Radio't Kerkske herleeft Antwerpse een Bel amateur gaat met Veronicain zee in opbouw Wereldraad van Kerken Christus langs de Indische heirweg Wereldraad en wereldzending zijn één DE ARTSEN EN HUN PATIËNT D BENEGAS BUTAAN Twaalf sprookje Slecht pleidooi voor omstreden immigratie wet Van koningin Fabi*^ Binnenkort in het Ne* derlands verkrijgbaar Debat in Lagerhuis LOTERIA USICALP V B WOENSDAG 6 DECEMBER 1961 - Het geduld van de strijdlus tige Antwerpenaar Geor ges de Caluwé is uitgeput. Voor de laatste keer heeft hij als oprichter en leider van de voor oorlogse radiozender ,,'t Kerkske", officieel „Radio Antwerpen" ge heten, aan de Belgische regering toestemming gevraagd om weer zoals voorheen radioprogramma's te mogen uitzenden. Herhaalde pogingen om zijn vooroorlogse zendvergunning terug te krijgen, zijn tot nu toe zonder succes ge bleven, evenals diverse protestak- ties van zijn vroegere luisteraars. Georges de Caluwé vindt het nu welletjes. Hij heeft genoeg van de papieren strijd, welke nu reeds meer dan zeventien jaar duurt en derhalve is zijn laatste request aan de huidige minister voor cul turele zaken geen overbeleefd verzoekschrift meer, maar een geharnast schrijven in de vorm van een krachtig ultimatum. Wan neer de vereiste vergunning voor het eind van vorige mand niet wordt verleend, dan zal „radio Antwerpen", zo heeft Georges de Caluwé aan de regering laten weten, toch weer in de aether terugkomen. Hij is namelijk vast van plan om naar analogie van radio „Veronica" voor de Neder landse kust of radio „Mercuur" en „du Nord" voor de Scandina vische kust een zenderpark in te richten op een schip, dat op de vrije zee, enkele mijlen buiten de Belgische kust, verankerd zal worden. 't helpt en't is lekker „De medemenselijkheid moet het gedrag van de arts tegenover de patiënt blijven overheersen" ■el' ft... Georges de Caluwéoprichter en leider van de voor de oorlog zo populaire Antwerpse zender ,,'t Kerkske". Zonder het antwoord van de minister af te wachten,' is Georges de Caluwé reeds aan de uitvoering van zijn plan begonnen. Na de vete vergeefse pogin gen uit het verleden is hij er intussen zeker van, dat zün ultimatum, ondanks de gespierde taal, niets heeft uitgehaald? Een zeewaardige boot een voor- Advertentie) nu ideale verplaatsbare warmte met de moderne INFRAROL plus zo'n handig 6 kg. flesje BENEGAS BUTAAN. On- middellijk gezellige en ge zonde warmte, (Infrarood) overal waar u wenst. Veilig I Gemakkelijkl (Voor de zo mer: 't 6 kg. flesje pas klaar voor vacantia I) 60 uren behaaglijke warmte voor I 5,60. 2400 DEPOTHOUDERS malig Frans schip van 650 ton heeft hü daarom reeds aangekocht en zijn nieuwe „radio Antwerpen" is inmiddels gesticht in de vrijstaat Lichtenstein. De recrutering van het personeel is ook al begonnen. Voormalige zeevaar ders, bemanningsleden van tankers, volgen een opleiding tot radiotechnicus. Deze technici worden niet gauw zee ziek, zo redeneert Georges de Caluwé, die, het moet gezegd zyn, alle bijzon dere problemen van een-zender-op-zee, tot in de kleinste details heeft door dacht. Er gaan nog enkele maanden overheen, voordat zijn na-oorlogse „ra dio Antwerpen" in de lucht komt. Ko mend voorjaar zal het zover zijn, meent Georges de Caluwé. Zijn ideaal is het om de eerste uitzending te be ginnen met de Paasklokken van de kathedralen van Antwerpen, Gent, Brug ge en Rotterdam, de voornaamste cen tra binnen het bereik van zijn zender. Een romantisch begin, dat hele maal overeenkomt met de aard van deze Antwerpenaar en met het karak ter van de radioprogramma's van de vooroorlogse zender ,,'t Kerkske". Georges de Caluwé, van huisuit han delaar in auto-onderdelen, werd vrij toevallig leider van een eigen radio zender, nog wei de eerste in België. Het begon allemaal erg onschuldig. Georges de Caluwé had in zijn jeugd maar één hobby: radiotechniek. Sa men met een kameraad uit zijn mili taire diensttijd bouwde hij vlak na de eerste wereldoorlog een klein ra dio-zendertje met ontvanger. Zij had den over bepaalde radio-experimen ten in Amerika het een en ander ge lezen en besloten toen om ook „zo'n spulleke" te gaan bouwen. Eenmaal hiermee klaar, gingen de beide radio amateurs uitzien naar een geschikte plaats om hun zendapparatuur op te stellen. Een kerktoren, zo meenden zij, zou ideaal zijn. Vlak bij hun woonhuis, aan de Bexstraat lag een protestantse kerk: misschien konden zij daar terecht. De predikant had er geen bezwaar tegen. De radio-ama teurs konden hun gang gaan. mits zij „geen verkeerd woord" zouden uitzenden en „geen reclame zouden maken voor alcoholische dranken en voor dansgelegenheden". Radio „Kerkske" was hiermee gebo ren. Een naam, die alleen door de eer ste luisteraars werd gebruikt, want Geor ges de Caluwé kondigde de program ma's in het Frans aan en tegon elke uitzending met „lei radio Anvers". Althans aanvankelijk. Later, toen de zender een stuk van de Antwerpse be volking was geworden, veranderde dit totaal. Het Vlaams werd toen de voertaal. Aan deze verandering gingen een paar opmerkelijke voorvallen vooraf. Van 1923 tot 1932 zond radio-amateur de Caluwé louter voor zün genoegen drie keer per week radioprogramma's uit. Elke zondagmorgen de protestant se kerkdienst uit „het Kerkske" aan de Bexstraat en elke zondag-, dinsdag- en donderdagavond van zes tot negen uur grammofoonmuziek. Voordat de amateur er erg in had het uitzenden was voor hem slechts een nuttige vrijetijdsbesteding vormde zich een steeds groter wor dende kring van vaste luisteraars. De Caluwé kwam hier pas achter, toen hü na enkele tegenslagen een keer tijdens een strenge winter bevroren de batterüen van zijn zend apparatuur en een andere keer ver nielde de bliksem een van de anten nes het besluit nam om zün dure hobby op te geven. De Antwerpena ren namen dit niet en belegden een protestmeeting in het Rubenshuis. Honderden luisteraars van ,,'t Kerkske" stroomden toe. De betogers onder leiding van Jan Abts eisten voortzet ting van radio Antwerpen, die om zün gemoedelüke, echt hui-.el'yke toon zeer geliefd was onder de burgerü en die min of meer een niet graag te missen familieband onder de luisteraars had doen ontstaan. Voor dit in hun ogen kostbare bezit hadden zü toen en ooi* later heel veel over. Georges de Caluwé, die een dergelijke reactie voor onmogelük had gehouden -r tijdens de massabetoging was het tramverkeer in de Antwerpse binnen stad geheel ontwricht! bezweek voor de aandrang van de uitgebreide schare luisteraars en trok zün onzalige besluit weer in. Een grondige reorganisatie van radio ,,'t Kerkske" volgde. Met steun van de leden van de vriendenkring en vooral dank zü de invoering van de betaalde reclame konden de Financiële moeilük- heden volledig worden opgelost. De pri mitieve installaties in de kerktoren maakten plaats voo. een nieuw zender park tien kilometer buiten de stad, in het toen nog landelük Edegem; echte studio's kwamen tot stand; Hugo Mi- chielsen, organist van ,,'t Kerkske" richtte een omroeporkest op: leden van de Koninklüke Nederlandse Schouwburg vormden een vaste staf voor hoorspelen: een eigen nieuwsdienst werd in het le ven geroepen, kortom, ,,'t Kerkske" was een heuse radio-omroep geworden met aan het hoofd directeur de Caluwé, voormalig radio-amateur. Voortaan was Radio Antwerpen dagelüks in de lucht. Van 1932 tot 1940 was dit het geval. Bü de inval van de Duitsers bewees deze omroep nog goede diensten aan het Bel gische leger, maar niet zodra waren de Duitsers Antwerpen genaderd of radio ,,'t Kerkske" staakte zün diensten. Met pün m het hart vernielde direc teur De Caluwé de gehele zendappa ratuur. Nauwelijks was Antwerpen evenwel bevrijd of radio ,,'t Kerkske" meldde zich weer, by monde van di recteur de Caluwé. present. Vele Antwerpenaren herinneren zich nog zün enthousiaste juichkreet op 5 september 1944 via de radio: „Hallo, hallo, hier radio Antwerpen. We hebben ons „Kerkske" terug. Alles is in orde". Lang juichte De Caluwé evenwel niet, want nog geen jaar later moest radio Antwerpen zyn uitzendingen staken. In het na-oorlogse radio-bestel was geen plaats meer voor privé-zenders. Radio ,,'t Kerkske" verdween, zeer tot mis noegen van zijn duizenden luisteraars die geen middel onbeproefd hebben ge laten om hun eigen omroep terug te krijgen. Toen alle requesten zonder uit werking bleven, omdat de regering van oordeel bleek, dat de Antwerpenaren geen behoefte meer hadden aan een eigen zender, spraken 32.000 gezinshoof den zich via een enquête in de plaatse- lyke pers uit voor radio ,,'t Kerkske". Maar ook deze indrukwekkende aan- hankelijkheidsbetuiging leidde niet tot het verlangde doel en al evenmin het grote aantal voorkeurstemmen (ruim elf duizend), dat de gewezen omroepdirec- teur bü kort daarop gehouden verkie zingen wist te behalen. Aangemoedigd door deze adhesiebetuigingen van zün vroegere 'uisteraars, is- Georges de Ca luwé blüven doorvechten om alsnog een zendvergunning te verkrijgen. Deze onverholen steun verklaart ook, waarom hü thans zün 72-jarlge leeftüd ten spüt de moed opbrengt om aan de realisatie van een geens zins gemakkelüke onderneming: de stichting van een radio-zender-op-zee, te beginnen. Voor Georges de Caluwé is dit nog het enige middel om, na afwijzing van het ultimatum aan de minister, zijn belof te gestand te doen: „Radio ,,'t Kerkske" komt terug! Met of zonder vergunning! COR BERTRAND Wordt de vervaardiging van de bekende gapers voor drogisterijen een industrie? Het lijkt erop, althans naar de foto te oordelen. Maar vergis u niet. Hier ziet u een bedrijf in Bonn, waar modellen worden gemaakt, voor studenten in de tand heelkunde. Wanneer een kunstgebit is aangebracht, kunnen de toekomstige tand artsen naar hartelust boren en trekken. De modellen, waaraan op de foto gewerkt wordt, zijn bestemd voor de universiteit van Teheran. NEW DELHI, 30 november, Het krioelt hier van mensen in de Nighyan Bhavan-hall, bij de derde Conferentie van de Wereldraad van Kerken in New Delhi. Beneden in de hal lopen vertegenwoordigers van alle moge lijke rassen, volken en christelijke geloofsgemeenschappen. Men zegt, dat 1200 deelnemers hier vertegen woordigd zijn, met daarbij nog 300 pers- en radio-mensen. 62 pet. van dit totale getal zijn geestelijken, kerklei ders e.a., 38 pet. bestaat uit leken. Onder hen allen vallen het eerst de in het wit geklede ambtsdragers van de Indische kerken in het oog. Even als Indische vrouwen en meisjes, die om ons heengaan in een kledij, waarvan de contrasterend, felle kleuren met smaak gekozen zijn. De Indische vrouwen lópen niet, ze schrijden, met elegance en waardig heid. Daar tussendoor zie je een Rus sische monnik lopen; een jong ge zicht met een lange baard en met haren die tot op de schouders val len. Onder -die jonge orthodoxe pries ters is er een bij, die je zo aan de Christusgestalte zélf doet denken. De Oosters-orthodoxen zijn, met meer dan 65 vertegenwoordigers in totaal, goed vertegenwoordigd. Maar het sterkst valt toch de grote delegatie op van de jonge kerken uit Azië en Afrika. Hun getal is zeker verdubbeld sinds Amsterdam en Evanston. En dat is zeker mee een reden, waarom deze conferentie zo geslaagd mag heten, als ik die uit drukking even gebruiken mag. We worden hier met de neus geduwd op de vragen van deze jonge kerken. Zowel sociaal-economisch, als wat vragen van ras en politiek aan gaat. Maar bovenal worden we gezet voor de kapitale vraag hoe de Christelijke Advertentie) RED BAND - ROOSENDAAL Boodschap moet worden vertaald in vormen van geloofsleer, die tot de ziel van het Oosten zelf spreken. Daarom is het allereerste resul taat van deze conferentie zo belang rijk, n.l.de integratie van de We reldzendingsraad in de Wereldraad van Kerken. Het binnentreden van de Russen in de Wereldraad was natuurlijk veel meer spectaculair; echt nieuws voor de frontpagina's van dag- en weekbladen. Maar dit gebeuren zal blijken veel meer blijvende betekenis te hebben. Ik vermoed, dat de New Delhi-con- ferentie vooral om dit gebeuren be kend zal blijven in de geschiedenis van de Oecumenische Beweging. De samenvoeging had plaats op de eerste dag der conferentie, op de zondagmiddag na de opening. Er was iets van dezelfde sfeer aanwezig als van die middag in Amsterdam 1948 toen de Wereld raad werd gesticht. Door sprekers van beide zijden werd ook nu reken schap van het verleden afgelegd en het voorstel gedaan tot het laten op gaan van de Wereldzendingsraad (I.M.C.) in de Wereldraad. Even was er de spanning of toch nog een of an dere organisatie bezwaar zou maken, of er nog een kink in de kabel zou komen. Toen niemand zich meldde, werd de formule uitgesproken waar door beide lichamen, na vijf jaar ge duchte voorbereiding, één werden. De vergadering uitte zich in een e strijders in het wit leveren altüd dankbare stof voor romans, films, verhalen of repor- ges, helaas meestal in het romantiekerige gen re. De ervaringen van de medicus die zo nauw verbonden is met 's mensen lief en leed ge ven inderdaad wel eens reden tot romantische overpeinzingen bü de buitenstaander. De uitwerking daarvan in beeld en verhaal is echter meestal zoetelijk of te veel ingesteld op de sensatiebe hoefte van het publiek. In de meeste gevallen er zün gunstige uitzonderingen is de me dicus niet erg gebrand op deze pu bliciteit afkomstig van niet of half deskundigen of van medici die andere opvattingen huldigen. Het belang van de patiënt en dat is een kardinaal punt is er zelden of nooit mee ge diend. j De moderne arts wordt wei eens ver- weten dat hij zün patiënten te nuch ter en te verstandelijk tegemoet treedt en soms onvoldoende rekening houdt met diens bezorgdheid en angst. Uit de omgang met collegae en de gesprekken over patiënten weet ik dat bfjna allen worden bewogen door de bezorgdheid voor en medeleven met hun patiënten. Toch moet ik toege ven dat misschien wel eens te veel de indruk wordt gewekt dat de pa tiënt in de eerste plaats een object van wetenschappelüke belangstelling is. Dit berust dan echter als regel niet op een gebrek aan belangstelling voor de persoon van de patiënt, maar houdt verband met de vorderingen en de ontwikkelingen in de geneeskunde. De enorme vlucht van de natuur wetenschappelyke basisvakken van de geneeskunde hebben de geneeskunde niet onberoerd gelaten. In sommige onderdelen van de geneeskunde is de medewerking van technici (van aea- demikus tot instrumentmaker) onmis baar. Zo is voor een aantal ziekten het miedische teamwork ontstaan, waarin de aiet-medicus zich een on misbare plaats heeft verworven (ai behoeft hü na.uurlijk niet over alia gegevens van de patiënt te beschik ken). Tussen de dokter ia het midden van. de tw.intigtste eeuw en zijn voor ganger die nóg niet zo heel lang geleden voorreed in een koetsje en plechtig met hoge hoed én pandjes jas zün patiënten bezocht, zün gro te verschillen ontstaan. De ouder wetse dokter was omgeven met een waas van geheimzinnigheid en ma gie, dat hem het ontzag verleende dat zyn wetenschap hem nog niet kan geven. Hy moest veel vaker dan zyn opvolger enkele tientallen jaren later zy'n machteloosheid er kennen. De tüden zün veranderd. De meeste modêrne artsen zün wars van dit ontzag-wekkend vertoon, hun kennis is aanzienlijk vermeerderd en het therapeutisch arsenaal uitge breid. Zeer sprekend zyn de successen geboekt in de strüd tegen de infectie ziekten. Een volksziekte als tubercu lose is sterk teruggedrongen al blüft waakzaamheid geboden. De gewone longontsteking is een mooi voorbeeld van een soms ernstige ziekte, die vroe ger niet zelden dodelyk verliep en waarbij de medicus vrüv.el machte loos stond. De zieke werd ongeveer een week afgemat door hoge koorts waarna de crisis optrad en de patiënt, als er geen complicaties optraden, ge lei deiyk herstelde. Thans wordt deze ziekte meestal in het beginstadium al de kop ingedrukt door een antibio ticum o.a. penicilline. Misschien her innert u zich nog dat penicilline in de oorlog voor het eerst werd gebruikt en pas een paar jaar na de oorlog op grote schaal kon worden toegepast. Het consulteren van een specialist buiten de huisarts om is daarom bü- na altyd onverstandig. Dit wil niet zeggen dat men de huisarts niet zou mogen voorstellen een specialist te raadplegen. Omdat de huisarts een. aantal ziek ten en aandoeningen nu zonder veel moeite met succes kan behandelen of de patiënt eerder naar een speci- niet meer als de tovenaar (die in fei te niets eens zo veel macht had), maar is in tegendeel geneigd zün dienstvaardigheid wel eens ais te van zelfsprekend te aanvaarden. Het bij de huidige stand van zaken welhaast noodzakelüke ziekenfondsstelsel beeft hierop een onmiskenbare invloed. De administratieve beslommeringen die het met zich meebrengt werken even eens remmend op de verlangde on verflauwde belangstelling van de arts. Verduidelykend is in dit verband hetgeen de protestantse moraaltheo loog prof. De Graaf onlangs onder meer heeft geschreven over het ethos van de medicus (de morele proble men van de arts in de verhouding alist zal verwüzen, zal het contact De moderne arts is er zich echter terdege van bewust dat zün kennis nog beperkt is. Hoe meer iemand weet hoe beter hü de mpeilükheden kan onderkennen. Kon zjjn voorgan ger de geneeskunde nog overzien, thans is dat voor geen arts ook maar by be nadering mogelük. De vergaande specialisatie hoe noodzakelük ook heeft tot gevolg hat met name de superspecialist op de duur onmogelük zal kunnen voldoen aaa het ouder wetse ideaalbeeld van de verhouding arts—patiënt. Sommige specialisten blyven zelfs in hun laboratoria en ko men in het geheel niet meer met de patiënt in aanraking (bacterioloog, patholoog-anatoom). Deze ontwikkeling heeft tot gevolg dat de noodzaak van een centrale fi guur in de relatie patiënt-arts(en) steeds belangrijker wordt. Het is voor alsnog de huisarts, die ais algemeen arts hieraan het best beantwoordt. Hij heeft voldoende kennis om te kun nen beoordelen naar welke specialist hij een patiënt in voorkomende geval len moet verwyzen. Bovendien en dat is van grote betekenis, kent hij de patiënt langer en beter dan de spe cialist, hetgeen vaak an groot be lang voor de patiënt zelf kan zün. met een deel van zün patiënten van korter duur en mede daardoor min der intensief zün. Ook de houding van de patient tegenover de arts is ver anderd. Hü is daardoor medeverant woordelijk voor de gewijzigde relatie arts-patiënt. De leek ziet de dokter tot patiënt, collega en maatsehappü) „De spanningen van het ethos wor den zwakker naarmate de verhoudin gen collectiever en onpersoonlüker worden." „De patiënt gebruikt de arts met de typisch moderne medische consu- mentenliouding." „Het ethos van de medicus zal op deze moderne golflengte moeten wor den afgestemd." „Zowel bü een deel der medici als bü een deel der patiënten is een ze ker heimwee naar de goede oude tyd der persoonlüke verhoudingen te mer ken". „Het ethos van de medicus is er echter niet minder belangrük om ge worden. Juist nu kan men met ethi sche zwakstroom minder dan ooit toe. De medemenselijkheid moet het ge drag tegenover de patiënt bly'ven over heersen." S. dankbaar applaus, welk gevoelen werd opgevangen in een korte dienst van dankzegging die volgde. De betekenis van dit gebeuren is groot. Twee lichamen, die beide uit de Wereldzendingsconferentie van Edinburgh 1910 waren voortgeko men, en nauw met elkaar hadden sa mengewerkt, werden één. Dat betekent allerlei. Allereerst, dat de missionaire arbeid nu deel uitmaakt van het gewone alledaagse leven van de Kerken in de Wereld raad. En dat geen kerk zich aan die taak kan onttrekken. Het betekent ook, dat men nu nauw daarin met elkaar kan samen werken. Men kan bijv. zover gaan, dat kerken die dat willen, zendings- gebieden uitwisselen, of gezamenlijk bezien hoe ze die samen met geld en personeel bemannen. Men kan samen tot een globale planning komen. Ker ken van landen met een koloniaal verleden kunnen die gebieden aan verwante gemeenschappen van an dere nationaliteit overdragen en zelf naar elders vertrekken om daar een nieuw veld te openen. Maar men be hoeft zover niet te gaan. Kerken, die andere groepen niet zonder meer als kerk kunnen erkennen (zoals de orthodoxen t.a.v. de protestanten b.v.) kunnen het nieuw geschapen Departement van wereldzending en evangelisatie gebruiken voor beraad en overleg. Men staat immers voor veel van dezelfde vragen. Waarvan de eerste, zoals gezegd, deze is: In welke vormen van geloofsbeleving moet het Evangelie aan het Oosten worden gebracht, opdat het tot de ziel van het Oosten spreke en „Christus kome langs de Indische heirweg", zoals Stanley Jones heeft gezegd. In dat verband was het boeiend, dat er op deze conferentie ook enkele „vreemde vogels", enkele „wilde ganzen" rondlopen, die deze vraag in eigen dagelijkse praktijk existentieel hebben benaderd. Onder al dat kleurgeschemer hier, vallen toch drie gestalten heel in het bij zonder op. Een is een Jezuiet, in wit gewaad. De beide anderen, een Benedictijn en een Anglicaans pries ter, lopen rona in een eenvoudig bruin-geel kleed, zoals de Indische landbevolking. Symbool van de le venswijze, waarin zij zich geheel aan de cultuur en aan het levensgevoel van dit volk willen aanpassen. Alle drie proberen de levensstijl van de oosterse wijze, of anders die van de typisch-Indische Ashram in de chris telijke geloofsbeleving op te nemen. Indië kent n.l. zelf de Ashre m als een communiteit, waarin mensen, vaak ook op oudere jaren, zich rondom een Leraar verenigen in het zoeken naar de eeuwige onveranderlijke Waarheid. De genoemde Anglicaan se priester zoekt tegelijk vanuit zijn gemeenschap, (waarin zijn gezin met medebewoners of gasten is opgeno men) de landbevolking ook medisch, sociaal en communeel te helpen, in wat men wel de „comDrenensive approach" heeft genoemd. Al deze drie pioniers onderstrepen de eerbied die zij voor het godsdienstig leven in Indië hebben. Al wordt dit leven aan alle kant door saecularisatie, door technokratie, industrialisatie en urbanisatie, met alle gevolgen van dien, bedreigd. De ziel van Indië wordt, huns in ziens, tenslotte bepaald door een on lesbare dorst naar het kennen van de laatste Waarheid. Een hunner had het eenvoudige volk gadegeslagen, op een pelgrimstocht in het Hima- laya-gebergte, hoe het optrok, niet merkend dat de voeten tot bloedens toe waren verwond, in hun opgaan om de Blijvende Werkelijkheid te ervaren. De vormgeving van het christelijk geloof zal de gevoeligheid van de Hindoe in zijn geloofsbeleven moeten honoreren. Tot in de kleinigheden toe; dat hij nooit met geschoeide voe ten een heiligdom zal betreden. De ze mens voelt zich vreemd in de Wes- ters-van-vorm zynde kerkgebouwen in het Oosten, waar banken in de kerken staan en waar iedereen, met schoenen aan, zo maar binnenloopt. Wil het christelijk geloof geloof waardig voor de eenvoudige Hindoe zijn, dan zal het moe ten worden voorgeleefd in die vorm van armoede, eenvoud en ascese, die (Van een onzer redacteuren) DEN HAAG, 5 dec. De "T^nen sprookjes" van koningin Eabioia 0p binnenkort in Nederlandse var ;rschii' de boekenmarkt in ons land ve ^o- nen. Dit boek van de Belgiscnhuvve- ningin, dat zü schreef vóór haar r lijk, is in het Nederlands vertaala b0, Lia Timmermans, dochter va" ■yirn- roemde Vlaamse schrüver Eel!* tie mermans. Het is uitgegeveniLsCiée Belgische uitgeversmaatschappij YpceU1' de Brouwer en zal van 15 ,T,nnclel ber af in de Nederlandse boektn verkrügbaar zün. firn- Maandag 11 december zal Lia mermans aanwezig zün op een j. Streuvels-avond" in het St. Aloys1 -r, lege te Den Haag en daar zal z(i n® ie ste Nederlandse exemplaar va „ver- sprookjes van koningin Eabioia 3. handigen aan de Belgische arni«Vail* deur baron F. X. van der Straten J", let.. Op deze „Stijn Streuvels-ai jsch® die georganiseerd is door de Beig bet ambassade in samenwerking n^g- comité van de Belgisch-Nede- -,aag- Luxemburgse samenwerking, de Yeaini- se kunstkring en enkele andere sen saties, zal de Vlaamse letterkundigaen dré Demedts een spreekbeurt over Stfjn Streuveis. (Van onze Londense corresponds1^ LONDEN, 6 dec. Het wetsv b&. stel van de Britse regering doelt de immigratie uit Gemenbe» „g den en Britse koloniën naar jO te beperken, kwam gisteren ,°PnJf de- behandeling in het Lagerhuis. bat werd vandaag voortgezet, ve ,:1n bouroppostitie bewees dat zy va® JJgej is de regering het leven zo zuur "on» lük te maken cn forceerde gister» va- vier stemmingen. Sommige con- jjCt tieven zijn even ongelukkig ova„jgefl wetsvoorstel als de oppositie, en e' .„g hunner onthielden zich van stem over de Labour-amendementen. j De regering heeft zich reeds SeJ}^ te gezien op sommige punten bakze ^r- halen. De immigratiebeperking zal be\j- lopig slechts een geldigheidsduur^ef ben van één jaar en zal niet »rcpii- voor staatsburgers van de Ierse he bbek, zodat de Ieren, ofschoon ni „ng horend tot het Gemenebest, voo zullen hebben boven inwoners x 'n ie Gemenebestlanden en zelfs va'r is, Britse koloniën. De reden hiervo ?a. naar de minister van binnenland» ken, de heer Butler, verklaarde rtui- van de meest slappe en minst ov bCt gende van zün redevoeringen, Q.grati® praktisch onmogelük is de imnus van Ieren te beperken. rjjjK De heer Butler ontkende opnieuw, dat de immigratiebepe rj. iets te maken heeft men rassen" c(1tS minatie, ofschoon in de praktijk ie negers uit West-Indië en Afrika laCtit- inwoners van Indië en Pakistan i et- offer zullen worden van de nieuw vQn. De oppositie was gisteren opë to0li- den en kwaad. De conservatieve' aaii den nu en dan een yzig gebr. De pe uc CJI CC" y-16 v - geestdrift voor hun eigen regen''& aflr heer Butler, een ervaren en vaa to0r.de al te gewiekst parlementariër, a9ifl- zo grote onhandigheid en °P, ,jjt< waS, heid, dat voor iedereen duideUJr ^et dat de regering, ofschoon zij jLvoe' wil erkennen, zelf de schuld e„efor* over haar onedelmoedig, slechts fcgtej. muleerd en al te haastig wetsv®^jei' Sir Grantley Adams, federaal p tegeU* van West-Indië en een hevige stander van het wetsvoorstel, gisteren het debat bü op de Pu tribune. Advertentie Om technische redenen zal de tre"' 'i K J king van de kerkenbouw lotef'J Kerkrade eerst op 30 deceru0 UU 0^1 nog kans op een der auto's, visie etc. Koopt nog K 3 loten 1, Per lot 7 kansen. Tot 24 decern 1961 zijn nog loten verkrijgbaar pet op stor' de bekende adressen of door ten ting op gironummer 1035700 name van Stichting K 3 Kerkra of postbus 60 Kerkrade. (Min. goedgek. d.d. 25.3.61 No- 057-653) 600' wijzen op een innerlijke °nt?f aar aan de begeerlijkheden van 1 vjll®fh se leven. Zij die zó leven [lU U kunnen anderen een LeraaD d® de zin van een verwijzer n £iiPsi éne grote Leraar en Verlosser gelo° tus, zijn. Want het christelijk j-ak1' vervult niet alleen de oude idee; het corrigeert en verry ook. Wie dit alles ziet en ^°°i C^'u vaak denken aan die andere gjjigr1' ten-sadhoe, Sadhoe Soendar jeZ die enkele decennia geleden gestalte zelfs Europa en "t bezocht. oP ee Later trok hij zich terug leven in de afzondering in. njeClf'', layagebergte, van waaruit ^eI-p ooit meer iets van hem hef Ho Va" id- De zaak van de integratie ^ereJ IJJ,I de .,.olle. Wereldzendingsraad in de ^th0' H raad gaat intussen ook ons, j ken aan. Overal op het n d« krijgen de missionarissen r gtaaP meer met de los op zichzej ,H IHCCI IIICL UC lUft Ai*--- protestantse kerken te waa rid met nalionale christenraden, -aiflaa) al die kerken oecumenisc werken. Overal in Azië e daf,'ct zelfs in Zuid-Amerika. A ook voor ons geen reden t nnen en gedachtenuitwisseling R,vejrii£ fa gen? Tot heden hebben we oecOl^g daan aan de vraag naar rreifl- at nische werk op het rn®s®,1 ,nity' vraag naar „mission and u, y.\e echter ook daar steeds ui jj men. Ook dat wordt een Pl" we ons in Nederland^ Ll* bezinnen. punt eaenaiiu H. VAN

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1961 | | pagina 4