EYSDEN EN ZIJN OUDE INDUSTRIE
weldoener der mensheid
Wetenschap en toeval brengen de
wereld vooruit
Grootste radiotelescoop is
in Amerika in aanbouw
Jodrell Bank onttroond
TOP 200 METER BOVEN DE GROND
De neus van Cleopatra
Parabolische
spiegel even groot
als zes
voetbalvelden
EVEN AANDACHT VOOR
et „een stoomwerktuig van
hoog drukking en twee
paardekrachten" kwam
negentig jaar geleden in Eijsden
de Nederlandse zipkwitfabrikage
op gang, dank zij een initiatief
van een ingenieur uit Luik, Geor
ges Rocour, die met een beschei
den fabriekje begon, dat in de
loop van deze negentig jaar is
uitgegroeid tot een machtig con
cern met vestigingen in Neder
land, België, Frankrijk, Engeland,
Italië en Spanje, en met een pro-
duktie-programma dat behalve
zinkwit ook lithopoon, cadmium
en zwavelzuur omvat. De Maas-
trichtse Zinkwit Maatschappij
(M.Z.M.) heeft aan dit heuglijk
feit een schitterend gedenkboek
gewijd, dat in eigen beheer ver
scheen onder de titel Negentig
jaar zinkwitindustrie in Neder
land. De heer Drs. A. Smeets
heeft de uitgave zo geredigeerd
dat de hoofdaandacht tussen zo
veel plaatsen in Europa, tussen
zoveel produkten terechtgekomen
is op het kleine Eijsden en het
aloude zinkwit. De bedrijfsplaten
niet meegeteld, werden ruim
zeventig foto's aan Eijsden gewijd.
De tweetalige tekst begint met
een plaatselijke geschiedenis, en
eindigt met een uitvoerige karak
terschets van het dorp en zijn
mensen.
Formules
Vredespijp
3i.y N
Dc grootste radiotelescoop
ter wereld zal het volgende
jaar in Amerika gereed
komen. De nieuwe „sterrenkij
ker" werd ontworpen door het
research laboratorium van de
Amerikaanse Marine en wordt
gebouwd in een van de wijde
dalen, Sugar Grove, van West-
Virginia. Tiet prachtige en majes-
tueuse instrument zal straks niet
alleen door de Marine gebruikt
worden, maar staat ook ter be
schikking voor astronomische
onderzoekingen. De beschikbare
waarneemtijd wordt door beide
belanghebbenden gedeeld, die er
beide ongetwijfeld een schat aan
gegevens mee zullen vergaren.
POCKETS
O 3TER
ZDNBCWIIT een onbekende
Joseph Partouns, de contre-maitre, die
er in slaagde wit zinkwit te maken
(dank zij een plens water).
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiMiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiimiiiiiiiiHii
lllltlltlllllllMIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllltlllllMliliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Wie het gedenkboek leest met de
aandacht die het verdient, vindt er tal
van gegevens in, die de geschiedenis
van het bedrijf in enge zin raken: de
stichting, de uitbouw, herkomst en
groei van het geïnvesteerde kapitaal,
de scheikundige princiepen die aan de
produktie ten grondslag liggen, de ver
werkingswijzen van die produkten en al
wat dies meer zij. Daarnaast treft de
lezer in dit rijke boek gegevens aan
die bijzonder inspirerend werken op
eenieder die zich interesseert voor de
feschiedenis van heel het menselijk be-
rijf, zoals die zich weerspiegelt in het
verloop van onze culturele evolutie. De
opgehaalde feiten zijn dikwijls niet in
één van de beide categorieën onder te
brengen: particulier en menselijk be
lang hangen samen.
Eén voorbeeld: als bijna een eeuw
geleden de zinkwitfabricage aarzelend
In Eijsden op gang komt, is de ontstel
tenis groot. De baas heeft in Amerika
*Un nieuwe procédé opgedaan. De
ovens worden volgens voorschrift ge
laden, maar wat men ook doktert aan
de charges, er ontstaat slechts zwart
zinkwit! Een strop voor de baas én
voor heel Nederland, dat nog een boer
derij is maar een fabriek moet worden,
willen tenminste de Nederlanders over
honderd jaar iets goeds op hun brood
hebben. Op dit kritieke moment komt
Joseph Partouns, de meesterknecht, in
het gedenkboek op de voorgrond: hij
voegt tijdens afwezigheid van Rocour
een plens waler aan de lading toe en
als de haas terugkomt, is wit zinkwit
een pleonasme, want zwart wordt in
Eijsden niet meer geproduceerd!
Rocour en Partouns vormen een
noodzakelijke verbinding: wetenschap en
toeval brengen ae wereld vooruit. Zon
der deze was er geen sprake geweest
van metallurgische en chemische be
drijven. Fraaie bedrijfsfoto's verluchten
het boek. Epateren doen ze niet, we
hebben de mijnen gezien, kraakinstal
laties. hoogovens etc. etc. We vragen
ons niet eens meer af, hoe het moge
lijk is: waar ze het vernuft en het geld
vandaan halen. Toch was er een pe
riode, dat de mens nog niet beschikte
over wonderstoffen als staal, ijzer,
zink, koper. De waarlijk primitieven
leefden in het Stenen Tijdperk. Ze ze
genden de stenen die ze vonden als een
godsgave, want het harde steen gaf
meer kracht aan hun hand. Tussen de
stenen maalden ze hur graan, met een
stenen bijl kliefden ze hun tegenstan
der de schedel. In die dagen was Eijs
den reeds een industrieplaats: men ex
ploiteerde er silexgroeven, produceer
de er hardstenen voorwerpen (kappen,
slijpen, polijsten) en exporteerde ze.
Maar tevreden was men niet. Ook zij
reeds zochten de steen der wijzen, en
dank zij dit zoeken, is de mens naar
een bronzen tijdperk geëvolueerd. On
der dit zoeken van onze stenen voor
ouders versta men liefst geen re
search, ze zochten nogal onwijs naar
„mooie" stenen die om hun fleurig
heid „gezocht" waren en als betalings
middel dienden. Die mooie stenen gin
gen van hand tot hand en niemand be
sefte hun verborgen waarde: de kleur
was bijkomstig, het erin opgesloten erts
bezat de kracht om de wereld te her
scheppen. Metallaoo noemden de Grie
ken dit steentjes zoeken, dat uiteinde
lijk leidde tot het metaal.
Men mag aannemen dat de steen der
wijzen, reeds lang gevonden, bij toeval
zijn geheim heeft prijs gegeven. Onder
een bijzonder taaie oeros is het vuur
vermoedelijk een keer extra lang en
hevig onderhouden, tot een in de brand
stof verzeild geraakte ertsteen zijn
goud of koper begon uit te zweten.
Van dat moment af veranderen de
graf vondsten: bronzen speerpunten!
tedere uitvinding wordt óók tot 's men
sen ondergang aangewend. Vechten zit
de mens in het bloed. Steeds beter
leert de mens zijn vuurtje stoken, zo
heet tot ook het ijzererts begint t rea
geren. Van dan af houdt de mens zich
wéér op een andere wijze in het leven
en komt hij ook anders aan zijn eind.
Grafonderzoek wijst het uit: ijzeren
zwaarden! Gelukkig is dat eerste ijzer
nogal bros, tot men wat dieper in de
middeleeuwen het inmiddels al vrij
hoog geworden oventje leert aansluiten
op een schoorsteen die het vuur zo
Oude Eijsdense boerderij.
weet op te jagen, dat temperaturen
worden bereikt, <lie staalproduktie en
hoogovens mogelijk maken. Dat was na
Karei de Grote en zijn pairs. Hun
zwaard brak om de haverklap, men le
ze er het tweegevecht tussen Elegast
en Eggeric maar op na. Wie in jongere
graven delft, vndt ijzer* lombarde
iallen, later kogels en handgranaten.
Wie zijn voorouders met hun grafvond
sten op de schop neemt, kan een ge
schiedenis van de oorlog schrijven. Het
begon met het splijten van ertshoudend
gesteente, het dreigt te eindigen met
het splijten van atomen en een wereld
kerkhof zonder grafresten van de for-
mule-mens.
Bovenstaand overzicht is wat som
ber uitgevallen. De mens heeft zijn
vondsten heus niet alleen gedaan om
dood en verderf te zaaien. Onze huidi
ge verven zijn kleurkrachtig en duur
zaam. Het vulsel van onze zalven is on
schadelijk. C.ize autobanden zijn elas
tisch en toch stevig. Waarom? Omdat
het zinkwit werd uitgevonden, die on
bekende weldoener van de mens, die
de man in zijn auto veilig door de
bocht doet gieren, die het zicht op de
vrouw niet weinig verfraait en de verf
verhindert te bladderen. Om aan de
oorsprong van het zinkwit te raken,
moet men geen studie maken van de
autoband >t het geschi lerde venster
luik, beide zijn betrekkelijk jong. Oud
als de wereld is de vrouw die zich an
ders voordoet dan ze is. Sierraden ho
ren tot de oudste grafvondsten! Vele
volkeren in de oudheid smolten reeds
kopererts. Dit erts bevatte niet zeiden
zink dat dan verdampte en in pulver-
vorm neersloeg, een vuil-grauw poeder
waarin Cleopatra reeds haar welge
vormde neus gestoken heeft. Zinkwit
dus als schoonheidsmiddel. Cadmia
noemde men het ten tijde van Cleopa
tra.
Dit cadmia voert ons regelrecht naar
de Kaleminkstraat in Maastricht. En
van dit Maastricht is het maar een
ganzetrip naar Eijsden waar in de .7e
eeuw messing wordt gemaakt, uit ko
per- en zinkertsen. Het zinkerts wordt
aangevoerd uit het Belgische plaatsje
La Calamine, dat zijn naam ontleent
aan zijn rijkdom aan zinkerts=calami-
ne. Andere woorden zijn kalmijn, kei-
mis en galmei. De middeleeuwse be
naming van galmei luidt kaleminc. De
moeder van deze woorden is een Griek
se: kadmeia. De Romeinse tante die er
tussen zit heet cadmia. Het kalmijn dat
in Eijsden niet nodig was, werd in
Maastricht op schepen overgeslagen:
de Kaleminkstraat. Met al dat koper
en zink smelten, was men in Eijsden
dus het zinkwit reeds in de 17de eeu v
zeer nabij. Maar een toevallige neer
slag geelt nog geen „zuiver" zinkwit.
Het duurt tot de 19de eeuw voor het
kalmijn ten volle wordt uitgebuit. Dan
slaagt er Abb" J. Donyt, een Luiks
scheikundig, in o'-en te bouwen
waarin zinkdampen zich condenseren
tot zinkmetaal. Dan kan het zinkme-
taal op industriële wijze in zuivere
staat geproduceerd worden. De Belgi
sche zinkindustrie neemt een grote
vlucht. Het Luikse zinkertsbekken wordt
een goudmijn. Temeer nog waar ook
de Belgen er in de tweede helft van de
eeuw in slagen zinkwit te fabriceren
volgens de indirecte methode: uit zink
erts zink. uit zink zinkwit! Het eind-
produkt is een poedervormig oxyde
met pigmentaire eigenschappen. Is de
indirecte methode een Franse vinding
uit plm. 1840, in 1850 ontdekt de Ame
rikaan Wetherill de directe methode:
zinkwit uit zinkerts. Hij mengt zinkerts
met kolen, stookt tot de vereiste tem
peratuur bereikt is en ziet hoe het zink
in dampvorm vrij komt en door een
luchtstroom in zink wit=zin..oxydc wordt
omgezet. Rocour vestigt dan zijn be
drijf niet in België, en de methode die
hij toepast is niet de Belgische maar
dé directe.
De M.Z.M. draagt een formuJe-ach-
tige naam. Daarom past hij zo goed bii
een bedrijf dat het hebben moet van
de scheikundige formules. Zinkwit be
staat uit een atoom zink er. een atoom
zuurstof: ZnO. Lang leve Paracelsus!
Al stierf die dan reeds in de zestien
de eeuw. Hij de vader van de
chemische trias (zwavel, kwik en
zout) en ontdekker van het element
zink. Lang leve ook Priestley, een an
dere beroemde dode, die in de XVIII
eeuw tot het elemem zuurstof conclu
deert. De .lchemie wordt chemie, het
chemische bedrijf komt op gang, me
de dank zij de textielindustrie die vele
chemicaliën nodig heeft. Men denke
maar aan de Tilburgers er hun krui
ken! Het een houdt steeds verband
met: „la Zinkwit, c'est moi!" En teg'en-
van spinrokken naar spindop.
De natuur is rijk, maar ze geeft
haar schatten niet graag prijs. De
mens laat echter niet af. Behalve
kalmijn is er nog blende, een zink
sulfide-erts. Als men het roost, ont
staan zinkoxyde en zwavelzuur, waar
uit een oplossing van zinksulfaat re
sulteert. Dan is er nog zwaarspaat
of bariumsulfaat dat bij hoge tem
peratuur tot sulfide wordt geredu
ceerd. Uit dit spelletje sulfaac-suliide
wordt lithopoon verkregen, een bloed
verwant van het zinkwit met aanvul
lende pigmentaire kracht. Zo wordt
een M.Z.M. binnen een eeuw groot.
Het waren pioniers uit het liberale
Luik die in Nederland de zinkwitindus
trie hebben gegrondvest. Men hoeft
geen liberaal te zijn om dit initiatief
achteraf dankbaar te vermelden. On
dernemingslust, durf, vakbekwaamheid
en koopmanschap zijn schatten in het
menselyk erts zeli. Maar er is ook nog
altijd zoiets als gevoel voor rechtvaar
digheid. Rocour en Marx zijn niet toe
vallig uit dezelfde eeuw. De geschie
denis van de M.Z.M. is tevens een
eeuw menselijke samenleving in een
eeuw van klassestrijd. I-'isart die van
de M.Z.M. een wereidbedrijf heeft ge
maakt, wordt in bet gedenkboek tij
dens de staking van 1919 getypeerd
met: „la Zinkwit, c'est rnoi! En tegen
over hem Dr. Poeis! Gelukkig is het
gevoel voor rechtvaardigheid niet af
wezig.
Van 1959 dateert de ondernemings
raad. Dan let op de datum neemt
de M.Z.M. op 1 mei I960 heel de pre
mie voor de pensioenfondsen voor haar
rekening. Er wordt nu gewerkt aan
een spaarpreniie-regeling en aan een
uitkering van winstaandelen. Uil een
gedenkboek kan men uiteraard niet de
sfeer waarin gewerk» wordt, volmaakt
betrouwbaar reconstrueren. Wel kan
men er in dit geval uit afleiden, hoe-
Marx is veranderd. Er zijn meer spo-
veel er sinds Georges Rocour en Karl
ren van klnssevrcde dan van klasse-
strijd. Mogen in ieder geval de archeo
logen, als die straks ook ons behoed
zaam op de schop nemen, in ons graf
geen ander wapen vinden dan de strijd
bijl die wij hebben begraven. En een
vredespijp.
JAN ELEMANS
Als propa
ganda voor
het toerisme
verschenen
in Luxem
burg twee
zegels. elk
van 2.50 fr
Op een er van komt een panorama voor
van het stadje Clervaux, een toeristisch
centrum. Men ziet er op afgebeeld het
kasteel uit de twaalfde eeuw, de be
zienswaardige parochiekerk in Rijns-
Romaanse stijl en de Benedictijner abdij
St.-Mauritius en St.-Maurus.
Op de tweede postzegel wordt de
voornaamste plaats ingenomen door het
Patton-monument, opgericht ter herin
nering aan de overwinning van het
Amerikaanse derde leger onder bevel
van generaal G. S. Patton tijdens het
Duitse Ardennenoffensief in de wintei
1944/'4ó. Dit gedenkteken, waarmee de
bevrijding van geheel Luxemburg wordt
gememoreerd, bevindt zich in Ettel-
brück, een handels- en toeristenplaats
die de „Poort van de Ardennen" wordt
genoemd.
De tekeningen van deze zegels zijn
van de Nederlandse kunstenaar S. L.
Hartz; ze werden gedrukt bil Joh. En
schedé en Zn. te Haarlem.
In de reeks voor normaal gebruik
met de groothertogin Charlotte er op
kwamen voorts drie nieuwe waarden
in koers: 10 ct, 20 ct en 2 fr.
Ver. Naties. Een nieuwe 30 ct wera
aan de zegels voor normaal gebruik
toegevoegd. Men treft er een groep
vlaggen op aan, het symbool vormend
van de slagzin uit de inleiding van het
handvest der V.N.: ..To unite oui
strength".
Israël. Een 0.50
IL herinnert aan
het feit, dat tien
jaar geleden de
eerste staatsobliga
ties werden uitge
geven. De construc
tieve arbeid welke
door middel van
deze staatsleningen
in de afgelopen
tien jaren kon wor
den verricht, wordt
op deze postzegel
symbolisch voorge
steld door een
bouwwerk (in de
vorm van het getal 10) in de steigers
met er voor een jong boompje.
Suriname. Het tweede vijftal zegels
in de reeks van tien exemnlaren met
historische gebouwen is nu ook ver
schenen. Het betreft een 15 ct met het
Hof van Justitie, 30 ct met sluts in
-9 1, au
cc mee ottQuw"
toor der Domeinen, alsmede 40 ct en 50
ct waarop resp. voorkomen het gouver
nementshuis en de hervormde kerk.
Een bericht in de „American Philate
list" maakt melding van de aantallen
door de firma Lehmann verkochte Suri-
name-zegels: 5 jaar statuut-zegel 148.000
exemplaren, driehoekige zegels lucht
haven Zanderij 98.000 series en de
emissie vluchteiingenjaar 172.000 series
Oostenrijk. De 3 Sch. uitgegeven, ter
gelegenheid van de Europese conferen
tie van ministers van verkeer te Wenen
vindt men hierbij
|U«0* KpNftMW Dit VMMMtSMmiSTt» 1WI
ft&PUBUK
i* m
1 f
afgedrukt. Het weg-,
rail- en scheep
vaartverkeer is er
op in beeld ge
bracht. Ministers
van de zes landen
der E.E.G., van de
zeven staten dei-
Kleine Vrijhandels
zone, maar ook die
van Spanje, Joego
slavië, Griekenland
en Turkije namen
er agn deel. De tii-
dens deze conferentie genomen beslui
ten zullen voor het gehele Europese
verkeer van kracht zijn.
België. Begin de
ze maand werd een
serie van zes zegels
uitgegeven met een
toeslag voor wer
ken met een mens
lievend doel. Als
tekeningen werden
gekozen enige die
ren uit de dieren
tuin in Antwerpen.
Op de 40 10 ct
ziet men een witte
neushoorn, 1 fr.
50 ct een Przewals-
ki-paard met veu
len, 2 fr. 50 ct een okapi, 2.50 fr.
4- l fr. een giraffe, terwijl op de 3
-i- 1 fr. een kleine panda is afgebeeld
en op de 6 2 fr. een eland. Tot 31
augustus is deze reeks aan de Belgische
De visie van mevrouw RoosenburgGoudriaan op de zinkwitfabriek in Eijsden.
Geen andere radiotelescoop zal de
nieuwe kijker in West Virginia kunnen
evenaren wat betreft de afmetingen.
Het wordt in de ware betekenis van
het woord een gigant. De radiotele
scoop is van hetzelfde type als het Ne
derlandse instruinenl in Dwingeloo
(Dv.) n.l. een parabolische spiegel die
naar leder punt aan do hemel kan wor
den gericht. De middellijn van de spie
gel, die de radiostraling uit het heelal
moet verzamelen, is honderdtachtig
meter, zeven maal groter dan de mid
dellijn van de telescoop in Drente. De
totnie oppervlakte van de spiegel is in
staat 0:11 ook van zwakke radiobronnen
nog zoveel straling op te Vangen en
naar het brandpunt van dc spiegel te
sturen dat men ze kan nieten. De spie
gel heeft een oppervlakte die gelijk is
aan de oppervlakte van bijna zes voet
balvelden tezamen. Het hoogste puilt
van de radiotelescoop zal tweehonderd
meter boven de grond komen en ligt
dus even hoog als de top van een res
pectabele toren of een wolkenkrabber
van zestig verdiepingen.
Men is al geruime tijd bezig met de
constructie. Enorme hoeveelheden
staal, aluminium en beton moeten wor
den verwerkt, zowel onder de grond,
voor de funderingen, als boven de
grond voor de eigenlijke telescoop en
de draagconstructie. Twintigduizend ton
staal, zeshonderd ton aluminium en
tienduizend kubieke meter beton bevat
de gehele constructie die in totaal
ruim 79 miljoen dollar zal kosten. Nog
nooit eerder Heelt enig ingenieur iets
van deze afmetingen gemaakt waar
aan zulke hoge technische eisen van
precisie gesteld worden. Dankzij de re
sultaten van moderne constructiebouw
zal men straks in staat zijn om de ko
lossale spiegel met een nauwkeurigheid
van een halve boogminuut naar elk
punt van de hemel te richten. De mid
dellijn van de maan aan de hemel is
dertig boogminuten.
De Amerikaanse Marine zal de te
lescoop ondermeer gebruiken
voor proeven op het gebied van
radiocommunicatie over uitzon
derlijk lange afstanden. De ruimtera
ketten die nu al in banen om de zon
zijn gebracht kunnen alleen met behulp
van sterke radiotelescopen gevolgd
worden. De zenders die in de raketten
zjjn gemonteerd zijn te zwak om zon
der speciale hulpmiddelen ontvangen
te worden. Tot nu toe maken de Ame
rikanen nog gebruik van de diensten
van de radiotelescoop in Jodrell Bank
bü Manchester. Deze Engelse telescoop
is nu nog de grootste radiotelescoop ter
wereld maar zal binnen niet te lange
tijd door de 180 meter spiegel worden
onttroond. Om de speciale metingen te
kunnen doen zijn in de Jodrell Bank
telescoop talrijke Amerikaanse instru
menten opgesteld. Ook Russische ra
ketten worden met de spiegel van 75
meter middelliin in Engeland beluis
terd. Onder meer heeft men door de
gastvrijheid van directeur Prof. Lovel!
er nauwkeurig het momenl kunnen
vaststellen waarop de Russische maan-
raket onze natuurlijke begeleider, de
maan, raakte.
Het bezit van een bijzonder sterke
radiotelescoop is voor landen die van
plan zijn ruimtevoertuigen over grote
afstanden in de ruimte t,e laten rei
zen en er contact mee willen blijven
houden, van grote betekenis. Door
een analyse van de signalen die men
van de zenders in de ruimte ontvangt
Net mogetijk betattgxtf» gegocerrs
te verkrijgen over teleeommunicatie-
mogelijkheden en -moeilijkheden.
Om de radiotelescoop voor astro
nomische- en ruimtevaartdoelein
den te kunnen gebruiken is het
nodig om de spiegel naar elk
willekeurig punt van dc hemel te kun
nen richten. Aan de nieuwe radlokijke.
kan de spiegel om een horizontale as
draaien waardoor alle hoogte-instellin
gen tussen nul en negentig graden ele
vatie mogelijk worden. Tevens kan de
hele telescoop op een zwaar onderstel
van enorme trucks om een verticale
as draaien, leder punt aar de hemel
kan zo onderzocht worden. De sterren
aan de hemel bewegen aan de hemel
zodanig dat een constructie van het in-
stelmeehanisme van de telescoop door
middel van een horizontale en een ver
ticale as niet altijd de meest gewenste
is. Liever zou men een zogenaamde
aequatoriale opstelling hebben. Maar
bij een constructie als de onderhavige
zou dat tot onoplosbare technische pro
blemen hebben geleid. Evenals al is
verwezenlijkt in de telescoop in Dwin
geloo zal een automatische piloot de
azimuth en hoogte van de ster op een
gegeven ogenblik uit de hemelcoördi-
naten van de ster of radiobron omre
kenen en er voor zorgen dat de tele
scoop de juiste sttind zal aannemen.
Waarnemers zullen nog maar nau
welijks aan de waarnemingen te pas
komen. In de sterrewacht maakt de
onderzoeker op een serie ponskaarten
of op een ponsband zijn waarneem-
programma klaar. In de telescoop
worden die kaarten door de reken
machines uitgelezen en de telescoop
zal prompt doen wat nodig is: de
juiste stand innemen en de juiste
metingen registreren, ook weer op
ponskaarten. De astronoom of radio
technicus kan de zo verkregen resul
taten in zijn eigen machines weer la
ten verwerken tot leesbare gegevens.
Op deze wijze komen de resultaten
op de snelste manier ter beschikking.
Onder de talloze proeven en metin
gen die zullen worden uitgevoerd
zal zeker ook liet onderzoek van
de planeten in ons eigen zonne
stelsel een zeer belangrijke plaats in
nemen. De planeet Jupiter stuurt van
tijd tot tfjd sterke radiosignalen' uit die
doen denken aan de radiostraling die
men waarneemt op aarde ten tijde van
een onweersbui, en die veroorzaakt
wordt door bliksemontladingen in onze
atmosfeer. Tot nu toe heeft men bij
Jupiter nog niet met zekerheid kunnen
vaststellen waar de radiostraling van
daan komt. Misschien zal men straks
met de nieuwe telescoop in staat zijn
om te achterhalen waar in de Jupiter-
atmosfeer de bron van de straling ge
zocht moet worden. Ook Venus zal be
ter met de grotere telescoop kunnen
worden onderzocht.
Tekening van de Amerikaanse ra
diotelescoop, die straks de grootste
ler wereld zal zijn. De doorsnede
van de beweegbare parabolische
reflector wordt maar liefst 180 me
rer. Men hoopt de telescoop vol
gend jaar gereed te hebben.
Behalve dat men straling door de
planeten zelf uitgezonden zal onderzoe
ken, kan men nu ook met meer resul
taat radarmethoden gaan gebruiken
by het onderzoek van de lichamen in
ons zonnestelsel. Alleen de maan en
de planeet Venus zijn tot nu toe met de
bestaande radiotelescopen door middel
van radar onderzocht. Tal van belang
rijke gegevens, waaronder een goede
afstuiHlsbepaling, kan men met radar-
metingen verkrijgen.
ST. VAN AGT.
Schriftelijk rapporteren, door dr. ir.
H. de Boer e.a. (Spectrum-aula 54)
Een praktische handleiding bijhet
samenstellen van rapporten, nota's, me
moranda, scripties, dissertaties, zakelij
ke correspondentie e.d.
Ontwikkeling in bouw van het orga
nisme, door Wolfgang Bargmann (Aula
55).
Na een historische inleiding worden
de cel en haar organellen, alsmede haar
moleculaire structuur en de celdeling
behandeld: een volgende hoofdstuk be
handelt uitgebreid het wonder van de
bevruchting. Daarna wordt gesproken
ovei de weefsels en tenslotte worden de
betrekkingen tussen vorm, structuur en
functie belicht.
Godsdienstgeschiedenis li. \ogeivlucht,
door dr. J. de Vries (Aula 56).
Dit boek werd in deze rubriek al eer
der genoemd, maar wordt terwiile van
de volledigheid nogmaals vermeld.
Inleiding tot de wetenschap der pre
historie, door Hant Jürgen Eggers
(Aula 57).
Het boek behandelt de twee kernpro
blemen van de prehistorie en archeolo
gie: hoe wordt de ouderdom van een
vondst vastgesteld (chronologie) en tot
welk volk behoort deze vondst en wat
zijn de achtergronden ervan in ruime
zin (ethnische bepaling). In grote trek
ken ontstaat daardoor tevens een ge-
sch.edenis van deze beide wetenschap
pen
Psychologie der beroepskeuze, door
dr. S. Wiegersma (Aula 58).
Classificatie en analyse van de diver
se beroepen; een bespreking van de
eisen, die gesteld worden, de psycholo
gische, lichamelijke en sociaal-economi
sche geschiktheid waaraan de mens
voor elke klasse van beroep moet vol
doen, en de essentiële, persoonlijke, ka
rakterologische en andere factoren, die
eroepskeuze bepalen.