Briljante, sterk fascinerende persoonlijkheid DavitamonIO Elke dag. Natuurzuivere T oneelpremières Galileo Galilei Strijd voor de vrijheid, tégen kolonialisme en vreemde overheersing Stichting Door de Eeuwen Trouw Hendrik Wiegersma l^'^^riar'Sbj'losopSdc^TI Straks gaat u stemmen. Misschien doet u dat zonder veel nadenken omdat u al weet op wie. Misschien denkt u wèl na omdat u 't allemaal niet zo vanzelfsprekend meer vindt. Maar hoe moet je precies denken? In welke richting? Welnu er is wel degelijk een toetssteen en wij brengen die hier naar voren. Het lijkt een versleten woord. Het is echter bikkelhard en zeer eenvoudig. Dat woord - die toetssteen - heet: eerlijkheid. Het eenvoudige: uw ja is ja, uw nee is nee. ZATERDAG 28 JANUAR11967 sctó 95°^; VAK DALSUM spreekt over Willem Royaards, V in de grote vernieuwers v~\het Nederlands toneel, die nderd Jaar geleden werd ge- oren. Een legendarische naam, oor maar weinigen nog een be- v"P- Nij was een grote persoon- Ikheid in een tijd, waarvan men let kan zeggen dat zij geen Persoonlijkheden heeft voortge bracht. In Nederland zelf: Kloos, Verwey, Bputens, Gorter, Van eyssel, Jongkind, Breitner, Is raels. Daarbuiten: Baudelaire, y'erlaine, Renoir, Manet, Monet, ^ogas. Voor het toneel: Gordon Vraigh, Appia. ImÊËmm Willem Royaards als edelman in 1912. frisse King Pepermunt, het beste dagelijkse middel ter opwekking en verkwikking. K Tr Een toetssteen is - bijvoorbeeld, en niet meer dan dat - dit geval (en 't is goed daarover in al het dagelijks politiek krakeel eens na te denken): In 1962 hebben de gezamenlijke nederlandse politici de verantwoording op zich genomen dat de Papua's - na een tijdelijke bestuursoverdracht- in 1969 de vrije keuze zouden krijgen om zo over hun soevereiniteit en vooral over hun eigen toekomst te kunnen beslissen. Welnu, wij - dat zijn de jongeren van de Stichting Door de Eeuwen Trouw - hebben aan de nederlandse politieke partijen rechtuit gevraagd wat - in hun verkiezings programma's 1967 - hun standpunt is. Het is boeiend de reacties te bekijken. Dit zijn ze: 1. De KVP schreef na ampel beraad te hebben besloten ïn het verkiezingsprogramma géén passage over deze problematiek op te nemen. 2. De PvdA schreef het niét juist te achten om over de uitvoering van een internationaal akkoord een punt op te nemen in het verkiezingsprogram 1967. 3. De WD stelt in het verkiezingsprogram dat de nederlandse regering er op dient aan te dringen dat uitvoering zal worden gegeven aan het in 1962 gesloten akkoord van New York. 4. De ARP stelt in het verkiezingsprogram dat de Verenigde Naties zo nodig op hun verantwoordelijk heid zullen moeten worden gewezen. 5. De CHU schreef over deze zaak geen konkrete uitspraken te doen, maar het streven van de Papua's met sympathie te volgen 6. De PSP zond onze brief geweigerd retour. 7. De CPN gaf géén antwoord. 8. De BOERENPARTIJ zegde toe in haar program op te nemen dat zij wil meewerken aan de verwezenlijking van het zelfbeschikkingsrecht van de Papua's. 9. De SGP protesteert in het verkiezingsprogram tegen de schending van beloften jegens de Papua's door Indonesië en dringt aan op naleving van het Verdrag van New York. 10. Het GPV wil in het verkiezingsprogram dat de regering er in de .V.N. op aandringt dat het Verdrag van New York eerlijk wordt nagekomen, dat de politieke Papua-gevangenen worden vrijgelaten en de staatkundige vrijheden hersteld. Dit is een publikatie van de Stichting Door de Eeuwen Trouw. Zij strijdt tegen het kolonialisme dat door Indonesië wordt uitgeoefend op Ambonezen en Papua's. Tot goed begrip en om misverstand te voor komen: wij voeren deze strijd niét voor ons plezier - en met geringe middelen. Wij vinden dat ieder eerlijk mens mee moet doen. ledereen die durft objectief en vrij te denken over de problemen van deze tijd. Daarom is dit ook een oproep. De oproep om te helpen deze strijd voor de vrijheid niet alleen hier in Nederland te voeren maar ook internationaal (en vooral in New York). Naar wij menen een antwoordenreeks om over na te denken. Voor uzelf. Voor uw geweten. En - nogmaals als toetssteen - om over te spreken. Met uw politieke vrienden of tegenstanders. Ook, zo mogelijk, met de mensen op wie u dacht te stemmen. Want, ziet u, dit West-Irian is een toetssteen. En zelfs een actuele, zuivere toetssteen, omdat dat beloofde jaar 1969 zal vallen in de komende zittings periode van de regering die u nu gaat kiezen. Wij menen dat de nederlandse politici eerlijk dienen te zijn in deze zaak. Wij menen dat zij zo intelligent moeten zijn, dat zij zich geen zand in de ogen laten strooien door handige verklaringen vanuit Djakarta (o.a. door de misleidende stunt West-lrian mee te laten doen aan interne Indonesische verkiezingen en wel met verbod van eigen partijen en meningsuiting). En om nög duidelijker te zijn. Wij, Jongeren van de Stichting Door de Eeuwen Trouw, menen dat het eerlijk is als de nederlandse politici niet op de vluchtheuvel en achter de boom van de zogenaamde „onmacht" gaan staan, maar openhartig uitvoering geven aan de volgende eenvoudige maar wel bijzonder urgente puntem Bij Indonesië aandringen op onmiddeilljko vrijlating van de thans gevangen gehouden Papua- leiders. Er op aandringen dat er in West-lrian vrijheid van partijvorming en -vergadering toegelaten wordL Toegang verlangen tot hun geboorteland voor de uitgeweken Papua-leiders om - onder garantie van hun vrijheid van bewegen en woord - hun bijdrage te leveren aan de vrije meningsvorming van hun volk. Eisen, dat in 1967 in de Verenigde Naties door Indonesië mededeling wordt gedaan over de stand van het overleg met de bevolking (artikel 18a) en over zijn plannen inzake de vrije keuze in 1969. Eisen, dat uiterlijk 1 september 1968 een VN- vertegenwoordiger voor de toepassing van het gegarandeerde zelfbeschikkingsrecht wordt aan- gewezen (artikel 17), desnoods zonder Indonesisch verzoek daartoe. Garanties eisen dat die vrije keuze voor hun eigen toekomst eerlijk - vrij van vrees en druk - kan worden uitgevoerd. Jazeker. West-lrian ligt ver van ons af. Maar de bewoners vragen om een eerlijke behandeling. En dat begrip eerlijkheid ligt wèl zeer dicht bij ons. Het is hierover dat wij u eenvoudig vragen voor uzelf open hartig en zuiver na te denken. U kunt helpen door uw mening uit te dragen, maar ook door ons, in dit harde gevecht voor de eerlijkheid, financieel (hoe gering of grootscheeps ook) te steunen: GIR011.30.000. Stichting Door de Eeuwen Trouw - Eindhoven. Ook nadere inlichtingen en informatie liggen daar voor u gereed. Eindhoven, Postbus 245, Giro: 11.30.000 tij,. 'gel' '01» J#ou VAN DALSUM KENSCHETST DR. WILLEM ROY AARDS y°yaards had al grote rollen gespeeld, Nederland en in Duitsland bij ax Reinhardt voor hij in 1908 zijn igen gezelschap stichtte. Zijn theater as het Paleis voor Volksvlijt tot 1920. !er seizoenen bespeelde hij de Stads schouwburg. De blijspelen van Shakes peare vormden de hoogtepunten van Vn repertoire en ook enkele Vondel- Pvoeringen: bij Royaards begon een euwe belangstelling voor Vondel, die P weer wegebt. Royaards is, ook al Peelde hij al vroeg Ibsen, onder te l'ar+§en het impressionisme en het ook jPour rart. Toch overschreed hij de drempel naar het expressionis- Een R°r Strindberg-opvoeringen: n Roes, Droomspel en Dodendans, °°r Ik Dien van Herman Teirlinck b Dantons Dood van Büchner. Wrnmm: mmtSmm. Hij was met deze drempeloverschrij- lng geheel bij wat er in zijn tijd om- ®ing, behalve misschien in Nederland, ant aanslaan deed het niet. Evenmin s in 1909 John Gabriël Borkmann van sen en Nachtasyl van Gorki. De ver effende Mercadet van Honoré de Balzac, waarin hij zelf briljant de ti- elrol speelde, haalde hem er toen oorheen. In 1924, vijf jaar voor zijn °od, gaf hij de Stadsschouwburg op. Albert van Dalsum tekende Roy- ards ter inleiding van de Royaards- entoonstelling, die tot 31 maart in het oneelmuseum te Amsterdam gehou- en wordt. Uit die inleiding, die in het Jaarverslag van het museum zal ver- Ei]nen, worden hier enkele gedeelten overgenomen; die samen een algeme ne karakterschets vormen. WILLEM ROYAARDS staat in de berinnering aan mijn sterkste toneel- jaren voor mij als een briljante, sterk fascinerende persoonlijkheid, aan wie weinig mensen, die met hem in aanra king kwamen, zich konden onttrekken. Een zekere straling, „genius", gmg van hem uit: een mens die leefde bij de gratie van een ingeboren, bijna on begrensde fantasie. Zonder een zeer hoofse, welbewuste charme, en vooral een innemende wereldvreemde onhan digheid, zou deze persoonlijkheid voor velen aanstellerig, of misschien zelfs onuitstaanbaar zijn geweest. Zulk een hyper-individuele persoon lijkheid komt natuurlijk niet met „kou sen en schoene" uit de hemel vallen. De tijd was er rijp voor. Maar niet zó rijp, dat hij als vanzelfsprekend geaccepteerd werd. Zeker een toneel speler niet, die moet vechten tegen het meest conventionele, dat er bestaat, namelijk een toneeltraditie. Royaards en zijn spelers moesten zich sterk af zetten tegen maatschappelijke opvat tingen en daaruit gegroeide kunstnor men, die zij als bestoft en „bourgeois" en onwaarachtig voelden. Te fier om naar de gunst van het publiek te din gen trokken zij zich terug in hun „ivo ren torens." Ivoren, omdat ivoor een kostelijk en schoon materiaal is en een nieuw verworven schoonheid aan duidt, die ging doorbreken. De nieuw- ontdekte schoonheid van de aarde, wars van academische dogma's; van een zintuigelijke waarneming van alle levensverschijnselen, de mens inbegre pen, verdicht in een nieuwe vorm van schoonheid. Het was dit klimaat, waar in de toneelkunstenaar Royaards zijn levenswerk tot stand zou brengen, dat hem, evenals Eduard Verkade, hoe uiteenlopend van inzicht ook, zou stem pelen tot de vernieuwers van het Ne derlands toneel. Willem Royaards moet men op de eerste plaats zien als de toneelspeler en niet als de regisseur, en dan de toneelspeler die schuil gaat in de fascinerende voordrachtskunste naar, die hij was. Hij had daarvoor twee programma's, een van de taalmu ziek en een van door hem zelf gekozen fragmenten van Multatuli. Van deze felle aanklacht tegen het Nederlands- Indisch bewind en het ambtenarendom van de gewezen ambtenaar Douwes- Dekker in sterk revolterend en bewo gen dichterlijk proza wilde hij vooral de stem zijn. Het was hiermee, dat hij zij grootste succes behaalde bij een massaal publiek. HIJ HIELD DEZE VOORDRACH TEN in de grote concertzaal van het Paleis voor Volksvlijt aan het Frede- riksplein in Amsterdam, een paleis ge construeerd uit ijzer en glas als een proeve van nieuwe bouwtechniek. Als jongen van zestien jaar heb ik enkele van deze zondagmiddagvoordrachten bijgewoond. De entreeprijzen waren vijftig cent en een kwartje. Een grote ruimte met aaneengerijde houten, hin derlijk krakende stoelen, het podium bezet met palmen en coniferen, een wandelpad openlatend van muur rechts naar muur links. Geen souffleurskast, want souffleurs stoorden hem teveel in zijn concentratie. Die concentratie was zo sterk, dat men van een hypnotische ban kan spreken, waarin het publiek gevangen werd. Komisch deden dan ook wel eens voot hij begon de mededelingen aan het publiek aan, die deze zelf gescha pen sfeer onderbraken, zoals: „Wil die dame met die felrode blouse een paar rijen naar achteren plaats nemen, want dat leidt me teveel af." Of een mededeling: Dames en heren, het spijt me, ik ben mijn zakdoek verge ten." De wandeling door de palmen terug werd aangevangen, waarbij zijn publikek in eigenaardige verbaasdheid achterbleef. Hij kwam met een grote witte zakdoek terug, wandelde weer de palmenrijen door, tot hij terug was op zijn plaats en kon beginnen. En dan wds de dame met de rode blouse naar de tiende of twaalfde rij verhuisd. Dan klonk ook het hartstochtelijk aankla gende proza van Multatuli op, getild tot een tot dan toe ongekende woordschoon heid, maar wèl alle burgerlijke huisjes in elkaar trappend. Maar tegelijk als een bijna onpersoonlijke stem, waar mee men alleen was. Dit om vertrouwd te maken met de toneelspeler Royaards en zijn wijze van spelen, want in de voordrachtskun stenaar ligt de acteur en de regisseur besloten. Zijn eigen woorden getuigen het: „Het hoogste schoon is voor mij het woordschoon." Toch zou het een vergissing zijn te denken, dat zijn gespeelde figuren al leen maar bestonden bij oratorische kwaliteiten en dat de plastische uit beelding van de mime, die in iedere werkelijke toneelspeler huist, er als een lam handje bij hing. Niets is minder waar. Wel, dat zij uit de verbeelding gemaakt werden en niet uit een alle daagse realistische of naturalistische waarneming. Zij moesten wel ver bonden blijven met dat eiland van schoonheid en dat trotse levensbesef, dat het werk van alle Tachtigers ken merkte. Hij schreef: Ik heb mensen gebeeld, en dat is mijn passie geweest, omdat ik ze allemaal in mezelf voelde leven en hen het aanzijn schenken kon". Hij werkte uit de spanning tussen de innerlijk beleefde en beluisterde roer selen van de mens, die uit de tekst voor hem oprees, en de verwerkelijking daarvan op het magische vlak, dat het toneel is. Het waren de gedaantever wisselingen van de „grand seigneur", die hij in wezen was, geestelijk en in uiterlijk. De grand seigneur, die zijn eigen ik wenste te ontmoeten om de gedaante van de toneelfiguur, die hij opriep. Deze ontmoeting moest zich in schoonheid voltrekken. Dat maakte zijn toneelfiguren soms machtig, altijd fas cinerend, ongeacht of het figuren van ondergang waren of van bruisend le- AMSTERDAM, 28 jan. Van Dos- tojewski's roman De Idioot is een to neelbewerking gemaakt door André Barsacq. Hijzelf komt haar bij de Ne derlandse Comedie regisseren en hij neemt voor de decors en costuums de Franse ontwerper Jacques Dupont mee. Spelers in i\jn voorstelling zijn: Vera Bondam. Nell Koppen, Marja Habraken, Femke Boersma, Elly Weller, Etha Cos- ter, Bruni Heinke, Karin Meerman, Julien Schoenaerts, Joan Remmelts, Henk Rig- ters, Lo van Hensbergen, Alex van Royen, Jules Croiset, Huib Broos, Rudolf Lucieer en Peter Hoeksema. Het Nieuw Rotterdams Toneel geeft vrij dag 17 februari de première van het to neelstuk „Strikt Geheim", van Arthur Wat- kyn, in de vertaling van Anty Westerling. Jules Royaards heeft de regie. Frans Vos sen ontwierp de decors. In het stuk spe len o.m. mee Luc Lutz, Camille de Vries en Wim Hoddes. Het gezelschap heeft van Anton Tsjechov ,Oom Wanja" in studie. In dit stuk, ver taald door Charles B. Timmer, speler, o.m. Elisabeth Andersen, Robert de Vries en Sacco van der Made mee. ADVERTENTIE ADVERTENTIE DEURNE, 28 jan. Dokter Hendrik Wiegersma, arts in het Brabantse plaatsje Deurne, viert volgende maand zijn gouden ambtsjubileum. Dit feit heeft hij al in intieme kring gevierd. Dokter Wiegersma woont nu een halve eeuw in de gemeente Deurne. Voort gekomen uit een artsenfamilie vestig de hij zich in de Peel en kreeg spoedig bekendheid door zijn optreden als huis arts en later door zijn kunstenaarschap als schilder, tekenaar, auteur en beeld houwer. De bekende roman „Dorp aan de rivier" van Anton Coolen werd ge schreven rondom deze Brabantse arts. Twee jaar geleden kreeg de nu 75- jarige oude arts een permanente expo sitie-ruimte in de gemeente Deurne. Daarnaast bleef hij toch arts hoewel hij zijn praktijk in 1954 aan zijn zoon overdroeg. Dagelijks komen vele pa tiënten, niet alleen uit Nederland, maar ook uit Duitsland en België, de dokter van Deurne consulteren. PROF. DR. P. VAN DER HOEVEN, die in 1964 in de serie „Wijsgerige Monografieën" een boek over Pascal publiceerde, heeft nu voor dezelfde reeks een boek over Galilei geschreven. In zijn Ter Inleiding karakteriseert de schrijver zijn eigen werk zeer juist: „In de meeste boeken, die over Galilei handelen wordt het dramatisch hoog tepunt van zijn leven centraal geplaatst, namelijk het door de Inquisitie tegen hem gevoerde proces (in 1633) en de daarop volgende veroordeling... In de ze wijsgerige monografie^ stellen wij ons een ander doel: wij willen nagaan hoe Galilei over de dmgen dacht en waarin eigenlijk de wetenschappelijke vernieuwing bestaat die men altijd aan zijn naam verbindt. Wij zullen daarbij het wetenschappelijk werk minder cen traal plaatsen dan de gedachten die Galilei naar aanleiding van dat werk heeft uitgesproken, de methoden die hij heeft ontworpen, de wegen die hl] wees. Zelfs in het zo aanvankelijke stadium der natuurwetenschap, waar in wij bij Galilei verkeren, komt het in vele opzichten kenmerkende weten- schappelijk-technische karakter van de ze werkwijze al tot uitdrukking. Ons doel zal zijn, de wijsgerige en maat schappelijke, godsdienstige en wiskun dige gezichtspunten op te sporen, die aan de nieuwe inzet een zo merkwaar dig kader verlenen". Deze andere opzet dan de gebruike lijke is een der grote verdiensten van dit boek. Het geeft de achtergronden, die het mogelijk maken het proces te begrijpen, en het geeft tegelijk daar mee een uiteenzetting van de moeilijk heden, die Galilei moest overwinnen om de weg te banen voor zijn natuur wetenschappelijke inzichten. De werk wijze van de schrijver brengt mee, dat hij eerst uitvoerig op Galileis le vensloop ingaat, hem situeert in zijn tijd en dan op hun beurt de plaats der geschriften in die levensloop aan wijst. De schrijver slaagt erin op een veertig bladzijden de geest van de tijd en Galilei's aard zo te tekenen dat wij een levendig beeld voor on» krijgen. In een veel korter hoofdstuk rekent de schrijver af met de mythe, dat het natuurwetenschappelijk denken als het ware ineens met Galilei zou zijn ontstaan. Hij laat zien, bij welke laat-middeleeuwse stromingen Galilei kon aansluiten en welke hij moest af wijzen. In de volgende hoofdstukken wordt dan Galilei's werkwijze gekarakteri seerd en worden zijn resultaten aan gegeven. In de epiloog vat de schrij ver de betekenis van Galilei op we tenschappelijk, wijsgerig en theologisch gebied in enkele bladzijden samen. We tenschappelijk: „Hij heeft het weten schappelijk denken onttrokken aan de traditionele sfeer, die in hoofdzaak li- terair-wijsgerig gericht was, en een verbinding gelegd met gezond verstand en observatie. Hij heeft scherp gezien van welke aard dit experiment was, en hoe het in de voortgaande ontwik keling van kennis diende te functione ren. Hij heeft de materiaalkennis en de aanvankelijke techniek opgenomen in de denkwereld der wetenschap en wist op die wijze een eigen klimaat te scheppen, terwijl hij voorts krach tig medewerkte aan de vorming van een nieuw publiek, dat in dit klimaat leven kon". Wijsgerig: „Het bijzonder waardevolle in Galilei's denken is dus, dat hij ons een in directe inspiratie op levende natuurwetenschap geboren wijsgerige verantwoording biedt. In vrijheid maakt hij daarbij van gang bare inzichten gebruik, zonder zich daardoor tot verdere instemming met de gedachten waaruit zij voortkomen, te verplichten. Het gaat hem om de vertolking van de geestelijke ervaring der natuurwetenschap; daardoor biedt zijn denken in sommige opzichten een levender beeld dan dat van Descartes, bij wie hij in wijsgerige kracht ten achter blijft". Theologisch: „Onbe vangen ziet Galilei zijn eigen rationa liteit en zin voor exact onderzoek coi> responderen met een in de natuur tot uitdrukking komend werken Goos. in harmonie met wat hij in zijn (kerkelijk bepaald) geloof aanvaardt. Zijn scheppingsgeloof draagt zijn dagelijkse arbeid." ;n (ioos, in w Prof. dr. P. van der HoevenGalilei. Wijsgerige Monografieën. Het Wereld venster. Baarn 1966, 142 BT2.. geb. 8.90. ADVERTENTIE is iedere politicus eerlijk? I* - a.* i isa i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 7