EEN ROTTERDAMS PROEFSCHRIFT
Nieuwe visie op „a-socialen"
Onmaatschappelijken en
RE
Mor
Kurtz brengt
in Kurhaus-eoncert
afwisseling
50 jaar geleden verdween
de Mona Lisa uit het Louvre
B'
4r
Duizenden Italianen kwamen
naar „de glimlakijken
gen
Elk lid van de samenleving
speelt een bepaalde rol
Wiener Blut in
Stadsschouwburg
Alex A. Polak
overleden
DE DIEFSTAL DOOR EEN
o75
Afwijkend
Ro
Pastoor W. van Albach
50 jaar priester
Opdracht voor
hersenspecialist
Haagse dovenvereniging
„Don Bosco25 jaar
HORS D'OEUVRE a LA RUSSE
In een onlangs verschenen Rot
terdams proefschrift*) wordt
een nieuwe visie ontwikkeld
op de zg. asocialen en op de bete
kenis en aanpak van het maat
schappelijk werk onder hen.
Wat zijn asocialen?
Waarden
Aangepast
Onmaatschappelijk
COGNAC V.S.O.P.
--
W
dof1
In alle grote steden komen wijken
voor waar mensen wonen die zich af
wijkend gedragen van wat in de kring
der fatsoenlijke burgers- als gepast
geldt en die deswege onmaatschap
pelijk, sociaal-onvolwaardig, onaange
past worden genoemd. Vroeger zag men
hierin eigenlijk geen probleem: de door
Jan Steen uitgebeelde tafereeltjes
waren geen voorwerp van verontruste
studie. Onze nieuw verworven welvaart
heeft de groep der proletariërs echter
doen slinken: velen van degenen wier
levenswijs voorheen uit exogene oorza
ken niet van die der asocialen verschil
de namelijk omdat er geen werk,
geen behoorlijke maatschappelijke
plaats voor hun was leiden thans een
normaal bestaan. Maar de restgroep
die de achterbuurten bevolkt is het ver
licht sociaal bewustzijn zorgen gaan
baren. Wat zijn dat voor mensen, die
hun brood van een tafelzeiltjc eten, hun
kinderen tot middernacht op straat
laten zwerven en met weinig los werk
en veel vaste steun van gemeentelijke
diensten van sociale zaken aan de kost
komen?
Menig achtenswaardig burger 'toont
zich in het borrelgesprek onaange
naam getroffen doordat deze mensen
zich de laatste jaren in taartjeswin
kels beginnen te vertonen. Ze worden
waargenomen aan haringstr ies als
de haring groen en in gr< halle
tjes als de aardbei nog maar nauwe
lijks uit de kas is. Ze zijn dus met
meer zo erg arm. Maar waarom
eten ze dan niet met vork en mes?
In de gebruikelijke sociologische op
vatting ziet men de samenleving als
geleed. Zij bestaat uit klassen. Hoge
en lage, met daartussen de middengroe
pen. De asocialen komen in deze visie
onderaan. Zij zijn de ondersten van de
ondersten, de achtersten van de achter
sten.
Eigenlijk hebben ze in deze gelaagde
opbouw geen plaats. Eigenlijk zijn ze
geen sociale groep; ze zitten eronder
daarom heten ze ook asociaal.
I
Als goed leerling van zijn Rotterdam
se hoogleraar in de sociologie Polak,
heeft Van Tienen zich nu afgevraagd
in hoeverre men in deze sociologische
opvatting onbewust een waardeoordeel
heeft aangelegd. Volgens Polak is het
namelijk voor een onderzoeker onmo
gelijk zich in zijn oordeelvelling over
sociale aangelegenheden helemaal los
te maken van de maatschappelijke
waarden waarmee hij zelf is opge
groeid. Zelfs de wetenschapsman die
voorgeeft „wertfrei" te zijn, derhalve
,,sein" en „sollen" te scheiden en vol
strekt onbevooroordeeld te werk te
gaan, is (anders dan de beoefenaar der
natuurwetenschappen) tóch deel van
zijn object, nl. deel van zijn samen
leving.
En de onze is een burgerlijke samen
leving, gedragen door begrippen als
sparen, bezit, beroep en aan de toe
komst denken. Dat is ook precies wat
men in de onmaatschappelijkheidsbe-
strijding -de asocialen leren wil: met het
huishoudgeld omgaan, wat opzij leggen
voor de gas- en lichtrekening, een vak
leren. Wie de taak van dit maatschap
pelijk werk zo ziet, moet zich realise
ren dat hij hiermee zeer bepaalde, his
torisch zo gegroeide leefregels van onze
samenleving oplegt aan een groep, die
ze uit eigen beweging kennelijk niet
aanvaardt.
Van Tienen's onderzoek van 1800 Rot
terdamse achterbuurtgezinnen heeft uit
gewezen dat karakteristiek voor hun
levenswijze is: de grote openheid, het
ontbreken van een fa?ade waarachter
men zich verbergen kan. En verder de
duidelijke voorkeur voor het heden
boven de toekomst, welke eigenschap
deze mensen een makkelijk slachtoffer
doet worden van afbetalingscolporteurs.
tijd in een bepaalde rol: de rol van on
dergeschikte, klant, collega. Deze rol is
natuurlijk ongeschreven, maar in het
bewustzijn van allen vastgelegd.
Prof. Oldendorff definieert de sociale
rol als het geheel van verwachtingen
dat „men" koestert omtrent het gedrag
van een individu, op grond van zijn so
ciale status.
Van dit begrip bedient zich nu Van
Tienen als hij het probleem der on
maatschappelijkheid opnieuw benadert.
Daarmee doorbreekt hij de verticale
sociale stratificatie, die de mensen
eigenlijk naar één criterium rangschikt,
nl. naar hun beroep. (In het stratifica
tie-onderzoek pleegt men nl. het be
roep als indicatie voor het behoren tot
een bepaalde rangstand aan te nemen.)
De rol daarentegen betrekt zich ook op
andere aspecten van het menselijke
zijn: er is de rol van moeder, vriend,
lid van een vereniging. In de verschil
lende maatschappelijke millieus worden
deze rollen echter verschillend gespeeld.
D.w.z. de sociale groeperingen die men
klassen of standen noemt zijn ten op
zichte van elkander andersmaatschap-
pelijk. Als men een rol op tien manie
ren kan vervullen, dan zijn er tien ma
nieren van maatschappelijk-zijn. En
elk van die rolopvattingen is anders-
maatschappelijk ten opzichte van de
negen overige. Natuurlijk moet men
de rolverwachting nu weer niet con
strueren naar een of ander algemeen
aanvaard niveau, want dan komen we
toch weer bij het burgerlijk normbesef
terecht.
Van Tienen vindt dat de rolverwach
ting bepaald moet worden per situa
tie en dat als criterium voor een al
of niet „goed" spelen moet gelden
het al of niet zich welbevinden van
de deelnemers aan de situatie. Waar
de rol zo gespeeld wordt als dit werd
iimiuiiui'
De groep heeft dus inderdaad afwij
kende normen en het werk der onmaat-
schappelijkheidsbestrijding Krijgt zo
licht het karakter van een opheffen van
de ondersten volgens het leefrecept van
de middelsten die immers de waar
den onzer burgerlijke samenleving bij
uitstek heten te belijden. De beoorde
lingen der onmaatschappelijken m de
rapporten van maatschappelijke wer
kers houden soms evenzovele veroor
delingen in. „De onverschillige bonk
van een man bekommert zich geen zier
om zijn hok met kinderen. De kinde
ren zijn op sexueel gebied goed bij.
Vroeg rijp vroeg rot!"
Met dergelijke kwalificaties is nie
mand gediend de asocialen zelf het
minst Maar men komt hiertoe, door
de publieke opvatting ongeweten tot de
eigene te maxen en die toe te passen
op een groep die nu eenmaal anders
leeft, want anders is.
Wie er naar streeft een lid van een
groep „aangepast" te maken, loopt
kans juist het omgekeerde te berei
ken. Wie b.v. een moeder die in een
wiilc woont waar alle kinderen des
avonds^Laat op straat spelen e^an
weet te overtuigen dat ze de hare er
in het vervolg om 8 uur m moet stop
pen, schept daarmee onrust m een ge
zin waar voorheen althans op ^'t punt
rust bestond. En... veroorzaakt on
aangepastheid aan de eigen
face groep!
Zo heeft- men de kerkelijkheid in
stand trachten te houden door aan beg
tigden der bedeling de eis te stellen
vair regelmatig kerkbezoek. Wie op zon
dag in de kerk gemist was kreeg de
volgende week zijn geld met. Men heelt
daarmee btj de asocialen heel wat wrok
gezet en een deel van de naoorlogse
onkerkelijkheid moet misschien worden
toegeschreven aan deze vorm van. on-
m aatschappeli jkheidsbestri j dingVol
gens Van Tienen, is dit alles uitvloeisel
van de verticale maatschappij-opvat
ting, die onze samenleving ziet als een
hiërarchisch geheel van klassen en het
■normenstelsel van de als belangrijkst
beschouwde groep vervolgens als ge
wenst poneert ook voor andere groepe
Ontren Hiertegenover stelt hij wat hij
noemt'de horizontale visie op de samen
leving, die haar uitgangspunt neemt in
de z.g. roltheorie.
van de same plaats en func-
die hem krac t oeting tussen men
tis toevalt. Elke oim &concreto si.
verwacht, heerst sociale rust. De
grens tussen andersmaatschappelijk
heid en onmaatschappelijkheid ligt
daar, waar het welbevinden verdwijnt
en nood ervaren wordt. Er is dan
een zodanig verschil tussen rolver
wachting en rolvervulling dat daar
lichamelijk of geestelijk leed uit
voortvloeit.
Dus: met de vingers eten is anders-
maatschappelijk t.o.v. eten met mes en
vork; de kinderen niet op tijd te eten
geven is onmaatschappelijk.
Of: De sexuele voorlichting van kin
deren overlaten aan een arts is anders-
maatschappelijk t.o.v. die zelf te geven;
het geslachtelijke op zo een manier in
de kinderlijke belevingswereld te plaat
sen dat het kind daar angst van onder
vindt is onmaatschappelijk.
De eerste stelling van Van Tienen's
dissertatie luidt: „Onder onmaatschap
pelijkheid dient de discrepantie te wor
den verstaan zoals die in iedere sociale
situatie tussen de werkelijke en de ver
eiste sociale rol kan bestaan."
Mét de horizontale visie verdwijnt
meteen de gedachte dat onmaatschap
pelijkheid alleen bij de bewoners van
achterbuurten kan worden waargeno
men. Integendeel, onmaatschappelijk
heid in deze betekenis doet zich in alle
kringen voor. Door de openheid waar
door het leven in de achterbuurt zich
kenmerkt wordt het onmaatschappelijke
gedrag daar wel veel eerder manifest.
Kinderverwaarlozing is daar voor ieder
een waarneembaar aan haveloze kledij
en ongesnoten neuzen. In het hogere
milieu verwijdert men het ongewenste
kind geruisloos naar de kostschool.
Waar het op aankomt: het affectief te
kort schieten in de opvoeding, kan in
alle kringen waargenomen worden. De
dronkaard in de achterbuurt waggelt
lallende naar huis, daar waar de be-
schonkene uit betere kring een taxi bel
len laat. De openheid van het zich op
straat afspelende leven heeft ertoe ge
leid dat roldiscrepantie in de achter
buurt sterk de aandacht trok. In de ver
ticale maatschappijopvatting is men er
toe gekomen het begrip „asociaal" met
„onderste laag" te identificeren. Als lid
van zijn eigen maatschappelijke kring,
waar eigen normen gelden, is de be
woner van de achterbuurt echter wel
anders maar niet dan bij uitzonde-
ding onmaatschappelijk.
H. J. D.
De Andersmaatschappelijken; A.
J. M. van Tienen, uitg. Van Gorcum
te Assen, 1960.
(Van onze Utrechtse redacteur)
UTRECHT, 10 augustus Oud-pas
toor W. van Albach, die 26 jaar de St.
Ludgerusparochie in Zuilen heeft ge
leid en sinds twee jaar van zijn emeri
taat geniet, is 15 augustus vijftig jaar
priester.
Hij is die dag uitstedig, maar de ge
dachten van zijn oud-parochianen zullen
zeker met grote dankbaarheid naar
hem uitgaan, omdat hij een voorbeel
dig zieleherder was. Hjj heeft veel voor
het godsdienstig leven in deze uitge
strekte parochie gedaan en leefde har
telijk met de noden van allen mee. Tal
van activiteiten heeft hij gestimuleerd.
De liturgie ging hem zeer ter harte,
waarbij hij als een goed kenner van mu
ziek vooral streefde naar een perfecte
kerkzang. Als bevorderaar van goede
kerkmuziek heeft zijn naam trouwens
over het gehele land een bekende klank.
Sinds jaren is hij bestuurslid van het
Katholiek Instituut voor de Kerkmu
ziek.
Pastoor van Albach, die in 1887 te 01-
denzaal werd geboren, begon zijn pries
terlijke loopbaan als kapelaan te Hee-
ten. Twee jaar later verwisselde lijj het
parochiewerk met het leraarsambt aan
het Klein-seminarie te Culemborg, dat
hij vijftien jaar heeft vervuld.
Als pastoor in Angeren kwam hij
vervolgens opnieuw in de directe ziel
zorg. Vijf jaar later vertrok hij naar het
toen nog zelfstandige Zuilen, waar in
die tijd slechts één parochie was.
AMSTERDAM, 9 augustus De
Unesco heeft aan de conservator van
het Nederlands instituut voor hersen
onderzoek, de 30-jarige dr. J. P
Schadé opdracht verleend tot het or
ganiseren van vijf internationale confe
renties op neurologisch en neuro-biolo-
gisch gebied. Dr. Schadé werd benoemd
tot secretaris-generaal voor deze con
ferenties, waaraan ongeveer 25 experts
op neurologisch en neuro-psychiatrisch
gebied uit de gehele wereld zullen deel
nemen.
(Van onze Haagse redactie)
DEN HAAG, 10 aug. De Haagse
katholieke dovenvereniging „Don Bos
co" viert zondag 3 september haar vijf
entwintigjarig bestaan. Op die dag
draagt mgr. J. van Overbeek, direc
teur van het instituut voor doven in
St. Michielsgestel, 's morgens een plech
tige Hoogmis op in de kerk van de
H. Antonius van Padua. Later op de
dag is er een receptie in Den Hout en
een feestavond.
AMSTERDAM, 10 aug. De Hoofd
stacl Operette besluit op het ogenblik
haar serie voorstellingen van „Wiener
Blut" in de Stadsschouwburg. Gister
avond kon men kennis maken met een
goed geregisseerde, degelijk gemonteer
de en rijk versierde uitvoering. De zaal
was goed, maar niet geheel bezet. Er
werd veel gelachen en geapplaudis
seerd, maar toch niet zoveel als achter
de coulissen gehoopt en voorzien was.
Is tie voorstelling al een weinig uitge
sleten?
Natuurlijk is Lizzi Schöffman de ster
en het middelpunt; zij is de geboren
soubrette, die met flitsende levendig
heid, pittige zin voor humor en echt
ritmisch gevoel de vaart er in houdt.
Naast haar moet Jan Handersom ge
noemd worden om zijn prettige, lichte
en zuivere tenor, waarmee hij muzikaal
en melodieus zingt; ook Rosy Parrish
begrijpt de muziek goed en geeft haar
rol een eigen kleur. Willy Scherdeck
speelt met grote lenigheid de oude,
stramme minister en vormt met Her
man Valsner een geslaagd komisch
tweetal. Wel moeten zij op het Leidsche-
plein oppassen voor tè veel herhaling
van hun grapjes. Karl Frey was een
al te nadrukkelijke liefhebber van hand
kussen. Van Ina Nahuys mag men in
haar statige rol iets meer persoonlijk
heid en eigen accent verlangen.
De instrumentale verzorging behoeft
herziening. Deze operette biedt minder
pikante taferelen dan bij voorbeeld
„Die Fledermaus", maar bevat toch
veel kostelijke Strauss-muziek, die niet
zonder schade aan het geheel verwaar
loosd kan worden. De uitvoering van de
ouverture en de entre-acten was bleek
en sfeerloos- dirigent Terwiel zag cres-
cendi en ritenuti over het hoofd, de
Weense deining en esprit gingen dik
wijls verloren in een geesteloze ver
snelling van het tempo. De décors en
costumes zijn rijk en fraai gekozen.
Wij hopen dat alle uitvoerenden door
contact met het hoofdstedelijk publiek
aangespoord zullen worden tot nieuwe
bezieling in deze in aanleg goed opge
bouwde voorstelling.
v.E.
{Advertentie)
CHAMPAGNE
COGNAC
Remy Martin
levert uit
sluitend één
kwaliteit,
een zéér
oude V.S.O.P.
Vraag- daarom
Rémy Martin -
dan kunt U er
verzekerd
van zijn,
steeds
dezelfde
volmaakte
Cognac
te krijgen.
IMPORTEURS
JACOBUS BOELEN]
DEN HAAG, 10 aug Temidden
van de conventionele hoofdschotels,
welke de Kurhaus-concertganger dit sei
zoen geserveerd krijgt, bracht de voor
malige Russische dirigent Efrem Kurtz
een compleet Russisch menu, waarvan
de entrée een welkome „hors d'oeuvre"
vormde. Deze bestond uit een ouverture
tot de opera Colas Breugnon van Dimi-
tri Kabalevsky, geschreven naar een
door Romain Rolland vereeuwigde fi
guur uit de Franse renaissance-tjjd. Het
werk was geen openbaring van onge
kende geluiden, maar bleek toch ver
frissend genoeg om korte tijd te boeien
door een pittige ritmiek een joyeuse
melodiek en een orkestratie van zoveel
inventieve variëteit, dat men van de
eerste tot de laatste noot in gespannen
verwachting bleef. Deze spanning had
in een ratelende paukenslag moeten
eindigen, maar ze ontglipte nog juist
aan de overigens grote waakzaamheid
van de dirigent en daardoor bleef het
eindeffect dus uit. Afgezien van deze
kleine inzinking bleek de hier reeds
eerdèr opgetreden Rus het stuk vol
komen te beheersen; hij gaf het met
een kennelijke Spielfreudigkeit weer.
Na deze „hors d'oeuvre" a la Russe
kwamen als verdere gerechten het
Tweede Pianoconcert van Rachmani
noff en de Vierde Symphonie van
Tsjaikovsky. Hot laatste programma
onderdeel maakten we niet meer mee.
In het pianoconcert was namelyk de
Russische spijs reeds zo overdadig van
gekruidheid, zoetigheid en andere lek
kernij, dat we voor oververzadiging
moesten oppassen. Nu gaf de wereld
vermaarde pianist Shura Cherkassy
aan het stuk wat men ervan verlangt:
technische bravour naast allertederste
cantilene, quasi-diepzinnigheid naast
cavalcades en charges, die van het
klavier een strijdros maken, dat onop
houdelijk op het orkest aanrent als in
een gevecht op leven en dood. Iedere
middelmatige pianist moet in deze
strjjd het onderspit delven wegens on
toereikend technisch vermogen. Cher
kassy echter bleef in deze strijd recht
in het zadel zitten, hoe vol het orkest
ook op hem aanstormde en hoeveel
klanklawines er van die kant op hem
neerstorten. En dit bracht ook tenslotte
de overwinning voor zijn technisch
fenomenaal vermogen.
M. MONNIKENDAM
AMSTERDAM, 10 aug. Op 87-
jarige leeftijd is hier overleden de
violist Alex A. Polak, oud-concertmees
ter van het Concertgebouworkest en
mede-oprichter en (gedurende ziin hele
loopbaan) eerste secretaris van de ver
eniging „Het Concertgebouw".
De heer Polak heeft (van 1894 af)
bijna een halve eeuw deel uitgemaakt
van het hoofdstedelijke orkest, waarvan
hij in 1915 concertmeester werd. Alex
Polak, die ook veel als solist optrad
werd bij zijn afscheid onderscheiden
met de zelden verleende Concertge
bouw-medaille. De teraardebestelling
zal vrijdagmiddag geschieden op Zorg-
vlied.
iiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiMiiiiiiiiiiHHiiHmiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiMiiHiiiiiiuiMiiiiiiiiiiiiiiiiiMiMiiiiiiiiiiiiiiHitiiiiiiimiiiiiiiiMimiiiiiiiiiiiii
innenkort is
het een halve
eeuw geleden,
dat Leonardo
da Vinci's beroemde
schilderij „La Gio-
conda", het portret
van de -Napolitaanse
schoonheid Mona
Lisa, echtgenote van
de Florentijnse pa
triciër Francesco del
Giocondo, uit het
Louvre te Parijs
werd gestolen. Het
lijkt ons interessant
deze geschiedenis op
te halen, temeer
daar dit schilderij
nog altijd om de
raadselachtige, mys
terieuze expressie in
blik en gelaat van
de vrouw, die erop
staat afgebeeld, het
onderwerp is van
velerlei beschou
wingen.
Een dik koord
scheidt op het ogen
blik in het Louvre
het beroemde schil
derij van het pu
bliek. De aantrek,
kingskracht van dit
portret is nog altijd
even sterk, ook in
onze tijd. Gelukkig
is de belangstelling
van een vreedzame
aard, ofschoon nog
in 1956 het meester
werk door de Boli
viaan Hugo Unjaga
Villegas werd be
schadigd, zij het niet
ernstig. Maakte de
geheimzinnige glim
lach van de Napo
litaanse schone hem
razend of wilde hij
op deze manier de
aandacht op zich
zelf of op een „pro-
r
die daar elkaar aan de wanden ver
dringen. Hij ontdekte, dat een van de
kostbaarste stukken niet op zjjn plaats
hing en sprak daar toevallig over met
een van de bewakers, die hij goed
kende. Deze man meende, dat het stuk
op de foto-ateliers was en het het daar
bij. Maar „La Gioconda keerde niet
terug. Tenslotte begon de suppoost
het ook vreemd te vinden cn ging op
onderzoek uit. Weldra was het museum
in rep en roer. Iedereen, die zich in
liet gebouw bevond, werd ondervraagd,
liet gebouw werd uitgekamd. Het eni
ge wat men kon vinden, was een stuk
van de lijst. Het lag ergens op een kel
dertrap.
Die avond meldde de dagbladen het
sensationele nieuws. De diefstal werd
liet gesprek van 1911. Er werden grote
beloningen uitgeloofd voor hen, die het
schilderij konden terugbrengen of aan
wijzingen wisten te geven. De Mona
Lisa bleef weg. Elk spoor ontbrak tot
december 1913. Toen kreeg een kunst
handelaar, uitgerekend in Florence,
een brief, waarin hem op enigszins ge- rij even in de werkplaats van zijn mu-
lieimzinnige wijze een kostbaar schilde- seum op echtheid te onderzoeken. 1-Iet
rij werd aangeboden, waarvan de brief- drietal wandelde er heen. Zonder dat
schrijver alleen maar wilde zeggen dat de jongeman het merkte liet Poggi de
liet zeldzaam was. De kunsthandelaar politie waarschuwen. Binnen een uur
fine op het aanbod in. Later kreeg hij zat „Vincenzo" op het politiebureau,
een brief waarin een afspraak werd Daar bleek, dat z\jn ware naam Vin-
geregeld. Weldra diende zich een jonge cento Perugia was. Hij was een Italy
man in dei kunsthandel aan, die zicli aanse lijstenmaker, die geholpen had bij
..Leonardo Vincenzo" noemde. Het was het inrichten van bepaalde zalen m het
Een dik koord scheidt in het Louvre op het ogenblik het beroemde portret van
het publiek.
een Italiaan van een jaar of dertig;
zonder er verder om heen te draaien
vertelde hij, dat hij „La Gioconda" in
zjjn bezit had en dat hij er een half mil
joen Franse francs voor moest hebben.
De map maakte een enigszins ver-
Louvre. Hij had er zich over geërgerd,
dat keizer Napoleon I een aantal Ita
liaanse meesterwerken uit zijn geboor
teland naar Frankrijk had gebracht. Hij
noemde dit diefstal en had zich namens
zijn vaderland willen wreken met een
De Mona Lisa, het portret van de echtgenote van
Florentijnse patriciër, Francesco del Giocondo.
op
blcem" vestigen? Hoe dan ook, de ont- schilderij verdwenen was
al" de pantek06dieain augustu^vanhet mórgen in'augustus het Louvre binnen Lisa werd geïdentificeerd Prol
*S delnbevda°neli5eS vlfe en°«ij
warde indruk. De kunsthandelaar keek spectaculaire daad. Het was de bedoe-
Uem aan „Ik wil het schilderij zien", ling geweest de door hem gestolen
zei hij. „Als het werkelijk de Mona Lisa „Gioconda" aan de Italiaanse regering
is, heb ik er wel wat voor over". cadeau te doen, maar hij was in geld-
Men sprak af dat de kunstlianrieiaat llooc! gekomen. Dat Da Vinei het schu-
de volgende dag in het hotel van zijn derjj voor een I ranse opdraiihtgie\ 'e;
bezoeker het meesterwerk zou zien en gemaakt had was de patnot
dat hij professor Poggi van het Uffizi- kend...
museum als deskundige zou mogen Toch heeft deze diefstal voor t loren
meenemen. Het hotel was een schamel ee nog een gevolg gehad. Alvorens de
geval. In een dakkamertje legde „Leo- Mona Lisa aan het Louvre terug te ge-
een nardo Vincenzo"in aanwezigheid van ven, vroeg professor Poggi één gunst;
de heren een grote platte kist op bed hij wilde het kostbare portret geduren-
en uit een aantal fluwelen lappen kwam dé een maand in zijn museum tentoon-
een schilderij te voorschijn, dat dooi
een de kenners onmiddellijk als dé Mona
ofessoi
wist
stellen. Aan zijn verzoek werd vol
daan; duizenden Italianen kwamen
kijken naar de mysterieuze schone Na
politaanse. Perugia kreeg anderhalf
jaar.
De Gids heeft in de 7naöLdg,i
mei en juni verstek g
gaan. Thans blijkt, dat
voorbije maanden gewerkt is aal t
toekomst: het blad verscheen
een drievoudig nummer, dat de
heeft gekregen „In de klem va1\er.
tijd", waaraan als verlossende on
titel werd toegevoegd: „Beelden
morgen". Een groot aantal desk cj
digen kijken vanuit hun vakge
om de hoek van tijd in de toek?Ent
althans: zij pogen te kijken. W
de titel „In de klem van de tv
gaat voor de meeste bijdragen 9
heel op: de meeste auteurs be9in1 f
met een verontschuldiging voor n
moed, een excuus dat soms 11
veel plaatsruimte in beslag nee e.
Enkelen aarzelen zelfs niet, tejP
ken van een „hachelijke zaak'
gemeenplaats die vrij hachelijk 6
doet. De klem van de tijd is ze
zo sterk, dat enkele auteurs aanfroe
toekomst niet eens toekomen.
kan het haast anders? Men ^e,L
vakmensen aangezocht, geleerd-
die de behoedzaamheid van de i°
tenschap ten opzichte van prog
kennen. En niet elke geleerde
nose*
heeft
de
een terrein waarop zoveel over
toekomst gemediteerd kan word
als J. M. J. Kooy het doet op
gebied: de ruimtevaart. Zijn in
begin van dit jaar geschreven
zijn
het
arti'
Vincento Perugia, de Italiaanse
„patriot".
kei is echter al op één punt achte
haald. Er is nog een andere oorzad
waardoor de beelden van mor9e
haast niet op het scherm verschil'
nen: wie over morgen praat, dien
de toehoorder eerst over vandaag
te lichten. En dat eist, daar d»
meeste bijdragen over een gespec>a
liseerd onderwerp gaan en geschr0'
ven werden voor leken, veel plaats
ruimte. Voor de toekomst is
haast geen plaats meer en misschie'
zullen de meeste auteurs daar t
blij om geweest zijn. Want zelfs
voorzichtigste profeet loopt het 9e'
vaar, morgen roekeloos genoemd
worden.
Van het gevaar van profeteren
geeft professor Ferd. L. Polak
zijp, bijdrage „Het jaar 2000: op
drempel van luister of duister
vele voorbeelden. Terecht heeft met1!
na een kleine wat retorische owoer-
ture van A. de Froe, Polak kel
nummer laten beginnen: door zj)ll
publikatie „De toekomst is verlede'1
tijd" had hij daar recht op. He.
grootste deel van zijn bijdrage word
gevormd door een beknopte herhd'
ling van het grondthema van he
genoemde werk: het grote gevaa
dat onze tijd loopt door het gem'S
van een toekomstbeeld door de e
rusting in de „orde van de dag"-
Kan men Polaks bijdrage er eej1
van speculatieve aard noemen, de
meeste andere artikelen zijn zeef
exact: techniek, energievoorziening'
de bevolking en de voedselproduk'
tie, de atoomenergie, boeiend ndar
de mate waarin de schrijver ZVn
stof veelal tabellen en cijfers
op een enigszins originele manier
weet te presenteren. Al zeggen "e
schrijvers in sommige gevallen oW*
de toekomst nagenoeg niets, de aT'
tikelen mogen dan het voordee
hebben, de huidige stand van
bepaalde wetenschap uiteengezet
hebben.
Wat in enge zin tot de cuUuur
behoort, wordt ook op zijn goede
slechte kansen voor morgen onder-
zocht. In deze sector leverde Hélè'ie
Nolthenius met haar artikel „Toe''
komstmuziek" verreweg de aard]9'
ste bijdrage: zij blijkt in staat,
haar gebied, met een hele cultuur
geschiedenis als achtergrond voof'
zichtig (en pessimistisch) aan mor'
gen te denken, waarbij zij teve'1
enkele verrassende kanten llCi1i
vandaaglaat zien. Hella HadsS
schreef een artikel „De huiskame
van de toekomst", waarin zij over'
tuigend pleit voor het privé-leu^
van het individu, „de kleinste, m"a^
wezenlijkste bouwsteen van de 9e"
meenschap".
Komen onderwijs en kunstpolifte
uitvoerig ter sprake, over de l°e't
komst van de beeldende kunst e1
de literatuur wordt gezwegen.
schien dat geen enkel auteur z}c,.
aan een beschouwing daarover wvü
wagen. Ergerlijker is het, dunkt tn^
dat men uit dit „Gidsnummer", "L
ook als boekuitgave verscheen,
indruk krijgt, met een wereld
doen te hebben, welker probletue
van zuiver technische en cultu-U
technische aard zijn. GeesteH -
problemen van de westelijke 'Tlv0
en die problemen ruim en d,eL
genomen komen op geen enke
bladzijde ter sprake. Op enkele
zonderingen na, wordt in 9eeh
enkel artikel de mens betrokk?1
die toch voor velen meer is "E
een schepsel dat met een d°s
technische problemen zit opS
scheept. Met andere woorden:
halve in enkele vaagheden of
meenplaaatsen krijgen de ter spraE
gebrachte problemen nergens
levende inhoud die een mens er£IL
gegeven had. Het lijkt zelfs vaak,
niet hij, maar een bepaald v>etenit
schappelijk probleem de inzet 1 jt
het gevecht om de toekomst is. ,s
dat niet alleen. In een uitgave
deze hadden één of meer
schouwingen over het christen
en de toekomstige levenskansen
de westerse cultuur niet mogen
breken. Al had men maar de va
vofi
zeer boeiende én onthutste bijdrag'
afgedrukt, die opgenomen wcua
in het lente- en zomernummer v
.Delta", waarin een aantal voorda
staande Nederlanders hun gedac
ten over de toekomst van de We'g
europese cultuur gaven. Nagen0
alle artikelen in dit nummer V
„De Gids" missen de adem, die Om
voorbeeld een boekje als Guards.
..Was Efèt der Neuzeit" bezit. Eer'H<
gezegd: alleen al voor dit ene boeh-
geef ik deze hele uitgave, die
schraal is dat men zelfs voor
d«
toekomst gaat vrezen, graag cade"^e
Met bijbetaling eventueel voor „j
ongetwijfeld grote moeiten <*an,
nummer van „De Gids" besteed-
fC.r-
KOEWEIT De minister van bu'te£
landse zaken van Koeweit heeft
in een telegram aan dc ire'
raad over beklaagd dat Irak bijna
Ujks zijn bedoeling om Koeweit teoEyi
nexeren kenbaar maakt. Htj verz
zijn telegram onder de leden v0/ctfl
raad te laten rondgaan.