alles goed, maar tenslot te vergeet Sauerbruch een verbin ding tussen maag en darm tot stand te brengen. Het meisje sterft na- tuurhjk. Prof. Madlener heeft zulk een gang van zaken al een paar malen meege maakt. Hij heeft geconstateerd dat Sauerbruch zijn operatie begint „als een God" en dan plotseling wordt getroffen door een aanval van hersen- sclerose, die hem de meest fnuikende fouten doet maken. Het komt nu tot een gesprek tussen dr. Hall en prof. Madlener. Eerstge noemde zegt: „Ieder van ons, die nu niet het uiterste probeert om zün (Sauer- bruch's) werkzaamheden als chirurg te doen beëindigen, zou op zekere dag wel eens geconfronteerd kunnen wor den met de aanklacht, zün geweten als arts verraden te hebben om één enkele naam „zuiver" te houden." Madlener zwügt, door twijfel ver scheurd. Moet hü zün diep vereerde chef „ontmaskeren"? Moet hij de man „verraden", wiens opvolger hij ééns hoopt te worden? Hü weet niet an ders uit te brengen dan: „Gaat u eens met prof. Linzbach praten". Prof. Linzbach, hoofd van de patholo gische afdeling, weet al lang wat er met Sauerbruch aan de hand is. Dr. Hall gaat met hem praten en eist schriftelüke „verklaringen" van hem die vertrouwelük zullen zijn, maar die tegen Sauerbruch gebruikt zullen worden. Ook Linzbach aarzelt, maar tenslotte bezwükt hij onder de aan drang van Hall. HU zal de verklarin gen op schrift stellen, maar zün laat ste woorden zijn: „Doe „der Alte" alstublieft niets..." Dr. Hall heeft weer een gesprek met prof. Brugsch. „Ik ben vastbesloten", zo zegt hij, „de president dr. Wandel persoonlijk de dokumenten voor te leg gen, die ik heb. Daarna is er voor hem geen ontkomen meer aan. Hij móet zich eens verklaren met het op pensioen stellen van Sauerbruch. Ik stel u slechts van deze stap op de hoogte om mij er van te vergewissen dat u bij eventuele ruggespraak achter mij zult staan." „Na tuurlijk sta ik achter u," zegt prof. meer getroffen door aanvallen van sclerose. Tüdens de eerste dagen van december 1949 veroorzaakt hij wéér een catastrofe in het Charitézieken- huis. Het slachtoffer is nu een parti culier patiënt van Sauerbruch. Madle ner is niet aanwezig en de assistenten zijn niet bij machte de operatie te ver hinderen. Terwül de chirurg aan het werk is het gaat om een maagope ratie zien zü, dat hü het spoor bijs ter raakt. Maar het is ai te laat. De patiënt sterft. Iedereen is nu tot het uiterste ge alarmeerd. Professor Brugsch zal na veel en jachtig heen en weer gepraat van de betrokkenen de knoop doorhak- Een Australiër bezig me: bet vervaardigen ran een lans. Ze zijn er bijzonder handig in. Op de tentoonstelling zijn verscheidene van deze handzame wapens te zien. Ook hangt er een groot aantal mooie futo's van Australische mensentypen, door dr. Andreas Lommei vereeuwigd. vat heeft gekregen op haar verschij ningsvorm. Het contact met andere volkeren was schaars of vond hele maal niet plaats. Australië bezit daar door dan ook zeer primitieve culturen, waarbü het woord primitief niet in de eerste plaats moet worden uitgelegd als gebrekkig of achterlijk maar als „primair". De eigen bevolking van Australië is niet achterlijk bij de voor haar gelden de omstandigheden. Dat blijkt büvoor- beeld uit de sierkunst en vooral uit de rotstekeningen, die dr. Lommei en zijn vrouw hebben gevonden. Zü bezit ook een bedrevenheid in het maken van eenvoudige wapens en gereedschappen. Verschillende exemplaren zijn op deze expositie te zien. Bovendien heeft zij een ingewikkelde sociale organisatie. Maar toch is dit alles niet het meest interes sante van deze schaarser wordende stam men. Belangwekkender zyn de wereld beschouwing en de daarop gebaseerde zeden, gewoonten en uitingen, waaron der vooral die welke door het begrip „kunst" worden gedekt. Bü kunstzinni ge uitingen zün schoonheidsbesef en magie twee verschillende uitgangspun ten. De mythen en sagen over de schep- pingsperiode spelen bijvoorbeeld nog steeds een rol bij de stammen. Eeuwen lang zün ze ongerept bewaard gebleven, maar nu onder de snel veranderende omstandigheden kunnen alleen de oude ren er nog over vertellen, terwül de rots tekeningen, die zeer mooi zün. er blij- vende herinneringen aan bewaren. De magie is voor de Australiërs het uit gangspunt. Van daaruit komen zij tot een boeiende sierkunst. Men treft op deze tentoonstelling een groot aantal foto's aan van de vind plaatsen der rotstekeningen. Mevrouw Lommel heeft met groot geduld de ge vonden tekeningen gecopieerd zodat de ze primitieve kunst in Europa nader be studeerd kon worden. Vele copieën zijn in het Tropenmuseum te zien, Ze zijn schitterend van kleur, voornamelijk rood, wit „n zwart, en wij mogen aan nemen, dat zü een natuurgetrouw beeld geven van de originele. Zowel in kleur als In afmetingen. Dit alles is omgeven door verschillende interessante ethno- grafica, waaronder ook de bekende boe merang' en tjurunga's, platte, langwerpi ge stenen of houten voorwerpen, die af gestorvenen voorstellen en vertegen woordigen; eenmaal in het jaar gaan deze tüdens hüzondere plechtigheden in de fantasie van de inheemsen leven om dan opnieuw deel uit te maken van de stam. Bij de rotstekeningen gaat het meest al om een merkwaardig wezen, de zg. Wondschina's. Zü worden als mythische voorouders der Australiërs beschouwd: aan hen dankt men de regen, de vrucht bare en levenwekkende. Zü worden vaak bij beekjes en bronnen afgebeeld. Jaar lijks worden deze wondschina's in de zelfde kleuren, die van de oertijd: rood, wit en zwart, overtrokken op dat de regen weer zal vallen en het le ven opnieuw gaat bloeien. Naast de wondschina's heeft men an dere tekeningen ontdekt, die zeer sierlijk van stijl zün en ongeveer 30 tot 70 cm* hoog, tekeningen op boomschors, natu ralistische en abstracte, vaak met kleu ren opgevulde ruitpatronen, geschema tiseerde mens- en dierfiguren. Vooral i« het snüden en versieren van gebruiks voorwerpen als schilden, bakken e.d. onderscheiden de Australiërs zich sterk. De bovengenoemde Tjurunga's horen hier ook bü. Bij de versiering kan men allerlei stijlen onderscheiden, van zuiver naturalistische tot louter geometrische. Binnen afzienbare tijd zullen dez« cultuuruitingen der Australiërs ver dwijnen. Het contact tussen inheem sen en blanken neemt steeds toe. De zwarte bevolking gaat meer en meer deelnemen aan het westers ingestelde economische leven. Daarom is deze collectie uniek en onvervangbaar, in het Tropenmuseum kunnen wü de laatste kleuren van het palet van het stenen tüdperk bewonderen. De expo sitie sluit met een aantal foto's waar op men zwarte arbeiders ziet in huh nieuwe omgeving, als chauffeur 'A als benzinepomp-bediende. Het is plot seling een andere wereld, een die' ons vertrouwder Is, en met een schok er vaart men dat wat wü evolutie noe men in niet te stuiten vaart voortgaat- FRANS DUISTER- AMSTERDAM, 7 jan. Wie er kans voor krijgt en gelegenheid, moet eens gaan kijken naar de vvintertentoon- stelling in het Tropenmuseum te Am sterdam. Speciaal de moderne beelden de kunstenaars raden wij een bezoek aan. Daar wordt de primitieve kunst van de Australiërs ons in een expositie ge toond; hel zrjn unLke uitingen, nog maar ten dele bestudeerd, die door de opdringende technische beschaving met de ondergang worden bedreigd. Men zou niet verwachten, dat achter de grauwe gevel van het Instituut aan de Mauritskade zo'n tentoonstelling; zo schitterend van stijl er) instructief van opzet, is ingericht met als onderwerp tekenen uit gebieden, waar de zoge naamde evolutie de dood betekent vooi landeigen uitingen. Maar de expositie is er, als een nieuw bewijs dat de mo derne mens, zoals de laatste tientallen THEODOR BRUGSCH -ken. Hij nodigt Sauerbruch uit om 2 december 's avonds „een glas wijn te komen drinken." Alleen zün vrouw is bij het onderhoud dat tot diep in de nacht duurt aanwezig. Naderhand ver klaart hij „Mün vrouw en ik hebben drie uur met hem geworsteld. Ik moet wel dat woord worstelen gebruiken. Ik zou deze uren niet graag nog eens beleven. Maar wij hebben hem niet tot een juist inzicht in zijn toestand kunnen brengen. I-Iij klemde zich vast aan de kliniek en aan de ope ratietafel. Hij begrüpt, vervuld van de tragische trots, die het gevolg is van zijn kwaal, niet dat hü niet meer opereren kan en zün ziekte doet hem kwade bedoelingen vermoeden, waar slechts sprake kan zün van hulp." Ondanks dat gelukt het hem tenslot te toch van Sauerbruch de belofte af te persen dat hü de volgende dag bü Wandel zal gaan vragen met pensioen te mogen gaan De volgende morgen 3 december 1949 speelt zich dan het slot af van de eer ste akte van het drama. Sauerbruch verschünt op het minis terie voor volksvoorlichting in de Wil- helmstrasse voor Wandel die inmid- Het lijden is voor de mens steeds een' moeilijk in te passen werkc- lykheid geweest in het christelijk leven. Nu de moderne communicatie middelen ons confronteren met de no den en rampen van heel de mensheid, dringt zich de vraag naar het waarom nog'scherper naar voren. J. Messner heeft in zün boekje „De Wünpers Gods" (een zwakke vertaling van het oorspronkelijke „Das Wagnis des Chris ten") een antwoord op de vraag willen formuleren <Uitg. De Vroente, Kaster- lee). De auteur betoogt dat het lijden een levenswaarde is, omdat het inhae- rent is aan het christendom. Door het lüden niet te zien als een onontkoom baar leed, maar het te accepteren ais een deelname aan Christus' lijden wordt het zinvol en heilbrengend voor de gehele mensheid. De zonde die Christus Kruis heeft opgeroepen zal het leven van elke mens plaatsen on der het teken van het kruis. Het in volle overgave aanvaarden dat de weg naar het Godsrük alleen een kruisweg kan zün, noemt de auteur het christelijk waagstuk. Dit mooie boekje van Messner kan helpen een antwoord te vinden op de vele vragen, die het pro bleem van het lüden oproept. H. Mo. jaren is gebleken, zich sterk interesseert voor wat de „primitieve" in tastbare beelden heeft vastgelegd. Een blijvende inspiratiebron voor de hedendaagse kunstenaar? Het is herhaaldelük bewe zen, dat dit mogelijk is en toch vra gen wij ons af of de hedendaagse wer ken wél zo fijnzinnig, direct en eerlijk zijn als die van bijvoorbeeld de Austra liër; deze expositie Is een getuigenis op zich en het antwoord op onzë vraag vvordt er onomwonden gegeven. Men heeft in dit gastvrije huis dr. Andreas Lommel. ethnoloog van profes sie en thans directeur van het Volken kundig Museum, te München, alle hulp en steun gegeven om zijn interessante ver zameling tot 30 april a.s. onder te bren gen met als titel: „Palet van het Ste nen Tijdperk in Australië", Het is mede aan de artistieke gaven van mevrouw Katharina Lommel te danken, dat een belangrijk deel van deze expositie een volmaakte vorm meekreeg. Dr. Andreas Lommel bezocht Aus tralië m 1938-'39 en wederom in 1955- '56, de laatste keer vergezeld van zijn echtgenote. Aan haar danken wü de zowel wetenschappelijk als artistiek verantwoorde reprodukties van in Australië op rotswanden en boom schors gevonden tekeningen. Zij getui gen van wat mensen, die wij achteloos primitief noemen, hebben willen uit drukken en zij laten zien hoe modern, naar onze begrippen, deze menselijke documenten zün. Bet is een culturele daad van betekenis een tentoonstelling 10 te richten, die gewijd is aan de kunsl van de oorspronkelijke bewoners van noord- en noord-west Australië, het fCemberley district. Temeer daar de bevolking hier schrikbarend is gedeci meerd en in steeds sneller tempo be gint te verdwijnen. De weerspiegeling van een nog bestaande samenleving van mensen, die ettelüke duizenden jaren het vüfde werelddeel hebben bevolkt, is in de collectie van dr Lommel waar te nemen. Haar cul tuur is eeuwen ongewüzigd gebleven, alsof het leven op aarde elders geen devrouw Katharina Lommel aan he; werk in een van de Australische grotten waar zij tekeningen heeft gevonden. Zij copieerde deze zeer nauwkeurig en vuldl ter plaatse de kleuren natuurgetrouw in. Deze merkwaardige copieën zijn op wintertentoonstelling in het Koninklijk Instituut voor de Tropen te zien.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1961 | | pagina 6