RODE GARDE WORDT AGRESSIEVER Mao spositie was enige tijd in gevaar Ruby: Geen sprake van een complot Mormoons zendeling in Engeland OP BAND VASTGELEGD DOOR LEONARD WIBBERLEV George Romney, komende man in Amerika II Grensincidenten Rusland - China Golf van terreur in Jordanië Spaans schrijver veroordeeld NIEUWE DAG WOENSDAG 4 JANUARI 1967 HONGKONG, 4 jan. De langzaam vorderende, maar goed voorbereide bloedwraak tegen de Chinese leiders, die worden be schuldigd van het „volgen van een kapitalistische koers", is deze week weer in een nieuwe fase be land. Duizenden Chinezen trek ken door de straten, begeleid door gong- en trommelslagen. Op de spandoeken, die de menigte mee voert, wordt het ontslag geëist van Lioe Sjao-tsji, het staats hoofd, en van Teng Hsiao-ping, de secretaris-generaal van de communistische partij. 22 leiders Mao Tse-toeng, minister van defensie Lin Piao en premier Tsjoe En- lai kijken gezamenlijk naar een van de vele massale demonstraties van de Rode Gardisten LIOE SJAO-TSJI ontslag geëist JACK RUBY Dr. HANS HERMANS Economie van China wordt bedreigd door machtsstrijd f (Van een correspondent) Ook op aanplakbiljetten, die in grote hoeveelheden in heel Peking te zien waren, zijn beide leiders de laatste tijd voortdurend aangevallen. De ac tie wordt waarschijnlijk gevoerd door de .officiële" Rode Garde, die van Mao, en niet door de anti-Mao en pro Lioe groeperingen, die voor andere aanplakbiljetten verantwoordelijk zijn geweest. Ook de aanvallen op de leiders, die el uit de gratie zijn, worden voortge zet. Men eist nu zelfs, dat Peng Tsjen, die zeventien jaar burgemeester van Peking is geweest, ter dood wordt ge bracht. Men eist ook de executie van Loe Ting-ji, het voormalige hoofd van de propaganda-afdfeling, maarschalk Lo Joei-tsjing, de voormalige chef- staf, en Jang Sjang-koen, een ex-lid van het partijsecretariaat. Zeer merkwaardig is, dat er over deze vooraanstaande figuren nog geen letter is gepubliceerd. Men heeft niets onthuld over de vraag hoe het komt, dat felle anti-kapitalisten als Lioe Sjao-tsji en Teng Hsiao-ping zo plot seling in het kapitalistische vaarwater terecht zijn gekomen. Over Peng Tsjen is nog geen regel gepubliceerd. De Chinese communistische partij hield in 1956 haar eerste congres sinds Zij in 1949 aan de macht kwam. Ook in 1958 kwam het congres bijeen. Bij die gelegenheden werd een verande ring in het Politbureau aangebracht. Sinds die tijd zijn steeds functionaris sen vervangen. Tijdens de „culturele 1 revolutie" werden hieraan enkele na men toegevoegd. Al met al komt men thans op oen totaal van 22 leidende functionarissen in de Chinese partij. Zij zijn de wer- kMijke machthebbers over de 700 mil joen Chinezen. Die 22 staan er als I volgt voor: Zeven van hen zijn al in ongenade geraakt, acht worden fel be kritiseerd en de resterende zeven be horen tot de groep rond Mao Tse- toeng en Lin Piao. Dit betekent niet, dat Mao en Lin Piao, nu hun groepering in de minder heid is, niet aan de top zullen blijven. Mao heeft altijd een opmerkelijke be drevenheid aan de dag gelegd in het verdelen van de oppositie om die ver- volgens stap voor stap uit te schake len. Hij zal mogelijk opnieuw succes hebben met deze taktiek tegen een groepering, die numeriek in de meer derheid is en zich fel tegen zijn huidige politiek keert. Er bestaat ook nog zoiets als de macht van de Rode Gardisten, die het grote publiek dwingen de huidige or thodoxe koers toe te juichen, in welke richting die ook gaat en hoezeer Mao ook bewierookt wordt. De strijd gaat niettemin door. In het gezamenlijke hoofdartikel, dat in het „Volksdagblad" en het veertiendaag se partijorgaan „Rode Vlag" ter ge legenheid van Nieuwjaar werd gepu bliceerd, wordt voor 1967 een „alge mene aanval" op de „monsters en de monen" aangekondigd, waar men die ook aantreft. De aanval wordt uitge breid tot fabrieken en boerderijen, die tot dusverre buiten schot zijn geble ven. (Van een correspondent) WASHINGTON, 4 jan. Jack Ruby overleed gisteren in Dallas in hetzelf de ziekenhuis, waarin ook president Kennedy en Lee Harvey Oswald de laatste adem uitbliezen. De vraag of Kennedy alléén (ioor Oswald werd ge dood of dat hij het slachtoffer was van een samenzwering kon waarschijn lijk ook niet door Ruby worden be antwoord. Tot op het laatste moment heeft hij volgehouden, dat hij Oswald doodde op eigen initiatief, zonder daartoe van wie ook opdracht te heb ben gekregen. Toch werpt Ruby's dood vele nieu we vragen op, misschien niet in offi ciële kringen, maar wèl bij talloze mensen, die met lichte huiver denken aan alle berichten over mannen en vrouwen, die op een of andere manier waren betrokken bij de gebeurtenissen in Dallas van november 1963 en sinds dien de dood hebben gevonden. Met Ruby is nu een zeer belangrijke Bchakel weggevallen. Zij die het niet eens zijn met de conclusies van de Warren Commissie zullen zeker niet nalaten er op te wijzen, dat de auto riteiten in Dallas en Texas zich met tot het uiterste hebben ingespannen om de waarheid over Ruby te weten te komen. Kort na de moord op Oswald werd Ruby uitvoerig verhoord door de FBI. Heeft hij toen alles gezegd wat hij wist? Had men, nu eenmaal was be sloten dat hij een nieuw proces zou krijgen, niet alles op alles moeten zetten voor een nieuw verhoor, temeer omdat men wist dat hij spoedig zou sterven? Ruby zelf wenste een proef met een leugenontdekker, maar zijn artsen hadden daar bezwaar tegen. Zij legden uit dat de medicijnen, die Ru by moest slikken tegen de kanker, elke proef met een leugendetector waardeloos zouden maken. Omdat in Dallas alles smakeloos schijnt te moeten gaan, ontbreekt het incident bij Ruby's dood niet. Op ver- zoek van een particuliere maatschap- pij heeft Ruby's moeder onlangs een bandrecorder binnengesmokkeld in de ziekenzaal, waar Ruby werd ver pleegd. Op deze manier is men er in geslaagd zijn stem vast te leggen „voor het nageslacht". Ruby zent op de band opnieuw dat er geen sprake was van een samen zwering, dat hij Oswald helemaal niet kende en hem nooit had gezien voor hij hem neerschoot, dat hij toevallig hij het politiebureau u>as toen Oswald bewaakt naar buiten kwam en dat hi] niet eens wist ddt Oswald naar bui ten zou komen. Als een dergelijke politiek wordt uit gevoerd, zal dit nog méér verzet ont ketenen bij die partijleiders, die door hun verantwoordelijkheid voor de na tionale economie passieve aanhangers van de culturele revolutie zijn gewor den, zolang hierdoor aan de economi sche vooruitgang niet teveel schade wordt berokkend. Dit kan men tussen de regels in het artikel door le^en. Het onthult, dat er „een uiterst klein aantal personen is, die de leiding, die zij over de produc tie hebben, misbruiken als een voor wendsel om de revolutie tegen te werken". In het artikel worden de Rode Gardisten en de revolutiegezin- de studenten opgeroepen zich bij de arbeiders en boeren aan te sluiten. .Alleen dan kan men komen tot de organisatie van een strijdmacht van honderden miljoenen, die stormender hand posities kan innemen, die tot dusverre bezet werd door een handje vol figuren binnen de partij, dat ge zag geniet en de kapitalistische koers vaart. Een strijdmacht ook, die de uiteindelijke zege in de grote pro letarische, culturele revolutie kan be vechten". Als een dergelijke aanval op de wa kers over de economie inderdaad wordt gelanceerd, zou zich dit jaar in China een botsing zonder weerga kun nen voordoen. De meeste partijleiders, die verantwoordelijk zijn voor econo mische aangelegenheden, worden thans op aanplakbiljetten van de Rode Garde bekritiseerd. De meesten van hen zijn nog in functie. Zullen zij zich kunnen handhaven of zullen zij hard handig worden verwijderd om ruimte te maken voor een volgende „Grote Sprong Voorwaarts"? En wanneer zal Tsjoe En-lai in actie komen en zeg gen: „Zo is het genoeg"? Op geen van beide vragen kan op basis van de beschikbare aanwijzin gen een antwoord worden gegeven. Men mag niet al te snel conclusies trekken uit speculaties over de oppo sitie tegen Mao. De leider geniet nog steeds een grote populariteit onder de massa, die door de eeuwen gewend is geweest een keizer te bewieroken. In het Nieuwjaarsartikel wordt het volk verteld, dat „er in de hele histo rie van de mensheid geen man van het kaliber van Mao is geweest". Het volk zal gaarne bereid zijn dit aan te nemen. Maar de geestdrift van de massa Reeft niet veel waarde, als de openbare diensten en de kaderleden van de partij niet loyaal zijn. Want hun steun is nodig voor de handhaving van het systeem. Die trouw is door de recente gebeurtenissen ernstig op de proef gesteld. Volgens sommige Westerse deskun digen is vorig jaar het leiderschap van Mao een tijdlang ernstig bedreigd ge weest. Zij menen uit een rapport, dat het centrale comitee van de Chinese communistische partij onlangs heeft uitgegeven, te mogen aflezen, dat in het afgelopen voorjaar een aantal ho ge Chinese partij-functionarissen, waaronder legerstafchef Lo Joei-tsjing heeft getracht Mao te ontheffen van zijn leiderschap, tijdens diens langdu rige afwezigheid uit de hoofdstad. Het zou toen Lin Piao geweest zijn, die Mao heeft gered. Hij zou troepen naar Peking hebben gestuurd, die met ge weld de voornaamste punten van de stad, zoals radio-Pekinghet Chinese persbureau en de redactie van het Volksdagblad, van de troepen van Lo Joei overnamen. Alhoewel in het rapport met geen woord over deze laatste gebeurtenis sen wordt gerept, kan men er wel het volgende lezen: „Een aantal leidende figuren in het centrale comitee trok voordeel uit de afwezigheid van leider Mao en stippelde een kapitalistische, reactionaire anti-Mao lijn uit... Zij de den alles wat in hun vermogen lag om de grote culturele revolutie te verpletteren. Maar juist op dit belang rijke moment keerde leider Mao naar Peking terug en woonde persoonlijk de elfde plenaire zitting van het achtste communistische partij-congres bij en nam besluiten met betrekking tot de grote culturele revolutie. Het rapport ggeeft openlijk toe dat de machtstrijd nog steeds voortduurt, maar dat de eindoverwinning voor Mao zeker is. De komende maanden zullen leren of deze voorspelling juist is. Vrijheid, blijheid en wat de pot schaft „Ik begrijp niet waarom ze ons dit han doen", zei Metalevi, „wij hebben hun toch geen kwaad gedaan?". Zo eindig de de vergadering. Later nam Habak- kuk Metalevi apart. „Waarom ben je toch zo tegen de nieu we regeling?" „Ik heb je mijn rede nen al gezegd", zei de ander. „Niet alle redenen", zei Habakkuk overre dend, „waarom nog meer?". „Als zij zo gesteld zijn op die vrijheid, als zij zo graag willen dat wij zelfbe stuur krijgen, waarom laten ze dan niet toe dat we onszelf blijven regeren als tot nu toe?", vroeg Metalevi. „Waar om mogen we alleen maar vrij zijn op hun voorwaarden? Ik zal je zeggen w&arom. Het kan hun niets schelen of we vrij zijn of niet. Zij zijn er alleen maar op uit dat wij hun een goede naam bezorgen. Zij zijn net als Savage. Wanneer ze diep in hun eigen hart kij ken, zien ze daar "niet de hele wereld, maar alleen maar een beeld van zich zelf. Dat is de vloek die op hen rust en daar zijn wij het slachtoffer van" Ze stonden op de stoep van het rege ringsgebouw, voor het paradeveld van Regina Park. Een zwerm koekoeken met lange staart vloog over hen heen met een snelle schaduw over het gras en verdween over de kokospalmen in noordoostelijke richting. Metalevi keek ze na tot ze uit het gezicht verdwenen waren. Ze kwamen uit Nieuw-Zeeland en waren nu aan het einde van de reis. In de herfst zouden ze weer in omge keerde richting naar Nieuw-Zeeland te rugvliegen. Duizend jaar geleden had den zijn voorvaderen de vogels in grote vluchten naar het zuiden over de oceaan zien vliegen.Ze hadden de ver onderstelling gewaagd dat er in die richting land moest zijn en hadden zo het werelddeel ontdekt dat pas zeven honderd jaar later aan de Europeanen bekend zou worden. „Wij weten meer dan zij," zei hij, „wij konden hun best een lesje geven. Wij hadden ook grote stoutmoedige man nen, misschien nog betere dan zij. Ze staken niet in bootjes een rivier over en werden daarom helden genoemd, zoals George Washington. Ze door kruisten oceanen in hun kano's en wer den stamhoofden. We zullen opnieuw grote mannen voortbrengen wanneer we maar onszelf blijven en ons niet in de schaduw laten stellen door de kleine varkensmensen." Op de koele, met bakken varens be hangen veranda van het „Rode Huis", boven op een heuvel die uitzicht bood over de kleine haven van Regina, was lady Murchison Boyd druk in de weer met het maken van cocktails. Ze kon zich niet meer herinneren hoe je een martini moest maken. „Moet je sherry of vermout bij de jenever doen?" vroeg ze aan haar echtgenoot die voor de tweede keer het hoofdartikel in de „South Pacific Messenger" doorlas over de onafhankelijkheid van Omo Lau. „Reële vent, die Storey", zei sir Murchison. „Heb journalisten tot nu toe nooit gemogen. Vuile nagels en lan ge haren allemaal, maar Storey staat met twee benen op de grond. Hij is een Engelsman natuurlijk, bloed en bodem verloochenen zich nooit." „Hij is helemaal geen Engelsman schat," zei zijn vrouw. „Hij komt uit Nieuw-Zeeland, dat mag je echt niet vergeten. Die mensen worden erg boos als je ze Engelsen noemt." „Nou ja, hij is toch een Brit," zei sir Murchison, „dat komt op hetzelf de neer." „Ik geloof dat het sherry is." zei lady Murchison. „Wat is sherry? Verdraaid, wat heeft sherry hier nu mee te maken. „Ik geloof dat je sherry bij de je never moet doen." „Goeie genade, mens wat voor drank je zit je te brouwen? Bij jenever kun je alleen maar bitter doen." „Ja, dat weet ik," zei zijn vrouw. „Dat is een „pink gin" Ik probeer een martini te maken." „Nooit van gehoord," zei sir Mur chison, „en nooit behoefte aan gehad ook. Hij dook opnieuw in zijn krant, maar zijn gedachten bleven bij de mar tini's hangen, want die had hij zijn vrouw nog nooit zien klaarmaken. „Voor wie maak je dat drankje met sherry erin?" vroeg hij. „Voor Cleaver, de Amerikaanse con sul." j „Ik wil die verdomde mannelijke non niet in mijn huis hebben," zei sir Murchison. „Als hij het waagt hier te komen, schop ik hem de deur uit." „Luister eens, schat," zei lady Mur chison, „je moet leren met allerlei mensen om te gaan. Ik heb inlichtin gen over hem ingewonnen en hij moet een erg aardige jongeman zijn uit Bos ton. Dat is een heel goede stad om vandaan te komen in Amerika, net als Bournemouth in Engeland." „Haat Bournemouth," zei sir Mur chison, „het stikt er van kerels op motorfietsen die wellustig rondloeren en open overhemden dragen. De eer ste keer dat ik in Bournemouth kwam, was ik nog niet uitgestapt of ik trap te in een kleverige massa op de stoep rand." „Dat was vijftig jaar geleden, schat," zei zijn vrouw beminnelijk. „Is geen snars veranderd," zei sir Murchison. „Ben er na de oorlog nog geweest en er gebeurde me precies hetzelfdeeen groot kleverig stuk viezigheid op de rand van de stoep. Ben er sindsdien niet meer geweest en voel er ook niets voor." Lady Murchison bepaalde haar ge dachten opnieuw bij de martini. Ze wilde de coktails kant en klaar in de koelkast hebben staan voor de eerste gasten kwamen en ze durfde dit werk je niet aan de bedienden overlaten die door paniek aangegrepen werden als ze cocktails moesten mengen. Ze kwam tot de slotsom dat er helemaal geen jenever in een martini hoorde. Sherry en vermout, dat was het. Twee delen sherry tegen één deel vermout. Ze mengde een proefdrankje en dronk het op. Het smaakte afschuwelijk en dat deed haar besluiten dat het goed was. Ze maakte er enkele klaar en zette ze in de koelkast. Dr. Chalmers was de eerste gast. Hij droeg een tropenpak dat eens wit geweest was, maar in de loop der jaren gelig was geworden. Hij keek om zich heen alsof hij niet wist waar hij was of waarom hij gekomen was „Hallo, dokter," galmde sir Mur chison, „neem een zetel. Heb je dat geweldige artikel van Storey gelezen in de „Messenger"?" „Nee," zei Chalmers, „ik kom net terug van Omo Levi. Werkelijk de moeite waard. Ze zijn er een oorlogs kano aan het bouwen." „Oorlogskano?" vroeg sir Murchison „Drommels, waar is dat voor?" „Metalevi, het stamhoofd, wil de ou de kunst in ere herstellen," zei dr. Chalmers. „Ik heb hem een beetje kunnen helpen met de juiste afmetin gen. Het doet je goed als je ziet dat die mensen het verleden in ere wil len houden. Ze verdienen aangemoe digd te worden." „Dat moet ik aan Storey vertellen zei sir Murchison, misschien levert het stof op voor de „Messenger". Tussen twee haakjes, heb je dat stuk van hem gelezen in de laatste afle vering?" „Nee," zei de dokter, „ik heb geen krant gezien." „Eersteklas werk", zei sir Murchi son. „Noemt de hele onafhankelijkheid een verraad aan de pioniers die de eilanden opgebouwd hebben. Ik kan hem niet helemaal volgen wat zijn verhaal over Agincourt betreft, maar De maatschappij, die het bandje nu in zijn bezit heeft, is van plan op kor te termijn een grammofoonplaat uit te brengen, waarop men al deze ver klaringen van Ruby kan horen. Vanaf de eerste dag heeft Ruby be weerd dat hij Oswald had neergescho ten in een plotselinge opwelling, on der zware emotionele druk, om me vrouw Kennedy „genoegdoening te ver schaffen voor de dood van haar echt genoot". Tegenstanders van het Warren Re port vragen zich af hoe het mogelijk was dat Ruby, juist op het moment dat Oswald naar buiten kwam, zich op de binnenplaats van het politiebu reau bevond. Hij had daar niets te zoeken. Alleen TV-mensen en journa listen hadden toegang. Wat Ruby's verhouding was met het politiekorps van Dallas is nooit helemaal duidelijk geworden. Hij had vele vrienden on der de agenten en was gewoon zich vrij door het politiebureau te bewe gen, alsof hij er werkte. RUBY WERD OP 19 april 1911 gebo ren onder de naam Jacob Rubinstein, zijn vader, een werkloze timmerman in Chicago, had acht kinderen. Toen Ruby 11 jaar oud was, werd hij in een voogdijinrichting opgenomen. Op 13-jarige leeftijd verliet hij de school, waarna hij begon te zwerven door de Verenigde Staten. In de laatste we reldoorlog diende hij bij de Amerikaan se luchtmacht. Hij had weinig vrien den en leidde na de oorlog een zwer vend bestaan tot 1947. In Dallas nam hij een obscure nachtclub over, die hij exploiteerde onder de naam Jack Ruby, DE REPUBLIKEINEN kunnen Geor ge Romney pas kandidaat stellen voor het presidentschap van de Verenigde Staten als buiten kijf staat, dat de Constitutie een Amerikaans burger, die niet op Amerikaans grondgebied werd geboren toelaat tot het hoogste ambt in de Republiek. George Romney werd namelijk in Mexico geboren in een ko lonie van Amerikaanse Mormonen, ge sticht door zijn grootvader. De Mormonen hadden geen gemak kelijk leven in Amerika. Hun stichter, Joseph Smith, een uitgekookt New Yorker met een uiterst rijke fantasie, zette nogal kwaad bloed met zijn „openbaringen" over de Indianen, die de verloren stammen van Israël zouden zijn. Toen daar nog een openbaring bij kwam over de geoorloofdheid van de polygamie werd hij met zijn vol gelingen eerst uit New York, toen uit Ohio, toen uit Missouri verdreven en tenslotte in Illinois door een woedende menigte in de gevangenis vermoord. Hij liet 27 weduwen achter, waarvan zijn opvolger er 5 overnam toen hij uit Illinois wegtrok naar het Westen, naar Utah en zich in Salt Lake City vestigde. Vanuit hun voorlaatste nederzetting in Illinois nu, die zij op ingeving van hun profeet Nauvoo noemden en die tot afgunst van de omwonende „hei denen" sneller groeide dan Chicago, zonden de Mormonen in 1840 hun eer ste zendelingen naar Engeland en de toestanden onder de arbeiders en de kleine pachters waren daar van dien aard, dat velen van dezen zich lieten overhalen tot bekering en emigratie. In één jaar tijds kwamen er niet min der dan 4000 in Nauvoo aan. Onder hen ook een zekere Miles Romney, e t timmerman, die meteen werk kreeg aan de bouw van de tempel. Deze Romney nam met zijn hele familie deel aan de grote trek der Mormonen naar Utah en zijn zoon, de grootvader van George Romney zou een groot man in Utah zijn geworden ware het niet, dat het Congres der Verenigde Staten in 1885 de polygamie onwettig had verklaard. Deze grootvader be hoorde tot de zeer weinigen onder de Mormonen 3 procent alles samen die de openbaring van hun profeet over de polygamie ernstig namen; hij hield er drie vrouwen op na. Toen dat in Amerika niet meer mocht zat er voor hem niets anders op dan uit te wijken naar een land, waar men, zo niet uit respect voor dan toch uit on verschilligheid jegens de openbaring, een oog dichtkneep voor zulke verhou- dingen. Het Mexico van Porfirio Diaz zag de Mormonen graag komen; het waren sober levende, oergezonde en hardwerkende mensen en hun neder zettingen lagen vlak tegen het gebied der Apachen aan en vormden daarte gen een prachtige buffer. TOEN IN 1911 de Verenigde Staten zich gingen bemoeien met de revolu tie, die Porfirio Diaz ten val bracht, werd het voor de Mormoonse kolonis ten, Amerikanen als zij altijd waren gebleven, zaak om weg te komen, te rug naar het moederland, waar zij op nieuw moesten beginnen. George Rom ney, toen vier jaar oud, trok met zijn vader mee en bracht zijn jongens- en leerjaren door eerst in Idaho, later in Utah. Hij leerde het vak van be kleder; hij beoefende de sport, hij studeerde aan highschool en college, hij vond het meisje, waar hij later mee zou trouwen; en hij verdiepte zijn geloof. Overeenkomstig de traditie van de Mormonen wilde hij enkele jaren van zijn leven besteden aan het uit dragen van dat geloof. Hij werd zendeling. Als negentienja rige jongeman werd hij uitgestuurd naar Engeland, waar hij met trak taatjes langs de deuren ging, zondags schooltjes hield voor kinderen en spreekbeurten vervulde op sinaasappel- kisten in Hyde Park en op Trafalgar Square. Gemakkelijk werd het hem niet gemaakt, vooral niet in Schotland, waar men principiële geheelonthouders als een gevaar beschouwde voor de na tionale whisky-industrie. Maar ook te gen de Londense hecklers was het hard vechten. George Romney vond die jaren heer lijk. Hij beschouwde ze als de meest leerrijke van zijn leven. In dat bestaan van zendeling, zei hij, leer je bezinning op je eigen overtuiging; je gaat je geloof bewuster beleven. Je maakt je de kunst eigen om wat je gelooft ook aan anderen uiteen te zetten en op verschillende manieren. Je stelt je bloot aan mensen van allerlei slag en van allerlei godsdienstige en maat schappelijke overtuiging. Dit zijn sti mulerende ervaringen voor het hele leven. ROMNEY ONTWIKKELDE ZICH tot een man voor wie de godsdienst nim mer bijzaak vormde. Hoeveel hij in zijn werkkring ook omhanden had, hij weigerde nooit een verzoek van zijn mede-Mormonen om leiding te geven aan een of andere kerkelijke activi teit. Nooit reisde hij zonder zijn Bijbel en nooit sprak hij zonder aanhalingen bij de hand te hebben. Ook in zijn werk bleef hij het oog op de godsdienst gericht houden. Zo bijvoorbeeld bij de onderhandelingen met de vakverenigin gen over de arbeidscontracten. Over tuigd, dat rechtvaardige arbeidsvoor waarden in de eerste plaats een kwes tie zijn van moraal, liet hij, toen hij als directeur van American Motors met deze onderhandelingen te maken kreeg, zichzelf en de leiders van de vakverenigingen voorlichten door een groep van tien vooraanstaande, over heel Amerika bekende geestelijken van verschillende godsdiensten. De leider van de vakverenigingen in het auto mobielbedrijf, Walter Reuther, raakte zozeer onder de indruk van dit ex periment, dat hij het bij andere ge legenheden overnam. Tussen deze twee ernstige figuren, Romney en Reuther, groeide in de loop van de jaren een persoonlijke vriendschap. Kan een Mormoon ooit tot president van de Verenigde Staten worden ge kozen? Sommigen betwijfelen het. Niet alleen omdat verreweg de meeste A- merikanen de Mormonen nu eenmaal als een vreemd soort vogels beschou wen maar ook omdat de Mormonen theoretisch tegenover de kleurlingen een afwijzend standpunt innemen en deze vrij grote groep van de bevolking er dus weinig voor zal voelen voor een Mormoon te stemmen. Het merk waardige feit echter heeft zich bij de jongste verkiezing voorgedaan, dat Romney tot Gouverneur van Michigan is herkozen met duidelijk aanwijsbare steun juist van de kleurlingen, die kennelijk meer op de persoon hebben gelet dan op de leerstellingen van ziÓn geloofsgenoten. In het volgende en laatste arti kel van deze serie wordt ver teld, hoe Romney als mogelijk Republikeins kandidaat voor het Amerikaanse president schap naar voren is gekomen. Het eerste artikel is versche nen in de krant van 3 januari. hij heeft het bij het rechte eind met zijn bewering dat de Fransen erach ter zitten. Heb die de Gaulle een keer ontmoet in de laatste oorlog. Kan niet zeggen dat ik hem graag mocht." „Wat mankeerde er aan hem?" vroeg lady Murchison die met een whiskysoda voor dr. Chalmers binnen kwam nog voor hij erom gevraagd had. „Ach, ik weet 't niet," zei haar man „Te vervloekt lang voor een Frans man, om te beginnen. Fransen horen klein te zijn. Hij viel uit de toon. En dan zijn manier van spreken, „wij" dit en „wij" dat. Hij is de enige vent die ik ken die een taxi aanroept als of hij bevel geeft de Bastille aan te vallen. Heeft ook grote oren. Dat is altijd een veeg teken." „De Chinezen noemen grote oren een teken van edelmoedigheid," zei lady Murchison. „Het enige dat er aan de Chinezen mankeert, is dat ze geen enkele wij ze gedachte meer verkondigd hebben sedert de dood van Confucius," zei sir Murchison. „Hier, lees zelf maar, bij de derde alinea begint het goed te worden." Hij duwde dr. Chalmers de krant in handen, wenkte een van de bedienden en bestelde een Tom Collins. Dit was de enige cocktail die ze zelf mochten klaarmaken en daar hadden ze dan ook al heel wat oefening in gehad. „Terwijl dr. Chalmers het hoofdar tikel las, arriveerde Habakkuk met zijn vrouw Sarah en zijn dochter Ntel- ka. Sarah was al even gezet als haar man en leek zelfs een vrouwelijke uit gave van hem, maar Ntelka was slank en elegant en zag er bijzonder aan trekkelijk uit in een prachtige avond jurk die wel uit Parijs had kunnen zijn. „Bent u net terug uit Omo Levi?" vroeg Habakkuk aan dr. Chalmers die in het hoofdartikel verdiept was. „Ja, ik heb het oude fort bekeken, boven op de heuvel op het noordelij ke deel van het eiland," zei de dok ter. „Het is werkelijk bijzonder merk waardig gebouwd. Er zijn vijfhonderd zeventig treden uitgehouwen in de rots naar het fort toe, waarvandaan een nauwe gang tussen twee hoge muren naar de ingang voert en daarachter ligt het eigenlijke fort met zijn glim mende stenen. Ik heb er nooit veel over kunnen ontdekken." BELGRADO, 4 jan. (UPI) Vol gens de Moskouse correspondent van de Joegoslavische radio hebben zich verscheidene incidenten voorge daan aan de Russisch-Chinese grens. Bij verschillende gelegenheden heb ben Chinese troepenafdelingen ge tracht de Russische grens te over schrijden, waarbij Russische grensaf- delingen het vuur openden. Er zouden verscheidene gewonden gevallen zijn. „Volgens waarnemers hier in Mos kou is de interne situatie in China van dien aard dat de mogelijkheid van gewapende provocaties tegen de Sov jet-Unie niet moeten worden uitgeslo ten", aldus de Joegoslavische corres pondent, die niet vermeldde uit welke bron hij zijn inlichtingen heeft gekre gen. Zoals bekend heeft communis tisch China het oog laten vallen op grote delen van Russisch Azië en op de gebieden in het Verre Oosten, die volgens Peking in de Tsaristische tijd onrechtmatig van China zijn afgeno men. BEIROET, 4 jan. (UPI) Een af deling van het Palestijnse Bevrijdings front heeft meegedeeld voortaan aan slagen op de paleizen van koning Hoes sein van Jordanië en de huizen van leden van het Jordaanse kabinet te zullen plegen met als doel de omver werping van de Jordaanse monarchie. De radio van het Bevrijdingsfront in Cairo verklaarde dat de „Abdel Ka der el Hoesseini-afdeling" verant woordelijk was voor de drie ontplof fingen die maandag in het Jordaanse gedeelte van Jeruzalem hebben plaats gevonden. Radio-Damascus, die ook regelmatig anti-Hoessein uitzendingen verzorgt verklaarde dat de ontploffin gen plaatsvonden bij de residentie van de Jordaanse gouverneur van Jeruza lem, bij de Jordaanse officiersclub en bij het radio-station. Op dezelfde dag waren er ook vier explosies in de hoofdstad Amman. Het Bevrijdings front beschouwt koning Hoessein als het voornaamste struikelblok °P weg naar de Arabische eenheid. Inmiddels gaan de incidenten aan de Israëlisch-Syrische grens voort. Giste ren vuurden de Syriërs op een Isra ëlische patrouille, die een inspectie tocht maakte vlakbij de plaats Notra. MADïUD' 4 jan. (AFP, Reuter) De in Zwitserland wonende Spaanse schrijver Miguel Sanchez Mazas (34) is door een rechtbank in Madrid bij verstek tot twaalf jaar gevangenisstraf veroordeeld. Mazas heeft in Franse tijdschriftartikelen generaal Franco aan gevallen. Zes jaar kreeg hij wegens belediging van Franco als staatshoofd en zes jaar wegens illegale propagan da. De schrijver is een zoon van wijlen generaal Rafael Sanchez Mazas, een van de oprichters van de Falange-be- weging die later minister onder Fran co werd. De schrijver zei gisteravond thuis in Genève, dat hij om een nieuw pro ces zal verzoeken om daar met zijn eigen advocaat aanwezig te kunnen zijn. Wanneer de Spaanse regering dit verzoek afwijst, zal hij zijn zaak aan de internationale commissie van juris ten en „Amnesty International" voor leggen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 6