Romeo en julia bij nationaal ballet „Historische gebeurtenis" blijkt tam uit te pakken a palitol Initiatief van Brockway gelukkig èn ongelukkig FEEST ZONDER GEWICHTIGHEID Christelijk denken Erik Vos blijft gastregisseur Kantate van Johnson in wereldpremière NIJHOFF-PRIJS UITGEREIKT Vrijdag in RAI literaire pop" Een olifant uit een klerenhaak Pool als gast op het bal de tijd voor een SCOTCH WHISKY Wolf Albach-Retty overleden Lustrumcongres Kerk en Kunst in Tilburg r* v* vj 7*2 <5 7o DONDERDAG 23 FEBRUARI 1967 Uit het baliet Romeo en Julia van Rudi van Dantzig: Yvonne Vendrig als Julia, Simon André als Romeo. Wi' uyjjiü LEO HANEKROOT Witte gorilla - Vz* vow,,,*'— koel, zacht en verfrissend Uw drogist heeft het BORN 1820 STILL GOING STRONG FRANS DE SMIT ...marktonderzoek.. JAN VRIJMAN ...geen verheerlijking... PIETER GROOT ...afgedankte rommel... JERZY KOSINSKI ...probéren te schrijven. SUDI VAN DANTZIGS ZETTING n Romeo en Julia als eerste Ne- ch°reo9rafie van 'n avond- \~^eJ}d ballet is door de directie van t Nationaal Ballet, niet zonder ge el voor het bioscoopjargon der mtiger jaren, een historische ge- bon?ten's genoemd. Toen de devote tpJ; gangers er met hun allen gis- avond voor in de Stadsschouwburg bpU zaten, bleek de historische ge- 0«rtj>nis nogal tam uit te pakken. dezelfde redenen waarom in de 0p der jaren al zo vaak hele en hal- Bo//niS'U n?en ^et Nationaal Zo i *e registreren vielen: gebrek teif v-aan middelen als aan capaci- lt dij een overmaat aan ambitie. Pa?t?re'c aan middelen: Prokofieffs men! grondslag voor een monu- (jg/:,®3! en zeer gecompliceerd stuk oi-lr tfeater, vergt een groot symfonie- ?->ch Ret Nationaal Ballet koestert dir» ,in bezit van een muzikaal ge,ft eur benevens een tweede diri- sch mmaar voor deze opvoeringen be- bioèt niet over een orkest. We "en het maar weer eens doen met ba geluidsband, een bijzonder slechte aDn een bijzonder slecht ingesteld bfori aat' in ieder geval geen klank f aderend maar afschuwelijk ge- denfVan dansers mag men in Ne- gee®nd principieel en in het algemeen °ren veronderstellen en derhalve icini1 achting voor de muzikale wer- van een orkest in het theater, <j6 horen de muzikale directeur en tweede dirigent dan ook niet? gebrek aan middelen en capaciteit: m' te kleine troep om de scenes der kun Snmenigten bij benadering te gin bevolken, maar wel een po- echt °m bet toch echt te laten lijken, vaa in de zin van een Verre imitatie b het Bolsjoi-Ballet, welks verwe- ri.buiking van het stuk beroemd en in- fdaad koninklijk is. v"6 vergelijking is niet de vrucht mijn willekeur. Het Nationaal Sallet stelt haar zelf aan de orde door e, opvoering van Bolsjoi na te boot- pb, instede van een eigen vormgeving i® zoeken, aangepast aan de beschik te middelen en vermogens. „Men moet zich dit scherp voor ogen pellen. Romeo en Julia is een gewel- a'S schouwspel, dat ontstaat uit de ^menwerking van alle theaterele- bjenten. De muziek miste om te be- f'bhen haar werking, behalve in haar ®gendeel, als kwelling namelijk. De ïo 0rs -van Toer van Sobayk waren ommelig ontworpen en armza t°ering. De verrichtingen "neel waren wat het zeer grote ele- vPrat regie en pantomime betreft, in ern e scenes onbeduidend. Het Vaatigste voorbeeld leverde de scène a Tybalts dood, waarin de artistie- geen er het geheel liet afweten le6rri geordende groep, geen gesty- die t pas tegenover een muziek Patiwï* een ten hemel schreeuwende ^Ter,1®.1* te keer gaat. antzi van de dans had Rudi van hiaaki e<m heel aantal zettingen ge- den a Van nogal conventionele, ze- hlaa>. originaliteit verrassende ena V/el door herhalingen vermoei- nummers. De actie-dansen die Peilingen van het christelijk den ken. Keuze uit de werken van prof. dr. Romano Guardini. Uitgave: Lannoo, TieltDen Haag. T>e priester-hoogleraar Romano Gu- "rdini geldt als een modern denker, door zijn geschriften jarenlang „bder katholieken en niet-katholieken ?r°te invloed heeft uitgeoefend. In 1962 J.rden zijn veelzijdige, wetenschap- de v?e verdiensten officieel erkend met Erasmusprijs. Zijn talrijke boeken Vb i 'n vele talen vertaald en hebben en bijgedragen tot de voorbereiding (j. °htwikkeling van het hedendaagse is ,i n' Kort na zijn 80ste verjaardag Noaeze keuze uit zijn werken in het da i?r*ands uitgegeven, een goede ge- Vvc.?i die zijn bewonderaars zeker »n i m zal zbn- Sommigen in onze oef veranderende tijd zullen voor deze Ia>f ^ige geest misschien minder be stelling opbrengen, het blijft een füt,a°chenbaar feit> dat Guardini de odamenten heeft gelegd, waarop an- jTen met instemming en succes heb- w voortgebouwd. Wat hijzelf in zijn v-^jbschappelijke arbeid steeds heeft om.igd: bij alle openheid voor de q Wikkeling een grote eerbied voor hu ^hhtihuïteit met het verleden, kan erecht op zijn werk worden toe- Past, dat allerminst verouderd is. Mn? staeds geldt hij als de invloed- telrfu Promotor van de katholieke we- top!, chouwing door zijn voortdurend eken naar een synthese van geloof UiiruVetenschap voor de aardse werke- str eid> eh door zijn onophoudelijk ij. »Ven het oude geloof in te passen bin!!6 verworvenheden van filosofie en dp „erne wetenschap. In alle toonaar- th'' macht hij de aard der authentiek- lijcP'elijke levenshouding te verduide- der- ln de hedendaagse wereld. Zon- tw °Phouden dringt hij aan op de W Zaak van een zuiver en onvoor- aardei^k-christelijk leven als voor- bit>?rde voor een oprechte ontmoeting di=f de wereld, voor een onmisbare dja'°°g met de niet-Christenen. Guar- topi toonde een scherp inzicht in de di^omst, -want de meeste problemen, kpirt h aansneed, hebben zich ontwik- tin» ln de door hem aangegeven rich- irj 8' In dit boek kan men de bewijzen ovp°vervloed vinden. Zijn gedachten cultuur, vrijheid, de mens, het Schht, het christelijk leven, genade ho christelijk leven, oesef, Openbaring enz. hebben --«-"-i, wijcuuaiiug tej? .Geinig of niets van hun originaii- iyii„yerl°ren. De diepe, echt menselij Zijnp aid, die uit dit boek (732 bla l. spreekt, vertegenwoordigt een tike rijkdom, die eerlijke be- Mn„ rin§ verdient. Guardini's beschou- kensen zijn hier onder drie hoofdstuk- 8aa Samengebrachtde eerste twee «n ri over het gebied van de filosofie titpi. theologie, het 'aatste draagt als f '.Gestalten" en behandelt o.m. SaaMgUur van Bonaventura, Kierke- .,be«Bernardus van Clairvaux en de dit jfonsfiguur van Jesus". Men leest boek met toenemende ge- l>h »„eid- Een aandachtig lezer zal er Bet esteiijk zeer verrijkt door voelen. ^dliii!8 ,eerste klas lectuur voor be- 8 in rustige ogenblikken. het stuk vaak aan de orde stelt zijn ronduit zwak van routineuze retoriek. Hierbij alsook in ensemble-dansen laat Van Dantzig te veel muziek weglopen zonder ze uit te dansen of te spelen, stoplappen uit verlegenheid die de dansante en pantomimische actie on derbreken. Er waren echter ook van meer persoonlijke inventiviteit getui gende momenten. Zo de grote gezel schapsdans tijdens het feest bij de Ca- pulets. In de bezetting vielen enkele ver dienstelijk gedane kleinere rollen op. Als Julia zag men de inderdaad heel begaafde Yvonne Vendrig, zeer jong ongetwijfeld en daardoor het authen tieke beeld van het meisje dicht be naderend, maar ook wel heel onschijn- baar van fysieke gestalte om zoveel bloed en wezen te kunnen verlenen aan haar soepele en expressieve lij nen als vereist werd. Zij kreeg in Si mon Andrè een uitdrukkingsloze Ro meo tegenover zich. Reuven Voorem- bergh gaf aan haar officiële aanbid der Paris aanmerkelijk meer persoon lijkheid en charme. De grote duetten van het liefdespaar verliepen zowat in het geijkte jargon met een te klein vocabularium. Er gebeurde per saldo niet veelmeer dan dat men een meis je zag, dat naar aanleiding van een ADVERTENTIE Johnnie Walker IGHEST troNty mm totiA'oe II liiiII111 vooralsnog te zware rol haar aanzien lijke talent en menige treffende ex pressieve intentie in het luchtledige verdeed. Gebrek aan middelen en capaciteit, zelfoverschatting derhalve. Als het dan voor een historische gebeurtenis moet doorgaan, dan een van die on gerijpte die voor een veel te groot deel de historie van ons vaderlandse danstheater vormen. DEN HAAG, 23 febr. Erik Vos zal het komende toneelseizoen niet vast verbonden zijn aan een van de toneelgezelschappen. Hij heeft een con tract afgesloten voor een of twee gast- regieën in San Francisco in de Ver enigde Staten. Hij voert in ons land nog onderhandelingen met enkele ge zelschappen over een mogelijke gast- regie. Een van de resultaten van de be sprekingen is, dat Erik Vos, zoals ge meld, bij toneelgroep Theater als gastregisseur de leiding zal hebben bij de opvoering van „De goede mens van Sezuan" van Bertolt Brecht, waarvan medio maart 1968 de première zal worden gegeven. WENEN, 22 febr. Wolf Albach- Retty, als toneelspeler verbonden aan het Wiener Burg-theater, in Neder land vooral bekend van de film, is in Wenen overleden, 58 jaar oud. Hij was de zoon van een advocaat en de beroemde Weense toneelspeel ster Rosa Albach-Retty. Romy Schnei der was zijn dochter, uit zijn huwelijk met Magda Schneider. Wolf Albach-Retty kreeg zijn eerste faam door zijn medewerking aan de Salzburger Festspiele. In 1932 begon hij voor.de film op te treden. Omdat zijn Weense charme het ook op het witte doek goed deed verscheen hii in tientallen films. Als toneelspeler heeft men hem na de oorlog enkele malen ook in Nederland in toernees zien optreden. In 1965 kreeg hij een eerste hartaanval, waarvan hij niet meer geheel was hersteld. IN DE UTRECHTSE GEERTE- KERK bracht het NCRV Vocaal En semble gisteravond met medewerking van een vijftal vocale en instrumen tale solisten, de meesten vakmensen van bijzondere bekwaamheid, de we reldpremière van een kantate van de jonge Amerikaanse Duitser Carl Johnson, getiteld „Ubi tua, Interne, Victoria", voor koor,, solisten en ze ven blazers. Het werk is bedoeld als een paasoratorium; hoewel voor de titel een Latijnse tekst is gebruikt, staat het werk zelf toch in nel Dui's. Dat deze kantate van Wolfgang Fort ners bekwaamste leerling onder lei ding van Marius Voorberg een eer ste verklanking kreeg, stond onder meer in verband met het feit. dat de zeer knappe NCRV-dirigent, be kend als promotor van interessante en mooie muziek, indertijd ook reeds enige zaken van Fortner had uitge voerd, onder meer op het Hemrich Schütz-feest te Berlijn. Wat nu de ty pische kwaliteit van het onderhavige werk betreft, dient vermeld, dan men hier zoals verwacht kon worden te doen heeft, met seriële muziek, zo dat het werk dus niet meer schok kend zal zijn in de nieuwste muziek- praktijk. En daar de kantate niet kort van duur is, mag wel worden opge merkt dat luisteraars van eventueel komende reprises over een groot uit houdingsvermogen dienen te beschik ken. Ook in technisch opzicht worden grote eisen gesteld aan het geestelijke bevattingsvermogen. Dat de reactie bij deze première in een van Utrechts meest geschikte musiceerruimten ze ker niet teleurstellend was, moet in ieder geval ook worden toegeschre ven aan het feit dat de uitvoering op een zo bijzonder hoog niveau stond, waarbij zo goed als geen enkel risi co gevreesd behoefde te worden. Aan deze daad van muzikale bete kenis ging vooraf een niet minder ge slaagde uitvoering van een werk van Hugo Distier naar aanleiding van de tekst „Er trug unsere Krankheit". Een zeer exquise voldoening kon men ondergaan bij het luisteren naar twee composities op gedachten over het Lijden des Heren van de Napolitaan Carlo Gesualdo da Venosa. Wk. (Van onze correspondent) TILBURG, 23 febr. In en rond de Tilburgse Stadsschouwburg zal van 5 tot en met 8 april voor de vijfde achtereenvolgende maal het congres Kerk en Kunst worden gehouden. In totaal worden tweehonderd deelne mers verwacht. De opening zal wor den verricht door mr. Maarten Vro lijk. De priester-dichter Huub Ooster huis houdt de algemene inleiding „Kerk en Kunst in de hedendaagse sa menleving". De eerste avondvoorstel ling van het congres wordt verzorgd door het Wiener Burgtheater met de opvoering van de komedie Das Kon- zert van Herman Bahr. Evenals vori ge jaren zullen gesprekken worden gehouden over film en literatuur. De organisatiecommissie heeft zich voor genomen het lustrumcongres open te breken: dit jaar kunnen behalve de priesterstudenten en de mannelijke en vrouwelijke religieuzen ook studenten van de Nederlandse en Belgische uni versiteiten en hogescholen deelnemen. WASHINGTON, 23 febr. (Reuter) In Spaans Equatoriaal Guinee is een gorilla-albino gevonden, zo heelt de National Geographic Society (Nationa le Aardrijkskundige vereniging) in Washington bekendgemaakt. ADVERTENTIE (Van onze verslaggever) DEN HAAG. 23 febr. De voor zitter van het Prins Bernhard Fonds, prof. mr. W. de Gaay Fortman, heeft gisteravond in de Haagse Raadzaal de Martinus Nijhojf-prijs voor verta lingen uitgereikt aan Alex Brotherton voor zijn vertalingen van Nederlandse romans en novellen in het Engels en aan Gerrit Kouwenaar voor zijn ver talingen in het Nederlands van een groot aantal toneelstukken, gedichten, romans en essays. De voorzitter van de jury, prof. dr. S. Dresden, zei dat voor deze laatste zijn vertalingen en bewerkingen van klassieke en moderne toneelstukken de doorslag hebben gegeven bij de toekenning van de prijs. „Uit de ver scheidenheid van het door hem ver taalde werk blijkt een verrassend aan passingsvermogen aan schrijvers die niet slechts in verschillende tijden hebben geleefd, maar wier stijl, taal behandeling en mentaliteit eveneens sterk uiteen lopen", aldus de jury. In zijn dankwoord voor de onder scheiding geconcretiseerd in een diploma en een bedrag van 2.000 noemde Kouwenaar zich zelf „een er soms niet al teveel naast kleunende amateur die het niet voor niets doet, zoals het hem zou betamen, en dan nog een klinkende klap op de schou der ter aanmoediging krijgt ook". Van het vertaalwerk van Brotherton (Walschap, Elsschot, Helman en Vest dijk) zei de jury dat hij soms het on mogelijke had verwezenlijkt, met na me waar hij het „onhaalbare" Dwaal licht van Elsschot had vertaald. De vertaling van Vestdijks Koperen Tuin werd „briljant" genoemd. Een staal tje van Brothertons eigen virtuositeit werd genoemd de weergave van de verrukkelijk rijmende slagzinnen in het kantoor van de beruchte Boorman, Prof. Dresden refereerde met enkele woorden aan het gebaar van de ver taler die vorig jaar was onderschei den, James Brockwaydie juist een de zer dagen zijn prijs heeft terugge stuurd als protest tegen de z.i. slechte Engelse vertaling van „Een roos van vlees" van Jan Wolkers. ,,Met hem be treuren wij slechte vertalingen al willen wij hiermee geen oordeel geven over de Engelse uitgave van het werk van Wolkers", aldus prof. Dresden. „Het is ook jammer dat Brockway er de Nijhoff-prijs bij betrokken heeft die er helemaal buiten staat. Het is een ge lukkig en ongelukkig initiatief tege l'jk", zo zei hij. Boek is een gewoon ding (Van onze verslaggevers) DE OPENINGSAVOND van de 32- ste Boekenweek, vrijdag in de RAI, wordt anders dan anders. De organi satoren, de filmer Jan Vrijman en di recteur Frans de Smit (30) van de CPNB (Commissie voor de Collectieve Propaganda voor het Nederlandse Boek) vinden, dat het maar eens uit moet zijn met de verheerlijking van het boek als een „cultuur-gewichtig ding". Daarom willen zij af van het traditionele zwaarwichtige pro gramma, dat men in plechtig gala gehuld moest uitzitten tot het bal. „De avond krijgt nu een puur Bar- barber-achtig karakter", zegt Jan Vrijman. In de officiële aankondiging heet het: „Literaire pop haar vader landse trant". Jan Vrijman, die behalve film- en theaterproducer ook adviseur is van een uitgeverij, vindt het de hoogste tijd, dat het boek van zijn culturele voetstuk wordt gestoten. „Een boek is een gewoon ding. Je moet ermee leven als met een krant of een tv- toestel." Zijn ideeën, samengevat in zijn onlangs bij 'de CPNB verschenen „Witboek van de Boekgeneratie", von den weerklank bij Frans de Smit. In de vier jaren, dat deze directeur is van de commissie met de onuitspre kelijke naam, heeft hij menigmaal zijn gedachten laten gaan over een nieuwe aanpak van het jaarlijkse boe- kenfestijn. „Een nieuwe generatie dient zich in Nederland aan, de Boekgeneratie", zo begint Vrijman zijn witboek. „Mis schien is het wetenschappelijk een on mogelijk begrip", geeft hij toe. „Maar geldt dat niet voor de meeste weten schappelijke begrippen? Voor mij staat vast, dat er tegenwoordig meer en serieuzer gelezen wordt dan ooit. Moeilijke boeken als van Hermans, Van het Reve en anderen vliegen de winkels uit. Het pocketboek heeft daartoe zeker bijgedragen. Ook wordt het boek de laatste tijd in het onder wijs veel positieveT benaderd. Voeg daarbij onze mateloze nieuwsgierig heid ook een verschijnsel van de boekgeneratie en het feit, dat de boekwinkels makkelijker toegankelijk zijn dan vroeger; ze beginnen al op zelfbedieningszaken te lijken. Daar door verliezen de mensen hun drem pelvrees en de boeken hun gewichtig heid." Frans de Smit: „Wij willen die ontwikkeling een duwtje geven." Het eerste deel van het program ma, dat de vrijblijvende titel draagt: „Er werd nog nooit zoveel ge...", komt geheel voor rekening van Jan Vrijman zelf. Hij wil er niet veel over zeggen. „Een goochelaar vertelt toch ook niet hoe het konijn uit de hoed komt." Wie wil weten hoe het er in gekomen is, verwijst hij naar zijn wit boek. Voor de teksten hebben onder ande re Jan Blokker, Gijs Stappershoef en Rinus Ferdinandusse gezorgd. „Maar het programma heeft niets met „Zo is het" te maken", verklaart Vrijman nadrukkelijk. „Ferdinandusse heb ik gekozen, omdat hij aan al mijn eisen voldoet. Hij is intelligent en heeft ge voel voor show. Daarbij mist hij ge lukkig de routine van de gemiddelde Nederlandse entertainer. Hij is een voudig een sublieme amateur. Over de politiek of het koninklijk huis wordt in het hele programma met geen woord gesproken. Niet omdat wij daar principieel tegen zouden zijn, maar omdat wij zoveel andere onderwerpen interessanter vinden." Het door Vrijman gesignaleerde „Barbarber-achtige karakter" komt vooral tot uiting in de tweede helft van het programma, „Verveel U met volle teugen". Samenstellers zijn on der andere Jan Bernlef en Klaas Schippers, redacteuren van het tijd schrift „Barbarber", waarin zij de aandacht proberen te verleggen van het zuiver literaire naar al het an dere geschrevene of gezegde, dat volgens hen minstens zo interes sant is. Een streven, dat prachtig aan sluit bij de Boekgeneratie-theorie van Jan Vrijman. Ook Hans Keiler van de KRO is bij de voorbereiding van dit programma-onderdeel betrokken geweest. De VARA-televisie zendt vrij dagavond het eerste deel uit, de KRO zaterdag de andere helft. CPNB-directeur De Smit jong, maar met ernstige, bijna fanatieke gelaatstrekken is van oorsprong marktonderzoeker. Daaraan dankt hij, volgens eigen zeggen, zijn objectieve houding ten opzichte van zijn op dracht: propaganda maken voor het boek. Hij zegt: „Je vraagt je voort durend af: waarom doen wij het zul of zo. Je kunt er wel diepzinnig over praten tot diep in de nacht, maar het antwoord vind je alleen door we tenschappelijk onderzoek. Wij weten, dat wij op de goede weg zijn. Eind vorig jaar zijn de resultaten bekend gemaakt van een wetenschappelijk marktonderzoek naar de plaats van het boek in onze samenleving. Daar is toen weinig publiciteit aan gege ven. Het witboek van Vrijman is in feite een populaire vertaling van die onderzoekresultaten. Aan het boekenbal zelf verandert niet zoveel. Zij zulien er weer alle maal zijn: de schrijvers, de uitgevers en de boekhandelaren, al of niet in gezelschap van hun vrouwen. Over hun goedgevulde glazen zullen zij weer loeren naar de bizarre creaties van duizendkunstenaars Metten Koornstra en Pieter Groot, zullen zij het juiste moment afwachten om het zo begeerde stuk wandversiering in de wacht te slepen. Het publiek zal dit jaar rijker geschakeerd zijn, belooft Frans de Smit. Jan Vrijman zou van het boekenbal het liefst een massaal volksfeest maken. Maar hij ziet in, dat daarvoor de tijd nog niet rijp is. De schrijvers voelen nog altijd meer voor een gezellig onderonsje, gelooft hij. De Smit: „Een schrijver speelt niet graag voor aap. Hij heeft er een he kel aan door een nieuwsgierige me nigte te worden aangegaapt." Ook hij voelt veel voor een jaarlijks volks feest, een bevrijdingsdans rond het boek. Maar hij wil de schrijvers niet in het harnas jagen. „Waarom zou den wij de volgende keer niet naast het boekenbal ook een schrijversbal organiseren", denkt hij hardop. Zeer zakelijk voegt hij er aan toe: „Een intiem feest, dat de uitgevers hun schrijvers zouden kunnen aanbieden.'J „VOOR MIJ IS DIT vakantie. Je doet werk, waar je normaal nooit aan toe komt. Geweldig, wat je allemaal met afgedankte rommel kunt doen. Een gewone klerenhaak bijvoorbeeld... Ik zag zo'n ding liggen en plotseling wist ik het: je kunt er een olifant van ma ken en nog veel meer. Je raakt er door bezeten." Pieter Groot heeft samen met Metten Koornstra de versieringen voor het boekenbal gemaakt. Een forse veertiger, geboren en getogen in Zaan dam, van beroep grafisch ontwerper. Zijn gulle, kinderlijk oprechte lach davert door 't magazijn in de Kuipers- steeg, waar hij drie maanden lang zijn ruige scheppingsdrift heeft kunnen bot vieren. Trots laat hij het allemaal zien: de beweegbare harlekijnen, de aluminium vissen, de uit bromfietsonderdelen sa mengestelde mannetjes, de tastkasten vol ondefinieerbare glibberigheid. Van tientallen door 't leger afgedankte mu nitiekistjes heeft hij kleurige kijkdozen gemaakt. Ieder kistje heeft zijn eigen al of niet symbolische betekenis. Er is een sex-kistje compleet met ver grootglas, een provo-kistje, een kistje waaruit een gevulde jeneverfles auto matisch begint te schenken. „Ik kon die kistjes bij Defensie niet loskrijgen", vertelt hij. „Toen ben ik naar een so ciale werkplaats gegaan; daar lagen ze voor het grijpen." In ander» ornamenten heeft hij koeie- hoorns verwerkt. Die haalde hij met schedel en al uit het slachthuis. De afgetakelde schedels gingen later de gracht in. „Goed voor het biologisch evenwicht", meent hij. Dagenlang heeft hij op stortplaatsen voor fabrieksafval doorgebracht. Hij vond er stukken gril lig vervormd metaal, die zich gemak kelijk aan elkaar lieten lassen tot een leger van boekenlezende mannetjes. „Zij kunnen ook schreeuwen", onthult de maker. „Wij moeten alleen het ge luid nog op de band zetten". Hij verheugt zich bij voorbaat op het ef fect. Pieter Groot versiert twee derde van de RAI, terwijl Metten Koornstra, de doorgewinterde boekenbalbekleder, de overblijvende ruimte voor zijn reke ning neemt. Toen Koornstra het vorig jaar liet afweten, heeft Pieter Groot het helemaal alleen gedaan. Geen pro bleem, hij zou drie RAI-gebouwen met zijn bizarre maaksels kunnen vullen. „Als ik met een grafisch ontwerp bezig was en het wilde niet zo best lukken, ging ik altijd wat afval aan elkaar lassen", vertelt hij. „Dan kreeg ik plotseling nieuwe ideeën." Dat hoorden de organisatoren van het boekenbal. Zij vonden hem vorig jaar onmiddellijk bereid zich op de RAI uit te leven. „Vorig jaar was het vooral laswerk", zegt hij. „Ik heb toen wel veertig of vijftig metaalplastieken gemaakt. Daar zatert ze de hele nacht als rovers om heen. Het zag er ook fantastisch uit. Veel werk was het niet, maar het leek een produktie van jaren. Na afloop van het feest was er dan ook niets van over. Of ik dit jaar ook zelf ga kijken? Natuurlijk, ik wil de totale vernieti ging zien." NIET ALLE SCHRIJVERS komen op het boekenbal. (Henriette van Eyk: ,,'t Zijn meer aanstellers, van die won derlijk toegetakelde jonge mensen." Hans Verhagen: „Boekenbal? Rijmt ondermeer op mottebal en bitterbal"). Misschien om deze leemte te vul len heeft de Bezige Bij de Amerikaan se Pool Jerzy Kosinski (33) uitgenodigd bij alle festiviteiten, om tijdens de boekenweek rond te lopen. Kosinski's boek „De geverfde vo gel" heeft in de hele wereld nogal op zien gebaard. Groot enthousiasme bij mensen als Luis Bunuel en Arthur Mil ler, in Frankrijk bekroond met de prijs voor het beste buitenlandse boek, ver talingen in vele talen. De Japanse uit gave is in voorbereiding. In Amerika zijn van de pocketuitgave al .één mil joen exemplaren verkocht. De Neder landse vertaling van Mischa de Vreede kwam in de herfst uit, momenteel zijn er ruim vierduizend boeken verkocht en is de tweede druk bijna gereed. Kosinski ziet eruit als een Italiaanse tennisspeler. Een soepel lichaam, on geveer 1.80 m., gehuld in een ruiten kostuum var een bruine tint, bruine recent gepoetste schoenen, groene sok ken. Een licht egaalblauw overhemd, donkerbruine das, gouden manchetkno pen. Vanonder zijn brede zwarte brau- wen, die overlopen in een levensgrote neus waarop Harry Mulisch jaloers zou zijn, kijken twee scherpe ogen in dringend naar iedere vragensteller. Ko sinski praat, koel, zakelijk direct met het accent van een immigrant (een duidelijke t voor th). Acht jaar geleden ging hij weg uit Polen. Hij was student geweest in de politieke en sociale wetenschappen en zijn schrijverschap had zich tot dan toe beperkt tot twee sociologische scripties. „Ik heb eigenlijk nooit ge dacht romanschrijver te kunnen wor den. Het blijft toch niet meer dan proberen. Als u vraagt of ik een nieuw boek ga schrijven, moet ik zeggen dat ik ga proberen te schrijven en mis schien wordt het wel een boek." Hij vindt het erg prettig in het En gels te schrijven. „Mijn Pools was altijd zeer verwar rend. In een vreemde taal kun je meer doen, je bent niet belast met tradities, je kent de beperkingen niet, je bent veel vrijer. Bovendien is het niet alleen een kwestie van taal, maar ook van visie. Het Engels is direct, zonder om haal, terwijl het Pools een zwerftocht .langs bijvoeglijke naamwoorden is. In het Engels schrijf je: Een man komt binnen. In het Pools moet er staan; Een^nan komt de dikke deur binnen, werpt zichzelf in de grote kille ruimte van de kamer, enz. In het Pools, kort om, komt iemand heel langzaam een kamer binnen." De Geverfde Vogel is officieel niet in het Pools vertaald, noch is de En gelse versie in Polen verkrijgbaar. „Dat is een Kafka-achtige situatie. Er heeft één stuk over gestaan in een krant, dat was erg negatief, voor al om politieke redenen. Daarna zijn er zo'n driehonderd artikelen ver schenen, gebaseerd op deze eerste re censie. De verdraaiingen worden steeds groter. Het zou mogelijk zijn een heel nieuw boek te schrijven op grond van de gegevens uit de stukken erover in Polen. De krankzinnigste dingen zeg gen ze, b.v. dat de hoofdfiguur een SS-officier is. Dat is ook de oorzaak van een „ondergrondse" uitgave door Neo-nazi's. Ook Zionisten brengen het boek onder-de-tponbank, een uiterst vreemde combinatie Kosinski wil niet terug naar Polen. „Ik heb nog zoveel te zien in de we reld. Bovendien gaat het niet om het Polen binnen komen, maar om de terugweg, als u begrijpt wat ik bedoel." Hij vindt het helemaal niet erg dat De Geverfde Vogel niet in Polen ver schijnt. „Het boek heeft zijn eigen le ven. Mijn interesse in het boek is een louter sociologische interesse in de le zers ervan. En verder, zonder over Polen te komen, kan mijn vogel toch wel vliegen."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 5