Het drama van de Amsterdamse Joden 20 jaar geleden NIEUWE ARGUMENTEN VOOR DE THEORIE: EEN EXPLOSIE HET BEGIN VAN HET UITDIJEND HF,ET,AT, i Radiotelescopen kijken ver terug in de tijd Recht legde het tegen terreur Strijd tégen onrecht9 niet voor eigen lotsverbetering CONFERENTIE over NOORD-RHODESIË IN IMPASSE wM -w ZATERDAG 18 FEBRUARI 1961 O JGgen Hf, ku: |pkomen. Dat bleek duidelijk toen J hun handen uitstaken naar de Phsterdamse Joden. Want het aalcte deel uit van onze traditione- Verworvenheden dat de Joden bij s volk behoorden. En in die da- n voelde een Amsterdamse straat- P&en de noodzaak om dart op een t Wat drastische manier duidelijk Piaken. Hij schreef op een schut je „Blijf met je moffenpoten van iod8 foti°den af 1->at van die "r°t- den" meende hij niet zo kwaad, van die „moffenpoten" beslist Twee theorieën Terugkijken Tegenargument Radiostraling sssws 5^® HB ÖE FEBRUARI STAKING IN 1941 js ,ae geschiedenis ingegaan als de '"""ari-staking van 1941. En zij Qp 25 februari a.s. is het twintig jaar geleden, dat in Amsterdam >r,n tegen de bezettende Duitse ac'ht gerichte staking uitbrak. Zij ae ebru hp!rn!.van d*e geschiedenis een voor Vo], Nederlandse volk bepaald eer- f' episode. Daar werd dit maal Va 6ens n'e* gestaakt om der wille het streven naar eigen lots- betering, maar tégen het onrecht 5!'en aangedaan. Daar was voor staking een zeer zuiver gold in meest letterlijke zin een verloren zaak De bruggen werden opgehaald of met prikkeldraad afgezet. en gelere ^betwistbaar juist motief. Zij keer- Precies tegen datgene "ruit bQttg bruutheid van de 1 s het meest overtuigend bleek '""""iiiiiiniimini.imiinmiiiHniiitiiMimmnmMiiiitm """""IIIIIIIIIImIHIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIMMIIIIIII hun giftige Jodenhaat dus. en had talloze andere „objecten" Pnen kiezen, dit was echter de epst overtuigende. Deze Februari- aking kwam bovendien op het mo- P|jr'nt dat vele argelozen dachten dat vi de Duitsers nog wel rede u te schieten. Tot dan toe was >ln 7r> zeiden zij, nogal meegeval- ?nn- En Seyss-Inquart zelf had ge- ^rd dat hij en zijn trawanten niet j^ren gekomen om traditionele j'derlandse verworvenheden te ver- letigen. Zij waren daar wél voor De „Dokwerker", het monument van Mari Andriessen op het Jonas Daniël Meyerplein in Amsterdam, dat het he roïsche verweer tegen de Jodenvervol ging levendig houdt. denkoopman en zelfs om Saartje, het onschuldige Jodenkind. En dat vervul de Amsterdam met woede en walging. Die dinsdag, 25 februari 1941, brak 's morgens in Amsterdam een protest staking uit. Zij is waarschijnlijk aange stoken door enige communisten, die in dit opzicht enige, overigens dubieuze er varing hadden. Maar zij begon bp de Gemeentelijke Reinigingsdienst en bij Publieke Werken, zij sloeg over op de tram, op tal van particuliere bedrij ven en tenslotte op „de mensen". Die mensen gooiden de ruiten in van de en kele trams, die nog reden, of zij gingen op de rails staan en molesteerden de werkwillige conducteurs. Amsterdam was razend. En dat drong door tot el ders in den lande. Zaandam begon te staken en Wormerveer, IJmuiden en Haarlem, Huizen, Bussum, Utrecht en Sloten. De Duitsers moeten begrepen heb ben, dat er reden was tot ongerust heid hunnerzijds. De Nederlanders wa ren toch niet zo „ordelievend" als zü hadden gedacht. Zij namen dus in allerijl maatregelen. Rauter maakte in de drastische bewoordingen, hem eigen, bekend, dat iedere demonstra tie zou worden „onderdrukt en neer geslagen." Daar werden troepen rond Amsterdam samengetrokken. De lan staking heeft een duidelijke en vrij b., bU'ivi <-■"* i.:_j ij h F 2ii "dunge voorgeschiedenis gehad. eind januari-1941 met door in de hoofdstad ontketende '"Semitische rellen. Haar „Sturmab- reiuh&", de W.A., zou zoals de he- V6' da-t noemden „de straat gaan ,,j °veren". En het moesten dan vooral 'Penstraten" wezen. De gelaarsde don jn trokken dus zingend en wel Pen Amsterdamse Jodenbuurt, gooi- ru'ten in en molesteerden vrij weer- ?ïenssn. Maar de buurt knokte te- kiaa or de Duitsers was zü beducht. \vei met het „eigen" volkje wist zij en frraa.d- Zij sloeg er op met stokken f, Baspijpen. En op maandag 10 februa- Van ®rd een W.A.-man in het water de Zwanenburgwal geworpen. Hij Naa1*1 v. er met 6011 nat Pak af. WrRark "et incident schreeuwde wel om volgende dag trok weer een troep 1^-ers de Jodenbuurt binnen, zingend. s|0. de buurt was weer paraat. Zü omt? er °P in- Op het Waterlooplein VootPid nu een ware veldslag. En hier den niet a"êén de „buurt". Hier meng de alenig Kattenburger en menige, fer- i'eei ',"et"Joodse bootwerker, die het on- iti a n'e-' lanser verkroppen kon, zich 'hal strÜd. Zü hadden er niets mee te eN' M'n. maar zü wilden er zich wél li, i mee bemoeien. Er viel één dode- kr.)p Be wonde. De W.A.-man Koot. En- $tcf\ dagen later werd hij ter aarde be- kfrn en het graf sprak men over Zii,, als iemand die gestorven was „voor overtuiging en zün volk". De NSB heeft naderhand het „grote voorbeeld" navolgend als altüd een zielige po ging gedaan om van het slachtoffer een soort Horst Wessel-figuur te maken. Dat is haar echter zelfs in eigen kring nooit gelukt. Maar de W.A. had door haar op treden in ieder geval bereikt, dat de Duitsers konden ingrijpen. Orde en rust waren verstoord door „volks vreemde elementen". En konden de landverraders van de W.A. soms „volksvreemd" zijn? Neen. Dus trok de gevreesde Grüne Polizei naar de Joodse buurt om orde en rust te her stellen. Zü versperde de toegangswe gen. haalde de bruggen op en spü- kerde bordjes aan: „Joodse wük", „Joodse straat", „Joods plein". De W.A. was er niet in geslaagd de straat te veroveren. De Duitsers zouden het wel even voor hen doen. Ook in an- dere delen van de stad. Op 19 februari deden de „Grünen" een inval in een Üssalon in de Van Woustraat, die veel door Joden werd bezocht. E»n der bezoekers draaide tüdens het tumult de kraan van een amoniak-cylinder open en richtte de straal op de Duit sers. H;j heette J. P. Cahn en hü werd naderhandtmishandeld en gefu silleerd. Op 22 en 23 februari hielden de Duit sers razzia's in de Jodenbuurt. Zü had den een „reden". Zü gingen tekeer als beesten en pakten 425 Joodse jongens op. Op dat moment merkte Amsterdam „aan den lüve" dat het de Duitsers niet alleen ging om wat zü „Joodse plutocraten" beliefden te noemen. Het ging hen duidelük ook om Moos, de vod- „Grüne Polizei" reed in overvalwa gens door de stad, het geweer in de aanslag, hier en daar werpend met handgranaten. De „Wehrmachtsbe- fehlshaber" Christiaansen nam in de provincie Noord-Holland met het oog op de „politieke toestand" het gezag over en verbood alle activitei ten van alle politieke partijen, alle reeds niet meer bestaande activitei ten. Daar werd een avondklok inge steld en daar werden natuurlijk ar restaties verricht, vooral onder vak bondsbestuurders. Want dat hadden zü goed begrepen, de Duitsers, het volk had gesproken. Op de Noorder- markt in Amsterdam werd een pro testdemonstratie door de Duitse poli tie uit elkaar geslagen. Natuurlük „wonnen" de Duitsers het. Zü hadden de macht, niet het gezag. Op woensdag 26 februari verliep de sta king reeds, 's Morgens om tien uur be gon de Amsterdamse tram weer te rp- den. Schoorvoetend volgden de anderen. Wat doet het recht tegen de terreur? Wat richt de meelevendheid uit tegen granaten. Wat rede tegen schieten? Zo waren de zaken toegespitst in die dagen. De Duitsers namen hun maatregelen. De gemeenten Amsterdam, Zaandam, Hilversum werden beboet. Amsterdam met twintig miljoen gulden. Ambte naren, die tot de staking hadden op geroepen werden ontslagen. Het loon van stakers werd ingehouden. Maar er werd voor de slachtoffers „illegaal" ge collecteerd. En dat was dan een vorm van voortgezet verzet. Natuurlijk heeft de Februari-staking van 1941 „niets uitgehaald". De Joden zijn er, zoals ieder weet, niet mee ge red. Men heeft destijds gestaakt voor een in letterlijke zin verloren zaak. Dat is precies de verheven en heroïeke In houd van de staking geweest. Op 11 maart 1941 hield Seyss-Inquart in het Amsterdamse Concertgebouw een rede. „Ik hoop", zei hü, „dat het Ne derlandse Volk uit de ervaringen der laatste dagen geleerd heeft, hoe onver- biddelük de bezettingsmacht haar taak en haar recht weet te handhaven." Dat heeft het Nederlandse Volk toen inderdaad geleerd. Maar het recht heeft inmiddels zün beloop gehad. En in het licht daarvan bezien is de Februari staking van 1941 niet helemaal vergeefs geweest. H. Hn. Tijdens razzia's werden de slachtoffers op het Jonas Daniël Meyerplein samen gedreven. U:'erd in februari 1941 de Jodenbuurt in Amsterdam gemarkeerd. Men ziet het begin van de Jodenbreestraat. n deze eeuw zijn door de sterren kunde een aantal uiterst be langrijke ontdekkingen gedaan. De vondsten leidden niet alleen tot een beter inzicht in de ons nabij omringende wereld, maar gaven ook een vernieuwd uitzicht op de wijde ons tot ongekende verten omrin gende ruimte, het heelal. De nieu we machtige instrumenten die de astronomie ter beschikking kreeg, hebben haar niet weinig geholpen om de stoute dromen van de onder zoekers, vastgelegd in revolutio naire theorieën, te toetsen. Maar het is een niet eenvoudig uit te voeren taak om met waarnemingen in een toch maar klein deel van het heelal een juist inzicht te krijgen van zijn algemene bouw en structuur. Want zelfs de grootste telescoop die we bezitten, de Hale-telescoop op Mount Palomar met een spiegel- doorsnede van vijf meter, is beperkt in haar mogelijkheden. Deze gigant kan onder de gunstigste omstandig heden tot twee miljard lichtjaar doordringen in de ruimte. Een af stand die voor ons geheel onvoor stelbaar is, maar toch in de kos mische schaal van het heelal niet groot genoeg om een antwoord mo gelijk te maken op de vragen die we ons stellen. Is het heelal ont staan door een grote ontploffing of is de toestand overal ongeveer ge lijk geweest. Een nieuwe techniek, gedurende en na de oorlog ontwikkeld, in de astrono mische waarneemmethode de radio- sterrenkunde lijkt nu mogelijkheden te bieden om een tip van de sluier op te lichten. De grote radiotelescopen zijn in staat om signalen op te vangen die afkomstig moeten zp'n uit gebieden voor- bp de grenzen van het zichtbare heel al. Radiometingen verschaffen nieuwe gegevens, die tot een antwoord op de gestelde vraag kunner leiden. Over één zaak zpn de astronomen het wel eens; algemeen neemt men wel aan dat ons heelal een uitdijend heelal is. Theorie en waarneming zpn hier in overeenstemming met elkaar. Maar de interpretatie die men geeft aan de waar nemingen voert tot tegenstrijdige opvat tingen. De onzekerheid of het heelal on eindig is in de tijd en onveranderlijk, of eindig en veranderlik blpft nog bestaan. De Engelse onderzoeker Fred Hoyle is van mening dat ons heelal, terwijl het regelmatig expandeert, toch niet p'ler wordt. De leden van het heelal, de melkwegstelsels evolueren, maar er worden voortdurend nieuwe gevormd uit de materie, die voortdurend nieuw geschapen wordt. Door de uitdüing van het heelal zou de dichtheid van de ma terie af moeten nemen, maar het schep pingsproces is juist zo groot dat er geen veranderingen in de grote structuur van het heelal optreden. Een stabiele toe stand is zo verzekerd. De theorie heeft verschillende aantrekkelijkheden voor de onderzoeker omdat men o.a. met waarnemingende juistheid ervan kan verifiëren. Een andere opvatting over het kosmo logische karakter van liet heelal gaat er van uit dat de materie ontstond uit een superdichte toestand. Een explosie deed de delen uiteenwijken met snelhe den grenzend aan de lichtsnelheid. Ge- leidelük zullen de snelheden langzamer worden omdat de onderlinge gravitatie- krachten als een reusachtige rem wer ken. Wanneer het mogelük zou zpn de situatie in het heelal zoals die vele mil jarden jaren terug was, te onderzoeken, is het mogelp'k een antwoord te vinden op de vraag of inderdaad de gang van zaken was zoals de evolutietheorie zegt. Men schat de leeftijd van het heelal namelijk op enkele miljarden jaren. Alleen uit de ons meer nabije ruimte kunnen we ons een beeld proberen te vormen over de kosmos als geheel en over de grensgebieden van het astro nomische onderzoek... De zon is het cen trale en onmisbare deel van ons zonne- Een foto van ons melkwegstelsel. stelsel. Op een van de om haar heen wentelende planeten, de aarde, is onze plaats. Voor zover we weten is de aar de het enige lichaam dat „leven" draagt. Of elders in het planeten-stelsel, of in de ruimte daarbuiten, leven voor komt is geheel speculatief. Met nog eni ge honderd miljarden andere, bijna ge- Ipksoortige sterren is de zon opgenomen in een grotere eenheid, het melkwegstel sel. Behalve sterren komen daarin ook grote hoeveelheden gas en stof voor. Het melkwegstelsel is een discus-vor- mig systeem. De vraag hoe de materie in de vele vormen waarin ze blük- baar voorkomt daarin is verdeeld en hoe zü zich gedraagt, is een belang- rpk onderwerp van het moderne astro nomische onderzoek. Men heeft gecon cludeerd dat sterren oud en jong kun nen zün. Zelfs denkt men de geboorte plaats van sterren te hebben ontdekt. In de ruimte buiten ons stelsel zijn tal loze andere melkwegstelsels gevonden. Het karakter en het wezen van de ob jecten die we aan de hemel zien staan, is verborgen in de lichtstralen die er van naar ons toekomen. Het bevolkings onderzoek van de hemel heelt de astro noom er toe aangezet om met al zijn vernuft het licht dat hp ziet zo volledig mogelijk te onderzoeken. Niet alleen het karakter van het object, ook de snelheid ervan in de ruimte kan worden achter haald. In 1888 ontdekte de Duitse ster renkundige Vogel dat in het spectrum van sterlicht de verschuiving van lünen te wüten moest zpn aan het Doppler- effect. Dit effect is er de oorzaak van dat de golflengte van het licht van een ster al naar gelang de ster naar ons toe komt of van ons af beweegt, ver- kort resp. verlengd wordt waargeno men. Wp kennen dit effect uit onze daagse omgeving: de fluittoon van een spoortrein klinkt hoger wanneer hü ons nadert en lager wanneer hp' ons voor- bü is gegaan en van ons af beweegt. Door de verplaatsing van markante lij nen in het spectrum van een ster te meten kan men de snelheid van die ster vinden. Aan het nachtelijke uitspansel zag men, toen het onderzoek van de melk weg op gang kwam, nevelachtige ob jecten waarvan de ware aard niet be kend was. Men had altijd gemeend dat het leden van ons eigen stelsel moes ten zijn. Het Doppler-effect, dat men waarnam in hun spectra, voerde tot de schokkende conclusie dat de objecten melkwegstelsels buiten ons eigen stel sel moesten zpn. In 1920 bepaalde men dat de snelheden, tot duizenden kilome ters per seconde, systematisch van ons af waren gericht. Het moesten extraga lactische stelsels zijn, die zover weg zijn dat de afzonderlpke sterren niet waarneembaar waren. Deze ontdekking leidde het onderzoek van het heelal op geheel nieuwe paden. Met behulp van moderne methoden wist de astronoom Hubble de afstanden te meten van de melkwegstelsels. Als men de verplaatsingen van de lünen in het spectrum van de extragalactische nevels interpreteert als Doppler-ver- schuiving en de daaruit berekende snel heid vergelijkt met de afstanden van de stelsels komt men tot een merkwaardi ge ontdekking. Hubble kwam tot de con clusie dat naarmate de stelsels verder weg zijn de snelheid, afgeleid uit het spectrum, groter is. Een revolutionaire gedachte drong zich op. Het heelal als geheel wijkt uiteen. De delen worden uit- elkaar gedreven als door een explosie. De roodverschuiving van het licht van :r. melkwegstelsels geeft de gelegen heid kosmologische theorieën te toetsen. j theorie voorspelt een bepaalde re latie tussen snelheid en afstand. Wan neer hot heelal ontstond met een „big bang" kan men verwachten dat de snel heden in de jeugdjaren van het heel al groter waren dan nu, Aanvankelijk weken de stelsels sneller uiteen. Öm dat aan te tonen zullen we dus de snel heden van de stelsels zoals ze vroeger waren moeten meten. We gaan terugkij ken in de historie en hoe eigenaardig dat ook klinkt, het is mogelijk. Het licht van de verst weg gelegen stelsels heeft een langere tpd nodig om ons te berei ken dan de straling van dichterbp ge legen melkwegsystemen. We zien dus de verst gelegen stelsels in een toe stand zoals die was in een jeugdiger sta dium van het heelal. Als de snelheden waarmee vroeger de delen van het heel al uiteenweken groter waren dan nu, dan moeten de verst gelegen stelsels dat tonen door grotere roodverschuivin gen. Men moet daartoe de relatie tus sen afstand en snelheid met uiterste preciesheid uit de waarnemingen dis tilleren. Waarnemingen met de Hale telescoop hebben snelheden tot meer dan honderdduizend kilometers per se conde van ons af geregistreerd. Hierin ligt een aanwijzing, dat inderdaad het heelal vroeger sneller uiteen zou zün geg. n. Het heelal is dus volgens deze theorie, gestaafd met bevestigende waa.- nemingen, in een zich voortdurend wp- zigende toestand. Indien het heelal onveranderlpk is, de leden met vaste snelheden uiteen wü- ken en de dichtheid in het heelal door nieuwe schepping van materie constant gehouden wordt, moeten we dat ook kunnen aantonen. Omdat de leden al tijd regelmatig uiteen blijven gaan, zul len nu de verst gelegen stelsels juist de oudste zün. De radiosterrenkunde kan misschien het antwoord geven welke van beide op vattingen de voorkeur verdient. iiiiitiHiimiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiimmiiimHmiiiiHiiiiii Voor de theorie, dat het heelal ontstaan is uit een explosie, hebben zes Britse geleerden nieuwe argumenten ontleend aan een reeks recente waarnemingen, zo is onlangs bericht. Het zestal, onder leiding van prof. Martin Ryle, ts ver bonden aan de universiteit van Cam bridge. In nevenstaand artikel vindt men over de genoemde theorie een na dere uiteenzetting, alsook over de fasci nerende moderne methodes, die het mo gelijk maken enkele miljarden lichtjaren in de geschiedenis van het heelal terug te kijken. tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiniiii grote zorg en vond een groot aantal bronnen die niet met enig optisch waar neembaar verschijnsel geïdentificeerd konden worden. Hij concludeerde, dat die bronnen een oorsprong moesten heb ben in stelsels buiten het bereik van eni ge küker. Uit een azialyse van het aan tal waargenomen bronnen en de te ver wachten aantallen komt hij tot de con clusie dat de dichtheid van de bron nen toeneemt naarmate we verder weg gaan. Een theorie die een evolutie van het heelal voorstaat, laat verwachten, dat de stelsels vroeger dichterbp el kaar lagen en door de voortdurende expansie verder uit elkaar zün ge bracht. Onderzoeken we verder gelegen stel sels dan onderzoeken we toestanden zoals die in de beginhistorie van het heelal Waren. Ryle zegt nu een grotere dichtheid te vinden, die gezien de be reikte nauwkeurigheid de conclusie toe laat, dat het heelal vroeger kleiner was. Een argument voor een evolutie theorie. Er zpn echter talloze bedenkingen aan te voeren tegen Ryles interpreta tie, evenals er bedenkingen zpn tegen Hoyles theorie. Een groot bezwaar van Ryles methode is, dat men conclusies over het heelal trekt uit waarnemin gen aan een zeer kleine selectie melk weg telsels namelük alleen die stel sels die radiobronnen zün. Hoyle zelf is van mening dat als de metingen van Ryle juist zün, dat een sterk argu ment voor zün, Hoyles, opvatting is. Juist de oudere systemen sehünen ra diobronnen te zün. Hoe verder we de ruimte inturen, -des te meer oude ty pen moeten we volgens Hoyle verwach ten en de kans dat juist die stelsels radiobronnen zijn is groter. Ryle neemt op grotere afstand meer radio bronnen waar, en ziedaar, het argu ment dient de tegenstander. Het antwoord op de vraag of het heelal al of niet stationair is, is dus nog steeds niet gegeven. Uit de discus sie die soms zeer fel is .zullen onge- twüfeld tal van nieuwe argumenten naar voren worden geschoven. De op tische waarnemingen van de roodver schuiving in het spectrum van melk wegstelsels doen vermoeden dat het heelal een evolutie doormaakt en be gonnen kan zün met een ontploffing De blik die we met de grootste teles copen de ruimte in kunnen werpen reikt niet ver genoeg, en Ryles metingen zijn voor meerdere uitleg vatbaar. In ieder geval is Fred Hoyle nog allerminst overtuigd. Men ontdekte na de oorlog dat er zeer sterke bronnen van radiostraling bestonden die hun oorsprong buiten ons melkwegstelsel hadden. Nauwkeu rige metingen van de positie van die bronnen aan de hemel en vergelijkin gen met foto's, opgenomen met de krachtige Hale-telescoop, toonden aan dat de bronnen hun oorsprong hadden in extragalactische stelsels. Soms wor den zp veroorzaakt door botsingen tus sen twee stelsels. De enorme snelhe den waarmee de gaswolken in aie sys temen elkaar treffen veroorzaken pro cessen, die aanleiding geven tot büzon- der sterke radiostraling. Ook andere verschpnselen kunnen daar aanleiding toe leven. De intensiteit is zo sterk dat, ook wanneer de bronnen niet meer met de Hale-telescoop kunnen worden gezien, de straling met de bestaande telescopen kan worden gemeten. Blük- baar hebben we hier een middel om verder door te dringen in het heelal dan we met optische middelen vermo- ger De Engelse radioastronoom Martin Ryle onderzocht de radiohemel met STX.TH.J. VAN AGT (Een voor geïnteresseerden in dit on derwerp boeiende uitgave is een bun del voordrachten van de hand van hen die in dit dispuut een rol spelen. Oor spronkelijk verschenen in The Scienti fic American, nu uitgegeven onder de titel „The Universe" a scientific Ame rican book, bij Simon and Schuster, New York. Er is een uitvoerige literatuur lijst in opgenomen). LONDEN, 17 febr. (Reuter) De conferentie over de toekomst van Noord-Rliodesië is in een impasse ge ëindigd, aldus de Afrikaanse nationa listen die aan de besprekingen hebben deelgenomen. Zij willen dit weekeinde een onderhoud met premier Macmillan, „omdat dit de enige kans op een op lossing is". Kenneth Kaunda van het Afrikaan se nationale congres en Harry Nkum- bula van de verenigde nationale on- afhankelpkheidspartp hebben een be roep op hun volgelingen in Noord- Rhodesië gedaan „kalm te blüven". De conferentie heeft drie weken ge duurd. In het officiële slotcommuniqué wordt gezegd dat de komende dagen het ontwerp van een witboek met een verslag van de conferentie zal worden gepubliceerd. Dit witboek zal waar- schpnlük de plannen van de Engelse regering voor de constitutionele toe komst van Noord-Rhodesië omvatten.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1961 | | pagina 11