STRUBBELINGEN IN ANDES-REPUBLIEK ^OUtie berekend op rellen en oproer LOST AF IN DE PARADEPAS DE WACHT c l»Cd6n- ^oitjesjagers rond Pizarro lr> glazen kist Gouden visjes in Peruviaanse deviezenpot STADSBEELD BEDREIGD ZATERDAG 11 FEBRUARI 1967 Cre ,"u kS dnïaT V De aflossing van de wacht voor het paleis in Lima geschiedt in een onberispelijke paradepas, die bepaald Duits aandoet. Van de Plaza de San Martin in het hart van Lima is bij oproer en demonstraties steevast tw °0r de politie en het leger. Hier heeft het kader een goed uitzicht op de ongeregeldheden. Hier lndt zich ook de speciale telefoon waarmee men indien nodig om versterkingen kan vrager». HAYE THOMAS a?'-**; f* De blauwdrukken voor de Frans-Amerikaanse wolkenkrabber Maine-Montparnasse vlakbij het hart van Parijs zijn gereed. Heemschutters zijn tevergeefs ten strijde getrokken. Het nieuwe, de geest van onze J J a tijd, zal zegepralen. PARIJS, februari. ER BESTAAT WEINIG kans, dat de ontworpen Frans-Ameri kaanse wolkenkrabber van 185 meter hoogte zo al niet mid den in het hart van Parijs dan toch in de onmiddellijke nabij heid toch niet gebouwd wordt. De „commission des sites" heeft met elf tegen hegen stemmen haar afkeuring over het project uitgesproken. Deze Franse pen dant van onze vaderlandse heem schut geeft echter alleen maar raad. De regering kan naar be lieven de adviezen aanvaarden of niet. De kathedraal van Notre Dame beheerst nog op vele plaatsen het stadsbeeld in het centrur.. van de Franse hoofdstad. De bouw van wolkenkrabbers zou ook dit ge zicht vanaf de Seine kunnen be derven. (Van onze speciale verslaggever) ieracj .v februari Een geweldige bruine, mod- 'Vi( eei het zachte groen van de Pacific. b(xn strak en gespannen als een uitgerold tapijt. $ec,ee'' °peens in heftige beroering, meegolvend y;er(] J?xn9e oecaandeiningzoals die hier bepaald to!ierf°>' ti'age elkaar moeizaam volgende water- Ko.ty,. Roven de vlek hingen de vogels van de ÜHftjl' gillende meeuwen en andere rovers met fio vep^^lag, <iïe om beurten in de vlek doken. ee>[ p, e vlek cirkelde ook een vogel van de mens: (Iels r;'n eenmotorig vliegtuigje, dat met de vleu- c/leew te wenken naar drie buikige vissers bootjes die haastig naderbij voeren, de vlek als het ware insloten en direct begonnen met grote zak- vormige netten rond te varen. De meeuwen krijs- ten, de vissers schreeuwden en het vliegtuigje ronkte. In heel dit spektakel weer een formidabele vangst aan „anchovetas", de kleine spieringachtige visjes, die hier in soms kilometerslange scholen voorkomen. Als het ware voor het opscheppen zoals ooit in het oude Bijbelverhaal. Steeds groter wor den de vangsten, steeds groter wordt ook de hierop afgestemde vismeelindustrie, nu al voor meer dan dertig procent bepalend voor de inhoud van de Peruviaanse deviezenpot. N?ew 'angs de Pacifickust gold ahg als het voornaamste land S ^'Amerika. Zowel in de „gou- Nietl8en" Van het oude inca-rijk als g®durende de Spaanse periode. Ne v "'er dat Francisco Pizarro de N w®chaving „slachtte", de stich- van steden, paleizen en een Wilrijk, "*ihqq -•'vtxjijxv, dat op zijn bourt I ineenstortte toen maar- t)e ''Genlanden bij Ayacucho on- J. isVnet üepen. SSl*ePiiK gewoon een van de An- ®fotef ''eken, ongeveer dertig maal '""Ho Nederland en met een be- %ïaft fond de tien miljoen. Net ;ast 0 rs in Zuid .Amerika zit men er en zijn opstandelingen troepen in 1824 in de Peru- "«Sfo. J^ai^nken aan de voor ons oude eVenspatronenwaarvan men n "to* vensI los werkt in de weten- 'Npï, Peru weer heel groot kan ,feru is zonder twijfel een rijk Nk vooral aan mineralen, l'i go ;jaarden die zich hier rijkelijk fc' Vn'd en zilver voorzagen, thans is «Nt, t5a* koper dat hier gedolven land is te verdelen in drie Vnhet„CU,.. - V 8 kv» zeer primitieve, in afzonde- Zotieg Het kustgebied, defAndes azonegebied, het laatste ver- dunst bevolkt door in hoofd- le zeer primitieve, in afzonde- etlde Indianenstammen. De le- J^stg ®r van het land loopt door het r*i 6n led waar de grote steden lig- °envTaar zich ook de uitgestrekte p.., e a rijstakkers en velden, Nj trQn men suikerriet en an- ^sche gewassen kweekt. DE SPAANSE TIJD heeft Peru aai(t0mrnelige Ontwikkeling doorge- ,.1 getekend door politieke onrust Rechten met de buurlanden Bo ni^ alt-11'1' en 00k Ecuador, die lang v-<« j,t id even gunstig verliepen. De IjN\veiesident volgde de ander snel op, vNd steeds gebonden aan of in moei- i aar; atl rnet de machtige rijke stand, As ü,.slechts enkele families de la- N deelden en voortdurend de weg Nte ®ciale verbeteringen voor het Al on l'diaanse volksdeel afsneden. N e6t1 dag van vandaag handhaaft lh Nd Zekere onrust in dit reusachti- a do ^aarvan de miljoenenstad Li- Nior SW1 is. jNt j,p*egeert ook de huidige presi- to Po 6 erl OOK ae nuiuigc f»'- 3 atch3nando Belaunde Terry, in fei- OOgj. ec* van beroep. Hij is de gro- jV ^an de „alianza" tussen de V^tian °Pular" en de „Democratos (m? h6t°?"' de twee leidende Parti)en to on d' Zii staan bloot aan een Nj vP£)°sitie van de socialistische la -n? de feUe grijze politicus Haya wiens grote droom het nog altijd is de Indiaanse bevolking van alle Latijnse staten in èén mach tige partij te verenigen. En ook aan die van de ex-dictator generaal Odria met zijn „Union Nacional" voorstan der van absolute macht. Belaunde heeft een uitgebreid programma o.a. gebaseerd op het openleggen van het land door de aanleg van vele goede wegen en op het stimuleren van de in dustrie, vooral met buitenlands kapi taal. Dwars door alle opposities heen drijft hij zijn plannen door. En eigenlijk heeft hij ook nog altijd rekening te houden met de talrijke uiterst linkse volgelingen van Hugo Blanco, de Castro-achtige figuur van Peru, die nu in de staatsgevangenis van Arequipa wacht op zijn terecht stelling. Of die er zal komen? Velen betwijfelen het. Want een dode Hugo Blanco is op slag een martelaar en held van het volk, een „dode" bron van voortdurende onrust. Het grote wilde avontuur van Hugo Blanco be gon zo'n vijf jaar geleden in de stijl van felle ophitsende toespraken. Blan co kleedde zich precies a la Castro, in battledress dus en met de vechtbaret op. Alleen de baard liet hij achterwe ge, maar zijn duizenden volgelingen wensten ook dit detail aan hun uiter lijk toe te voegen. Hugo Blanco, de grote opruier, de meesterlijke causeur werd opgepakt. Maar hij slaagde erin te ontsnappen en had toen in een oogwenk, naar men aanneemt met de steun van speciaal hiervoor getrainde Cubanen, een com pleet guerrillaleger op de been. Dit le ger nestelde zich op vier centrale pun ten in de ontoegankelijke bergen van Peru. Aanvankelijk heeft men Blanco en de zijnen schromelijk onderschat. De politietroepen die men op hen af zond, werden meedogenloos in de pan gehakt. Er was er niet een die dit bloedbad overleefde. Eerst toen kende men de ernst van de situatie. Er ontstond nu een speci ale afdeling in het leger, genaamd „de Rangers". Men zou van speciaal ge trainde paratroopers kunnen spreken, die het karwei in recordtijd klaarden. Men neemt aan dat achter deze op- ruimactie speciale Amerikaanse in structeurs stonden. Instructeurs van wie men in ieder geval weet dat deze het Rangerscorps van het Peruviaanse leger hebben opgeleid. Eerst werden de stellingen van Blanco meedogen loos gebombardeerd. Daarna werden zij stormenderhand genomen. Opnieuw een afschuwelijk bloedbad, waarin men op een enkele uitzondering na geen re bel spaarde. Tot die uitzonderingen be hoorde Hugo Blanco fn wiens dood men nog altijd grote gevaren ziet. Belaunde wordt daar op geregelde tijden aan herinnerd door grote demon straties, zoals wij het die avond zagen op de Plaza San Martin in het hart van Lima. Een reusachtige menigte was er op de been, gillend en schreeuwend om de vrijheid van hun grote leider. Jeugdige aanhangers droegen spandoe ken en duwden je als het ware met je neus op dikke stapels communistische lectuur, die in tientallen stalletjes wa ren verzameld. Hoog op een met vlag gen en portretten versierd podium voerden verschillende sprekers, onder wie de vrouw van Hugo Blancohet woord. Hun toon loog er niet om. De spanning onder de menigte groeide In de zaken rondom het plein had men de stalen luiken laten zakken. In de zijstraten stonden tientallen politieman nen te wachten. Vier hoge officieren met een telefoon in de hand hielden een scherp toezicht op de menigte. Op het minste of geringste teken van op roer, zouden zij direct versterkingen laten aanrukken. Ondertussen keken zij onbewogen en ook wel ongeïnteres seerd toe. Ze waren zelfs bereid even met een vrolijke glimlach voor onze fo tograaf te poseren. Het ging hier im mers om een normale routinezaak. Het grote waterkanon in een van de zij straten gereed gehouden stond er toch ook maar onder het motto van. je kunt nooit weten! HET IS DIE NACHT niet op een rel uitgelopen in Lima. De normale afkoe ling, waar je als buitenstaander al lang niet meer in geloofde, kwam snel en onverwacht. De gemoederen bedaar den en men ging weer heen, voorna melijk naar de grauwe sloppen en ste gen rondom het centrum en in de bui tenwijken van de stad, waar vele pau pers nog in grotten wonen, als een soort Tellembewoners. Die grot is dan nog het prille, trieste begin van een betere behuizing, waarvoor men ijve rig spaart en het gehele gezin de mid delen aandraagt. Het begint met het optrekken van een muur. Dan vol gen de andere. Vervolgens maakt men binnen enkele afscheidingen en ten slotte, als het allerlaatste, volgt dan het dak, want regenen doet het hier maar hoogst zelden. De bouwwerkjes zijn wankel en provisorisch en storten vaak al bij de minste, geringste aard- trilling in. Aardtrillingen heeft men vaak in Pe ru. Aardbevingen zijn er trouwens ook geen zeldzaamheid. Bij onze aankomst in Peru had men er net een achter de rug. Vooral Callao, de haven van Li ma was er door getroffen. Het resul taat was een geweldige chaos van puin hopen, vooral in de arme buurten en bij de huizen die niet, zoals dat hier dan heet, aardbevingsvrij zijn. Ook zo'n aardbeving is hier een zaak van routi ne geworden. Het begint met het slin geren van bomen en lantaarnpalen. De ruiten in de huizen gaan door de tril lingen angstaanjagend „huilen". Ver volgens splijten de muren en scheuren de straten open. De heer W. Beuk, als agent van de KNSM in Lima werkzaam, vertelde ons: „Je eerste reactie is natuurlijk toch van dit is het einde. Ik voor mij ben dan geen „zittenblijver". Ik kruip.. instinctief naar de beste plekken. Dat zijn de deurpost of het trapportaal. De laatste aardbeving duurde nog geen anderhalve minuut. Maar het leek wel een uur. Direct er na volgt eerst een stilte. Dan rent iedereen de straat op, men gaat op de vlucht. Men bestormt de taxi's en klimt in andere auto's, of de bestuurder daar van gediend is of niet. Men rijdt als dwazen op elkaar in. De chaos is dan volkomen. Maar de eerste avond al beginnen de oprui mingswerkzaamheden. En als het dag wordt is de meeste rommel opgeruimd. Dat is een psychologisch trekje van de overheid. Men wil direct zoveel mo gelijk sporen uitwissen. Dat bevordert de rust. Dat is ook de les die men uit dergelijke toestanden heeft getrokken. Opvallend vond ik ook, dat nog geen tien seconden na de laatste schok radio Victoria, een van de vijftig commer ciële radiostations die men hier heeft, al weer in de lucht was met de opmer king: „Wij van radio Victoria zijn allen in goede welstand. Dames en heren, drink toch vooral Inca-Cola, zacht en toch heerlijk verfrissend." Parijse heemschutters tevergeefs in geweer SS»? 'v v:' ft "-Jv W ieue griJze Püilt^ua u/uuiu.. nrnpide Opvallend vond ik ook, dat nog ge rr6, wiens grote droom het spanning onder de menigte groeiae DE HEER BEUK maakt deel uit van een groep Nederlanders, die zeker niet de kleinste is van de sterke bui tenlandse kolonie in Peru. Er valt hier goed zaken te doen. Met name in de groeiende vismeelindustrie, waarop vooral de Japanners zich hebben ge worpen. „Vismeel is het nieuwe goud van Peru," zei ons de 37-jarige Gosse- ün De Vries, ex-KLM-steward, en nu een vermogend man, eigenaar van twee luxe villa's met zwemboot in de neperdure buitenwijken van Lima. Ook hij moet het hebben van de hausse in „anchovetas" langs de kust, de visjes die in de koude Humboldt- stroom naar de oppervlakte komen en daar een zeer gemakkelijke prooi vor men voor de reusachtige vissersvloot (3000 schepen) van Peru. Immers deze polaire stroom is rijk aan plankton, het voedsel voor deze vis. De visjes komen in grote scholen, opgejaagd door de tonijnen, die ook al een belang rijk deel van de visvangst bepalen. Gosselin de Vries vertelde ons dat de vismeelindustrie zich snel ontwik kelt. De regering heeft speciale maat regelen genomen die het de buiten landse investeerder mogelijk maken, tien jaar lang belastingvrij te draaien, machines, netten enz. importvrij aan te voeren: men moet zich houden aan een maximale vangst per seizoen en aan de visloze tijd tijdens het kuitschie- ten. Maar dat staat een grote winst toch niet in de weg, vooral als men be denkt, dat de „anchoveteras", de speci- ale vissersboten van Peru gemakkelijk zo'n honderd ton ineens in de netten kunnen hebben. Vliegtuigjes die de zee af speuren, brengen hen naar de juiste plekken. Het is als het ware een voort durende pendel tussen de zee en de vismeelfabrieken, waar de boten aan leggen langs grote elevatoren die de vis via een onderwatertunnel in de fa briek zuigen. Over banden rolt de vis van de kookplaten naar de pers waar de olie, het vochtige bestanddeel, er uit wordt gedrukt. Het vaste bestanddeel gaat via de drogerij naar de molens, waar het gemalen wordt tot het in meel naar buiten komt. Vismeel wordt vooral verwerkt in mengvoeder voor varkens en kippen, maar, zoals Gosse lin de Vries ons uitlegde, „de tijd is niet meer veraf dat we er ook kunst vlees van gaan maken. In Amerika heeft men op dit punt al verregaande proeven achter de rug. Nu zijn het vooral Japanse ondernemers die hier in actie zijn. Maar ik ben van mening dat er hier ook voor Nederlanders, vissers zowel als ondernemers goede mogelijkheden liggen. Nederland is trouwens met Amerika, West-Duits- land en Japan de grote afnemer van dit Peruviaanse goud." EEN JONGE, opkomende industrie, uit niets opgebouwd zoals eigenlijk ook de hele stad Lima uit niets werd gesticht door de ex-varkensslager Pi zarro. De stad groeit in een formida bel tempo, en verwacht tegen het jaar tweeduizend ruim tien miljoen inwo ners. Uitgroeiend rondom het oude hart met de smalle typisch Spaanse- straten en de witte paleizen met de hoge houten veranda's, de erkers vol sierlijk snijwerk. Een Spaans cordon rondom de witte kathedraal, waarin, naar men met stelligheid beweert Francisco-de-vermetele in een glazen kist ligt. Achter een groot hek heb ben we in deze kerk inderdaad de gla zen kist aangetroffen, stonden wij oog in oog met het hard bruine geraamte dat van Francisco Pizarro zou zijn. Een verzameling knekels, hoe oneerbiedig dat ook mag klinken, gelijkend op zoet hout, waar slimme fooitjesjagers de nieuwsgierigen met een devotelijke buiging afleveren. Met in hun peinzen de oogopslag nog altijd iets van: „De een z'n dood is de ander z'n brood." -i. (Van onze correspondent) De regering zal het plan, dat met grote meerderheid de goedkeuring van de Parijse gemeenteraad kreeg, wel goedkeuren. Het is reeds zo ver fi nancieel voorbereid, dat annulering on mogelijk lijkt. Het Parijse gemeente raadslid, de heemschutter Frédéric Du- pont, ziet de uitspraak van de com missie als een „baroud d'honneur een laatste gevecht omwille van de eer, in de hartstochtelijke strijd tussen an tiek en modern, tussen behoudenden en vooruitstrevend en die jarenlang het ontstaan van het project heeft bege leid. Straks komt ook de definitieve beslissing aan de orde over het terrein in het hart van de city, waar de Parijse centrale markthallen eind 1968 het veld ruimen. De wolkenkrabber zal vermoedelijk eind 1970 voltooid zijn, dank zij de Ame rikaanse know-how in de hoogbouw. In de stedebouwkundige rubrieken heet de wolkenkrabber officieel „tour Maine-Montparnasse", de Maine-Mont- parnasse-toren. Hij moet verrijzen op de oude plaats van het bijzonder lelijke station van Montparnasse, dat in het voorjaar gesloopt zal zijn. De „toren" is het grootste sluitstuk van een nieuw stedebouwkundig geheel ter vervanging van een rommelige en smerige wijk. Er staat reeds een nieuw station en het Immense hoofdkwartier van Air France. Hoogbouw allemaal, met res pectabele breedten en lengten, groots van proporties en met een spel van vlakken en volumes, van horizontale, vertikale en diagonale lijnen, die het geometrisch geoefend oog behagen Moet de wolkenkrabber per se 185 meter hoog zijn? De „commission des sites" is al tevreden met 135 meter. Een wolkenkrabber van die hoogte zal klassieke Parijse perspectieven, zoals vanaf het Champs-de-Mars, vanaf de Concorde, vanaf de Invalides, of de Séine-kaden, niet verstoren. 185 meter is voor de esthetiek vernietigend. Bij polemiek rond de wolkenkrab ber zeggen de modernisten: „Parijs moet leven met zijn eeuw, de twintig ste: beter nog, het moet de eenen twintigste aankondigen." De „ouder- wetsen": „Dat het Panthéon, de Are de Triomphe, en de torens van de Notre-Dame overheerst zullen gaan worden door een toren van het geld en van de zaken is onverteerbaar. 135 meter of 50 meter hoger is vooral een kwestie van rentabiliteit, meer dan van architectentrots. Gemeenteraad en regering willen de exploitatie van het plan in handen leg gen van een Frans-Amerikaanse firma, de „Société de la Tour Maine-Mont parnasse". Het kapitaal zal voor procent geleverd worden door de Ame rikaanse makelaars Collins Tuttle. 51 procent vertegenwoordigt de deelname van Franse belanghebbenden. De uit voeringskosten zijn begroot op 100 mil joen dollar, 500 miljoen Franse francs, dank zij de Frans-Amerikaanse „so ciété" geheel buiten bezwaar van Frans overheidsgeld. Wat er allemaal in de wolkenkrab ber zal komen? Een hotel van 250 ka mers, meerdere restaurants en cafeta ria's, ettelijke banken, 80.000 vierkan te meter vloer voor magazijnen en win kelbedrijven, een medisch centrum, wandelgalerijen en patio's, een kunst ijsbaan en een zwembad, bioscoop- en schouwburgzalen, tentoonstellingszalen en op het dak een vliegveld voor heli kopters. De „tour Maine-Montparnas se", 's werelds grootste handels- en zakencentrum, biedt ook overvloedig plaats voor kuituur, kunst en vermaakj op zakelijke basis.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 21