EEN ROTTERDAMS PROEFSCHRIFT Nieuwe visie op „a-socialen" Onmaatschappelijken en RE Mor Kurtz brengt in Kurhaus-eoncert afwisseling 50 jaar geleden verdween de Mona Lisa uit het Louvre B' 4r Duizenden Italianen kwamen naar „de glimlakijken gen Elk lid van de samenleving speelt een bepaalde rol Wiener Blut in Stadsschouwburg Alex A. Polak overleden DE DIEFSTAL DOOR EEN o75 Afwijkend Ro Pastoor W. van Albach 50 jaar priester Opdracht voor hersenspecialist Haagse dovenvereniging „Don Bosco25 jaar HORS D'OEUVRE a LA RUSSE In een onlangs verschenen Rot terdams proefschrift*) wordt een nieuwe visie ontwikkeld op de zg. asocialen en op de bete kenis en aanpak van het maat schappelijk werk onder hen. Wat zijn asocialen? Waarden Aangepast Onmaatschappelijk COGNAC V.S.O.P. -- W dof1 In alle grote steden komen wijken voor waar mensen wonen die zich af wijkend gedragen van wat in de kring der fatsoenlijke burgers- als gepast geldt en die deswege onmaatschap pelijk, sociaal-onvolwaardig, onaange past worden genoemd. Vroeger zag men hierin eigenlijk geen probleem: de door Jan Steen uitgebeelde tafereeltjes waren geen voorwerp van verontruste studie. Onze nieuw verworven welvaart heeft de groep der proletariërs echter doen slinken: velen van degenen wier levenswijs voorheen uit exogene oorza ken niet van die der asocialen verschil de namelijk omdat er geen werk, geen behoorlijke maatschappelijke plaats voor hun was leiden thans een normaal bestaan. Maar de restgroep die de achterbuurten bevolkt is het ver licht sociaal bewustzijn zorgen gaan baren. Wat zijn dat voor mensen, die hun brood van een tafelzeiltjc eten, hun kinderen tot middernacht op straat laten zwerven en met weinig los werk en veel vaste steun van gemeentelijke diensten van sociale zaken aan de kost komen? Menig achtenswaardig burger 'toont zich in het borrelgesprek onaange naam getroffen doordat deze mensen zich de laatste jaren in taartjeswin kels beginnen te vertonen. Ze worden waargenomen aan haringstr ies als de haring groen en in gr< halle tjes als de aardbei nog maar nauwe lijks uit de kas is. Ze zijn dus met meer zo erg arm. Maar waarom eten ze dan niet met vork en mes? In de gebruikelijke sociologische op vatting ziet men de samenleving als geleed. Zij bestaat uit klassen. Hoge en lage, met daartussen de middengroe pen. De asocialen komen in deze visie onderaan. Zij zijn de ondersten van de ondersten, de achtersten van de achter sten. Eigenlijk hebben ze in deze gelaagde opbouw geen plaats. Eigenlijk zijn ze geen sociale groep; ze zitten eronder daarom heten ze ook asociaal. I Als goed leerling van zijn Rotterdam se hoogleraar in de sociologie Polak, heeft Van Tienen zich nu afgevraagd in hoeverre men in deze sociologische opvatting onbewust een waardeoordeel heeft aangelegd. Volgens Polak is het namelijk voor een onderzoeker onmo gelijk zich in zijn oordeelvelling over sociale aangelegenheden helemaal los te maken van de maatschappelijke waarden waarmee hij zelf is opge groeid. Zelfs de wetenschapsman die voorgeeft „wertfrei" te zijn, derhalve ,,sein" en „sollen" te scheiden en vol strekt onbevooroordeeld te werk te gaan, is (anders dan de beoefenaar der natuurwetenschappen) tóch deel van zijn object, nl. deel van zijn samen leving. En de onze is een burgerlijke samen leving, gedragen door begrippen als sparen, bezit, beroep en aan de toe komst denken. Dat is ook precies wat men in de onmaatschappelijkheidsbe- strijding -de asocialen leren wil: met het huishoudgeld omgaan, wat opzij leggen voor de gas- en lichtrekening, een vak leren. Wie de taak van dit maatschap pelijk werk zo ziet, moet zich realise ren dat hij hiermee zeer bepaalde, his torisch zo gegroeide leefregels van onze samenleving oplegt aan een groep, die ze uit eigen beweging kennelijk niet aanvaardt. Van Tienen's onderzoek van 1800 Rot terdamse achterbuurtgezinnen heeft uit gewezen dat karakteristiek voor hun levenswijze is: de grote openheid, het ontbreken van een fa?ade waarachter men zich verbergen kan. En verder de duidelijke voorkeur voor het heden boven de toekomst, welke eigenschap deze mensen een makkelijk slachtoffer doet worden van afbetalingscolporteurs. tijd in een bepaalde rol: de rol van on dergeschikte, klant, collega. Deze rol is natuurlijk ongeschreven, maar in het bewustzijn van allen vastgelegd. Prof. Oldendorff definieert de sociale rol als het geheel van verwachtingen dat „men" koestert omtrent het gedrag van een individu, op grond van zijn so ciale status. Van dit begrip bedient zich nu Van Tienen als hij het probleem der on maatschappelijkheid opnieuw benadert. Daarmee doorbreekt hij de verticale sociale stratificatie, die de mensen eigenlijk naar één criterium rangschikt, nl. naar hun beroep. (In het stratifica tie-onderzoek pleegt men nl. het be roep als indicatie voor het behoren tot een bepaalde rangstand aan te nemen.) De rol daarentegen betrekt zich ook op andere aspecten van het menselijke zijn: er is de rol van moeder, vriend, lid van een vereniging. In de verschil lende maatschappelijke millieus worden deze rollen echter verschillend gespeeld. D.w.z. de sociale groeperingen die men klassen of standen noemt zijn ten op zichte van elkander andersmaatschap- pelijk. Als men een rol op tien manie ren kan vervullen, dan zijn er tien ma nieren van maatschappelijk-zijn. En elk van die rolopvattingen is anders- maatschappelijk ten opzichte van de negen overige. Natuurlijk moet men de rolverwachting nu weer niet con strueren naar een of ander algemeen aanvaard niveau, want dan komen we toch weer bij het burgerlijk normbesef terecht. Van Tienen vindt dat de rolverwach ting bepaald moet worden per situa tie en dat als criterium voor een al of niet „goed" spelen moet gelden het al of niet zich welbevinden van de deelnemers aan de situatie. Waar de rol zo gespeeld wordt als dit werd iimiuiiui' De groep heeft dus inderdaad afwij kende normen en het werk der onmaat- schappelijkheidsbestrijding Krijgt zo licht het karakter van een opheffen van de ondersten volgens het leefrecept van de middelsten die immers de waar den onzer burgerlijke samenleving bij uitstek heten te belijden. De beoorde lingen der onmaatschappelijken m de rapporten van maatschappelijke wer kers houden soms evenzovele veroor delingen in. „De onverschillige bonk van een man bekommert zich geen zier om zijn hok met kinderen. De kinde ren zijn op sexueel gebied goed bij. Vroeg rijp vroeg rot!" Met dergelijke kwalificaties is nie mand gediend de asocialen zelf het minst Maar men komt hiertoe, door de publieke opvatting ongeweten tot de eigene te maxen en die toe te passen op een groep die nu eenmaal anders leeft, want anders is. Wie er naar streeft een lid van een groep „aangepast" te maken, loopt kans juist het omgekeerde te berei ken. Wie b.v. een moeder die in een wiilc woont waar alle kinderen des avonds^Laat op straat spelen e^an weet te overtuigen dat ze de hare er in het vervolg om 8 uur m moet stop pen, schept daarmee onrust m een ge zin waar voorheen althans op ^'t punt rust bestond. En... veroorzaakt on aangepastheid aan de eigen face groep! Zo heeft- men de kerkelijkheid in stand trachten te houden door aan beg tigden der bedeling de eis te stellen vair regelmatig kerkbezoek. Wie op zon dag in de kerk gemist was kreeg de volgende week zijn geld met. Men heelt daarmee btj de asocialen heel wat wrok gezet en een deel van de naoorlogse onkerkelijkheid moet misschien worden toegeschreven aan deze vorm van. on- m aatschappeli jkheidsbestri j dingVol gens Van Tienen, is dit alles uitvloeisel van de verticale maatschappij-opvat ting, die onze samenleving ziet als een hiërarchisch geheel van klassen en het ■normenstelsel van de als belangrijkst beschouwde groep vervolgens als ge wenst poneert ook voor andere groepe Ontren Hiertegenover stelt hij wat hij noemt'de horizontale visie op de samen leving, die haar uitgangspunt neemt in de z.g. roltheorie. van de same plaats en func- die hem krac t oeting tussen men tis toevalt. Elke oim &concreto si. verwacht, heerst sociale rust. De grens tussen andersmaatschappelijk heid en onmaatschappelijkheid ligt daar, waar het welbevinden verdwijnt en nood ervaren wordt. Er is dan een zodanig verschil tussen rolver wachting en rolvervulling dat daar lichamelijk of geestelijk leed uit voortvloeit. Dus: met de vingers eten is anders- maatschappelijk t.o.v. eten met mes en vork; de kinderen niet op tijd te eten geven is onmaatschappelijk. Of: De sexuele voorlichting van kin deren overlaten aan een arts is anders- maatschappelijk t.o.v. die zelf te geven; het geslachtelijke op zo een manier in de kinderlijke belevingswereld te plaat sen dat het kind daar angst van onder vindt is onmaatschappelijk. De eerste stelling van Van Tienen's dissertatie luidt: „Onder onmaatschap pelijkheid dient de discrepantie te wor den verstaan zoals die in iedere sociale situatie tussen de werkelijke en de ver eiste sociale rol kan bestaan." Mét de horizontale visie verdwijnt meteen de gedachte dat onmaatschap pelijkheid alleen bij de bewoners van achterbuurten kan worden waargeno men. Integendeel, onmaatschappelijk heid in deze betekenis doet zich in alle kringen voor. Door de openheid waar door het leven in de achterbuurt zich kenmerkt wordt het onmaatschappelijke gedrag daar wel veel eerder manifest. Kinderverwaarlozing is daar voor ieder een waarneembaar aan haveloze kledij en ongesnoten neuzen. In het hogere milieu verwijdert men het ongewenste kind geruisloos naar de kostschool. Waar het op aankomt: het affectief te kort schieten in de opvoeding, kan in alle kringen waargenomen worden. De dronkaard in de achterbuurt waggelt lallende naar huis, daar waar de be- schonkene uit betere kring een taxi bel len laat. De openheid van het zich op straat afspelende leven heeft ertoe ge leid dat roldiscrepantie in de achter buurt sterk de aandacht trok. In de ver ticale maatschappijopvatting is men er toe gekomen het begrip „asociaal" met „onderste laag" te identificeren. Als lid van zijn eigen maatschappelijke kring, waar eigen normen gelden, is de be woner van de achterbuurt echter wel anders maar niet dan bij uitzonde- ding onmaatschappelijk. H. J. D. De Andersmaatschappelijken; A. J. M. van Tienen, uitg. Van Gorcum te Assen, 1960. (Van onze Utrechtse redacteur) UTRECHT, 10 augustus Oud-pas toor W. van Albach, die 26 jaar de St. Ludgerusparochie in Zuilen heeft ge leid en sinds twee jaar van zijn emeri taat geniet, is 15 augustus vijftig jaar priester. Hij is die dag uitstedig, maar de ge dachten van zijn oud-parochianen zullen zeker met grote dankbaarheid naar hem uitgaan, omdat hij een voorbeel dig zieleherder was. Hjj heeft veel voor het godsdienstig leven in deze uitge strekte parochie gedaan en leefde har telijk met de noden van allen mee. Tal van activiteiten heeft hij gestimuleerd. De liturgie ging hem zeer ter harte, waarbij hij als een goed kenner van mu ziek vooral streefde naar een perfecte kerkzang. Als bevorderaar van goede kerkmuziek heeft zijn naam trouwens over het gehele land een bekende klank. Sinds jaren is hij bestuurslid van het Katholiek Instituut voor de Kerkmu ziek. Pastoor van Albach, die in 1887 te 01- denzaal werd geboren, begon zijn pries terlijke loopbaan als kapelaan te Hee- ten. Twee jaar later verwisselde lijj het parochiewerk met het leraarsambt aan het Klein-seminarie te Culemborg, dat hij vijftien jaar heeft vervuld. Als pastoor in Angeren kwam hij vervolgens opnieuw in de directe ziel zorg. Vijf jaar later vertrok hij naar het toen nog zelfstandige Zuilen, waar in die tijd slechts één parochie was. AMSTERDAM, 9 augustus De Unesco heeft aan de conservator van het Nederlands instituut voor hersen onderzoek, de 30-jarige dr. J. P Schadé opdracht verleend tot het or ganiseren van vijf internationale confe renties op neurologisch en neuro-biolo- gisch gebied. Dr. Schadé werd benoemd tot secretaris-generaal voor deze con ferenties, waaraan ongeveer 25 experts op neurologisch en neuro-psychiatrisch gebied uit de gehele wereld zullen deel nemen. (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG, 10 aug. De Haagse katholieke dovenvereniging „Don Bos co" viert zondag 3 september haar vijf entwintigjarig bestaan. Op die dag draagt mgr. J. van Overbeek, direc teur van het instituut voor doven in St. Michielsgestel, 's morgens een plech tige Hoogmis op in de kerk van de H. Antonius van Padua. Later op de dag is er een receptie in Den Hout en een feestavond. AMSTERDAM, 10 aug. De Hoofd stacl Operette besluit op het ogenblik haar serie voorstellingen van „Wiener Blut" in de Stadsschouwburg. Gister avond kon men kennis maken met een goed geregisseerde, degelijk gemonteer de en rijk versierde uitvoering. De zaal was goed, maar niet geheel bezet. Er werd veel gelachen en geapplaudis seerd, maar toch niet zoveel als achter de coulissen gehoopt en voorzien was. Is tie voorstelling al een weinig uitge sleten? Natuurlijk is Lizzi Schöffman de ster en het middelpunt; zij is de geboren soubrette, die met flitsende levendig heid, pittige zin voor humor en echt ritmisch gevoel de vaart er in houdt. Naast haar moet Jan Handersom ge noemd worden om zijn prettige, lichte en zuivere tenor, waarmee hij muzikaal en melodieus zingt; ook Rosy Parrish begrijpt de muziek goed en geeft haar rol een eigen kleur. Willy Scherdeck speelt met grote lenigheid de oude, stramme minister en vormt met Her man Valsner een geslaagd komisch tweetal. Wel moeten zij op het Leidsche- plein oppassen voor tè veel herhaling van hun grapjes. Karl Frey was een al te nadrukkelijke liefhebber van hand kussen. Van Ina Nahuys mag men in haar statige rol iets meer persoonlijk heid en eigen accent verlangen. De instrumentale verzorging behoeft herziening. Deze operette biedt minder pikante taferelen dan bij voorbeeld „Die Fledermaus", maar bevat toch veel kostelijke Strauss-muziek, die niet zonder schade aan het geheel verwaar loosd kan worden. De uitvoering van de ouverture en de entre-acten was bleek en sfeerloos- dirigent Terwiel zag cres- cendi en ritenuti over het hoofd, de Weense deining en esprit gingen dik wijls verloren in een geesteloze ver snelling van het tempo. De décors en costumes zijn rijk en fraai gekozen. Wij hopen dat alle uitvoerenden door contact met het hoofdstedelijk publiek aangespoord zullen worden tot nieuwe bezieling in deze in aanleg goed opge bouwde voorstelling. v.E. {Advertentie) CHAMPAGNE COGNAC Remy Martin levert uit sluitend één kwaliteit, een zéér oude V.S.O.P. Vraag- daarom Rémy Martin - dan kunt U er verzekerd van zijn, steeds dezelfde volmaakte Cognac te krijgen. IMPORTEURS JACOBUS BOELEN] DEN HAAG, 10 aug Temidden van de conventionele hoofdschotels, welke de Kurhaus-concertganger dit sei zoen geserveerd krijgt, bracht de voor malige Russische dirigent Efrem Kurtz een compleet Russisch menu, waarvan de entrée een welkome „hors d'oeuvre" vormde. Deze bestond uit een ouverture tot de opera Colas Breugnon van Dimi- tri Kabalevsky, geschreven naar een door Romain Rolland vereeuwigde fi guur uit de Franse renaissance-tjjd. Het werk was geen openbaring van onge kende geluiden, maar bleek toch ver frissend genoeg om korte tijd te boeien door een pittige ritmiek een joyeuse melodiek en een orkestratie van zoveel inventieve variëteit, dat men van de eerste tot de laatste noot in gespannen verwachting bleef. Deze spanning had in een ratelende paukenslag moeten eindigen, maar ze ontglipte nog juist aan de overigens grote waakzaamheid van de dirigent en daardoor bleef het eindeffect dus uit. Afgezien van deze kleine inzinking bleek de hier reeds eerdèr opgetreden Rus het stuk vol komen te beheersen; hij gaf het met een kennelijke Spielfreudigkeit weer. Na deze „hors d'oeuvre" a la Russe kwamen als verdere gerechten het Tweede Pianoconcert van Rachmani noff en de Vierde Symphonie van Tsjaikovsky. Hot laatste programma onderdeel maakten we niet meer mee. In het pianoconcert was namelyk de Russische spijs reeds zo overdadig van gekruidheid, zoetigheid en andere lek kernij, dat we voor oververzadiging moesten oppassen. Nu gaf de wereld vermaarde pianist Shura Cherkassy aan het stuk wat men ervan verlangt: technische bravour naast allertederste cantilene, quasi-diepzinnigheid naast cavalcades en charges, die van het klavier een strijdros maken, dat onop houdelijk op het orkest aanrent als in een gevecht op leven en dood. Iedere middelmatige pianist moet in deze strjjd het onderspit delven wegens on toereikend technisch vermogen. Cher kassy echter bleef in deze strijd recht in het zadel zitten, hoe vol het orkest ook op hem aanstormde en hoeveel klanklawines er van die kant op hem neerstorten. En dit bracht ook tenslotte de overwinning voor zijn technisch fenomenaal vermogen. M. MONNIKENDAM AMSTERDAM, 10 aug. Op 87- jarige leeftijd is hier overleden de violist Alex A. Polak, oud-concertmees ter van het Concertgebouworkest en mede-oprichter en (gedurende ziin hele loopbaan) eerste secretaris van de ver eniging „Het Concertgebouw". De heer Polak heeft (van 1894 af) bijna een halve eeuw deel uitgemaakt van het hoofdstedelijke orkest, waarvan hij in 1915 concertmeester werd. Alex Polak, die ook veel als solist optrad werd bij zijn afscheid onderscheiden met de zelden verleende Concertge bouw-medaille. De teraardebestelling zal vrijdagmiddag geschieden op Zorg- vlied. iiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiMiiiiiiiiiiHHiiHmiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiMiiHiiiiiiuiMiiiiiiiiiiiiiiiiiMiMiiiiiiiiiiiiiiHitiiiiiiimiiiiiiiiMimiiiiiiiiiiiii innenkort is het een halve eeuw geleden, dat Leonardo da Vinci's beroemde schilderij „La Gio- conda", het portret van de -Napolitaanse schoonheid Mona Lisa, echtgenote van de Florentijnse pa triciër Francesco del Giocondo, uit het Louvre te Parijs werd gestolen. Het lijkt ons interessant deze geschiedenis op te halen, temeer daar dit schilderij nog altijd om de raadselachtige, mys terieuze expressie in blik en gelaat van de vrouw, die erop staat afgebeeld, het onderwerp is van velerlei beschou wingen. Een dik koord scheidt op het ogen blik in het Louvre het beroemde schil derij van het pu bliek. De aantrek, kingskracht van dit portret is nog altijd even sterk, ook in onze tijd. Gelukkig is de belangstelling van een vreedzame aard, ofschoon nog in 1956 het meester werk door de Boli viaan Hugo Unjaga Villegas werd be schadigd, zij het niet ernstig. Maakte de geheimzinnige glim lach van de Napo litaanse schone hem razend of wilde hij op deze manier de aandacht op zich zelf of op een „pro- r die daar elkaar aan de wanden ver dringen. Hij ontdekte, dat een van de kostbaarste stukken niet op zjjn plaats hing en sprak daar toevallig over met een van de bewakers, die hij goed kende. Deze man meende, dat het stuk op de foto-ateliers was en het het daar bij. Maar „La Gioconda keerde niet terug. Tenslotte begon de suppoost het ook vreemd te vinden cn ging op onderzoek uit. Weldra was het museum in rep en roer. Iedereen, die zich in liet gebouw bevond, werd ondervraagd, liet gebouw werd uitgekamd. Het eni ge wat men kon vinden, was een stuk van de lijst. Het lag ergens op een kel dertrap. Die avond meldde de dagbladen het sensationele nieuws. De diefstal werd liet gesprek van 1911. Er werden grote beloningen uitgeloofd voor hen, die het schilderij konden terugbrengen of aan wijzingen wisten te geven. De Mona Lisa bleef weg. Elk spoor ontbrak tot december 1913. Toen kreeg een kunst handelaar, uitgerekend in Florence, een brief, waarin hem op enigszins ge- rij even in de werkplaats van zijn mu- lieimzinnige wijze een kostbaar schilde- seum op echtheid te onderzoeken. 1-Iet rij werd aangeboden, waarvan de brief- drietal wandelde er heen. Zonder dat schrijver alleen maar wilde zeggen dat de jongeman het merkte liet Poggi de liet zeldzaam was. De kunsthandelaar politie waarschuwen. Binnen een uur fine op het aanbod in. Later kreeg hij zat „Vincenzo" op het politiebureau, een brief waarin een afspraak werd Daar bleek, dat z\jn ware naam Vin- geregeld. Weldra diende zich een jonge cento Perugia was. Hij was een Italy man in dei kunsthandel aan, die zicli aanse lijstenmaker, die geholpen had bij ..Leonardo Vincenzo" noemde. Het was het inrichten van bepaalde zalen m het Een dik koord scheidt in het Louvre op het ogenblik het beroemde portret van het publiek. een Italiaan van een jaar of dertig; zonder er verder om heen te draaien vertelde hij, dat hij „La Gioconda" in zjjn bezit had en dat hij er een half mil joen Franse francs voor moest hebben. De map maakte een enigszins ver- Louvre. Hij had er zich over geërgerd, dat keizer Napoleon I een aantal Ita liaanse meesterwerken uit zijn geboor teland naar Frankrijk had gebracht. Hij noemde dit diefstal en had zich namens zijn vaderland willen wreken met een De Mona Lisa, het portret van de echtgenote van Florentijnse patriciër, Francesco del Giocondo. op blcem" vestigen? Hoe dan ook, de ont- schilderij verdwenen was al" de pantek06dieain augustu^vanhet mórgen in'augustus het Louvre binnen Lisa werd geïdentificeerd Prol *S delnbevda°neli5eS vlfe en°«ij warde indruk. De kunsthandelaar keek spectaculaire daad. Het was de bedoe- Uem aan „Ik wil het schilderij zien", ling geweest de door hem gestolen zei hij. „Als het werkelijk de Mona Lisa „Gioconda" aan de Italiaanse regering is, heb ik er wel wat voor over". cadeau te doen, maar hij was in geld- Men sprak af dat de kunstlianrieiaat llooc! gekomen. Dat Da Vinei het schu- de volgende dag in het hotel van zijn derjj voor een I ranse opdraiihtgie\ 'e; bezoeker het meesterwerk zou zien en gemaakt had was de patnot dat hij professor Poggi van het Uffizi- kend... museum als deskundige zou mogen Toch heeft deze diefstal voor t loren meenemen. Het hotel was een schamel ee nog een gevolg gehad. Alvorens de geval. In een dakkamertje legde „Leo- Mona Lisa aan het Louvre terug te ge- een nardo Vincenzo"in aanwezigheid van ven, vroeg professor Poggi één gunst; de heren een grote platte kist op bed hij wilde het kostbare portret geduren- en uit een aantal fluwelen lappen kwam dé een maand in zijn museum tentoon- een schilderij te voorschijn, dat dooi een de kenners onmiddellijk als dé Mona ofessoi wist stellen. Aan zijn verzoek werd vol daan; duizenden Italianen kwamen kijken naar de mysterieuze schone Na politaanse. Perugia kreeg anderhalf jaar. De Gids heeft in de 7naöLdg,i mei en juni verstek g gaan. Thans blijkt, dat voorbije maanden gewerkt is aal t toekomst: het blad verscheen een drievoudig nummer, dat de heeft gekregen „In de klem va1\er. tijd", waaraan als verlossende on titel werd toegevoegd: „Beelden morgen". Een groot aantal desk cj digen kijken vanuit hun vakge om de hoek van tijd in de toek?Ent althans: zij pogen te kijken. W de titel „In de klem van de tv gaat voor de meeste bijdragen 9 heel op: de meeste auteurs be9in1 f met een verontschuldiging voor n moed, een excuus dat soms 11 veel plaatsruimte in beslag nee e. Enkelen aarzelen zelfs niet, tejP ken van een „hachelijke zaak' gemeenplaats die vrij hachelijk 6 doet. De klem van de tijd is ze zo sterk, dat enkele auteurs aanfroe toekomst niet eens toekomen. kan het haast anders? Men ^e,L vakmensen aangezocht, geleerd- die de behoedzaamheid van de i° tenschap ten opzichte van prog kennen. En niet elke geleerde nose* heeft de een terrein waarop zoveel over toekomst gemediteerd kan word als J. M. J. Kooy het doet op gebied: de ruimtevaart. Zijn in begin van dit jaar geschreven zijn het arti' Vincento Perugia, de Italiaanse „patriot". kei is echter al op één punt achte haald. Er is nog een andere oorzad waardoor de beelden van mor9e haast niet op het scherm verschil' nen: wie over morgen praat, dien de toehoorder eerst over vandaag te lichten. En dat eist, daar d» meeste bijdragen over een gespec>a liseerd onderwerp gaan en geschr0' ven werden voor leken, veel plaats ruimte. Voor de toekomst is haast geen plaats meer en misschie' zullen de meeste auteurs daar t blij om geweest zijn. Want zelfs voorzichtigste profeet loopt het 9e' vaar, morgen roekeloos genoemd worden. Van het gevaar van profeteren geeft professor Ferd. L. Polak zijp, bijdrage „Het jaar 2000: op drempel van luister of duister vele voorbeelden. Terecht heeft met1! na een kleine wat retorische owoer- ture van A. de Froe, Polak kel nummer laten beginnen: door zj)ll publikatie „De toekomst is verlede'1 tijd" had hij daar recht op. He. grootste deel van zijn bijdrage word gevormd door een beknopte herhd' ling van het grondthema van he genoemde werk: het grote gevaa dat onze tijd loopt door het gem'S van een toekomstbeeld door de e rusting in de „orde van de dag"- Kan men Polaks bijdrage er eej1 van speculatieve aard noemen, de meeste andere artikelen zijn zeef exact: techniek, energievoorziening' de bevolking en de voedselproduk' tie, de atoomenergie, boeiend ndar de mate waarin de schrijver ZVn stof veelal tabellen en cijfers op een enigszins originele manier weet te presenteren. Al zeggen "e schrijvers in sommige gevallen oW* de toekomst nagenoeg niets, de aT' tikelen mogen dan het voordee hebben, de huidige stand van bepaalde wetenschap uiteengezet hebben. Wat in enge zin tot de cuUuur behoort, wordt ook op zijn goede slechte kansen voor morgen onder- zocht. In deze sector leverde Hélè'ie Nolthenius met haar artikel „Toe'' komstmuziek" verreweg de aard]9' ste bijdrage: zij blijkt in staat, haar gebied, met een hele cultuur geschiedenis als achtergrond voof' zichtig (en pessimistisch) aan mor' gen te denken, waarbij zij teve'1 enkele verrassende kanten llCi1i vandaaglaat zien. Hella HadsS schreef een artikel „De huiskame van de toekomst", waarin zij over' tuigend pleit voor het privé-leu^ van het individu, „de kleinste, m"a^ wezenlijkste bouwsteen van de 9e" meenschap". Komen onderwijs en kunstpolifte uitvoerig ter sprake, over de l°e't komst van de beeldende kunst e1 de literatuur wordt gezwegen. schien dat geen enkel auteur z}c,. aan een beschouwing daarover wvü wagen. Ergerlijker is het, dunkt tn^ dat men uit dit „Gidsnummer", "L ook als boekuitgave verscheen, indruk krijgt, met een wereld doen te hebben, welker probletue van zuiver technische en cultu-U technische aard zijn. GeesteH - problemen van de westelijke 'Tlv0 en die problemen ruim en d,eL genomen komen op geen enke bladzijde ter sprake. Op enkele zonderingen na, wordt in 9eeh enkel artikel de mens betrokk?1 die toch voor velen meer is "E een schepsel dat met een d°s technische problemen zit opS scheept. Met andere woorden: halve in enkele vaagheden of meenplaaatsen krijgen de ter spraE gebrachte problemen nergens levende inhoud die een mens er£IL gegeven had. Het lijkt zelfs vaak, niet hij, maar een bepaald v>etenit schappelijk probleem de inzet 1 jt het gevecht om de toekomst is. ,s dat niet alleen. In een uitgave deze hadden één of meer schouwingen over het christen en de toekomstige levenskansen de westerse cultuur niet mogen breken. Al had men maar de va vofi zeer boeiende én onthutste bijdrag' afgedrukt, die opgenomen wcua in het lente- en zomernummer v .Delta", waarin een aantal voorda staande Nederlanders hun gedac ten over de toekomst van de We'g europese cultuur gaven. Nagen0 alle artikelen in dit nummer V „De Gids" missen de adem, die Om voorbeeld een boekje als Guards. ..Was Efèt der Neuzeit" bezit. Eer'H< gezegd: alleen al voor dit ene boeh- geef ik deze hele uitgave, die schraal is dat men zelfs voor d« toekomst gaat vrezen, graag cade"^e Met bijbetaling eventueel voor „j ongetwijfeld grote moeiten <*an, nummer van „De Gids" besteed- fC.r- KOEWEIT De minister van bu'te£ landse zaken van Koeweit heeft in een telegram aan dc ire' raad over beklaagd dat Irak bijna Ujks zijn bedoeling om Koeweit teoEyi nexeren kenbaar maakt. Htj verz zijn telegram onder de leden v0/ctfl raad te laten rondgaan.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1961 | | pagina 6