Romeo en julia bij nationaal ballet
„Historische gebeurtenis"
blijkt tam uit te pakken
a
palitol
Initiatief van Brockway
gelukkig èn ongelukkig
FEEST ZONDER GEWICHTIGHEID
Christelijk denken
Erik Vos blijft
gastregisseur
Kantate van Johnson
in wereldpremière
NIJHOFF-PRIJS UITGEREIKT
Vrijdag in RAI
literaire pop"
Een olifant uit
een klerenhaak
Pool als gast
op het bal
de tijd
voor een
SCOTCH WHISKY
Wolf Albach-Retty
overleden
Lustrumcongres
Kerk en Kunst
in Tilburg
r* v* vj
7*2
<5 7o
DONDERDAG 23 FEBRUARI 1967
Uit het baliet Romeo en Julia van Rudi van Dantzig: Yvonne Vendrig
als Julia, Simon André als Romeo.
Wi'
uyjjiü
LEO HANEKROOT
Witte gorilla
- Vz* vow,,,*'—
koel, zacht en
verfrissend
Uw drogist heeft het
BORN 1820
STILL GOING STRONG
FRANS DE SMIT
...marktonderzoek..
JAN VRIJMAN
...geen verheerlijking...
PIETER GROOT
...afgedankte rommel...
JERZY KOSINSKI
...probéren te schrijven.
SUDI VAN DANTZIGS ZETTING
n Romeo en Julia als eerste Ne-
ch°reo9rafie van 'n avond-
\~^eJ}d ballet is door de directie van
t Nationaal Ballet, niet zonder ge
el voor het bioscoopjargon der
mtiger jaren, een historische ge-
bon?ten's genoemd. Toen de devote
tpJ; gangers er met hun allen gis-
avond voor in de Stadsschouwburg
bpU zaten, bleek de historische ge-
0«rtj>nis nogal tam uit te pakken.
dezelfde redenen waarom in de
0p der jaren al zo vaak hele en hal-
Bo//niS'U n?en ^et Nationaal
Zo i *e registreren vielen: gebrek
teif v-aan middelen als aan capaci-
lt dij een overmaat aan ambitie.
Pa?t?re'c aan middelen: Prokofieffs
men! grondslag voor een monu-
(jg/:,®3! en zeer gecompliceerd stuk
oi-lr tfeater, vergt een groot symfonie-
?->ch Ret Nationaal Ballet koestert
dir» ,in bezit van een muzikaal
ge,ft eur benevens een tweede diri-
sch mmaar voor deze opvoeringen be-
bioèt niet over een orkest. We
"en het maar weer eens doen met
ba geluidsband, een bijzonder slechte
aDn een bijzonder slecht ingesteld
bfori aat' in ieder geval geen klank
f aderend maar afschuwelijk ge-
denfVan dansers mag men in Ne-
gee®nd principieel en in het algemeen
°ren veronderstellen en derhalve
icini1 achting voor de muzikale wer-
van een orkest in het theater,
<j6 horen de muzikale directeur en
tweede dirigent dan ook niet?
gebrek aan middelen en capaciteit:
m' te kleine troep om de scenes der
kun Snmenigten bij benadering te
gin bevolken, maar wel een po-
echt °m bet toch echt te laten lijken,
vaa in de zin van een Verre imitatie
b het Bolsjoi-Ballet, welks verwe-
ri.buiking van het stuk beroemd en in-
fdaad koninklijk is.
v"6 vergelijking is niet de vrucht
mijn willekeur. Het Nationaal
Sallet stelt haar zelf aan de orde door
e, opvoering van Bolsjoi na te boot-
pb, instede van een eigen vormgeving
i® zoeken, aangepast aan de beschik
te middelen en vermogens.
„Men moet zich dit scherp voor ogen
pellen. Romeo en Julia is een gewel-
a'S schouwspel, dat ontstaat uit de
^menwerking van alle theaterele-
bjenten. De muziek miste om te be-
f'bhen haar werking, behalve in haar
®gendeel, als kwelling namelijk. De
ïo 0rs -van Toer van Sobayk waren
ommelig ontworpen en armza
t°ering. De verrichtingen
"neel waren wat het zeer grote ele-
vPrat regie en pantomime betreft, in
ern e scenes onbeduidend. Het
Vaatigste voorbeeld leverde de scène
a Tybalts dood, waarin de artistie-
geen er het geheel liet afweten
le6rri geordende groep, geen gesty-
die t pas tegenover een muziek
Patiwï* een ten hemel schreeuwende
^Ter,1®.1* te keer gaat.
antzi van de dans had Rudi van
hiaaki e<m heel aantal zettingen ge-
den a Van nogal conventionele, ze-
hlaa>. originaliteit verrassende
ena V/el door herhalingen vermoei-
nummers. De actie-dansen die
Peilingen van het christelijk den
ken. Keuze uit de werken van prof.
dr. Romano Guardini. Uitgave:
Lannoo, TieltDen Haag.
T>e priester-hoogleraar Romano Gu-
"rdini geldt als een modern denker,
door zijn geschriften jarenlang
„bder katholieken en niet-katholieken
?r°te invloed heeft uitgeoefend. In 1962
J.rden zijn veelzijdige, wetenschap-
de v?e verdiensten officieel erkend met
Erasmusprijs. Zijn talrijke boeken
Vb i 'n vele talen vertaald en hebben
en bijgedragen tot de voorbereiding
(j. °htwikkeling van het hedendaagse
is ,i n' Kort na zijn 80ste verjaardag
Noaeze keuze uit zijn werken in het
da i?r*ands uitgegeven, een goede ge-
Vvc.?i die zijn bewonderaars zeker
»n i m zal zbn- Sommigen in onze
oef veranderende tijd zullen voor deze
Ia>f ^ige geest misschien minder be
stelling opbrengen, het blijft een
füt,a°chenbaar feit> dat Guardini de
odamenten heeft gelegd, waarop an-
jTen met instemming en succes heb-
w voortgebouwd. Wat hijzelf in zijn
v-^jbschappelijke arbeid steeds heeft
om.igd: bij alle openheid voor de
q Wikkeling een grote eerbied voor
hu ^hhtihuïteit met het verleden, kan
erecht op zijn werk worden toe-
Past, dat allerminst verouderd is.
Mn? staeds geldt hij als de invloed-
telrfu Promotor van de katholieke we-
top!, chouwing door zijn voortdurend
eken naar een synthese van geloof
UiiruVetenschap voor de aardse werke-
str eid> eh door zijn onophoudelijk
ij. »Ven het oude geloof in te passen
bin!!6 verworvenheden van filosofie en
dp „erne wetenschap. In alle toonaar-
th'' macht hij de aard der authentiek-
lijcP'elijke levenshouding te verduide-
der- ln de hedendaagse wereld. Zon-
tw °Phouden dringt hij aan op de
W Zaak van een zuiver en onvoor-
aardei^k-christelijk leven als voor-
bit>?rde voor een oprechte ontmoeting
di=f de wereld, voor een onmisbare
dja'°°g met de niet-Christenen. Guar-
topi toonde een scherp inzicht in de
di^omst, -want de meeste problemen,
kpirt h aansneed, hebben zich ontwik-
tin» ln de door hem aangegeven rich-
irj 8' In dit boek kan men de bewijzen
ovp°vervloed vinden. Zijn gedachten
cultuur, vrijheid, de mens, het
Schht, het christelijk leven, genade
ho
christelijk leven,
oesef, Openbaring enz.
hebben
--«-"-i, wijcuuaiiug
tej? .Geinig of niets van hun originaii-
iyii„yerl°ren. De diepe, echt menselij
Zijnp aid, die uit dit boek (732 bla
l. spreekt, vertegenwoordigt een
tike rijkdom, die eerlijke be-
Mn„ rin§ verdient. Guardini's beschou-
kensen zijn hier onder drie hoofdstuk-
8aa Samengebrachtde eerste twee
«n ri over het gebied van de filosofie
titpi. theologie, het 'aatste draagt als
f '.Gestalten" en behandelt o.m.
SaaMgUur van Bonaventura, Kierke-
.,be«Bernardus van Clairvaux en de
dit jfonsfiguur van Jesus". Men leest
boek met toenemende ge-
l>h »„eid- Een aandachtig lezer zal er
Bet esteiijk zeer verrijkt door voelen.
^dliii!8 ,eerste klas lectuur voor be-
8 in rustige ogenblikken.
het stuk vaak aan de orde stelt zijn
ronduit zwak van routineuze retoriek.
Hierbij alsook in ensemble-dansen laat
Van Dantzig te veel muziek weglopen
zonder ze uit te dansen of te spelen,
stoplappen uit verlegenheid die de
dansante en pantomimische actie on
derbreken. Er waren echter ook van
meer persoonlijke inventiviteit getui
gende momenten. Zo de grote gezel
schapsdans tijdens het feest bij de Ca-
pulets.
In de bezetting vielen enkele ver
dienstelijk gedane kleinere rollen op.
Als Julia zag men de inderdaad heel
begaafde Yvonne Vendrig, zeer jong
ongetwijfeld en daardoor het authen
tieke beeld van het meisje dicht be
naderend, maar ook wel heel onschijn-
baar van fysieke gestalte om zoveel
bloed en wezen te kunnen verlenen
aan haar soepele en expressieve lij
nen als vereist werd. Zij kreeg in Si
mon Andrè een uitdrukkingsloze Ro
meo tegenover zich. Reuven Voorem-
bergh gaf aan haar officiële aanbid
der Paris aanmerkelijk meer persoon
lijkheid en charme. De grote duetten
van het liefdespaar verliepen zowat in
het geijkte jargon met een te klein
vocabularium. Er gebeurde per saldo
niet veelmeer dan dat men een meis
je zag, dat naar aanleiding van een
ADVERTENTIE
Johnnie
Walker
IGHEST
troNty
mm
totiA'oe
II liiiII111
vooralsnog te zware rol haar aanzien
lijke talent en menige treffende ex
pressieve intentie in het luchtledige
verdeed.
Gebrek aan middelen en capaciteit,
zelfoverschatting derhalve. Als het
dan voor een historische gebeurtenis
moet doorgaan, dan een van die on
gerijpte die voor een veel te groot
deel de historie van ons vaderlandse
danstheater vormen.
DEN HAAG, 23 febr. Erik Vos
zal het komende toneelseizoen niet
vast verbonden zijn aan een van de
toneelgezelschappen. Hij heeft een con
tract afgesloten voor een of twee gast-
regieën in San Francisco in de Ver
enigde Staten. Hij voert in ons land
nog onderhandelingen met enkele ge
zelschappen over een mogelijke gast-
regie.
Een van de resultaten van de be
sprekingen is, dat Erik Vos, zoals ge
meld, bij toneelgroep Theater als
gastregisseur de leiding zal hebben bij
de opvoering van „De goede mens van
Sezuan" van Bertolt Brecht, waarvan
medio maart 1968 de première zal
worden gegeven.
WENEN, 22 febr. Wolf Albach-
Retty, als toneelspeler verbonden aan
het Wiener Burg-theater, in Neder
land vooral bekend van de film, is in
Wenen overleden, 58 jaar oud.
Hij was de zoon van een advocaat
en de beroemde Weense toneelspeel
ster Rosa Albach-Retty. Romy Schnei
der was zijn dochter, uit zijn huwelijk
met Magda Schneider.
Wolf Albach-Retty kreeg zijn eerste
faam door zijn medewerking aan de
Salzburger Festspiele. In 1932 begon
hij voor.de film op te treden. Omdat
zijn Weense charme het ook op het
witte doek goed deed verscheen hii
in tientallen films. Als toneelspeler
heeft men hem na de oorlog enkele
malen ook in Nederland in toernees
zien optreden. In 1965 kreeg hij een
eerste hartaanval, waarvan hij niet
meer geheel was hersteld.
IN DE UTRECHTSE GEERTE-
KERK bracht het NCRV Vocaal En
semble gisteravond met medewerking
van een vijftal vocale en instrumen
tale solisten, de meesten vakmensen
van bijzondere bekwaamheid, de we
reldpremière van een kantate van de
jonge Amerikaanse Duitser Carl
Johnson, getiteld „Ubi tua, Interne,
Victoria", voor koor,, solisten en ze
ven blazers. Het werk is bedoeld als
een paasoratorium; hoewel voor de
titel een Latijnse tekst is gebruikt,
staat het werk zelf toch in nel Dui's.
Dat deze kantate van Wolfgang Fort
ners bekwaamste leerling onder lei
ding van Marius Voorberg een eer
ste verklanking kreeg, stond onder
meer in verband met het feit. dat
de zeer knappe NCRV-dirigent, be
kend als promotor van interessante
en mooie muziek, indertijd ook reeds
enige zaken van Fortner had uitge
voerd, onder meer op het Hemrich
Schütz-feest te Berlijn. Wat nu de ty
pische kwaliteit van het onderhavige
werk betreft, dient vermeld, dan men
hier zoals verwacht kon worden
te doen heeft, met seriële muziek, zo
dat het werk dus niet meer schok
kend zal zijn in de nieuwste muziek-
praktijk. En daar de kantate niet kort
van duur is, mag wel worden opge
merkt dat luisteraars van eventueel
komende reprises over een groot uit
houdingsvermogen dienen te beschik
ken. Ook in technisch opzicht worden
grote eisen gesteld aan het geestelijke
bevattingsvermogen. Dat de reactie
bij deze première in een van Utrechts
meest geschikte musiceerruimten ze
ker niet teleurstellend was, moet in
ieder geval ook worden toegeschre
ven aan het feit dat de uitvoering op
een zo bijzonder hoog niveau stond,
waarbij zo goed als geen enkel risi
co gevreesd behoefde te worden.
Aan deze daad van muzikale bete
kenis ging vooraf een niet minder ge
slaagde uitvoering van een werk van
Hugo Distier naar aanleiding van de
tekst „Er trug unsere Krankheit".
Een zeer exquise voldoening kon men
ondergaan bij het luisteren naar twee
composities op gedachten over het
Lijden des Heren van de Napolitaan
Carlo Gesualdo da Venosa.
Wk.
(Van onze correspondent)
TILBURG, 23 febr. In en rond
de Tilburgse Stadsschouwburg zal van
5 tot en met 8 april voor de vijfde
achtereenvolgende maal het congres
Kerk en Kunst worden gehouden. In
totaal worden tweehonderd deelne
mers verwacht. De opening zal wor
den verricht door mr. Maarten Vro
lijk. De priester-dichter Huub Ooster
huis houdt de algemene inleiding
„Kerk en Kunst in de hedendaagse sa
menleving". De eerste avondvoorstel
ling van het congres wordt verzorgd
door het Wiener Burgtheater met de
opvoering van de komedie Das Kon-
zert van Herman Bahr. Evenals vori
ge jaren zullen gesprekken worden
gehouden over film en literatuur. De
organisatiecommissie heeft zich voor
genomen het lustrumcongres open te
breken: dit jaar kunnen behalve de
priesterstudenten en de mannelijke en
vrouwelijke religieuzen ook studenten
van de Nederlandse en Belgische uni
versiteiten en hogescholen deelnemen.
WASHINGTON, 23 febr. (Reuter)
In Spaans Equatoriaal Guinee is een
gorilla-albino gevonden, zo heelt de
National Geographic Society (Nationa
le Aardrijkskundige vereniging) in
Washington bekendgemaakt.
ADVERTENTIE
(Van onze verslaggever)
DEN HAAG. 23 febr. De voor
zitter van het Prins Bernhard Fonds,
prof. mr. W. de Gaay Fortman, heeft
gisteravond in de Haagse Raadzaal
de Martinus Nijhojf-prijs voor verta
lingen uitgereikt aan Alex Brotherton
voor zijn vertalingen van Nederlandse
romans en novellen in het Engels en
aan Gerrit Kouwenaar voor zijn ver
talingen in het Nederlands van een
groot aantal toneelstukken, gedichten,
romans en essays.
De voorzitter van de jury, prof. dr.
S. Dresden, zei dat voor deze laatste
zijn vertalingen en bewerkingen van
klassieke en moderne toneelstukken
de doorslag hebben gegeven bij de
toekenning van de prijs. „Uit de ver
scheidenheid van het door hem ver
taalde werk blijkt een verrassend aan
passingsvermogen aan schrijvers die
niet slechts in verschillende tijden
hebben geleefd, maar wier stijl, taal
behandeling en mentaliteit eveneens
sterk uiteen lopen", aldus de jury.
In zijn dankwoord voor de onder
scheiding geconcretiseerd in een
diploma en een bedrag van 2.000
noemde Kouwenaar zich zelf „een er
soms niet al teveel naast kleunende
amateur die het niet voor niets doet,
zoals het hem zou betamen, en dan
nog een klinkende klap op de schou
der ter aanmoediging krijgt ook".
Van het vertaalwerk van Brotherton
(Walschap, Elsschot, Helman en Vest
dijk) zei de jury dat hij soms het on
mogelijke had verwezenlijkt, met na
me waar hij het „onhaalbare" Dwaal
licht van Elsschot had vertaald. De
vertaling van Vestdijks Koperen Tuin
werd „briljant" genoemd. Een staal
tje van Brothertons eigen virtuositeit
werd genoemd de weergave van de
verrukkelijk rijmende slagzinnen in
het kantoor van de beruchte Boorman,
Prof. Dresden refereerde met enkele
woorden aan het gebaar van de ver
taler die vorig jaar was onderschei
den, James Brockwaydie juist een de
zer dagen zijn prijs heeft terugge
stuurd als protest tegen de z.i. slechte
Engelse vertaling van „Een roos van
vlees" van Jan Wolkers. ,,Met hem be
treuren wij slechte vertalingen al willen
wij hiermee geen oordeel geven over
de Engelse uitgave van het werk van
Wolkers", aldus prof. Dresden. „Het
is ook jammer dat Brockway er de
Nijhoff-prijs bij betrokken heeft die er
helemaal buiten staat. Het is een ge
lukkig en ongelukkig initiatief tege
l'jk", zo zei hij.
Boek is een gewoon ding
(Van onze verslaggevers)
DE OPENINGSAVOND van de 32-
ste Boekenweek, vrijdag in de RAI,
wordt anders dan anders. De organi
satoren, de filmer Jan Vrijman en di
recteur Frans de Smit (30) van de
CPNB (Commissie voor de Collectieve
Propaganda voor het Nederlandse
Boek) vinden, dat het maar eens uit
moet zijn met de verheerlijking van
het boek als een „cultuur-gewichtig
ding". Daarom willen zij af van het
traditionele zwaarwichtige pro
gramma, dat men in plechtig gala
gehuld moest uitzitten tot het bal.
„De avond krijgt nu een puur Bar-
barber-achtig karakter", zegt Jan
Vrijman. In de officiële aankondiging
heet het: „Literaire pop haar vader
landse trant".
Jan Vrijman, die behalve film- en
theaterproducer ook adviseur is van
een uitgeverij, vindt het de hoogste
tijd, dat het boek van zijn culturele
voetstuk wordt gestoten. „Een boek
is een gewoon ding. Je moet ermee
leven als met een krant of een tv-
toestel." Zijn ideeën, samengevat in
zijn onlangs bij 'de CPNB verschenen
„Witboek van de Boekgeneratie", von
den weerklank bij Frans de Smit. In
de vier jaren, dat deze directeur is
van de commissie met de onuitspre
kelijke naam, heeft hij menigmaal
zijn gedachten laten gaan over een
nieuwe aanpak van het jaarlijkse boe-
kenfestijn.
„Een nieuwe generatie dient zich in
Nederland aan, de Boekgeneratie", zo
begint Vrijman zijn witboek. „Mis
schien is het wetenschappelijk een on
mogelijk begrip", geeft hij toe. „Maar
geldt dat niet voor de meeste weten
schappelijke begrippen? Voor mij
staat vast, dat er tegenwoordig meer
en serieuzer gelezen wordt dan ooit.
Moeilijke boeken als van Hermans,
Van het Reve en anderen vliegen de
winkels uit. Het pocketboek heeft
daartoe zeker bijgedragen. Ook wordt
het boek de laatste tijd in het onder
wijs veel positieveT benaderd. Voeg
daarbij onze mateloze nieuwsgierig
heid ook een verschijnsel van de
boekgeneratie en het feit, dat de
boekwinkels makkelijker toegankelijk
zijn dan vroeger; ze beginnen al op
zelfbedieningszaken te lijken. Daar
door verliezen de mensen hun drem
pelvrees en de boeken hun gewichtig
heid." Frans de Smit: „Wij willen die
ontwikkeling een duwtje geven."
Het eerste deel van het program
ma, dat de vrijblijvende titel draagt:
„Er werd nog nooit zoveel ge...",
komt geheel voor rekening van Jan
Vrijman zelf. Hij wil er niet veel over
zeggen. „Een goochelaar vertelt toch
ook niet hoe het konijn uit de hoed
komt." Wie wil weten hoe het er in
gekomen is, verwijst hij naar zijn wit
boek.
Voor de teksten hebben onder ande
re Jan Blokker, Gijs Stappershoef en
Rinus Ferdinandusse gezorgd. „Maar
het programma heeft niets met „Zo
is het" te maken", verklaart Vrijman
nadrukkelijk. „Ferdinandusse heb ik
gekozen, omdat hij aan al mijn eisen
voldoet. Hij is intelligent en heeft ge
voel voor show. Daarbij mist hij ge
lukkig de routine van de gemiddelde
Nederlandse entertainer. Hij is een
voudig een sublieme amateur. Over
de politiek of het koninklijk huis wordt
in het hele programma met geen
woord gesproken. Niet omdat wij daar
principieel tegen zouden zijn, maar
omdat wij zoveel andere onderwerpen
interessanter vinden."
Het door Vrijman gesignaleerde
„Barbarber-achtige karakter" komt
vooral tot uiting in de tweede helft
van het programma, „Verveel U met
volle teugen". Samenstellers zijn on
der andere Jan Bernlef en Klaas
Schippers, redacteuren van het tijd
schrift „Barbarber", waarin zij de
aandacht proberen te verleggen van
het zuiver literaire naar al het an
dere geschrevene of gezegde, dat
volgens hen minstens zo interes
sant is. Een streven, dat prachtig aan
sluit bij de Boekgeneratie-theorie van
Jan Vrijman. Ook Hans Keiler van
de KRO is bij de voorbereiding van
dit programma-onderdeel betrokken
geweest. De VARA-televisie zendt vrij
dagavond het eerste deel uit, de KRO
zaterdag de andere helft.
CPNB-directeur De Smit jong,
maar met ernstige, bijna fanatieke
gelaatstrekken is van oorsprong
marktonderzoeker. Daaraan dankt hij,
volgens eigen zeggen, zijn objectieve
houding ten opzichte van zijn op
dracht: propaganda maken voor het
boek. Hij zegt: „Je vraagt je voort
durend af: waarom doen wij het zul
of zo. Je kunt er wel diepzinnig over
praten tot diep in de nacht, maar
het antwoord vind je alleen door we
tenschappelijk onderzoek. Wij weten,
dat wij op de goede weg zijn. Eind
vorig jaar zijn de resultaten bekend
gemaakt van een wetenschappelijk
marktonderzoek naar de plaats van
het boek in onze samenleving. Daar
is toen weinig publiciteit aan gege
ven. Het witboek van Vrijman is in
feite een populaire vertaling van die
onderzoekresultaten.
Aan het boekenbal zelf verandert
niet zoveel. Zij zulien er weer alle
maal zijn: de schrijvers, de uitgevers
en de boekhandelaren, al of niet in
gezelschap van hun vrouwen. Over
hun goedgevulde glazen zullen zij
weer loeren naar de bizarre creaties
van duizendkunstenaars Metten
Koornstra en Pieter Groot, zullen zij
het juiste moment afwachten om het
zo begeerde stuk wandversiering in de
wacht te slepen. Het publiek zal dit
jaar rijker geschakeerd zijn, belooft
Frans de Smit. Jan Vrijman zou van
het boekenbal het liefst een massaal
volksfeest maken. Maar hij ziet in,
dat daarvoor de tijd nog niet rijp is.
De schrijvers voelen nog altijd meer
voor een gezellig onderonsje, gelooft
hij.
De Smit: „Een schrijver speelt niet
graag voor aap. Hij heeft er een he
kel aan door een nieuwsgierige me
nigte te worden aangegaapt." Ook hij
voelt veel voor een jaarlijks volks
feest, een bevrijdingsdans rond het
boek. Maar hij wil de schrijvers niet
in het harnas jagen. „Waarom zou
den wij de volgende keer niet naast
het boekenbal ook een schrijversbal
organiseren", denkt hij hardop. Zeer
zakelijk voegt hij er aan toe: „Een
intiem feest, dat de uitgevers hun
schrijvers zouden kunnen aanbieden.'J
„VOOR MIJ IS DIT vakantie. Je doet
werk, waar je normaal nooit aan toe
komt. Geweldig, wat je allemaal met
afgedankte rommel kunt doen. Een
gewone klerenhaak bijvoorbeeld... Ik
zag zo'n ding liggen en plotseling wist
ik het: je kunt er een olifant van ma
ken en nog veel meer. Je raakt er door
bezeten." Pieter Groot heeft samen
met Metten Koornstra de versieringen
voor het boekenbal gemaakt. Een forse
veertiger, geboren en getogen in Zaan
dam, van beroep grafisch ontwerper.
Zijn gulle, kinderlijk oprechte lach
davert door 't magazijn in de Kuipers-
steeg, waar hij drie maanden lang zijn
ruige scheppingsdrift heeft kunnen bot
vieren.
Trots laat hij het allemaal zien: de
beweegbare harlekijnen, de aluminium
vissen, de uit bromfietsonderdelen sa
mengestelde mannetjes, de tastkasten
vol ondefinieerbare glibberigheid. Van
tientallen door 't leger afgedankte mu
nitiekistjes heeft hij kleurige kijkdozen
gemaakt. Ieder kistje heeft zijn eigen
al of niet symbolische betekenis.
Er is een sex-kistje compleet met ver
grootglas, een provo-kistje, een kistje
waaruit een gevulde jeneverfles auto
matisch begint te schenken. „Ik kon
die kistjes bij Defensie niet loskrijgen",
vertelt hij. „Toen ben ik naar een so
ciale werkplaats gegaan; daar lagen
ze voor het grijpen."
In ander» ornamenten heeft hij koeie-
hoorns verwerkt. Die haalde hij met
schedel en al uit het slachthuis. De
afgetakelde schedels gingen later de
gracht in. „Goed voor het biologisch
evenwicht", meent hij. Dagenlang heeft
hij op stortplaatsen voor fabrieksafval
doorgebracht. Hij vond er stukken gril
lig vervormd metaal, die zich gemak
kelijk aan elkaar lieten lassen tot een
leger van boekenlezende mannetjes.
„Zij kunnen ook schreeuwen", onthult
de maker. „Wij moeten alleen het ge
luid nog op de band zetten". Hij
verheugt zich bij voorbaat op het ef
fect.
Pieter Groot versiert twee derde van
de RAI, terwijl Metten Koornstra, de
doorgewinterde boekenbalbekleder, de
overblijvende ruimte voor zijn reke
ning neemt. Toen Koornstra het vorig
jaar liet afweten, heeft Pieter Groot
het helemaal alleen gedaan. Geen pro
bleem, hij zou drie RAI-gebouwen met
zijn bizarre maaksels kunnen vullen.
„Als ik met een grafisch ontwerp bezig
was en het wilde niet zo best lukken,
ging ik altijd wat afval aan elkaar
lassen", vertelt hij. „Dan kreeg ik
plotseling nieuwe ideeën." Dat hoorden
de organisatoren van het boekenbal.
Zij vonden hem vorig jaar onmiddellijk
bereid zich op de RAI uit te leven.
„Vorig jaar was het vooral laswerk",
zegt hij. „Ik heb toen wel veertig of
vijftig metaalplastieken gemaakt. Daar
zatert ze de hele nacht als rovers om
heen. Het zag er ook fantastisch uit.
Veel werk was het niet, maar het leek
een produktie van jaren. Na afloop van
het feest was er dan ook niets van
over. Of ik dit jaar ook zelf ga kijken?
Natuurlijk, ik wil de totale vernieti
ging zien."
NIET ALLE SCHRIJVERS komen op
het boekenbal. (Henriette van Eyk:
,,'t Zijn meer aanstellers, van die won
derlijk toegetakelde jonge mensen."
Hans Verhagen: „Boekenbal? Rijmt
ondermeer op mottebal en bitterbal").
Misschien om deze leemte te vul
len heeft de Bezige Bij de Amerikaan
se Pool Jerzy Kosinski (33) uitgenodigd
bij alle festiviteiten, om tijdens de
boekenweek rond te lopen.
Kosinski's boek „De geverfde vo
gel" heeft in de hele wereld nogal op
zien gebaard. Groot enthousiasme bij
mensen als Luis Bunuel en Arthur Mil
ler, in Frankrijk bekroond met de prijs
voor het beste buitenlandse boek, ver
talingen in vele talen. De Japanse uit
gave is in voorbereiding. In Amerika
zijn van de pocketuitgave al .één mil
joen exemplaren verkocht. De Neder
landse vertaling van Mischa de Vreede
kwam in de herfst uit, momenteel zijn
er ruim vierduizend boeken verkocht
en is de tweede druk bijna gereed.
Kosinski ziet eruit als een Italiaanse
tennisspeler. Een soepel lichaam, on
geveer 1.80 m., gehuld in een ruiten
kostuum var een bruine tint, bruine
recent gepoetste schoenen, groene sok
ken. Een licht egaalblauw overhemd,
donkerbruine das, gouden manchetkno
pen. Vanonder zijn brede zwarte brau-
wen, die overlopen in een levensgrote
neus waarop Harry Mulisch jaloers
zou zijn, kijken twee scherpe ogen in
dringend naar iedere vragensteller. Ko
sinski praat, koel, zakelijk direct met
het accent van een immigrant (een
duidelijke t voor th).
Acht jaar geleden ging hij weg uit
Polen. Hij was student geweest in de
politieke en sociale wetenschappen en
zijn schrijverschap had zich tot dan
toe beperkt tot twee sociologische
scripties. „Ik heb eigenlijk nooit ge
dacht romanschrijver te kunnen wor
den. Het blijft toch niet meer dan
proberen. Als u vraagt of ik een nieuw
boek ga schrijven, moet ik zeggen dat
ik ga proberen te schrijven en mis
schien wordt het wel een boek."
Hij vindt het erg prettig in het En
gels te schrijven.
„Mijn Pools was altijd zeer verwar
rend. In een vreemde taal kun je meer
doen, je bent niet belast met tradities,
je kent de beperkingen niet, je bent
veel vrijer. Bovendien is het niet alleen
een kwestie van taal, maar ook van
visie. Het Engels is direct, zonder om
haal, terwijl het Pools een zwerftocht
.langs bijvoeglijke naamwoorden is. In
het Engels schrijf je: Een man komt
binnen. In het Pools moet er staan;
Een^nan komt de dikke deur binnen,
werpt zichzelf in de grote kille ruimte
van de kamer, enz. In het Pools, kort
om, komt iemand heel langzaam een
kamer binnen."
De Geverfde Vogel is officieel niet
in het Pools vertaald, noch is de En
gelse versie in Polen verkrijgbaar.
„Dat is een Kafka-achtige situatie.
Er heeft één stuk over gestaan in
een krant, dat was erg negatief, voor
al om politieke redenen. Daarna zijn
er zo'n driehonderd artikelen ver
schenen, gebaseerd op deze eerste re
censie. De verdraaiingen worden steeds
groter. Het zou mogelijk zijn een heel
nieuw boek te schrijven op grond van
de gegevens uit de stukken erover in
Polen. De krankzinnigste dingen zeg
gen ze, b.v. dat de hoofdfiguur een
SS-officier is. Dat is ook de oorzaak
van een „ondergrondse" uitgave door
Neo-nazi's. Ook Zionisten brengen het
boek onder-de-tponbank, een uiterst
vreemde combinatie
Kosinski wil niet terug naar Polen.
„Ik heb nog zoveel te zien in de we
reld. Bovendien gaat het niet om het
Polen binnen komen, maar om de
terugweg, als u begrijpt wat ik bedoel."
Hij vindt het helemaal niet erg dat
De Geverfde Vogel niet in Polen ver
schijnt. „Het boek heeft zijn eigen le
ven. Mijn interesse in het boek is een
louter sociologische interesse in de le
zers ervan. En verder, zonder over
Polen te komen, kan mijn vogel toch
wel vliegen."