De POOLSE KERK staat bloot
aan een geruisloze vervolging
Gomulka's bewind tracht episcopaat
zoveel mogelijk te dwarsbomen
I
H
DERDEN MOETEN ER BUITEN BLIJVEN
FINLAND bedrijft neutraliteit
D
Kandidatuur
van Kekkonen
met de virtuositeit van
een koorddanser
I
D
GODSDIENSTONDERWIJS LOOPT GEVAAR
Openlijke taal
van Korotynski
Pools Episcopaat schrijft
aan zijn geestelijkheid
Er wordt vaak beweerd, dat de
Kerk in Polen vrij is. Onder
vrij-zijn verstaat men dan,
dat haar de mogelijkheid gelaten
wordt tot het uitoefenen van ziel
zorg en het naleven van bepaalde
kerkelijke gebruiken. Dat dit ech
ter de vrijheid zou zijn, die de Kerk
rechtens toekomt, kan men moei
lijk staande houden. Herhaalde
lijk zijn er z.g. overeenkomsten
tussen Kerk en staat gesloten,
maar deze hebben nooit veel suc
ces gehad. Gesprekken tussen kar
dinaal Wyszynski en Gomulka
hebben meestal alleen maar een
zeer kortstondige ontspanning ge
bracht. Dat is ook begrijpelijk, om
dat van de laatste gesprekspartner
niet kan verwacht worden, dat hij
iets andei's nastreeft dan een niet
ernstig gemeend tijdelijk compro
mis. In de grond van de zaak kan
hij eenvoudig het standpunt van
de kardinaal niet delen. Na de
derde partijdag in maart 1959 ver
klaarde Gomulka, dat de Kerk
vrijheid zou genieten op voorwaar
de, dat zij de staat niet tegenwerk
te. Volgens hem zou zij dat tot dan
toe voortdurend hebben gedaan.
Hij achtte desondanks vreedzame
coëxistentie tussen Kerk en staat
mogelijk, zij het dan op voorwaar
den, door deze laatste te stellen.
Plagerijen
Nationalisme
Principiële sfrijd
e Finse president Urho
Kaleva Kekkonen heeft
het deze week nog eens
uitdrukkelijk gezegd: het Russi
sche verzoek om besprekingen
over de bescherming van de
grenzen van beide landen bete
kent geen enkele bedreiging van
Finlands neutraliteit of onafhan
kelijkheid. „De buitenlandse cor
respondenten zullen zich natuur
lijk wel beledigd voelen", zei hij
in een radiotoespraak, „maar ik
voel mij opnieuw genoodzaakt
hun te zeggen: Verkoop de huid
van de beer niet, voordat het dier
geschoten is". Men kan van me
ning verschillen over de betekenis,
die aan de Russische stap gehecht
moet worden. Sommigen zijn van
oordeel, dat de Sovjet-Unie strate
gische bedoelingen heeft: het ont
wrichten van het noordelijk
NAVO-commando, het verkrijgen
van bases of radarposten op Fins
grondgebied, of het in stand hou
den van de Baltische Zee als een
Sovjet-„meer". Anderen schenken
meer aandacht aan de politieke
kant. Zij gaan zelfs zo ver te ver
onderstellen, dat Khroesjtsjev een
situatie wil scheppen, waarin zijn
vriend en vertrouweling Kekko
nen er zeker van kan zijn in
januari a.s. te worden herkozen
als president (de sociaal-demo
cratische kandidaat Olavi Honka
hoopt alle politieke tegenstanders
van Kekkonen achter zich te
krijgen). Maar in ieder geval be
staat er bij de Finnen een neiging
om hun betrekkingen met Rus
land te beschouwen als hun eigen
specialiteit, een vak apart, waarin
geen enkele buitenlander bedreven
is. Deze neiging is van tamelijk
recente datum, want met name
voor de Tweede Wereldoorlog
streefden zij naar een zekere rug
dekking tegenover de Sovjet-
Unie.
j.
Zo men al niet van een directe Kerk
vervolging kan spreken, is de houding
van de staat tegenover de Kerk er toch
een van onophoudelijk sarren en treite
ren. Als voortdurende speldeprikken
volgen de maatregelen tegen de Kerk
elkander op, zij het dan, dat men daar
mee nog net niet zover gaat, dat de
bewegingsvrijheid van de Kerk radicaal
aan banden wordt gelegd. Men kent de
methode: Polen is een overwegend ka
tholiek land. Een rechtstreekse strijd
tussen staat en Kerk zou op te grote
tegenstand stuiten en de partijpolitiek
in gevaar brengen. Men neemt daar
om zün toevlucht tot maatregelen, die
men, bij een eventueel overleg, steeds
enigszins kan verzachten zonder ze ge
heel al te schaffen, maar die toch vol
doende ongerustheid en angst onder de
Katholieken te weeg brengen om de
toekomst' met grote onzekerheid en
bange verwachtingen tegemoet te zien.
Wij behoeven in dit verband maar te
wijzen op de bepalingen, die de vrij
heid van godsdienstonderricht steeds
meer beperken. Is het te verwonderen,
dat de kerkelijke overheid in de toe
komst een totaal verbod van dit onder
wijs vreest? Er zijn en worden nog
steeds tal van kerkelijke goederen ont
eigend, de belastingheffingen van ker
ken, parochies, kloosters, seminaries
enz. zjjn, met kennelijk boos opzet, on
mogelijk hoog opgeschroefd, het onder
was op de seminaries wordt door de
staat gecontroleerd.
Reeds voordat Gomulka de macht
overnam, bestond er in Polen een gele
galiseerde mogelijkheid tot abortus pro-
vocatus, al was dit dan ook aan beper
kende voorwaarden gebonden. Deze be
perkingen bestaan nu niet meer. Een
beroep op moeilijke economische om
standigheden is voldoende om tot deze
ingreep over te gaan. De artsen wor
den verplicht op verzoek hierop
m te gaan; eveneens moeten zn altijd
bereid zijn tot het verstrekken van an
ticoncepties. Sedert 1956 hebben de
bisschoppen telkens opnieuw met klem
erop gewezen, dat dit in geweten onge
oorloofd is.
Vanzelfsprekend ligt hier een zeer
ernstige grond voor gewetensconflicten,
speciaal bij het ziekenhuispersoneel,
omdat een afwijzende houding tegen
over deze wet gestraft wordt. In scho
len wordt niet zelden het kruisbeeld ver-
wijderd; regeringsinstanties saboteren
herhaaldelijk de bouw van nieuwe ker
ken.
Dit zijn maar enkele voorbeelden van
de wpze, waarop de communistische
party de Kerk zoveel mogelijk tracht
te dwarsbomen
zich een groep van plm. 600 progressie
ve priesters gevormd, die een eigen
maandblad uitgeeft, waarin gepleit
wordt voor ,,de mobilisering van ieder-
van-goede-wii om een socialistische sa
menleving op te bouwen". Hongarije
en Tsjechoslowakije heeft men zich
daarbij ten voorbeeld gesteld. Natuur
lijk hebben de bisschoppen ook deze
organisatie afgewezen en verboden.
Men werkt daar vooral met het lokaas
van financiële hulp aan de priesters om
hen in hun grote materiële nood bij te
staan. De grote bedragen, waarover
men beschikt, zijn uiteraard niet van
kerkelijke oorsprong. Het aannemen
van dergelijke hulp de bisschoppen
hebben met klem daarop gewezen
schept een afhankelijkheid, waar men
later niet meer onderuit komt.
De Poolse primaat Stefan kardinaal Wyszynski.
niet na te pas en te onpas, met aller
lei acrobatische redeneringen, de ver
enigbaarheid van geloof en socialisti
sche maatschappijleer te verkondigen.
In verregaande schijnheiligheid put: men
zich uit in voïgzaamheidsbetuigingen
t.o.y. het Episcopaat.
Binnen de Charitas-bewe-ging heeft
De berichten uit Polen maken aan
de lopende band melding van allerlei
kleingeestige plagerijen, beperkende
maatregelen en verboden, die geeste
lijkheid en volk voortdurend in angstige
'IIIIIIIIIIIMIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIMHIIIIIIIItllMlllillllllllllllll'lll"
'.iiiiiiuiii in inn minim in ii mm mini ui hui mm! iiim ui mui)
spanning houden. Het jongste schrijven
van het Poolse Episcopaat aan zijn
priesters over het godsdienstonderwijs
aan de jeugd, dat wij hierbij publice
ren, spreekt in dit opzicht duidelijke
taal.
De overeenkomst tussen Kerk en
staat van 1956 garandeerde de vrijheid
van dit onderwijs en die garantie heeft
de partij tot lieden nooit teruggetrok
ken. Desondanks zijn er nog niet zo
lang geleden aanzienlijke beperkingen
afgekondigd. Dat was het werk van de
in 1957 gestichte „vereniging voor ge
seculariseerde scholen". Deze heeft een
program,ontworpen, volgens hetwelk de
opvoeding van de jeugd „in de geest
van een wereldse moraal" zou behoren
te geschieden.
De secretaresse van deze vereniging,
Jezierska maakte trots bekend, dat er
tegenwoordig op 5000 scholen geen
godsdienstonderwijs meer wordt gege
ven. Verleden jaar was dit getal niet
hoger dan 900. In totaal heeft Polen
17.000 lagere scholen. Op de kweek
scholen is het godsdienstonderwijs over
al vervangen door lessen in ethica en
godsdienstgeschiedenis. De socialistische
opvoedingsleer wordt hoe langer hoe
meer algemeen doorgevoerd.
De minister voor opvoeding, Tulo-d-
ziecki, heeft het plan bekend gemaakt
het onderricht in ethica en gods-
dienstgeschiedenis-ln-socia-listische-geest
De Poolse partijleider Gomi^ka.
in het hele land in te voeren. De mi
nister van oorlog, Spychalski, heeft
grote belangstelling voor wereldbe
schouwelijke vorming aan dc dag ge
legd, toen hij onlangs de leiding van
het leger toesprak. Niet alleen politiek
dient men daar één lijn te volgen, ook
de materialistische levensbeschouwing
moet onder de soldaten zoveel moge
lijk verspreid worden. De „overblijfse
len van het liberalisme, zowel op po
litiek als op godsdienstig gebied beho
ren radicaal uitgeroeid te worden."
ct is duidelijk, dat de partij in het
geheel niet de bedoeling heeft
haar woord te houden, dat ze ge
geven heeft in officiële overeen
komsten met de Kerk. Men kan inder
daad van een nieuwe actie tegen de
Kerk spreken, zoals de „Neue Zürcher
Zeifung" doet. Men zet daarbij de Kerk
steeds meer onder druk, hoofdzakelijk
echter op een administratieve wijze,
met allerlei belemmerende bepalingen.
De aangewende methoden verschillen
van die, welke onder het regiem van
Stalin gebruikelijk waren. Men schakelt
de politie niet meer in en heeft afge
zien van luidruchtige propaganda. Het
juiste woord voor de huidige taktiek
lijkt te zjjn: geruisloze vervolging.
Er kan geen twijfel aan bestaan of
de Kerk in Polen behoort eveneens tot
de Zwijgende Kerk achter het IJzeren
Gordijn. De vraag dringt zich op, wat
verkieslijker is: een openlijke of een ge
ruisloze vervolging. Het Poolse natio
nalisme vergroot bovendien de moeilijk
heden aanzienlijk; nationalisme hier niet
direct genomen in de bekende
kortzichtige zin, maar als een onver
mijdelijk en tot op zekere hoogte zelfs
gerechtvaardigd uitvloeisel van de
rampzalige geschiedenis van dit onge
lukkige land, waarvan de bewoners hun
onderlinge saamhorigheid zo sterk aan
voelen. Dit maakt de positie van de
bisschoppen zoveel te moeilijker, niet
op de laatste plaats omdat het regiem
natuurlijk de nationale solidariteit als
een eerste eis uitspeelt. Daarin ligt
waarschijnlijk de verklaring van het
feit, dat kardinaal Wyszynski telkens
weer probeert aannemelijke overeen
komsten met de regering te sluiten.
Hoe weinig vertrouwen hij daarin kan
hebben, bewijst de herderlijke brief
over het godsdienstonderwijs wel zeer
duidelijk. L. VAN WERSCH
Dat dit principieel gebeurt blijkt
duidelijk uit een verklaring van de
hoofdredacteur van het grote blad
„Zyeie Warszawy", Henryk Korotyn
ski. Hij schreef: „Polen is een volks
democratie. De macht ligt in handen
van de partij, die zich ten doel heeft
gesteld een socialistische staat op te
bouwen, In ons land vormen de Ka
tholieken een grote meerderheid- in
geen enkel socialistisch land is dit in
die mate het geval. De laïcisering
van de maatschappij, waartoe het
socialisme de economische, sociale
en ideologische voorwaarden schept,
is een proces van zeer lange duur.
Kerk en clerus zullen in Polen- niet
spoedig verdwenen zijn. De idealisti
sche en de materialistische levensbe
schouwing zullen nog lange tijd naast
elkander bestaan, evenals gelovigen
en ongelovigen. In deze omstandighe
den dient de opbouw van het socialis
me zodanig te geschieden, dat het zo
weinig mogelijk hinder van de gods
dienst ondervindt. Men zal ertegen
hebben te waken, dat de religie on
der de arbeiders 0een conflicten ver
oorzaakt noch verspilling van sociale
energie. Daarom mag de godsdienst
met worden vervolgd, maar moet
men hem in zijn filosofische wortel
aantasten. Overeenkomstig de situatie
in Polen heeft de partij de z.g. vreed
zame coëxistentie van volksstaat en
Kerk gekozen en wel zo, dat de ideo
logische strijd tussen de materialisti
sche wereldbeschouwing van de par
ty en de godsdienstige activiteit der
j, n'e' een politieke strijd ont-
®a j- ,en de samenleving politiek ver
deeld houdt."
Deze woorden laten geen .twijfel
over aan de eigenlijke bedoelin-
Sen van het communisme, óók
in Polen. Waar men kan, tracht
men verdeeldheid te zaaien onder de
Katholieken. ,,Voor ons", zei een voor-
aanstaand partijman, „kunnen er niet
genoeg aparte grooDeringen en tegen
stellingen zijn m het katholieke kamp."
De veroordeelde Pax-beweging laat
tot het begin van de negentiende eeuw
heeft Finland deel uitgemaakt van het
Zweedse koninkrijk. Daarna kwamen de
Russen en die maakten van Finland een
zelfbesturend groothertogdom van de
keizerlijke Russische kroon. Die toestand
heeft ruim honderd jaar geduurd. Op 6
december 1917 riep Finland de onafhan
kelijkheid uit; het vroeg om erkenning
door buitenlandse regeringen.
Do Russische communisten waren on
middellijk bereid de Finse onafhankelijk
heid te erkennen en te eerbiedigen. Zij
hebben zich daar later bij herhaling op
beroemd. Toch schijnt er weinig twijfel
aan te bestaan, dat. Lenin de Finse ver
langens alleen inwilligde, omdat hij het
een decadente bourgeois bezigheid vond
te twisten over een nationale grens en
voorts, omdat hij er heilig van overtuigd
was, dat de „arbeiders" bezig waren
Finland te veroveren. Dat is ook bijna
gelukt. In januari 1918 voerden de ex
treme socialisten een staatsgreep uit.
Met hun „Rode Garde" ontketenden zij
een Burgeroorlog, die maar met moeite
kon worden bedwongen door de „witte"
generaal Mannerheim. Er moest drie
dagen lang fel gevochten worden eer in
Tampere de macht van de „Rode Gar
de" gebroken was. Een Duitse divisie,
die in Hangö was geland, veroverde
Helsinki. De Burgeroorlog was ten einde
maar hij liet ernstige littekens na.
Het politieke klimaat in de volgende
jaren is als volgt gekenmerkt door
Hugh Shearman („Finland: the Ad
ventures of a Small Power", London
1950): „aanzienlijk wantrouwen tegen
het socialisme, vernuftige pogingen
om de resultaten van socialisme langs
andere wogen te verkrijgen, een nogal
gevaarlijke neiging om te spelen met
fascistische vormen, en dan een nei
ging om daarvoor terug te deinzen."
n november 1929 kwam de Liga van
Communistische Jongeren op de on
zalige inval een propagandabjjeen-
komst te beleggen in Lapua, ten oos
ten v^n Vaasa. Lapua was niet alleen
De Finnen schijnen in hun tegenwoor
dig woongebied voor het eerst te zijn
verschenen bfj het begin van de Chris
telijke tijdrekening. Over hun herkomst rr
bestaat geen zekerheid. Filologen menen liet Fins-Russische overleg blijft niet beperkt tot het overleg tussen de minis-
een verwantschap te hebben ontdekt ters van buitenlandse zaken in Moskou. Men ziet hier (links) de Finse afge-
tussen het Fins en de taai van de Magy- vaardigde bij de Verenigde Naties, Reinhold Svento, in gesprek met L. 1. Dien
aren Van het einde van de dertiende delevitsj van de Russische delegatie.
liet centrum van een conservatieve boe
rengemeenschap. het was ook de plek
waar de Finnen in vroeger eeuwen had
den gezegevierd over de Russen en waar
Mannerheim zjjn strijdkrachten had sa
mengetrokken voor de aanval op de
„Rode Garde". De propagandabijeen-
komst liep uit op een vechtpartij. Dat
werd het begin van een anti-communi-
tische storm. Er werden massa-betogin
gen gehouden. Toen de Rijksdag weiger
de dc communistische pers te muilkor
ven, richtten de anti-communisten een
permanente organisatie op, „Suomen
Lukko" (Het slot op Finland), eerst ge
leid door een boer genaamd Kosola en
later door generaal Wallenius.
Communistische drukpersen werden
opgeblazen, communistische leiders ont
voerd, afgeranseld en over het prikkel
draad gesmeten, waarmee de Russen op
bepaalde plaatsen hun grenzen hadden
afgerasterd. Het kabinet van Kyösti
Kallio willigde een deel van de anti
communistische eisen in en trad vervol
gens af.
Het werd opgevblgd door een coalitie
regering met aan het hoofd de geduchte
leider van de „witte" groepering in de
Burgeroorlog, Svinhufvud. Nu werden de
communisten uit het parlement gegooid
en op ander manieren getroffen. Toen
de sociaal-democraten verzet schenen
te bieden, kregen ook zij de volle laag.
Geweld en dreiging met geweld waren
aan de orde van de dag. De Rijksdag
werd ontbonden. Het nieuwe parlement
was voldoende rechts om de grondwet
te wijzigen en de communistische partij
te verbieden.
Dat was de „Lapuanen" echter niet
genoeg. Zij maakten openlijk aanstalten
voor een „putsch"; zij ontvoerden oud
president Stahlberg en bereidden de ves
tiging voor van een autoritaire staat.
Het is er niet van gekomen. Svinhufvud
bracht een deel van de uiterst, rechtse
aanhang tot kalmte en wist de toeleg
der anderen te verijdelen. Maar de toe
passing van geweld in de binnenlandse
politiek alsmede bepaalde autoritaire
neigingen hebben in Finland nog een
lang leven geleid. Dat maakt het ook
voor een deel begrijpelijk, waarom de
I inse communistische partij vaak zo
pathologisch achterdochtig is Er kun
nen geen twee boeren samen een schiet
wedstrijd aangaan, of de communisten
melden de wedergeboorte van de Witte
Garde".
Het is in deze periode tussen de
wereldoorlogen geweest, dat de
politiek van de rugdekking of
„herverzekering" in Finland op
geld deed. Het stond alleen tegenover
de kolossale Sovjet-Unie, De westelijke
democratiën konden geen hulp bieden
Die lagen te ver weg. De Finnen hadden
we1 graag een bondgenootschap met
/.weden willen sluiten. Maar in Stock
holm wilde met uitzondering mis
schien van het ministerie van buiten
landse zaken niemand iets anders
dan de meest volstrekte neutraliteit.
UOK de gedachte om samen de Aalands-
eilanden (aan de toegang tot <t* Both-
msche Golf) te verdedigen von4 Ml de
Zweden geen Ingang. Fmlarbd itiwefito
Geliefde Broeders, (in het Priesterschap)
De Poolse bisschoppen, vergaderd op Jasna Goera*) en met u ver
enigd in gezamenlijke bezorgdheid over de zielzorg ten gevolge van
de moeilijkheden met het kerkelijk godsdienstonderricht, wenden zich
tot hun broeders in het priesterschap.
De 19e augustus van dit jaar is, zoals bekend, door het Ministerie
van Onderwijs een verordening uitgegeven over het godsdienstonder
richt in kerken en katechismus-lokalen. Ofschoon deze verordening
nog in geen enkel ambtelijk orgaan is gepubliceerd, heeft de regering
ze toch reeds enkele dagen later toegepast. Er werden aparte ver
gaderingen voor de pastoors belegd. Nadat de geestelijkheid kennis
was gegeven van dit besluit van het Ministerie, werd in veel gevallen
aan de priesters toegezegd, dat zij, onder bepaalde voorwaarden en
beperkingen, het recht zouden hebben godsdienstonderricht te geven,
echter onder strenge controle van de inspecteurs voor het onderwijs-
Slechts zeer weinig priesters stemden hierin schriftelijk toe. Degenen
die dit deden, dachten echter, dat het Episcopaat in deze verorde
ning van het Ministerie tevoren gekend was. Dit bewijst het feit, dat,
na ontvangen inlichtingen ter bevoegder plaatse, de gegeven hand
tekeningen werden herroepen. In het algemeen heeft de geestelijk
heid het ondertekenen van die overeenkomst zonder meer geweigerd,
omdat zij begreep, dat de betreffende instanties niets anders dan
de geleidelijke, algehele afschaffing van het godsdienstonderwijs op
het oog hadden.
Met waardering benadrukken wij de eensgezinde opofferingsge
zindheid van de Poolse geestelijkheid, die dikwijls in zeer moeilijke
omstandigheden met zoveel zorg en toewijding het godsdienstondei-
richt heeft gegeven. Zij was er niet gemakkelijk toe te brengen haai.
terwille van tijdelijke voordelen, de voornaamste en noodzakelijkste
plicht van haar pastorale zending te verloochenen.
De priesters mochten deze overeenkomst niet ondertekenen, omdat
heel deze aktie, gevoerd zonder voorafgaand overleg met het
copaat, een ontoelaatbare inmenging betekende op het gebied van de
kerkelijke rechtsmacht.
Zij mochten die overeenkomst niet ondertekenen, omdat zé dc fun
damentele rechten van de ouders op godsdienstige opvoeding en voi-
ming van hun kinderen aantast, die daardoor immers in de meeste
gevallen beroofd zouden worden van de mogelijkheid het onderrich
te volgen op de daartoe bestemde plaatsen.
Zij mochten niet ondertekenen, omdat de beperkingen van de
lijkheid tot godsdienstonderwijs niet in overeenstemming zijn rnet d
geldende overeenkomst tussen het Episcopaat en de Poolse regering-
Zij mochten niet ondertekenen, omdat de verordening aan schoo -
inspecteurs het recht van controle op het godsdienstonderricht, t°e"
kent, zelfs in de kerken.
Zij mochten niet ondertekenen, omdat de overeenkomst sterk d°r,
twijfelen aan het bestaan van katechismus-lokalen, die wei theoretic
worden toegestaan, maar volkomen afhankelijk zijn van de willekeU.
der schoolautoriteiten welke vaststellen of die plaatsen (in de kei
of daar buiten) beantwoorden aan de voorwaarden, die zij daaraa
stellen.
Zij mochten niet ondertekenen, omdat de overeenkomst beperkin£e"
oplegt zowel ten opzichte van de plaats van onderricht, n.l. alleen
de kerk en kerkelijke gebouwen, als wel wat betreft de hoedanigh1'^
en het getal van de personen die godsdienstonderwijs mogen geve n
In beginsel immers zouden alleen de pastoors dit onderricht mOg0
geven, en, in uitzonderlijke gevallen, ook leken, behalve ordegeest
lijken en de kapelaans van de parochie.
Zij mochten niet ondertekenen, omdat de overeenkomst voorziet 1
de mogelijkheid dat de plaatsen van onderricht, welke dan ook, zei
in de kerken, door de schoolautoriteiten gesloten kunnen worden.
Geliefde Broeders in het Priesterschap, noch de voorgestelde ve~
goeding voor het katechismusonderricht, noch de beloofde gelijkste
ling met staatsambtenaren (als beloning voor de vrijwillige afsta._
van de vrijheid van onderwijs die u toekomt door de wil van Ckri
tus) hebben u kunnen verleiden. Gij hebt tot nu toe voldoende bew?L
zen geleverd, dat Gij bereid zijt het moeilijke katechismusonderric
geheel belangeloos te geven.
Wij zijn er ons van bewust, dierbaarste medewerkers, dat de
sliste houding die wij aannemen in de verdediging van de vrijhe
van godsdienstonderricht ons blootstelt aan vele onaangenaamhedc
en mogelijk ook nadelen. Maar wij weten ook daartoe hebben v
van uw kant bewijzen te over - dat gij niet van plan zijt, uit vrees voo
verdrukking, de eenmaal gekozen gedragslijn te laten varen. Gij
immers het voorbeeld indachtig van de Apostelen ten overstaan va
het Sanhedrin, dat hen had opgeroepen en hen geselde, opdat zij i» P
geheel niet meer zouden spreken in de naam van Jesus. En de AP®
telen verlieten de Raad verheugd, dat zij waardig waren bevonden on-
wille van de naam Jesus smaad te lijden. „En zjj hielden niet op
gelijks in de tempel en in de huizen te onderrichten en de Blijde
schap te verkondigen, dat Jesus de Messias is." (Hand. d. Ap. °-
vv). r.
Wij zouden gaarne zien, zeer dierbaren, dat gij er diep van dQ0
drongen zijt, dat uw bisschoppen alles in het werk stellen om u
vrijwaren voor nieuwe onaangenaamheden, voor zover dit mog6'1'
is zonder afstand te doen van de fundamentele rechten en pliclYe,
der kerkelijke hiërarchie, aan wie Christus de opdracht tot ondm
richten heeft gegeven. Mochten deze pogingen echter niet leiden to
een redelijk vergelijk met de schoolinstanties betreffende dit 8° .'e
dienstonderwijs, dan aarzelen wij niet, beminde priesters, van u
de volle toewijding en de grootst mogelijke offervaardigheid te e,s
om uw fundamentele plicht te vervullen: de millioenen Poolse kindei
aan Christus te binden.
Wij wensen, dierbare Broeders in het Priesterschap, dat gij ruat'-g
met takt en voorzichtigheid, maar ook met de nodige standvastigbc'
het godsdienstonderricht verder voortzet. Houdt voortdurend een Ki
derlijk contact met uw bisschop, die gij moet inlichten over de o
standigheden waaronder u werkt, zijn richtlijnen hebt gij nauwge
te volgen. Neem geen enkel initiatief op eigen gelegenheid. ^c0ze
geen enkele verplichting op u die schadelijk zou kunnen zijn voor on
gezamenlijke zorg tot versterking van het geloof in de gedachten
harten van de Poolse jeugd. -nC[
Wij verzekeren uw eveneens, dat het gehele Episcopaat eensgoz1
zijn standpunt in deze heeft uiteengezet in een beslist protest bij
hoogste regeringsinstanties.
Ontvangt, geliefde medewerkers, de hartelijke zegen van uW Re
ders, Jasna Goera, de 2e sept. 1961.
Getekend: de Kardinaal Primas, de AartsbisschopPen
en alle bisschoppen van Polen.
Jasma Goera „lichtende berg", waarop het nationale heiligd°v
Czenstochowa gelegen is.
daarop naar een Duitse garantie. Het
nazi-stelsel aanvaardde het niet. Men
meende in Helsinki, dat het vage drei
gement van een Duits-Fins bondgenoot
schap voldoende zou zijn om Rusland
in toom te houden. Toen Molotov en
Ribbentrop in 1939 hun akkoord sloten,
werd deze illusie verstoord.
Hitier verzette zich niet, toen Stalin
de Baltische staten onder zijn invloed
bracht. Hij bleef cynisch afzijdig, toen
de Russische dictator het sein gal tot
de „Winteroorlog" tegen Finland.
Ondanks hun aanvankelijke succes
sen moesten de Finnen tenslotte bui
gen voor de Russische overmacht. De
erfgenamen van Lenin, die ooit de
slagzin „Geen annexaties, geen her
stelbetalingen" had uitgegeven, be
roofden Finland (in maart 1940 bij het
Vredesverdrag van Moskou) van tien
procent van zijn grondgebied. Om
streeks 400.000 Finnen, die niet onder
Russisch bestuur wensten te komen,
moesten verhuizen.
De gevolgen van dit verdrag voor het
oordeelsvermogen van de Finse politici
waren nog kwalijker. Zij lieten er zich
in juni 1941 toe verleiden de oorlog tegen
Rusland aan de zijde van Hitier te her
vatten. Finland raakte op die manier
een deel van de goodwill, die het tijdens
de Winteroorlog in de hele vrije wereld
had gekweekt, kwijt. In de zomer van
1944 tekende zich voor de Finnen een
tweede nederlaag af. De indruk van
deze hernieuwde débacle minder eer
vol dan de eerste was scherper dan
nodig was geweest. Met name president
Ryti heeft de pogingen van zijn Ameri
kaanse collega Roosevelt om Finland
met zo weinig mogelijk kleerscheuren
uit het strijdgewoel te bevrijden bruusk
afgewezen. Zodoende kreeg het land bij
de wapenstilstand in september 1944 niet
alleen de volle last te dragen van de
oude territoriale aanspraken van de
Sovjet-Unie, het moest bovendien zware
harrt+lhetnlingen opbrengen.
PRESIDENT KEKKONEiï
schok van deze dubbele1?
I Q O Vl/\nf(- nnvi Aft Tl
laag heeft, meer dan. v an
geleid tot de conceptie ^ai-
Finse neutraliteit, zoals ".kjvi
t Dp ^residenten Paas
bestaat. De
Kekkonen he
b&;
-en er een ware
gemaakt, een vorm van P0liüe£mverÉ:frt
danserjj, waarbij ieder mag ]Tloie,.
doch waarmee derden zich n'f ji®
„aannce ueriueu w»-" - qie -
bemoeien. Het is een neutrahtem ^e\\e
ledig is afgestemd op het gel'"ï:n AnLr
van Moskou TCpkknnen heeft hei „rol
van Moskou. Kekkonen heeft hTU" gro'ri
rika nog pas zó uitgedrukt: '£uTet-bJ,I1c
het vertrouwen i». ^t de b™* er
in ons stelt, des te meer kunne» t ji
met het Westen occuperen, \j-
Russische vertrouwen af, dan z
onze betrekkingen met het
evenredigheid moeten besnoeie