Het verraad van de 4e november Hongaarse opstand richtte zich tegen Rusland en communisme Janos Kadars breuk met Iinre Nagy is nog steeds tiet geheel opgehelderd Hongaarse vluchtelingen - na een harde tijd - nu wel aangepast Velen hebben zich hier een prachtig bestaan opgebouwd MOEIZAAM WERK VAN VLUCHTELINGENHULP WERPT RESULTATEN AF voelt zich thuis ss srjssr%t {g&r* ,lk ben blij" ZATERDAG 28 OKTOBER 1961 S'nds ongeveer anderhalve Slaand heeft Janos Cserma- hjj ....'yk de baan weer terug, die Vqii Uar geleden onder nooit hetlp i °P§ehelderde omstandig- later eft gekregen en die hij is cjp Ueer heeft opgegeven. Janos Se ]a5?0n van een Duits-Hongaar- distr;'!?ai^eider uit Kapoly in het beginC Somogy. Toen hij in het tot (]fl Yj n de jaren dertig toetrad be\Ve eugaarse communistische bee]riglng' volgde hij het voor- Oeeifj V0J?de hij het voor- Ver^, Van zovele van zijn geest- huf, n, die bang waren dat ^nkei? YYn'et HonSaars genoeg ternaa^; t veranderde zijn ach- hu kli terna"a veranderde zijn ach- bo.s Voortaan heette hij: Ja- thans *s deze man, die *WJremier en partijleider in botnen 1Je 's* tIet *s deze aange zet Ve "aam- ^ie synoniem is met Staart .la&d van de Hongaarse op- n oktober-november 1956. EIND oktober 1956 barstte in Hongarije de storm los, voor al ónder de arbeiders en de jeugd, die de dictatuur en de dwang van het communisme niet langer wensten te dragen en met de gedachte van: liever dood dan slaaf, de^ Russische tanks te lijf gingen. Er ging een schok door de wereld. De Hongaren, die reeds in Nederland waren omdat zij al eer der waren gevlucht, hielden de adem in. Wij bezochten in 'die dagen verschillende Hongaarse families. Waar men ook kwam, overal zat men stil, doodstil en angstig te luisteren naar de clan destiene radio-uitzendingen uit Komarom en Pécs en andere ste den in het Noorden en het Zuiden, die angstig riepen om hulp, die wij hen niet konden geven. Het Westen deed niets. Kon misschien niets doen, vanwege het gevaar van een wereldbrand. lassiek geworden foto's van dé Hongaarse opstand: een meisje, dai *erwarring van het Russische offensief ouders §?i familieleden is kwijt ge- en dat nu ergens aan de Hongaars-Oostenrijkse grens zit te wachten op een oude koffer. 0<,r7'a'<en vajj die opstand iyn velerlei geweest. De overdreven in dustrialisatie, die tijdens het bewind van de Hongaarse partijleider Matyas Rakosi werd nagestreefd, ging ge paard met een in hevigheid steeds toe nemende politieterreur en met een te kort aan allerlei consumptieartikelen. Daar kwam by een volstrekte onder schikking van alles wat Hongaars was aan het Russische voorbeeld, de Russische maatstaf, het Russische ini tiatief. Zelfs iiet uniform van de Hon gaarse soldaten was een getrouwe kopie van dat der militairen in het Rode Leger. Anti-Russische motieven speelden bij de Hongaarse opstand een zeker even sterke rol als anti-communisti sche. Alleen zo1 was het ook te ver klaren, dat een overtuigde, zij het 'ook gematigde communist als Imre Nagy op 23 oktober 1956 voor de tweede maal in zijn carrière Hongaars pre mier werd en ditmaal op sommatie van haast het hele Hongaarse volk. De oude partijleiding, die al te slaafs was ge weest tegen de Russen, werd het land uitgejaagd. Het perspectief, dat zich een ogen blik voor Hongarije scheen te openen, was dat, van een buiten het Rat'* Warschau staande mogendheid, die een tamelijk stoer socialisme zou blijven huldigen. Onvergetelijk blijven de verhalen, die toen het westen bereikten over de geestdrift en de moed, waarmee stu denten, arbeiders, soldaten en intel lectuelen op de bres stonden voor het behoud van hun hervonden Hongaar se identiteit. De Russen waren het onderling niet eens. De militairen wilden hun stra tegische positie in Hongarije niet op geven. Sommige partijleiders achtten het ogenblik gekomen om Nikita Rhroesjtsjev de gevolgen te verwijten van de ontluistering, die hy' in febru ari de nagedachtenis van Stalin had laten ondergaan. Aan de andere kant stonden degenen, die betoogden, dat men geen nationa listische stromingen in Hongarije kon onderdrukken zonder tegelijkertijd de indruk te wekken van een bloedige strijd tussen twee socialistische landen. Beide kampen hebben een hoogge plaatste waarnemer naar Boedapest gezonden. Mikojan en Soeslov. die in die dagen verbijsterd en onzeker hun weg zochten door de stormachtige ge beurtenissen in de Hongaarse hoofd stad. reisden wel samen, maar zij traden on namens verschillende frac ties in Moskou. Het was in deze periode, dat Janos Radar de politiek van de verjaagde leiders „laag en misdadig" noemde. Hy trad toe tot de regering van Imre Nagy, prees de „glorieuze opstand van ons volk" en stemde in de ministerraad voor het uitroepen van de Hongaarse neutraliteit. „Wy kunnen rustig zeg gen", zo verklaarde hy voor radio- Boedapest, „dat de ideologische en organisatorische leiders, die deze op stand voorbereidden, uit onze rijen zyn voortgekomen". Twee voorvallen hebben de loop van de gebeurtenissen veranderd. In de eerste plaats werd na het aanvankelijk welslagen van de anti-Russische actie ook het anti-communisme steeds ster ker en zelfbewuster. Hoop op de solidariteit van het westen, in de hand gewerkt door allerlei vroegere uitlatin gen van functionarissen van de rege- ring-Eisenhower, speelde hierbij een voorname rol. In de tweede plaats ver oorzaakte het Brits-Franse optreden tegen Egypte zóveel gerucht in Azië en Afrika, dat, de Russische leiders in Moskou opeens veel minder angst gin gen koesteren voor de propaganda- nadelen, die een onderdrukking van de Hongaarse opstand met zich zou bren gen. O nder welke omstandigheden Janos Kadar zich precies van Imre Nagy heeft losgemaakt, is niet bekend. Volgens één verhaal heeft hij zich in de nacht van 1 op 2 november op aanraden van Ferenc Munnich naar de Russische ambassade begeven. Daar heeft men hem_ trans port bezorgd naar Oesjgorod, (Ungvar) i'i de Karpatho-Oekraïne, ongeveer 80 km van de Hongaarse grens. Drie jaar later, op 7 december 1959, heeft Kadar samen met Khroesjtsjev een bezoek aan Oesjgo rod gebracht. Hij zei bij die gelegen heid: „Ik ben drie jaar geleden al in deze streek geweest. Dar was toen het Hongaarse volk in nood verkeer de Wij kwamen om het Sovjetvolk broederlijke hulp te vragen. Wij kre: >gen deze hulp en daarmee sloegen wij de contra-revolutie neer." De revolutie is neergeslagen, maar dat is nagenoeg uitsluitend het werk geweest van de Russen. Zaterdagavond 3 november werden generaal Maleter en de andere Hongaren, die met het Russische opperbevel te Tókön op het eiland Csepei besprekingen zouden voe ren over de terugtrekking van het Rode Leger, gearresteerd. Zondagmorgen om 05.20 uur verscheen premier Nagy voor de radiomicrofoon om mee te delen, dat Russische strijdkrachten een algemene aanval hadden geopend om de wettige Hongaarsé regering ten val te brengen en de herwonnen zelfstandigheid van Hongarije ongedaan te maken. Enkele uren later meldde radio- Szolnok, dat aldaar een „revolutionaire arbeiders- en boerenregering" was ge vormd, die onder leiding stond van Janos Kadar. Het is niet waarschijn lijk, dat Kadar zich toen al weer In Szolnok durfde te wagen. De toespraak die het station diezelfde dag van herri uitzond, was vermoedelijk op een band je opgenomen. Duizenden Hongaren ontvluchtten hun land, enerzijds omdat zij de woede van de Russen en van hun handlangers vreesden, anderzijds omdat zij een her stel van de ofude onvrijheid niet konden verdragen. Resoluties van de Veilig heidsraad en protesten uit de hele vrije wereld konden niet verhinderen, dat de Russen hun repressie-tactiek tot het bittere einde volhielden. Er zijn goede gronden om te veronderstellen, dat het ook Russen zijn geweest, die in juni 1958 Nagy en de zijnen, aan wie zy ooit een vrijgeleide hadden gegeven, hebben terechtgesteld. Janos Kadar is de leiding van party en regering blijven combineren tot 27 januari 1958. Daarna heeft hy het pre mierschap gedurende drieëneenhalf jaar overgedragen aan Ferenc Mun nich. Sinds 13 september jl. is hij weer zowel premier als partijleider. Is de Hongaarse opstand nu ver geefs geweest? Ja en neen. „Ja" in die zin, dat de onvrijheid, de geestelijke onderdrukking en het atheïstisch activisme onverminderd voortduren. „Neen" in die zin, dat de Russen een zekere liberalisatie van het communistische bewind in Hongarije hebben toegestaan. Deze verzachtingen hebben in onze ogen slechts betrekke lijke waarde. Voor de Chinese commu nisten zijn ze aanleiding genoeg ge weest om Kadar en zijn regime te betichten van revisionisme en van te zwak optreden tegen zijn vijanden. De Russen hebben hun economische druk op Hongarije verlicht. Na de opstand hebben zij zelfs vry aanzienlijke hulp geboden. In de algelopen jaren heeft Kadar al herhaaldelijk de spot gedreven met westelijke speculaties, dat het Rode Leger zich misschien nog ééns uit Hon garije zou terugtrekken. Onder de hui dige omstandigheden komt daar niets van in. Het is zélfs de vraag, of de Russen er ooit mee zouden instemmen een land, waar de vlam van de vrijheid eens zó hoog is opgelaaid, onder te brengen in een zone van z.g. verdunde bewapening'' (gesteld al, dat het wes ten voor de instelling van zo'n zone zou voelen). Het beste, wat men voorshands voor Hongarije mag hopen, is, dat het zich wat verder kan ontwikkelen in de rich ting van het Poolse voorbeeld. Helaas is dat niet veel, maar het is misschien toch een heel klein pasje vooruit. H. J. NEUMAN Groot was de deelneming in ons land met de gevluchte Hongaren na de revolutie in oktober-november 1956. Koningin Juliana ging naar het Jaarbeursgebouw in Utrecht, waar de vorstin door de dankbare Hongaren een schilderij „De Donau in Boedapest" werd aangeboden. (Van een onzer verslaggevers) Het enige dat de westerse regeringen konden doen was de duizenden vluchte lingen opnemen, die-, in de vier dagen Van de Hdngaarse chaos kans hadden gezien met achterlating van alles,het land te verlaten. Npderland besloot drieduizend Hongaarse vluchtelingen te latey overkomen. Men, moet zich realiseren wat het be tekent' vluchteling te zijn. Dat is: in één ogenblik alles achterlaten, geld en goed en de beslotenheid van het eigen gezin. Dat is: komen in een vreemd land, waar men de taal niet kent, waar de I'èvenswijze zo geheel anders is, waar men geen vrienden heeft, waar men met niemand spreken kan en zich zeker in het begin verloren voelt. De integratie van déze drieduizend mensen verliep moeilyk. Er waren ook slechte elementen onder, die b.v. uit de gevangenis waren ontsnapt. Men moest hen er eerst tussenuit halen. Men stond echter voor de vraag hoe in net alge meen de mentaliteit van deze vluchte lingen was. Er waren jongeren, er wa ren ouderen en er waren echtparen met of zonder kinderen. Wy hebben over dit probleem een ge sprek gehad met drs. Kuschpeta, de directeur van de Vluchtelingenzorg van de Katholieke Nationale Stichting „Men sen in Nood" in 's-Hertogenbosch. Hij wees ons op het feit, dat de Ne derlandse regering geen criteria aan legde bij de toelating van de Hongaarse revolutievluchtelingen: al diegenen, die zich in Oostenrijkse kampen voor Neder land hebben opgegeven, zijn met trans porten van hei Nederlandse Rode Kruis naar Utrecht gebracht. Het is te begrij pen dat er onder deze groep een betrek kelijk groot aantal vluchtelingen was, die vooral door de paniek, ontstaan in de woelige revolutiedagen, hals over kop gevlucht was. Geen merisen dus, die welbewust de gelegenheid hebben aan gegrepen om de terreur van de bezet ters te ontkomen en de vrijheid boven alles stelden. Hun geestesgesteldheid verschilde van de bewuste vluchtelin gen: intellectuelen, studenten, actieve verzetsstrijders, politieke gevangenen kortom de directe slachtoffers of ob jecten van politieke en religieuze onder drukking. Maar in die vier dagen Van de revo lutie was er geen kwestie meer van een langdurige ontwikkeling in het bewust zijn, het was een beslissing voor het ogenblik: doen of niet doen. Anderzijds had de gemiddelde Neder lander zich onder invloed van de aan grijpende radio- en krantenreportages ten Dnn0Uzeker is de vrijheid aeweest, die de Hongaarse primaat kardinaal Mindszenty tijdens de opstand heeft genoten. omZ^dagen nadat verzetsstrijders hem uitzijn gevangenschap hadden bevrijd, begonnen de Russen hun massale drukkingsjrtie. Kardinaal Mindszenty verzacht en kreeg asyl op de Amerikaanse legatie te Boedapest. sAndor nagy Sindor Nagy is een jongeman van omstreeks ?5 jaar. Hij is donker, heeft diep liggende ogen. Een open blik en een blozend gelaat. Hij kwam uit BoedaA pest. Zijn beroep was monteur. Hier in ons land is hij één van de vele krachten in één van de grootste levens- middelenbedrijven. Bij onze aankomst troffen wij hem hard werkend aan in één der enorme pakhuizen. Hij trok gevulde balen aan lange kabels omhoog uit een schip. Met een veiligheidsgor del was hij vastge- gespt aan een lus en zo trok hij achter elkaar de balen kof fie, suiker, rijst, enz., omhoog. Hij beantwoordde onze vragen in vloeiend Neder lands. Hij is zo geas simileerd met onze taal, dat wanneer hij Hongaars spreekt, hij dit vermengt met Nederlandse uit drukkingen. „Hoe bevalt het u hier?" Hij lacht en f antwoordt: „Ik heb geen redenen tot klagen." „En uw 4 werk?" „U ziét het, - Nêiêm ik werk bij dit open luik. Steeds frisse lucht. Het trekken en sjouwen is wel zwaar, van. Dan verslappen Je spieren niet." Wijzend van uit zy* - bovenste ruimte van het pakhuis naar de verte: „En wat een uitzicht.,.Ned is vlak. En omdat ik zo hoog werk, mis ik minder de berg van Boeda. „Heeft u vaak heimwee?" „Dit wil ik niet helemaal ontkennen. Af en toe. Maar imtuurlyk begin je in de loop der jaren je nieuwe leden, dat je byhet begin ^^nover-^ gangsperiode beschouwde, toch als een vaste vorm te zien. „En^de aanpassing m het algemeen?" Wederom zijn brede glimlach: „Enkele jaren geleden was het nog moeilijk om aan te passen, zelfs met de beste, wil, die je had. Het k\hmaat, de levensgewoonten, hef eten, alles was zo anders dan je BewendwasEnnu. nu eet ik, safnen met mijn Nederlandse vrouw de Hollandse kost en het smaaKt me Sindor- Nagy is getrouwd met Rie Meulenkamp, een dochter uit een- 9°ede Ne derlandse: familie. Het is een nog jonge, kwieke vrouw Hij_vertrouM ons toe dat zij binnen enkele maanden gezinsuitbreiding venvachten Grote plannen neeji Sandor niet. Thuis, na zijn werk, knutselt hij en leest Nederlandse kranten en bladen en voelt zich gelukkig een eigen gezin en woning te hebben Pv nomen te weten in dre samenleving. Hij heeft verschillende vrienden hier germaKi. De Nngy's bewonen een smaakvol ingerichte flat in een nieuwe wijk, mei een ver uitzicht op weiden met grazende koeien, een huis dat voor velen gastvrije woning ie. maar ik houd er- zijn „hoge post" (de een ideaaltype vart de Hongaarse vluch teling gevormd: een door geweld van Russische tanks verslagen heroïsche vrijheidsstrijder. Achteraf is daarom gemakkelijk te verklaren, waarom bij de confrontatie van Hongtferse vluchtelingen met Ne derlanders soms „kortsluiting" ont stond, hetgeen de aanpassing zeker niet ten goede kwam.Men moet daar bij bedenken, dat de Hongaar in zijn karakter en mentaliteit de tegenpool van de nuchtere Nederlander is. Er zijn berichten geweest over „uitspat tingen van Hongaren", maar deze ver halen bezondigden zich aan generali sering en wekten een verkeerde in druk over de Hongaarse revolutie- vluchteling. Natuurlijk zijn zy niet al tijd even gemakkelijk. Maar zouden wij, indien wij om welke reden dan ook gevlucht zouden zijn naar Turkije waarvan wij taal noch levenswijze ken den en wij zouden daar een nieuw be staan moeten opbouwen, even toegan kelijk, even gemakkelijk en even aar dig zijn? Dan wordt het een strijd om het bestaan, die met alle middelen wordt gevoerd en waar sentiment en impulsiviteit schering en inslag zijn, Drs. Kuschpeta verzekerde ons dat er langzamerhand tastbare resultaten te zien zijn van het moeizame werk van «ie Nederlandse Federatie voor Vluchte lingenhulp en haar confessionele compo nenten, waaronder de Katholieke Vluch telingenzorg. De taalmoeilijkheden ver dwijnen, althans bij de alleenstaanden. In de gezinnen treden, waar nodig, de kinderen als tolk op. Bijna iedere jonge Hongaarse vluchteling heeft de kans ge kregen de onderbroken studie of oplei ding te hervatten, en af te ronden. De werkgelegenheid schept geen problemen meer, omdat Hongaren harde werkers zijn en de economische situatie voor ie dereen, die maar werken wil, kansen biedt. Natuurlijk viel het niet mee om b.v. ex-Officieren aan een passende werkkring te helpen. Het komt ook voor, dat een gewezen burgemeester zich ach tergesteld voelt. Zoals wij echter by de beoordeling van het gedrag van Hongaren rekening die nen te houden met hun mentaliteit, cul tuur en psyche, zo kan voor een Hon gaarse vluchteling niet méér bereikt worden dan de gegeven sociaal-econo mische situatie die Nederland toelaat. Terwijl in 1957 en 1958 enkele honderden Hongaren naar hun vaderland terugge keerd zijn in totaal is in de afgelopen vyf jaar twaalf procent teruggegaan vooral sociaal zwakken, die de verbro ken familiebanden geestelijk niet konden verwerken repatrieerden de laatste jaren slechts weinigen. Enkelen zoeken hun geluk overzee. Hoe langer hoe meer komt er rust onder de hier verblijven de Hongaren. Ook migratie komt niet meer zo vaak voor als in het begin. Na tuurlijk zal men nog „probleemgevallen" tegenkomen, maar het staat zo goed als vast, dat deze mensen ook in Hongarije reeds onoplosbare problemen-hadden. Er zyn onder de jeugdigen enkele pro bleemgevallen, maar „verloren zonen" zyn er niet. Deze vluchtelingen hebben in een voor hen vreemd land een moei lijke tyd gehad, maar de moeilijkheden blijven niet meer onoverwinnelijk. Er zyn, aldus Drs. Kuschpeta, zeker nog Hongaren die in stilte lijden. Het gevaar is niet denkbeeldig dat in de toe komst heimwee parten zal spelen. Er zyn velen die zich in de afgelopen vyf jaar- een prachtig bestaan hebben opge bouwd. Naar ons gevoel is het type van d* dankbare Hongaar overheersend, om dat dankbaarheid voor bewezen welda den - maar ook wrok tegen een aange daan onrecht een echte Hongaarse karaktereigenschap is. Men mag niet beweren, dat alle Hon garen die terugkeerden dit vrijwillig deden en dat hun repatriëring haar oorzaak vond in aanpassingsmoeilijk heden. Het is bekend dat vele vluchte lingen, ondergebracht^ bij Nederlandse pleegouders, telefoontjes kregen van hun familie jn Hongarije met het drin gend verzoek terug te komen, omdat alles weer normaal was en zij geen en kele last zouden hebben. Begrijpelijk, dat in die moeilijke beginttjd velen de gedachte aan terugkeer naar het eigen mag veronderstellen, dat een moeder of vader of welk ander familielid of vriend ook tot dit telefoongesprek was geprest van communistische zijde. Een Hongaar vertelt ons, dat hij 4 november van de Revolutieraad, waar hij actief lid van was, de mededeling had gekregen zo gauw mogelijk met zyn vrouw en vyf kinderen' te verdwijnen. Hij was onderwijzer fti een kleine stad dicht by de Oostenrijkse grens. Hy ver trok 's morgens inderdaad met zijn. ge hele gezin. Hij nam alleen enige papie ren en kleding mee. Via enkele Oosten rijkse kampen kwam hij met de Rode Kruistrein in Utrecht, waar toen in de Julianahal de vluchtelingen bijeen wer den gebracht. Deze man is geslaagd; hij leeft tevreden hier met zijn gezin en zijn salaris van f 400 netto. „Als je vlucht," zegt hij, „denk je er maar twee minuten over." Zijn vrouw is helemaal aangepast en de kinderen spreken perfect Nederlands. Ik spreek een jongeman in Roosen daal. „Och," zegt hl], ,,ik was in 1956 een onbezonnen jongen en ik wist niet wat ik deed. Mijn moeder en zuster wonen nog in Hongarije, maar in janu ari 1957 vluchtte ik naar Joegoslavië. Ik woonde in Csab dicht aan de Oos tenrijkse grens en ik reed weg boven op een goederentrein. By een klein dorpje, dat 500 meter van de Joego slavische grens ligt, stapte ik uit en sloop de grens over. Ik kwam daar in het Jeugdkamp Bela Crkva, wat „Witte Kerk" betekent en door mid delvan het Rode Kruis kwam ik hier." Hy wilde eigenlijk naar familie in Amerika in Michigan, maar kwam tenslotte terecht bij pleegouders in Roosendaal. Hy kreeg daar Neder landse les van een frater op een zeer primitieve manier, namelijk juist als de kinderen in de eerste klas'met be hulp van plaatjes. Hy zit nu op de H.B.S., waar hy de eerste en de derde klas mocht overslaan. Hij is nu met gemiddeld een 7 overgegaan naar de zesde klas en hy wil spoorwegingeni eur worden. Hy zegt: „Ik ben blij, dat ik hier terecht ben gekomen. Ik heb my gauw kunnen aanpassen. Je moet eraan denken, dat je gast bent en dat je je moet aanpassen. Wie dat niet doét." doet verkeerd. huis aanlokkelijk voorkwam. En men-eens weer mijn eigen bedrüf Zo hebben wy verschillende mensen ontmoet. Mensen, die het hier heus niét zo gemakkelijk' hadden. Neem bijvoor beeld een Hongaar, die officier was in het Hongaarse leger en met vrouw en een kind van twee maanden vluchtte Wat moest een man, die beroepsmilil tair was, hier doen? Het leek een uit zichtloze toekomst. Hij had het geluk, dat hy een van de huizen kreeg, die d» gemeente Den Haag, geheel ingericht met radio en alles, aan tien vluchtelin gen had aangeboden. Hij ging als arbei der werken in de raffinaderij in Pernis Daarna werd hij kantoor-empiové en nu is hij commercieel vertegenwoordiger en rydt in een auto. Niet allen ging het zo voorspoedig. Fodor b.v. was een man uit wat wij noemen het Horeca-bedryf. Hij had een restaurant in Boedapest, dat in 1944 werd gebombardeerd. Hy werd in 1945 gearresteerd en naar Kapuvar overge bracht. Hy begon opnieuw een restau rant in Boeda. Werd opnieuw gearres teerd en mocht daarna zyn vak niet meer uitoefenen. In 1956 vluchtte hy met twee kinderen. Zy zwommen twee ri\ ieren over en kwamen per vracht auto in Wenen terecht. In ons land is hy in zyn oude bedryf gekomen. In een hotel in Ommen, in een hotel in Zwolle en nu by een Hongaars restaurant in Scheveningen. Maar het liefst zou hy weer een eigen restaurant hebben, waar voor hem tot nu toe het geld ontbreekt. de HBS in Vn0rFn V.00r ziJ'n '«on. die maar één ding Unn" ^egThii Tl is: al tyd optimistisch blijven eü altijd blijven bidden. Ik woonde in 195b" tegen- K-komen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1961 | | pagina 11