GEEN BEHOEFTE MEER AM MIDDELEEUWSE ICONOGRAFIE Weinig verzet tegen liturgische beeldenstorm Nog maar begin? BEELDEN NAAR DE ZOLDER, SCHILDERINGEN ONDER DE WITKALK, PREEKSTOEL VOOR DE BIJL EN ALTAARVERSIE RING NAAR MUSEUM „Kerk is geen museum55 Niet anti-, maar on-gothisch N Mam Een hernieuwde beeldenstorm ZATERDAG 23 DECEMBER 1961 MHSMMÉ WAT GEBEURT ER TOCH IN ONZE NEO-GOTHISCHE KERKEN respect. Pastoors mogen wel liet pries terkoor vergroten en er een altaartafel plaatsen, maar het oude altaar moet gehandhaafd blijven en de constructie moet 7.0 zijn, dat ze weer zonder veel kosten kan worden weggenomen. In Rotterdam laat de liturgische commis sie die ook leken als leden telt zich de plannen tot in de details voor leggen. Het aanbod van neo-gothische kerk- kandelaars in de etalages van de an tiquairs neemt niettemin opvallend toe; op het Waterlooplein in Amsterdam zijn al de eerste levensgrote Aiitoniussen en kleine Theresia's gesignaleerd. Mag dat zo maar, vragen de gelovigen zich af. Rechtens zijn de parochianen eigenaar van hun kerk, maar de machl ligt. voor zover het de financiën betreft, bij het kerkbestuur en voor zover het de ..li turgische regeling" betreft, bij de pastoor alleen. Het fiat van de bisschop in vele gevallen van de gedelegeerde Li turgische Commissie is nodig voor al datgene wat in de kerk voor de ere- storm en zich gelukkig prijzen dat er nog restanten op de zolder zijn be waard. Wie is er nu niet zuinig op de eens verworpen barokheiligen, wig koes tert niet het oude barokzilver, waar Thijm geen goed woord voor had? De pastoor antwoordt dat het de taak van de kerk niet is om voor museum directeur te spelen. Trouwens, zegt hij, zie wat er gebeurt in het Rijksmuseum van uw eigen, vereerde Cuypers. Daar heeft men de modernste architecten aan het werk gezet en van Cuypers' pronkstuk alleen de buitengevel .onge moeid gelaten. ,,De kerk", zegt hij, ,,is er voor de gelovigen en de Kerk heeft nooit een omdraaiing van die waarheid geaccepteerd". Maar het probleem is er niet mee op gelost. Want een prille waardering voor de neo-gothici is al in aantocht. ,,Het moment nadert angstwekkend snel," heeft ir. Meisc'hke van het Rijksbureau voor Monumentenzorg gezegd, ..dat geen negentiende-eeuws gebouw meer gaaf zal zijn. Die eeuw is nog vogel vrij". „Monumentenzorg volgt de ont wikkeling met zorg en aandacht. Er ligt al een subsidie gereed voor de res tauratie van de (neo-barokke) St.-Nico- laaskerk in Amsterdam. En een bijzon der hardhandige verbouwing van Cuy pers' befaamde Vondelkerk in Amster dam zal waarschijnlijk worden afge- 9e laat-middeleeuwse iconografie van het Rijnland geïmiteerd in een Hollandse De H. Hartkerk in Maarssen na de „beeldenstorm De kerk is gewit, het oude stad. (De St. Willibrorduskerk van Tepe in Utrecht). altaar naar het museum, de beelden naar zolder, de preekstoel gesloopt dienst gebruikt wordt. Zodat in de prak tijk de pastoor voor. zijn plannen zowel bij het kerkbestuur als bij de liturgische commissie moet aankloppen. De este- tische competentie van beide colleges staat niet overal even stevig. Is de pastoor democratisch ge noeg om ook zijn parochianen te raadplegen, dan kunnen hem wel eens moeilijkheden wachten als onlangs in de Amsterdamse Krijtberg en dit conflict heeft een diepere ach tergrond De bescheiden oppositie is meestal verdeeld in conservatieven, die gewoon hun vertrouwd milieu met willen missen, nakomelingen van schenkers, en esteten, die smaak heb ben voor de stijl van de neo-gothici en de vernieuwingen als barbarismen afwijzen. Want al is de „liturgische bewustwording" op mars, daarmee is een belangrijk deel van het gelo vige volk nog niet gewonnen. Som migen haken nog naar de oude glorie en verwelkomen na vele jaren al leenheerschappij van het Gregoriaans de in ere herstelde „Krüningsmess Er waait een storm door de ker ken van Nederland. Een storm i zo heftig als in de dagen van Thijm, toen de „vervloekte plaasteraars" en hun koude watei- staatskerken het veld moesten ru men voor Cuypers en zijn cohorten van gothisch bouwende emaneipato- ren Weg gaan de beelden van hun sokkels, naar de zolder de. rykgesne- den preekstoel, onder de witkwast d. fraai gepolychromeerde wanden en zelfs hetmetershoge altaar met zijn weelde van cherubijnen en pi nakels houdt geen stand Een simpe le natuurstenen tafel blijft er oy-D in het hart van de kerk, midden tui sen de gelovigen, die dit woeden de beeldenstormers verontrust ot jui chend gadeslaan. Kortjakje, die altijd ziek was behal ve op zondag, gaat niet mfeI "fPar- de kerk met. haar boek vol zilver Werk, maar volgt gespannen de gie in haar missaal en ergert zie aan de jongelieden, die zelfs het mi saai versmaden om met de blik 01 het altaar en de gelovigen, het sa menzijn zo intens mogelijk te «beleven. De nieuwe kerken worden Reiner en simpeler. Het klokgebrom uit de hoge dom heeft plaats L een bet schel kleppen van een klok m een lage, stalen klokkenstoel. En de ïu teloos vernieuwende jonge pastoor houdt maar niet op. Staande co nice ren. offergang, dmlogeren, een preek zonder voorlezing v^. n tenties... alleen de aankondiging de collectes durft hij nog met uithm den te geven. „Je kunt geen kathoue ke kerk meer van een Pr0LeT^|| onderscheiden", zegt het bejaarde echtpaar uit de tumsteden en zondags de tram naar de binnenstad, waar de kerken leeg van gelovigen zijn maar luid oreren met beelden, schilderingen, altaren e^ gebrand schilderde ramen. Daar geurt het Pluche van de bidstoelen naar wie rook en zingt het koor nog luidruch tige missen van Perosi. Daar ver schijnt bij feestmissen nog het vaan tje voor het uitgestelde Allerheiligste terwijl de feestpredikant, onder het luid geklepper van meedraaiende gelovigen, de monumentale preek stoel bestijgt. Maar ook daar staat de tijd niet stil. Al is de city-kerk verlaten door de patriciërs, die haar financierden en met vele schenkingen versier den, toch wil de pastoor ook hier ziin dromen waar maken. Hij heeft ge hoord van Cuypers maar hij droomt van liturgische vernieuwing en samen met een van die rusteloze artisten. die altijd in oude parochies te vinden zijn, wandelt hij mismoedig door zijn lekken de en tochtende neo-gothische kerk. Het H. Hartbeeld vinden ze ronduit lelijk en ze weten dat de schenkster het tijdige al met het eeuwige beeit verwisseld. De „plakplaatjes op. de hoge ramen „doen hun niks meer J-/e oreekstoel vinden ze een prententieus meubelstuk uit de dagen, dat wom- sen in hun eerbetoon aan „Het woora niet voor de protestanten wilden onder doen. Het priesterkoor is te klem, net altaar een uitstalkast, de commun"e- bank een marmeren barrière, de veie altaren een devotionele aberratie, nei pluche en de rode toogjes van de mis dienaars een burgerlijke vertoning, e waar is het doopvont?, een opgediiki kinderbadje in een donkere hoek. „Wat ons verbaast", zegt pi of. o F. v. d. Meer, „is de onverdeelde be wondering van de neo-gothici v°° Jaatgothische iconografie. Wat hadl zij innerlijk gemeen met die w van groteske kleine vroomh-eid. W om vroeg de uitbeelding van een mj. - terie de theatercostuums van streeks 1500?". Tussen de „ideale" f°F"toen de ker en de ontaarding van 150°, toe ken vol stonden met dc..P™„ eeuwen rijk geworden steden, eldcnstorm van banalisering, die de beej heü„ tot een artistieke moord mk't zame religieuze aderlating in Maar de neo-gothici, die ons ia de vorige eeuw overdekten met mastbos van torenspitsen en "°oS o - ven de huizen oprijzende kerkschepen, waren goede kijkers en verwarde den kers. Zij namen van hun vakantierei zen langs de Rijn herinneringen mee aan triomferende laat-middeleeuwse kerken vol luidruchtige altaren, re tabels, zwierige heiligen en vaandels. En Holland rnoest zijn achterstand zo spoedig mogelijk inlopen. Thuis kraan ten de houten trappen nog als zij ginge kerken by „Ons' Lieve Heer op Solder" waar het harde Hollandse winterlicht oo de even harde houten banken viel Hun eerste ijkdom na eeuwen van on derdrukking ging naar de kerk. Wan de kerk was hun alles. Gerard Brom zegt over de helaas in 1940 verwoeste Steigerkerk in Rotterdam: „Op zich zelf is zo een ruimte een soort au;--- burgerlijk overladen met pronkstukki vol wereldse weelde. Zo'n paterske: I was ook geer. Godshuis zonder meer maar verving meteen devotiekapelier vergaderzalen, katechismuslokalen, ja in zekere zin concert en theater op dï koop toe. Heel het openbaar leven van de geïsoleerde katholieken speelde zich binnen de ruimte af. Hier brachten zo hun muziek met vrouwenstemmen en orkest, hun optochten met costuums en vaandels, hun bankverpachtingen met geroep en brooduitdelingen met gekijf hun communiefeesten met gazen bruid jrs en gefrizeerde jongens, hun bruid 'jesstoeten met groot toilet, hun con gregatiepreken met satyres en gclacht". Daar blonk het pronkzilver, juichten d: eindeloze missen van Verhulst en ston den de priesters bij een „Mis met dr,< heren" omringd door een „jachtstoe' van misdienaars" samengedrongo op het veel te kleine priesterkoor. De neo-gothici hebben gedroomc van een middeleeuwse kerk die alles in de gemeenschap omvatte, in een tijd dat dr Kerk verder dan ooit van die alles omvattendheid verwijderd was. bin- nen geurden de stoven en het wierook en buiten ventten anarchisten met de Baanbreker". En de liberale Rot terdamse-beer Brusse, die het (room se) Boefje naar liet „Huis der Broe ders van de .Moeder der Smarten ir. Brabant bracht, verwonderde zich over de armoede van het land en dc- rijkdom van de nieuwe kerken. „Want al zijn er haast geen men- schrijft hij in zyn bestseller Een expositietroon bekroond met de koepel der St. Pieter nu te koop bij antiquair Borsjé in Amsterdam. wend door financiële steun van Rijk en gemeente. Maar kunnen nu alle pastoors van lekkende en scheurende neo-gcthische kerken bij Monumentenzorg aanklop pen? „Men moet dit van geval tot ge val bezien," is het antwoord. De im mense Willibrorduskerk in de Amster damse Pijp? „Denkelijk niet" zegt men. Binnen in die kerk is in de viering een houten altaarpodium gebouwd dat het karakter van de kerk volkomen ver stoort, maar dat eindelijk ook de gelo vigen op de achterbank een blik op het altaar gunt. Het conflict is overigens nog in een beginstadium, want het aantal drastische ingrepen is nog opvallend klein. Eerder is het verwonderlijk hoe leidzaam de gelovigen genoegen nemen met een sacrale ruimte, die soms elk verband met hun leven mist. Een inventaris van wat werkelijk belangrijk is in de honderden neo-gothische kerken, be staat alleen 'in het bisdom Breda. - „Wij hebben", eerlijk gezegd, „be langrijker dingen aan ons hoofd," zei de secretaris van een ander bisdom openhartig. Toch zal men op de duur aan een kritische inventarisatie van deze erfenis niet kunnen ontko men. Er is veel kaf onder het koren maar er zyn ook enkele kerken te vinden, die de bedoelingen van de beste neo-gothici overtuigend tonen. Men zou de „hervormers" niet graag loslaten in,bijvoorbeeld, de St-Vitus in Hilversum. Dikwijls echter zijn de hervormingen heilzame ingrepen, die het karakter van het kerkgebouw nauwelijks schaden maar alleen de ymiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiimiiiiniiiiiimiiiiiiiiiii iiiiiiiuiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiilliiiiiiMii geimiteerde laat-middeleeuwse „san tenkraam", die onze voorouders zo kritiekloos aanhingen, naar de zolder verbannen. De winst is soberheid en eenvoud, die de jongeren trekt. Zij hebben geen behoefte meer aan ope ra in de kerk. De tyd dat een Re demptoristenpater de Bredase opera minnaars toeriep: „Al ga je naar de Faust met een rozenkrans om je nek, je doet doodzonde," is voorbij. De „roomse jeugd" springt vrij realis tisch met de wereld om en behoeft voor zijn, naar het mysterie hunke rend hart niet meer de „armenbij- bel" van de neo-gothische iconografie. Wij zijn niet zozeer anti-go tliisch geworden alswel on-gothisch," zegt prof. dr. F. v. d. Meer „wat men zoekt is de verfijnde,' geheimzinnige suggestie van sterke, ele mentaire, liefst onvermoede werkelijk heid: en het accent ligt daarbij waar schijnlijk op het elementaire. Het al te uitgewerkte, verrafelde, in systeem gebrachte ligt ons niet: het existentiële levensgevoel houdt een zeker wantrou wen in tegen alle gesloten construc ties". Dit hunkeren haar het elemen taire en wantrouwen van al te nadruk kelijke suggesties is de achtergrond van de bescheiden revoluties in de neo-go thische kerken. Waar het op de duur heen zal leiden kan niemand voorspel len. Want de storm is pas aan het op steken. BEN KROON De H. Hartkerk van Alfred Tep« in Maarssen bij Utrecht is eeH wat zwaarwichtig, maar niet on fraai zusje van de „Krijtberg" ill Amsterdam. Ze heeft ramen vaH Geuer en al het meubilair, inclusief het meters hoge altaar kwam uit et atelier van Mengelberg. De wanden waren bedekt met de complete (afge bladderde en slecht geschilderde) li tanie van alle heiligen. Sinds evkc.le jaren pelgrimeren naar Maarssen niet alleen de vereerders van Ariëns, maar ook bestuurders van neo-gothiscne kerken uit het hele land. Want in Maarssen begon de „beeldenstorm' en de pastoor, He er de aanstichter van was, mgr. A. M. Jansen, zegt: „Als ze beweren dat ik de hele kerk heb be dorven, laat mij dat koud. De Mis en het altaar zijn het middelpunt van de parochiegemeenschap. Als 3U0 gelovi gen in de zijbeuken niets van tiet al taar zien door de zuilen, deugt die kerk niet. Dan zijn alle miswek'en en alle acties om gemeenschappelijk de litur gie te vieren nutteloos.'/'oen mgr. Jansen na 20 jaren Katholieke Actie in 1354 naar Maarssen kwam, vond hij de kerk een „Jan Klaassenboei" „De moderne mens wordt van alle kanten belaagd met sensaties, reclame, op winding. Hij zoekt in zijn kerk rust en bezinning, geen kermis." Het ver haal van de renovatie van de H. Hart kerk is legendarisch in het hele bis dom. In 2li week schilderden de pa rochianen hun kerk. Elk schoolkind nam een vierkante meter voor ziin rekening. Op de vijf verdiepingen hoge (gratis geleverde) steigers ston den 89 man tegeleik te schilderen. Pastoor had voor eert verzekering ge zorgd, de bakkers leverden gratis de broodjes, de boeren en de slagers het beleg en de vaklieden, die na een stormnovene „uitgevrorenwaren, deden het fijne werk. Alle deelnemers waren gedispenseerd van vasten en onthouding. Men zag kantoorbedien den moeizaam de betonlac.g weghak ken en onderwijzers schilderen op de steigers. Je verf had de parochie spontaan betaald en een aannemer, die langs kwam. constateerde laconiek: „Als ze bij mij zo werkten werd ik schatrijk." De Martinuskerk in Voorburg thans. Het priesterkoor is vergroot, een nieuw tofelaltaar staat vrij in de ruimte, de preekstoel is vervangen door ambo's en de becUU» zun grotendeels verdwenen. Boefje", „wèl kerken telkens maar weer daar pas gebouwd in de hei; drukke, roodbrikken gevaarten in barre zon, met burgerlijke torens zon der vroomheid, gladde zandsteenpop- pen en geschitter in hard gekleurde ruiten. Achter op een suf stenenveld- ie staan ze achter een hek met kla- t;ereroud zich zo mooigemaakt te ver- velen". Brusse heeft menige jonge pastoor van vandaag de woorden uit de mond genomen. Hy vindt de neo-gotische gevaarten onecht, pre- tentiues en lelijk. De beelden uit de fabriek van Mengelberg (Willems va der) zijn handige copieën van buiten landse voorbeelden, want, de grote kunstenaars van de negentiende eeuw werden door de neo-gothici buiten de "deur gehouden. En zo zitten de pas toors en de kerkbesturen dan met hun grote kerken. De oude buurten ra ken ontvolkt, de geldmiddelen vloei en steeds spaarzamer, het onderhoud It steeds duurder en de droom een kerk hoog uittorend boven omgeving, is een nachtmerrie een generatie die droomt van terugkeer naar het Cenake. de kleine bovenzaal waar de ingewij den bij het Liefdemaal aanzitten. De aanval begint meestal nu een Mis- In Weesp neemt een kunste de leiding en schildert samen wordt van zijn voor een week naar nam. uc iciuiug cil. ouiliu met enthousiaste parochianen in een jaar tijds de hele kerk spierwit. Ver dwenen zijn vrome schilderingen op de muren en gulden sierbanden op de pilaren. In de „Papegaai", de kerk van de winkelende Amsterdammers, zijn ineens alle beelden van hun sok kels verdwenen. In de „Spaarnekerk" in Haarlem verhuist de preekstoel naar de zolder, de Martinus in Voor burg, de Heilig Hart in Maarssen, de Franciscanen in Maastricht, Leid- schendam, Drenmel, Etten, overal gaat men aan het werk. Telkens komen bij <je Liturgische Commissies van dc Bisdommen plannen voor de modernisering van neo-gothische kerken binnen. Schilderen, afbreken, verplaatsen. Soms is de commissie attent en com petent, soms ook voigt zij le ontwikke ling op een afstand en spreekt geen boze woorden als de pastoor bij de visitatie opbiecht dat het „nihil obstat" heeft ont broken. r, Het bisdom Den Bosch is niet enthou siast voor experimenten in oude kerken. Men wil eerst de resultaten in de nieu we kerken afwachten voordat men de oude kerken aan de ingrepen van en thousiaste pastoors blootstelt. Beelden mogen wel naar zolder, maar voor een verplaatsing van het altaar en verwij dering van de preekstoel voelt men wei nig. De oude kerken hebben recht op- van Mozart als een begin van de victorie. Zij willen warmte, muziek, pronk, zich verliezen in het kleurrijk schouw spel van een Veertigurengebed en de knusse blijdschap van de Nachtmis. Zij begrijpen niet dat een geloofsver kondiging van de schrale ambo en een mis aan een zelden fraaie altaartafel „met het gezicht naar de gelovigen", „Ons Heer" dichter bij hen brengt en het gemeenschappelijk zijn versterkt. De nieuwe architectonische en litur gische symbolen missen voor hen elke zin, want hun gemeenschappelijk zijn beleven zij op hun eigen manier, niet beter of slechter dan dc and-eren, maar wel anders. Zij begrijpen niet waarom pluche „burgerlijk" is en hel II. Hartbeeld „kitsch". De nieuwe pastoor bezien zij argwanend. „Hij begrijpt ons niet," en boos mijden zij zijn biechtstoel ten bate van een oude Redemptoristenpater elders. Maar de esteten! De plannen van pastoor wuiven zij weg. „Mode verschijnselen". Straks, verzeke ren zij de pastoor, worden de neo-gothische kerken herontdekt, zoals de katholieke jongeren uit de jaren dertig de Waterstaatskerken uit hun smadelijk isolement hebben geheven. Dan zal men rouwen om -de beelden- j a het schilderen volgde de meest revolutionaire ingreep. De preekstoel en de communie bank moesten weg, het altaar en liet priesterkoor vele meters naar voren tot in het kruis van de kerk. Materiaalkosten 12.000. Over arbeids loon werd niet gesproken. Daar zorgde de parochie zelf voor. De eerste zon dagavond lag er al f4800 in de brie venbus van de pastorie. Na drie we ken zei de pastoor: „Er is genoeg". Architect F. Froger uit Breda slóeg aan het vergaderen met de critische parochiële bouwcommissie. Won; deze revolutie was toen nog unielc en mgr. Jansen had bij het bisdom zijn pres tige op spel gezet. Men waagde de stap. Het hoogtepunt was het storten van het beton voor de fundering van het nieuwe priester koor. 's Avonds kwam het afgesproken signaal: het luiden van de klokken. De volgende dag stonden de parochia nen zich te verdringen om een krui wagen beton te mogen rijden. Het werk was in één dag gereed. Hei ver haal van de edellieden, die stenen mee aansleepten voor de bouw van de kathedraal van Cliartres heeft in het Utrechtse stadje zijn. moderne navol ging gevonden. De parochie vernieuw de haar kerk en hervond in dit 'werk en in de intens meegevierde liturgie een nieuwe beziging. Het resultaat van de vernieuwing weerstaat de toets van de kritiek. Wat waardevol was voor-de liturgie is behouden, de rest staat op zolder en het altaar in het depot van liet Aartsbisschoppelijk Museum. Niemand mist de drie An- toniusbeelden en als de pastoor zon dags zijn parochianen, staande voor het altaar, toespreekt, ziet hij alle aan wezigen, ook de 300 die vroeger tegen de zuilen aankeken. Prof. Granpré Molière vond de vernieuwing een dui delijke verbetering en prof. Rogier verzuchtte na de communiegang: „Nu ben ik voor het eerst zelf te communie gegaan." Natuurlijk heeft deze ver nieuwing, waarvan hier slechts en kele hoogtepunten zijn vermeld, on voorstelbaar veel werk vereist. Maar de kerk heeft er geen cent schuld bij gekregen en de schepping van Tepe komt nu beter tot zijn recht dan de bouwmeester zelf had kunnen aromen. De vernieuwing van de St Marti nuskerk in Voorburg is stap voor stap gegaan. De kerk, die E. Margry in 1892 bouwde, heeft beslist kwaliteiten, maar ook hier liet het hoge maar ondiepe priesterkoor geen ontplooiing van de liturgie toe. De hoge altaaropbouw werd al door een vorige pastoor aan een Afrikaanse missionaris cadeau gedaan De vol gende stappen zette pastoor A. J. van den Oudenhoven. Beelden verdwenen naar zolder, de omvangrijke H. Fa miliegroep naar de tuin, geschilderde draperieën werden ondergéwit en aan het begin van dit jaar was de pa rochie „rijp" voor de grote ingreep: afbraak van de preekstoel, uitbreiding van het priesterkoor en bouw van een nieuwe stenen altaartafel zes meter van de plaats van het oude altaar dat, aanzienlijk verkleind, bestemd werd tot sacramentsaltaar. Pastoor Van den Oudenhoven gaat niet zo ver als zijn collega in Maarssen en heeft de com muniebank gehandhaafd. De beelden van de oude preekstoel staan nu in de pastorie en doen het daar best. Twee hekvormige ambones hebben dé functie overgenomen. De zuil van „Napoleon-marmer" die vroeger de preekstoel torste, fungeert nu als voet stuk, waarop de offergaven worden gezet. Er wordt in de St. Martinus niet meer gecollecteerd: elkeen devoneert zijn bijdrage bij het binnenkomen in een houten offerblok. De pastoor is ervan overtuigd dat de vernieuwing van de kerk, die gelijke tred houdt met een liturgische bewustwording vruchten afwerpt. Estetische overwe gingen spelen bij hem geen overwe gende rol. Op de eerste piaats komt de liturgie. Het oude altaar van de Martinuskerk in Voorburg, nadat de metershoge opbouw tbgws actn oen missionaris- loas Qcschonkcn,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1961 | | pagina 21