ELEK SCHWARTZ Elftal samenstellen is een kwestie van kleuren menSen PICASSO EN HET VOETBALLEN Internationals zijn mensen W aarom zegt men altijd dat een voetballer dom is? Nederlands V oikenkundig Missie-museum bestaat 25 Jaar Symposion over godsdiensten in missielanden ZATERDAG 8 APRIL 1981 meic Schwartz langs de lijn bij dc laatste wedstrijd Nederland-Oostenrijk in Amsterdam (11) \V7 aarom zegt men altijd dat een Yy voetballer dom is en waarom zegt men niet dat een wis kundige dom is? Met deze vraag overrompelt mij Eiek Schwartz, die kort geleden zijn vierde jaar is in gegaan als trainer van het Neder landse Elftal, als ik hem in zijn wo ning in Den Haag de hand druk. Ik °ntwijk het antwoord met een ver- 0iitschuldigende glimlach, maar ik v°el dat op hetzelfde moment als ',pn soort verraad aan. Want ik zie, ®at het hem zéér hoog zit, die eeu- u''ge intellectuele onderwaardering an de voetballer. Later wordt het hij duidelijk dat Schwartz een goed tfeel van zijn bestaan reserveert voor pen soort afweer tegen dit, hem bijna teisterende standpunt. Ons gesprek gaat dus om te beginnen niet over v°etballen, maar over de kunst. Zij nerzijds wordt het gevoerd in een lc'twat zweverig, maar toch goed ver staanbaar Nederlands. De herkomst an het accent kan men nauwelijks «óssen. En dat is dan niet zó ver onderlijk. Elek Schwartz werd op oktober 1908 in Reikas geboren. "Okas lag destijds in Hongarije. aar toen hij twaalf jaar was werd chwartz „ingelijfd" en werd hij ^oemeen. Hij deed dienst in het memeense leger en leerde er de j^al van het land. Nu traint hij in p eoerland als genaturaliseerd J'ansman. En hij spreekt dus ^eiend Hongaars, Roemeens, Frans ^ezen. hluits. Zijn Nederlands mag er i aprè Elek Schwartz thuis, samen met zijn echtgenote. Toon Hermansdit keer niet Jn trancemaar in training. vjoei Neen, Elek Schwartz heeft nooit be roepsvoetballer willen worden. Maar het kwam er tóch van. Hij ging als linksback .spelen in Ripensia, destijds de kampioensploeg van Roemenië. Aanvankelijk als amateur. Maar toen nam do club een club van beroeps voetballers drie amateurs mee op een tournee door Frankrijk: „laat eens kijken wat jullie kunnen." Schwartz was één van hen. En het was toen toch juist crisis en werk was er niet te vinden. Schwartz bleek wat te kunnen als linksback. Hij ging voetballen, be- roepsvoetballen. Maar toen hij in Zuid- Frankrijk zag hoe mooi de bergen wa ren en hoe blauw de zee was, sloot hij een contract af in Hyères, nabij Toulon. De club ging op de flos en hij werd na twee jaar verkocht aan Can- ZjyIaar g°ed' Het gesprek beweegt 1 dan om te beginnen in de regionen a de kunst. Neen, toch niet helemaal, nadat Elek Schwartz mij boven 0jjC'teerde vraag heeft gesteld gaat hii n bal ongerieflijke hou- TA O vinï'winlrt ev gesteld gaat hy r dere de beweging van iemand die ,2 bal trapt en zegt, een ogenblik jj.^starrend in die „De normale manier om zijn e«Wicht te bewaren is op beide be- De voetballer staat op één 6n n en overziet tegelijkertijd bliksem en de ?ituatie- Dat is een kwestie ob intelligentie. Waarom noemt men voetballer altijd dom?" Êa' e,ct daarna echter gaat het over ïhan lre- Baudelaire is een groot ï;n maar hij is een beetje decadent. Soea u abe talenten worden altijd besteed. Maar nu is de beeldende eeil aan de beurt. Elek Schwartz is ■■W hartstochtelijk amateurschilder en Sehin staat op en laat ons ver die jjende werkjes van zijn hand zien, aardi lstis aan de wand hangen. Alier- schilderijtjes en pentekenin- op 'En charmante wandbord jes- en daarvan heeft hij zijn dochtertje b<?h iueld' >>KÜk> dat is Turkije; daar met het militaire elftal geweest, hpt er is Curagao, daar was ik met t>ie ■isugdelftal. Hier is Ary Scheffer. een beb ik gecopieerd." Ik kijk naar bo at.beelding van Thomas van Aqui- Aé' b M m" is ondertekend met „Schwartz Ary Scheffer." de gaan weer zitten. ,,Mjjn moe- l' wiide dat ik dokter zou worden, °st hü, „in onze familie waren nogal dokters baar ik, en advocaten. Ik ging een school, die men hier, geloof kv ^bmasium zou noemen. Maar ik j.Ia 111 niet verder dan de tweede p3'5. Toen zeiden ze tegen mij: jij jJnt groot en sterk, je kunt hard open, kom jij maar voetballen. Ik ^"ig voetballen, maar vergat te stu- 1 f 'V ik was °P school tot mijn \v!m.'ende jaar> °P miin vijftiende c's ik linksbuiten in het eerste elftal Vah Palria." j 's dan toch llet voetballen, c- uar is niet het voetballen. Want Schwartz had bij zichzelf de aan- Zijn 01 tekenen ontdekt Hij werd op br't ohttiende jaar lithograaf, maar Sepop r was hem niet oorspronkelijk 8 e., en hij ging dus avondlessen vol ui (jBfspronkelijk tekenen. nes. Ook daar bleef hij twee jaar; ver volgens werd hij. op 27-jarige leeftijd voor de recordsom van het jaar ver kocht aan Straatsburg. En toen hij dertig jaar was betaalden ze nog de zelfde 'prijs. ,,U zult zeggen; waarom steeds dat verwisselen na twee jaar? Dat was financieel voordeliger." Hoe dat zij, voetballen is een kunst en de voetballer is een artist. In Frankrijk vraagt men er niet naar wie of wat een voetballer is. Een voetballer is er een voetballer, Rij vers is er Rijvers; en Bertus de Harder is ereburger van Bordeaux. Goed, dat ligt dan allemaal zo. Maar wat vindt u van de wijsgerigheid van de Chinezen? Zien ze er naar uit met die staartjes? Aan het einde van de tweede wereld oorlog werd Elek Schwartz gedemobi liseerd in Marseille. Hij moest er de kost verdienen. En hij ging er als ar beider werken in een locomotieflabriek. Maar terzelfder-tijd voetbalde hij er, nij trainde enhij schilderde toneel decors. Hij had destijds een Hongaarse vriend in Parijs. Die -schreef: ..Waar om kom ic niet naar Parijs?" Natuur lijk wilde lijj naar Parijs. Elek Schwartz wilde in Parijs tekenen. Maar men zei' er, als overal: „Een voetballer kan toch niet tékenen." Hij voetbalde dus in Parijs. Bij „Red Star", een hoogst internationale club, die inmiddels is gelikwidecrd, maar hij tekende er inmiddels toch ook. En hij werd speler-trainer in Annemasse, pal tegen de Frans-Zwitserse grens. Hij behaalde een Frans trainer-diploma en een Duits. En hij hielp als trainer Hamborn S. V. naar de Oberliga. Elek Schwartz kwam naar Nederland, werkte enige tijd bij D.F.C. in Dor drecht en traint nu sinds een jaar of \ier het Nederlands Elftal. Sterker nog, luj kiest het. hij stelt het samen. En Elek Schwartz laat mij dus een nauwkeurig geschetste „Voetbalvaar- digheidsprocf voor de Nederlandse Jeugd' zien. En ik lees: ..Penalty cross-pass, free-kick 184, volley-schie-' ten, ingooi, ball-stoppen (voel) ball et oppen (dijb.), hoekschop, koppen, effectballen schieten." Hier openbaart zich een voetbal wetenschap tot welke ik. als leek geen toegang heb. „Is dat voor het Neder lands Elftal?" vraag ik. Elek Schwartz schudt met minzame toegeeflijkheid het hoofd. Hij zou met mij misschien over tekenen kunnen praten. Hij toont mij nog andere documenten, op voet- bal-theoretisch gebied mét situatie schetsen. „U ziet, ik heb ook in mijn vak nog plezier van het tekenen," zegt hij, op ietwat zegevierende toon. Ineens zijn wij helemaal thuis. Het gaat over de samenstelling van het laatste Nederlandse Elftal, dat met 6-2 van de Belgen heeft gewonnen. Destijds is hem door sommige sport journalisten verweten dat hij Wilkes niet had opgesteld. „Elek Schwartz beeft geen fantasie," zeiden zij. Schwartz, hoewel gewend zicli in voorzichtige termen te uiten, roept nu uit: „Ik heb geen ruzie met de Neder landse sportpers. Wij leven in een vrij land: ik heb meningsverschil met. en kelen van hen. Heb ik geen fantasie? Goed. Maar men wint geen wedstrijd met fantasie. Men wint een wedstrijd met realiteiten. Het spijt mij dat ik de man moest zijn, die Wilkes niet op stelde, bet spijt mij dat ik de man moest zijn, die Lenstra, een van de grootste voetballers die er ooit ge weest zijn, niet meer kon opstellen. Ik ben sentimenteel, maar ik mag niet sentimenteel zijn." Lach dan, Pal- jazzo. Ik acht nu het moment gekomen om te vragen: „Wat zijn uw voetballers, uw voetballers van het Nederlands Elftal, voor mensen?" Elek Schwartz aarzelt geen mo ment: Gevoelige mensen," antwoordt hu, „verschrikkelijk gevoelige men sen. Zij zijn allen nerveus vóór iedere wedstrijd en wie dat niet is, is geen goed voetballer. Lenstra zat zenuw achtig met zijn handen te doen vóór zijn laatste interland." Voetballers zijn verschrikkelijk ge voelige mensen. Elek Schwartz ver telt mij zijn ervaring met een speler van het Nederlands Elftal, de dag vóór een interland. Ik zal hem Arie noemen; bij mijn weten bestaat er op het ogenblik geen international van die naam. Arie komt op hem af on zegt; „Mijnheer Schwartz, ik wil een massage en twee sandwiches." „Goed," zegt Schwartz, „jij krijgt een massage en twee sandwiches." Want spelers hebben vóór de wed strijd altijd gelijk, wat zij ook be weren; zij hebben altijd gelijk. Schwartz brengt Arie in de lift naar boven, naar zijn hotel-kamer. Arie zegt: „Ik wil geen massage, ik wil geen sandwiches." Schwartz zegi sussend: „Goed, je krijgt géén sandwiches, je krijgt géén massage." Arie verdwijnt in zijn kamer, benwartz gaat naar beneden en roept de masseur. „Jij gaat naar Arie," zegt hij, „je geeft hem een massage en vier sandwiches." De volgende dag komt Arie op hem toe, drukt hem de hand en zegt: „U heelt toch gelijk gehad." Voetballers zijn gevoelige mensen. En Elek Schwartz een atletische gestalte, maar met de weemoedig- vriendelijke uitdrukking van een Ween- se dansmeester in 'de ogen is een gevoelig man. Hij zegt ineens: „Ik geloof dat alle filosofieën goed zijn, alleen het eerste steentje is altijd fout." En verder: „Ik heb voel gelezen en toch ben ik een beetje primitief „C'est ici qu'on peut, comparer Tart de Picasso au football, cette aisance du geste, la facilité de contróler la balie, sans concentration cérébrale, pour leur permettre de faire travail inteilectuel sans s'occuper d'elle." De kunst. En vooral het „travail inteilectuel". Wat wordt er gevraagd van een trainer van het Nederlands Elftal? Dit: mensenkennis, sociaal gevoel, en liet vermogen anderen te overtuigen. „Bent u zelf zenuwachtig voor een wedstrijd?" „Zenuwachtig niet, wel gespannon. Maar ik moet wel vóór de match altijd lachen en alle moeilijkheden wegwui ven. Coentje bijvoorbeeld, vraagt, mtj altijd: boe is-t-ie, die rechtsback? Ik antwoord steevast. „Coentje, dat is een uitstekende voetballer." Tactiek aangeven voor de strijd? „Ik stippel richtlijnen uit, natuurlijk. Ik spreek met iedere speler, en laat ze daarna met elkaar spreken. Zij moeten zeil het initiatief nemen. Voet ballers zijn geen automaten en er zijn nog steeds menselijke waarden." Do samenstelling van het Neder lands Elftal. Elek Schwartz zegt: „Ik zie alles in beelden, in blokken. Als ik het elftal maak, denk ik in kleuren. Rose tussen zwart en blauw." Dn bij gaat bij een zelf-vervaardigd schilderijtje staan om het mij nader uit te leggen, zeggend: „Kuys, het is een kwestie van kleu ren mengen. Goed, Kuys, maar dan iets vóór hem, dat hem completeert. Jackie Swart? Best, maar dan met Henk Groot, dat is allebei Ajax." Wij spreken over de taktiek. „Je moet nooit de eigen taktiek afstemmen op de tegenstander," zegt Schwartz. En verder: „Als de bal op de tribune ligt, ligt lnj niet in ons doel." Realiteiten. „Men moet met de situatie meeleven. Afbreken is precies even belangrijk als opbouwen. Dat is als licht en scha duw." De artiest en, als het een beetje wil, de filosoof. „Je hebt voetballers die al gaan opbouwen als de situatie nog niet safe is. Dat. is niet verstan dig, dat is zelfmoord." Nederland gaat straks meespelen in de voorronden om het wereldkam pioenscha.p-voet.bal. Ons elftal is daarbij ingedeeld in een poule met Hongarije en Oost-Duitsland. Honga rije is het land waar Elek Schwartz geboren is. „De Hongaren zijn bang voor ons," zegt hij, „en op het mo ment zijn wij moreel sterk genoeg. Ik heb gehoord dat de Russen, die kortgeleden hier zijn geweest, móói over ons hebben gesproken. Als wij in goede conditie zijn, hebben wij een kans." Zijn voetballers par droit de nais- sance dom? Elek Schwartz laat mij tenslotte zjjn boeken zien. „La vie de Jésus' van Reman behoort erbij. En een hele serie van Franse populair- wetenschappelijke boeken; over de kunst, over het antiek, over de psycho logie van het kind sommige voet ballers zijn nét kinderen en over de hebbelijkheden van het Engelse en het Franse volk; en ook een boek over de geschiedenis van de Nederlanden. Elek Schwartz brengt mjj met zjjn auto naar het station. Hij vertelt mij dat het Nederlandse voetbal-publiek misschien het beste van Europa is, en dat Nederlandse voetballers vóór de wedstrijd jus d'orange drinken: in Frankrijk is het rouge met suiker. Hij gaat verder naar de centrale training in Den Bosch. En ik, ik hoop zo dat Nederland op 30 april wint van Hongarije. HERMAN HOFHUIZEN Een masker uit Nieuw-Guinea, afkom stig van de Warapoe-stam, dat in het Missiemuseum te zien is. (Van onze verslaggever) Bij gelegenheid van zijn 25-jarig bestaan organiseert het Neder lands Volkenkundig Missie- museum te Tilburg 26 april, 3 mei en 10 mei een symposion over de wereldbeschouwingen van de Natuur volken, het Hindoeïsme en de Islam in betrekking tot het Christendom. Inleiders zijn resp. pater dr. Gregorius O FM Cap, dr. J. v.d. Linden S.V.D. en prof. dr. H. Kraêmer. In deze inleidingen, die gevolgd worden door discussies, zal vooral aandacht worden geschonken aan de integratiemogelijk heden van het Christendom en de genoemde godsdiensten, die elk tal van waarden hebben, welke bij de christe nen in die landen behouden kunnen blijven. In het kader van de herden king zal voorts in het gebouw van het museum, aan de Paleisstraat, een kleine tentoonstelling worden gehou den over Land en Volk van Nieuw Guinea. Het Nederlands Volkenkundig Mis sie-museum dankt zijn ontstaan aan een initiatief van de gemeente Tilburg, die in 1928 een museum wilde oprich ten om daar enkele verzamelingen van Tilburgse kloosters bijeen te brengen. Door contact met missio nerende instellingen en met de bis schop van Den Bosch rijpte toen de gedachte, te komen tot een museum waarin heel missionerend Nederland vertegenwoordigd zou zijn. Onder lei ding van dr. H. Moller werden de plannen verder uitgewerkt door een in 1932 in het leven geroepen stichting en op 26 april 1936 werd het museum geopend. Uit de vele curiositeiten, die de verschillende missionerende con gregaties in de loop der jaren hadden verzameld, om ze op tentoonstellingen en bij lezingen ten bate van hun missiewerk te vertonen, werd een ge ordend geheel samengesteld, dat min der op sensationele effecten was ge richt dan wel op het geven van een inzicht en gewoonten van de volken, waaronder de missie werkzaam is. De samenstelling van de museum collectie was de eerste gelegenheid, waarbij alle Nederlandse missiecon gregaties met elkaar samenwerkten. Zo kwam een pedagogisch waarde volle verzameling tot stand, die aan aldegenen die zich willen verdiepen in de ontwikkelingsgebieden, belang wekkende gegevens kan verschaffen. Een Japanse Kwannon uit de Tokugawa- periode, een der waardevolle stukken van het Missiemuseum. Ook van de zijde van de Utrechtse zendingsvereniging is aan de vorming van de collectie medewerking verleend. In de loop van de laatste kwart eeuw is de collectie nog aanzienlijk uit gebreid. Men heeft nu etnografische voorwerpen uit China, Japan, Indo nesië, Philippijnen, Nieuw-Guinea, West- en Centraal-Afrika. Voorcolum- bisch Midden-en Zuid-Amerika. Bij de keuze en aankoop van de voorwerpen heeft men zich, vooral de laatste jaren, laten leiden door godsdienstige en wereldbeschouwelijke motieven en ook de opstelling is zodanig, dat de voorwerpen de wereldbeschouwing van de volken uit de vertegenwoordig de landen illustreren. Door deze specialisatie neemt het museum in Tilburg een eigen plaats in onder de volkenkundige musea in Nederland. Het grote knelpunt van het museum is de ruimte. Men hoop echter in de naaste toekomst meer armslag te krijgen, aangezien Tilburg een cen traal museumgebouw tot stand wil brengen, waarin ook het Textiel museum en het Natuur-historisch Museum de nodige ruimte zullen krijgen. Een sneb van een prauw uit het Asmolgebied in Nieuw-Guinea. die dep? van de collectie van het Missiemuseum. inmaakt gebleven." Een plotselinge poging tot een zelfportret. Het gaat nu weer even niet over voetballen. Het gaat over Toon Her mans, die een hartstochtelijk voetbal liefhebber is. Schwartz heeft eens tegen hem gezegd: „Als u een even groot voetballer was als u een groot „Ko- miker" bént, dan zou u altijd in het Nederlands Elftal kunnen spelen." Schwartz is destijds natuurlijk naar de wereldkampioenschappen in Zweden geweest. Hij heeft de Brazilianen toen oefeningen zien doen, die hij nog nóóit gezien had. Hij heeft die oefeningen opgeschreven en opgetekend. Hij laat mij de desbetreffende tekeningen zien en het is mij, of ik een onbescheiden blik werp in geheime atoom-documen ten. Daar is één tekening bij van een mannetje dat over zijn rug heen een speertje in een cijferbord werpt. „Misschien," zegt Schwartz toelich tend, „misschien is dit het geheim van dc techniek van de Brazilianen." Voetballen is een sport. Onzin, voet ballen is een wetenschap en voetballen is een kunst. Elek Schwartz toont mij een werk van dr. Alexis Carrell: „La condition physique", een medische pil van ontmoedigende omvang. Hij heeft het gelezen. De wetenschap. Maar hij laat mij ook een Frans sportblad zien. En daarin een schrijfsel van eigen band: „Elek Schwartz vous parle." Een artikel over Picasso et le foot ball". Ik mag er deze zinsnede voor u uit overschrijven:

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1961 | | pagina 11