Een waarschuwing voor de Sovjet-Unie O] p j het sj poor van. d le waarheid Schroder, Mol, Marjot en Oomen- PAS VERSCHENEN BOEKEN AMBASSADEUR IN HET KABINET KENNEDY'S DIPLOMATEN Kleine Psychiatrie VRIJDAG 17 MAART 1961 Toen in december vorig jaar bekend werd, dat Adlai E. Stevenson het hoofd zou worden van de Amerikaanse delegatie bij de Verenigde Na ties, kreeg dit besluit van Kennedy in Rusland een goede pers. Maar intussen heeft men in Moskou er varen, dat Stevenson zeker geen gemakkelijker te genstander is, dan zijn voorgangers uit de periode Eisenhower: James J. Wadsworth en Henry Cabot Lodge. Vorige week immers schreef het Russische dagblad „Izvestia" dan ook, dat de nieuwe Ameri kaanse gedelegeerde al net zo'n toon begon aan te slaan als indertijd Cabot Lodge. (Deze vroegere ver tegenwoordiger bij de V.N. heeft vooral naar aanlei ding van het neerslaan van de Hongaarse opstand het agressieve karakter van de Russische politiek scherp aan de kaak gesteld). De onmiddellijke aanleiding tot die vergelijking met Cabot Lodge werd gevormd door een redevoering die Stevenson op 2 maart in New York gehouden had. In deze toespraak had hij een waarschuwend woord gericht tot de Sovjet-Unie, van wege het Russische beleid ten aanzien van de Congo en de Verenigde Naties. ra Stevenson, leider van Amerikaanse delegatie bij de Verenigde Naties °e polikliniek bij het ziekenhuis van Bukumbi. Nog geen maand geleden rukte een razende wervelstorm het hele dak er af. Dokter Pieter Mol schreef naar Nederland:„Ik schat de schade op 30 a 40.000 gulden". ,,Ik zou tot de Sovjet-Unie willen zeggen", aldus Stevenson, „dat er historische wetten bestaan die dieper en meer onontkoombaar zjjn dan de wetten die uit de fantasie van Marx en Lenin zijn geboren. Deze histori sche wetten hebben niets te maken met de klassenstrijd noch met de fa ses van de economische ontwikkeling, maar zij zijn geworteld in de natuur Nederlandse artsen in het land der Basoekoema DR. E. A. SCHRöDER *87.000 t.b.-gevallen op mensen. IV2 miljoen If het land der Basoekoema in het noordwesten van Tanganjika palend aan het Victorjameer werken vier Nederlandse missie- "rtsen. In Boekoembi, dat nauwelijks ®en maand geleden door een tornado geteisterd, dokter Pieter Mol. ve i broer en collega Ruud is nog met oerlof in Nederland). In Sengerema, ®®n twintig mijl verder op, dokter Han Marjot. Op het eiland 'Oekerewe Qokter Dries Oomen en in het oudste grootste hospitaal te Soemoe dr. Do Schroder, een wijze vrouw, die Jven. zonder enige overdrijving een piomer van het moderne medische werk mag noemen. ik^b bestek van een paar dagen heb hosnu1 ,a"e vier bezocht. Vier missie- Van l?1 en in barbaarse r, hoonheid een Noordwest-Tanganjika. Vier maal tjagesprek met een dokter, die elke telm handen, materiaal en assistenten Hoort ,*onit °m zelfs maar het meest hia=i eli>ke werk te verrichten en vier in v i ontmdbting met een mens, die SlisX9 Strekte eenzaamheid dagelijks be- ver5inSen moet nemen, die van hart en ste het uiterste vergen. Dat laat- va8W, geloof ik, wel eens al te licht zo "ig over het hoofd gezien. Missie, sie ?heneert men, is eenzaamheid. Mis- ontbering, maar voor de arts is Één "ovendien twijfel en onzekerheid. Zaan pandeling over een klein zieken- d,ai;te is voldoende om zelfs een leek aan n te overtuigen. Wat daar n.l. vee& tnenselijke ellende ligt bjjeenge- £>aar bunnen woorden niet aanduiden. En staat één man of één vrouw. e"e a J "e kwaal ook zijn mag, van die Rh yokter wordt de beslissing verwacht. ais bjj niemand in consult gaan en *ho hl patiënt laat ik het zo scherp is gf. tik stellen verkeerd beoordeelt. bgs„ "iemand met wie hij het geval kan du'irtpVrt"' Niemand, aan wie hij kan "achf maken, dat hij tot diep in de ^orst fi*1 een iuiste diagnose heeft ge- ?®!fs en niemand, ook aan wie hij <JoktpJnaar mag laten blijken, dat een k°rnin een mens is, die door zijn tekort- Èr :'"ëen scherp kan worden getroffen, is a*i, zelfs geen tijd voor bezinning. Hij ^ourtt en en de aanvoer van patiënten Uöt nooit op. Maar goed, laat ik mijn verhaal regelmatig vertellen. Mijn eer ste bezoek gold Boekoembi. .Het was (natuurlijk) een (jffphtige dag en ik was onder de in- ianrt Van ruige schoonheid, die dit en uit zi)n helbloeiende bomen p'lln immense steenformaties. tne'eter Mol stond' in de operatieka- rtiü Hij wenkte mij binnen en gaf ged t°en te verstaan, dat ik beter het t zijn vrouw kon bezoeken, want Wei s een zwaar karwei. Hij had nog een uur nodig. onev.Ultr iater zag ik hem komen. Ik Moii»?1 terras van de bungalow, die Sebouu "n zich daar op de ,,Molsheuvel" t>&sha 5 hebben en luierde als een eq Dokter Mol was mager geworden hia» "gezien Ik hem een oude vriend 5rete,n.°ei"en, zei ik dat ronduit. Hij sjee rde. Zijn vrouw deed zwakjes Mj tQp" het duurde wel enige lijd voor t 6r nga^' dat zijn entree in Afrika hij Rei ,"°g geen jaar zwaar geweest is. eigenlijk voor de hand. Ata z(dn PIETER MOL, arts „Nooit zo'n onheilspellend geluid". broer, dokter Ruud Mol, naast arts ook architect, technicus, bedrijfsleider en een soort ingenieur is, dokter Pieter Mol is litterator. Hij is tevreden als hij na een dag hoe lang dan ook nog een paar uur kan vrijmaken voor Schil ler of Zweig of nog liever voor een eigen novelle, die onder zijn handen rijpt tot een kleine kostbaarheid. Dat geluk is hem niet beschoren. Hjj had bij zijn ziekenhuisbouw net twee stakingen ach ter de rug. Het eindeloos onderhandelen met partijen, die ten aanzien van eerlijk heid en „woordhouden" zulke andere wegen bewandelen dan wij, had hem uit geput. Men moet dat wel begrijpen. In Boe koembi is men niet alleen geneesheer directeur. Men is ook architect, hoofd aannemer en uitvoerder van de nieuw bouw. Men is verantwoordelijk voor de financiën, men moet het grondwerk lei den, meespitten, de constructie voor binten en balken met argusogen volgen en tegelijk een hospitaal „runnen" en een polikliniek verzorgen, die ieder universiteitsziekenhuis in Nederland zou sieren. Die polikliniek is nu de lucht inge vlogen. Ik ben daar niet bjj geweest. Maar ik kan het me voorstellen. Ik kan me begrijpen hoe de natuurgevoelige Basoekoema de ramp voorvoeld hebben, hoe ze zijn weggevlucht uit die enorme hal, waar ze anders uren en uren onbe wogen kunnen wachten. Plotseling heeft toen de tornado toegeslagen. Hij heeft de overkapping van de immense hal was ze misschien voor de tropen toch te gewaagd? met een ruk opgetild en ergens neergesmeten tussen de missie en het hospitaal. Pieter Mol heeft niet geaarzeld. Hij is direct de ruïnes inge stormd en hij heeft niet gerust voor hjj zeker wist, dat niemand, maar dan ook niemand onder die stortvloed van hout en balken was omgekomen. Eerst heel laat is hij misschien enigszins tot rust gekomen. Ik zie hem zitten op die ve randa, waar wij zo hevig geboomd heb ben over het naoorlogse Nederland, dat hem te eng en te benauwd was gewor den. Ik zie hem. Ik zie Zr. Ans v. Doorn uit Rotterdam, ik zie zijn vrouw en de witte zusters. Ze zijn doodmoe. Toch zijn ze de volgende morgen vroeg weer gewoon verder gegaan. Dokter Mol heeft puin geruimd, geopereerd, pillen gegeven en kleine negerkinder- tjes, die maanden te vroeg geboren werden, toch gezond en wel bjj hun moe der gelegd. Zijn novelle zal voorlopig niet klaar komen. DRIES OOMEN, arts Vijf uur varen". Waltera Maas uit Alphen aan den Rijn, zuster Vincent v. d. Linden uit Oisterwijk, zuster Hungera Hoogma uit Oosterwierum en zuster Ljjdewjjde v. d. Drift uit Watering. Vervolgens vijf broeders. Broeder Philemon van Rooyen uit Jutphaas, broeder Ansber- tus Verbeek uit Steenbergen, broeder Martialus Scheers uit Stokkum, broe der Hiëronymus van Gils uit Wagen berg en broeder Rembertus Vielen uit Veghel. En tenslotte drie kajotters. Drie jonge kerels, die hun moeilijke uitzending tot een succes gemaakt hebben en die onmiddellijk na het bericht van de ramp in Boekoembi assistentie hebben verleend. Ook hun namen schrijf ik voor u op. Het zjjn Ton Elsendoorn uit Haarlem (een man, die voor de missie zijn verloof de een paar jaar achterliet), Gerard Broeke uit Hilversum en Johan Kort- rijk uit Franeker. HAN MARJOT, arts „Drinkwater op 16 km afstand". Een van haar gezellen was die dronken vloekende neger. Dokter Oomen en la ter dr. Schroder zeiden: „Ik kan daar niets aan doen. Wat er 's nachts alle maal in de omtrek van het ziekenhuis gebeurt, kan ik niet controleren. En als ik het wel kon, wat zou ik eraan kun nen doen? Ik kom er dus maar niet", Desniettemin hoor ik nog altijd de woe dende stem van die neger. En er zijn avonden, dat mevrouw Oomen alleen is. Al was het maar, omdat haar man op tweehonderd meter afstand, maar onbe reikbaar opereert. n Sengerema was alles anders. Is Boekoembi een hospitaal, dat door het persoonlijk initiatief van de gebroeders Mol, is tot stand gekomen, gesteund door de „Stich ting Boekoembi-hospitaal" (drijven de kracht Zr. Erna Schaars, die haar werk in Afrika na een slopende ziekte moest opgeven)in Sengerema zjjn de zaken anders aangepakt. Sengerema draait onder de supervisie van de Pius XII-Stichting. Daarin werken de broeders van Johannes de Deo samen met de zusters van „Onder de bogen" uit Maastricht en ik vond er dus een hele Nederlandse kolonie. Op de eerste plaats dokter Han Marjot en zijn vrouw, mevrouw Christine Marjot- Whffels. Dan vijf zusters. Zuster Ger- tio van Wijk uit Udenhout, zuster Met hen allen heb ik uitvoerig gespro ken. Nu ik terug ben in Nederland, weet ik niet wat ik daarvan moet op schrijven. Ik ontmoet hier zoveel zelfge noegzame weelde, dat ik mij afvraag of ik eeh lezer kan bereiken als ik zeg, dat de vanzelfsprekendheid, waarmee en de soberheid waarin zij hun werk doen mij heeft ontroerd. Ik kan de eenzaamheid van deze vijftien Nederlanders geen ge stalte geven. Misschien zegt het iets, als men weet, dat zij maandenlang uit sluitend op elkaar zjjn aangewezen. Dat betekent, dat na gedane dagtaak de broeders bjj de broeders, de zusters bij de zusters en de kajotters bjj de kajot ters zijn. Als u zich dat probeert voor te stellen in de hitte van dit land, de verlatenheid van deze streek en het vol strekt ontbreken van enig amusement, dan heeft u misschien enig idee van de spankracht, die dat vergt. Een van de kajotters zei het nogal onbewimpeld: „Ze snappen er thuis geen laars van". Hjj heeft gelijk. an Oekerewe, een schiereiland, vijf uur varen op het Victoria- meer. Zo'n tocht lijkt op een winterse reis door de Golf van Biskaje. Het kleine bootje stampt en slingert als een notedop en misschien wordt dat allemaal wat meer begrij pelijk als ik zeg, dat het Victoriameer groter is dan Nederland. Een zee dus in onze begrippen. Mijn meest dwingende herinnering is de avond. Dokter Oomen, zijn vrouw en ik zaten buiten. Het hospitaal lag in het donker en plotseling klonk uit dat don ker de woedende, vloekende stem van een neger. Ik moet dat verklaren. Die neger was geen patiënt. H(j was met eeh patiënt meegekomen. Zoals met iedere patiënt, die opgenomen moet worden een groepje familieleden mee komt. Wat zij doen? Zij verblijven er gens in de omgeving van het ziekenhuis, want geen patiënt wil ander eten dan dat, dat door zijn vrouw of zijn familie wordt klaargemaakt. Daarom heeft elk missie-hospitaal een of twee kookruim ten. Donkere holen in onze begrippen, waar op tientallen rokerige vuren het eten wordt klaargemaakt. Ik heb het er nooit langer dan een paar minuten kun nen uithouden. Tanganjikaanse vrou wen verblijven er echter uren. Ze zor gen voor het eten en daarna zwerven ze doelloos uren en uren in de omgeving. enslotte dr. Schroder. Een grij- I zende dame, die sinds 1950 als X missie-arts werkzaam is en over vie ik in Dar-es-Salaam een witte pater de hoogste lof hoorde verkon digen, waartoe een witte pater in staat is. „Dr. Schroder," zei hij, „dat is geen dokter, dat is een missio naris." Ik moet dat bevestigen. Een vrouw, die dit volhoudt. Tien jaar lang de enige arts te zijn op een be volking van 320.000 mensen. Op an derhalf miljoen mensen 187.000 t.b. patiënten te hebben en toch gedwon gen te zjjn dagelijks alle gevallen van open t.b. naar hun dorpen terug te verwijzen, eenvoudig omdat men voor de behandeling geen ruimte, geen personeel en geen geld heeft. Dr. Schroder zei het letterlijk, „Ik houd van dit werk. Ik zou er al zijn de eerste drie jaar erg moeilijk geweest niet weg willen. Maar wat mij sloopt is mijn onmacht. Ik kan zelfs de acute ge vallen van t.b. niet te lijf gaan, en op het stuk van de preventieve geneeskun de de opdracht voor ons allen blijven wij nergens." Toen ik bij haar was, was dit alles klaar en duidelijk. In de duizelende zon hebben wij een rondgang gemaakt en ik herinner mjj hoe ik in een hoekje heb staan noteren: „Alle patiënten zijn blij als ze de dokter zien. Ze kent ze bijna allemaal van naam. Ik kom voor het eerst op alle zalen bloemen tegen en ik noteer, in een ziekenhuis van 200 bed den is welgeteld één kraan." Nu is het echter ver weg en ik vraag mij af hoeveel lezers zullen denken, dat journalisten van verre reizen nu een maal treffende verhalen moeten meene men. Mijn hemel, als een eerlijk woord nog iets vermag, laat mij dan zeggen, dat wij onze missie-artsen laten werken on der omstandigheden, die rondweg be schamend zjjn. Zij hebben mensen noch materialen en wat zij uit het van pure weelde revaluerende vaderland ontvan gen is niet zelden zo slecht, dat geen arts hier ermee zou willen werken. Zij doen het toch. Niet, omdat ze zo vroom, zo goed of zo heilig zouden zijn, maar gewoon omdat geen normaal mens an ders kan reageren op de nood van de bevolking. n Boekoembi heeft die nood door een onverhoedse stormramp nog een ex tra fel accent gekregen. De schade, schrijft dokter Mol, bedraagt 30 40.000 gulden. Ik geef u het gironummer „Nummer 193600, ten name van Stich ting Boekoembi-hospitaal, Dr. Struy- ckenstraat 95a, Breda. Laten we een nieuwe polikliniek bou wen. .ALBERT WELLING- en de bestemming van de mens. Een van die wetten is, dat er oorlog komt, als nieuwe imperia zich trachten te vesti gen op de ruïnes die oude wereld rijken hebben achtergelaten. Toom uw ambi ties in. Bedenk u goed voor u tot interventie over gaat. Laat het nieuwe beginsel van de interna tionale orde het recht van de volkeren hun eigen lot te be palen in Afrika werkzaam zijn, zonder dat ge van buiten druk uitoefent. Sabo teer niet het enige instituut, dat een alternatief biedt voor het imperia lisme. Grijp niet terug naar 's men sen kwade erf deel van het ge weld. Zie voor uit naar een we reld waarin de Verenigde Naties de bewakers van de vrede kunnen zijn." Deze passage had uiteraard betrek king op de Russi sche Congo-politiek en op pogingen van Moskou de secre taris-generaal van de V.N., Hammars- kjöld te doen afzet- ten. Tegen beide re- I cente aspecten van het buitenlands be leid van de Sovjet-Unie heeft Steven son zich vorige maand al gekeerd in de debatten in de Veiligheidsraad. In die debatten heeft hjj zich doen kennen als een voortreffelijk woordvoerder voor Amerika en het westen. Maar de er varen politicus Stevenson heeft de laat ste weken, in de wandelgangen van het V.N.-gebouw, vooral ook contact ge zocht met de gedelegeerden van de jon ge onafhankelijke Afrikaanse staten. Hjj constateert, dat het westerse blok in de V.N. relatief voortdurend zwakker wordt, en dat het neutrale kamp een steeds grotere rol gaat spelen in de Al gemene Vergadering. In de tweede helft van februari heeft Stevenson, dag in dag uit, Afrikaanse gedelegeerden, in groepjes van twee of drie, een lunch aangeboden, om de Amerikaanse visie op de Congolese kwestie aan het oor deel van het Zwarte Werelddeel te toet sen. Dit was voor die gedelegeerden uit Afrika een geheel nieuwe ervaring, want Cabot Lodge placht nauwelijks om te gaan met afgevaardigden uit het Afrikaans-Aziatische kamp, om de een voudige reden dat hij niet besefte hoe belangrijk het voor Amerika was het vertrouwen en de sympathie te winnen van de „onverbonden landen". Terwijl Kennedy zijn ambassadeur ln Moskou, Thompson, met Khroesjtsjev laat praten, laat hij Stevenson (buiten de openbare zittingen van de Algemene Vergadering om) confereren met de Rus sische minister van Buitenlandse zaken Gromyko, die op het ogenblik de Sov jet-delegatie bij de V.N. leidt, en met Zorin, die in de „United Nations" per manent gedelegeerde van de U.S.S.R. is. Als er in de V.N. ooit een vermin dering van de spanningen tussen Ame rika en Rusland groeit, zal dat niet ge beuren in de openbare debatten, die zo gemakkelijk in propaganda-veldslagen ontaarden, maar in besloten gesprek ken zoals Stevenson die nu met Gro myko en Zorin voert. President Kennedy mag zich geluk kig prijzen, dat hij een zo be kwaam staatsman als Stevenson bereid heeft kunnen vinden de V.N.-post te aanvaarden. De man die zelf tweemaal de wedloop naar het Wit te Huis heeft verloren, is nu de onder geschikte van een veel jongere genoot die wel de presidentsverkiezin gen wist te winnen. Het pleit voor Ste venson, dat hij prestigeoverwegingen niet te zwaar heeft laten gelden, al heeft hij een zekere prijs gevraagd voor de toetreding tot Kennedy's team. Toen de president-elect hem, eind vorig jaar vroeg V.N.-gedelegeerde te worden, stelde Stevenson de voorwaarde, dat hij een belangrijke rol zou kunnen spelen bij het bepalen van de Amerikaanse buitenlandse politiek. Op die eis is Ken nedy in gegaan, en Stevenson, die de titel van ambassadeur heeft, is lid van het kabinet, terwijl hij ook bijeenkom sten van de Nationale Veiligheidsraad mag bijwonen. Hoewel hij formeel tot de staf van het State Department behoort, heeft hij rechtstreeks toegang tot de president. Als hij Kennedy drin gende kwesties wil voorleggen, behoeft hij zich niet eerst tot de minister van Adlai E. Stevenson, hoofd van de Amerikaanse delegatie bij de Verenigde Naties. buitenlandse zaken, wenden. Dean Rusk, te Tijdens de jongste verkiezingscam pagne is er een zekere wrijving ge weest tussen Kennedy en Stevenson. In mei vorig jaar gaf Kennedy nog te verstaan, dat Stevenson de ideale De mocratische minister van buitenland se zaken zou zijn. Maar in juli op de Democratische Conventie in Los An geles kreeg Kennedy aanvankelijk geen steun van Stevenson. Dat heeft -Stevenson waarschijnlijk het minister schap gekost. Kennedy vindt het nu wellicht ook maar beter, dat de oud kandidaat voor het presidentschap die zulke uitgesproken ideeën heeft over de wereldpolitiek, niet vlak bij het Witte Huis, maar in New York, werkt. Overigens scheen er na de eerste persconferentie van de Amerikaanse V.N.-gedelegeerde in januari al een con flict met de president in de lucht te zitten. Stevenson had op die persconfe rentie gezegd, dat Kennedy gaarne Khroesjtsjev zou ontmoeten. Maar Ken nedy liet onmiddellijk door zijn pers chef verklaren, dat Stevensons verkla ring geheel voor diens eigen rekening kwam. Dit incident heeft echter geluk kig geen onaangename gevolgen gehad, en de verstandhouding tussen de twee staatslieden schijnt nu zeer goed te zijn. Het is niet de eerste keer. dat Ste venson zijn land in de Verenigde Naties vertegenwoordigt. In 1946 en in 1947 heeft hij ook al in de V.N. gewerkt. Daarvóór had hij een rol gespeeld bij de oprichtingsvergade ring van de volkerenorganisatie in San Francisco in 1945, terwijl het later aan hem te danken was, dat besloten werd de permanente zetel van de V.N. in New York te vestigen. Stevenson, heeft evenals Kenne dy in Harvard gestudeerd, en als jong jurist heeft hij een bescheiden aandeel gehad in de uitvoering van Roosevelts New Deal. Onder het be stuur van F.D.R. heeft hij op ver scheidene regeringsdepartementen ge- werkt, en na de oorlog Is hij gedu rende vier jaar gouverneur van Illi nois geweest. Na zijn tweede neder laag tegen Eisenhower in 1956 her vatte hij zijn advocatenpraktijk. Tót zijn recente benoeming tot V.N.-ge- delegeerde was hij een der direc teuren van het advocatenkantoor „Stevenson. Rifkina and Wirtz" in Chicago. (Drie andere leden van de staf van dit kantoor zijn inmiddels ook in regeringsdienst overgegaan.) Stevenson is een voortreffelijk spre ker. Zijn verkiezingstoespraken, die in boekvorm zijn uitgegeven, laten zich nog altijd hee'. goed lezen. Hij is een ty pische intellectueel, een „egg-head", en zijn speeches die vaak doorspekt zijn met treffende historische parallel len getuigen van een groot gevoel voor humor. De erudiete redenaar Stevenson zal ongetwijfeld bijdragen tot verhoging van het peil van de komende V.N.-de- batten. H. BR. Per saldo, door Herluf van Merlet (St.ols/Barth-den Haag). Een bundel ge dichten, waarin men de weerslag vindt van het verblijf van de auteur in cel en concentratiekamp en van de jaren van ziekte, die daarvan het gevolg zijn ge weest. Na de oorlog werd reeds eerder van hem gepubliceerd de roman „Het zaad tussen de doornen". Het onbekommerd zwijgen, door Al(jd Brink (Stols/Barth). Een aantal gedich ten, dat wil troosten door de ontroering deel te hebben aan de afwezigheid van het kwade, aan „de stilte die rondom de wereld is". Van haar verscheen eerder „Stenen stromen ook". De hovenier, door Ida G. M. Gerhardt (Van Gorcum-Assen) Een nieuwe bun del gedichten, die men relgieus van aard zou kunnen noemen. De vorige bundel van de schrijfster was getiteld „de Argelozen". Ogentroost, door Karei Jonckheere (Stols/Barth) Vijftien jaar geleden maakte de schrijver voor het eerst een mentale balans op in de bundel „Spie gel der zee". Nu doet hjj dit nogmaals, maar deze keer is hjj „lichamelijker" gericht, meer op de zintuigen en vooral op de ogen. Poëzie is overal, van Bijbel tot Es kimo, door Karei Jonckheere (Donker- Rotterdam) Een aantal gedichten uit alle tijden en alle delen van de wereld, verzameld en ingeleid onder het motto: „een gedicht is uitsluitend waard wat de lezer ervan waard is". Rabindranath Tagore, door Fernand Etienne; Arthur van Schcndel, door dr. J. Noë; Albert Camus, door M.Pinnoy; Heinrich Böll, door Paul Vanderschae- ghe (Desclee de Brouwer). Vier nieuwe deeltjes in de reeks Ontmoetingen, lite raire monografieën. Gisteren en vandaag, door Henriette L. T. de Beaufort (Tjeenk Willink-Haar lem). Essays bestaand uit herinnerin gen en biografische vertellingen. Nieuw Deps, door Gerard Walschap (Donker-Rotterdam) Een nieuwe roman van de bekende Vlaamse auteur. Het is een vervolg op Houtekiet. Als water in de woestijn, door Ida Simons (Stols/Barth) De bekende pia niste heeft kort geleden van zich doen spreken door haar roman: „De Dwaze maagd". In juni 1960 is zij overleden. Pierre H. Dubois heeft uit door haar nagelaten fragmenten en reeds bestaan de verhalen een nieuw boek samenge steld. De titel is die van een nieuwe onvoltooide roman van haar, waarvan ook delen z«n opgenomen. Voorts geeft Dubois een inleiding op het boek. Voer voor psychologen, door Harry Mulisch (reuzepocket-De Bezige Bjj) Een vijftal verhalen waarvan som mige zoals het Voer, reeds eerder ver schenen en waarin Mulisch o.a. onthul lingen doet over Harry. De muggen van San Antonio, door J. van der Walle (van Kampen en zn.- Amsterdam) De auteur was tot voor kort de enige man die kon schrijven in het Zuidamerikaanse stadje San Anto nio. Via een malariaplaag komt de ont wikkeling van het stadje op gang. In romanvorm wordt beschreven welke problemen dit met zich meebrengt. Vals goud, door Dick Dreux (Arbei derspers-Amsterdam) Een „historische roman over een schilder, die de zee opvlucht na een ongelukkige liefde." Hij wordt schrijver van Witte de With en maakt de Eerste Engelse oorlog in al zijn felheid mee. Carrière maken zonder moeite, door Shepherd Mead (Prisma). Ondertitel: een luchtige verhandeling over succes in zaken, met een ernstige ondergrond. Illustraties van Claude. De Triffids komen, door John Wynd- ham (Prisma) Een science-fiction ver haal, dat de chaos en desintegratie be schrijft, die ontstaan, als op een nacht praktisch het hele mensdom blind is ge worden door het kijken naar een meteo renregen. Alleen de nuchterlingen en keiharden weten zich tenslotte te hand haven. Triptiek voor moord, door Jan van Gent (Wereldvenster-Baam). Afrikaanse Venus, door W. H. van Eemlandt (Wereldvenster). De vijfde trede, door W. H. van Eem landt (Wereldvenster). Drie detective verhalen, alle reeds in een tweede of derde druk. Zo leer je dansen, door Joy (Prisma). Een nogal ingewikkelde manier om goedkoop te leren dansen. Het boekje is weliswaar zeer duidelijk geschreven, maar ieder zal begrijpen, dat men niet aan de hand van tekeningen met uitleg de edele kunst van het zich goed bewe gen kan leren. Als hulp kan het boekje goed dienst doen. Bovendien staan er enkele interessante bijzonderheden in over de verschillende dansen. Wat wij gemeenlijk onder „kleine sychiatrie" verstaan, beschreef H. )obbelstein in zijn boek „Normale mensen en de psychiatrie" (N.V. We reld-Bibliotheek, Amsterdam, 1961). Hierbij verloor hij de door Rümke ge trokken grens tussen gezond en ziek uit het oog. Een deel der in Nederland ongebruikelijke opvattingen werden door de vertaler van commentaar voorzien; een ander deel bleef ter dis cussie in de tekst achter, als onbedoel de prikkel voor lezers die al eerder met deze materie in aanraking kwamen. De wisselwerking tussen ziel en li chaam wordt echter toch wel duidelijk, zoals ook menige bijzonderheid omtrent psychische gedragingen en stoornissen. Het is een beetje jammer, dat Dobbel- stein, die ongetwijfeld op ervaring en grote belezenheid kan bogen, in dit populair bedoelde boek zich niet wist te beperken; naast begrip zal hij ver warring zaaien, vooral bij niet terzake georiënteerde lezers. Deze tegenstrij dige kwaliteiten noden overigens wel tot lezen. Stevenson is een zeer goed spreker. Men ziet hem hier tijdens een redevoering in New York. Leiders en misleiders, door Montgo- i~ry (Becht-Amsterdam). Een verta ling door J. Kliphuis van het werk van de Engelse veldmaarschalk: The Path toe leadership. Hij neemt een aan tal bekende leiders vooral uit de laatste tijd onder de loupe. Naar aanleiding daarvan zou het boek een handleiding tot goed leiderschap willen zijn. In een voorwoord maakt de veldmaarschalk zjjn excuses „voor het geval ik iemand kwaad heb gemaakt of beledigd heb",

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1961 | | pagina 11