GEEN BEHOEFTE MEER AM MIDDELEEUWSE ICONOGRAFIE
Weinig verzet tegen liturgische beeldenstorm
Nog maar begin?
BEELDEN NAAR DE ZOLDER, SCHILDERINGEN
ONDER DE WITKALK, PREEKSTOEL VOOR DE
BIJL EN ALTAARVERSIE RING NAAR MUSEUM
„Kerk is geen museum55
Niet anti-, maar
on-gothisch
N
Mam
Een hernieuwde
beeldenstorm
ZATERDAG 23 DECEMBER 1961
MHSMMÉ
WAT GEBEURT ER TOCH IN ONZE
NEO-GOTHISCHE KERKEN
respect. Pastoors mogen wel liet pries
terkoor vergroten en er een altaartafel
plaatsen, maar het oude altaar moet
gehandhaafd blijven en de constructie
moet 7.0 zijn, dat ze weer zonder veel
kosten kan worden weggenomen. In
Rotterdam laat de liturgische commis
sie die ook leken als leden telt
zich de plannen tot in de details voor
leggen.
Het aanbod van neo-gothische kerk-
kandelaars in de etalages van de an
tiquairs neemt niettemin opvallend toe;
op het Waterlooplein in Amsterdam zijn
al de eerste levensgrote Aiitoniussen en
kleine Theresia's gesignaleerd. Mag dat
zo maar, vragen de gelovigen zich af.
Rechtens zijn de parochianen eigenaar
van hun kerk, maar de machl ligt. voor
zover het de financiën betreft, bij het
kerkbestuur en voor zover het de ..li
turgische regeling" betreft, bij de pastoor
alleen. Het fiat van de bisschop in
vele gevallen van de gedelegeerde Li
turgische Commissie is nodig voor
al datgene wat in de kerk voor de ere-
storm en zich gelukkig prijzen dat er
nog restanten op de zolder zijn be
waard. Wie is er nu niet zuinig op de
eens verworpen barokheiligen, wig koes
tert niet het oude barokzilver, waar
Thijm geen goed woord voor had?
De pastoor antwoordt dat het de taak
van de kerk niet is om voor museum
directeur te spelen. Trouwens, zegt hij,
zie wat er gebeurt in het Rijksmuseum
van uw eigen, vereerde Cuypers. Daar
heeft men de modernste architecten
aan het werk gezet en van Cuypers'
pronkstuk alleen de buitengevel .onge
moeid gelaten. ,,De kerk", zegt hij, ,,is
er voor de gelovigen en de Kerk heeft
nooit een omdraaiing van die waarheid
geaccepteerd".
Maar het probleem is er niet mee op
gelost. Want een prille waardering voor
de neo-gothici is al in aantocht. ,,Het
moment nadert angstwekkend snel,"
heeft ir. Meisc'hke van het Rijksbureau
voor Monumentenzorg gezegd, ..dat
geen negentiende-eeuws gebouw meer
gaaf zal zijn. Die eeuw is nog vogel
vrij". „Monumentenzorg volgt de ont
wikkeling met zorg en aandacht. Er
ligt al een subsidie gereed voor de res
tauratie van de (neo-barokke) St.-Nico-
laaskerk in Amsterdam. En een bijzon
der hardhandige verbouwing van Cuy
pers' befaamde Vondelkerk in Amster
dam zal waarschijnlijk worden afge-
9e laat-middeleeuwse iconografie van het Rijnland geïmiteerd in een Hollandse De H. Hartkerk in Maarssen na de „beeldenstorm De kerk is gewit, het oude
stad. (De St. Willibrorduskerk van Tepe in Utrecht). altaar naar het museum, de beelden naar zolder, de preekstoel gesloopt
dienst gebruikt wordt. Zodat in de prak
tijk de pastoor voor. zijn plannen zowel
bij het kerkbestuur als bij de liturgische
commissie moet aankloppen. De este-
tische competentie van beide colleges
staat niet overal even stevig.
Is de pastoor democratisch ge
noeg om ook zijn parochianen te
raadplegen, dan kunnen hem wel
eens moeilijkheden wachten als
onlangs in de Amsterdamse Krijtberg
en dit conflict heeft een diepere ach
tergrond De bescheiden oppositie is
meestal verdeeld in conservatieven,
die gewoon hun vertrouwd milieu met
willen missen, nakomelingen van
schenkers, en esteten, die smaak heb
ben voor de stijl van de neo-gothici
en de vernieuwingen als barbarismen
afwijzen. Want al is de „liturgische
bewustwording" op mars, daarmee
is een belangrijk deel van het gelo
vige volk nog niet gewonnen. Som
migen haken nog naar de oude glorie
en verwelkomen na vele jaren al
leenheerschappij van het Gregoriaans
de in ere herstelde „Krüningsmess
Er waait een storm door de ker
ken van Nederland. Een storm
i zo heftig als in de dagen van
Thijm, toen de „vervloekte
plaasteraars" en hun koude watei-
staatskerken het veld moesten ru
men voor Cuypers en zijn cohorten
van gothisch bouwende emaneipato-
ren Weg gaan de beelden van hun
sokkels, naar de zolder de. rykgesne-
den preekstoel, onder de witkwast d.
fraai gepolychromeerde wanden
en zelfs hetmetershoge altaar met
zijn weelde van cherubijnen en pi
nakels houdt geen stand Een simpe
le natuurstenen tafel blijft er oy-D
in het hart van de kerk, midden tui
sen de gelovigen, die dit woeden de
beeldenstormers verontrust ot jui
chend gadeslaan.
Kortjakje, die altijd ziek was behal
ve op zondag, gaat niet mfeI "fPar-
de kerk met. haar boek vol zilver
Werk, maar volgt gespannen de
gie in haar missaal en ergert zie
aan de jongelieden, die zelfs het mi
saai versmaden om met de blik 01
het altaar en de gelovigen, het sa
menzijn zo intens mogelijk te «beleven.
De nieuwe kerken worden Reiner
en simpeler. Het klokgebrom uit de
hoge dom heeft plaats L een
bet schel kleppen van een klok m een
lage, stalen klokkenstoel. En de ïu
teloos vernieuwende jonge pastoor
houdt maar niet op. Staande co
nice ren. offergang, dmlogeren, een
preek zonder voorlezing v^. n
tenties... alleen de aankondiging
de collectes durft hij nog met uithm
den te geven. „Je kunt geen kathoue
ke kerk meer van een Pr0LeT^||
onderscheiden", zegt het bejaarde
echtpaar uit de tumsteden en
zondags de tram naar de binnenstad,
waar de kerken leeg van gelovigen
zijn maar luid oreren met beelden,
schilderingen, altaren e^ gebrand
schilderde ramen. Daar geurt het
Pluche van de bidstoelen naar wie
rook en zingt het koor nog luidruch
tige missen van Perosi. Daar ver
schijnt bij feestmissen nog het vaan
tje voor het uitgestelde Allerheiligste
terwijl de feestpredikant, onder het
luid geklepper van meedraaiende
gelovigen, de monumentale preek
stoel bestijgt. Maar ook daar staat
de tijd niet stil.
Al is de city-kerk verlaten door de
patriciërs, die haar financierden
en met vele schenkingen versier
den, toch wil de pastoor ook hier
ziin dromen waar maken. Hij heeft ge
hoord van Cuypers maar hij droomt
van liturgische vernieuwing en samen
met een van die rusteloze artisten. die
altijd in oude parochies te vinden zijn,
wandelt hij mismoedig door zijn lekken
de en tochtende neo-gothische kerk.
Het H. Hartbeeld vinden ze ronduit
lelijk en ze weten dat de schenkster
het tijdige al met het eeuwige beeit
verwisseld. De „plakplaatjes op. de
hoge ramen „doen hun niks meer J-/e
oreekstoel vinden ze een prententieus
meubelstuk uit de dagen, dat wom-
sen in hun eerbetoon aan „Het woora
niet voor de protestanten wilden onder
doen. Het priesterkoor is te klem, net
altaar een uitstalkast, de commun"e-
bank een marmeren barrière, de veie
altaren een devotionele aberratie, nei
pluche en de rode toogjes van de mis
dienaars een burgerlijke vertoning, e
waar is het doopvont?, een opgediiki
kinderbadje in een donkere hoek.
„Wat ons verbaast", zegt pi of. o
F. v. d. Meer, „is de onverdeelde be
wondering van de neo-gothici v°°
Jaatgothische iconografie. Wat hadl
zij innerlijk gemeen met die w
van groteske kleine vroomh-eid. W
om vroeg de uitbeelding van een mj. -
terie de theatercostuums van
streeks 1500?".
Tussen de „ideale" f°F"toen de ker
en de ontaarding van 150°, toe
ken vol stonden met dc..P™„ eeuwen
rijk geworden steden, eldcnstorm
van banalisering, die de beej heü„
tot een artistieke moord mk't
zame religieuze aderlating in
Maar de neo-gothici, die ons ia
de vorige eeuw overdekten met
mastbos van torenspitsen en "°oS o -
ven de huizen oprijzende kerkschepen,
waren goede kijkers en verwarde den
kers. Zij namen van hun vakantierei
zen langs de Rijn herinneringen mee
aan triomferende laat-middeleeuwse
kerken vol luidruchtige altaren, re
tabels, zwierige heiligen en vaandels.
En Holland rnoest zijn achterstand zo
spoedig mogelijk inlopen. Thuis kraan
ten de houten trappen nog als zij ginge
kerken by „Ons' Lieve Heer op Solder"
waar het harde Hollandse winterlicht
oo de even harde houten banken viel
Hun eerste ijkdom na eeuwen van on
derdrukking ging naar de kerk. Wan
de kerk was hun alles. Gerard Brom
zegt over de helaas in 1940 verwoeste
Steigerkerk in Rotterdam: „Op zich
zelf is zo een ruimte een soort au;---
burgerlijk overladen met pronkstukki
vol wereldse weelde. Zo'n paterske: I
was ook geer. Godshuis zonder meer
maar verving meteen devotiekapelier
vergaderzalen, katechismuslokalen, ja
in zekere zin concert en theater op dï
koop toe. Heel het openbaar leven van
de geïsoleerde katholieken speelde zich
binnen de ruimte af. Hier brachten zo
hun muziek met vrouwenstemmen en
orkest, hun optochten met costuums en
vaandels, hun bankverpachtingen met
geroep en brooduitdelingen met gekijf
hun communiefeesten met gazen bruid
jrs en gefrizeerde jongens, hun bruid
'jesstoeten met groot toilet, hun con
gregatiepreken met satyres en gclacht".
Daar blonk het pronkzilver, juichten d:
eindeloze missen van Verhulst en ston
den de priesters bij een „Mis met dr,<
heren" omringd door een „jachtstoe'
van misdienaars" samengedrongo
op het veel te kleine priesterkoor.
De neo-gothici hebben gedroomc
van een middeleeuwse kerk
die alles in de gemeenschap
omvatte, in een tijd dat dr
Kerk verder dan ooit van die alles
omvattendheid verwijderd was. bin-
nen geurden de stoven en het wierook
en buiten ventten anarchisten met de
Baanbreker". En de liberale Rot
terdamse-beer Brusse, die het (room
se) Boefje naar liet „Huis der Broe
ders van de .Moeder der Smarten ir.
Brabant bracht, verwonderde zich
over de armoede van het land en dc-
rijkdom van de nieuwe kerken.
„Want al zijn er haast geen men-
schrijft hij in zyn bestseller
Een expositietroon bekroond met de koepel der St. Pieter nu te koop bij antiquair
Borsjé in Amsterdam.
wend door financiële steun van Rijk en
gemeente.
Maar kunnen nu alle pastoors van
lekkende en scheurende neo-gcthische
kerken bij Monumentenzorg aanklop
pen? „Men moet dit van geval tot ge
val bezien," is het antwoord. De im
mense Willibrorduskerk in de Amster
damse Pijp? „Denkelijk niet" zegt men.
Binnen in die kerk is in de viering een
houten altaarpodium gebouwd dat het
karakter van de kerk volkomen ver
stoort, maar dat eindelijk ook de gelo
vigen op de achterbank een blik op het
altaar gunt.
Het conflict is overigens nog in
een beginstadium, want het
aantal drastische ingrepen is
nog opvallend klein. Eerder is
het verwonderlijk hoe leidzaam de
gelovigen genoegen nemen met een
sacrale ruimte, die soms elk verband
met hun leven mist. Een inventaris
van wat werkelijk belangrijk is in de
honderden neo-gothische kerken, be
staat alleen 'in het bisdom Breda.
- „Wij hebben", eerlijk gezegd, „be
langrijker dingen aan ons hoofd," zei
de secretaris van een ander bisdom
openhartig. Toch zal men op de
duur aan een kritische inventarisatie
van deze erfenis niet kunnen ontko
men. Er is veel kaf onder het koren
maar er zyn ook enkele kerken te
vinden, die de bedoelingen van de
beste neo-gothici overtuigend tonen.
Men zou de „hervormers" niet graag
loslaten in,bijvoorbeeld, de St-Vitus
in Hilversum. Dikwijls echter zijn de
hervormingen heilzame ingrepen, die
het karakter van het kerkgebouw
nauwelijks schaden maar alleen de
ymiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiimiiiiniiiiiimiiiiiiiiiii
iiiiiiiuiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiilliiiiiiMii
geimiteerde laat-middeleeuwse „san
tenkraam", die onze voorouders zo
kritiekloos aanhingen, naar de zolder
verbannen. De winst is soberheid en
eenvoud, die de jongeren trekt. Zij
hebben geen behoefte meer aan ope
ra in de kerk. De tyd dat een Re
demptoristenpater de Bredase opera
minnaars toeriep: „Al ga je naar de
Faust met een rozenkrans om je nek,
je doet doodzonde," is voorbij. De
„roomse jeugd" springt vrij realis
tisch met de wereld om en behoeft
voor zijn, naar het mysterie hunke
rend hart niet meer de „armenbij-
bel" van de neo-gothische iconografie.
Wij zijn niet zozeer anti-go tliisch
geworden alswel on-gothisch,"
zegt prof. dr. F. v. d. Meer
„wat men zoekt is de verfijnde,'
geheimzinnige suggestie van sterke, ele
mentaire, liefst onvermoede werkelijk
heid: en het accent ligt daarbij waar
schijnlijk op het elementaire. Het al te
uitgewerkte, verrafelde, in systeem
gebrachte ligt ons niet: het existentiële
levensgevoel houdt een zeker wantrou
wen in tegen alle gesloten construc
ties". Dit hunkeren haar het elemen
taire en wantrouwen van al te nadruk
kelijke suggesties is de achtergrond van
de bescheiden revoluties in de neo-go
thische kerken. Waar het op de duur
heen zal leiden kan niemand voorspel
len. Want de storm is pas aan het op
steken.
BEN KROON
De H. Hartkerk van Alfred Tep«
in Maarssen bij Utrecht is eeH
wat zwaarwichtig, maar niet on
fraai zusje van de „Krijtberg" ill
Amsterdam. Ze heeft ramen vaH
Geuer en al het meubilair, inclusief
het meters hoge altaar kwam uit et
atelier van Mengelberg. De wanden
waren bedekt met de complete (afge
bladderde en slecht geschilderde) li
tanie van alle heiligen. Sinds evkc.le
jaren pelgrimeren naar Maarssen niet
alleen de vereerders van Ariëns, maar
ook bestuurders van neo-gothiscne
kerken uit het hele land. Want in
Maarssen begon de „beeldenstorm' en
de pastoor, He er de aanstichter van
was, mgr. A. M. Jansen, zegt: „Als ze
beweren dat ik de hele kerk heb be
dorven, laat mij dat koud. De Mis en
het altaar zijn het middelpunt van de
parochiegemeenschap. Als 3U0 gelovi
gen in de zijbeuken niets van tiet al
taar zien door de zuilen, deugt die kerk
niet. Dan zijn alle miswek'en en alle
acties om gemeenschappelijk de litur
gie te vieren nutteloos.'/'oen mgr.
Jansen na 20 jaren Katholieke Actie
in 1354 naar Maarssen kwam, vond hij
de kerk een „Jan Klaassenboei" „De
moderne mens wordt van alle kanten
belaagd met sensaties, reclame, op
winding. Hij zoekt in zijn kerk rust
en bezinning, geen kermis." Het ver
haal van de renovatie van de H. Hart
kerk is legendarisch in het hele bis
dom. In 2li week schilderden de pa
rochianen hun kerk. Elk schoolkind
nam een vierkante meter voor ziin
rekening. Op de vijf verdiepingen
hoge (gratis geleverde) steigers ston
den 89 man tegeleik te schilderen.
Pastoor had voor eert verzekering ge
zorgd, de bakkers leverden gratis de
broodjes, de boeren en de slagers het
beleg en de vaklieden, die na een
stormnovene „uitgevrorenwaren,
deden het fijne werk. Alle deelnemers
waren gedispenseerd van vasten en
onthouding. Men zag kantoorbedien
den moeizaam de betonlac.g weghak
ken en onderwijzers schilderen op
de steigers. Je verf had de parochie
spontaan betaald en een aannemer,
die langs kwam. constateerde laconiek:
„Als ze bij mij zo werkten werd ik
schatrijk."
De Martinuskerk in Voorburg thans. Het priesterkoor is vergroot, een nieuw
tofelaltaar staat vrij in de ruimte, de preekstoel is vervangen door ambo's en de
becUU» zun grotendeels verdwenen.
Boefje", „wèl kerken telkens maar
weer daar pas gebouwd in de hei;
drukke, roodbrikken gevaarten in
barre zon, met burgerlijke torens zon
der vroomheid, gladde zandsteenpop-
pen en geschitter in hard gekleurde
ruiten. Achter op een suf stenenveld-
ie staan ze achter een hek met kla-
t;ereroud zich zo mooigemaakt te ver-
velen". Brusse heeft menige jonge
pastoor van vandaag de woorden
uit de mond genomen. Hy vindt de
neo-gotische gevaarten onecht, pre-
tentiues en lelijk. De beelden uit de
fabriek van Mengelberg (Willems va
der) zijn handige copieën van buiten
landse voorbeelden, want, de grote
kunstenaars van de negentiende eeuw
werden door de neo-gothici buiten de
"deur gehouden. En zo zitten de pas
toors en de kerkbesturen dan met hun
grote kerken. De oude buurten ra
ken ontvolkt, de geldmiddelen vloei
en steeds spaarzamer, het onderhoud
It steeds duurder en de droom
een kerk hoog uittorend boven
omgeving, is een nachtmerrie
een generatie die droomt van
terugkeer naar het Cenake.
de kleine bovenzaal waar de ingewij
den bij het Liefdemaal aanzitten.
De aanval begint meestal nu een Mis-
In Weesp neemt een kunste
de leiding en schildert samen
wordt
van
zijn
voor
een
week
naar
nam. uc iciuiug cil. ouiliu
met enthousiaste parochianen in een
jaar tijds de hele kerk spierwit. Ver
dwenen zijn vrome schilderingen op
de muren en gulden sierbanden op de
pilaren. In de „Papegaai", de kerk
van de winkelende Amsterdammers,
zijn ineens alle beelden van hun sok
kels verdwenen. In de „Spaarnekerk"
in Haarlem verhuist de preekstoel
naar de zolder, de Martinus in Voor
burg, de Heilig Hart in Maarssen, de
Franciscanen in Maastricht, Leid-
schendam, Drenmel, Etten, overal gaat
men aan het werk.
Telkens komen bij <je Liturgische
Commissies van dc Bisdommen
plannen voor de modernisering
van neo-gothische kerken binnen.
Schilderen, afbreken, verplaatsen.
Soms is de commissie attent en com
petent, soms ook voigt zij le ontwikke
ling op een afstand en spreekt geen boze
woorden als de pastoor bij de visitatie
opbiecht dat het „nihil obstat" heeft ont
broken. r,
Het bisdom Den Bosch is niet enthou
siast voor experimenten in oude kerken.
Men wil eerst de resultaten in de nieu
we kerken afwachten voordat men de
oude kerken aan de ingrepen van en
thousiaste pastoors blootstelt. Beelden
mogen wel naar zolder, maar voor een
verplaatsing van het altaar en verwij
dering van de preekstoel voelt men wei
nig. De oude kerken hebben recht op-
van Mozart als een begin van de
victorie.
Zij willen warmte, muziek, pronk,
zich verliezen in het kleurrijk schouw
spel van een Veertigurengebed en de
knusse blijdschap van de Nachtmis.
Zij begrijpen niet dat een geloofsver
kondiging van de schrale ambo en een
mis aan een zelden fraaie altaartafel
„met het gezicht naar de gelovigen",
„Ons Heer" dichter bij hen brengt en
het gemeenschappelijk zijn versterkt.
De nieuwe architectonische en litur
gische symbolen missen voor hen elke
zin, want hun gemeenschappelijk zijn
beleven zij op hun eigen manier, niet
beter of slechter dan dc and-eren,
maar wel anders. Zij begrijpen niet
waarom pluche „burgerlijk" is en hel
II. Hartbeeld „kitsch". De nieuwe
pastoor bezien zij argwanend. „Hij
begrijpt ons niet," en boos mijden zij
zijn biechtstoel ten bate van een oude
Redemptoristenpater elders.
Maar de esteten! De plannen van
pastoor wuiven zij weg. „Mode
verschijnselen". Straks, verzeke
ren zij de pastoor, worden de
neo-gothische kerken herontdekt, zoals
de katholieke jongeren uit de jaren
dertig de Waterstaatskerken uit hun
smadelijk isolement hebben geheven.
Dan zal men rouwen om -de beelden-
j a het schilderen volgde de meest
revolutionaire ingreep. De
preekstoel en de communie
bank moesten weg, het altaar en
liet priesterkoor vele meters naar
voren tot in het kruis van de kerk.
Materiaalkosten 12.000. Over arbeids
loon werd niet gesproken. Daar zorgde
de parochie zelf voor. De eerste zon
dagavond lag er al f4800 in de brie
venbus van de pastorie. Na drie we
ken zei de pastoor: „Er is genoeg".
Architect F. Froger uit Breda slóeg
aan het vergaderen met de critische
parochiële bouwcommissie. Won; deze
revolutie was toen nog unielc en mgr.
Jansen had bij het bisdom zijn pres
tige op spel gezet. Men waagde
de stap. Het hoogtepunt was het
storten van het beton voor de
fundering van het nieuwe priester
koor. 's Avonds kwam het afgesproken
signaal: het luiden van de klokken.
De volgende dag stonden de parochia
nen zich te verdringen om een krui
wagen beton te mogen rijden. Het
werk was in één dag gereed. Hei ver
haal van de edellieden, die stenen
mee aansleepten voor de bouw van de
kathedraal van Cliartres heeft in het
Utrechtse stadje zijn. moderne navol
ging gevonden. De parochie vernieuw
de haar kerk en hervond in dit 'werk
en in de intens meegevierde liturgie
een nieuwe beziging. Het resultaat
van de vernieuwing weerstaat de toets
van de kritiek. Wat waardevol was
voor-de liturgie is behouden, de rest
staat op zolder en het altaar in het
depot van liet Aartsbisschoppelijk
Museum. Niemand mist de drie An-
toniusbeelden en als de pastoor zon
dags zijn parochianen, staande voor
het altaar, toespreekt, ziet hij alle aan
wezigen, ook de 300 die vroeger tegen
de zuilen aankeken. Prof. Granpré
Molière vond de vernieuwing een dui
delijke verbetering en prof. Rogier
verzuchtte na de communiegang: „Nu
ben ik voor het eerst zelf te communie
gegaan." Natuurlijk heeft deze ver
nieuwing, waarvan hier slechts en
kele hoogtepunten zijn vermeld, on
voorstelbaar veel werk vereist. Maar
de kerk heeft er geen cent schuld bij
gekregen en de schepping van Tepe
komt nu beter tot zijn recht dan de
bouwmeester zelf had kunnen aromen.
De vernieuwing van de St Marti
nuskerk in Voorburg is stap
voor stap gegaan. De kerk, die
E. Margry in 1892 bouwde, heeft
beslist kwaliteiten, maar ook hier liet
het hoge maar ondiepe priesterkoor
geen ontplooiing van de liturgie toe.
De hoge altaaropbouw werd al door
een vorige pastoor aan een Afrikaanse
missionaris cadeau gedaan De vol
gende stappen zette pastoor A. J. van
den Oudenhoven. Beelden verdwenen
naar zolder, de omvangrijke H. Fa
miliegroep naar de tuin, geschilderde
draperieën werden ondergéwit en aan
het begin van dit jaar was de pa
rochie „rijp" voor de grote ingreep:
afbraak van de preekstoel, uitbreiding
van het priesterkoor en bouw van een
nieuwe stenen altaartafel zes meter
van de plaats van het oude altaar dat,
aanzienlijk verkleind, bestemd werd
tot sacramentsaltaar. Pastoor Van den
Oudenhoven gaat niet zo ver als zijn
collega in Maarssen en heeft de com
muniebank gehandhaafd. De beelden
van de oude preekstoel staan nu in
de pastorie en doen het daar best.
Twee hekvormige ambones hebben dé
functie overgenomen. De zuil van
„Napoleon-marmer" die vroeger de
preekstoel torste, fungeert nu als voet
stuk, waarop de offergaven worden
gezet. Er wordt in de St. Martinus niet
meer gecollecteerd: elkeen devoneert
zijn bijdrage bij het binnenkomen in
een houten offerblok. De pastoor is
ervan overtuigd dat de vernieuwing
van de kerk, die gelijke tred houdt
met een liturgische bewustwording
vruchten afwerpt. Estetische overwe
gingen spelen bij hem geen overwe
gende rol. Op de eerste piaats komt de
liturgie.
Het oude altaar van de Martinuskerk in Voorburg, nadat de metershoge opbouw
tbgws actn oen missionaris- loas Qcschonkcn,