Bespiegelingen over het stads varken Zijn wij smeerpoetsen': Varen Veder Waa IN MAJEUR (helder) IN MINEUR (mist) Radar een godengeschenk niet het laatste woord r 9 pflBR J Shov/ Jan Pieter Heije en Viotta zijn wel de hoofdschuldigen. Zij heb ben ons, jaren lang, laten zingen van ferme jongens en stoere knapen, die als maar de wereld rondzwier ven in het topje van de mast, en daarmee de bloem der zeevaartro- mantiek onverwelkbaar in ons hart geplant. Je kunt natuurlijk bij het spoor gaan of als chauffeur alle autobanen van Europa verkennen en je kunt zelfs bij de KLM in een DC 8 rond de wereldbol jagen, maar nergens vind je de oude schoolmees ters achter je, die al bij voorbaat alle vreugden en ontberingen in flink uit de borst te zingen' liederen hebben vertaald. „Kun je nog zin gen zing dan mee" kon voor varens gezellen geschreven zijn, als die va rensgezellen bereid waren te zingen. Maar ze weigeren bet pertinent. En elke romanticus, die sfeersnuivend over het dek loopt, wensen ze een flinke deining met veel zeeziekte toe. li - 1 m Depressiekeuken mm Zeemanschap Acht opera-theaters Kalversiraat Aan de „spijker" M en Nauw van BatH De Nijmeegse zaterdagmarkt was achter dc rug en toen we, geze ten aan het middagmaal in een nabij restaurant, vrij uitzicht had- I den op het vertrek van de kooplieden, konden wij er ons over verwonderen, hoeveel potten en pannen, schalen, saus- I kommer en soepterriens er in één per- Isonenauto kunnen. Daar moest dan nog 1 ruimte overblijven voor pa, ma en Idochtertjedie vakkundig aan 't stou- \wen waren. Een buurman, fruithandelaar, had zijn I biezen al gepakt. Wat hij achterliet was een grote kartonnen doos vol sinaas- appelvloeitjes, stukken krant en an- I der emballagemateriaal. Het sauskomn cvdochtertje vond de I kartonnen doos blijkbaar iets van haar gading. Ze haalde er alle papieren uit, \keek eniiet de doos staan, want de bodem was kapot. Het plein lag ineens I vol vloeitjes en snippers. De wind ging Ier spelletjes mee spelen. Pa en Ma von- Jden het best zo. ..Weet u", zei een meneer, vers uit I Moskou, „dat je daar op je vingers Ituordt getikt als je een mondstukje ean [je sigaret op het trottoir gooit? Er staan overal afvalbakken. Jc moet je peukjeweer netjes oprapen en het in tzo'n bak gooien.... Voor een Moskoviet I staat er een boete op, hebben ze me verteld, maar bij een vreemdeling vol- staan ze met een waarschuwing." „Die Hollandse zindelijkheid is me Itaat tegengevallen," zei de Amerikaanse ldame bij haar afscheid op de Wilhel- minakade in Rotterdam. Ja, er wordt gepoetst en geschrobd. Ieder zijn eigen stoepje. Maar de straat zelf is vies. Rechtuit vies. Het gekke is, dat ze in ons Amerikaanse stadje Holland zo'n re clame maken voor de Hollandse helder heid. Daar gaan ze als toonbeeld voor heel de States met z'n allen de straat aanvegen." En als dan de Algemene Nederlandse Vereniging voor Vreemdelingenverkeer I met een opiniepeiling onder buitenland- I se toeristen voor de dag komt, vermel- 1 den de dat de vreemdeling onaangenaam I i» getroffen door de vuilheid van de I Nederlandse steden, gaan we ons in ernst afvragen, of we nu werkelijk zulke smeerpoetsen geworden zijn. Alles, overwegen wij, is betrekkelijk. In 'net buitenland kan de reinheidscul- tunr dusdanige in aided, hebben uitge oefend, dat wij in Nederland achter zijn gwaakt. Maar ook kunnen wij in een zekere zelfgenoegzaamheid zijn a afge zakt. Zeker, er zijn gemeenten, waar men het kwaad van de vervuiling stevig aanpakt. Er morden prullemanden ge- plaatst, in openbare vervoermiddelen worden fraaie afvalbakjes bevestigd en er worden zelfs zoals voor het Cen- j traal Station te Rotterdam aantrek kelijke mekanieken geplaatst met zel.f- sluitende deksels. Wat deze laatste straat- ornamenten betreft, speculeert men voor al op de mannelijke onderzoekingsgeest; welke man speelt niet graag met een mekaniekje? Helaas, na meer dan een jaar experi menteren ervaart men, dat de opvoeding tot zindelijkheid nog geen vruchten heeft afgeworpen. Overal in de tochthoe- ken van de stad kolken de papieren. V uisnisbakkenschuimers verspreiden kwistig de inhoud der vaten op zoek naar buit. Moeder de vrouw, die bij het winkelen ontdekt dat ze te veel papie ren in haar tas heeft, smijt die zaken over het plaveisel. Gebrek aan gemeenschapszin en ge makzucht zijn de grote vijanden van de vuilbestrijding. Men ervaart dat dikwijls aan de in- en uitgan gen van warenhuizen waar warme en ijskoude etenswaren worden verkocht. Verwondert men zich min of meer over de „vraatzucht" - het aanschouwen van de worstverslindende menigte inspireert tot geen ander woord van de naar buiten drentelende massa, geen verwondering baart het wanneer de papiertjes waarin de heerlijkheden werden overhandigd, lustig over de trottoirs warrelen. En mag men dan verwachten dat die happende, slikkende, zwelgende en pap ierstrooien- de huismoeders haar kroost de regelen der reinheid zullen bijbrengen? Daar helpen geen affiches, folders en stads- prullenbakjes aan. Evenmin kan baat worden gevonden bij radiolezingen over dit onderwerp, want het stadsparken pendant van het bosvarken is een muziekminrtend dier. En dan moet het nog muziek van het lichte genre zijn: bij pedagogische „zeurkousen" wordt met grote spoed een ander zendstation opgezocht. Zolang er nog weinig of geen keuze is in televisieprogramma's zou de televisie nog baat kunnen brengen. In het huisraad van de stadsvervuilers speelt het TV-apparaat namelijk een allesover heersende rol en men wil daar waar voor zijn kijkgeld. Dus kijken maar, cul tuur of geen cultuur, groen of rijp, ernst of luim, tranen of leut. Bij de laatstgehouden begrotingszit tingen van de Rotterdamse raad heeft het katholieke raadslid de heer J. Willemsen een merkwaar dig betoog gehouden, dat ó.i. nadere be schouwing verdient. Men weet, dat het Rotterdamse stadscentrum verwoest werd in de meidagen van 1940. Men weel evenzeer, dat er een spectaculaire her bouw tot stand is gebracht. Wegen zijn verbreed, glazen „curtain walls" weer spiegelen zon en wolken, lichtgrijs en creme, nu nog smetteloos, rijzen de wan den van de nieuwbouw boven de jeug dige city. Maar daaromheen ligt een grauwe ring van vaak hobbelige, nauwe stralen met hier en daar verzakte huizen uit de vorige eeuw. In Rotterdam geeft mén de vriendelijke naam „hofjes" aan gore pleintjes, bereikbaar door een poortje vanuit een zijstraat. De troosteloosheid van dergelijke buurten wekt niet op tot reinheid. De vaak grillig verspringende rooilijn vormt vuile hoeken, waar afval wordt neergeworpen. De gapende trap portalen laten een serie verveloze tre den zien. Wie bekommert zich om dat lege sigarettendoosje, achteloos neerge gooid in het portiek? Men moest dat eens proberen in'de gangen van het beursgebouw, waar de geslepen kantoor deuren zich spiegelen in de glanzende vloer Het betoog van de heer Willemsen komt hierop neer: zal een eenvoudige werkman, levende in de buurt als hier boven geschetst, een buurt, verwaar loosd door gemeentewerken en door zijn eigen bewoners, bij het gaan naar zijn werkterrein in hét met zoveel zorg her bouwde stadsdeel plotseling een „proper mens" worden wanneer hij de grens van goor naar helder overschrijdt? Zal hij. 'waar hij in eigen straat gewoon is, een oude krant uit het venster te zwiepen, honderd meter verderop zorgvuldig naar een prullenbakje gaan zoeken? Vandaar het advies van de heer Wil lemsen: begin aan de reinheidsactie in. de oude buurten, ook voor ze gesaneerd zijn en zorg dan allereerst voor een hel der en keurig gelegd plaveisel en laat die verbetering vergezeld gaan van een advies aan de straatbewoners tot het betrachten van meerdere helderheid. Het is maar een idee, ons inziens zit er wel iets in. Alleen, vrezen wij, zal het een opvoeding op lange termijn gaan worden. Het stadsvarken is een hard nekkige zondaar. En eerst als het zelf is opgevoed kan het zijn nageslacht gaan opvoeden. Daarom loopt er op elk scliip een on zichtbare rode streep tussen de passa giers en de bemanning. Het ene deel geniet zolang de zee zich kalm houdt en het andere deel werkt. Het ene deel monstert verlekkerd de menukaarten en het andere deel lepelt ziin soep met duizend bekommernissen. Biina veer tien dagen op de ..Neder Waal" heb ben ons nog niet duidelijk gemaakt, wel ke toonaard voor een zeeverhaal het meest, geschikt is. Majeur of mineur? Wandel door dit show-ship van dc maatschappij „Nederland" dat even veel gekost heeft als het hele RAI-gc- bouw. en bezoek de officieren. Hun hut ten kunnen directeuren van welvarende banken jaloers maken. De betimmeringen doen aan een Hil- ton-hotel denken en zelfs de vaderland se schilderkunst ontbreekt er niet aan de wand. Het drijvend dorp heeft geen achterbuurten meer, want de beman ning „achteruit" deelt ook in dc genoe gens van een eigen hut, warm en koud stromend water, air-conditioning en een eigen bar. De machinekamer is een kathedraal, die zelfs in de tropen nog het hoofd koel weet te bewaren. En als het goed gaat kan de hoofdwerktuig kundige in een smetteloos wit ketelpak zijn ronde weken lang even rustig ma ken als een suppoost in het Rijksmu seum. Het kan gebeuren dat, zoals wij op de heenreis naar de Marokkaanse ha venstad Safi beleefden, de telegraaf op de brug na het afzetten van de loods even buiten IJmuiden op volle kracht gaat en de motoren 3V; etmaal volle ldt-acht blijven draaien. Dan rent het schip etmalen lang met een vaart van meer dan dertig kilometer over de ru moerige deining van het Kanaal en de Golf van Biscaye, vertrekt geen spier als het, bij het „paaltjes pikken" even een dreunende opstopper onder de gor del krijgt en snort bijna behaaglijk als na een welverzorgde lunch dc stilte daalt van een onbekommerde siësta. Op de brug tuurt er altijd wel iemand naar de horizon en in de machineka mer is er altijd wel iemand in de buurt van het grote bedieningstableau. i Dan lijkt het schip een Drents dorp je in de winter. Het grauwe schuim- spoor van de Noordzee wordt blauw groen in de Golf en voorbij de „mal le 45'er" aan wie alle depressies wor den geweten, komen de tinten van heel dun kraakporselein en kristal. Een kleine Hollandse coaster, golf op golf af zwoegend, verschijnt aan de horizon en verdwijnt weer spoedig, want met 17»/« mijl vaart hoeft de f cubistisch tegen de bruin-groene hellin gen met palmen, marabouts, moskeeën en minarets. De passagier verwerkt, slikkend v n opwinding, zijn emoties en merkt nauwelijks dat het schip zich weer in beweging heeft gezet. De loods is aan boord en de sleepboot „A. Beauge" met op het dek zulk een authentieke collectie Zwarte Pieten dat men, als Amsterdammer, alleen op een Sinter klaas in de stuurhut wacht, heeft al vastgemaakt. De 10.897 tonnen van de „Neder Waal" schuiven behoedzaam langs het ingewikkelde stelsel van pie ren de benauwde haven binnen. Een loods mag nog zo betrouwbaar zijn. op zulke momenten verliest do kapitein geen seconde de situatie uit het oog. De manoeuvres voordat het schip aan de trossen voor het overslagbedrijf van fosfaten vastligt, zijn een staaltje van Hollands zeemanschap op zijn best. Dan schuiven luiken met donderend geraas open; de Marokkaanse arbeiders staken hun kelig gekwetter en binnen een half uur spuiten de slurven van het silo- bedrijf de eerste tonnen fosfaat in de diepe ruimen. Varen is werken. De zon derlinge Romein, die aansprakelijk is voor hot veelgeciteerde gezegde dat varen noodzakelijk is en leven niet, heeft ons nooit kunnen overtuigen, want er schort wat aan de logica van dit gezegde, maar wel hebben wij ge voel voor de eretitel, waarmee genera tics Amsterdamse reders zich getooid hebben, „mercator sapiens", de wijze koopman. Een wijze koopman verzet de bakens als bet. getij verlopen is. Of con creter gezegd: bij verkent nieuwe we gen als de opgewonden heer Soekarno een eeuwenoude levensader van de va derlandse scheepvaart abrupt afsnijdt. Daarom kiest de „Nederland" een nieuwe koers met handhaving van zijn oude tradities van model-schepen en f De bonte sardinevloot van Safi ligt nu binnen. Het vangseizoen duurt ongeveer een half jaar. Hollandse coasters zijn alomtegen woordig en begint sardines, si naasappelen en tomaten te laden. Delfstoffen, zuidvruchten en vis zijn dc sleutelfiguren van de Marokkaanse economie. Safi noemt zich „la capi tate de la sardine". Uit haar fabrie ken komen jaarlijks 200 miljoen blik jes „echte Portugese" sardines. Maar ;ja, do Edammer kaas komt ook niet uit Edam. Zaterdagavond negen uur gaat de laatste tros los. De sleepboot „Beaunge" maakt vast en binnen een half uur is het penibele weggetje tussen de pieren al achter de rug. De luidruchtige loods stommelt de touwladder af, de sleepboot trekt een heftig wit spoor en verdwijnt in de duisternis, de tele graaf rinkelt naar „volle kracht", 10.500 paardekrachten beneden geven een grommend tevreden diepe snuif en jagen even later de schroef weer krachtig in het rond. Nog 3'/, dag, dan kunnen de machtige grijpers van Sto- kotra aan de uiterste noordrand van Antwerpen met de overslag beginnen. De wind waait uit het zuiden, de koers is noord, de weersverwachtingen zjjn gunstig en de passagier registreert alweer: majeur. Maar elke symphonic heeft een langzaam deel en niemand vaart 's winters ongestraft door do At lantische depressiekeuken. Zondagmid dag half vier rinkelt de scheepstclc- graaf en begint melancholiek het mist- signaal te toeten. Een koepel van hoge druk heeft zich boven West Europa ge spannen en mist is daarvan de onver mijdelijke consequentie. Verdwenen is de rust. Nerveus zwaait de radar op de voormast in het rond. Kapitein A. Gerus alpinopetje, lichte regenjas en een pijp wijkt geen seconde van de brug. Het magisch ra daroog tast rusteloos door de witte, nat te nevel, die zelfs de voorplecht al in do schemer zet. Op kousevoetjes sluipt het schip voort. De eerste ontmoeting duurt twee uur. Maar bij de „malle '45-er", halverwege de Golf van Bis caye, begint de ellende eerst goed. De „Neder Waal" lijkt ecu stokoude wan delaar, die voor olkc drie stappen even moet uitblazen. Mistbank volgt op mist bank. De Golf heeft nog een restantje van een Atlantische storm in petto en doet het schip slingeren totdat de stoe len in de salon ritmisch beginnen te glijden op het gladgewreven linoleum. Beachy Head maakt aan de laatste illusies 'een eind. Met een machtige penseelstreek is het gevaarlijkste ge bied van de zeevaart veranderd in een ontoegankelijk wit oerwoud, waar door men zich slechts' op de tast kan voortbewegen. De zeekaart onthult als een Röntgenfoto onder het rim pelloze wateroppervlak een veelvoud van ondiepten en banken met zulke oprecht Nederlandse namen, dat men het genootschap „Onze Taal" van de fabricage verdenkt. „Neder Waal" voor geen enkel vrachtschip het hoofd te buigen. Wel gevormde, blanke tankers schuiven voorbij. Het zijn er tientallen. Euro pa's dorst schjjnt onlesbaar. Sardine vissers spreiden ter hoogte van Lis sabon hun netten bij voorkeur in het vaarwater van de grote schepen. Met de felle tinten van hun „Vineent van Gogh-bootjes" vallen ze direct op. Ze maken zich tijdig uit de voeten. Dan komt de oversteek naar do At lantische kust van Marokko met een glanzend zomerzonnetje, een rustige zee en voor de passagier met de Jan Pieter Heije-romantiek alle gelegen heid om zonnend aan de lei-zijde een luchtkasteel van bespiegelingen op te bouwen. Daar voeren de karvelen van Columbus. Misschien stond toen ook al het witte klooster op de rotspunt van Kaap Vincent, want de Moeder kerk houdt haar kinderen zo lang mo gelijk bi' de hand. Maar in ieder ge val was de zee hetzelfde. Het land is van de mensen. Zij kunnen het ver sieren maar meestal verspillen zij de schatten en bouwen ze lelijke huizen. De zee is onaantastbaar en onver anderlijk. Het beweeglijke waterland schap kent verlokkingen en dreigin gen, die groter zijn dan de mens. De avond daalt, de gordijntjes gaan dicht en binnen leeft het dorp zijn eigen leven. Men kuiert in de avond koelte, of gaat bij elkaar op bezoek, 11 een spelletje kaart, een sterk ver haal en dan naar bed. De volgende morgen staat het vlag getje op de routekaart van de passa giers bijna 400 kilometer verder en rijst rotsachtige Marokkaanse kust steil om hoog. Piepkleine vissersbootjes met een zeil zo sierlijk als een chinees letterteken kiezen haastig zee. De vroege lentezon lijst mild boven het dorre land en ont hult als een bekwaam romanschrijver stuk voor stuk de dramatische elemen ten van het landschap. Eerst de zware „breakwater", die de zuiderstormen moet afweren, dan een hoge graansilo, een formidabel Portugees kasteel, gol- 1ven die huizên hoog tegen de rotswan den beuken en tenslotte de stad, wit en een modelbemanning. En daarom ke ken de Marokkanen verbaasd naar dit enorme schip van meer dan 150 meter lengte aan hun kade. Ergens in het Scheepvaarthuis aan de Prins Hendrikkade in Amsterdam hadden snelle rekenaars een charter tussen twee grote reizen gunstig becij ferd. En elke kapitein zegt nog steeds met De Ruyter dat hij overal heen zal varen waar de heren bestuurders dat wensen. Ons land beeft een vloot van bijna 3,5 miljoen tonnen scheepsruimte op zee. De „Neder Waal" van bijna 11.000 ton kostte evenveel als het RAI-gcbouw. Voor dc prijs van de „Rotterdam" zou Amsterdam drie nieuwe raadhuizen of acht nieuwe, luxueuze Opera-theaters kunnen bou wen. Een Nederlands schip is Nederland se bodem, onverschillig waar het ter wereld vertoeft. Zou men liet dekop- pervlak van alle schepen in hectaren omrekenen, dan komt men tot een bescheiden Zuiderzeepolder. Waarbij men dan wel in he* oog moet houden dat deze varende polder elk jaar on ze handelsbalans in evenwicht brengt, terwijl de Zuiderzeepolders misschien eerst over honderd jaar rendabel worden. Zolang liet schip op volle kracht over dc golven rent is ieder le\ re den, De passagier maakt vergelijkin gen mot het leven aan dc wal en con cludeert dat majeur dc geschikte toonaard is voor zijn verhaal. Hij heeft weliswaar nog geen matrozen aan het topje van de mast zien zwie ren. omdat dit een volkomen overbo dige bezigheid is, maar overigens is hij tevreden. Binnen twee dagen spuiten de slur ven elf miljoen kilo foslaat uit de mij- nen van Kasjkatt in de ruimen, tot dat het water aan het Plimsol-merk is gekomen. Hot werktempo van liet walpcrsonecl is niet hoog. maar op alle beslissende punten houden pittige Fransmannetjr.s een oogje in liet zeil. De coaster ..Volharding" uit Zuid broek is inmiddels binnengelopen. Varen in deze Kalverstraat van de Europese scheepvaart is al in nor male omstandigheden een ernstige zaak. Bij mist voelt de passagier even een krampachtig gevoel om zijn maag als hij, buiten, de mistsignalèn in alle toonhoogten hoort weerklinken. Hjj tracht zichzelf moed in te spre ken met de overweging dat men In het landverkeer elkaar soms op een centimeter passeert terwijl zelfs het Nauw van Calais nog kilometers breed is. Maar hij weet dat in de mist signalen soms de grilligste om wegen maken en dat het bevaarbare weggetje in dezê brede zeearm maar héél nauw is. Hij weet ook dat men de massa van miljoen kilo's niet als een rondvaart boot in een oogwenk kan stilleggen. Het heeft hem trouwens toch al ver baasd te horen dat het motorvermogen van één straalverkeersvliegtuig van het type DC 8 drie keer zo krachtig is als Van de enorme Stork-motor In de machinekamer. En als leek begint hij nu te piekeren over de voor zijn oog primitieve kanten van dit miljoenenbe drijf. Hij denkt aan de halsbrekende toeren waarmee de loods bij hoge zee aan boord komt. En hij vraagt zich nu af waarom deze vindingrijke eeuw nog steeds geen afdoende oplossing voor het varen in de mist. heeft gevonden. Radar is zonder twijfel een godsgeschenk, maar het definitieve antwoord is het nog niet. Honderden miljoenen aan scheepswaarde, tientallen miljoenen aan lading, duizenden duurbetaalde bemanningsleden, liggen te wachten voor Oostende totdat de mist wil wijken. De loodsdiensten zjjn gestaakt. De dik ke, koude lucht is vervuld van het ge- bel van schepen die voor anker zijn ge gaan. Op het achterdek heft elke mi nuut een matroos een merkwaardig soort ketelmuziek op de gong aan, na dat op de bak de bel is geluid. De lucht gonst van geluiden en dc radar is een „krentenbol" van schepen. De marconist komt telkens met som bere berichten. Scheepsbotsingen, strandingen, lichtschip aangevaren De uren kruipen voort. Het worden da gen. Alleen op de radar kan men het drama volgen. Men ziet een aanvaring als twee vlekjes één worden. Een coaster zonder radar met een fluit ais een scheurhoest koerst schaam teloos gevaarlijk tussen de geankerde schepen door. Het geluid van nijdige signalen begeleidt haar. Zij komt vol gens de radar recht op ons af. Tiental len paren ogen turen in do mist, want aan het anker, „de spijker", is het schip machteloos. Plotseling rijst het silhouet als een fantoom op. Honderd meter. De coaster geeft stuurboord en glijdt teg'en alle voorschriften, vóór langs. Dan dreigt er weer gevaar van de vissers, de voetgangers van de zee, die nooit de ver keersregels zullen leren. Het menu aan tafel vormt een merkwaardige tegenstelling met de misère buiten. Het wordt, zo moge lijk, nog beter. Op de kaart ziet men dat de „Neder Waal" in de mist een merkwaardig grillige koers heeft ge varen, steeds uitwijkend of terug slaand voor tegenliggers en steeds bedacht op de levensgevaarlijke veer boot Oostende-Dover, die voorzien van alle denkbare beveiligingsmidde len, ondanks de mist steeds het risico aandurft van een voetganger op de Place del'Etoile op het spitsuur.Vrjjdag- morgen half tien breekt de zon door en veegt met een machtige armzwaai het toneelgordijn opzij. De mist wijkt zienderogen en onthult een rede vol schepen. Duitsers, Japanners, Engel- sen, Nederlanders, Amerikanen. Spanjaarden plotseling glanzend >n. de zonneschijn en vol bedrijf. Overal gaan de ankers tegelijk omhoog. Onl danks de mist zjjn de zeeloodsen a' gedistribueerd. Schroeven beginnen.te malen en het convooi zet zich, rij®n breed, tegelijk in beweging naar Vhs- singen. Maar opnieuw verwondert zich de passagier. Het zicht wordt niet ëe' heel helder en de boeien blijven dik wijls te lang aan het oog onttrokken. Op de brug wordt voortdurend met kijkers getuurd totdat weer zo een dansende lantaarnpaal zichtbaar wordt. Een bejaarde Spanjaard klampt zich aan ons vast. De risi co's die dat schip neemt kunnen wij ook nemen denken ze daar. Maar de „Neder Waal", die volgeladen nu bij na negen meter onder de waterlUn steekt, moet zijn concurrenten voor laten gaan. De banken en ondiepten dicteren een voorzichtige koers. Som» is er maar een halve meter water on der de kiel. Men bégrijpt nu waarom Tromp achter deze banken veilig wflS toen zijn vijanden hem te veel op de huid zaten. De uren kruipen, maar het schip vaart. Soms tekent zich de lage B®.1" gische zeekust even als een ijl streep!® op een Jaoanse houtsnede tegen de hoi zon af. De zeekaart wijst ticnta!'®" wrakken aan. Een ervan, de „As bury", piekt nog met een mast boven wafer. De show van internationale zeevi'aIJ is indrukwekkend. Oude tramps 1 °Pe" hun benen uit de sloffen om kituS" coastertjes bij te houden. Formidabel® Japanners en Duitsers tonen dat de tijden van. tegenspoed voor bil ziim Slanke Zweden schijnen door abstract® kunstenaars ontworpen. Hun lijnen "V trots en bijna prachtlievend, alleen ?-* maakt om het oog van de liefhebber behagen. De vrijdagmiddag is al halverwcfv gevorderd als de „Neder Waal" in gore, heftige getijstroom voor anM, gaat op de rede van Vlissingen. blok ijzer van vijf ton houdt duizend® tonnen in bedwang. Wie ongevoelig voor de schoonheid van de zeede v®. Vlissingen vol schepen kan het best °n middellijk gaan emigreren. Zon en nevel zijn nog steeds in .f* vecht gewikkeld en geven het s'ikrVD._ schorrengebied het aanzien van de a° de voor de scheiding van water Binnen twee dagen spuiten de slurven van het siloberfrljf '-it mihoen kilo Marok kaanse fosfaat in de enorme ruimen van de „Neder Waal". ar en lucht. Het tafereel is van een eindel®7-® genuanceerdheid en vol bruisend 1 ven. Kleine loodsbootjes brengen de 0 t misbare rivierloodsen rond. Men bioo g het ongeduld in dc signalen van wachtende schepen. Er moet gev8£ljg worden, er moet verdiend worden. uur telt en zelfs een overvoerde 'ia^ic. is geen excuus. De diepstekende ,r der Waal" komt eerst om drie 11 's nachts aan de beurt. De buitenled had hei al voorspeld. „U moet een per-loods hebben". De motoren snuiven weer aan en,n'fs mand slaapt want de Wester Scheld® nog steeds de meest gehate on jvt vreesde vaarweg voor de zecva- -g Het Nauw van Bath eist regeima zijn slachtoffers: een kort bericht!®, de krant, soms, als er doden va 'M een iets groter. Men ziet schepen j-0. verse deuken en later, in de krant' to's van schepen me' ingedrukte 11 zen en opengereten flanken. En men denkt dan aan dc i"1';, tcins en de reders, want varc ge geid verdienen, schip, lading ®ntern* manning behouden op hun b®s' ming brengen. Vier uren later dc „Neder Waal" voor de BoU>' 0f. sluizen, vijf uren later is ze ®rcf. Weer een uur later üggcti d" al open en maken de grijp"'®. ,,<?it otokotta hun eerste rit Drie ,a' "j^t verloren. Alle reserveruimte JlUlKt ehartorprogramma is al opgeta en eu nu moet men nog een reis m* pi Casablanca-Rotterdam vooraar Hamburg. de grote reis weer Majeur of mineur.' De vrout* (Vli. tweede stuurman J Moieu-ci j in tricum wacht al bijna drie dag' c" Antwerpen omdat Vlissingen I'd. flt gissing had gemeld dat liet sen p^,;r woensdag was voorbijgekomen. )(j. ren is rekenen en niel alleen Varen is risico s nemen, erg®1 ^..uin weg likken, dagen op do brug j,,l<t terwijl vijf nieter verder bet ,.,1,,ei- en soms ook zo soepel door de p- Hjkhedeu glijden dat iedereen e loers van wordt. m®® .Kun je nog zingen zing ^pn,,ts J? is toch niet zo vei ernaast. I je beslagen ruiten weer eens op Cl,,i ziet de zee van Homerus, van Brai.daan, de Noormannen ®n v t,tT Uitrezen. Hollanders en Engelsen aji- onveranderd voor je. De zee dert nooit. r K*'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1961 | | pagina 6