m 1 m K 3 W0ÊSw- k wêmM tm kat m ülA/b" 1 ZATERDAG 29 DECEMBER 1962 ®A' 5^ «i? De prijzenbrekers. De Bijlmer-min. Volksstemming in Frankrijk. Wachtend op de uitslag. Oranjefeest in Barneveld. Hondsdolheid op Cuba. „Ik twijfel aan zijn goede bedoelingen" Ö535* ,JHoet u eens lezen". ■és>-- Indikken bij de Avro Scherven brengen geluk. TOJsIDELIMG De biecht der onboetvaardigen. Spreektrompet voor Vondeling. Ruilhandel. NICUWifi tfSTEI. .- WfWa wisV art. if^v^cs -v.\ Het jaar in prenten Op 18 juli j.l. verscheen er in deze krant een tekening, waarop Macmillan staat afgebeeld, gezeten aan een tafel met enige andere, kenne lijk Engelse heren. Naar buiten kijkend ontwaart de Britse premier een hardloper die in het drukke Lon- dense verkeer aan komt rennen, waarop hij, volgens het onderschrift uitroept: Wacht even, wij zijn nog niet compleet". Wie van de lezers weet na deze beschrij ving dadelijk, waarop deze tekening slaat? En wie her innert zich de diepere betekenis van de prent van enige museumbezoekers die voor een schilderij verzuchten: „Is het niet om te stelen?" Óm bescheidenheid te leren moet men politiek teke naar worden en vervolgens de opdracht krijgen zijn jaarcollectie van kostelijke vondsten door te bladeren. Hij herkent de platen nog wel als zijn werkstukken, hij herinnert zich bij sommige zelfs bepaalde proble men die zich tijdens het tekenen voordeden, maar hij vindt er veel, te veel naar zijn smaak, afgedaan, passé, uitgewerkt, zonder zin meer en zonder lach. Wat was er toch met de heer Witte, Eindhovens bur gemeester die in een vliegtuig stapt en zegevierend zegt: ,,Ik ga lekker toch" en hoe zat het ook weer met De Quay en Luns in druk gesprek die als com- mentaar meekregen ,,Ze hebben 't zeker over Feije- noord"? 't Is om er moedeloos van te worden. Gelukkig dat je, al bladerend, ook nog wel grote politieke vraag stukken tegenkomt die hun neerslag hebben gevonden in prenten die daardoor een wat blijvende betekenis hebben gekregen. Zij bezorgden de tekenaar of zijn Werk misschien niet de onsterfelijkheid, maar dan toch in ieder geval een leven van enkele weken, soms zelfs van maanden. De Berlijnse muur herinneren we ons allemaal nog wel en misschien zelfs de ruil die via de muur plaats vond toen de Russische spion Abel ingewisseld werd voor Power en Pryor. De Gaulle en de O.A.S.-terreur in Algiers leven ook nog in de herinnering en natuurlijk de kwestie Nieuw-Gui- nea. Nieuw-Guinea, dat is minister Luns en wat mij betreft wordt hij met algemene stemmen onze „Man of the year". Minister Luns en de Indonesische kwestie, het jaar werd er mee geopend, een jaar dat overigens rustig inzette met slechts een lichte sabelprik voor een al te onstuimige oudejaarsvierder in Den Haag; met een snelle onderdrukking van een opstand in Por tugal en met een verklaring in het dagblad Merdeka dat invasie het enige middel was voor Indonesië om Nieuw-Guinea te krijgen. De eerste zaterdagse strip in '62 was dan ook gewijd aan minister Luns die zich op een nogal slinkse ma nier naar Utrecht begeeft en daar Anton Geesink de vraag stelt of deze hem de Houdgreep wil leren. Dat was een vriendelijk en onschuldig begin. Maar daar bleef het niet bij. Geen maand ging voorbij of Luns was er bii of anders wel minister- Dat was trouwens een moeilijke plaat, daar moest je echt even op kijken, evenals op die tekening, weer Schiphol, met als bovenschrift Vertrek Lijnvliegtuig en een troepje marcherende, recht voor zich uitkijkende burgers tussen een woelige menigte van wuivende en lachende en omkijkende passagiers. Er werd blijkbaar veel gevlogen in de politiek dit jaar.. Behalve ir. Witte, Van Royen, Luns en de mili tairen in burger, stond ook Soekamo nog een keer op het vliegveld. Dat was ter gelegenheid van het vertrek van de heer van Konijnenburg die een vliegende kraai vindt altijd wat met een bijna-contract voor de K.L.M. naar huis vloog. En Castro zag op een Cubaans vliegveld zonder spijt de Iljoesjins naar Rus land vertrekken. Ze waren immers toch eigenlijk te oud en te langzaam. Maar om terug te komen op het dominerende Indonesische conflict, toen het zijn hoogtepunt of beter zijn oplossing gevonden had in de over dracht van Nieuw-Guinea, was de tekenaar op vakan tie. Dat was op 16 augustus en er bleek weer eens uit dat politici met niets en niemand rekening houden. Collega Opland vond dat ook in de Volkskrant toen hij na een aanzienlijk langer verblijf in het buitenland terugkeerde in een politieke chaos en vertwijfeld In een tekening uitriep: „Ze kunnen ook geen ogenblik zonder mij". Dat klonk wel een beetje aanmatigend en ik houd het er maar liever op dat een politieke cartoonist blij mag zijn als het hem lukt dank zij de hulp en inventi viteit van alle in een redactie vergadering gemobili seerde krachten tot enkele glimlachende commentaren op actuele gebeurtenissen te komen die na enige tijd nog als glimlachjes werken. Welke dat waren in 1962? Misschien minister Luns op zijn extra-bed in Wenen met het onderschrift Die Fenster auf, der Luns ist da? Of minister-president De Quay die aan kantoor boekhandelaar Kennedy een succesagenda vraagt? Of Toxopeus als Bijlmer-min? De N.S.-employé die met zijn Sinterklaascadeau in een bochtje voorbij de deur Personeelsraad loopt is te zeer geïnspireerd op een snel vergeten actualiteit om lang houdbaar te zijn. En dat geldt ook voor Vondeling die van de aftredende partijvoorzitter Burger een spreektrompet overhan digd krijgt. De prijs voor het meest geforceerde grapje gaat zonder aarzeling naar de prent die Kennedy met ogen als ruimtekegels laat zien en het onder schrift draagt „Hij glenndert ervan". Enfin, het is nu allemaal voorbij en het heeft weinig zin er lang over te mediteren. Een kleine keuze uit de politieke hoogtepunten van het afgelopen jaar gaat nog hierbij en de lezer kan nu zelf bepalen, welke emoties ze nu nog bij hem vermogen op te roepen. Één ding is zeker. De tekening die onder de meeste ogen is gekomen, is die met Mies Bouman temidden van de kapotte spaarvarkens, de scherven die geluk

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1962 | | pagina 15