De POOLSE KERK staat bloot aan een geruisloze vervolging Gomulka's bewind tracht episcopaat zoveel mogelijk te dwarsbomen I H DERDEN MOETEN ER BUITEN BLIJVEN FINLAND bedrijft neutraliteit D Kandidatuur van Kekkonen met de virtuositeit van een koorddanser I D GODSDIENSTONDERWIJS LOOPT GEVAAR Openlijke taal van Korotynski Pools Episcopaat schrijft aan zijn geestelijkheid Er wordt vaak beweerd, dat de Kerk in Polen vrij is. Onder vrij-zijn verstaat men dan, dat haar de mogelijkheid gelaten wordt tot het uitoefenen van ziel zorg en het naleven van bepaalde kerkelijke gebruiken. Dat dit ech ter de vrijheid zou zijn, die de Kerk rechtens toekomt, kan men moei lijk staande houden. Herhaalde lijk zijn er z.g. overeenkomsten tussen Kerk en staat gesloten, maar deze hebben nooit veel suc ces gehad. Gesprekken tussen kar dinaal Wyszynski en Gomulka hebben meestal alleen maar een zeer kortstondige ontspanning ge bracht. Dat is ook begrijpelijk, om dat van de laatste gesprekspartner niet kan verwacht worden, dat hij iets andei's nastreeft dan een niet ernstig gemeend tijdelijk compro mis. In de grond van de zaak kan hij eenvoudig het standpunt van de kardinaal niet delen. Na de derde partijdag in maart 1959 ver klaarde Gomulka, dat de Kerk vrijheid zou genieten op voorwaar de, dat zij de staat niet tegenwerk te. Volgens hem zou zij dat tot dan toe voortdurend hebben gedaan. Hij achtte desondanks vreedzame coëxistentie tussen Kerk en staat mogelijk, zij het dan op voorwaar den, door deze laatste te stellen. Plagerijen Nationalisme Principiële sfrijd e Finse president Urho Kaleva Kekkonen heeft het deze week nog eens uitdrukkelijk gezegd: het Russi sche verzoek om besprekingen over de bescherming van de grenzen van beide landen bete kent geen enkele bedreiging van Finlands neutraliteit of onafhan kelijkheid. „De buitenlandse cor respondenten zullen zich natuur lijk wel beledigd voelen", zei hij in een radiotoespraak, „maar ik voel mij opnieuw genoodzaakt hun te zeggen: Verkoop de huid van de beer niet, voordat het dier geschoten is". Men kan van me ning verschillen over de betekenis, die aan de Russische stap gehecht moet worden. Sommigen zijn van oordeel, dat de Sovjet-Unie strate gische bedoelingen heeft: het ont wrichten van het noordelijk NAVO-commando, het verkrijgen van bases of radarposten op Fins grondgebied, of het in stand hou den van de Baltische Zee als een Sovjet-„meer". Anderen schenken meer aandacht aan de politieke kant. Zij gaan zelfs zo ver te ver onderstellen, dat Khroesjtsjev een situatie wil scheppen, waarin zijn vriend en vertrouweling Kekko nen er zeker van kan zijn in januari a.s. te worden herkozen als president (de sociaal-demo cratische kandidaat Olavi Honka hoopt alle politieke tegenstanders van Kekkonen achter zich te krijgen). Maar in ieder geval be staat er bij de Finnen een neiging om hun betrekkingen met Rus land te beschouwen als hun eigen specialiteit, een vak apart, waarin geen enkele buitenlander bedreven is. Deze neiging is van tamelijk recente datum, want met name voor de Tweede Wereldoorlog streefden zij naar een zekere rug dekking tegenover de Sovjet- Unie. j. Zo men al niet van een directe Kerk vervolging kan spreken, is de houding van de staat tegenover de Kerk er toch een van onophoudelijk sarren en treite ren. Als voortdurende speldeprikken volgen de maatregelen tegen de Kerk elkander op, zij het dan, dat men daar mee nog net niet zover gaat, dat de bewegingsvrijheid van de Kerk radicaal aan banden wordt gelegd. Men kent de methode: Polen is een overwegend ka tholiek land. Een rechtstreekse strijd tussen staat en Kerk zou op te grote tegenstand stuiten en de partijpolitiek in gevaar brengen. Men neemt daar om zün toevlucht tot maatregelen, die men, bij een eventueel overleg, steeds enigszins kan verzachten zonder ze ge heel al te schaffen, maar die toch vol doende ongerustheid en angst onder de Katholieken te weeg brengen om de toekomst' met grote onzekerheid en bange verwachtingen tegemoet te zien. Wij behoeven in dit verband maar te wijzen op de bepalingen, die de vrij heid van godsdienstonderricht steeds meer beperken. Is het te verwonderen, dat de kerkelijke overheid in de toe komst een totaal verbod van dit onder wijs vreest? Er zijn en worden nog steeds tal van kerkelijke goederen ont eigend, de belastingheffingen van ker ken, parochies, kloosters, seminaries enz. zjjn, met kennelijk boos opzet, on mogelijk hoog opgeschroefd, het onder was op de seminaries wordt door de staat gecontroleerd. Reeds voordat Gomulka de macht overnam, bestond er in Polen een gele galiseerde mogelijkheid tot abortus pro- vocatus, al was dit dan ook aan beper kende voorwaarden gebonden. Deze be perkingen bestaan nu niet meer. Een beroep op moeilijke economische om standigheden is voldoende om tot deze ingreep over te gaan. De artsen wor den verplicht op verzoek hierop m te gaan; eveneens moeten zn altijd bereid zijn tot het verstrekken van an ticoncepties. Sedert 1956 hebben de bisschoppen telkens opnieuw met klem erop gewezen, dat dit in geweten onge oorloofd is. Vanzelfsprekend ligt hier een zeer ernstige grond voor gewetensconflicten, speciaal bij het ziekenhuispersoneel, omdat een afwijzende houding tegen over deze wet gestraft wordt. In scho len wordt niet zelden het kruisbeeld ver- wijderd; regeringsinstanties saboteren herhaaldelijk de bouw van nieuwe ker ken. Dit zijn maar enkele voorbeelden van de wpze, waarop de communistische party de Kerk zoveel mogelijk tracht te dwarsbomen zich een groep van plm. 600 progressie ve priesters gevormd, die een eigen maandblad uitgeeft, waarin gepleit wordt voor ,,de mobilisering van ieder- van-goede-wii om een socialistische sa menleving op te bouwen". Hongarije en Tsjechoslowakije heeft men zich daarbij ten voorbeeld gesteld. Natuur lijk hebben de bisschoppen ook deze organisatie afgewezen en verboden. Men werkt daar vooral met het lokaas van financiële hulp aan de priesters om hen in hun grote materiële nood bij te staan. De grote bedragen, waarover men beschikt, zijn uiteraard niet van kerkelijke oorsprong. Het aannemen van dergelijke hulp de bisschoppen hebben met klem daarop gewezen schept een afhankelijkheid, waar men later niet meer onderuit komt. De Poolse primaat Stefan kardinaal Wyszynski. niet na te pas en te onpas, met aller lei acrobatische redeneringen, de ver enigbaarheid van geloof en socialisti sche maatschappijleer te verkondigen. In verregaande schijnheiligheid put: men zich uit in voïgzaamheidsbetuigingen t.o.y. het Episcopaat. Binnen de Charitas-bewe-ging heeft De berichten uit Polen maken aan de lopende band melding van allerlei kleingeestige plagerijen, beperkende maatregelen en verboden, die geeste lijkheid en volk voortdurend in angstige 'IIIIIIIIIIIMIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIMHIIIIIIIItllMlllillllllllllllll'lll" '.iiiiiiuiii in inn minim in ii mm mini ui hui mm! iiim ui mui) spanning houden. Het jongste schrijven van het Poolse Episcopaat aan zijn priesters over het godsdienstonderwijs aan de jeugd, dat wij hierbij publice ren, spreekt in dit opzicht duidelijke taal. De overeenkomst tussen Kerk en staat van 1956 garandeerde de vrijheid van dit onderwijs en die garantie heeft de partij tot lieden nooit teruggetrok ken. Desondanks zijn er nog niet zo lang geleden aanzienlijke beperkingen afgekondigd. Dat was het werk van de in 1957 gestichte „vereniging voor ge seculariseerde scholen". Deze heeft een program,ontworpen, volgens hetwelk de opvoeding van de jeugd „in de geest van een wereldse moraal" zou behoren te geschieden. De secretaresse van deze vereniging, Jezierska maakte trots bekend, dat er tegenwoordig op 5000 scholen geen godsdienstonderwijs meer wordt gege ven. Verleden jaar was dit getal niet hoger dan 900. In totaal heeft Polen 17.000 lagere scholen. Op de kweek scholen is het godsdienstonderwijs over al vervangen door lessen in ethica en godsdienstgeschiedenis. De socialistische opvoedingsleer wordt hoe langer hoe meer algemeen doorgevoerd. De minister voor opvoeding, Tulo-d- ziecki, heeft het plan bekend gemaakt het onderricht in ethica en gods- dienstgeschiedenis-ln-socia-listische-geest De Poolse partijleider Gomi^ka. in het hele land in te voeren. De mi nister van oorlog, Spychalski, heeft grote belangstelling voor wereldbe schouwelijke vorming aan dc dag ge legd, toen hij onlangs de leiding van het leger toesprak. Niet alleen politiek dient men daar één lijn te volgen, ook de materialistische levensbeschouwing moet onder de soldaten zoveel moge lijk verspreid worden. De „overblijfse len van het liberalisme, zowel op po litiek als op godsdienstig gebied beho ren radicaal uitgeroeid te worden." ct is duidelijk, dat de partij in het geheel niet de bedoeling heeft haar woord te houden, dat ze ge geven heeft in officiële overeen komsten met de Kerk. Men kan inder daad van een nieuwe actie tegen de Kerk spreken, zoals de „Neue Zürcher Zeifung" doet. Men zet daarbij de Kerk steeds meer onder druk, hoofdzakelijk echter op een administratieve wijze, met allerlei belemmerende bepalingen. De aangewende methoden verschillen van die, welke onder het regiem van Stalin gebruikelijk waren. Men schakelt de politie niet meer in en heeft afge zien van luidruchtige propaganda. Het juiste woord voor de huidige taktiek lijkt te zjjn: geruisloze vervolging. Er kan geen twijfel aan bestaan of de Kerk in Polen behoort eveneens tot de Zwijgende Kerk achter het IJzeren Gordijn. De vraag dringt zich op, wat verkieslijker is: een openlijke of een ge ruisloze vervolging. Het Poolse natio nalisme vergroot bovendien de moeilijk heden aanzienlijk; nationalisme hier niet direct genomen in de bekende kortzichtige zin, maar als een onver mijdelijk en tot op zekere hoogte zelfs gerechtvaardigd uitvloeisel van de rampzalige geschiedenis van dit onge lukkige land, waarvan de bewoners hun onderlinge saamhorigheid zo sterk aan voelen. Dit maakt de positie van de bisschoppen zoveel te moeilijker, niet op de laatste plaats omdat het regiem natuurlijk de nationale solidariteit als een eerste eis uitspeelt. Daarin ligt waarschijnlijk de verklaring van het feit, dat kardinaal Wyszynski telkens weer probeert aannemelijke overeen komsten met de regering te sluiten. Hoe weinig vertrouwen hij daarin kan hebben, bewijst de herderlijke brief over het godsdienstonderwijs wel zeer duidelijk. L. VAN WERSCH Dat dit principieel gebeurt blijkt duidelijk uit een verklaring van de hoofdredacteur van het grote blad „Zyeie Warszawy", Henryk Korotyn ski. Hij schreef: „Polen is een volks democratie. De macht ligt in handen van de partij, die zich ten doel heeft gesteld een socialistische staat op te bouwen, In ons land vormen de Ka tholieken een grote meerderheid- in geen enkel socialistisch land is dit in die mate het geval. De laïcisering van de maatschappij, waartoe het socialisme de economische, sociale en ideologische voorwaarden schept, is een proces van zeer lange duur. Kerk en clerus zullen in Polen- niet spoedig verdwenen zijn. De idealisti sche en de materialistische levensbe schouwing zullen nog lange tijd naast elkander bestaan, evenals gelovigen en ongelovigen. In deze omstandighe den dient de opbouw van het socialis me zodanig te geschieden, dat het zo weinig mogelijk hinder van de gods dienst ondervindt. Men zal ertegen hebben te waken, dat de religie on der de arbeiders 0een conflicten ver oorzaakt noch verspilling van sociale energie. Daarom mag de godsdienst met worden vervolgd, maar moet men hem in zijn filosofische wortel aantasten. Overeenkomstig de situatie in Polen heeft de partij de z.g. vreed zame coëxistentie van volksstaat en Kerk gekozen en wel zo, dat de ideo logische strijd tussen de materialisti sche wereldbeschouwing van de par ty en de godsdienstige activiteit der j, n'e' een politieke strijd ont- ®a j- ,en de samenleving politiek ver deeld houdt." Deze woorden laten geen .twijfel over aan de eigenlijke bedoelin- Sen van het communisme, óók in Polen. Waar men kan, tracht men verdeeldheid te zaaien onder de Katholieken. ,,Voor ons", zei een voor- aanstaand partijman, „kunnen er niet genoeg aparte grooDeringen en tegen stellingen zijn m het katholieke kamp." De veroordeelde Pax-beweging laat tot het begin van de negentiende eeuw heeft Finland deel uitgemaakt van het Zweedse koninkrijk. Daarna kwamen de Russen en die maakten van Finland een zelfbesturend groothertogdom van de keizerlijke Russische kroon. Die toestand heeft ruim honderd jaar geduurd. Op 6 december 1917 riep Finland de onafhan kelijkheid uit; het vroeg om erkenning door buitenlandse regeringen. Do Russische communisten waren on middellijk bereid de Finse onafhankelijk heid te erkennen en te eerbiedigen. Zij hebben zich daar later bij herhaling op beroemd. Toch schijnt er weinig twijfel aan te bestaan, dat. Lenin de Finse ver langens alleen inwilligde, omdat hij het een decadente bourgeois bezigheid vond te twisten over een nationale grens en voorts, omdat hij er heilig van overtuigd was, dat de „arbeiders" bezig waren Finland te veroveren. Dat is ook bijna gelukt. In januari 1918 voerden de ex treme socialisten een staatsgreep uit. Met hun „Rode Garde" ontketenden zij een Burgeroorlog, die maar met moeite kon worden bedwongen door de „witte" generaal Mannerheim. Er moest drie dagen lang fel gevochten worden eer in Tampere de macht van de „Rode Gar de" gebroken was. Een Duitse divisie, die in Hangö was geland, veroverde Helsinki. De Burgeroorlog was ten einde maar hij liet ernstige littekens na. Het politieke klimaat in de volgende jaren is als volgt gekenmerkt door Hugh Shearman („Finland: the Ad ventures of a Small Power", London 1950): „aanzienlijk wantrouwen tegen het socialisme, vernuftige pogingen om de resultaten van socialisme langs andere wogen te verkrijgen, een nogal gevaarlijke neiging om te spelen met fascistische vormen, en dan een nei ging om daarvoor terug te deinzen." n november 1929 kwam de Liga van Communistische Jongeren op de on zalige inval een propagandabjjeen- komst te beleggen in Lapua, ten oos ten v^n Vaasa. Lapua was niet alleen De Finnen schijnen in hun tegenwoor dig woongebied voor het eerst te zijn verschenen bfj het begin van de Chris telijke tijdrekening. Over hun herkomst rr bestaat geen zekerheid. Filologen menen liet Fins-Russische overleg blijft niet beperkt tot het overleg tussen de minis- een verwantschap te hebben ontdekt ters van buitenlandse zaken in Moskou. Men ziet hier (links) de Finse afge- tussen het Fins en de taai van de Magy- vaardigde bij de Verenigde Naties, Reinhold Svento, in gesprek met L. 1. Dien aren Van het einde van de dertiende delevitsj van de Russische delegatie. liet centrum van een conservatieve boe rengemeenschap. het was ook de plek waar de Finnen in vroeger eeuwen had den gezegevierd over de Russen en waar Mannerheim zjjn strijdkrachten had sa mengetrokken voor de aanval op de „Rode Garde". De propagandabijeen- komst liep uit op een vechtpartij. Dat werd het begin van een anti-communi- tische storm. Er werden massa-betogin gen gehouden. Toen de Rijksdag weiger de dc communistische pers te muilkor ven, richtten de anti-communisten een permanente organisatie op, „Suomen Lukko" (Het slot op Finland), eerst ge leid door een boer genaamd Kosola en later door generaal Wallenius. Communistische drukpersen werden opgeblazen, communistische leiders ont voerd, afgeranseld en over het prikkel draad gesmeten, waarmee de Russen op bepaalde plaatsen hun grenzen hadden afgerasterd. Het kabinet van Kyösti Kallio willigde een deel van de anti communistische eisen in en trad vervol gens af. Het werd opgevblgd door een coalitie regering met aan het hoofd de geduchte leider van de „witte" groepering in de Burgeroorlog, Svinhufvud. Nu werden de communisten uit het parlement gegooid en op ander manieren getroffen. Toen de sociaal-democraten verzet schenen te bieden, kregen ook zij de volle laag. Geweld en dreiging met geweld waren aan de orde van de dag. De Rijksdag werd ontbonden. Het nieuwe parlement was voldoende rechts om de grondwet te wijzigen en de communistische partij te verbieden. Dat was de „Lapuanen" echter niet genoeg. Zij maakten openlijk aanstalten voor een „putsch"; zij ontvoerden oud president Stahlberg en bereidden de ves tiging voor van een autoritaire staat. Het is er niet van gekomen. Svinhufvud bracht een deel van de uiterst, rechtse aanhang tot kalmte en wist de toeleg der anderen te verijdelen. Maar de toe passing van geweld in de binnenlandse politiek alsmede bepaalde autoritaire neigingen hebben in Finland nog een lang leven geleid. Dat maakt het ook voor een deel begrijpelijk, waarom de I inse communistische partij vaak zo pathologisch achterdochtig is Er kun nen geen twee boeren samen een schiet wedstrijd aangaan, of de communisten melden de wedergeboorte van de Witte Garde". Het is in deze periode tussen de wereldoorlogen geweest, dat de politiek van de rugdekking of „herverzekering" in Finland op geld deed. Het stond alleen tegenover de kolossale Sovjet-Unie, De westelijke democratiën konden geen hulp bieden Die lagen te ver weg. De Finnen hadden we1 graag een bondgenootschap met /.weden willen sluiten. Maar in Stock holm wilde met uitzondering mis schien van het ministerie van buiten landse zaken niemand iets anders dan de meest volstrekte neutraliteit. UOK de gedachte om samen de Aalands- eilanden (aan de toegang tot <t* Both- msche Golf) te verdedigen von4 Ml de Zweden geen Ingang. Fmlarbd itiwefito Geliefde Broeders, (in het Priesterschap) De Poolse bisschoppen, vergaderd op Jasna Goera*) en met u ver enigd in gezamenlijke bezorgdheid over de zielzorg ten gevolge van de moeilijkheden met het kerkelijk godsdienstonderricht, wenden zich tot hun broeders in het priesterschap. De 19e augustus van dit jaar is, zoals bekend, door het Ministerie van Onderwijs een verordening uitgegeven over het godsdienstonder richt in kerken en katechismus-lokalen. Ofschoon deze verordening nog in geen enkel ambtelijk orgaan is gepubliceerd, heeft de regering ze toch reeds enkele dagen later toegepast. Er werden aparte ver gaderingen voor de pastoors belegd. Nadat de geestelijkheid kennis was gegeven van dit besluit van het Ministerie, werd in veel gevallen aan de priesters toegezegd, dat zij, onder bepaalde voorwaarden en beperkingen, het recht zouden hebben godsdienstonderricht te geven, echter onder strenge controle van de inspecteurs voor het onderwijs- Slechts zeer weinig priesters stemden hierin schriftelijk toe. Degenen die dit deden, dachten echter, dat het Episcopaat in deze verorde ning van het Ministerie tevoren gekend was. Dit bewijst het feit, dat, na ontvangen inlichtingen ter bevoegder plaatse, de gegeven hand tekeningen werden herroepen. In het algemeen heeft de geestelijk heid het ondertekenen van die overeenkomst zonder meer geweigerd, omdat zij begreep, dat de betreffende instanties niets anders dan de geleidelijke, algehele afschaffing van het godsdienstonderwijs op het oog hadden. Met waardering benadrukken wij de eensgezinde opofferingsge zindheid van de Poolse geestelijkheid, die dikwijls in zeer moeilijke omstandigheden met zoveel zorg en toewijding het godsdienstondei- richt heeft gegeven. Zij was er niet gemakkelijk toe te brengen haai. terwille van tijdelijke voordelen, de voornaamste en noodzakelijkste plicht van haar pastorale zending te verloochenen. De priesters mochten deze overeenkomst niet ondertekenen, omdat heel deze aktie, gevoerd zonder voorafgaand overleg met het copaat, een ontoelaatbare inmenging betekende op het gebied van de kerkelijke rechtsmacht. Zij mochten die overeenkomst niet ondertekenen, omdat zé dc fun damentele rechten van de ouders op godsdienstige opvoeding en voi- ming van hun kinderen aantast, die daardoor immers in de meeste gevallen beroofd zouden worden van de mogelijkheid het onderrich te volgen op de daartoe bestemde plaatsen. Zij mochten niet ondertekenen, omdat de beperkingen van de lijkheid tot godsdienstonderwijs niet in overeenstemming zijn rnet d geldende overeenkomst tussen het Episcopaat en de Poolse regering- Zij mochten niet ondertekenen, omdat de verordening aan schoo - inspecteurs het recht van controle op het godsdienstonderricht, t°e" kent, zelfs in de kerken. Zij mochten niet ondertekenen, omdat de overeenkomst sterk d°r, twijfelen aan het bestaan van katechismus-lokalen, die wei theoretic worden toegestaan, maar volkomen afhankelijk zijn van de willekeU. der schoolautoriteiten welke vaststellen of die plaatsen (in de kei of daar buiten) beantwoorden aan de voorwaarden, die zij daaraa stellen. Zij mochten niet ondertekenen, omdat de overeenkomst beperkin£e" oplegt zowel ten opzichte van de plaats van onderricht, n.l. alleen de kerk en kerkelijke gebouwen, als wel wat betreft de hoedanigh1'^ en het getal van de personen die godsdienstonderwijs mogen geve n In beginsel immers zouden alleen de pastoors dit onderricht mOg0 geven, en, in uitzonderlijke gevallen, ook leken, behalve ordegeest lijken en de kapelaans van de parochie. Zij mochten niet ondertekenen, omdat de overeenkomst voorziet 1 de mogelijkheid dat de plaatsen van onderricht, welke dan ook, zei in de kerken, door de schoolautoriteiten gesloten kunnen worden. Geliefde Broeders in het Priesterschap, noch de voorgestelde ve~ goeding voor het katechismusonderricht, noch de beloofde gelijkste ling met staatsambtenaren (als beloning voor de vrijwillige afsta._ van de vrijheid van onderwijs die u toekomt door de wil van Ckri tus) hebben u kunnen verleiden. Gij hebt tot nu toe voldoende bew?L zen geleverd, dat Gij bereid zijt het moeilijke katechismusonderric geheel belangeloos te geven. Wij zijn er ons van bewust, dierbaarste medewerkers, dat de sliste houding die wij aannemen in de verdediging van de vrijhe van godsdienstonderricht ons blootstelt aan vele onaangenaamhedc en mogelijk ook nadelen. Maar wij weten ook daartoe hebben v van uw kant bewijzen te over - dat gij niet van plan zijt, uit vrees voo verdrukking, de eenmaal gekozen gedragslijn te laten varen. Gij immers het voorbeeld indachtig van de Apostelen ten overstaan va het Sanhedrin, dat hen had opgeroepen en hen geselde, opdat zij i» P geheel niet meer zouden spreken in de naam van Jesus. En de AP® telen verlieten de Raad verheugd, dat zij waardig waren bevonden on- wille van de naam Jesus smaad te lijden. „En zjj hielden niet op gelijks in de tempel en in de huizen te onderrichten en de Blijde schap te verkondigen, dat Jesus de Messias is." (Hand. d. Ap. °- vv). r. Wij zouden gaarne zien, zeer dierbaren, dat gij er diep van dQ0 drongen zijt, dat uw bisschoppen alles in het werk stellen om u vrijwaren voor nieuwe onaangenaamheden, voor zover dit mog6'1' is zonder afstand te doen van de fundamentele rechten en pliclYe, der kerkelijke hiërarchie, aan wie Christus de opdracht tot ondm richten heeft gegeven. Mochten deze pogingen echter niet leiden to een redelijk vergelijk met de schoolinstanties betreffende dit 8° .'e dienstonderwijs, dan aarzelen wij niet, beminde priesters, van u de volle toewijding en de grootst mogelijke offervaardigheid te e,s om uw fundamentele plicht te vervullen: de millioenen Poolse kindei aan Christus te binden. Wij wensen, dierbare Broeders in het Priesterschap, dat gij ruat'-g met takt en voorzichtigheid, maar ook met de nodige standvastigbc' het godsdienstonderricht verder voortzet. Houdt voortdurend een Ki derlijk contact met uw bisschop, die gij moet inlichten over de o standigheden waaronder u werkt, zijn richtlijnen hebt gij nauwge te volgen. Neem geen enkel initiatief op eigen gelegenheid. ^c0ze geen enkele verplichting op u die schadelijk zou kunnen zijn voor on gezamenlijke zorg tot versterking van het geloof in de gedachten harten van de Poolse jeugd. -nC[ Wij verzekeren uw eveneens, dat het gehele Episcopaat eensgoz1 zijn standpunt in deze heeft uiteengezet in een beslist protest bij hoogste regeringsinstanties. Ontvangt, geliefde medewerkers, de hartelijke zegen van uW Re ders, Jasna Goera, de 2e sept. 1961. Getekend: de Kardinaal Primas, de AartsbisschopPen en alle bisschoppen van Polen. Jasma Goera „lichtende berg", waarop het nationale heiligd°v Czenstochowa gelegen is. daarop naar een Duitse garantie. Het nazi-stelsel aanvaardde het niet. Men meende in Helsinki, dat het vage drei gement van een Duits-Fins bondgenoot schap voldoende zou zijn om Rusland in toom te houden. Toen Molotov en Ribbentrop in 1939 hun akkoord sloten, werd deze illusie verstoord. Hitier verzette zich niet, toen Stalin de Baltische staten onder zijn invloed bracht. Hij bleef cynisch afzijdig, toen de Russische dictator het sein gal tot de „Winteroorlog" tegen Finland. Ondanks hun aanvankelijke succes sen moesten de Finnen tenslotte bui gen voor de Russische overmacht. De erfgenamen van Lenin, die ooit de slagzin „Geen annexaties, geen her stelbetalingen" had uitgegeven, be roofden Finland (in maart 1940 bij het Vredesverdrag van Moskou) van tien procent van zijn grondgebied. Om streeks 400.000 Finnen, die niet onder Russisch bestuur wensten te komen, moesten verhuizen. De gevolgen van dit verdrag voor het oordeelsvermogen van de Finse politici waren nog kwalijker. Zij lieten er zich in juni 1941 toe verleiden de oorlog tegen Rusland aan de zijde van Hitier te her vatten. Finland raakte op die manier een deel van de goodwill, die het tijdens de Winteroorlog in de hele vrije wereld had gekweekt, kwijt. In de zomer van 1944 tekende zich voor de Finnen een tweede nederlaag af. De indruk van deze hernieuwde débacle minder eer vol dan de eerste was scherper dan nodig was geweest. Met name president Ryti heeft de pogingen van zijn Ameri kaanse collega Roosevelt om Finland met zo weinig mogelijk kleerscheuren uit het strijdgewoel te bevrijden bruusk afgewezen. Zodoende kreeg het land bij de wapenstilstand in september 1944 niet alleen de volle last te dragen van de oude territoriale aanspraken van de Sovjet-Unie, het moest bovendien zware harrt+lhetnlingen opbrengen. PRESIDENT KEKKONEiï schok van deze dubbele1? I Q O Vl/\nf(- nnvi Aft Tl laag heeft, meer dan. v an geleid tot de conceptie ^ai- Finse neutraliteit, zoals ".kjvi t Dp ^residenten Paas bestaat. De Kekkonen he b&; -en er een ware gemaakt, een vorm van P0liüe£mverÉ:frt danserjj, waarbij ieder mag ]Tloie,. doch waarmee derden zich n'f ji® „aannce ueriueu w»-" - qie - bemoeien. Het is een neutrahtem ^e\\e ledig is afgestemd op het gel'"ï:n AnLr van Moskou TCpkknnen heeft hei „rol van Moskou. Kekkonen heeft hTU" gro'ri rika nog pas zó uitgedrukt: '£uTet-bJ,I1c het vertrouwen i». ^t de b™* er in ons stelt, des te meer kunne» t ji met het Westen occuperen, \j- Russische vertrouwen af, dan z onze betrekkingen met het evenredigheid moeten besnoeie

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1961 | | pagina 4