Een waarschuwing voor de Sovjet-Unie
O]
p j
het sj
poor van. d
le waarheid
Schroder, Mol, Marjot en Oomen-
PAS VERSCHENEN BOEKEN
AMBASSADEUR IN HET KABINET
KENNEDY'S
DIPLOMATEN
Kleine Psychiatrie
VRIJDAG 17 MAART 1961
Toen in december vorig jaar bekend werd, dat
Adlai E. Stevenson het hoofd zou worden van
de Amerikaanse delegatie bij de Verenigde Na
ties, kreeg dit besluit van Kennedy in Rusland een
goede pers. Maar intussen heeft men in Moskou er
varen, dat Stevenson zeker geen gemakkelijker te
genstander is, dan zijn voorgangers uit de periode
Eisenhower: James J. Wadsworth en Henry Cabot
Lodge. Vorige week immers schreef het Russische
dagblad „Izvestia" dan ook, dat de nieuwe Ameri
kaanse gedelegeerde al net zo'n toon begon aan te
slaan als indertijd Cabot Lodge. (Deze vroegere ver
tegenwoordiger bij de V.N. heeft vooral naar aanlei
ding van het neerslaan van de Hongaarse opstand het
agressieve karakter van de Russische politiek scherp
aan de kaak gesteld). De onmiddellijke aanleiding tot
die vergelijking met Cabot Lodge werd gevormd door
een redevoering die Stevenson op 2 maart in New
York gehouden had. In deze toespraak had hij een
waarschuwend woord gericht tot de Sovjet-Unie, van
wege het Russische beleid ten aanzien van de Congo
en de Verenigde Naties.
ra
Stevenson, leider van Amerikaanse
delegatie bij de Verenigde Naties
°e polikliniek bij het ziekenhuis van Bukumbi. Nog geen maand geleden rukte een razende wervelstorm het hele dak er
af. Dokter Pieter Mol schreef naar Nederland:„Ik schat de schade op 30 a 40.000 gulden".
,,Ik zou tot de Sovjet-Unie willen
zeggen", aldus Stevenson, „dat er
historische wetten bestaan die dieper
en meer onontkoombaar zjjn dan de
wetten die uit de fantasie van Marx
en Lenin zijn geboren. Deze histori
sche wetten hebben niets te maken
met de klassenstrijd noch met de fa
ses van de economische ontwikkeling,
maar zij zijn geworteld in de natuur
Nederlandse artsen in het
land der Basoekoema
DR. E. A. SCHRöDER
*87.000
t.b.-gevallen op
mensen.
IV2 miljoen
If het land der Basoekoema in
het noordwesten van Tanganjika
palend aan het Victorjameer
werken vier Nederlandse missie-
"rtsen. In Boekoembi, dat nauwelijks
®en maand geleden door een tornado
geteisterd, dokter Pieter Mol.
ve i broer en collega Ruud is nog met
oerlof in Nederland). In Sengerema,
®®n twintig mijl verder op, dokter
Han Marjot. Op het eiland 'Oekerewe
Qokter Dries Oomen en in het oudste
grootste hospitaal te Soemoe dr.
Do Schroder, een wijze vrouw, die
Jven. zonder enige overdrijving een
piomer van het moderne medische
werk mag noemen.
ik^b bestek van een paar dagen heb
hosnu1 ,a"e vier bezocht. Vier missie-
Van l?1 en in barbaarse r, hoonheid
een Noordwest-Tanganjika. Vier maal
tjagesprek met een dokter, die elke
telm handen, materiaal en assistenten
Hoort ,*onit °m zelfs maar het meest
hia=i eli>ke werk te verrichten en vier
in v i ontmdbting met een mens, die
SlisX9 Strekte eenzaamheid dagelijks be-
ver5inSen moet nemen, die van hart en
ste het uiterste vergen. Dat laat-
va8W, geloof ik, wel eens al te licht
zo "ig over het hoofd gezien. Missie,
sie ?heneert men, is eenzaamheid. Mis-
ontbering, maar voor de arts is
Één "ovendien twijfel en onzekerheid.
Zaan pandeling over een klein zieken-
d,ai;te is voldoende om zelfs een leek
aan n te overtuigen. Wat daar n.l.
vee& tnenselijke ellende ligt bjjeenge-
£>aar bunnen woorden niet aanduiden.
En staat één man of één vrouw.
e"e a J "e kwaal ook zijn mag, van die
Rh yokter wordt de beslissing verwacht.
ais bjj niemand in consult gaan en
*ho hl patiënt laat ik het zo scherp
is gf. tik stellen verkeerd beoordeelt.
bgs„ "iemand met wie hij het geval kan
du'irtpVrt"' Niemand, aan wie hij kan
"achf maken, dat hij tot diep in de
^orst fi*1 een iuiste diagnose heeft ge-
?®!fs en niemand, ook aan wie hij
<JoktpJnaar mag laten blijken, dat een
k°rnin een mens is, die door zijn tekort-
Èr :'"ëen scherp kan worden getroffen,
is a*i, zelfs geen tijd voor bezinning. Hij
^ourtt en en de aanvoer van patiënten
Uöt nooit op.
Maar goed, laat ik mijn verhaal
regelmatig vertellen. Mijn eer
ste bezoek gold Boekoembi.
.Het was (natuurlijk) een
(jffphtige dag en ik was onder de in-
ianrt Van ruige schoonheid, die dit
en uit zi)n helbloeiende bomen
p'lln immense steenformaties.
tne'eter Mol stond' in de operatieka-
rtiü Hij wenkte mij binnen en gaf
ged t°en te verstaan, dat ik beter
het t zijn vrouw kon bezoeken, want
Wei s een zwaar karwei. Hij had nog
een uur nodig.
onev.Ultr iater zag ik hem komen. Ik
Moii»?1 terras van de bungalow, die
Sebouu "n zich daar op de ,,Molsheuvel"
t>&sha 5 hebben en luierde als een
eq Dokter Mol was mager geworden
hia» "gezien Ik hem een oude vriend
5rete,n.°ei"en, zei ik dat ronduit. Hij
sjee rde. Zijn vrouw deed zwakjes
Mj tQp" het duurde wel enige lijd voor
t 6r nga^' dat zijn entree in Afrika hij
Rei ,"°g geen jaar zwaar geweest is.
eigenlijk voor de hand. Ata z(dn
PIETER MOL, arts
„Nooit zo'n onheilspellend geluid".
broer, dokter Ruud Mol, naast arts ook
architect, technicus, bedrijfsleider en
een soort ingenieur is, dokter Pieter
Mol is litterator. Hij is tevreden als hij
na een dag hoe lang dan ook nog
een paar uur kan vrijmaken voor Schil
ler of Zweig of nog liever voor een eigen
novelle, die onder zijn handen rijpt tot
een kleine kostbaarheid. Dat geluk is
hem niet beschoren. Hjj had bij zijn
ziekenhuisbouw net twee stakingen ach
ter de rug. Het eindeloos onderhandelen
met partijen, die ten aanzien van eerlijk
heid en „woordhouden" zulke andere
wegen bewandelen dan wij, had hem uit
geput.
Men moet dat wel begrijpen. In Boe
koembi is men niet alleen geneesheer
directeur. Men is ook architect, hoofd
aannemer en uitvoerder van de nieuw
bouw. Men is verantwoordelijk voor de
financiën, men moet het grondwerk lei
den, meespitten, de constructie voor
binten en balken met argusogen volgen
en tegelijk een hospitaal „runnen" en
een polikliniek verzorgen, die ieder
universiteitsziekenhuis in Nederland zou
sieren.
Die polikliniek is nu de lucht inge
vlogen. Ik ben daar niet bjj geweest.
Maar ik kan het me voorstellen. Ik kan
me begrijpen hoe de natuurgevoelige
Basoekoema de ramp voorvoeld hebben,
hoe ze zijn weggevlucht uit die enorme
hal, waar ze anders uren en uren onbe
wogen kunnen wachten. Plotseling heeft
toen de tornado toegeslagen. Hij heeft
de overkapping van de immense hal
was ze misschien voor de tropen toch te
gewaagd? met een ruk opgetild en
ergens neergesmeten tussen de missie
en het hospitaal. Pieter Mol heeft niet
geaarzeld. Hij is direct de ruïnes inge
stormd en hij heeft niet gerust voor hjj
zeker wist, dat niemand, maar dan ook
niemand onder die stortvloed van hout
en balken was omgekomen. Eerst heel
laat is hij misschien enigszins tot rust
gekomen. Ik zie hem zitten op die ve
randa, waar wij zo hevig geboomd heb
ben over het naoorlogse Nederland, dat
hem te eng en te benauwd was gewor
den. Ik zie hem. Ik zie Zr. Ans v.
Doorn uit Rotterdam, ik zie zijn vrouw
en de witte zusters. Ze zijn doodmoe.
Toch zijn ze de volgende morgen vroeg
weer gewoon verder gegaan. Dokter
Mol heeft puin geruimd, geopereerd,
pillen gegeven en kleine negerkinder-
tjes, die maanden te vroeg geboren
werden, toch gezond en wel bjj hun moe
der gelegd. Zijn novelle zal voorlopig
niet klaar komen.
DRIES OOMEN, arts
Vijf uur varen".
Waltera Maas uit Alphen aan den
Rijn, zuster Vincent v. d. Linden uit
Oisterwijk, zuster Hungera Hoogma
uit Oosterwierum en zuster Ljjdewjjde
v. d. Drift uit Watering. Vervolgens
vijf broeders. Broeder Philemon van
Rooyen uit Jutphaas, broeder Ansber-
tus Verbeek uit Steenbergen, broeder
Martialus Scheers uit Stokkum, broe
der Hiëronymus van Gils uit Wagen
berg en broeder Rembertus Vielen uit
Veghel. En tenslotte drie kajotters.
Drie jonge kerels, die hun moeilijke
uitzending tot een succes gemaakt
hebben en die onmiddellijk na het
bericht van de ramp in Boekoembi
assistentie hebben verleend. Ook hun
namen schrijf ik voor u op. Het zjjn
Ton Elsendoorn uit Haarlem (een
man, die voor de missie zijn verloof
de een paar jaar achterliet), Gerard
Broeke uit Hilversum en Johan Kort-
rijk uit Franeker.
HAN MARJOT, arts
„Drinkwater op 16 km afstand".
Een van haar gezellen was die dronken
vloekende neger. Dokter Oomen en la
ter dr. Schroder zeiden: „Ik kan daar
niets aan doen. Wat er 's nachts alle
maal in de omtrek van het ziekenhuis
gebeurt, kan ik niet controleren. En als
ik het wel kon, wat zou ik eraan kun
nen doen? Ik kom er dus maar niet",
Desniettemin hoor ik nog altijd de woe
dende stem van die neger. En er zijn
avonden, dat mevrouw Oomen alleen is.
Al was het maar, omdat haar man op
tweehonderd meter afstand, maar onbe
reikbaar opereert.
n Sengerema was alles anders. Is
Boekoembi een hospitaal, dat
door het persoonlijk initiatief van
de gebroeders Mol, is tot stand
gekomen, gesteund door de „Stich
ting Boekoembi-hospitaal" (drijven
de kracht Zr. Erna Schaars, die haar
werk in Afrika na een slopende ziekte
moest opgeven)in Sengerema zjjn de
zaken anders aangepakt. Sengerema
draait onder de supervisie van de
Pius XII-Stichting. Daarin werken de
broeders van Johannes de Deo samen
met de zusters van „Onder de bogen"
uit Maastricht en ik vond er dus een
hele Nederlandse kolonie. Op de eerste
plaats dokter Han Marjot en zijn
vrouw, mevrouw Christine Marjot-
Whffels. Dan vijf zusters. Zuster Ger-
tio van Wijk uit Udenhout, zuster
Met hen allen heb ik uitvoerig gespro
ken. Nu ik terug ben in Nederland,
weet ik niet wat ik daarvan moet op
schrijven. Ik ontmoet hier zoveel zelfge
noegzame weelde, dat ik mij afvraag of
ik eeh lezer kan bereiken als ik zeg, dat
de vanzelfsprekendheid, waarmee en de
soberheid waarin zij hun werk doen mij
heeft ontroerd. Ik kan de eenzaamheid
van deze vijftien Nederlanders geen ge
stalte geven. Misschien zegt het iets,
als men weet, dat zij maandenlang uit
sluitend op elkaar zjjn aangewezen. Dat
betekent, dat na gedane dagtaak de
broeders bjj de broeders, de zusters bij
de zusters en de kajotters bjj de kajot
ters zijn. Als u zich dat probeert voor
te stellen in de hitte van dit land, de
verlatenheid van deze streek en het vol
strekt ontbreken van enig amusement,
dan heeft u misschien enig idee van de
spankracht, die dat vergt. Een van de
kajotters zei het nogal onbewimpeld:
„Ze snappen er thuis geen laars van".
Hjj heeft gelijk.
an Oekerewe, een schiereiland,
vijf uur varen op het Victoria-
meer. Zo'n tocht lijkt op een
winterse reis door de Golf van
Biskaje. Het kleine bootje stampt en
slingert als een notedop en misschien
wordt dat allemaal wat meer begrij
pelijk als ik zeg, dat het Victoriameer
groter is dan Nederland. Een zee dus
in onze begrippen.
Mijn meest dwingende herinnering is
de avond. Dokter Oomen, zijn vrouw en
ik zaten buiten. Het hospitaal lag in het
donker en plotseling klonk uit dat don
ker de woedende, vloekende stem van
een neger. Ik moet dat verklaren. Die
neger was geen patiënt. H(j was met
eeh patiënt meegekomen. Zoals met
iedere patiënt, die opgenomen moet
worden een groepje familieleden mee
komt. Wat zij doen? Zij verblijven er
gens in de omgeving van het ziekenhuis,
want geen patiënt wil ander eten dan
dat, dat door zijn vrouw of zijn familie
wordt klaargemaakt. Daarom heeft elk
missie-hospitaal een of twee kookruim
ten. Donkere holen in onze begrippen,
waar op tientallen rokerige vuren het
eten wordt klaargemaakt. Ik heb het er
nooit langer dan een paar minuten kun
nen uithouden. Tanganjikaanse vrou
wen verblijven er echter uren. Ze zor
gen voor het eten en daarna zwerven ze
doelloos uren en uren in de omgeving.
enslotte dr. Schroder. Een grij-
I zende dame, die sinds 1950 als
X missie-arts werkzaam is en over
vie ik in Dar-es-Salaam een witte
pater de hoogste lof hoorde verkon
digen, waartoe een witte pater in
staat is. „Dr. Schroder," zei hij, „dat
is geen dokter, dat is een missio
naris." Ik moet dat bevestigen. Een
vrouw, die dit volhoudt. Tien jaar
lang de enige arts te zijn op een be
volking van 320.000 mensen. Op an
derhalf miljoen mensen 187.000 t.b.
patiënten te hebben en toch gedwon
gen te zjjn dagelijks alle gevallen van
open t.b. naar hun dorpen terug te
verwijzen, eenvoudig omdat men voor
de behandeling geen ruimte, geen
personeel en geen geld heeft.
Dr. Schroder zei het letterlijk, „Ik houd
van dit werk. Ik zou er al zijn de
eerste drie jaar erg moeilijk geweest
niet weg willen. Maar wat mij sloopt is
mijn onmacht. Ik kan zelfs de acute ge
vallen van t.b. niet te lijf gaan, en op
het stuk van de preventieve geneeskun
de de opdracht voor ons allen
blijven wij nergens."
Toen ik bij haar was, was dit alles
klaar en duidelijk. In de duizelende zon
hebben wij een rondgang gemaakt en ik
herinner mjj hoe ik in een hoekje heb
staan noteren: „Alle patiënten zijn blij
als ze de dokter zien. Ze kent ze bijna
allemaal van naam. Ik kom voor het
eerst op alle zalen bloemen tegen en
ik noteer, in een ziekenhuis van 200 bed
den is welgeteld één kraan."
Nu is het echter ver weg en ik vraag
mij af hoeveel lezers zullen denken, dat
journalisten van verre reizen nu een
maal treffende verhalen moeten meene
men.
Mijn hemel, als een eerlijk woord nog
iets vermag, laat mij dan zeggen, dat
wij onze missie-artsen laten werken on
der omstandigheden, die rondweg be
schamend zjjn. Zij hebben mensen noch
materialen en wat zij uit het van pure
weelde revaluerende vaderland ontvan
gen is niet zelden zo slecht, dat geen
arts hier ermee zou willen werken. Zij
doen het toch. Niet, omdat ze zo vroom,
zo goed of zo heilig zouden zijn, maar
gewoon omdat geen normaal mens an
ders kan reageren op de nood van de
bevolking.
n Boekoembi heeft die nood door een
onverhoedse stormramp nog een ex
tra fel accent gekregen. De schade,
schrijft dokter Mol, bedraagt 30
40.000 gulden. Ik geef u het gironummer
„Nummer 193600, ten name van Stich
ting Boekoembi-hospitaal, Dr. Struy-
ckenstraat 95a, Breda.
Laten we een nieuwe polikliniek bou
wen.
.ALBERT WELLING-
en de bestemming
van de mens. Een
van die wetten is,
dat er oorlog
komt, als nieuwe
imperia zich
trachten te vesti
gen op de ruïnes
die oude wereld
rijken hebben
achtergelaten.
Toom uw ambi
ties in. Bedenk u
goed voor u tot
interventie over
gaat. Laat het
nieuwe beginsel
van de interna
tionale orde
het recht van de
volkeren hun
eigen lot te be
palen in Afrika
werkzaam zijn,
zonder dat ge
van buiten druk
uitoefent. Sabo
teer niet het enige
instituut, dat een
alternatief biedt
voor het imperia
lisme. Grijp niet
terug naar 's men
sen kwade erf
deel van het ge
weld. Zie voor
uit naar een we
reld waarin de
Verenigde Naties
de bewakers van
de vrede kunnen
zijn."
Deze passage had
uiteraard betrek
king op de Russi
sche Congo-politiek
en op pogingen van
Moskou de secre
taris-generaal van
de V.N., Hammars-
kjöld te doen afzet-
ten. Tegen beide re-
I cente aspecten van het buitenlands be
leid van de Sovjet-Unie heeft Steven
son zich vorige maand al gekeerd in
de debatten in de Veiligheidsraad. In die
debatten heeft hjj zich doen kennen als
een voortreffelijk woordvoerder voor
Amerika en het westen. Maar de er
varen politicus Stevenson heeft de laat
ste weken, in de wandelgangen van het
V.N.-gebouw, vooral ook contact ge
zocht met de gedelegeerden van de jon
ge onafhankelijke Afrikaanse staten. Hjj
constateert, dat het westerse blok in
de V.N. relatief voortdurend zwakker
wordt, en dat het neutrale kamp een
steeds grotere rol gaat spelen in de Al
gemene Vergadering. In de tweede
helft van februari heeft Stevenson, dag
in dag uit, Afrikaanse gedelegeerden,
in groepjes van twee of drie, een lunch
aangeboden, om de Amerikaanse visie
op de Congolese kwestie aan het oor
deel van het Zwarte Werelddeel te toet
sen. Dit was voor die gedelegeerden uit
Afrika een geheel nieuwe ervaring,
want Cabot Lodge placht nauwelijks
om te gaan met afgevaardigden uit het
Afrikaans-Aziatische kamp, om de een
voudige reden dat hij niet besefte hoe
belangrijk het voor Amerika was het
vertrouwen en de sympathie te winnen
van de „onverbonden landen".
Terwijl Kennedy zijn ambassadeur ln
Moskou, Thompson, met Khroesjtsjev
laat praten, laat hij Stevenson (buiten
de openbare zittingen van de Algemene
Vergadering om) confereren met de Rus
sische minister van Buitenlandse zaken
Gromyko, die op het ogenblik de Sov
jet-delegatie bij de V.N. leidt, en met
Zorin, die in de „United Nations" per
manent gedelegeerde van de U.S.S.R.
is. Als er in de V.N. ooit een vermin
dering van de spanningen tussen Ame
rika en Rusland groeit, zal dat niet ge
beuren in de openbare debatten, die zo
gemakkelijk in propaganda-veldslagen
ontaarden, maar in besloten gesprek
ken zoals Stevenson die nu met Gro
myko en Zorin voert.
President Kennedy mag zich geluk
kig prijzen, dat hij een zo be
kwaam staatsman als Stevenson
bereid heeft kunnen vinden de
V.N.-post te aanvaarden. De man die
zelf tweemaal de wedloop naar het Wit
te Huis heeft verloren, is nu de onder
geschikte van een veel jongere
genoot die wel de presidentsverkiezin
gen wist te winnen. Het pleit voor Ste
venson, dat hij prestigeoverwegingen
niet te zwaar heeft laten gelden, al
heeft hij een zekere prijs gevraagd voor
de toetreding tot Kennedy's team. Toen
de president-elect hem, eind vorig jaar
vroeg V.N.-gedelegeerde te worden,
stelde Stevenson de voorwaarde, dat hij
een belangrijke rol zou kunnen spelen
bij het bepalen van de Amerikaanse
buitenlandse politiek. Op die eis is Ken
nedy in gegaan, en Stevenson, die de
titel van ambassadeur heeft, is lid van
het kabinet, terwijl hij ook bijeenkom
sten van de Nationale Veiligheidsraad
mag bijwonen. Hoewel hij formeel
tot de staf van het State Department
behoort, heeft hij rechtstreeks toegang
tot de president. Als hij Kennedy drin
gende kwesties wil voorleggen, behoeft
hij zich niet eerst tot de minister van
Adlai E. Stevenson, hoofd van de Amerikaanse delegatie bij
de Verenigde Naties.
buitenlandse zaken,
wenden.
Dean Rusk, te
Tijdens de jongste verkiezingscam
pagne is er een zekere wrijving ge
weest tussen Kennedy en Stevenson.
In mei vorig jaar gaf Kennedy nog te
verstaan, dat Stevenson de ideale De
mocratische minister van buitenland
se zaken zou zijn. Maar in juli op de
Democratische Conventie in Los An
geles kreeg Kennedy aanvankelijk
geen steun van Stevenson. Dat heeft
-Stevenson waarschijnlijk het minister
schap gekost. Kennedy vindt het nu
wellicht ook maar beter, dat de oud
kandidaat voor het presidentschap die
zulke uitgesproken ideeën heeft over
de wereldpolitiek, niet vlak bij het
Witte Huis, maar in New York, werkt.
Overigens scheen er na de eerste
persconferentie van de Amerikaanse
V.N.-gedelegeerde in januari al een con
flict met de president in de lucht te
zitten. Stevenson had op die persconfe
rentie gezegd, dat Kennedy gaarne
Khroesjtsjev zou ontmoeten. Maar Ken
nedy liet onmiddellijk door zijn pers
chef verklaren, dat Stevensons verkla
ring geheel voor diens eigen rekening
kwam. Dit incident heeft echter geluk
kig geen onaangename gevolgen gehad,
en de verstandhouding tussen de twee
staatslieden schijnt nu zeer goed te zijn.
Het is niet de eerste keer. dat Ste
venson zijn land in de Verenigde
Naties vertegenwoordigt. In 1946
en in 1947 heeft hij ook al in
de V.N. gewerkt. Daarvóór had hij een
rol gespeeld bij de oprichtingsvergade
ring van de volkerenorganisatie in San
Francisco in 1945, terwijl het later aan
hem te danken was, dat besloten werd
de permanente zetel van de V.N. in
New York te vestigen.
Stevenson, heeft evenals Kenne
dy in Harvard gestudeerd, en als
jong jurist heeft hij een bescheiden
aandeel gehad in de uitvoering van
Roosevelts New Deal. Onder het be
stuur van F.D.R. heeft hij op ver
scheidene regeringsdepartementen ge-
werkt, en na de oorlog Is hij gedu
rende vier jaar gouverneur van Illi
nois geweest. Na zijn tweede neder
laag tegen Eisenhower in 1956 her
vatte hij zijn advocatenpraktijk. Tót
zijn recente benoeming tot V.N.-ge-
delegeerde was hij een der direc
teuren van het advocatenkantoor
„Stevenson. Rifkina and Wirtz" in
Chicago. (Drie andere leden van de
staf van dit kantoor zijn inmiddels
ook in regeringsdienst overgegaan.)
Stevenson is een voortreffelijk spre
ker. Zijn verkiezingstoespraken, die in
boekvorm zijn uitgegeven, laten zich nog
altijd hee'. goed lezen. Hij is een ty
pische intellectueel, een „egg-head",
en zijn speeches die vaak doorspekt
zijn met treffende historische parallel
len getuigen van een groot gevoel voor
humor. De erudiete redenaar Stevenson
zal ongetwijfeld bijdragen tot verhoging
van het peil van de komende V.N.-de-
batten.
H. BR.
Per saldo, door Herluf van Merlet
(St.ols/Barth-den Haag). Een bundel ge
dichten, waarin men de weerslag vindt
van het verblijf van de auteur in cel en
concentratiekamp en van de jaren van
ziekte, die daarvan het gevolg zijn ge
weest. Na de oorlog werd reeds eerder
van hem gepubliceerd de roman „Het
zaad tussen de doornen".
Het onbekommerd zwijgen, door Al(jd
Brink (Stols/Barth). Een aantal gedich
ten, dat wil troosten door de ontroering
deel te hebben aan de afwezigheid van
het kwade, aan „de stilte die rondom de
wereld is". Van haar verscheen eerder
„Stenen stromen ook".
De hovenier, door Ida G. M. Gerhardt
(Van Gorcum-Assen) Een nieuwe bun
del gedichten, die men relgieus van
aard zou kunnen noemen. De vorige
bundel van de schrijfster was getiteld
„de Argelozen".
Ogentroost, door Karei Jonckheere
(Stols/Barth) Vijftien jaar geleden
maakte de schrijver voor het eerst een
mentale balans op in de bundel „Spie
gel der zee". Nu doet hjj dit nogmaals,
maar deze keer is hjj „lichamelijker"
gericht, meer op de zintuigen en vooral
op de ogen.
Poëzie is overal, van Bijbel tot Es
kimo, door Karei Jonckheere (Donker-
Rotterdam) Een aantal gedichten uit
alle tijden en alle delen van de wereld,
verzameld en ingeleid onder het motto:
„een gedicht is uitsluitend waard wat
de lezer ervan waard is".
Rabindranath Tagore, door Fernand
Etienne; Arthur van Schcndel, door dr.
J. Noë; Albert Camus, door M.Pinnoy;
Heinrich Böll, door Paul Vanderschae-
ghe (Desclee de Brouwer). Vier nieuwe
deeltjes in de reeks Ontmoetingen, lite
raire monografieën.
Gisteren en vandaag, door Henriette
L. T. de Beaufort (Tjeenk Willink-Haar
lem). Essays bestaand uit herinnerin
gen en biografische vertellingen.
Nieuw Deps, door Gerard Walschap
(Donker-Rotterdam) Een nieuwe roman
van de bekende Vlaamse auteur. Het
is een vervolg op Houtekiet.
Als water in de woestijn, door Ida
Simons (Stols/Barth) De bekende pia
niste heeft kort geleden van zich doen
spreken door haar roman: „De Dwaze
maagd". In juni 1960 is zij overleden.
Pierre H. Dubois heeft uit door haar
nagelaten fragmenten en reeds bestaan
de verhalen een nieuw boek samenge
steld. De titel is die van een nieuwe
onvoltooide roman van haar, waarvan
ook delen z«n opgenomen. Voorts geeft
Dubois een inleiding op het boek.
Voer voor psychologen, door Harry
Mulisch (reuzepocket-De Bezige Bjj)
Een vijftal verhalen waarvan som
mige zoals het Voer, reeds eerder ver
schenen en waarin Mulisch o.a. onthul
lingen doet over Harry.
De muggen van San Antonio, door J.
van der Walle (van Kampen en zn.-
Amsterdam) De auteur was tot voor
kort de enige man die kon schrijven in
het Zuidamerikaanse stadje San Anto
nio. Via een malariaplaag komt de ont
wikkeling van het stadje op gang. In
romanvorm wordt beschreven welke
problemen dit met zich meebrengt.
Vals goud, door Dick Dreux (Arbei
derspers-Amsterdam) Een „historische
roman over een schilder, die de zee
opvlucht na een ongelukkige liefde." Hij
wordt schrijver van Witte de With en
maakt de Eerste Engelse oorlog in al
zijn felheid mee.
Carrière maken zonder moeite, door
Shepherd Mead (Prisma). Ondertitel:
een luchtige verhandeling over succes
in zaken, met een ernstige ondergrond.
Illustraties van Claude.
De Triffids komen, door John Wynd-
ham (Prisma) Een science-fiction ver
haal, dat de chaos en desintegratie be
schrijft, die ontstaan, als op een nacht
praktisch het hele mensdom blind is ge
worden door het kijken naar een meteo
renregen. Alleen de nuchterlingen en
keiharden weten zich tenslotte te hand
haven.
Triptiek voor moord, door Jan van
Gent (Wereldvenster-Baam).
Afrikaanse Venus, door W. H. van
Eemlandt (Wereldvenster).
De vijfde trede, door W. H. van Eem
landt (Wereldvenster). Drie detective
verhalen, alle reeds in een tweede of
derde druk.
Zo leer je dansen, door Joy (Prisma).
Een nogal ingewikkelde manier om
goedkoop te leren dansen. Het boekje
is weliswaar zeer duidelijk geschreven,
maar ieder zal begrijpen, dat men niet
aan de hand van tekeningen met uitleg
de edele kunst van het zich goed bewe
gen kan leren. Als hulp kan het boekje
goed dienst doen. Bovendien staan er
enkele interessante bijzonderheden in
over de verschillende dansen.
Wat wij gemeenlijk onder „kleine
sychiatrie" verstaan, beschreef H.
)obbelstein in zijn boek „Normale
mensen en de psychiatrie" (N.V. We
reld-Bibliotheek, Amsterdam, 1961).
Hierbij verloor hij de door Rümke ge
trokken grens tussen gezond en ziek uit
het oog. Een deel der in Nederland
ongebruikelijke opvattingen werden
door de vertaler van commentaar
voorzien; een ander deel bleef ter dis
cussie in de tekst achter, als onbedoel
de prikkel voor lezers die al eerder met
deze materie in aanraking kwamen.
De wisselwerking tussen ziel en li
chaam wordt echter toch wel duidelijk,
zoals ook menige bijzonderheid omtrent
psychische gedragingen en stoornissen.
Het is een beetje jammer, dat Dobbel-
stein, die ongetwijfeld op ervaring en
grote belezenheid kan bogen, in dit
populair bedoelde boek zich niet wist
te beperken; naast begrip zal hij ver
warring zaaien, vooral bij niet terzake
georiënteerde lezers. Deze tegenstrij
dige kwaliteiten noden overigens wel
tot lezen.
Stevenson is een zeer goed spreker. Men ziet hem hier tijdens een redevoering
in New York.
Leiders en misleiders, door Montgo-
i~ry (Becht-Amsterdam). Een verta
ling door J. Kliphuis van het werk
van de Engelse veldmaarschalk: The
Path toe leadership. Hij neemt een aan
tal bekende leiders vooral uit de laatste
tijd onder de loupe. Naar aanleiding
daarvan zou het boek een handleiding
tot goed leiderschap willen zijn. In een
voorwoord maakt de veldmaarschalk
zjjn excuses „voor het geval ik iemand
kwaad heb gemaakt of beledigd heb",