EYSDEN EN ZIJN OUDE INDUSTRIE weldoener der mensheid Wetenschap en toeval brengen de wereld vooruit Grootste radiotelescoop is in Amerika in aanbouw Jodrell Bank onttroond TOP 200 METER BOVEN DE GROND De neus van Cleopatra Parabolische spiegel even groot als zes voetbalvelden EVEN AANDACHT VOOR et „een stoomwerktuig van hoog drukking en twee paardekrachten" kwam negentig jaar geleden in Eijsden de Nederlandse zipkwitfabrikage op gang, dank zij een initiatief van een ingenieur uit Luik, Geor ges Rocour, die met een beschei den fabriekje begon, dat in de loop van deze negentig jaar is uitgegroeid tot een machtig con cern met vestigingen in Neder land, België, Frankrijk, Engeland, Italië en Spanje, en met een pro- duktie-programma dat behalve zinkwit ook lithopoon, cadmium en zwavelzuur omvat. De Maas- trichtse Zinkwit Maatschappij (M.Z.M.) heeft aan dit heuglijk feit een schitterend gedenkboek gewijd, dat in eigen beheer ver scheen onder de titel Negentig jaar zinkwitindustrie in Neder land. De heer Drs. A. Smeets heeft de uitgave zo geredigeerd dat de hoofdaandacht tussen zo veel plaatsen in Europa, tussen zoveel produkten terechtgekomen is op het kleine Eijsden en het aloude zinkwit. De bedrijfsplaten niet meegeteld, werden ruim zeventig foto's aan Eijsden gewijd. De tweetalige tekst begint met een plaatselijke geschiedenis, en eindigt met een uitvoerige karak terschets van het dorp en zijn mensen. Formules Vredespijp 3i.y N Dc grootste radiotelescoop ter wereld zal het volgende jaar in Amerika gereed komen. De nieuwe „sterrenkij ker" werd ontworpen door het research laboratorium van de Amerikaanse Marine en wordt gebouwd in een van de wijde dalen, Sugar Grove, van West- Virginia. Tiet prachtige en majes- tueuse instrument zal straks niet alleen door de Marine gebruikt worden, maar staat ook ter be schikking voor astronomische onderzoekingen. De beschikbare waarneemtijd wordt door beide belanghebbenden gedeeld, die er beide ongetwijfeld een schat aan gegevens mee zullen vergaren. POCKETS O 3TER ZDNBCWIIT een onbekende Joseph Partouns, de contre-maitre, die er in slaagde wit zinkwit te maken (dank zij een plens water). iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiMiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiimiiiiiiiiHii lllltlltlllllllMIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllltlllllMliliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Wie het gedenkboek leest met de aandacht die het verdient, vindt er tal van gegevens in, die de geschiedenis van het bedrijf in enge zin raken: de stichting, de uitbouw, herkomst en groei van het geïnvesteerde kapitaal, de scheikundige princiepen die aan de produktie ten grondslag liggen, de ver werkingswijzen van die produkten en al wat dies meer zij. Daarnaast treft de lezer in dit rijke boek gegevens aan die bijzonder inspirerend werken op eenieder die zich interesseert voor de feschiedenis van heel het menselijk be- rijf, zoals die zich weerspiegelt in het verloop van onze culturele evolutie. De opgehaalde feiten zijn dikwijls niet in één van de beide categorieën onder te brengen: particulier en menselijk be lang hangen samen. Eén voorbeeld: als bijna een eeuw geleden de zinkwitfabricage aarzelend In Eijsden op gang komt, is de ontstel tenis groot. De baas heeft in Amerika *Un nieuwe procédé opgedaan. De ovens worden volgens voorschrift ge laden, maar wat men ook doktert aan de charges, er ontstaat slechts zwart zinkwit! Een strop voor de baas én voor heel Nederland, dat nog een boer derij is maar een fabriek moet worden, willen tenminste de Nederlanders over honderd jaar iets goeds op hun brood hebben. Op dit kritieke moment komt Joseph Partouns, de meesterknecht, in het gedenkboek op de voorgrond: hij voegt tijdens afwezigheid van Rocour een plens waler aan de lading toe en als de haas terugkomt, is wit zinkwit een pleonasme, want zwart wordt in Eijsden niet meer geproduceerd! Rocour en Partouns vormen een noodzakelijke verbinding: wetenschap en toeval brengen ae wereld vooruit. Zon der deze was er geen sprake geweest van metallurgische en chemische be drijven. Fraaie bedrijfsfoto's verluchten het boek. Epateren doen ze niet, we hebben de mijnen gezien, kraakinstal laties. hoogovens etc. etc. We vragen ons niet eens meer af, hoe het moge lijk is: waar ze het vernuft en het geld vandaan halen. Toch was er een pe riode, dat de mens nog niet beschikte over wonderstoffen als staal, ijzer, zink, koper. De waarlijk primitieven leefden in het Stenen Tijdperk. Ze ze genden de stenen die ze vonden als een godsgave, want het harde steen gaf meer kracht aan hun hand. Tussen de stenen maalden ze hur graan, met een stenen bijl kliefden ze hun tegenstan der de schedel. In die dagen was Eijs den reeds een industrieplaats: men ex ploiteerde er silexgroeven, produceer de er hardstenen voorwerpen (kappen, slijpen, polijsten) en exporteerde ze. Maar tevreden was men niet. Ook zij reeds zochten de steen der wijzen, en dank zij dit zoeken, is de mens naar een bronzen tijdperk geëvolueerd. On der dit zoeken van onze stenen voor ouders versta men liefst geen re search, ze zochten nogal onwijs naar „mooie" stenen die om hun fleurig heid „gezocht" waren en als betalings middel dienden. Die mooie stenen gin gen van hand tot hand en niemand be sefte hun verborgen waarde: de kleur was bijkomstig, het erin opgesloten erts bezat de kracht om de wereld te her scheppen. Metallaoo noemden de Grie ken dit steentjes zoeken, dat uiteinde lijk leidde tot het metaal. Men mag aannemen dat de steen der wijzen, reeds lang gevonden, bij toeval zijn geheim heeft prijs gegeven. Onder een bijzonder taaie oeros is het vuur vermoedelijk een keer extra lang en hevig onderhouden, tot een in de brand stof verzeild geraakte ertsteen zijn goud of koper begon uit te zweten. Van dat moment af veranderen de graf vondsten: bronzen speerpunten! tedere uitvinding wordt óók tot 's men sen ondergang aangewend. Vechten zit de mens in het bloed. Steeds beter leert de mens zijn vuurtje stoken, zo heet tot ook het ijzererts begint t rea geren. Van dan af houdt de mens zich wéér op een andere wijze in het leven en komt hij ook anders aan zijn eind. Grafonderzoek wijst het uit: ijzeren zwaarden! Gelukkig is dat eerste ijzer nogal bros, tot men wat dieper in de middeleeuwen het inmiddels al vrij hoog geworden oventje leert aansluiten op een schoorsteen die het vuur zo Oude Eijsdense boerderij. weet op te jagen, dat temperaturen worden bereikt, <lie staalproduktie en hoogovens mogelijk maken. Dat was na Karei de Grote en zijn pairs. Hun zwaard brak om de haverklap, men le ze er het tweegevecht tussen Elegast en Eggeric maar op na. Wie in jongere graven delft, vndt ijzer* lombarde iallen, later kogels en handgranaten. Wie zijn voorouders met hun grafvond sten op de schop neemt, kan een ge schiedenis van de oorlog schrijven. Het begon met het splijten van ertshoudend gesteente, het dreigt te eindigen met het splijten van atomen en een wereld kerkhof zonder grafresten van de for- mule-mens. Bovenstaand overzicht is wat som ber uitgevallen. De mens heeft zijn vondsten heus niet alleen gedaan om dood en verderf te zaaien. Onze huidi ge verven zijn kleurkrachtig en duur zaam. Het vulsel van onze zalven is on schadelijk. C.ize autobanden zijn elas tisch en toch stevig. Waarom? Omdat het zinkwit werd uitgevonden, die on bekende weldoener van de mens, die de man in zijn auto veilig door de bocht doet gieren, die het zicht op de vrouw niet weinig verfraait en de verf verhindert te bladderen. Om aan de oorsprong van het zinkwit te raken, moet men geen studie maken van de autoband >t het geschi lerde venster luik, beide zijn betrekkelijk jong. Oud als de wereld is de vrouw die zich an ders voordoet dan ze is. Sierraden ho ren tot de oudste grafvondsten! Vele volkeren in de oudheid smolten reeds kopererts. Dit erts bevatte niet zeiden zink dat dan verdampte en in pulver- vorm neersloeg, een vuil-grauw poeder waarin Cleopatra reeds haar welge vormde neus gestoken heeft. Zinkwit dus als schoonheidsmiddel. Cadmia noemde men het ten tijde van Cleopa tra. Dit cadmia voert ons regelrecht naar de Kaleminkstraat in Maastricht. En van dit Maastricht is het maar een ganzetrip naar Eijsden waar in de .7e eeuw messing wordt gemaakt, uit ko per- en zinkertsen. Het zinkerts wordt aangevoerd uit het Belgische plaatsje La Calamine, dat zijn naam ontleent aan zijn rijkdom aan zinkerts=calami- ne. Andere woorden zijn kalmijn, kei- mis en galmei. De middeleeuwse be naming van galmei luidt kaleminc. De moeder van deze woorden is een Griek se: kadmeia. De Romeinse tante die er tussen zit heet cadmia. Het kalmijn dat in Eijsden niet nodig was, werd in Maastricht op schepen overgeslagen: de Kaleminkstraat. Met al dat koper en zink smelten, was men in Eijsden dus het zinkwit reeds in de 17de eeu v zeer nabij. Maar een toevallige neer slag geelt nog geen „zuiver" zinkwit. Het duurt tot de 19de eeuw voor het kalmijn ten volle wordt uitgebuit. Dan slaagt er Abb" J. Donyt, een Luiks scheikundig, in o'-en te bouwen waarin zinkdampen zich condenseren tot zinkmetaal. Dan kan het zinkme- taal op industriële wijze in zuivere staat geproduceerd worden. De Belgi sche zinkindustrie neemt een grote vlucht. Het Luikse zinkertsbekken wordt een goudmijn. Temeer nog waar ook de Belgen er in de tweede helft van de eeuw in slagen zinkwit te fabriceren volgens de indirecte methode: uit zink erts zink. uit zink zinkwit! Het eind- produkt is een poedervormig oxyde met pigmentaire eigenschappen. Is de indirecte methode een Franse vinding uit plm. 1840, in 1850 ontdekt de Ame rikaan Wetherill de directe methode: zinkwit uit zinkerts. Hij mengt zinkerts met kolen, stookt tot de vereiste tem peratuur bereikt is en ziet hoe het zink in dampvorm vrij komt en door een luchtstroom in zink wit=zin..oxydc wordt omgezet. Rocour vestigt dan zijn be drijf niet in België, en de methode die hij toepast is niet de Belgische maar dé directe. De M.Z.M. draagt een formuJe-ach- tige naam. Daarom past hij zo goed bii een bedrijf dat het hebben moet van de scheikundige formules. Zinkwit be staat uit een atoom zink er. een atoom zuurstof: ZnO. Lang leve Paracelsus! Al stierf die dan reeds in de zestien de eeuw. Hij de vader van de chemische trias (zwavel, kwik en zout) en ontdekker van het element zink. Lang leve ook Priestley, een an dere beroemde dode, die in de XVIII eeuw tot het elemem zuurstof conclu deert. De .lchemie wordt chemie, het chemische bedrijf komt op gang, me de dank zij de textielindustrie die vele chemicaliën nodig heeft. Men denke maar aan de Tilburgers er hun krui ken! Het een houdt steeds verband met: „la Zinkwit, c'est moi!" En teg'en- van spinrokken naar spindop. De natuur is rijk, maar ze geeft haar schatten niet graag prijs. De mens laat echter niet af. Behalve kalmijn is er nog blende, een zink sulfide-erts. Als men het roost, ont staan zinkoxyde en zwavelzuur, waar uit een oplossing van zinksulfaat re sulteert. Dan is er nog zwaarspaat of bariumsulfaat dat bij hoge tem peratuur tot sulfide wordt geredu ceerd. Uit dit spelletje sulfaac-suliide wordt lithopoon verkregen, een bloed verwant van het zinkwit met aanvul lende pigmentaire kracht. Zo wordt een M.Z.M. binnen een eeuw groot. Het waren pioniers uit het liberale Luik die in Nederland de zinkwitindus trie hebben gegrondvest. Men hoeft geen liberaal te zijn om dit initiatief achteraf dankbaar te vermelden. On dernemingslust, durf, vakbekwaamheid en koopmanschap zijn schatten in het menselyk erts zeli. Maar er is ook nog altijd zoiets als gevoel voor rechtvaar digheid. Rocour en Marx zijn niet toe vallig uit dezelfde eeuw. De geschie denis van de M.Z.M. is tevens een eeuw menselijke samenleving in een eeuw van klassestrijd. I-'isart die van de M.Z.M. een wereidbedrijf heeft ge maakt, wordt in bet gedenkboek tij dens de staking van 1919 getypeerd met: „la Zinkwit, c'est rnoi! En tegen over hem Dr. Poeis! Gelukkig is het gevoel voor rechtvaardigheid niet af wezig. Van 1959 dateert de ondernemings raad. Dan let op de datum neemt de M.Z.M. op 1 mei I960 heel de pre mie voor de pensioenfondsen voor haar rekening. Er wordt nu gewerkt aan een spaarpreniie-regeling en aan een uitkering van winstaandelen. Uil een gedenkboek kan men uiteraard niet de sfeer waarin gewerk» wordt, volmaakt betrouwbaar reconstrueren. Wel kan men er in dit geval uit afleiden, hoe- Marx is veranderd. Er zijn meer spo- veel er sinds Georges Rocour en Karl ren van klnssevrcde dan van klasse- strijd. Mogen in ieder geval de archeo logen, als die straks ook ons behoed zaam op de schop nemen, in ons graf geen ander wapen vinden dan de strijd bijl die wij hebben begraven. En een vredespijp. JAN ELEMANS Als propa ganda voor het toerisme verschenen in Luxem burg twee zegels. elk van 2.50 fr Op een er van komt een panorama voor van het stadje Clervaux, een toeristisch centrum. Men ziet er op afgebeeld het kasteel uit de twaalfde eeuw, de be zienswaardige parochiekerk in Rijns- Romaanse stijl en de Benedictijner abdij St.-Mauritius en St.-Maurus. Op de tweede postzegel wordt de voornaamste plaats ingenomen door het Patton-monument, opgericht ter herin nering aan de overwinning van het Amerikaanse derde leger onder bevel van generaal G. S. Patton tijdens het Duitse Ardennenoffensief in de wintei 1944/'4ó. Dit gedenkteken, waarmee de bevrijding van geheel Luxemburg wordt gememoreerd, bevindt zich in Ettel- brück, een handels- en toeristenplaats die de „Poort van de Ardennen" wordt genoemd. De tekeningen van deze zegels zijn van de Nederlandse kunstenaar S. L. Hartz; ze werden gedrukt bil Joh. En schedé en Zn. te Haarlem. In de reeks voor normaal gebruik met de groothertogin Charlotte er op kwamen voorts drie nieuwe waarden in koers: 10 ct, 20 ct en 2 fr. Ver. Naties. Een nieuwe 30 ct wera aan de zegels voor normaal gebruik toegevoegd. Men treft er een groep vlaggen op aan, het symbool vormend van de slagzin uit de inleiding van het handvest der V.N.: ..To unite oui strength". Israël. Een 0.50 IL herinnert aan het feit, dat tien jaar geleden de eerste staatsobliga ties werden uitge geven. De construc tieve arbeid welke door middel van deze staatsleningen in de afgelopen tien jaren kon wor den verricht, wordt op deze postzegel symbolisch voorge steld door een bouwwerk (in de vorm van het getal 10) in de steigers met er voor een jong boompje. Suriname. Het tweede vijftal zegels in de reeks van tien exemnlaren met historische gebouwen is nu ook ver schenen. Het betreft een 15 ct met het Hof van Justitie, 30 ct met sluts in -9 1, au cc mee ottQuw" toor der Domeinen, alsmede 40 ct en 50 ct waarop resp. voorkomen het gouver nementshuis en de hervormde kerk. Een bericht in de „American Philate list" maakt melding van de aantallen door de firma Lehmann verkochte Suri- name-zegels: 5 jaar statuut-zegel 148.000 exemplaren, driehoekige zegels lucht haven Zanderij 98.000 series en de emissie vluchteiingenjaar 172.000 series Oostenrijk. De 3 Sch. uitgegeven, ter gelegenheid van de Europese conferen tie van ministers van verkeer te Wenen vindt men hierbij |U«0* KpNftMW Dit VMMMtSMmiSTt» 1WI ft&PUBUK i* m 1 f afgedrukt. Het weg-, rail- en scheep vaartverkeer is er op in beeld ge bracht. Ministers van de zes landen der E.E.G., van de zeven staten dei- Kleine Vrijhandels zone, maar ook die van Spanje, Joego slavië, Griekenland en Turkije namen er agn deel. De tii- dens deze conferentie genomen beslui ten zullen voor het gehele Europese verkeer van kracht zijn. België. Begin de ze maand werd een serie van zes zegels uitgegeven met een toeslag voor wer ken met een mens lievend doel. Als tekeningen werden gekozen enige die ren uit de dieren tuin in Antwerpen. Op de 40 10 ct ziet men een witte neushoorn, 1 fr. 50 ct een Przewals- ki-paard met veu len, 2 fr. 50 ct een okapi, 2.50 fr. 4- l fr. een giraffe, terwijl op de 3 -i- 1 fr. een kleine panda is afgebeeld en op de 6 2 fr. een eland. Tot 31 augustus is deze reeks aan de Belgische De visie van mevrouw RoosenburgGoudriaan op de zinkwitfabriek in Eijsden. Geen andere radiotelescoop zal de nieuwe kijker in West Virginia kunnen evenaren wat betreft de afmetingen. Het wordt in de ware betekenis van het woord een gigant. De radiotele scoop is van hetzelfde type als het Ne derlandse instruinenl in Dwingeloo (Dv.) n.l. een parabolische spiegel die naar leder punt aan do hemel kan wor den gericht. De middellijn van de spie gel, die de radiostraling uit het heelal moet verzamelen, is honderdtachtig meter, zeven maal groter dan de mid dellijn van de telescoop in Drente. De totnie oppervlakte van de spiegel is in staat 0:11 ook van zwakke radiobronnen nog zoveel straling op te Vangen en naar het brandpunt van dc spiegel te sturen dat men ze kan nieten. De spie gel heeft een oppervlakte die gelijk is aan de oppervlakte van bijna zes voet balvelden tezamen. Het hoogste puilt van de radiotelescoop zal tweehonderd meter boven de grond komen en ligt dus even hoog als de top van een res pectabele toren of een wolkenkrabber van zestig verdiepingen. Men is al geruime tijd bezig met de constructie. Enorme hoeveelheden staal, aluminium en beton moeten wor den verwerkt, zowel onder de grond, voor de funderingen, als boven de grond voor de eigenlijke telescoop en de draagconstructie. Twintigduizend ton staal, zeshonderd ton aluminium en tienduizend kubieke meter beton bevat de gehele constructie die in totaal ruim 79 miljoen dollar zal kosten. Nog nooit eerder Heelt enig ingenieur iets van deze afmetingen gemaakt waar aan zulke hoge technische eisen van precisie gesteld worden. Dankzij de re sultaten van moderne constructiebouw zal men straks in staat zijn om de ko lossale spiegel met een nauwkeurigheid van een halve boogminuut naar elk punt van de hemel te richten. De mid dellijn van de maan aan de hemel is dertig boogminuten. De Amerikaanse Marine zal de te lescoop ondermeer gebruiken voor proeven op het gebied van radiocommunicatie over uitzon derlijk lange afstanden. De ruimtera ketten die nu al in banen om de zon zijn gebracht kunnen alleen met behulp van sterke radiotelescopen gevolgd worden. De zenders die in de raketten zjjn gemonteerd zijn te zwak om zon der speciale hulpmiddelen ontvangen te worden. Tot nu toe maken de Ame rikanen nog gebruik van de diensten van de radiotelescoop in Jodrell Bank bü Manchester. Deze Engelse telescoop is nu nog de grootste radiotelescoop ter wereld maar zal binnen niet te lange tijd door de 180 meter spiegel worden onttroond. Om de speciale metingen te kunnen doen zijn in de Jodrell Bank telescoop talrijke Amerikaanse instru menten opgesteld. Ook Russische ra ketten worden met de spiegel van 75 meter middelliin in Engeland beluis terd. Onder meer heeft men door de gastvrijheid van directeur Prof. Lovel! er nauwkeurig het momenl kunnen vaststellen waarop de Russische maan- raket onze natuurlijke begeleider, de maan, raakte. Het bezit van een bijzonder sterke radiotelescoop is voor landen die van plan zijn ruimtevoertuigen over grote afstanden in de ruimte t,e laten rei zen en er contact mee willen blijven houden, van grote betekenis. Door een analyse van de signalen die men van de zenders in de ruimte ontvangt Net mogetijk betattgxtf» gegocerrs te verkrijgen over teleeommunicatie- mogelijkheden en -moeilijkheden. Om de radiotelescoop voor astro nomische- en ruimtevaartdoelein den te kunnen gebruiken is het nodig om de spiegel naar elk willekeurig punt van dc hemel te kun nen richten. Aan de nieuwe radlokijke. kan de spiegel om een horizontale as draaien waardoor alle hoogte-instellin gen tussen nul en negentig graden ele vatie mogelijk worden. Tevens kan de hele telescoop op een zwaar onderstel van enorme trucks om een verticale as draaien, leder punt aar de hemel kan zo onderzocht worden. De sterren aan de hemel bewegen aan de hemel zodanig dat een constructie van het in- stelmeehanisme van de telescoop door middel van een horizontale en een ver ticale as niet altijd de meest gewenste is. Liever zou men een zogenaamde aequatoriale opstelling hebben. Maar bij een constructie als de onderhavige zou dat tot onoplosbare technische pro blemen hebben geleid. Evenals al is verwezenlijkt in de telescoop in Dwin geloo zal een automatische piloot de azimuth en hoogte van de ster op een gegeven ogenblik uit de hemelcoördi- naten van de ster of radiobron omre kenen en er voor zorgen dat de tele scoop de juiste sttind zal aannemen. Waarnemers zullen nog maar nau welijks aan de waarnemingen te pas komen. In de sterrewacht maakt de onderzoeker op een serie ponskaarten of op een ponsband zijn waarneem- programma klaar. In de telescoop worden die kaarten door de reken machines uitgelezen en de telescoop zal prompt doen wat nodig is: de juiste stand innemen en de juiste metingen registreren, ook weer op ponskaarten. De astronoom of radio technicus kan de zo verkregen resul taten in zijn eigen machines weer la ten verwerken tot leesbare gegevens. Op deze wijze komen de resultaten op de snelste manier ter beschikking. Onder de talloze proeven en metin gen die zullen worden uitgevoerd zal zeker ook liet onderzoek van de planeten in ons eigen zonne stelsel een zeer belangrijke plaats in nemen. De planeet Jupiter stuurt van tijd tot tfjd sterke radiosignalen' uit die doen denken aan de radiostraling die men waarneemt op aarde ten tijde van een onweersbui, en die veroorzaakt wordt door bliksemontladingen in onze atmosfeer. Tot nu toe heeft men bij Jupiter nog niet met zekerheid kunnen vaststellen waar de radiostraling van daan komt. Misschien zal men straks met de nieuwe telescoop in staat zijn om te achterhalen waar in de Jupiter- atmosfeer de bron van de straling ge zocht moet worden. Ook Venus zal be ter met de grotere telescoop kunnen worden onderzocht. Tekening van de Amerikaanse ra diotelescoop, die straks de grootste ler wereld zal zijn. De doorsnede van de beweegbare parabolische reflector wordt maar liefst 180 me rer. Men hoopt de telescoop vol gend jaar gereed te hebben. Behalve dat men straling door de planeten zelf uitgezonden zal onderzoe ken, kan men nu ook met meer resul taat radarmethoden gaan gebruiken by het onderzoek van de lichamen in ons zonnestelsel. Alleen de maan en de planeet Venus zijn tot nu toe met de bestaande radiotelescopen door middel van radar onderzocht. Tal van belang rijke gegevens, waaronder een goede afstuiHlsbepaling, kan men met radar- metingen verkrijgen. ST. VAN AGT. Schriftelijk rapporteren, door dr. ir. H. de Boer e.a. (Spectrum-aula 54) Een praktische handleiding bijhet samenstellen van rapporten, nota's, me moranda, scripties, dissertaties, zakelij ke correspondentie e.d. Ontwikkeling in bouw van het orga nisme, door Wolfgang Bargmann (Aula 55). Na een historische inleiding worden de cel en haar organellen, alsmede haar moleculaire structuur en de celdeling behandeld: een volgende hoofdstuk be handelt uitgebreid het wonder van de bevruchting. Daarna wordt gesproken ovei de weefsels en tenslotte worden de betrekkingen tussen vorm, structuur en functie belicht. Godsdienstgeschiedenis li. \ogeivlucht, door dr. J. de Vries (Aula 56). Dit boek werd in deze rubriek al eer der genoemd, maar wordt terwiile van de volledigheid nogmaals vermeld. Inleiding tot de wetenschap der pre historie, door Hant Jürgen Eggers (Aula 57). Het boek behandelt de twee kernpro blemen van de prehistorie en archeolo gie: hoe wordt de ouderdom van een vondst vastgesteld (chronologie) en tot welk volk behoort deze vondst en wat zijn de achtergronden ervan in ruime zin (ethnische bepaling). In grote trek ken ontstaat daardoor tevens een ge- sch.edenis van deze beide wetenschap pen Psychologie der beroepskeuze, door dr. S. Wiegersma (Aula 58). Classificatie en analyse van de diver se beroepen; een bespreking van de eisen, die gesteld worden, de psycholo gische, lichamelijke en sociaal-economi sche geschiktheid waaraan de mens voor elke klasse van beroep moet vol doen, en de essentiële, persoonlijke, ka rakterologische en andere factoren, die eroepskeuze bepalen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1961 | | pagina 4