RODE GARDE WORDT AGRESSIEVER
Mao spositie was enige tijd in gevaar
Ruby: Geen sprake
van een complot
Mormoons zendeling in Engeland
OP BAND VASTGELEGD
DOOR LEONARD WIBBERLEV
George Romney,
komende man
in Amerika
II
Grensincidenten
Rusland - China
Golf van terreur
in Jordanië
Spaans schrijver
veroordeeld
NIEUWE DAG
WOENSDAG 4 JANUARI 1967
HONGKONG, 4 jan. De
langzaam vorderende, maar goed
voorbereide bloedwraak tegen de
Chinese leiders, die worden be
schuldigd van het „volgen van
een kapitalistische koers", is deze
week weer in een nieuwe fase be
land. Duizenden Chinezen trek
ken door de straten, begeleid door
gong- en trommelslagen. Op de
spandoeken, die de menigte mee
voert, wordt het ontslag geëist
van Lioe Sjao-tsji, het staats
hoofd, en van Teng Hsiao-ping,
de secretaris-generaal van de
communistische partij.
22 leiders
Mao Tse-toeng, minister van defensie Lin Piao en premier Tsjoe En-
lai kijken gezamenlijk naar een van de vele massale demonstraties
van de Rode Gardisten
LIOE SJAO-TSJI
ontslag geëist
JACK RUBY
Dr. HANS HERMANS
Economie van China wordt
bedreigd door machtsstrijd
f (Van een correspondent)
Ook op aanplakbiljetten, die in grote
hoeveelheden in heel Peking te zien
waren, zijn beide leiders de laatste
tijd voortdurend aangevallen. De ac
tie wordt waarschijnlijk gevoerd door
de .officiële" Rode Garde, die van
Mao, en niet door de anti-Mao en pro
Lioe groeperingen, die voor andere
aanplakbiljetten verantwoordelijk zijn
geweest.
Ook de aanvallen op de leiders, die
el uit de gratie zijn, worden voortge
zet. Men eist nu zelfs, dat Peng Tsjen,
die zeventien jaar burgemeester van
Peking is geweest, ter dood wordt ge
bracht. Men eist ook de executie van
Loe Ting-ji, het voormalige hoofd van
de propaganda-afdfeling, maarschalk
Lo Joei-tsjing, de voormalige chef-
staf, en Jang Sjang-koen, een ex-lid
van het partijsecretariaat.
Zeer merkwaardig is, dat er over
deze vooraanstaande figuren nog geen
letter is gepubliceerd. Men heeft niets
onthuld over de vraag hoe het komt,
dat felle anti-kapitalisten als Lioe
Sjao-tsji en Teng Hsiao-ping zo plot
seling in het kapitalistische vaarwater
terecht zijn gekomen. Over Peng
Tsjen is nog geen regel gepubliceerd.
De Chinese communistische partij
hield in 1956 haar eerste congres sinds
Zij in 1949 aan de macht kwam. Ook
in 1958 kwam het congres bijeen. Bij
die gelegenheden werd een verande
ring in het Politbureau aangebracht.
Sinds die tijd zijn steeds functionaris
sen vervangen. Tijdens de „culturele
1 revolutie" werden hieraan enkele na
men toegevoegd.
Al met al komt men thans op oen
totaal van 22 leidende functionarissen
in de Chinese partij. Zij zijn de wer-
kMijke machthebbers over de 700 mil
joen Chinezen. Die 22 staan er als
I volgt voor: Zeven van hen zijn al in
ongenade geraakt, acht worden fel be
kritiseerd en de resterende zeven be
horen tot de groep rond Mao Tse-
toeng en Lin Piao.
Dit betekent niet, dat Mao en Lin
Piao, nu hun groepering in de minder
heid is, niet aan de top zullen blijven.
Mao heeft altijd een opmerkelijke be
drevenheid aan de dag gelegd in het
verdelen van de oppositie om die ver-
volgens stap voor stap uit te schake
len. Hij zal mogelijk opnieuw succes
hebben met deze taktiek tegen een
groepering, die numeriek in de meer
derheid is en zich fel tegen zijn huidige
politiek keert.
Er bestaat ook nog zoiets als de
macht van de Rode Gardisten, die het
grote publiek dwingen de huidige or
thodoxe koers toe te juichen, in welke
richting die ook gaat en hoezeer Mao
ook bewierookt wordt.
De strijd gaat niettemin door. In het
gezamenlijke hoofdartikel, dat in het
„Volksdagblad" en het veertiendaag
se partijorgaan „Rode Vlag" ter ge
legenheid van Nieuwjaar werd gepu
bliceerd, wordt voor 1967 een „alge
mene aanval" op de „monsters en de
monen" aangekondigd, waar men die
ook aantreft. De aanval wordt uitge
breid tot fabrieken en boerderijen, die
tot dusverre buiten schot zijn geble
ven.
(Van een correspondent)
WASHINGTON, 4 jan. Jack Ruby
overleed gisteren in Dallas in hetzelf
de ziekenhuis, waarin ook president
Kennedy en Lee Harvey Oswald de
laatste adem uitbliezen. De vraag of
Kennedy alléén (ioor Oswald werd ge
dood of dat hij het slachtoffer was
van een samenzwering kon waarschijn
lijk ook niet door Ruby worden be
antwoord. Tot op het laatste moment
heeft hij volgehouden, dat hij Oswald
doodde op eigen initiatief, zonder
daartoe van wie ook opdracht te heb
ben gekregen.
Toch werpt Ruby's dood vele nieu
we vragen op, misschien niet in offi
ciële kringen, maar wèl bij talloze
mensen, die met lichte huiver denken
aan alle berichten over mannen en
vrouwen, die op een of andere manier
waren betrokken bij de gebeurtenissen
in Dallas van november 1963 en sinds
dien de dood hebben gevonden.
Met Ruby is nu een zeer belangrijke
Bchakel weggevallen. Zij die het niet
eens zijn met de conclusies van de
Warren Commissie zullen zeker niet
nalaten er op te wijzen, dat de auto
riteiten in Dallas en Texas zich met
tot het uiterste hebben ingespannen om
de waarheid over Ruby te weten te
komen.
Kort na de moord op Oswald werd
Ruby uitvoerig verhoord door de FBI.
Heeft hij toen alles gezegd wat hij
wist? Had men, nu eenmaal was be
sloten dat hij een nieuw proces zou
krijgen, niet alles op alles moeten
zetten voor een nieuw verhoor, temeer
omdat men wist dat hij spoedig zou
sterven? Ruby zelf wenste een proef
met een leugenontdekker, maar zijn
artsen hadden daar bezwaar tegen. Zij
legden uit dat de medicijnen, die Ru
by moest slikken tegen de kanker,
elke proef met een leugendetector
waardeloos zouden maken.
Omdat in Dallas alles smakeloos
schijnt te moeten gaan, ontbreekt het
incident bij Ruby's dood niet. Op ver-
zoek van een particuliere maatschap-
pij heeft Ruby's moeder onlangs een
bandrecorder binnengesmokkeld in de
ziekenzaal, waar Ruby werd ver
pleegd. Op deze manier is men er in
geslaagd zijn stem vast te leggen
„voor het nageslacht".
Ruby zent op de band opnieuw dat
er geen sprake was van een samen
zwering, dat hij Oswald helemaal niet
kende en hem nooit had gezien voor
hij hem neerschoot, dat hij toevallig
hij het politiebureau u>as toen Oswald
bewaakt naar buiten kwam en dat hi]
niet eens wist ddt Oswald naar bui
ten zou komen.
Als een dergelijke politiek wordt uit
gevoerd, zal dit nog méér verzet ont
ketenen bij die partijleiders, die door
hun verantwoordelijkheid voor de na
tionale economie passieve aanhangers
van de culturele revolutie zijn gewor
den, zolang hierdoor aan de economi
sche vooruitgang niet teveel schade
wordt berokkend.
Dit kan men tussen de regels in het
artikel door le^en. Het onthult, dat er
„een uiterst klein aantal personen is,
die de leiding, die zij over de produc
tie hebben, misbruiken als een voor
wendsel om de revolutie tegen te
werken". In het artikel worden de
Rode Gardisten en de revolutiegezin-
de studenten opgeroepen zich bij de
arbeiders en boeren aan te sluiten.
.Alleen dan kan men komen tot de
organisatie van een strijdmacht van
honderden miljoenen, die stormender
hand posities kan innemen, die tot
dusverre bezet werd door een handje
vol figuren binnen de partij, dat ge
zag geniet en de kapitalistische
koers vaart. Een strijdmacht ook, die
de uiteindelijke zege in de grote pro
letarische, culturele revolutie kan be
vechten".
Als een dergelijke aanval op de wa
kers over de economie inderdaad
wordt gelanceerd, zou zich dit jaar in
China een botsing zonder weerga kun
nen voordoen. De meeste partijleiders,
die verantwoordelijk zijn voor econo
mische aangelegenheden, worden
thans op aanplakbiljetten van de Rode
Garde bekritiseerd. De meesten van
hen zijn nog in functie. Zullen zij zich
kunnen handhaven of zullen zij hard
handig worden verwijderd om ruimte
te maken voor een volgende „Grote
Sprong Voorwaarts"? En wanneer zal
Tsjoe En-lai in actie komen en zeg
gen: „Zo is het genoeg"?
Op geen van beide vragen kan op
basis van de beschikbare aanwijzin
gen een antwoord worden gegeven.
Men mag niet al te snel conclusies
trekken uit speculaties over de oppo
sitie tegen Mao. De leider geniet nog
steeds een grote populariteit onder de
massa, die door de eeuwen gewend is
geweest een keizer te bewieroken.
In het Nieuwjaarsartikel wordt het
volk verteld, dat „er in de hele histo
rie van de mensheid geen man van
het kaliber van Mao is geweest". Het
volk zal gaarne bereid zijn dit aan te
nemen. Maar de geestdrift van de
massa Reeft niet veel waarde, als de
openbare diensten en de kaderleden
van de partij niet loyaal zijn. Want
hun steun is nodig voor de handhaving
van het systeem. Die trouw is door
de recente gebeurtenissen ernstig op
de proef gesteld.
Volgens sommige Westerse deskun
digen is vorig jaar het leiderschap van
Mao een tijdlang ernstig bedreigd ge
weest. Zij menen uit een rapport, dat
het centrale comitee van de Chinese
communistische partij onlangs heeft
uitgegeven, te mogen aflezen, dat in
het afgelopen voorjaar een aantal ho
ge Chinese partij-functionarissen,
waaronder legerstafchef Lo Joei-tsjing
heeft getracht Mao te ontheffen van
zijn leiderschap, tijdens diens langdu
rige afwezigheid uit de hoofdstad. Het
zou toen Lin Piao geweest zijn, die
Mao heeft gered. Hij zou troepen naar
Peking hebben gestuurd, die met ge
weld de voornaamste punten van de
stad, zoals radio-Pekinghet Chinese
persbureau en de redactie van het
Volksdagblad, van de troepen van Lo
Joei overnamen.
Alhoewel in het rapport met geen
woord over deze laatste gebeurtenis
sen wordt gerept, kan men er wel het
volgende lezen: „Een aantal leidende
figuren in het centrale comitee trok
voordeel uit de afwezigheid van leider
Mao en stippelde een kapitalistische,
reactionaire anti-Mao lijn uit... Zij de
den alles wat in hun vermogen lag
om de grote culturele revolutie te
verpletteren. Maar juist op dit belang
rijke moment keerde leider Mao naar
Peking terug en woonde persoonlijk de
elfde plenaire zitting van het achtste
communistische partij-congres bij en
nam besluiten met betrekking tot de
grote culturele revolutie. Het rapport
ggeeft openlijk toe dat de machtstrijd
nog steeds voortduurt, maar dat de
eindoverwinning voor Mao zeker
is. De komende maanden zullen leren
of deze voorspelling juist is.
Vrijheid, blijheid en
wat de pot schaft
„Ik begrijp niet waarom ze ons dit han
doen", zei Metalevi, „wij hebben hun
toch geen kwaad gedaan?". Zo eindig
de de vergadering. Later nam Habak-
kuk Metalevi apart.
„Waarom ben je toch zo tegen de nieu
we regeling?" „Ik heb je mijn rede
nen al gezegd", zei de ander. „Niet
alle redenen", zei Habakkuk overre
dend, „waarom nog meer?".
„Als zij zo gesteld zijn op die vrijheid,
als zij zo graag willen dat wij zelfbe
stuur krijgen, waarom laten ze dan niet
toe dat we onszelf blijven regeren als
tot nu toe?", vroeg Metalevi. „Waar
om mogen we alleen maar vrij zijn op
hun voorwaarden? Ik zal je zeggen
w&arom. Het kan hun niets schelen of
we vrij zijn of niet. Zij zijn er alleen
maar op uit dat wij hun een goede
naam bezorgen. Zij zijn net als Savage.
Wanneer ze diep in hun eigen hart kij
ken, zien ze daar "niet de hele wereld,
maar alleen maar een beeld van zich
zelf. Dat is de vloek die op hen rust
en daar zijn wij het slachtoffer van"
Ze stonden op de stoep van het rege
ringsgebouw, voor het paradeveld van
Regina Park. Een zwerm koekoeken
met lange staart vloog over hen heen
met een snelle schaduw over het gras
en verdween over de kokospalmen in
noordoostelijke richting. Metalevi keek
ze na tot ze uit het gezicht verdwenen
waren. Ze kwamen uit Nieuw-Zeeland
en waren nu aan het einde van de reis.
In de herfst zouden ze weer in omge
keerde richting naar Nieuw-Zeeland te
rugvliegen. Duizend jaar geleden had
den zijn voorvaderen de vogels in
grote vluchten naar het zuiden over de
oceaan zien vliegen.Ze hadden de ver
onderstelling gewaagd dat er in die
richting land moest zijn en hadden zo
het werelddeel ontdekt dat pas zeven
honderd jaar later aan de Europeanen
bekend zou worden.
„Wij weten meer dan zij," zei hij, „wij
konden hun best een lesje geven. Wij
hadden ook grote stoutmoedige man
nen, misschien nog betere dan zij. Ze
staken niet in bootjes een rivier over
en werden daarom helden genoemd,
zoals George Washington. Ze door
kruisten oceanen in hun kano's en wer
den stamhoofden. We zullen opnieuw
grote mannen voortbrengen wanneer
we maar onszelf blijven en ons niet in
de schaduw laten stellen door de kleine
varkensmensen."
Op de koele, met bakken varens be
hangen veranda van het „Rode Huis",
boven op een heuvel die uitzicht bood
over de kleine haven van Regina, was
lady Murchison Boyd druk in de weer
met het maken van cocktails. Ze kon
zich niet meer herinneren hoe je een
martini moest maken. „Moet je sherry
of vermout bij de jenever doen?" vroeg
ze aan haar echtgenoot die voor de
tweede keer het hoofdartikel in de
„South Pacific Messenger" doorlas
over de onafhankelijkheid van Omo
Lau.
„Reële vent, die Storey", zei sir
Murchison. „Heb journalisten tot nu
toe nooit gemogen. Vuile nagels en lan
ge haren allemaal, maar Storey staat
met twee benen op de grond. Hij is
een Engelsman natuurlijk, bloed en
bodem verloochenen zich nooit."
„Hij is helemaal geen Engelsman
schat," zei zijn vrouw. „Hij komt uit
Nieuw-Zeeland, dat mag je echt niet
vergeten. Die mensen worden erg boos
als je ze Engelsen noemt."
„Nou ja, hij is toch een Brit," zei
sir Murchison, „dat komt op hetzelf
de neer."
„Ik geloof dat het sherry is." zei
lady Murchison.
„Wat is sherry? Verdraaid, wat
heeft sherry hier nu mee te maken.
„Ik geloof dat je sherry bij de je
never moet doen."
„Goeie genade, mens wat voor drank
je zit je te brouwen? Bij jenever kun
je alleen maar bitter doen."
„Ja, dat weet ik," zei zijn vrouw.
„Dat is een „pink gin" Ik probeer een
martini te maken."
„Nooit van gehoord," zei sir Mur
chison, „en nooit behoefte aan gehad
ook. Hij dook opnieuw in zijn krant,
maar zijn gedachten bleven bij de mar
tini's hangen, want die had hij zijn
vrouw nog nooit zien klaarmaken.
„Voor wie maak je dat drankje
met sherry erin?" vroeg hij.
„Voor Cleaver, de Amerikaanse con
sul." j
„Ik wil die verdomde mannelijke non
niet in mijn huis hebben," zei sir
Murchison. „Als hij het waagt hier
te komen, schop ik hem de deur uit."
„Luister eens, schat," zei lady Mur
chison, „je moet leren met allerlei
mensen om te gaan. Ik heb inlichtin
gen over hem ingewonnen en hij moet
een erg aardige jongeman zijn uit Bos
ton. Dat is een heel goede stad om
vandaan te komen in Amerika, net als
Bournemouth in Engeland."
„Haat Bournemouth," zei sir Mur
chison, „het stikt er van kerels op
motorfietsen die wellustig rondloeren
en open overhemden dragen. De eer
ste keer dat ik in Bournemouth kwam,
was ik nog niet uitgestapt of ik trap
te in een kleverige massa op de stoep
rand."
„Dat was vijftig jaar geleden, schat,"
zei zijn vrouw beminnelijk.
„Is geen snars veranderd," zei sir
Murchison. „Ben er na de oorlog nog
geweest en er gebeurde me precies
hetzelfdeeen groot kleverig stuk
viezigheid op de rand van de stoep.
Ben er sindsdien niet meer geweest
en voel er ook niets voor."
Lady Murchison bepaalde haar ge
dachten opnieuw bij de martini. Ze
wilde de coktails kant en klaar in de
koelkast hebben staan voor de eerste
gasten kwamen en ze durfde dit werk
je niet aan de bedienden overlaten
die door paniek aangegrepen werden
als ze cocktails moesten mengen. Ze
kwam tot de slotsom dat er helemaal
geen jenever in een martini hoorde.
Sherry en vermout, dat was het. Twee
delen sherry tegen één deel vermout.
Ze mengde een proefdrankje en dronk
het op. Het smaakte afschuwelijk en
dat deed haar besluiten dat het goed
was. Ze maakte er enkele klaar en
zette ze in de koelkast.
Dr. Chalmers was de eerste gast.
Hij droeg een tropenpak dat eens wit
geweest was, maar in de loop der
jaren gelig was geworden. Hij keek
om zich heen alsof hij niet wist waar
hij was of waarom hij gekomen was
„Hallo, dokter," galmde sir Mur
chison, „neem een zetel. Heb je dat
geweldige artikel van Storey gelezen
in de „Messenger"?"
„Nee," zei Chalmers, „ik kom net
terug van Omo Levi. Werkelijk de
moeite waard. Ze zijn er een oorlogs
kano aan het bouwen."
„Oorlogskano?" vroeg sir Murchison
„Drommels, waar is dat voor?"
„Metalevi, het stamhoofd, wil de ou
de kunst in ere herstellen," zei dr.
Chalmers. „Ik heb hem een beetje
kunnen helpen met de juiste afmetin
gen. Het doet je goed als je ziet dat
die mensen het verleden in ere wil
len houden. Ze verdienen aangemoe
digd te worden."
„Dat moet ik aan Storey vertellen
zei sir Murchison, misschien levert
het stof op voor de „Messenger".
Tussen twee haakjes, heb je dat stuk
van hem gelezen in de laatste afle
vering?"
„Nee," zei de dokter, „ik heb geen
krant gezien."
„Eersteklas werk", zei sir Murchi
son. „Noemt de hele onafhankelijkheid
een verraad aan de pioniers die de
eilanden opgebouwd hebben. Ik kan
hem niet helemaal volgen wat zijn
verhaal over Agincourt betreft, maar
De maatschappij, die het bandje nu
in zijn bezit heeft, is van plan op kor
te termijn een grammofoonplaat uit
te brengen, waarop men al deze ver
klaringen van Ruby kan horen.
Vanaf de eerste dag heeft Ruby be
weerd dat hij Oswald had neergescho
ten in een plotselinge opwelling, on
der zware emotionele druk, om me
vrouw Kennedy „genoegdoening te ver
schaffen voor de dood van haar echt
genoot".
Tegenstanders van het Warren Re
port vragen zich af hoe het mogelijk
was dat Ruby, juist op het moment
dat Oswald naar buiten kwam, zich
op de binnenplaats van het politiebu
reau bevond. Hij had daar niets te
zoeken. Alleen TV-mensen en journa
listen hadden toegang. Wat Ruby's
verhouding was met het politiekorps
van Dallas is nooit helemaal duidelijk
geworden. Hij had vele vrienden on
der de agenten en was gewoon zich
vrij door het politiebureau te bewe
gen, alsof hij er werkte.
RUBY WERD OP 19 april 1911 gebo
ren onder de naam Jacob Rubinstein,
zijn vader, een werkloze timmerman
in Chicago, had acht kinderen. Toen
Ruby 11 jaar oud was, werd hij in
een voogdijinrichting opgenomen. Op
13-jarige leeftijd verliet hij de school,
waarna hij begon te zwerven door de
Verenigde Staten. In de laatste we
reldoorlog diende hij bij de Amerikaan
se luchtmacht. Hij had weinig vrien
den en leidde na de oorlog een zwer
vend bestaan tot 1947. In Dallas nam
hij een obscure nachtclub over, die
hij exploiteerde onder de naam Jack
Ruby,
DE REPUBLIKEINEN kunnen Geor
ge Romney pas kandidaat stellen voor
het presidentschap van de Verenigde
Staten als buiten kijf staat, dat de
Constitutie een Amerikaans burger, die
niet op Amerikaans grondgebied werd
geboren toelaat tot het hoogste ambt
in de Republiek. George Romney werd
namelijk in Mexico geboren in een ko
lonie van Amerikaanse Mormonen, ge
sticht door zijn grootvader.
De Mormonen hadden geen gemak
kelijk leven in Amerika. Hun stichter,
Joseph Smith, een uitgekookt New
Yorker met een uiterst rijke fantasie,
zette nogal kwaad bloed met zijn
„openbaringen" over de Indianen, die
de verloren stammen van Israël zouden
zijn. Toen daar nog een openbaring
bij kwam over de geoorloofdheid van
de polygamie werd hij met zijn vol
gelingen eerst uit New York, toen uit
Ohio, toen uit Missouri verdreven en
tenslotte in Illinois door een woedende
menigte in de gevangenis vermoord.
Hij liet 27 weduwen achter, waarvan
zijn opvolger er 5 overnam toen hij
uit Illinois wegtrok naar het Westen,
naar Utah en zich in Salt Lake City
vestigde.
Vanuit hun voorlaatste nederzetting
in Illinois nu, die zij op ingeving van
hun profeet Nauvoo noemden en die
tot afgunst van de omwonende „hei
denen" sneller groeide dan Chicago,
zonden de Mormonen in 1840 hun eer
ste zendelingen naar Engeland en de
toestanden onder de arbeiders en de
kleine pachters waren daar van dien
aard, dat velen van dezen zich lieten
overhalen tot bekering en emigratie.
In één jaar tijds kwamen er niet min
der dan 4000 in Nauvoo aan. Onder
hen ook een zekere Miles Romney,
e t timmerman, die meteen werk kreeg
aan de bouw van de tempel. Deze
Romney nam met zijn hele familie
deel aan de grote trek der Mormonen
naar Utah en zijn zoon, de grootvader
van George Romney zou een groot
man in Utah zijn geworden ware het
niet, dat het Congres der Verenigde
Staten in 1885 de polygamie onwettig
had verklaard. Deze grootvader be
hoorde tot de zeer weinigen onder de
Mormonen 3 procent alles samen
die de openbaring van hun profeet
over de polygamie ernstig namen; hij
hield er drie vrouwen op na. Toen dat
in Amerika niet meer mocht zat er
voor hem niets anders op dan uit te
wijken naar een land, waar men, zo
niet uit respect voor dan toch uit on
verschilligheid jegens de openbaring,
een oog dichtkneep voor zulke verhou-
dingen. Het Mexico van Porfirio Diaz
zag de Mormonen graag komen; het
waren sober levende, oergezonde en
hardwerkende mensen en hun neder
zettingen lagen vlak tegen het gebied
der Apachen aan en vormden daarte
gen een prachtige buffer.
TOEN IN 1911 de Verenigde Staten
zich gingen bemoeien met de revolu
tie, die Porfirio Diaz ten val bracht,
werd het voor de Mormoonse kolonis
ten, Amerikanen als zij altijd waren
gebleven, zaak om weg te komen, te
rug naar het moederland, waar zij op
nieuw moesten beginnen. George Rom
ney, toen vier jaar oud, trok met zijn
vader mee en bracht zijn jongens- en
leerjaren door eerst in Idaho, later
in Utah. Hij leerde het vak van be
kleder; hij beoefende de sport, hij
studeerde aan highschool en college,
hij vond het meisje, waar hij later
mee zou trouwen; en hij verdiepte zijn
geloof. Overeenkomstig de traditie van
de Mormonen wilde hij enkele jaren
van zijn leven besteden aan het uit
dragen van dat geloof.
Hij werd zendeling. Als negentienja
rige jongeman werd hij uitgestuurd
naar Engeland, waar hij met trak
taatjes langs de deuren ging, zondags
schooltjes hield voor kinderen en
spreekbeurten vervulde op sinaasappel-
kisten in Hyde Park en op Trafalgar
Square. Gemakkelijk werd het hem niet
gemaakt, vooral niet in Schotland, waar
men principiële geheelonthouders als
een gevaar beschouwde voor de na
tionale whisky-industrie. Maar ook te
gen de Londense hecklers was het hard
vechten.
George Romney vond die jaren heer
lijk. Hij beschouwde ze als de meest
leerrijke van zijn leven. In dat bestaan
van zendeling, zei hij, leer je bezinning
op je eigen overtuiging; je gaat je
geloof bewuster beleven. Je maakt je
de kunst eigen om wat je gelooft ook
aan anderen uiteen te zetten en op
verschillende manieren. Je stelt je
bloot aan mensen van allerlei slag en
van allerlei godsdienstige en maat
schappelijke overtuiging. Dit zijn sti
mulerende ervaringen voor het hele
leven.
ROMNEY ONTWIKKELDE ZICH tot
een man voor wie de godsdienst nim
mer bijzaak vormde. Hoeveel hij in
zijn werkkring ook omhanden had, hij
weigerde nooit een verzoek van zijn
mede-Mormonen om leiding te geven
aan een of andere kerkelijke activi
teit. Nooit reisde hij zonder zijn Bijbel
en nooit sprak hij zonder aanhalingen
bij de hand te hebben. Ook in zijn
werk bleef hij het oog op de godsdienst
gericht houden. Zo bijvoorbeeld bij de
onderhandelingen met de vakverenigin
gen over de arbeidscontracten. Over
tuigd, dat rechtvaardige arbeidsvoor
waarden in de eerste plaats een kwes
tie zijn van moraal, liet hij, toen hij
als directeur van American Motors
met deze onderhandelingen te maken
kreeg, zichzelf en de leiders van de
vakverenigingen voorlichten door een
groep van tien vooraanstaande, over
heel Amerika bekende geestelijken van
verschillende godsdiensten. De leider
van de vakverenigingen in het auto
mobielbedrijf, Walter Reuther, raakte
zozeer onder de indruk van dit ex
periment, dat hij het bij andere ge
legenheden overnam. Tussen deze twee
ernstige figuren, Romney en Reuther,
groeide in de loop van de jaren een
persoonlijke vriendschap.
Kan een Mormoon ooit tot president
van de Verenigde Staten worden ge
kozen? Sommigen betwijfelen het. Niet
alleen omdat verreweg de meeste A-
merikanen de Mormonen nu eenmaal
als een vreemd soort vogels beschou
wen maar ook omdat de Mormonen
theoretisch tegenover de kleurlingen
een afwijzend standpunt innemen en
deze vrij grote groep van de bevolking
er dus weinig voor zal voelen voor
een Mormoon te stemmen. Het merk
waardige feit echter heeft zich bij de
jongste verkiezing voorgedaan, dat
Romney tot Gouverneur van Michigan
is herkozen met duidelijk aanwijsbare
steun juist van de kleurlingen, die
kennelijk meer op de persoon hebben
gelet dan op de leerstellingen van ziÓn
geloofsgenoten.
In het volgende en laatste arti
kel van deze serie wordt ver
teld, hoe Romney als mogelijk
Republikeins kandidaat voor
het Amerikaanse president
schap naar voren is gekomen.
Het eerste artikel is versche
nen in de krant van 3 januari.
hij heeft het bij het rechte eind met
zijn bewering dat de Fransen erach
ter zitten. Heb die de Gaulle een keer
ontmoet in de laatste oorlog. Kan niet
zeggen dat ik hem graag mocht."
„Wat mankeerde er aan hem?"
vroeg lady Murchison die met een
whiskysoda voor dr. Chalmers binnen
kwam nog voor hij erom gevraagd had.
„Ach, ik weet 't niet," zei haar man
„Te vervloekt lang voor een Frans
man, om te beginnen. Fransen horen
klein te zijn. Hij viel uit de toon.
En dan zijn manier van spreken, „wij"
dit en „wij" dat. Hij is de enige vent
die ik ken die een taxi aanroept als
of hij bevel geeft de Bastille aan te
vallen. Heeft ook grote oren. Dat is
altijd een veeg teken."
„De Chinezen noemen grote oren een
teken van edelmoedigheid," zei lady
Murchison.
„Het enige dat er aan de Chinezen
mankeert, is dat ze geen enkele wij
ze gedachte meer verkondigd hebben
sedert de dood van Confucius," zei
sir Murchison. „Hier, lees zelf maar,
bij de derde alinea begint het goed
te worden."
Hij duwde dr. Chalmers de krant in
handen, wenkte een van de bedienden
en bestelde een Tom Collins. Dit was
de enige cocktail die ze zelf mochten
klaarmaken en daar hadden ze dan
ook al heel wat oefening in gehad.
„Terwijl dr. Chalmers het hoofdar
tikel las, arriveerde Habakkuk met
zijn vrouw Sarah en zijn dochter Ntel-
ka. Sarah was al even gezet als haar
man en leek zelfs een vrouwelijke uit
gave van hem, maar Ntelka was slank
en elegant en zag er bijzonder aan
trekkelijk uit in een prachtige avond
jurk die wel uit Parijs had kunnen
zijn.
„Bent u net terug uit Omo Levi?"
vroeg Habakkuk aan dr. Chalmers
die in het hoofdartikel verdiept was.
„Ja, ik heb het oude fort bekeken,
boven op de heuvel op het noordelij
ke deel van het eiland," zei de dok
ter. „Het is werkelijk bijzonder merk
waardig gebouwd. Er zijn vijfhonderd
zeventig treden uitgehouwen in de rots
naar het fort toe, waarvandaan een
nauwe gang tussen twee hoge muren
naar de ingang voert en daarachter
ligt het eigenlijke fort met zijn glim
mende stenen. Ik heb er nooit veel
over kunnen ontdekken."
BELGRADO, 4 jan. (UPI) Vol
gens de Moskouse correspondent van
de Joegoslavische radio hebben zich
verscheidene incidenten voorge
daan aan de Russisch-Chinese grens.
Bij verschillende gelegenheden heb
ben Chinese troepenafdelingen ge
tracht de Russische grens te over
schrijden, waarbij Russische grensaf-
delingen het vuur openden. Er zouden
verscheidene gewonden gevallen zijn.
„Volgens waarnemers hier in Mos
kou is de interne situatie in China
van dien aard dat de mogelijkheid van
gewapende provocaties tegen de Sov
jet-Unie niet moeten worden uitgeslo
ten", aldus de Joegoslavische corres
pondent, die niet vermeldde uit welke
bron hij zijn inlichtingen heeft gekre
gen. Zoals bekend heeft communis
tisch China het oog laten vallen op
grote delen van Russisch Azië en op
de gebieden in het Verre Oosten, die
volgens Peking in de Tsaristische tijd
onrechtmatig van China zijn afgeno
men.
BEIROET, 4 jan. (UPI) Een af
deling van het Palestijnse Bevrijdings
front heeft meegedeeld voortaan aan
slagen op de paleizen van koning Hoes
sein van Jordanië en de huizen van
leden van het Jordaanse kabinet te
zullen plegen met als doel de omver
werping van de Jordaanse monarchie.
De radio van het Bevrijdingsfront in
Cairo verklaarde dat de „Abdel Ka
der el Hoesseini-afdeling" verant
woordelijk was voor de drie ontplof
fingen die maandag in het Jordaanse
gedeelte van Jeruzalem hebben plaats
gevonden. Radio-Damascus, die ook
regelmatig anti-Hoessein uitzendingen
verzorgt verklaarde dat de ontploffin
gen plaatsvonden bij de residentie van
de Jordaanse gouverneur van Jeruza
lem, bij de Jordaanse officiersclub en
bij het radio-station. Op dezelfde dag
waren er ook vier explosies in de
hoofdstad Amman. Het Bevrijdings
front beschouwt koning Hoessein als
het voornaamste struikelblok °P weg
naar de Arabische eenheid.
Inmiddels gaan de incidenten aan de
Israëlisch-Syrische grens voort. Giste
ren vuurden de Syriërs op een Isra
ëlische patrouille, die een inspectie
tocht maakte vlakbij de plaats Notra.
MADïUD' 4 jan. (AFP, Reuter)
De in Zwitserland wonende Spaanse
schrijver Miguel Sanchez Mazas (34)
is door een rechtbank in Madrid bij
verstek tot twaalf jaar gevangenisstraf
veroordeeld. Mazas heeft in Franse
tijdschriftartikelen generaal Franco aan
gevallen. Zes jaar kreeg hij wegens
belediging van Franco als staatshoofd
en zes jaar wegens illegale propagan
da.
De schrijver is een zoon van wijlen
generaal Rafael Sanchez Mazas, een
van de oprichters van de Falange-be-
weging die later minister onder Fran
co werd.
De schrijver zei gisteravond thuis
in Genève, dat hij om een nieuw pro
ces zal verzoeken om daar met zijn
eigen advocaat aanwezig te kunnen
zijn. Wanneer de Spaanse regering dit
verzoek afwijst, zal hij zijn zaak aan
de internationale commissie van juris
ten en „Amnesty International" voor
leggen.