Radio't Kerkske herleeft
Antwerpse
een Bel
amateur gaat met
Veronicain zee
in opbouw
Wereldraad van Kerken
Christus langs de Indische heirweg
Wereldraad en wereldzending zijn één
DE ARTSEN EN HUN PATIËNT
D
BENEGAS BUTAAN
Twaalf sprookje
Slecht pleidooi
voor omstreden
immigratie wet
Van koningin Fabi*^
Binnenkort in het Ne*
derlands verkrijgbaar
Debat in Lagerhuis
LOTERIA
USICALP
V B
WOENSDAG 6 DECEMBER 1961
-
Het geduld van de strijdlus
tige Antwerpenaar Geor
ges de Caluwé is uitgeput.
Voor de laatste keer heeft hij als
oprichter en leider van de voor
oorlogse radiozender ,,'t Kerkske",
officieel „Radio Antwerpen" ge
heten, aan de Belgische regering
toestemming gevraagd om weer
zoals voorheen radioprogramma's
te mogen uitzenden. Herhaalde
pogingen om zijn vooroorlogse
zendvergunning terug te krijgen,
zijn tot nu toe zonder succes ge
bleven, evenals diverse protestak-
ties van zijn vroegere luisteraars.
Georges de Caluwé vindt het nu
welletjes. Hij heeft genoeg van de
papieren strijd, welke nu reeds
meer dan zeventien jaar duurt en
derhalve is zijn laatste request
aan de huidige minister voor cul
turele zaken geen overbeleefd
verzoekschrift meer, maar een
geharnast schrijven in de vorm
van een krachtig ultimatum. Wan
neer de vereiste vergunning voor
het eind van vorige mand niet
wordt verleend, dan zal „radio
Antwerpen", zo heeft Georges de
Caluwé aan de regering laten
weten, toch weer in de aether
terugkomen. Hij is namelijk vast
van plan om naar analogie van
radio „Veronica" voor de Neder
landse kust of radio „Mercuur"
en „du Nord" voor de Scandina
vische kust een zenderpark in te
richten op een schip, dat op de
vrije zee, enkele mijlen buiten de
Belgische kust, verankerd zal
worden.
't helpt en't is lekker
„De medemenselijkheid moet het gedrag
van de arts tegenover de patiënt blijven
overheersen"
■el'
ft...
Georges de Caluwéoprichter en leider van de voor de oorlog zo populaire
Antwerpse zender ,,'t Kerkske".
Zonder het antwoord van de minister
af te wachten,' is Georges de Caluwé
reeds aan de uitvoering van zijn plan
begonnen. Na de vete vergeefse pogin
gen uit het verleden is hij er intussen
zeker van, dat zün ultimatum, ondanks
de gespierde taal, niets heeft uitgehaald?
Een zeewaardige boot een voor-
Advertentie)
nu ideale
verplaatsbare warmte
met de moderne INFRAROL
plus zo'n handig 6 kg. flesje
BENEGAS BUTAAN. On-
middellijk gezellige en ge
zonde warmte, (Infrarood)
overal waar u wenst. Veilig I
Gemakkelijkl (Voor de zo
mer: 't 6 kg. flesje pas
klaar voor vacantia I)
60 uren behaaglijke warmte
voor I 5,60.
2400 DEPOTHOUDERS
malig Frans schip van 650 ton heeft
hü daarom reeds aangekocht en zijn
nieuwe „radio Antwerpen" is inmiddels
gesticht in de vrijstaat Lichtenstein.
De recrutering van het personeel is
ook al begonnen. Voormalige zeevaar
ders, bemanningsleden van tankers,
volgen een opleiding tot radiotechnicus.
Deze technici worden niet gauw zee
ziek, zo redeneert Georges de Caluwé,
die, het moet gezegd zyn, alle bijzon
dere problemen van een-zender-op-zee,
tot in de kleinste details heeft door
dacht. Er gaan nog enkele maanden
overheen, voordat zijn na-oorlogse „ra
dio Antwerpen" in de lucht komt. Ko
mend voorjaar zal het zover zijn,
meent Georges de Caluwé. Zijn ideaal
is het om de eerste uitzending te be
ginnen met de Paasklokken van de
kathedralen van Antwerpen, Gent, Brug
ge en Rotterdam, de voornaamste cen
tra binnen het bereik van zijn zender.
Een romantisch begin, dat hele
maal overeenkomt met de aard van
deze Antwerpenaar en met het karak
ter van de radioprogramma's van de
vooroorlogse zender ,,'t Kerkske".
Georges de Caluwé, van huisuit han
delaar in auto-onderdelen, werd vrij
toevallig leider van een eigen radio
zender, nog wei de eerste in België.
Het begon allemaal erg onschuldig.
Georges de Caluwé had in zijn jeugd
maar één hobby: radiotechniek. Sa
men met een kameraad uit zijn mili
taire diensttijd bouwde hij vlak na
de eerste wereldoorlog een klein ra
dio-zendertje met ontvanger. Zij had
den over bepaalde radio-experimen
ten in Amerika het een en ander ge
lezen en besloten toen om ook „zo'n
spulleke" te gaan bouwen. Eenmaal
hiermee klaar, gingen de beide radio
amateurs uitzien naar een geschikte
plaats om hun zendapparatuur op te
stellen. Een kerktoren, zo meenden
zij, zou ideaal zijn. Vlak bij hun
woonhuis, aan de Bexstraat lag een
protestantse kerk: misschien konden
zij daar terecht. De predikant had er
geen bezwaar tegen. De radio-ama
teurs konden hun gang gaan. mits
zij „geen verkeerd woord" zouden
uitzenden en „geen reclame zouden
maken voor alcoholische dranken en
voor dansgelegenheden".
Radio „Kerkske" was hiermee gebo
ren. Een naam, die alleen door de eer
ste luisteraars werd gebruikt, want Geor
ges de Caluwé kondigde de program
ma's in het Frans aan en tegon elke
uitzending met „lei radio Anvers".
Althans aanvankelijk. Later, toen de
zender een stuk van de Antwerpse be
volking was geworden, veranderde
dit totaal. Het Vlaams werd toen de
voertaal.
Aan deze verandering gingen een paar
opmerkelijke voorvallen vooraf.
Van 1923 tot 1932 zond radio-amateur
de Caluwé louter voor zün genoegen
drie keer per week radioprogramma's
uit. Elke zondagmorgen de protestant
se kerkdienst uit „het Kerkske" aan de
Bexstraat en elke zondag-, dinsdag- en
donderdagavond van zes tot negen uur
grammofoonmuziek.
Voordat de amateur er erg in had
het uitzenden was voor hem slechts
een nuttige vrijetijdsbesteding
vormde zich een steeds groter wor
dende kring van vaste luisteraars.
De Caluwé kwam hier pas achter,
toen hü na enkele tegenslagen
een keer tijdens een strenge winter
bevroren de batterüen van zijn zend
apparatuur en een andere keer ver
nielde de bliksem een van de anten
nes het besluit nam om zün dure
hobby op te geven. De Antwerpena
ren namen dit niet en belegden een
protestmeeting in het Rubenshuis.
Honderden luisteraars van ,,'t Kerkske"
stroomden toe. De betogers onder
leiding van Jan Abts eisten voortzet
ting van radio Antwerpen, die om
zün gemoedelüke, echt hui-.el'yke toon
zeer geliefd was onder de burgerü
en die min of meer een niet graag
te missen familieband onder de
luisteraars had doen ontstaan. Voor
dit in hun ogen kostbare bezit hadden
zü toen en ooi* later heel veel over.
Georges de Caluwé, die een dergelijke
reactie voor onmogelük had gehouden
-r tijdens de massabetoging was het
tramverkeer in de Antwerpse binnen
stad geheel ontwricht! bezweek voor
de aandrang van de uitgebreide schare
luisteraars en trok zün onzalige besluit
weer in.
Een grondige reorganisatie van radio
,,'t Kerkske" volgde. Met steun van de
leden van de vriendenkring en vooral
dank zü de invoering van de betaalde
reclame konden de Financiële moeilük-
heden volledig worden opgelost. De pri
mitieve installaties in de kerktoren
maakten plaats voo. een nieuw zender
park tien kilometer buiten de stad, in
het toen nog landelük Edegem; echte
studio's kwamen tot stand; Hugo Mi-
chielsen, organist van ,,'t Kerkske"
richtte een omroeporkest op: leden van
de Koninklüke Nederlandse Schouwburg
vormden een vaste staf voor hoorspelen:
een eigen nieuwsdienst werd in het le
ven geroepen, kortom, ,,'t Kerkske"
was een heuse radio-omroep geworden
met aan het hoofd directeur de Caluwé,
voormalig radio-amateur. Voortaan was
Radio Antwerpen dagelüks in de lucht.
Van 1932 tot 1940 was dit het geval. Bü
de inval van de Duitsers bewees deze
omroep nog goede diensten aan het Bel
gische leger, maar niet zodra waren de
Duitsers Antwerpen genaderd of radio
,,'t Kerkske" staakte zün diensten.
Met pün m het hart vernielde direc
teur De Caluwé de gehele zendappa
ratuur. Nauwelijks was Antwerpen
evenwel bevrijd of radio ,,'t Kerkske"
meldde zich weer, by monde van di
recteur de Caluwé. present.
Vele Antwerpenaren herinneren zich
nog zün enthousiaste juichkreet op 5
september 1944 via de radio: „Hallo,
hallo, hier radio Antwerpen. We hebben
ons „Kerkske" terug. Alles is in orde".
Lang juichte De Caluwé evenwel niet,
want nog geen jaar later moest radio
Antwerpen zyn uitzendingen staken. In
het na-oorlogse radio-bestel was geen
plaats meer voor privé-zenders. Radio
,,'t Kerkske" verdween, zeer tot mis
noegen van zijn duizenden luisteraars
die geen middel onbeproefd hebben ge
laten om hun eigen omroep terug te
krijgen. Toen alle requesten zonder uit
werking bleven, omdat de regering van
oordeel bleek, dat de Antwerpenaren
geen behoefte meer hadden aan een
eigen zender, spraken 32.000 gezinshoof
den zich via een enquête in de plaatse-
lyke pers uit voor radio ,,'t Kerkske".
Maar ook deze indrukwekkende aan-
hankelijkheidsbetuiging leidde niet tot
het verlangde doel en al evenmin het
grote aantal voorkeurstemmen (ruim elf
duizend), dat de gewezen omroepdirec-
teur bü kort daarop gehouden verkie
zingen wist te behalen. Aangemoedigd
door deze adhesiebetuigingen van zün
vroegere 'uisteraars, is- Georges de Ca
luwé blüven doorvechten om alsnog een
zendvergunning te verkrijgen.
Deze onverholen steun verklaart
ook, waarom hü thans zün 72-jarlge
leeftüd ten spüt de moed opbrengt
om aan de realisatie van een geens
zins gemakkelüke onderneming: de
stichting van een radio-zender-op-zee,
te beginnen.
Voor Georges de Caluwé is dit nog het
enige middel om, na afwijzing van het
ultimatum aan de minister, zijn belof
te gestand te doen: „Radio ,,'t Kerkske"
komt terug! Met of zonder vergunning!
COR BERTRAND
Wordt de vervaardiging van de bekende gapers voor drogisterijen een industrie?
Het lijkt erop, althans naar de foto te oordelen. Maar vergis u niet. Hier ziet u
een bedrijf in Bonn, waar modellen worden gemaakt, voor studenten in de tand
heelkunde. Wanneer een kunstgebit is aangebracht, kunnen de toekomstige tand
artsen naar hartelust boren en trekken. De modellen, waaraan op de foto gewerkt
wordt, zijn bestemd voor de universiteit van Teheran.
NEW DELHI, 30 november,
Het krioelt hier van mensen in
de Nighyan Bhavan-hall, bij
de derde Conferentie van de
Wereldraad van Kerken in
New Delhi. Beneden in de hal lopen
vertegenwoordigers van alle moge
lijke rassen, volken en christelijke
geloofsgemeenschappen. Men zegt,
dat 1200 deelnemers hier vertegen
woordigd zijn, met daarbij nog 300
pers- en radio-mensen. 62 pet. van dit
totale getal zijn geestelijken, kerklei
ders e.a., 38 pet. bestaat uit leken.
Onder hen allen vallen het eerst de
in het wit geklede ambtsdragers van
de Indische kerken in het oog. Even
als Indische vrouwen en meisjes, die
om ons heengaan in een kledij,
waarvan de contrasterend, felle
kleuren met smaak gekozen zijn. De
Indische vrouwen lópen niet, ze
schrijden, met elegance en waardig
heid. Daar tussendoor zie je een Rus
sische monnik lopen; een jong ge
zicht met een lange baard en met
haren die tot op de schouders val
len. Onder -die jonge orthodoxe pries
ters is er een bij, die je zo aan de
Christusgestalte zélf doet denken. De
Oosters-orthodoxen zijn, met meer
dan 65 vertegenwoordigers in totaal,
goed vertegenwoordigd.
Maar het sterkst valt toch de grote
delegatie op van de jonge kerken uit
Azië en Afrika. Hun getal is zeker
verdubbeld sinds Amsterdam en
Evanston. En dat is zeker mee een
reden, waarom deze conferentie zo
geslaagd mag heten, als ik die uit
drukking even gebruiken mag. We
worden hier met de neus geduwd op
de vragen van deze jonge kerken.
Zowel sociaal-economisch, als wat
vragen van ras en politiek aan gaat.
Maar bovenal worden we gezet voor
de kapitale vraag hoe de Christelijke
Advertentie)
RED BAND - ROOSENDAAL
Boodschap moet worden vertaald in
vormen van geloofsleer, die tot de
ziel van het Oosten zelf spreken.
Daarom is het allereerste resul
taat van deze conferentie zo belang
rijk, n.l.de integratie van de We
reldzendingsraad in de Wereldraad
van Kerken. Het binnentreden van
de Russen in de Wereldraad was
natuurlijk veel meer spectaculair;
echt nieuws voor de frontpagina's
van dag- en weekbladen.
Maar dit gebeuren zal blijken veel
meer blijvende betekenis te hebben.
Ik vermoed, dat de New Delhi-con-
ferentie vooral om dit gebeuren be
kend zal blijven in de geschiedenis
van de Oecumenische Beweging.
De samenvoeging had plaats op
de eerste dag der conferentie,
op de zondagmiddag na de
opening. Er was iets van dezelfde
sfeer aanwezig als van die middag
in Amsterdam 1948 toen de Wereld
raad werd gesticht. Door sprekers
van beide zijden werd ook nu reken
schap van het verleden afgelegd en
het voorstel gedaan tot het laten op
gaan van de Wereldzendingsraad
(I.M.C.) in de Wereldraad. Even was
er de spanning of toch nog een of an
dere organisatie bezwaar zou maken,
of er nog een kink in de kabel zou
komen. Toen niemand zich meldde,
werd de formule uitgesproken waar
door beide lichamen, na vijf jaar ge
duchte voorbereiding, één werden.
De vergadering uitte zich in een
e strijders in het
wit leveren altüd
dankbare stof
voor romans,
films, verhalen of repor-
ges, helaas meestal in
het romantiekerige gen
re. De ervaringen van
de medicus die zo nauw
verbonden is met 's
mensen lief en leed ge
ven inderdaad wel eens
reden tot romantische
overpeinzingen bü de buitenstaander.
De uitwerking daarvan in beeld en
verhaal is echter meestal zoetelijk of
te veel ingesteld op de sensatiebe
hoefte van het publiek.
In de meeste gevallen er zün
gunstige uitzonderingen is de me
dicus niet erg gebrand op deze pu
bliciteit afkomstig van niet of half
deskundigen of van medici die andere
opvattingen huldigen. Het belang van
de patiënt en dat is een kardinaal
punt is er zelden of nooit mee ge
diend. j
De moderne arts wordt wei eens ver-
weten dat hij zün patiënten te nuch
ter en te verstandelijk tegemoet treedt
en soms onvoldoende rekening houdt
met diens bezorgdheid en angst.
Uit de omgang met collegae en de
gesprekken over patiënten weet ik dat
bfjna allen worden bewogen door de
bezorgdheid voor en medeleven met
hun patiënten. Toch moet ik toege
ven dat misschien wel eens te veel
de indruk wordt gewekt dat de pa
tiënt in de eerste plaats een object
van wetenschappelüke belangstelling
is. Dit berust dan echter als regel niet
op een gebrek aan belangstelling voor
de persoon van de patiënt, maar
houdt verband met de vorderingen en
de ontwikkelingen in de geneeskunde.
De enorme vlucht van de natuur
wetenschappelyke basisvakken van de
geneeskunde hebben de geneeskunde
niet onberoerd gelaten. In sommige
onderdelen van de geneeskunde is de
medewerking van technici (van aea-
demikus tot instrumentmaker) onmis
baar. Zo is voor een aantal ziekten
het miedische teamwork ontstaan,
waarin de aiet-medicus zich een on
misbare plaats heeft verworven (ai
behoeft hü na.uurlijk niet over alia
gegevens van de patiënt te beschik
ken).
Tussen de dokter ia het midden
van. de tw.intigtste eeuw en zijn voor
ganger die nóg niet zo heel lang
geleden voorreed in een koetsje en
plechtig met hoge hoed én pandjes
jas zün patiënten bezocht, zün gro
te verschillen ontstaan. De ouder
wetse dokter was omgeven met een
waas van geheimzinnigheid en ma
gie, dat hem het ontzag verleende
dat zyn wetenschap hem nog niet
kan geven. Hy moest veel vaker
dan zyn opvolger enkele tientallen
jaren later zy'n machteloosheid er
kennen. De tüden zün veranderd.
De meeste modêrne artsen zün wars
van dit ontzag-wekkend vertoon, hun
kennis is aanzienlijk vermeerderd en
het therapeutisch arsenaal uitge
breid.
Zeer sprekend zyn de successen
geboekt in de strüd tegen de infectie
ziekten. Een volksziekte als tubercu
lose is sterk teruggedrongen al blüft
waakzaamheid geboden. De gewone
longontsteking is een mooi voorbeeld
van een soms ernstige ziekte, die vroe
ger niet zelden dodelyk verliep en
waarbij de medicus vrüv.el machte
loos stond. De zieke werd ongeveer
een week afgemat door hoge koorts
waarna de crisis optrad en de patiënt,
als er geen complicaties optraden, ge
lei deiyk herstelde. Thans wordt deze
ziekte meestal in het beginstadium
al de kop ingedrukt door een antibio
ticum o.a. penicilline. Misschien her
innert u zich nog dat penicilline in de
oorlog voor het eerst werd gebruikt
en pas een paar jaar na de oorlog
op grote schaal kon worden toegepast.
Het consulteren van een specialist
buiten de huisarts om is daarom bü-
na altyd onverstandig. Dit wil niet
zeggen dat men de huisarts niet zou
mogen voorstellen een specialist te
raadplegen.
Omdat de huisarts een. aantal ziek
ten en aandoeningen nu zonder veel
moeite met succes kan behandelen
of de patiënt eerder naar een speci-
niet meer als de tovenaar (die in fei
te niets eens zo veel macht had),
maar is in tegendeel geneigd zün
dienstvaardigheid wel eens ais te van
zelfsprekend te aanvaarden. Het bij de
huidige stand van zaken welhaast
noodzakelüke ziekenfondsstelsel beeft
hierop een onmiskenbare invloed. De
administratieve beslommeringen die
het met zich meebrengt werken even
eens remmend op de verlangde on
verflauwde belangstelling van de arts.
Verduidelykend is in dit verband
hetgeen de protestantse moraaltheo
loog prof. De Graaf onlangs onder
meer heeft geschreven over het ethos
van de medicus (de morele proble
men van de arts in de verhouding
alist zal verwüzen, zal het contact
De moderne arts is er zich echter
terdege van bewust dat zün kennis
nog beperkt is. Hoe meer iemand
weet hoe beter hü de mpeilükheden
kan onderkennen. Kon zjjn voorgan
ger de geneeskunde nog overzien, thans
is dat voor geen arts ook maar by be
nadering mogelük. De vergaande
specialisatie hoe noodzakelük ook
heeft tot gevolg hat met name de
superspecialist op de duur onmogelük
zal kunnen voldoen aaa het ouder
wetse ideaalbeeld van de verhouding
arts—patiënt. Sommige specialisten
blyven zelfs in hun laboratoria en ko
men in het geheel niet meer met de
patiënt in aanraking (bacterioloog,
patholoog-anatoom).
Deze ontwikkeling heeft tot gevolg
dat de noodzaak van een centrale fi
guur in de relatie patiënt-arts(en)
steeds belangrijker wordt. Het is voor
alsnog de huisarts, die ais algemeen
arts hieraan het best beantwoordt.
Hij heeft voldoende kennis om te kun
nen beoordelen naar welke specialist
hij een patiënt in voorkomende geval
len moet verwyzen. Bovendien en dat
is van grote betekenis, kent hij de
patiënt langer en beter dan de spe
cialist, hetgeen vaak an groot be
lang voor de patiënt zelf kan zün.
met een deel van zün patiënten van
korter duur en mede daardoor min
der intensief zün. Ook de houding van
de patient tegenover de arts is ver
anderd. Hü is daardoor medeverant
woordelijk voor de gewijzigde relatie
arts-patiënt. De leek ziet de dokter
tot patiënt, collega en maatsehappü)
„De spanningen van het ethos wor
den zwakker naarmate de verhoudin
gen collectiever en onpersoonlüker
worden."
„De patiënt gebruikt de arts met
de typisch moderne medische consu-
mentenliouding."
„Het ethos van de medicus zal op
deze moderne golflengte moeten wor
den afgestemd."
„Zowel bü een deel der medici als
bü een deel der patiënten is een ze
ker heimwee naar de goede oude tyd
der persoonlüke verhoudingen te mer
ken".
„Het ethos van de medicus is er
echter niet minder belangrük om ge
worden. Juist nu kan men met ethi
sche zwakstroom minder dan ooit toe.
De medemenselijkheid moet het ge
drag tegenover de patiënt bly'ven over
heersen."
S.
dankbaar applaus, welk gevoelen
werd opgevangen in een korte dienst
van dankzegging die volgde.
De betekenis van dit gebeuren
is groot. Twee lichamen, die beide
uit de Wereldzendingsconferentie
van Edinburgh 1910 waren voortgeko
men, en nauw met elkaar hadden sa
mengewerkt, werden één.
Dat betekent allerlei. Allereerst,
dat de missionaire arbeid nu deel
uitmaakt van het gewone alledaagse
leven van de Kerken in de Wereld
raad. En dat geen kerk zich aan die
taak kan onttrekken.
Het betekent ook, dat men nu
nauw daarin met elkaar kan samen
werken. Men kan bijv. zover gaan,
dat kerken die dat willen, zendings-
gebieden uitwisselen, of gezamenlijk
bezien hoe ze die samen met geld en
personeel bemannen. Men kan samen
tot een globale planning komen. Ker
ken van landen met een koloniaal
verleden kunnen die gebieden aan
verwante gemeenschappen van an
dere nationaliteit overdragen en zelf
naar elders vertrekken om daar een
nieuw veld te openen. Maar men be
hoeft zover niet te gaan. Kerken,
die andere groepen niet zonder meer
als kerk kunnen erkennen (zoals de
orthodoxen t.a.v. de protestanten
b.v.) kunnen het nieuw geschapen
Departement van wereldzending en
evangelisatie gebruiken voor beraad
en overleg. Men staat immers voor
veel van dezelfde vragen. Waarvan
de eerste, zoals gezegd, deze is: In
welke vormen van geloofsbeleving
moet het Evangelie aan het Oosten
worden gebracht, opdat het tot de
ziel van het Oosten spreke en
„Christus kome langs de Indische
heirweg", zoals Stanley Jones heeft
gezegd.
In dat verband was het boeiend,
dat er op deze conferentie ook
enkele „vreemde vogels", enkele
„wilde ganzen" rondlopen, die deze
vraag in eigen dagelijkse praktijk
existentieel hebben benaderd. Onder
al dat kleurgeschemer hier, vallen
toch drie gestalten heel in het bij
zonder op. Een is een Jezuiet, in
wit gewaad. De beide anderen, een
Benedictijn en een Anglicaans pries
ter, lopen rona in een eenvoudig
bruin-geel kleed, zoals de Indische
landbevolking. Symbool van de le
venswijze, waarin zij zich geheel aan
de cultuur en aan het levensgevoel
van dit volk willen aanpassen. Alle
drie proberen de levensstijl van de
oosterse wijze, of anders die van de
typisch-Indische Ashram in de chris
telijke geloofsbeleving op te nemen.
Indië kent n.l. zelf de Ashre m als een
communiteit, waarin mensen, vaak
ook op oudere jaren, zich rondom
een Leraar verenigen in het zoeken
naar de eeuwige onveranderlijke
Waarheid. De genoemde Anglicaan
se priester zoekt tegelijk vanuit zijn
gemeenschap, (waarin zijn gezin met
medebewoners of gasten is opgeno
men) de landbevolking ook medisch,
sociaal en communeel te helpen, in
wat men wel de „comDrenensive
approach" heeft genoemd. Al deze
drie pioniers onderstrepen de eerbied
die zij voor het godsdienstig leven
in Indië hebben. Al wordt dit leven
aan alle kant door saecularisatie,
door technokratie, industrialisatie en
urbanisatie, met alle gevolgen van
dien, bedreigd.
De ziel van Indië wordt, huns in
ziens, tenslotte bepaald door een on
lesbare dorst naar het kennen van
de laatste Waarheid. Een hunner had
het eenvoudige volk gadegeslagen,
op een pelgrimstocht in het Hima-
laya-gebergte, hoe het optrok, niet
merkend dat de voeten tot bloedens
toe waren verwond, in hun opgaan
om de Blijvende Werkelijkheid te
ervaren.
De vormgeving van het christelijk
geloof zal de gevoeligheid van de
Hindoe in zijn geloofsbeleven moeten
honoreren. Tot in de kleinigheden
toe; dat hij nooit met geschoeide voe
ten een heiligdom zal betreden. De
ze mens voelt zich vreemd in de Wes-
ters-van-vorm zynde kerkgebouwen
in het Oosten, waar banken in de
kerken staan en waar iedereen, met
schoenen aan, zo maar binnenloopt.
Wil het christelijk geloof geloof
waardig voor de eenvoudige
Hindoe zijn, dan zal het moe
ten worden voorgeleefd in die vorm
van armoede, eenvoud en ascese, die
(Van een onzer redacteuren)
DEN HAAG, 5 dec. De "T^nen
sprookjes" van koningin Eabioia 0p
binnenkort in Nederlandse var ;rschii'
de boekenmarkt in ons land ve ^o-
nen. Dit boek van de Belgiscnhuvve-
ningin, dat zü schreef vóór haar r
lijk, is in het Nederlands vertaala b0,
Lia Timmermans, dochter va" ■yirn-
roemde Vlaamse schrüver Eel!* tie
mermans. Het is uitgegeveniLsCiée
Belgische uitgeversmaatschappij YpceU1'
de Brouwer en zal van 15 ,T,nnclel
ber af in de Nederlandse boektn
verkrügbaar zün.
firn-
Maandag 11 december zal Lia
mermans aanwezig zün op een j.
Streuvels-avond" in het St. Aloys1 -r,
lege te Den Haag en daar zal z(i n® ie
ste Nederlandse exemplaar va „ver-
sprookjes van koningin Eabioia 3.
handigen aan de Belgische arni«Vail*
deur baron F. X. van der Straten J",
let.. Op deze „Stijn Streuvels-ai jsch®
die georganiseerd is door de Beig bet
ambassade in samenwerking n^g-
comité van de Belgisch-Nede- -,aag-
Luxemburgse samenwerking, de Yeaini-
se kunstkring en enkele andere sen
saties, zal de Vlaamse letterkundigaen
dré Demedts een spreekbeurt
over Stfjn Streuveis.
(Van onze Londense corresponds1^
LONDEN, 6 dec. Het wetsv b&.
stel van de Britse regering
doelt de immigratie uit Gemenbe» „g
den en Britse koloniën naar jO
te beperken, kwam gisteren ,°PnJf de-
behandeling in het Lagerhuis.
bat werd vandaag voortgezet, ve ,:1n
bouroppostitie bewees dat zy va® JJgej
is de regering het leven zo zuur "on»
lük te maken cn forceerde gister» va-
vier stemmingen. Sommige con- jjCt
tieven zijn even ongelukkig ova„jgefl
wetsvoorstel als de oppositie, en e' .„g
hunner onthielden zich van stem
over de Labour-amendementen. j
De regering heeft zich reeds SeJ}^ te
gezien op sommige punten bakze ^r-
halen. De immigratiebeperking zal be\j-
lopig slechts een geldigheidsduur^ef
ben van één jaar en zal niet »rcpii-
voor staatsburgers van de Ierse he
bbek, zodat de Ieren, ofschoon ni „ng
horend tot het Gemenebest, voo
zullen hebben boven inwoners x 'n ie
Gemenebestlanden en zelfs va'r is,
Britse koloniën. De reden hiervo ?a.
naar de minister van binnenland»
ken, de heer Butler, verklaarde rtui-
van de meest slappe en minst ov bCt
gende van zün redevoeringen, Q.grati®
praktisch onmogelük is de imnus
van Ieren te beperken. rjjjK
De heer Butler ontkende
opnieuw, dat de immigratiebepe rj.
iets te maken heeft men rassen" c(1tS
minatie, ofschoon in de praktijk ie
negers uit West-Indië en Afrika laCtit-
inwoners van Indië en Pakistan i et-
offer zullen worden van de nieuw vQn.
De oppositie was gisteren opë to0li-
den en kwaad. De conservatieve' aaii
den nu en dan een yzig gebr. De
pe
uc CJI CC" y-16 v -
geestdrift voor hun eigen regen''& aflr
heer Butler, een ervaren en vaa to0r.de
al te gewiekst parlementariër, a9ifl-
zo grote onhandigheid en °P, ,jjt< waS,
heid, dat voor iedereen duideUJr ^et
dat de regering, ofschoon zij jLvoe'
wil erkennen, zelf de schuld e„efor*
over haar onedelmoedig, slechts fcgtej.
muleerd en al te haastig wetsv®^jei'
Sir Grantley Adams, federaal p tegeU*
van West-Indië en een hevige
stander van het wetsvoorstel,
gisteren het debat bü op de Pu
tribune.
Advertentie
Om technische redenen zal de
tre"'
'i K J
king van de kerkenbouw lotef'J
Kerkrade eerst op 30 deceru0
UU 0^1
nog kans op een der auto's,
visie etc.
Koopt nog K 3 loten 1,
Per lot 7 kansen. Tot 24 decern
1961 zijn nog loten verkrijgbaar
pet
op
stor'
de bekende adressen of door
ten
ting op gironummer 1035700
name van Stichting K 3 Kerkra
of postbus 60 Kerkrade.
(Min. goedgek. d.d. 25.3.61 No-
057-653)
600'
wijzen op een innerlijke °nt?f aar
aan de begeerlijkheden van 1 vjll®fh
se leven. Zij die zó leven [lU U
kunnen anderen een LeraaD d®
de zin van een verwijzer n £iiPsi
éne grote Leraar en Verlosser gelo°
tus, zijn. Want het christelijk j-ak1'
vervult niet alleen de oude
idee; het corrigeert en verry
ook. Wie dit alles ziet en ^°°i C^'u
vaak denken aan die andere gjjigr1'
ten-sadhoe, Sadhoe Soendar jeZ
die enkele decennia geleden
gestalte zelfs Europa en "t
bezocht. oP ee
Later trok hij zich terug
leven in de afzondering in. njeClf'',
layagebergte, van waaruit ^eI-p
ooit meer iets van hem hef
Ho Va" id-
De zaak van de integratie ^ereJ
IJJ,I de .,.olle.
Wereldzendingsraad in de ^th0' H
raad gaat intussen ook ons, j
ken aan. Overal op het n
d«
krijgen de missionarissen r gtaaP
meer met de los op zichzej ,H
IHCCI IIICL UC lUft Ai*---
protestantse kerken te waa
rid
met nalionale christenraden, -aiflaa)
al die kerken oecumenisc
werken. Overal in Azië e daf,'ct
zelfs in Zuid-Amerika. A
ook voor ons geen reden t nnen
en gedachtenuitwisseling R,vejrii£ fa
gen? Tot heden hebben we oecOl^g
daan aan de vraag naar rreifl- at
nische werk op het rn®s®,1 ,nity'
vraag naar „mission and u, y.\e
echter ook daar steeds ui jj
men. Ook dat wordt een Pl"
we ons in Nederland^ Ll*
bezinnen.
punt
eaenaiiu
H. VAN