President Tito in Wenen Kerk in beraad met het oog op de wereld Nederlandse verkiezingen in de buitenlandse pers DavitamonlO Elke dag. r CHRISTENEN OVERWINNEN CRISIS DOOR ZICH TOT ALLEN TE WENDEN KERK IN BEWEGING Schone voornemens Pendelbeweging Kerken in beweging Rome en reformatie De nieuwe situatie DE TUD ZATERDAG 18 FEBRUARI 1967 DOOR DR. K. J. HAHN IN HET ARTIKEL, dat Lucas Grollen- berg schreef ter herdenking van het 750- jarig bestaan van de Dominicanerorde „De orde der Predikheren herdenkt zijn oorsprong" (De Tijd van 24 december '66) geeft hij terloops een karakteristiek van de Nederlandse katholieke kerkpro vincie. „Die zit in een historische pendel beweging. Van een spreekwoordelijke en in het buitenland overdreven geachte .volgzaamheid" zijn wij nu aan het door slaan naar het tegenovergestelde uiterste. Geen aanwijsbaar individu is schuldig aan het een of het ander. DOOR PROF. DR. IR. F. PH. A. TELLEGEN is Prof. dr. ir. F. Ph. A. Tellegen hoogleraar in de wijsbegeerte aan T.H. te Eindhoven. Hij doceerde mistische wijsbegeerte aan de te Delft.Van 1945 tot 1957 wa= jn voorzitter van de Katholieke Ac Nederland. HET BEZOEK van het Joegoslavische staatshoofd aan Wenen is niet zonder diepere betekenis. Zo wordt het door de Oostenrijkers en in niet mindere mate door Tito zelf gevoeld. Het is diet de eerste keer dat Tito naar We nen komt. De omstandigheden zijn echter gewijzigd. Vóór de Eerste We reldoorlog was hij er als wachtmeester Jozip Broz, tussen de beide wereld oorlogen als communistisch emigrant en nu als leider van de naburige com munistische staat, waar 53 jaar ge leden de Oostenrijks-Hongaarse troon opvolger Franz Ferdinand door een Servische patriot werd vermoord, het geen het einde van de Donau-monarchie inleidde. Tito brengt nu een vriend schappelijk bezoek aan de kleine neutra le machteloze maar niet onbelang rijke erfgenaam van deze grote Donau- monarchie. Het gaat bij dit bezoek allereerst om de versterking van de goede be trekkingen tussen de beide landen. Hiertoe had al veel bijgedragen het bezoek van bondskanselier Klaus aan Joegoslavië in 1965. Dit paste geheel in de nieuwe, met veel diplomatiek vermogen uitgewerkte politiek van Oostenrijk in Oost-Europa. Wenen her vat de oude traditie van brug te zijn tussen het Westen 'en het Oosten. De rede, die bondskanselier. Klaus toen in Belgrado hield, bewijst met hoeveel oprechtheid en moed Oostenrijk deze rol herneemt, in het volle bewustzijn dat het cultureel verbonden blijft met de christelijke traditie en cultuur van West-Europa. Dat Tito nu dit bezoek met een tegenbezoek aan Wenen be antwoordt, bewijst dat-hij op deze ba sis de natuurlijke betrekkingen wil verbeteren, uitbreiden en verdiepen. DIT IS NIET toevallig. Tito is sinds het begin van het Russisch-Chinese conflict, dus sinds duidelijk werd dat Moskou tegenover zijn Europese satel lieten voorzichtiger moet optreden, op nieuw bezig met zijn oude plan: hech tere samenwerking van de Balkansta- ten. Men zal zich herinneren dat dit plan o.a. de oorzaak was van de breuk tussen Stalin en Tito. De toenmalige heerser in het Kremlin voorzag met een de gevolgen van een dergelijke fe deratie van de Balkanstaten: een con currentie voor Moskou, dat zijn greep op de staten van de Balkan moest ver liezen. Nu vindt Tito bij Roemenië en Bulgarije opnieuw gehoor. Hongarije aarzelt nog. Rusland kan echter niet meer doen dan wantrouwend toekijken. De tijden van een brutaal^ Stalinis tisch ingrijpen als in 1949 zijn geheel voorbij. Voor de kleine staten op de Balkan is het natuurlijk van bijzonder belang Oostenrijk niet te vergeten. Om vele redenen. Oostenrijk is een westelijk land en daarom onttrokken aan de di recte invloed van Moskou. Oostenrijk heeft bovendien een oude en lange tra ditie op het gebied van samenwerking op de Balkan. Het heeft in de laatste jaren reeds bewezen dat het deze tra ditie niet uit het oog heeft verloren. Er is meer. Tito wil zijn positie in de communistische wereld versterken door op eigen houtje en op zijn ma nier de betrekkingen met het Westen uit te breiden. Hij heeft verleden jaar diplomatieke betrekkingen met het Va- ticaan aangeknoopt, hetgeen achter het IJzeren Gordijn en in alle „satel- lietlanden" een sterke indruk heeft ge maakt, vooral in Polen. Hij zoekt be trekkingen met de EEG en hij heeft, als eerste communistische leider, de nieuwe regeringspolitiek van Kiesinger tegenover Oost-Europa nadrukkelijk goedgekeurd. TITO HERVAT dus ook zijn oude droom van een wijde groepering van neutrale blokvrije landen. Na de dood van Nehroe, de arrestatie van Ben Bella, het wegvallen van Soekarno en de sterke binding van Nasser aan Moskou hebben de vroegere wereldwij de perspectieven van dit neutralisme voorlopig irreëel doen zijn. Op de Bal kan en Midden-Europa bestaan nieuwe kansen. Ze worden met zorg bestu deerd, uitgewerkt en tegen inwerking van buiten beveiligd. Tito keert zich nadrukkelijk tegen een internationale conferentie van de com munistische landen, omdat hij hierin een poging van Moskou ziet zich we derom met de buitenlandse politiek van de afzonderlijke communistische lan den bezig te houden. Tito wil zijn eigen land en de andere communistische lan den van de Balkan hiertegen vrijwaren. Slechts zo kan hij zijn oude plan voor een groepering van autonome, onafhan kelijke en neutrale landen op de Bal kan verwezenlijken. In dit plan heeft nu ook Oostenrijk een bijzondere plaats. En omdat Oos tenrijk met nieuwe belangstelling en oude ervaring eveneens naar Zuid oost-Europa kijkt, is het niet zonder een zekere historische pikanterie als men de communistische leider Tito in het paleis Schönbrunn voor een schilderij van keizerin Maria Thérèsia ziet staan. De buitenlandse pers heeft de ver kiezingen in ons land met belangstel ling gevolgd. Verscheidene bladen hebben commentaren en verslagen aan de uitslag gewijd. ZO SCHRIJFT DE BRITSE TIMES: .„de katholieken en socialisten heb ben terrein verloren aan de kleinere partijen en aan een geheelnieuwe partij Democraten '66. Een gedeel te van het Nederlandse electroraat heeft laten zien dat zij moe is van soalitie-regeringen, die gemakkelijker uiteen vallen dan dat ze samengesteld worden ...De politieke opvattingen van de grote partijen met betrekking tot vraagstukken als de economiede huis vesting en de geheel nieuwe ervaring van de werkloosheid verschillen niet zo veel van elkaar, maar een tradi tionele band tussen de Kerken en de politiek is verbroken. Dit jaar kregen de katholieken van hun episcopaat voor het eerst te ho ren dat zij niet noodzakelijkerwijs op de confessionele partij behoefden te stemmen. Het aantal katholieken, dat confessioneel bleef stemmen daalde met ongeveer éénvijfde, waarschijnlijk als gevolg van een doorbraak bij de vakverenigingen en onder de jeugd Het is meer dan tijd dat de Neder landers de noodzaak beseffen van min der en sterkere politieke partijen, en een krachtiger regering." THE GUARDIAN publiceerde in te genstelling tot The Times, geen hoofd artikel over de Nederlandse verkiezin gen, maar bracht het nieuws onder de kop „Opstand van Nederlandse kie zers"! Het blad schrijft: Aanzienlijke verliezen werden ge leden door de vanouds machtige Ka tholieken en Socialisten. Radicale par tijen die vochten voor een drastische verandering in het politieke denken, boekten belangrijke overwinningen. Het meest opvallende resultaat werd be haald door de Democraten '66, die in de Tweede Kamer 7 zetels verover den. Deze partij werd acht maanden geleden opgericht om te strijden voor de afschaffing van het systeem van evenredige vertegenwoordiging, min der partijen en de (rechtstreekse) ver kiezing van de minister-president." Zeer uitgebreid zijn de commentaren In de Belgische pers. DE STANDAARD (België) schrijft onder de kop „Onbehagen", dat de grote partijen in vervroegde verkiezin gen hét middel hadden gezien om een volksvertegenwoordiging te krijgen, die duidelijker aangaf in welke richting het land moest worden bestuurd. ,,De legkaart, die thans uit de bu3 is gekomen, is zo mogelijk echter nog onduidelijker. Zij brengt in ieder ge val een grotere versplintering en maakt de kabinetsformatie nog moeilijker dan zij reeds was." HET LAATSTE NIEUWS (Idem) meent dat het Nederlandse kiezers volk „waarlijk op drift is geslagen". Vele tienduizenden stemmen zijn weg gegooid aan splinterpartijen, die geen schijn van kans maakten. ,,De kiezers, die zozeer behoefte had den aan duidelijkheid in de politiek, hebben zelf nagelaten aan te geven welke koers het beleid moet volgen." DE GAZET VAN ANTWERPEN noemt de teruggang van de socialisten een verschijnsel, dat men ook in andere landen al vaker heeft gezien, maar de achteruitgang van de KVP is terug te voeren op typisch Nederlandse toestan den. Het is een gevaarlijk teken, dat ADVERTENTIE Het gaat ieder van ons te boven. Maar wie de crisis zo ziet, mag hopen dat zij zal uitlopen op iets beters, het van harte gezamenlijk aan vaarden van een nieuwe situatie". Grollenberg geeft aldus een juiste en goed bruikbare histo- risch-sociok>gische beschrijving. Hij stelt dat de Nederlandse katholieke kerk in een crisis ver keert; zij is op zoek naar zichzelf, naar haar identiteit. En wie in die crisis betrokken is en haar tegelijk zó nuchter kan bezien, mag hopen op een vruchtbare overwinning ervan, op het van harte aanvaarden van een nieuwe situatie. Ik stem met Grollenbergs karakteristiek gaar ne in en ik zal haar gebruiken als het uit gangspunt van een beschouwing over het Pas toraal Concilie van onze kerkprovincie. Voor eerst vraagt de historische pendelbeweging om een nadere concretisering. Hoe kwam de Ne derlandse katholieke kerk in beweging en waar door raakte zij in een stroomversnelling, een kritieke situatie? Daarop volgt de vraag wat er te zeggen valt over de nieuwe situatie, die van harte gezamenlijk aanvaard zou moeten worden. Kan men deze toekomstige situatie al leen negatief omschrijven wat wij moeten behouden of wat wij moeten kwijtraken of ook en vooral positief: waarheen wij op weg zijn als christenen in déze wereld? Daarna zal het mogelijk zijn op te helderen hóe wij als Nederlandse kerk in beraad moeten gaan om de overwinning van de crisis te mogen ver hopen, om te zijner tijd te kunnen constateren dat het inderdaad een groeicrisis is geweest. (1). volgens een snel sociologisch onderzoek de KVP 38 procent van haar jongere kiezers zag deserteren. Het Zwitserse blad NEUE ZÜRCHER ZEITUNG meldt: de verkiezingsuitslag is een duide lijk bewijs van het politieke onbeha gen dat in Nederland leeft. De opval lend grote terruggang van de katho lieken en de socialisten kan vooral ver klaard worden uit het feit dat er ge durende de afgelopen vier jaar, twee regeringscrises zijn geweestHet groeiende onbehagen werd reeds voor de verkiezingen duidelijk en uitte zich in de vorming van een groot aantal splinterpartijen, die met hun kritiek op de grote partijen naar de gunst van de kiezers dongen Van de Franse commentaren zijn die van Le Monde en Le Figaro het be langrijkste: LE MONDE schrijft onder de kop: „Echec van de grote partijen in Ne derland" „De algemene verkiezingen, die woensdag, in Nederland zijn gehouden hebben de nederlaag van de grote tra ditionele politieke formaties te zien gegeven en het succes van nieuwelin gen of van partijen, die men altijd als te verwaarlozen heeft beschouwd Op het politieke en religieuze plan maken de katholieken momenteel een periode van moeilijke aanpassing door... Het is niet onmogelijk dat de vrijheid om te stemmen op welke partij men ook wil, die het episcopaat op de voor avond van de verkiezingen heeft af gekondigd, bij een zeker aantal, vroe ger altijd traditioneel stemmende kiezers, het verlaten van hun confes sionele partij heeft vergemakkelijkt." Volgens LE FIGARO wekt de ver kiezingsuitslag „verrassing en onge rustheid." Het blad zegt: „Als de leiders van de oude, grote partijen vannacht slecht hebben gesla pen, dan is dit te wijten aan deze kinderen van de twijfel" (bedoeld wordt D '66), die vrolijk alle ideolo gieën en dogma's over boord hebben gegooid nemers uit het kerkvolk betekende de K.A. vooral onderzoek van de maatschappelijke ver anderingen en bezinning op de vraag wat hun als christenen te doen staat. Aan de kerkelijke structuren zelf kwam de K.A. niet toe. Zij deed voorbereidend werk in parochiële gespreks groepen en parochieraden. In de St Willibrordvereniging ligt het begin van de oecumenische beweging in katholieke kring. Door de gesprekken tussen ambtsdra gers komen de kerken zelf in het geding. De weg naar „de gelovigen" werd geopend door de samenwerking van „De Horst" en „De Horst- ink", het reformatorische en het katholieke in stituut over de vragen van kerk en wereld. Op het politieke vlak was een apart initiatief nodig; katholieke actie en oecumenische bewe ging moesten wel buiten het concrete politieke bedrijf blijven op grond van hun binding aan „De hiërarchie". In deze jaren van voorbereiding (1945-1960), van in beweging komen, was de Nederlandse katholieke kerk zover in zelfbezinning gevor derd, dat velen actief meeleefden met Vati- canum II (mogelijk gemaakt door pers, radio en televisie) en werd een voortreffelijke Neder landse informatiedienst ingericht (D.O.C.). Vooral door dit concilie raakte de bestaande beweging in een stroomversnelling. Deze was hier èn in Rome vooral binnenkerkelijk ge richt: op een nieuwe formulering van de ge- doende voorwaarde om aan eigen identl*®'*nei» aan onderlinge eenheid vruchtbaar te K f „u-fotonen werken. Dat is de wijze waarop christenen op hun crisis heen komen: door zich allereer allen te richten, tot allen te wenden. d« kunnen komen. Dan bestaat de nieuwe situatie niet in een nieuwe „toestand", in een nieuwe stabiliteit, maar in samen op weg zijn, in een nieuw perspectief. Valt er iets positiefs te zeggen over deze nieuwe situatie en haar perspectief? Zijn er ontwikkelingslijnen te herkennen, die de rich ting waarin wij gaan, aanduiden? Ik denk het wel. Om maar met de volgzaamheid te begin nen, wij mogen verwachten dat zij vervangen zal worden door een actief streven naar vol wassen gehoorzaamheid. Overheid en onderda nen zullen er blijven, maar in nu nog onher kenbaar andere vormen. De regel van Taizé geeft meen ik al een begin: de prior zal erop toezien dat de broeders op de juiste wijze gehoorzamen; als volwassen christenen en niet als onderhorigen. Gezag uitoefenen is niet mo gelijk wanneer ondergeschikten van hun eigen verantwoordelijkheid uit geen gezag erkennen "Overwinning van de gescheidenheid grond'" Mals^dat^weiwordtgenoemd^^^ der christenen staat in het verschiet, niet een schuilt een f °°t «evaar in Want he^ herstelde uniformiteit. Daarbij gaat het niet ons om te beginnen met een verklaring e„ om de terugkeer naar Rome, noch om toetre den tot de Wereldraad, die immers zelf geen kerk wenst te zijn. Het gaat om de oecumeni sche dimensie van het christendom: het schep pen van een ruimte, waarin christenen per soonlijk en groepsgewijze hun eigen variant van de eenheid in de Heer kunnen vormgeven HET IS NIET ZO GEMAKKELIJK °l£der Nederlandse „kerk in beraad", om het t« lands pastoraal concilie in nieuwe stijl ven zetten en te doen verlopen in de hie omschreven richting: zelfbezinning me nt oog gericht op alle mensen en hun noden. K het is vooral de binnenkerkelijke problem» 1(J die ons bezig houdt en de dienst aan de ter» is niet afwezig, maar hij staat „op de^ a p9af ER IS, SCHIJNT MIJ, geen Europees land, waar de jongste historische regionale en sociale tegenstellingen zodanig verweven zijn met le vensbeschouwelijke verschillen als in Neder land. En waar de regionale en sociale eman cipatiebewegingen zozeer gebonden zijn aan Ro me, de Reformatie en het Humanisme (als le vensbeschouwing genomen). De stelselmatige opdeling van de samenleving is herkenbaar in de maatschappelijke structuur, in de construc tie van levensbeschouwelijke zuilen, die teza men één dak dragen: de Nederlandse samen leving. Zoiets is alleen mogelijk op basis van groepen met een sterke eensgezindheid, met een doelstelling en een organisatie, die het hele leven doortrekt en stempelt. Het is niet te ver wonderen dat de rooms-katholieke variant van het christendom daarin goed slaagde. Want zij steunt op de opvatting van de kerk als heil brengend instituut, hetgeen gemakkelijk wordt geassocieerd aan de staat als instituut. (2). Aan deze constructie, die het heil brengt en het hele leven omvat, is eenheid van leiding en volgzaamheid van leden eigen. Deze werd, aldus Grollenberg, in het buitenland overdre ven geacht. Ik meen daaraan te moeten toe voegen, dat met name leken in het buitenland veelal niets voelden voor navolgingvan onze maatschappelijke inplanting van de kerk. De regionale en sociale tegenstellingen wer den gaandeweg doorbroken; vormen van sa menwerking ontstonden. De Hollanden tegen de randgewesten, „boven de rivieren" tegen het zuiden, stad tegenover land, zij alle raakten op de achtergrond. De emancipatie van de vrouwen en de jeugd is gaande, en de tegen stelling tussen werkgevers en werknemers ver sleten termen gaat gepaard met overleg. Als laatste in de rij volgt de relativering van de levensbeschouwelijke gescheidenheid. Ker ken komen tot gesprek en samenwerking. Het begin hiervan vinden we in het verzet tegen de onmenselijke onderdrukking en in de nood- leniging aan de slachtoffers, toen kerkleden èn kerken elkaar vonden. Laten wij niet vergeten, dat de nood in „de wereld" de verstarde ver deeldheid van de kerken doorbrak. DE KERKEN KWAMEN in beweging lei ders en leden. De nood in de wereld bracht hen tot handelen èn tot zelfbezinning, zowel wat betreft hun eigen identiteit, als wat de wereld aangaat. Het lijkt mij dat de refor matorische kerken, kort na de bevrijding, zich deze crisistoestand het eerste bewust werden. Gescheidenheid van denominaties werd in de Synode der Nederlands Hervormde Kerk over brugd; „Kerk en Wereld" werd gesticht, vrucht baar in bezinning, vorming en opleiding, en gericht op de verhouding, waarvan de naam spreekt. De daarin betrokken kerken verbra ken de overgeleverde banden met bepaalde so ciale lagen en met bepaalde politieke stelling namen. Deze reformatorische kerxen gingen op zoek naar een nieuw begrip van zichzelf en een daarmee verbonden dienstverlening aan „de wereld", een bijdrage aan de vervulling van de verlangens van alle mensen. Ook de katholieke kerk in Nederland kwam na de bevrijding in beweging. Ik noem slechts enkele, in dit verband significante voorbeelden. Dat zijn de Katholieke Actie, de St. Willibrord vereniging en de politieke „doorbraak" van een groep jonge katholieken naar de Partij van de Arbeid. De Katholieke Actie, gaandeweg meer door leden van het „kerkvolk" geleid, richtte haar aandacht en werk op huwelijk en gezin, op arbeid en beroep, op sociale noodleniging en maatschappelijke organisatie. Voor vele deelne mende priesters betekende dit een nieuwe ont moeting met „gelovigen", met name een ken nismaking met de problematiek van „de we reld", van alle mensen. En voor vele deel- loofsinhoud, op een nieuwe structurering van de wereldkerk en op vernieuwing van de vie ring der geloofsgeheimen. Op elk van deze drie gebieden kan men van crisis spreken, van een fundamenteel op zoek gaan naar andere uit drukkingsvormen in woord, in werk en in structuur, naar een andere beleving van het christen-zijn. Crisis is ook verwarring. De actuele situatie wordt door sommigen getekend als het verlie zen van het oorspronkelijk gegevene, door an deren als de overwinning van een verkeerde ontwikkeling sinds Constantijn. Grollenberg spreekt terecht van een binnenhistorisch ge beuren, van een nieuwe situatie: samen op zoek gaan naar nieuwe beleving en nieuwe gestal- tegeving van het oorspronkelijk „gegeven" van dè Bron van de Openbaring: Christus en de H. Schrift. WANNEER MEN dit schetsmatig stukje ge schiedenis overziet, valt het op, dat het aggior- namento in reformatorische kring cultuur en po litiek vanaf het begin omvatte. Vragen van geloof en kerkorde zijn tegelijk aan bod met vragen van leven en werken, in het klein en in het groot, in wereldverband. Na het bijwo nen van een conferentie op „Kerk en Wereld" (dec. '66), waarin verslag werd gegeven van de studieconferentie van de wereldraad van Kerken in Genève (aug. '66), heb ik de indruk gekregen, dat de behandeling van „Life and Work" in de Wereldraad van Kerken de voor rang krijgt boven die van Faith and Order". Dat zou betekenen, dat het zoeken naar een nieuwe identiteit door deze samenwerkende ker ken uit móét gaan van de vragen die de wereld aan deze kerken stelt en dat alléén vandaaruit een vruchtbare behandeling van binnenkerke lijke problematiek te verwachten is. Het aggiornamento in de katholieke kerk dat wil zeggen Vaticanum II en de crisis in de Nederlandse kerk is vanaf het begin sterk binnenkerkelijk gericht, in te genstelling tot de oproep van Paus Joan nes XXIII in „Pacem in terris". De naam van de encycliek zegt al genoeg! Actieve deelname uit de katholieke kerk aan het pro bleem van de wereldvrede en het recht van de „arme landen" één probleem blijft achter bij hetgeen de Wereldraad en de Ne derlands Hervormde Synode ondernemen. Het is tekenend, dat schema XIII over kerk en wereld bij de opzet van Vaticanum II niet was voorzien, zodat het als laatste moest worden toegevoegd. Bevoegde commentatoren spreken van een eerste ontwerp. Er zal veel studie en overleg voor nodig zijn, en bepaald niet alleen van bisschoppen en theologen, om een tekst te kunnen verwachten, die een bij drage tot het wereldzoeken inhoudt. Ik ben van mening, dat het in de Nederlandse kerkpro vincie niet anders ligt. Hoeveel aandacht werd er geschonken, hoeveel informatie verstrekt over voorwerk en resultaat van de studiecon ferentie in Genève (aug. '66)? En waar kan men in Nederland de katholieke kerk zelf bezig zien met de „wereld"problematiek? Het lijkt wel of dat wordt overgelaten aan enkele „klei ne" initiatieven binnen de geloofsgemeenschap. De historische pendelbeweging in Nederland is bijna geheel gericht op de binnenkerkelijke problematiek. Men zegt wel dat de Nederlandse kerk aan de vragen van de wereld, van alle mensen, nog niet toe is. Dat is m.i. onaan vaardbaar. Want de veranderde situatie van de kerk stamt van de veranderde situatie in de wereld en de crisis van de kerk is de weer slag van de crisis in de wereld. De constitutie over de kerk van Vatica num II spreekt over de kerk als sacramen- tum mundi, als heilbrenger aan de wereld, aan alle mensen. Hoe maken we dat woord waar? Wantrouwen is er te over en dat is begrijpelijk. Gaat het de katholieken nu meer om hun kerk dan om het getuigenis van de Heer, meer om de eigen groep dan om de no den van alle mensen? HET PERSPECTIEF, dat Grollenberg opent voor wie de crisis van de Nederlandse kerk als een historische pendelbeweging zien, be staat in het van harte gezamenlijk aanvaar den van een nieuwe situatie. Dat geldt wan neer de uitersten van de pendelbeweging el kaar in zoverre hebben gevonden, dat zij er kennen geen van beide dè waarheid in pacht te hebben en alleen samen zoekende verder te en belijden, kunnen beleven. Dat sluit voort durende beweging in, overleg over de eenheid in de veelheid en over de veelheid in de een heid, eenheid in veelvormigheid. Dit wordt ook in de term „Gods volk onderweg" uitgedrukt: in voortdurend contact met Israël, de wortel van het christendom, op zoek naar de juiste weg als christen-gelovigen in de geschiedenis. Ik stel terloops de vraag waar de katholieke kerk in Nederland bezig is met zuivering van anti-semitisme, met herbronning vanuit Israël? Deze nieuwe bepaling van het christelijk be staan onderweg zijn is zuiver bijbels en zij is nooit afwezig geweest in het christelijk bewustzijn. Maar zij staat in "een historisch nieuwe situatie en zij brengt niet alléén de op heffing van de gescheidenheid der christelijke kerken mee. Actief openstaan voor ontmoeting en gesprek met degenen die alle godsdienst afwijzen, (ook Marxisten) en met degenen die alleen het christendom afwijzen, is in ontwikke ling. En hetzelfde moet gezegd worden met betrekking tot wat men de wereldgodsdiensten noemt. Al deze ontwikkelingslijnen zijn al te zien, zij het in hun eerste aanzet. Over de toekom stige vormen van de herenigde christenen de Kerk is nog niets te zeggen. Men kan hoogstens waarschuwen tegen te vroeg vast leggen. Want alle ontmoetingen waarover wij gesproken hebben, zullen terugwerken op de naar hereniging zoekende christenen zelf. Ik ga niet verder dan een waarschuwing tegen overhaasting. Want de kerk als „zoekende" ge loofsgemeenschap als kerk in een crisis is tegelijk ook „Gods volk onderweg". En als zódanig zal zij herkenbaar moeten zijn voor allen, zal zij zichzelf moeten zijn (identiteit) en de Boodschap aanwezig houden voor toe komstige generaties (continuïteit). Het is ónze opdracht om aan de kerk als instelling een vorm te geven, die dienstbaar is aan het vin den van gemeenschap in de Heer. una uv- - het ons gaat om het heil van alle mens vervolgens over te gaan op wat onszeli v houdt. Een verklaring dus, waarin word 1(j zegd dat alle onderwerpen zullen bena y worden tegen de achtergrond van de overg p wereld, waarin wij leven, en de grote vap en noden die haar kenmerken. Deze gang zaken ligt voor de hand, maar zij moet - wezen en vermeden worden. Buiten onze zou men terecht opmerken, dat er weer s f ne voornemens worden uitgesproken, g{l, niet worden waargemaakt; hopelijk binne ze kring ook! -t De binnenkerkelijke problematiek mo u[1t handeld worden, 'maar altijd uit het oogv van een getrouw, eigentijds getuigenis va Heer verstaanbaar voor anderen ee kefl tuigenis, dat wij ook waar proberen te in de wereld, onder de mensen. ,e( Wat is een verkondiging van vrede zo t« concrete pogingen om vrede te verspreid d« bevorderen, zonder in eigen kring daar ug manifest bezig te zijn? En wat is het g«» gefl beraad over een eucharistisch maal zonder echte bijdrage tot opheffing van de hong c, de wereld? Wat is de verantwoording van sv tuurveranderingen binnen de kerk, indien c tenen niet bereid zijn tot het medebewerken structuurveranderingen in de kleine en 1 grote maatschappij? j,et Het leggen van dergelijke verbindingen, slaan van bruggen tussen de binnenkerk ^.e{ problematiek pn de praxis in de wereld li- gemakkelijk, Niet zozeer omdat de wereiuv tiek, de manifeste honger, Vietnam, etc.^gIj ver weg liggen. Want verschijningsvormen te deze wereldvraagstukken zijn ook vlakbij vinden voor vit ernaar zoekt. En het bevo ren van de Pax Christi, het deelnemen ontwikkelingshulp, het meewerken aan coni tussen volkeren en groepen di* elkaar vr 0 en dan gemakkelijk vijandig zijn, s in cone mogelijk. Maar het is wel moeilijk omdat niet op de noden van de wereld ingesteld als uitgangspunt van ons beraad een ^jj gangspunt dat niet wordt losgelaten. Waren wèl op die noden ingesteld, dan zou de bin kerkelijke problematiek ongetwijfeld aan orde zijn, móar met een begrenzing, met beperking. Bezinning inspireert de praxis. D g inspiratie vindt in het waarmaken in con ook haar beperking, een bescherming te{£)f» vrijblijvende woordenvloeden en extreme muleringen, die onbarmhartig zijn voor ep nen, die hulp nodig hebben om mee te ko binnen de geloofsgemeenschap en voor 3 die in nood leven, waar ook. HET SUMMIERE OVERZICHT van wat de katholieke christenen in uitzicht hebben 'als kerk genomen laat twee dingen duidelijk herkennen. Het eerste is, dat het beeld van de pendelbeweging maar beperkt geldig is. De slinger zal niet tot rust komen in een ander punt want dat zou betekenen, dat wij onderweg zijn naar een vorm van stabiliteit, zij het een andere dan alle voorafgaande. En dat is zeker onjuist. De mensheid is namelijk zélf dynamisch geworden, zichzelf bewegend op basis van we tenschap en techniek. Wij zijn op weg, op zoek naar een leefbare wereld voor allen, maar niet naar een uniforme cultuur. En de mensheid is ook op weg naar een situatie, waarin zij haar eigen voortbestaan vergaand in eigen han den krijgt. Dit onderweg zijn sluit meteen het gevaar in van een onvoorstelbare catastrofe. Wanneer de wereld, wanneer alle mensen in deze nieuwe situatie komen, dan zijn de chris tenen en hun kerken daarin betrokken. De pen delbeweging, begrepen als verhoopte zelfontwik keling van de mensheid, is voor de toekomst blijvend, en daarmee ook blijvend voor de her enigde christelijke kerken. Het boven omschreven uitzicht van de kat holieke christen is niet alleen dynamisch, maar ook wereldwijd; het omvat de mensheid. Daar om schrijft mgr. Nierman aan de conciliege spreksgroepen in zijn bisdom: „Het gaat niet al lereerst om de kerk, maar om de wereld. Niet voornamelijk om katholieken maar om ólle mensen. En dus ook niet allereerst om de klaarheid en zekerheid van geloofswaarden, maar om de eenheid van het menselijk ge slacht". (3) Het is vanzelfsprekend dat het óók gaat om nieuwe formuleringen van de geloofswaarhe den, om nieuwe kerkstructuren en werkwijzen, om nieuwe gestalten van de viering van de geloofsgeheimen, om aangepaste verkondiging, etc. Dat kan niet ontbreken in de zelfbezinning van de kerk. Maar daar gaat het niet aller eerst om. Anders gezegd: het gaat om binnen kerkelijke vragen uit het oogpunt van de dienst aan de wereld, aan alle mensen in hun verlan gen naar eenheid, naar gerechtigheid, naar vrede. Maar, kan men zeggen, men moet toch orde op zaken stellen in eigen huis vóór men naar buiten gaat werken. In feite blijkt dat voor christenen anders te liggen. De gerichtheid van de dienst aan allen is de noodzakelijke en vol oP Ik denk, dat wij aan Paus Paulus een ge heeld kunnen nemen. Wat opvalt in zijn ken èn zijn handelen is, schijnt mij, zijn on g„ moeibaar werken voor de vrede op aar zijn onverdroten voortgaan op de weg d« collegialiteit, zowel binnenkerkelijk als wereld. Daarin gaat hij ongetwijfeld in de r ting die zijn voorganger heeft ingeslagen- el gelijk maakt hij de indruk van een traditi0 gelovige. Nieuwe formuleringen van het ëe B{, nieuwe vormen van viering van het Se nieuwe benaderingen op ethisch gebied de hem veel moeite. Maar de bevordering vrede en van de collegialiteit, beide en buitenkerkelijk tegelijk, staan voorop. P <Jd op allereerst ingesteld zoekt hij een weg in binnenkerkelijke problematiek. rvedef' Het beeld dat ik heb geschetst van de N landse kerk is anders. Voorop staat nliit nenkerkelijke problematiek, begrijpelijk v -e0 de geschiedenis. Er is alle reden om deze eenzijdigheid te waken. Wie sPra'catie' de Nederlanders als een theologiserende n Schillebeeckx schrijft over de groeicrisis f de Nederlandse kerk en hij bepaalt die n de als „een proces van verinnerlijking van godsdienst. Dat gaat gepaard met de dj» soberheid in de uiterlijke ,,omschrijvingen '„pti van liturgie, van het dogma, van het 3 kortom van het kerkelijke". (4). Deze eis van soberheid in de formuI gjel' volgt ook uit het hierboven aan de orde de gezichtspunt. Overdreven waardering va $e praxis wordt niet verholpen met bezinning de praxis onderwaardeert, maar met bezi »e» die zich aan praxis verbindt. In de ctl C01® lijke Boodschap zijn godsverering en ra naastenliefde verbonden. Zou de kerk-in-b haar opdracht niet allereerst zó moeten ver ^e, dat christenen zich moeten inspannen oir>en i" reldburgers te worden, in geloof, in hoop vat> liefde. Is dat niet de zin van de par3kegjtu3' de barmhartige Samaritaan in de actuel® jgri tie? Structuur en werkwijze van het f\^gedi lands concilie zullen daarvan moeten ëe wtb°' evenals de „verklaringen", waarin de ^er lieke kerk in Nederland, als deel van reldkerk, zichzelf bekend gaat maken. 21 I) E. Schillebeeckx, Katholiek ArchiefJSeVte" (1QR6) Irnlnm 351: ..Ziin pr orisiS-el (1966), kolom 351: „Zijn er crisis-e in katholiek kerkelijk Nederland? ,,e b'y, 2) J. Loeff: „Mogelijkheden van democr» tJng nen de K.K. Kerk" in „Kerk in ontm° jrg. 2 (1966), blz. 14 e.v. ,ag) 3) Katholiek Archief jrg. 21 (6—XII— lom 1349. ,Rg) 4) Katholiek Archief jrg. 21 (6XII— lom 251. ltd' gd-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 18