Ik gelo
ik ouderwets word
Verkiezings
agenda
„Zing mee"
Man uit wraak in
eigen huis gedood
Bloemrijk
©KV SLAV
e:
n
BI
u
RG'S BANK
Gelijk van eenling geldt wel
VAN TIJD TOT TIJD
i
MR. KOLFSCHOTEN TIEN JAAR BURGEMEESTER
V
»C<
eertig miljoen
voor verkeersplan
HOF EIST TIEN JAAR CEL
DIEVEN PAKKEN
BUIT ZELF IN
rde,<
DE TIJD
z°:
<r><;
DINSDAG 31 JANUAR11967
55
55
(Van onze verslaggever)
tige'Vt^VEl?HAGE is geen "las"
Wat a zoals Amsterdam, maar
Henr1aKnTfellWij vra^en het mr-
w Kolfschoten, die het moet
tien ifebruari is hij er
hpt u burSemeester. Hij vindt
roenfen^ ik 6611 moeilijke vraag,
breno-'t'a kun niet zeggen"
on tv, Pu. banden omhoog om zijn
acht te onderstrepen, maar
•.Mild" ^ocb m één adem door:
kont,Cracten met de leden van de
N.
a Victoria
uur
pIAT HAAGSE RAAD
P. VAN DER EIJK
Vandaag is het beslist de
laatste dag, waarop u uw oplos
sing van de grote prijsvraag
„Zing mee" kunt insturen. Vóór
de laatste lichting moet uw
enveloppe in de brievenbus
liggen om woensdagmorgen 1
februari binnen te zijn op onze
kantoren te Amsterdam, Rotter
dam of Haarlem. Wie nog aar
zelt met het invullen, 'moet nu
de knoop doorhakken. Het is
de laatste kans op de hoofd
prijs van duizend gulden of op
een van de andere geldprijzen.
Haast ul
Burgemeester Kolfschoten: geen byzantinisme voor
koninklijke familie....
Solemneel
VRAAGT ONZE CONCURRERENDE RENTETARIEVEN
Geregeld prikken uit voorzorg.
HARRIET LAUREY
Opzet
Nadeel
flde
i Op'
set*
tif1
1"
riVÜ'
t oP.
Den Haas een milde stad
vraacit°est er n°9 iets aan toemaar
Beiert ^at niet te Publiceren. Kort
tePunt*1 be!eefde hij een van de hoog-
(tig fff zijn burgemeesterstijd in
burnp1. sta^: de voltrekking van het
Brief T huwelijk van prinses Mar-
aan V iets is een van de bloempjes
een ste kant"> ZR9t hij, gezeten in
het Sf waarvan in de hoge leuning
Scfloud 1S geborduurd. Over de
kijkt riST V-an de burgemeester heen
Na t 00iovaar waakzaam mee.
held '°op van de huwelijksplechtig-
rtt eeft burgemeester Kolfschoten,
W3*a?ndringen van zijn kinderen
ten hlJ noemt
°Peretfken' §ekleed als hii was in het
deg„„ achtige ambtskostuum met
echte statiefoto"
een
la-
®gen.
2eSt hij',
^ijst
Ik had alle lekkernijen op"
terwijl hij naar zijn borst
hiugg Waar de vele onderscheidingen
rnoedei -u136. ^ongere generatie ziet ver
maar nie*s meer in zo'n kostuum,
zie_ .WlJ hebben er een kinderlijk ple-
A m
is zii familie zijn veelvuldig. Hoe
n verhouding met hen?
Ve'rdenuemd als W1i ziin door de kroon,
van buitenstaanders ons al gauw
natiu, ^zantinisme. Maar dat is het
mej niet' Ik treed hen tegemoet
Het .resPecf> met een zekere eerbied,
jchi-® 6e" verouderde opvatting mis-
enigp e"1331 ik vind dat er altijd
tijk tv, 111061 Mijven. De prak-
stand Uitwijze" wanneer die af-
famili worden doorbroken. Maar
ïijn" 3lr mag de verhouding nooit
te^j?61}8 bet gesprek laat burgemees-
dat boten meer dan eens blijken
Hebh 1J maent ouderwets te worden.
spu, en ziin kinderen hem dat mis-
en gezegd?
dat ik b aardi§e kinderen. Ze weten
ik ter, mijn best doe. Maar soms ben
de rp^fn nieuwe ontwikkelingen buiten
tip, en gevoelens om. Een instinc-
g e aversie. Daar doe je niets tegen.
ms zou ik willen dat ik later gebo-
tin Was' Ban zou ik die nieuwe opvat-
gen soepeler kunnen toelaten. Hoe-
ik ze ook dan zou willen blijven
PuU+6n' Ik ben van 1903, het diepte-
nt van de na-Victoriaanse tijd. U
Wppt V "JU. u
heju toen was' die beklemd-
ka TU „Neem de vernieuwingen in de
olieke kerk. Ik heb er soms moei
te
verfr66' 31 moet ik toegeven dat er
er n- gen worden aangebracht, dat
ineP,P„en!ngen k°men. Maar als je de
Pas en brieven erover leest. Nu
gori ga ik begrijpen dat er vroeger
Wii nStoorlogen konden ontstaan.
loeaT,t°ëen da" een volk ziin van theo-
gisch 6n' 'k vind niet dat alle theolo-
tVat 0'i, pr°b'ematiek krantenstof is.
dat hit °°k Z° merkwaardig vind is
Zo'n p ^egnemen van zekerheden op
onzekere manier gebeurt".
Dinsdag, 31 januari
Qp uitzending politieke partijen:
Part:;" Teerste net - 20.20 uur
JU Landsbelangen
- tweede net - 19.50 uur
P-vergaderingen 20 uur
saldwijk met Schmelzer
°orts o.a. in Etten, Oosterhout,
p °°g a.d. Zaan en Mijdrecht
^A-karavaan naar Zeeland
i 6nT Uyl en mevr. Brautigam
Vlissingen
ïjng) 20 uur
noemers
^D-spreekbeurten
•a- in Arnhem en Voorschoten
zo uur
"sPreekbeurt
Mr. "w
20
(avondvergade-
in Terneuzen
Scholten in Grijpskerk
AA?' 31 ian' üe Haagse
8aah Ir, f3 ls gisteren akkoord ge-
beeks mLfen yerkeersplan, dat een
r verhlf ge en voorzieningen
yan hlt ^Vmgr van de afwikkeling
y°er bunrillt -D ,re en °Penbare ver-
iaa^ g"schiedeUn: kaB V«f t0t
uitvoering worden
?01den. Tpppt, v! fV^6r veertig miljoen
^0en van de 4P stemden de vijf
Sp-raari=i j Boerenpartij en twee
61ad nip? dle menen dat in het
Ven aan dp h°iende aandacht is gege-
De „"de belangen van de fietsers
6 fa!e^e6nt6raad stelde voor de eerl
milinan bet ^'an een bedrag van
l?1 Word??,11 beschikbaar. Nog dit jaar
va? Lb^?°"ne" ™et de verbete-
op de juiste plaats. Daarom nog even
terug naar de kenschets „lastig" voor
Amsterdam, die mr. Kolfschoten niet
juist vindt. ,,Ik heb vier jaar in Am
sterdam gewoond. Ik ken de Amster
dammers. Maar laat ik voorop stellen
dat ik niets onaangenaams over de
stad of over mr. Van Hall wil zeg
gen. Hij is een collega en een vriend,
zij het geen intieme. Maar zijn ken
schets „lastig" acht ik niet juist. Las
tig is een kind dat de orde niet be
grijpt. Maar Amsterdam begrijpt die
orde best, het wil alleen een andere
orde. Het is niet lastig, het is recal
citrant.
Hij gaat naar de boekenplank en
pakt er Van Dale's groot woordenboek.
„Dit raad pleeg ik zeker drie keer
per week". Hij zoekt recalcitrant op
en zegt intussen: daar zit ook het
woord laars in, van trappen, terug
trappen. Ik vind, ik vond Amsterdam
een heel fijne stad. We moeten wel be
seffen dat het door de eeuwen heen
een broedplaats, geen broeiplaats, van
nonconformisten is geweest".
Zullen we burgemeester Kolfschoten,
zoals indertijd burgemeester Van Hall,
nog eens kunnen zien in de stoel van
Mies, in haar televisie-programma
Mies-en-scène?
„Zij heeft mij er weieens voor be
naderd. Maar ik was toen met vakan
tie en had gezegd mijn adres geheim
te houden. Ik zat toen vlak bij haar,
in 't Gooi, dat had ze moeten weten.
Maar ik zou het toch niet gedaan heb
ben. Ze stelt vragen waarop ik
mijn temperament kennende zou
antwoorden: wat u daar vraagt is in
een beschaafde samenleving niet ge
past, en dat zou maar moeilijkheden
geven. Daarom dat ik mij er maar
liever niet aan bloot stel".
UTRECHT, 30 jan. Zaterdag is in
gebroken in een radiozaak in de bin
nenstad. De hele etalage werd leegge
haald er stonden tientallen draag
bare radio's in en ook uit het maga
zijn achter de winkel werden transis
tors meegenomen. De buit (waarde
meer dan 8.000) werd op de derde
etage van de zaak, waar de pakafde-
ling is gevestigd, keurig ingepakt.
Ook de kassa, waar een paar hon
derd gulden inzat, is leeggehaald.
(Van onze correspondent)
DEN BOSCH, 31 jan. Tegen de
24-jarige Eindhovenaar M. M. is maan
dag alhier tien jaar gevangenisstraf
mét aftrek van voorarrest geëist na
dat de Bossche rechtbank op 6 oktober
van het vorig jaar hem tot acht jaar
gevangenisstraf met aftrek had ver
oordeeld. M. heeft in de nacht van
23 op 24 juli 1965 de 49-jarige S. Bosch
in zijn eigen huis doodgeschoten.
Hij stond in februari 1966 voor de
Bossche rechtbank terecht die zowel
om de omstandigheden waaronder hij
het misdrijf pleegde als om zijn hou
ding ter zitting aanleiding vond een
psychiatrisch onderzoek te laten in
stellen en daartoe de zaak aanhield.
Verdachte heeft aan dat onderzoek ie
dere medewerking geweigerd en wilde
ook niet meer terecht staan. De offi
cier van justitie heeft toen in een be
handeling bij verstek vastgehouden aan
zijn eis.
Het bleek dat het slachtoffer kort
tevoren een vriend van verdachte naar
zijn woning had gelokt en daar vre
selijk had afgeranseld. M. is toen zijn
geweer gaan halen en ermee naar het
huis van Bosch gegaan. Het geweer
had hij bij voorbaat geladen. Zelf houdt
hij vol dat hij gestruikeld is en het
geweer daarbij is afgegaan. Het slacht
offer was precies in de hersenen ge
troffen. Tegen een kostganger van het
slachtoffer zei hij terstond daarna: „ik
heb hem in zijn gezicht geschoten. Bel
de dokter maar". Deze getuige herkent
verdachte thans niet. Hij was op de
avond van het misdrijf dronken, maaT
heeft bij de politie verklaard dat M.
hem vertelde Bosch te hebben dood
geschoten en daarna zijn geweer op
nieuw te hebben geladen.
Reeds eerder had M. zelf bij de po
litie verklaard dat hij het bloed van
Bosch wel drinken kon. Op de avond
van het misdrijf was hij onder invloed
van alcohol maar niet dronken.
De advocaat-generaal mr. Pfeil, acht
te opzettelijke doodslag bewezen, voor
al gezien de verschillende bedreigin
gen die M. al eerder aan het_ adres
van Bosch had geuit. „De man is voor
de maatschappij bijzonder gevaarlijk,
Als hij geen psychiatrisch onderzoek
wil, moeten de normale strafbepalin
gen worden toegepast. De verdediging
zou haar kracht moeten zoeken in da
persoon van verdachte en diens gees
telijke structuur. Maar daarover it
weinig of niets bekend."
De raadsman kon alleen maar hopen
dat het Hof tot een juiste beslissing
en uitspraak zal komen.
Arrest 13 februari.
Mond- en klauwzeer in
Overijssel ingedamd
Wat de heer Kolfschoten vooral stoot
is de manier waarop bij de scherpere
tegenstelling van meningen met de ge
voelens van anderen wordt omgespron
gen. ,,Het gebeurt allemaal zo ondeli
caat", zegt hij. ,,We zitten met twaalf
miljoen in zo'n klein landje. We zou
den meer de manieren moeten heb
ben zoals die op een camping gelden.
Daar zit men ook bovenop elkaar,
maar men is bereid daar begrip voor
te hebben, elkaar te ontzien. Dat is
ideaal, afgezien natuurlijk van het feit
dat de meesten er op een camping
als halve wilden uitzien".
Beschaving, fijngevoeligheid, „de
licatesse", zoals de heer Kolfschoten
het zelf noemt, is voor veel zaken
toetssteen voor zijn oordeel. Onbe
schaafdheid, ongemanierdheid, ruw
heid is voor hem het onverdraaglijk-
ste wat hij kan tegenkomen. Daaruit
komt zijn afkeer voort voor bepaalde
amusementsprogramma's over de tele
visie of publikaties uit een bepaalde
hoek. Van de oudejaarsconference van
Wim Kan heeft hij genoten hoewel
ook hij soms te ver ging naar het
oordeel van de heer Kolfschoten.
„Maar hij is nu eenmaal onze natio
nale nar, die vrijmoedigheden mag de
biteren welke eigenlijk niet gezegd
kunnen worden. Op enkele uitzon
deringen na bewaart hij ten minste de
finesse. Hij is dan ook van goeden
huize". Dit laatste zegt de burgemees
ter ook van mr. Paul van Vliet, de
Haagse cabaretier van PePijn, met
wiens optreden In de Ridderzaal bij
het huwelijk van prinses Beatrix zowel
de burgemeester, die hem koos als Van
Vliet zelf zoveel eer heeft ingelegd.
Voor iedereen die burgemeester
Kolfschoten hoort spreken moet het
duidelijk zijn dat hier een man aan
het woord is die van zijn taal houdt.
Hij bezigt, met name in zijn toespra
ken, een taal die men niet vaak meer
hoort: hij gebruikt veel versierende,
bijna vergeten bijvoeglijke naamwoor
den, trekt poëtische en fantasievolle
vergelijkingen, past ouderwetse, defti
ge zinswendingen toe en maakt ba
rokke zinnen soms.
„Ik probeer inderdaad de taal met
zorg te bejegenen daar heb je weer
zo'n woord zouden mijn kinderen
zeggen, bejegenen. Dat doe ik uit res
pect voor mijn taal en omdat ik er
plezier in heb. Wanneer ik er dan
enig talent voor heb dan is het mijn
etiket. Is mijn taal barok? Ik zou
haar eerder solemneel willen noemen,
ornamenteel. Ik ben een overtuigd lid
van het genootschap „Onze Taal" en ik
probeer purist te zijn".
Burgemeester probeert het dus maar
het lukt hem niet. „Is dat zo?" „Ja,
ik maak weieens zinnen met vier of
vijf vreemde woorden erin."
Hij zoekt altijd naar het juiste woord
BURGEMEESTER Kolfschoten
staat bekend om zijn bloemrijke,
soms moeilijke taal. Hierbij enkele
citaten uit zijn redevoeringen:
Over geparkeerde auto's: ,,Mel
weerzin aanschouwen we hoezeer
ook de allerfraaiste stadsgezichten
door die willoos gerijde, in hun
verlatenheid verstomde vehikels
worden ontsierd".
Over de Hofvijver: ,,Wie onzer
kan ontsnappen bij ontstentenis of
afwezigheid van ons wapendier aan
het beeld van de sierlijk spelende,
scherende, buigende, duikende
vluchten van de Haagse meeuwen
over de Hofvijver, gretig bereid j
om uit de kwistige hand van de
algemene welvaart een graantje
mee te pikken".
Over de verkeersproblematiek:
,,Wij zullen ons moeten hoeden voor
een dreigende monomanie welke
het leven van de stad nog slechts
kan zien door de voorruit van een
auto".
Over de verhouding met het rijk:
„Den Haag heeft een commensaal
die zich door langdurige inwoning
heeft opgewerkt tot hoofdbewoner".
Over de E.M.S. van Zwolsman:
„Dat megalomane kustbewind"
Komend van de brand van het
gebouw voor K. en W. bij de ope
ning van het nieuwe theater PePijn:
,,La reine est morte, vive le petit
prince".
WetVhoudder D^t ?ertoginnalaa4.
dat Bn°uder Dankelman deelde r
.drag v" W„ verkeerswerken tot een
mee
biidraa|eva« 43 miljoen vo^r een rij^
hebben aangemeld.
ADVERTENTIE
(Van onze speciale verslaggever)
HAAKSBERGEN, 31 jan. Voor
de stallen van boer Jan Westendorp
(40) in het gehucht Buurse, bij
Haaksbergen in Overijssel, staat een
groot bord „verboden toegang".
Daarachter houden zich ongeveer
tweehonderdvijftig varkens op, knor
rend van gezondheid en levenslust.
Zij hebben de plaats ingenomen van
de vierhonderd die vorige maand bii
boer Westendorp zijn weggevoerd
door mannen van de veterinaire
dienst, om in Nijverdal te worden
afgemaakt wegens mond- en klauw-
zeerverschijnselen. Twintig dieren
slechts waren besmet, maar de hele
stapel onderging hetzelfde lot in
de destructor. Alleen rigoureuze
maatregelen onderdrukken het ge
vaar van epidemieverbreiding buiten
de tot gesloten gebied verklaarde
provincie Overijssel.
Ik hoop het nooit meer mee te ma
ken", zegt Jan Westendorp, terugden
kend aan die kleine twee uur waarbin
nen zijn hele glanzende meute varkens
in veewagens werd gedreven en afge
voerd. „Het kost je maanden, eer je
een nieuwe partij varkens weer slacht
rijp hebt gemaakt. Alles te samen le
vert een dergelijke besmetting op je
bedrijf een half jaar verlies op, en dat
wordt niet vergoed." De heer Westen
dorp schat het door hem ondervonden
nadeel op ongeveer tienduizend gulden.
Maar hij is daarentegen bijzonder te
spreken over het optreden van de vee
artsen en zijn assistenten.
„Ze waren snel ter plaatse en gingen
correct te werk. Ook over de vergoe
dingen heb ik niet te klagen, al duurde
het, door vertraging bij de gemeente,
nog een dikke maand voordat ik de
centen in mijn bezit had." Voor het
overige is boer Westendorp tamelijk
duldzaam. „Mond- en klauwzeer is niet
te voorkomen", zegt hij. „Het komt
plotseling en je doet er niets tegen. Ik
ben er voor honderd procent zeker van,
dat we de oorzaak in Duitsland moeten
zoeken. Ik zit met mijn bedrijf nog
geen kilometer van de grens af. Nee
ik heb geen contact met Duitse boeren
maar vogels of regen kunnen het virus
evengoed overbrengen. Met mijn nieu
we varkens die ik met speciale ver
gunning heb mogen vervoeren ze
waren uiteraard ingeënt ben ik bij
zonder voorzichtg. Iedereen die nood
zakelijkerwijs mijn stal binnen moet
laat ik laarzen met natronloog reini
gen. Ik wil dit niet nog eens mee
maken."
De veehouderij van Jan Westendorp
is een van de tachtig bedrijven in Over
ijssel, waar de veterinaire dienst van
IS HET WERKELIJK ZO REL
LERIG tegenwoordig, of is het eigen
lijk nooit anders geweest? Kan 't
misschien niet eens anders? Ver
moeiend is het in elk geval, en
weinig overtuigend ook. Als je er
eenmaal op gaat letten, hoor je het
overal. De zendtijdverdrijvers van
de politieke partijen staan model
voor dit uithollingsverschijnsel.
Uiteraard, denk ik dan eigengereid
want zonder voldoende kennis van
zaken. Voor mij is politiek een soort
afsplitsing van de menselijkheid, ter-
wille van een spel waarvan de re
gels zich wijzigen naargelang de
marktwaarde van de knikkers. Zó
spelen is koud, ondoorzichtig en
vooral niet leuk.
Maar de opgewonden gelijkhebbe
righeid ten opzichte van het eigen
standje is het leefklimaat ook ver
der binnengedrongen. Een soort ba
cil niet direct levensgevaarlijk,
maar die de lucht besmet en het
zicht vertroebelt. Alles vecht voor
een gelijk, struikelt over een an
der gelijk en gaat het dan te lijf.
Wie hier een kerkelijk dogma dis
cutabel stelt, heet dadr een ketter.
Wie daar bezwaar maakt tegen mis
viering met beat-begeleiding, heeft
hier afgedaan. Wie niet meespeelt
met de provo's op het plein, is een
blinde gezagsaanbidder, en wie met
een spandoek door de regen trekt
omdat niets-doen nóg zinlozer is,
wordt als een oproerkraaier op een
zijspoor gezet. Die benauwde en be
nauwende toespitsing in twee on
verzoenlijke gelijken infecteert elke
vorm van openbare manifestatie, de
literatuur, de beeldende kunsten,
muziek, mode, moraal.
Het geluid van mensen, die hun
eigen gelijk verdeeld weerspiegeld
vinden, een beetje aan deze kant,
een beetje aan de ander, dat ge
luid maakt zich moeilijk hoorbaar.
Waarschijnlijk heeft het een ander
trillingsgetal dan datgene waarop
de geldende registratie-apparatuur
is ingesteld. Nog waarschijnlijker
heeft het er gewoon niet zo'n be
hoefte aan, omdat het naar zijn
wezen een geluid op afstand is. En
op afstand gezien, op afstand ge
hoord, verliezen de meeste tijds
verschijnselen hun dwingend gelang.
Op een afstand bestaat er geen
selinge aanwendsels en hebbelijkhe
den, die in de ogen van ieder an
der onaardig, onheus of onnatuur
lijk zijn, herken je zelf als een
averechts maar klemmend bewijs van
het tegendeel. Het is je bloedeigen
gelijk, maar het heeft geen zin om
daarvoor het begrip te vragen dat
het verdienen zou. Het gelijk van
de anderen is ook groot, zo groot
als het maar wezen kan. Groot
genoeg kan het alleen niet zijn. Een-
lingsgelijk geldt nu eenmaal niet.
En tóch gebeurt het, dat iemand
voor zijn eenlingsgelijk een stem
ander gelijk dan het allerpersoon
lijkste, dat in je wezen bepaald ligt
en tot jezelf beperkt blijft. Waar het
samenvalt met dat van anderen,
hoef je niets te bewijzen. Waar het
verschilt, is er weinig aan te doen.
Het blijft je gelijk en het blijft ver
schillen.
Met dat onmeedeelbaar gelijk
moet je leven. Dat begint al vroeg.
Kinderen gaan naar school en wor
den ondergedompeld in een wereld,
die hun aller-eigenste gelijk niet
kent, er nog minder rekening mee
kan houden. Langzaam ontwikkelt
zich hun verweer, vormt zich hun
houding tegenover het andere. En
alleen van heel dicht bij, alleen van
huis-uit, kun je de omwegen vol
gen die dat verweer zich kiest. Piot-
vindt, en dat die stem geldigheid
krijgt en een klankbord vindt. Zo
een ontdekte ik in de kolommen van
het dagblad LE MONDE. Daarin
hield iemand, die Jean de Baron-
celli heet (of zich zo noemt; ik ben
die naam nooit eerder tegengeko
men) een kleine bespiegeling over
Charlie en Charles Chaplin, met na
me over diens laatste film „De
gravin van Hong-Kong".
Ik heb deze film niet gezien, er
wel een aantal besprekingen van ge
lezen, en die echoden in alle toon
aarden de geweldige smak, die
Chaplin vanaf zijn unieke hoogte
had gemaakt. Ze deden dat gron
dig en er was geen enkele reden
om het vonnis betrekkelijker te ne
men dan men gewoon is te doen.
Al kostte het doorslikken iets meer
moeite.
Jean de Baroncelli heeft het niet
doorgeslikt. Hij heeft niet eens toe
gehapt. Zijn eigen gelijk, waarmee
hij een onuitroeibare bewondering
voor de oude figuur van Charlie
koesterde, weerhield hem om te ge
loven wat op het eerste gezicht dui
delijk scheen. Hij erkent het boule
vard-karakter van het verhaal, de
banaliteit van personen en situaties
maar stelt daar positieve kwalitei
ten tegenover, meent daarachter de
stem van de oude dichter te horen.
En in de eerlijkheid, die het puur
persoonlijke gelijk zich kan veroor
loven, vraagt hij zich af, of iemand
die zoveel van Chaplin heeft gehou
den als hij, deze film nog wel onbe
vooroordeeld zien kan. „De subtili
teit, de melancholieke elegantie, die
ik in sommige scènes meende te
ontdekken die veelvoudige
echo's van Chapliniaanse charme,
moet ik die werkelijk op rekening
schrijven van de film of werden ze
mij ingegeven door mijn oude be
wondering?"
Hoe dan ook, hem is het moge
lijk gebleken in de gewraakte film
de vluchtige schaduw te herkennen
van de eens zo geliefde en bewon
derde man. „Als men tenminste
zijn hart niet achterlaat in de gar
derobe, en ook zijn herinneringen
niet".
Voor een gelijk als dit ben ik bij
voorbaat bereid te zwichten. Een
gelijk op afstand, dat van De Baron
celli, zo groot als het zijn kan en
dan 'nog juist even groter. Precies
genoeg dus.
de provincie zo drastisch heeft moeten
ingrijpen wegens het optreden van het
hoogst besmettelijke mond- en klauw
zeer, een aandoening die ditmaal voor
namelijk varkens treft, hoewel ook hon
derden runderen het slachtoffer zijn
geworden, zoal niet van de ziekte zelf
dan toch wel van de destructor in
Bergum, Friesland, waar uit de var
kens het vet wordt gewonnen en de
rest verbrand. Tot dusver zijn 6100
varkens en 300 stuks jong rundvee af
gemaakt, aanzienlijk minder dan vorig
jaar, toen ongeveer 300.000 varkens dit
lot ondergingen.
Het is in het verleden wel gebeurd,
dat veehouders het optreden van be
smetting hielpen bevorderen, althans
met opzet te weinig deden om de
ziekte te voorkomen, teneinde te pro
fiteren van de vergoedingen die het
ministerie van Landbouw toekent aan
de gedupeerden. Als normale afzetmo
gelijkheden te wensen overlieten, was
een aanspraak op overheidssteun we
gens mond- en klauwzeer nog altijd
attractief genoeg. Daaraan is nu een
eind gekomen. Van afzet zijn de vee
houders tegenwoordig, zowel op de bin
nen- als de buitenlandse markt, wel
verzekerd, en bovendien is de vergoe
ding voor de besmette dieren van ze
ventig tot vijftig procent van de dag
marktwaarde verlaagd. Voor gezonde
varkens en runderen die deel uitma
ken van een besmette stapel en des-
wege eveneens moeten worden vernie-
tigd, geldt een vergoeding van honderd
procent.
De veeziekte waarvan vooral ooste
lijk Overijssel ditmaal slachtoffer is
geworden, is een vorig jaar ontdekte
variant op het al bekende mond- en
klauwzeer en staat bekend als het Lau-
sanne-type. Op 17 november deed zich
het eerste geval voor in Rossem. Sinds
dien is de vaccin-produktie op gang
gekomen, die zich natuurlijk eerst op
de nieuwe kwaal moest instellen.
Voor de fabricage van het serum is
men van dierlijke elementen afhanke
lijk, zodat de produktie aan grenzen
is gebonden. Nederland alleen kon het
niet af, maar ook Frankrijk dat te hulp
werd geroepen voor de levering van
het vaccin, kon niet veel missen omdat
dit land zelf tobde met een mond- en
klauwzeerepidemie. Ondanks deze
moeilijkheden is de inentingscampagne
in Overijssel vlot verlopen. De inspec
teur van de provinciale veeartsenijkun-
dige dienst, drs. D. van de Akker, ver
telt: „In één week tijds hebben wij met
enkele honderden mensen 650.000 var
kens en 450.000 runderen geprikt. Dat
garandeert niet, dat wij nu geen mel
dingen meer kunnen binnenkrijgen van
besmetting, want zo'n vaccinatie ver
eist een bepaalde, variabele, incubatie
tijd, en binnen deze periode kan mond
en klauwzeer opnieuw de kop opsteken.
Maar ik heb de indruk, dat het gevaar
vrijwel bezworen is door de „sanitaire
gordel" die om ons gebied is getrokken.
Er gaan nu dagen voorbij zonder één
nieuw geval. Gisteren was er bijvoor
beeld maar één. Op het eerste sein
rukken we uit om iedere nieuwe be
smettingshaard te saneren, maar ik
meen te mogen zeggen, dat we de zaak
geheel onder controle hebben en dat
er geen uitbreiding gevreesd hoeft t«
worden."
Tot de maatregelen die zijn genomen
om de epidemie in te dammen behoort
onder meer het sinds 5 januari van
kracht zijnde landelijke verbod om var
kens op de markt te verhandelen en
het voor Overijssel geldende verbod op
het transport van varkens en herkau
wers. Diverse gebieden buiten Ovei>
ijssel worden eveneens royaal van ent
stof voorzien, zoals de Achterhoek en
Noord-Limburg. Vele boeren zijn voor
standers van een regelmatige preven
tieve prik bij varkens, zoals het ook met
rundvee gebeurt, maar de korte levens
duur van dit slachtvee gemiddeld
zeven maanden maakt dergelijke
campagnes waarmee honderden perso
nen gemoeid zijn, tamelijk kostbaar.
Anderen pleitten er voor de voor men
sen totaal ongevaarlijke aandoening
van het mond- en klauwzeer maar
te laten voortwoekeren, omdat de mees
te dieren de kwaal overleven en er na
dien immuum voor zijn. De voorzitter
van het produktschap voor vee en vlees
de heer W. Bikkers, reageert hierop:
„Al is de ziekte voor mens en dier
dan niet erg schadelijk, het feit dat
de export onmiddellijk stagneert gedu
rende heel zo'n ziekteperiode, doet on
ze voorkeur toch uitgaan naar bestrij
ding van het mond- en klauwzeer."
Leveren die grenssluitingen groot na
deel op voor onze vleesexport? Vorig
jaar is een schade ontstaan van onge
veer 150 miljoen gulden aan derving
van inkomsten, gerekend naar een we
kelijkse uitvoer ter waarde van 10 tot
15 miljoen gulden naar EEG-landen. De
heer Bikkers heeft de indruk, dat de
inkomstenderving momenteel iets lager
ligt. Maar een inkrimping van de af
zet die per week zo'n twintigduizend
geslachte varkens omvat, betekent
toch een gevoelig miljoenenverlies voor
onze betalingsbalans.