WEGENWACHT Koeien vangen is er soms ook wel eens bij Mobiel legioen van 249 rijders hielp in vijftien jaar bijna anderhalf mi ljoen weggebruikers-met-pech bestaat HWA HU F' vijftig jaar Merkwaardige gemeenschap van Chinezen in ons land vereniging (Van onze verkeersredacteur) Als een dikke, melkwitte deken ligt de mist over de autosnelweg: de koplampen steken vertwijfeld hun gele vin gers in de weke massa, maar raken alleen de buitenkant van de witte vitrage, waarachter de wereld schuilgaat.. De chef bui tendienst van de Wegenwacht zit achter het stuur van zijn auto en tuurt gespannen naar de effen brij voor zijn voorruit. Dit soort inspectietochten zijn waagstuk ken. De verslaggever, die is mee gegaan „om iets van het werk van de Wegenwacht te zien", sluit de ogen. Hij ziet tóch niets. Dan, plotseling, hoort hij zijn metgezel iets roepen. „Daar gaat een schim over de weg. Meerdere SChim- Door een witte wereld waden we een eindje terug. Was hier iets? Het blijft stil.Maar dan klinkt, op nog geen twee meter afstand, een menselijke stem. „Zoet zijn, meis je, kom nou maar mee. Alléééhh, schiet op met je logge lijf. Moet je beslist dood? Vort(even stil te, en dan:) röt-koe". Nog steeds staren we tevergeefs voor ons uit, als naar een televisietoe stel, waarin het beeld, maar niet het geluid is weggevallen. Plots komt de spreker voor de lens. Met de vlakke hand klapt hij enthou siast op het achterste deel van een verschrikte koe. Het is de Wegenwacht die we zochten. Hij is bezig met een van de karwei tjes, waarvoor hij is aangenomen. Bont wereldje Rapportjes 99 Hjt is nog niet zo heel lang mag er thans, nu de vereniging geleden, dat een kleine Chi- haar 50-jarig bestaan viert van nees drie leden van de Am- een duidelijke opleving gesproken sterdamse rechtbank in opperste worden, verbazing bracht. Hij had als rechtgeaard Fo-Chow Chinees Meer familie düïl woorden gehad met een jeugdige Hakka-Chinees en toen deze hem de gruwelijke belediging „Kai-Tai" in de oren fluisterde, maakte een wilde woede zich van hem mees ter en dreef hij zonder blikken of Geen politiek slachtoffer overleefde deze aan val tot ieders verbazing. De mes sentrekker moest zich verantwoor den in de verdachtenbank. De of ficier van justitie eiste twee jaar wegens poging tot doodslag. En "l0) J?Pan-,.9f, rnJen„ilat nu wilde daarvan schrok de Chinees zo, dat ~c p° -0 iaar- intr?de hij de rechtbank haastig voorhield liever te willen sterven uan zijn straf uit te zitten. Hij had drie bescheiden, maar o zo doeltref fende manieren klaar om zich ter dood te brengen; de hoge heren van het gerecht moesten daaruit maar een keuze makenEen wonderlijke reactie uit een vreem de ietwat geheimzinnige wereld, die in Nederland nog altijd sterk is vertegenwoordigd door c.a. 6000 Chinezen van allerlei origine. Zij leiden hier in het algemeen een goeden degelijk bestaan en zijn hun aloude familiegedachtes trouw in diverse verenigingen, waarvan de „Chung Hwa Hui", de vereniging voor Chinezen in Nederland, veruit de grootste is. Na tal van ups en downs, die nauw verband hiel den met politieke ontwikkelingen, heeft deze vereniging do laatste jaren een geheel nieuwe koers aangehouden en mede daardoor Veel zelfkritiek Nieuwe-maanfeesi Ook de zeelieden een man uit een vliegtuig, een ander haalde zeventien dieren (en een paar bromfietsen) uit een brandende boerde rij, de derde redde in december een kind uit het water en de vierde bracht een hollend paard tot stilstand, door er met zijn motor vlak naast te gaan rijden. Het kind, dat op de wagen achter het paard zat, bleef zodoende ongedeerd. Achter de mannen op de weg staat de organisatie. Chef buitendienst is de Heer A. J. M. Mosheuvel, die vijftien jaar geleden met de eerste zeven We genwachten is gestart. „Als er moeilijk heden zqn, bellen de mannen mij op. Dan kom ik. Van grote waarde is het, dat de mannen de trajecten waar zij rijden en de omgeving goed kennen. Zij moeten weten wie de garagehouders zijn in de buurt en wie zij moeten bellen om zo snel mogelijk geestelijke en me dische hulp ter plaatse te kunnen krij gen. Het is belangrijk, dat de Wegen wacht weet, dat de dichtstbijzijnde dok ter op woensdagavond zijn bridgeavond- je heeft bij dé notaris. Dat kan kostba re minuten scheien." Nederland heeft één Wegenwachtsta tion, de lauwmolen, tussen Rotterdam en, ,,n Met behulp van „praat palen die om de 1400 meter langs V In 1946 was ons nationale wagenpark er armzalig aan toe. Dit is een T-Ford met panne. 171017 „r_f j De „praatpalen" langs de weg RotterdamDen Haag stellen de gestrande wegge- de bermen zjjn aangebracht, staat het We Stoppen ae auto en zetten bruikers in staat snel telefonisch om hulp te vragen. Meestal komt die hulp binnen Station rechtstreeks in verbinding met hem helemaal rechts van de weg. vier minuten. Als h(j ons ziet, reageert hij niet. Hij heeft het veel te druk met zijn koe. Die moet eerst van de weg af. Levens gevaarlijk, met deze. mist. Er stopt nog een auto. Een keurig geklede heer komt naar buiten. „Daarginds lopen er tenmin ste nog wel tien over de weg", zegt hij verontrust. De Wegenwacht knikt ge laten. „Dat speel ik alléén nooit klaar. Kunt u mjj helpen?" De mijnheer van de auto duikt weer in zijn wagen, haalt een paraplu tevoorschijn en trekt mee ten strijde. Na tien minuten hebben we de weg weer vrij. De automobilist ver wisselt de paraplu vpor_ een vulpen en wordt lid van de Wegenwacht. Nu hij het zelf heeft „meegemaakt", is hij enthousiast over het werk van de Gele Rijders. Dit koeien-avontuur wordt nergens of ficieel geregistreerd. Het telt niet mee voor de optelsom van de „officiële hulpverleningen". Desondanks een im posante optelsom. In de vijftien jaar, dat de wegenwacht thans bestaat morgen viert men, overigens zonder festiviteiten, het derde lustrum werd bijna anderhalf miljoen maal hulp ge boden aan bestuurders van motorvoer tuigen, die met pech te kampen had den. De dienst, die op 16 april 1946 startte met zeven man, is uitgegroeid tot een mobiel legioen van 249 goed- getrainde krachten. In Nederland wordt over een afstand van 3250 kilometer da delijks gepatrouilleerd. Twaalf rayon inspecteurs en een hoofdinspecteur con troleren de routes.Langs de wegen staan 600 telefoonposten om de waar schuwingen zo snel mogelijk door te ge ven. alles op. En als het allemaal voorbij is, rijdt hu op zijn motor kalm verder, op zoek naar andere mensen, die hulp nodig hebben. Daar staat een auto langs de kant. De raampjes zijn beslagen. De man in het gele uniform stapt van zijn motor en trekt het portier open. Een veront waardigde man blaft hem af. „Ben jü nooit jong geweest...?" Discreet trekt de Wegenwacht zich terug: het verschil tussen een zieke automobilist, die hulp nodig heeft, en een berm-vrijage is aan de buitenkant van de auto vaak niet te zien. En hij heeft opdracht te informe ren. Liever tien gestoorde en veront waardigde minnaars dan één chauffeur- in-nood, die niet geholpen wordt. Soms ook doet de automobilist in de gcpar keerde auto alleen maar een slaapje. Verstoord kijkt hij dan op. „Zie je niet dat ik sléép...?" De Wegenwacht knikt schuldig. En toch deed hij alleen maar zjjn plicht. De Wegenwachten zijn de manusjes van-alles van de weg geworden en die Weg is, speciaal de laatste jaren, uit gegroeid tot een bont wereldje, waarin zich van alles afspeelt. In het huishou den van steeds meer haastige mannen, die op twee, drie, vier of nog meer wielen van hier naar daar snellen, doen de Wegenwachten als gedienstige «itjes hun werk. Mijnheer wenst benzi ne, mijnheer wenst water, mijnheer wenst een nieuw kabeltje en mijnheer wenst een nieuw*-lampje. Het komt al lemaal voor elkaar. Maar mijnheer wenst nog meer. Hij Vraagt hoe de wegen in Spanje zijn en hoe laat het is, hij verlangt een vuur tje voor zjjn sigaret, een takelwagen voor zijn in elkaar gereden auto, in ern stige gevallen E.H.B.O. en een ambulan cewagen en een „rustig" telefoontje aan Zijn vrouw Beheerst knapt de Wegenwacht dit 's Avonds, na de dienst, schrijft de Wegenwacht zijn rapportje. Op een klein velletje papier worden, in eenvoudige taal, de drama's van de dag vastgelegd. hedenmiddag reed ik bp de weg, toen ik eeh jongetje van drie jaar ontdekte. Hij bevond zich twaalf kilo meter buiten Arnhem en huilde. Met zijn moeder was hij in Arnhem gaan winkelen. Bij de slager was hij haar kwijtgeraakt. Toen was hij maar gaan lopen. Ik heb de jongen teruggebracht naar de stad en ben bij slagers gaan informeren. Twee wisten niets. De derde wei. vandaag heb ik een piloot be vrijd, die met zijn vliegtuig langs de grote weg een noodlanding had moe ten maken. Hij is gewond naar het ziekenhuis gebracht. te 14.15 een auto geblust. een geestelijk gestoorde man langs de weg ontdekt. na een ongeluk op de rijksweg de glasscherven verwijderd. hulp verleend aan een automo bilist, die met een lekke band stond. Merkwaardig genoeg stapte de man, toen ik druk aan het werk was, plot seling op de bus. Zijn vrouw had wel een rijbewijs, maar durfde niet achter het stuur te gaan zitten. Het bleek, dat zij en haar man ruzie hadden. Omdat de vrouw toen naar huis moest, heb ik haar met de auto naar Amsterdam gebracht. Zjj had geen huissleutel. Heb haar toen maar bij kennissen afgeleverd. De treinen lie pen toen al niet meer. Liftend ben ik weer teruggegaan naar mijn motor. ...vandaag een man geholpen met panne aan een oude auto. Toen ik be zig was, begon de man te huilen, als mede de drie kinderen van anderhalf, twee en een half en drie en een half jaar. De moeder was weggelopen en de vader was, met de kinderen, in een gehüurd wagentje op weg om haar te zoeken. Zij hadden in geen twee dagen meer iets gegeten. Ik heb mijn brood aan de kinderen gegeven en de vader getroost. Motorpanne ook verholpen. Het zijn kerels, die geen drukte ma ken over hun werk. Met moeite ver tellen zjj hun ervaringen. Zij vinden dit werk gewoon. Zo is nu eenmaal het leven op de weg. In de vijftien jaar, dat de Wegenwachten nu op de weg zijn, zjjn er vier gesneuveld bij verkeersongeluk ken. Geen van hen had daarbij schuld. Vier anderen kregen het kruis van bij zondere verdiensten, dat alleen wordt uitgereikt na hulpverlening met gevaar voor eigen leven. Een van' hen redde de weg. De verkeerswacht in het Wegen wachtstation, die het telefonische ver zoek ontvangt, dirigeert dan terstond per mobilofoon een Wegenwacht naar het pechgeval. Sinds het station op 28 april 1960 werd geopend, kregen de Wegenwachten op dit traject meer dan löG'O meldingen per maand binnen. Meestal liggen er maar vier minuten tussen de melding en het arriveren van de hulpverlenende instan ties. Een andere service is het opha len van in het buitenland gestrande au to's. De Wegenwacht heeft hiervoor de beschikking over een speciale ploeg met voor het slepen ingerichte wagens. Na vijftien jaar werken op de weg kan de Wegenwacht tevreden zijn over de resultaten. Trouwens, de enorme groei bewijst de levenskracht van het „instituut". De Gele Rijders zjjn op de snelwegen niet meer weg te denken. Doe de mannen, die dagelijks op hun mototen door het land zwerven om hulp te bieden, bij dit derde lustrum een plezier. Spreek niet meer over Wegenwachters. Dat woord heeft iets strengs, vindt men bij de ANWB. Misschien komt dat, omdat het vaag herinnert aan de „landwachters" uit de oorlogsdagen. Enkelvoud is Wegenwacht, meervoud is Wegenwach ten. Maar men mag ze ook de Vrien den op de weg noemen Want ze doen dagelijks hun best om dat wéér te maken. 8ÜÜST SEPATRSSaWS De dienst repatriëring voertuigen zorgt er voor, dat in het buitenland gestrande voertuigen weer naar Nederland kunnen worden gebracht. De reiziger, die naar huis is komen vliegen, kan terstond weer mee om zijn auto op te halen. Terugkeer van de Chinese draken? De „Chung Hwa Hui" wil het weer proberen. langs vanwege hun slappe houding bjj een collecte voor de hulp aan China. „Zoals u allen wel bekend moet zjjn, kunnen wij, Chinese studerenden in Nederland, over het algemeen niet bo gen op een grote activiteit, door ons ten toon gespreid op het gebied van het China-werk, Integendeel, de enkelen onder ons, die dat wel zouden hebben gekund, hebben steeds weer met wrangheid in het gemoed moeten on dervinden, hoevelen, behept zijnde met een lamlendige laksheid en een beden kelijk gemis aan gevoel voor China, bjjna totaal ontbloot blijken te zjjn van ook maar de geringste bereidheid tot medewerken. De zucht tot het verre van zich houden van alle China-werk is bij sommigen zelfs zo sterk, dat wij ons niet dan slechts met moeite van de indruk kunnen bevrijden, als zou bij bedoelde individuen ieder verzoek om medewerking reeds gepredestineerd zijn op een heel gewichtig „het spijt me, maar ik heb geen tijd" af te stui ten; „ik heb geen zin," wat juister wa re geweest, zeggen ze nooit. Zo staan we dan thans voor het tragisch-komi- sche feit op welk lid van de samen voeging „tragisch komisch" u de na druk wenst te leggen, kunt u, in over leg met uw vatbaarheid voor ernst of sarcasme, zelf het best uitmaken ik herhaal, zo staan we dan thans voor het tragisch-komische en zeer bescha mende feit, dat, terwijl een aantal Hol landers en Indonesiërs zich soms voor het China-werk uitsloven, er zich nog Chinees noemende individuen bestaan, die dat alles met een glad uitgestreken gelaat kunnen aanzien zonder zelf een hand uit te steken. Voorwaar een schitterend té schitterend misschien en juist dóór die overmaat van schit tering pijnlijk aandoend voorbeeld van „oosterse onbewogenheid"..., voor de „rustige rust" in het gemoed van de oosterling..." Op 15 april 1911 begonnen vijftien Chinese studentenlef avontuur van de ..Chung Hwa Hui". Hun voornaamste doel was een culturele vereniging te Plozen een lang en scherp mes in Stichten, waarvan nochtans iedere Chi de buik van de jonge Hakka. Zijn nees' dus niet alleen studenten, lid <rpMfrsf-e mo!o.r)-ets, die werd ingelijfd bij de Wegenwacht. Een grauw en onaan- ekkelijk vehikel: voorloper van een indrukwekkend arsenaal geel-geschilderde voertuigen. kon worden. De start leek veelbe lovend en het werd een leuke, gezellige boel met tal van internationale con tacten. De tijd leende zich echter niet voor een al te grote saamhorigheid in de Chinese gelederen, met eerst de re volutie in het gigantische keizerrijk en later de toenemende moeilijkheden of in rte Chung Hwa Hui" en het duurde niet lang of het tweemaandelijkse tijd schrift was er voor een goed deel mee gevuld. De leden konden er uitgebrei de politieke beschouwingen in vinden, vooral tijdens de strijd met Japan, de dagen van de filosofie der Samurai. Men nam in het tijdschrift, dat nog altijd do naam van de vereniging draagt, nimmer een blad voor de mond. Als een voorbeeld hiervan cite ren wij enkele regels uit het oktober- decembernummer van 1938. „Het is ons niet hekentl, of huiche larij en hlufferij tot ilin eigenschap pen van de Japanse Samurai der middeleeuwen gerekend mogen wor den. Wat hun tegenwoordige, ramp zalige nakomelingen betreft, klaar blijkelijk hebben zjj deze beide eigen schappen reeds met de moedermelk ingezogen. L'it tal van ervaringen ktmnen vele staten er zich van over tuigen, dat, indien de Japanse pers zich op roerende wijze over „liefde voor en medeleven met de Chinese broeders" uitspreekt, dit betekent dat China morgen enige van zjjn pro vincies zal hebben te verliezen." Voor de nodige zelfkritiek was men anders ook niet bang. In het nummer van januari-maart 1939 krijgen de le den er op een fikse, met het klassie ke geduld uitgesmeerde manier van Deze problemen zetten zich ook na de oorlog voort, maar nu openbaar den zich zulke grote verschillen in de vereniging, dat er kreten opgin gen de „Chung Hwa Hui" te ontbin den. Een eerste groep vertegenwoor digde de Indonesische Chinezen, die .een vereniging gericht wensten op het land, waarnaar zij na hun studie zouden terugkeren. Een tweede groep hield vast aan de communistische beginselen en een derde voelde er alles voor het oude thema van de oprichters vast te houden. Niemand was het met iemand eens en ontbin ding bedreigde de „Chung Hwa Hui" totdat een stemming met een mini male meerderheid het voortbestaan verzekerde. Vele van de honderd le den verlieten weliswaar de „Chung Hwa Hui", maar de vereniging bleef bestaan onder leiding van de derde groep, de zogenaamde blijvers, de op Nederland georiënteerde Chine zen. Dezen stippelden een nieuwe koers „Chung Hwa Hui" in het Chinees, de naam van de vereniging, in Chinese let ters uitgebeeld. uit voor de „Chung Hwa Hui", die voortaan een sociaal-culturele vereni- 8'b.S voor alle in Nederland wonende Chinezen zou zijn. Men ontwierp plan- Of het,nu K nu Lou Youk" is of Ang Sio Hie", de Chinezen zijn er gek op en het is dus begrijpelijk, dat deze lekkere hapjes op de feesten van de Chung Hwa Hui niet ontbreken. nen voor bejaardenhulp en steun aan studerenden, kortom bouwde een ge heel andere opzet op, los van iedere politieke activiteit." Men ging daarbij uit van de oude Chinese famiiiege- dachte, de bouwt teen van het Chinese volk. De Chinees 'hééft nu eemffaal van huis uit een sterke drang tot het fami lieleven. In de familiekring leeft hij, viert hij zijn feesten en sterft hij. En als hij geen familie heeft dan is er wel een, die hem adopteert. De nieu we „Chung Hwa Hui" wil de Neder landse Chinezenfamilie worden met veel onderling contact en hulp aan vrienden in de nood. Het hoogtepunt van het verenigings- of zo u wilt familieleven is het nieuwe maanfeest in februari. Dan is iedere Chinees jarig en houdt men een feest, dat maar liefst twee weken duurt. Dan wil men nog wel eens een gokje wagen in het Mahyong-spel of verdiept men zich in de wilde romantiek van K'un Tao, de Chinese vorm van judo, een esthetische behendigheidswedstrijd met stokken of zwaarden; attaqueren en re tireren met bliksemsnelle reacties. AI deze oude gebruiken wil de „Chung Hwa Hui" in ere herstellen. En als het even kan zullen ook de beroemde drakenop- tochten herleven. De Chinese broeders van de eethuisjes zelf nauw aaneen gesloten in de vereniging van restau rateurs hebben al beloofd hun draak voor dit doel af te staan. En ofschoon het dan niet de juiste maand is, zijn er reeds stemmen opgegaan om in ok tober op de lustrumfeesten de draak in triomt mee te voeren. Natuurlijk zullen dan ook de lekkere hapjes niet ontbreken en men denkt al met ver heugde gezichten aan „K'ou Lou youk", gepaneerde stukjes varkens vlees met gembersaus, de „Djwan L'o", de Chinese soep met visballetjes en groente, en de snieuige „Ang Sio Hie", yis met gember. De feestelijkheden zijn bedoeld voor alle Chinezen in Nederland. Men denkt daarbij ook aan de restauranthouders en de zeelieden, welke laatste catego rie van oudsher nog een behoorlijk groot aantal van de hier gevestigde Chinezen vormt. De oorzaak daarvan ligt in de jaren rond 1910, toen de Chi nezen de sc..eepvaartmaatschappijen vanwege de lage lonen een besparing van niet minder dan 39 pet. op de ar beidskosten leverden. Bovendien had den de Chinezen het niet te onderschat ten voordeel, dat ze bestand waren te gen alle temperatuurwisselingen gedu rende de vaart. Dit heeft een hoofdma chinist eens de volgende opmerking ontlokt: „Er valt op somnuge Chinese bemanningen soms wel iets aan te merken, maar toch zijn ze heilig ver geleken met de Europeanen, die op de tropen varen." Deze factoren in aan merking genomen was het dan ook al leszins begrijpelijk, dat de scheepvaart maatschappijen graag van deze men sen gebruik maakten. Toen in 1911 de grote zeeliedenstaking kwam, von den de maatschappijen hierin de aan leiding om op grote schaal Chinezen aan te monsteren. Het bestuur weet, dat juist de zeevarende broeders een bijna ongrijpbare categorie vormen, maar vertrouwt op het feit, dat geen enkele Chinese zeenian van plan is te blijven varen. Chinese, bemanningen zijn bij de ervaren zeèman in trek omdat zij zindelijk zijn, vlütig en op gewekt. Zij weten drommels eoed waarvoor zij werken en dat is niet zo als de legende wil, een vergulde dood kist en de vrachtprijs van een enkele reis naar het graf van hun voorouders. Het is een eethuisje in de Amsterdam se Binnen Bantammerstraat of in de buurt van het Rotterdamse Katen- drecht HAVE THOMAS

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1961 | | pagina 9