Amsterdamse studenten met
groteske komedie van Grabbe
dineren
Onderwijzers vragen Zijlstra
om duidelijke afspraken
ROMANTIEK MET SCHOKEFFECTEN
1
M
LEUKE, DIKWIJLS VERRASSENDE AANGELEGENHEID
Pool secretaris
bisschopssynode
Haitink meesterlijk
VERLANGLIJST MET NEGEN PUNTEN
HET GESCHENK
DE UITGAVE
EEN ROMAN
Foor interieurs van stijl en standing
Leidsestraat 73-75
Prinsengracht 709-713 Amsterdam
Tijd voor een
Russen onderscheiden
zeven schrijvers
A
Monter drama
Iii!I!
N |P
DE TIJD
VRIJDAG 24 FEBRUARI 1967
5
wr
Grabbe's groteske komedie: een bioloog probeert de duivel te determineren.
Amsterdamse studenten spe-
MltZakelijk of privé:
een voortreffelijk diner
fikt.1
Herinneringen van een
bramzijgertje
JAN DE HARTOG
...gepekelde romantiek...
Toneel als spiegel
van de tijd
DANIËL DE LANGE
HANS KELLER
Terugkeer van een
oude bekende
DE KAPITEIN
...knap wolkje wierook...
len op het ogenblik Grabbe's gro-
'esïce komedie, die Ton Lutz in 1964
voor het Holland-Festival had zullen
opvoeren als de aangezochte spelers
het niet geweigerd hadden. Het bleek
pij de eerste voorstelling gisteravond
in het Nieuwe de la Martheater een
heel leuke, dikwijls ook verrassende
Aangelegenheid.
Grabbe schreef het stuk Scherts,
s&tire, ironie en diepere betekenis
heet het in het Nederlands in 1837,
toen hij 24 jaar oud en student was.
Ge studentikoze vrijmoedigheden erin
liggen ook studenten van ruim een
eeuw later nog heel goed. In zijn op-
tet is het blijspel een komische sati-
re op de verwelkte, in cliché's ver
strikt geraakte toneelromantiek. Er
Zlin ook een grote reeks schimpscheu-
en grappen op de actuele literai-
mode en andere tijdsverschijnselen
aanwezig. Het zijn vooral deze laat-
Vq' die aangepast moeten worden
0t de bezoeker van nu, en dat heeft
aU1 kinnerts, die ook de regie voert,
„g Usant gedaan. Nog geen drie jaar
st bewerking van Hugo Claus het
k herschrijvend komt hij tot weer
®ol andere actualiteiten de provo's
natuurlijk, burgemeester Van Hall,
Vitte fietsen, Simon Vinkenoog, Simon
Vestdijk (de laatste scène speelt in
Doorn, bij Claus in Bergen) en Ver
woerd duiden aan, in welke richting
nu grappen gemaakt worden. Geen al
te felle grappen overigens, meestal
wel leuk, verscheidene malen ook
spits.
De groteske aard van de handelin
gen in het stuk deed Paul Binnerts in
de toegepaste speelstijl heel goed uit
komen. De figuren verschenen als ka
rikaturen van het type, dat zij iro
nisch voorstellen. De romantische
schoolmeester was een groteske drin
kebroer en kinderpester geworden, de
baron een domoor, het nichtje van de
baron een kittige wijsneus, de roman
tische dichter een knutselaar met
woorden, de echte minnaar een toon
beeld Van lelijkheid, de valse minnaar
een zemelaar, de boze minnaar een
onedele Robin Hood, Mephistoles een
goedgemanierde koukleum en een
mooie bruut met flair. Het spel vol
trok zich op een vrijwel kaal toneel
met slechts enkele zetstukken in een
snel en licht tempo, verlevendigd door
komische en speelse regievondsten. Er
waren, vooral tegen het eind, forse
schrappingen aangebracht: hele scè
nes verkort tot een bizonder aardig
pantomimisch spel, er was ook een
verteller ingevoerd, die in de stijl van
een Ako-jongen de voorstelling aan
kondigde en de scènes van gesproken
titels voorzag.
Er werd verrassend gespeeld, tech
nisch niet volmaakt maar mpt zoveel
intelligentie, dat in ieder geval de be
doelingen goed overkwamen: STAUT,
de Stichting Amsterdams Universitair
Toneel, die onder voorzitterschap staat
van prof. dr. B. Hunnigher, voelt zich
steeds, beter op het toneel thuis.
Het bleek dus een stuk met een
schat aan mogelijkheden, waarvan er
door een beroepsgezelschap onder
overtuigde regie nog wel meer waar
gemaakt kunnen worden. Ook nu is
het een bijzonder leuke voorstelling,
die vanavond en morgenavond om
twaalf uur herhaald wordt.
R.
VATICAANSTAD, 24 febr. (Reuter,
AFP) Paus Paulus heeft de Poolse
bisschop Wladislaw Rubin b enoemd tot
algemeen secretaris van de nieuw in
gestelde bisschoppensynode, die voor
het eerst in Vaticaanstad bijeen zal
komen op 29 september volgend jaar
en bedoeld is om de Paus in het be
stuur van de Kerk bij te staan. De
vijftigjarige mgr. Rubin, hulpbisschop
van de Poolse primaat kardinaal Stefan
Wyszynski, beheerst acht moderne ta
len. Hij verblijft in Rome.
De deelnemers aan de bisschoppen
synode worden deels door de nationale
conferenties en deels door de Paus
aangewezen, en wel slechts voor de
duur van één werkzitting. De secretaris
functie is echter permanent.
Mgr. P. Felici, secretaris van de
centrale post-conciliaire commissie, is
door de Paus benoemd tot pro-voor
zitter van de commissie voor de her
ziening van het kerkelijk wetboek.
HOOGTEPUNT van het Amster
damse abonnementsconcert op de
woensdag- en donderdagavond in het
Concertgebouw was de geladen ver
tolking van Tsjaikowsky's Zesde sym
fonie. Voor Bernard Haitink beteken
de deze uitvoering een première. Zijn
dwingende visie op dit werk, de dra
matische intensiteit van de weergave,
de bewuste opvoering van spanningen,
de prachtige klankweergave in een
verscheidenheid van nuancen, teken
den hem als de jonge meester die
laaiend van enthousiasme het spel vol
ledig beheerste. Zijn bezielende lei
ding dreef het Concertgebouw-Orkest
tot een grootse manifestatie van
klank, rijp en evenwichtig in het sa
menspel en briljant in de individuele
prestaties.
Het concert werd ingeluid met een
aubade van de Engelse componist Ri
chard R, Bennett, die men kan reke
nen tot de jongere componistengene
ratie. Niet tot de allerjongste, getuige
dit werk, waarin hij zich aanhanger
van het twaalftoonssysteem belijdt,
met een zekere verbondenheid met
het impressionisme, dat zich uitte in
de sfeerschildering van een morgen
stemming met fijne smaak, en goed
vakmanschap geïnstrumenteerd. Het
werk is bedoeld als een ,,in memo-
riam" en dit verklaart de introverte
toon waarin de componist zich uit
spreekt. Het Concertgebouw-Orkest
gaf onder Haitinks delicate leiding
een uiterst doorzichtig beeld van de
ze première.
De solist Arthur Grumiaux had in
het vioolconcert in A van Mozart blijk
baar niet zijn meest briljante avond.
Zijn meesterschap van de toon en
lichte toets werden niet geëvenaard
door een overtuigende voordracht. Te
genover de onrust van zijn bij vlagen
opgedreven tempi, stond de exacte
weergave van het orkest, door Hai
tink met grote aandacht voor de mu
zikale expressie geleid. Het publiek
heeft heel spontaan laten blijken dat
het dit concertprogramma en de uit
voering daarvan bijzonder heeft ge
apprecieerd. T Vr
MOSKOU, 24 febr. (Rtr) De Sov
jet-Unie heeft zeven schrijvers, onder
wie de Nobelprijswinnaar Michail Sjo-
lochov, onderscheiden met de hoogste
burgerlijke titel: held van de socialis
tische arbeid. Dit betekent opnieuw
een goedkeuring van het Kremlin na
dat liberale intellectuelen op Sjolochov
kritiek hadden geuit omdat hij de lan
ge gevangenisstraffen waartoe twee
schrijvers wegens lasteren van de
staat waren veroordeeld, vurig had
verdedigd.
De andere schrijvers zijn Konstan-
tin Fedin, Leonid Leonov, de Oekrain-
se schrijvers Alexander Korneisjoek
en Pavlo Tsjina, de negentigjarige
Letlandse auteur Andrei Oepit en de
dichter Mirzo Toesoen-Zade, hoofd
van de Russische Afrikaans-Aziati
sche solidariteitscommissie.
ADVERTENTIE
mm
DAM AMSTERDAM TELEFOON 020-63163
Helene Nolthenius: Buiten blijven
Amsterdam, Querido prijs 6,90
AL NA DE EERSTE BLADZIJDEN
ah haar nieuwe novelle heeft Hele-
5>e Nolthenius de lezer ervan over
tuigd dat haar hoofdpersonen ongewoon
vertrouwd zijn met klassieke muziek,
p ta Erlstein, van wie op blz. 12 wordt
Kezegd dat zij een hoge, lichte sopraan
J®ett, geschapen voor de opera's van
iozart. neuriet niettemin op bladzijde
J1 i.Ich habe genug" van Bach om
«aar vriendin Bea te laten voelen dat
Zli Zwitserland, waar zij op dat mo
th®^ gastvrijheid geniet, zat is. Nog
"looier is dat ongeduldig wachten op
?en door de PTT te bezorgen missive
?.aar hardnekkig fragmenten van het
,,Die Post" van Schubert in de
mond geeft. Ook Bea is trouwens niet
yUs. Nadat zij heelhuids de andere
ever van de straat in Rome heeft
ereikt, waar de golven verkeer haar
e rode zee en de kinderen Israels
Ji gedachten brengen, begint zij op
gelucht te zingen: Handel natuurlijk"
v°oral dat natuurlijk is fijn) „Dank
®ei dir Herr..." (uit „Israël in Egypte
mituurlijk). Gelukkig is de humor van
^elene Nolthenius elders in deze no-
„Buiten blijven" wel van een wat
bitsere en minder bewustzijnsvemau-
£ende soort. Zo is het knap hoe het
eliaanse familiedrama waarbij Bea
oiens volens betrokken raakt en waar-
an zij zelf nogal zwaar blijft tillen
enslotte van karakter wordt veran-
rierd, iets van een monter drama, een
rama giacoso krijgt. Als een van de
etrokkenen later vertelt dat de moord
verzetsdaad is geweest komt zij
!Jarhelijk op de gedachte dat hier spra-
?e moet zijn van een ordinaire smok-
v®iaffaire maar dan op z'n Italiaans
oorgedragen. De werkelijke portee
het drama wordt in de novelle
ripet duidelijk en dat is juist een van
aardige kanten ervan.
lijkt me wat veel dat Helene
«ithenius in deze ingewikkelde en voor
SpïSchillende interpretaties vatbare ge-
«ledenis binnen het bestek van een
V 'ne 140 bladzijden ook nog de idee
v a het immer lokkende maar voor
bpo-. rlingen tenslotte toch altijd on-
g(1„Jpelijke Italië vorm heeft willen
ten eP; Hoewel zij met de
Wii-Jblijven" hier expliciet
SeluWtis hët haaf toch niet helemaal
URt. Aangezien het heimwee naar het
immer lokkende maar voor
be„ Hingen tenslotte toch altijd on-
g(1„JPelijke Italië vorm heeft willen
ten e?:..Hoewel zij met de titel ,,Bui-
Wii büiven" hier expliciet naar ver-
ïoetll-, wordt gesymboliseerd in een
ged Aart van der Leeuw-achtig
bia°e over een oud familiegoed „Val
dij.a" waar het drama eigenlijk om
verh't' oveï"tuigt dit aspect van het
Ziin 5al het minst. Waarmee gezegd wil
m dat ik de novelle „Buiten blijven"
gemengde gevoelens heb gelezen,
hooi, een vergelijking te maken: dit
van Helene Nolthenius, die de
«en 6k van de moderne liturgie tijdens
Jm" radio-uitzending vergeleek met een
'•«rank, heeft iets van bessenjenever
Je Weet nQoit o£ je bessen proeft
Jenever.
P. M. MOREL
(Van onze onderwijsredacteur)
DEN HAAG, 24 febr. De Alge
mene Nederlandse Onderwijzers Fe
deratie heeft in een schrijven aan
dr Zijlstra negen wensen naar vo
ren gebracht, die de onderwijzerswe
reld in de komende kabinetsperiode
gerealiseerd zou willen zien.
Het gaat om de volgende punten:
1. Spoedige invoering van de derde
fase ter verlaging van de leerlingen-
schaal bij het lager onderwijs. Om
tot kleinere klassen te komen is een
aantal jaren geleden een plan in drie
fases opgesteld. Men is nu bezig met
de tweede etappe. De A.N.O.F. acht
het niet alleen nodig, dat men nu over
gaat naar het derde stadium, maar dat
er ook voorbereidingen worden getrof
fen voor een vierde fase.
2. Spoedige afschaffing van de mar
ges bij het kleuteronderwijs en het
maken van een begin met een lagere
leerlingenschaal op de kleuterscholen.
De marge-kwestie heeft betrekking op
de verhouding tussen het aantal leid
sters, waarvoor het Rijk vergoeding
geeft, en het aantal leerlingen. De ge
middelde klassegrootte ligt in Neder
land hoger dan in verscheidene andere
landen.
3. Spoedige integrale uitvoering van
het nieuwe b.l.o.-besluit. Ook bij het
buitengewoon onderwijs doet zich het
probleem van de te grote klassen voor.
Voor enkele takken van het b.l.o. is
al een verlaging van de leerlingen-
schaal aangekondigd, maar men vraagt
op korte termijn een betere regeling
over de gehele linie.
4 Het totstandbrengen van een onge
deelde driejarige beroepsopleiding voor
onderwijzers. De kweekscholen hebben
een aparte leerkring voor het examen
„volledig bevoegd onderwijzer". Men
acht het gewenst alle toekomstige on
derwijzers deze leerkring te laten vol
gen. Kortgeleden is in de Tweede Ka
mer een motie aangenomen, waarin
gevraagd werd aan de invoering van
een ongedeelde driejarige opleiding
„hoge prioriteit" toe te kennen.
5. Verlaging van de klassebezetting
bij het u.l.o. en het v.g.l.o., dit mede
in verband met de invoering van de
Mammoetwet. De ulo- en v.g.l.o.-scho
len moeten tot nu toe met grotere
klassen werken dan de andere takken
van voortgezet onderwijs.
6. Taakverlichting voor de hoofden
van scholen; voor u.l.o.-en v.g.l.o.-scho-
len mede van belang in verband met de
invoering van de Mammoetwet. Het
gaat hier om het aantrekken van een
extra leerkracht en om administratie
ve hulp.
7. Het scheppen van de nodige onder
wijsvoorzieningen voor de invoering
van een 9-jarige leerplicht, gevolgd
door één of meer jaren part-time leer-
en vormingsplicht.
8. Het totstandbrengen van een slui
tend systeem van salariëring en rechts
positie op 1 augustus 1968. De A.N.O.F.
vraagt vooral aandacht voor: de inkor
ting van een aantal salarisschalen, de
salarisverhoudingen binnen het on
derwijs, de invoering van salariëring
naar leeftijd, de omvang van de vol
ledige betrekking of taak, de invoering
van salariëring naar bevoegdheid en
het regelen van de rechtspositie van
de vakleerkrachten bij het lager onder
wijs.
9. Het treffen van voorzieningen
voor een goede uitvoering van de
Mammoetwet.
De Onderwijzersfederatie heeft in
haar schrijven aan de informateur geen
kostenramingen opgenomen. De naar
vóren gebrachte wensen komen echter
bijna alle ook voor in de zogenaamde
Prioriteitennota, die was toegevoegd
aan de laatste Onderwijsbegroting.
De A.N.O.F. laat in het midden hoever
de verlangde verbeteringen (bijvoorbeeld
kleinere klassen) zouden moeten gaan. Gaat
men af op de prioriteitennota, dan zou
men bij een gematigde inwilliging van de
wensen de afschaffing van de marges voor
de kleuterscholen voor het jaar 1970 vijf
miljoen gulden aan personeelskosten en 2
miljoen gulden aan materiële uitgaven ver
gen; de verlaging van de leerlingenschaal
bij het kleuteronderwijs: ƒ9 miljoen perso
nele uitgaven en 2 miljoen materiële uit
gaven: verlaging leerlingenschaal (v.)g.l.o.:
57 miljoen plus 11 miljoen; aanstelling
extra leerkrachten bij het g.l.o. 8 miljoen:
verlaging leerlingenschaal u.l.o.20 mil
joen plus 3 miljoenverhoging adminis
tratiekosten u.l.o. en (v.)g.l.o. 5 miljoen
(materiële uitgaven); leerplichtverlenging
56 miljoen en b.l.o.-besluit 17 miljoen
plus 2 miljoen. Tezamen 197 miljoen.
De ongedeelde onderwijzersopleiding (in
de Prioriteitennota niet behandeld) zal lei
den tot extra-salarisuitgaven ten bedrage
van circa 25 miljoen. De Prioriteitennota
raamt de totale investeringsuitgaven in 1970
voor de verlanglijst van het kleuteronder
wijs op ƒ14,6 miljoen, voor het v-g.l.o.
op 63 miljoen, het u.l.o. op 20 miljoen
en het b.l.o. op 14.4 miljoen. Tezamen rond
112 miljoen.
In het schrijven aan de informateur
wordt gesteld, dat men er begrip voor
heeft wanneer van verschillende zijden
wordt aangedrongen op een grotere
efficiency in het onderwijs. Een doel
matige besteding van de uitgaven voor
het onderwijs moet vast staan. De
A.N.O.F. wijst er echter op, dat de snelle
stijging van de onderwijsuitgaven na
de oorlog niet tot resultaat heeft ge
had, dat de verzorging van het onder
wijs in alle opzichten aan redelijke
eisen voldoet.
Kwaliteitsverbeteringen in het on
derwijs hangen in belangrijke mate
af van de budgettaire ruimte, van het
jaarlijks bouwvolume en van de aan
wezigheid van voldoende goed opgelei
de leerkrachten. Vooral de laatste
twee factoren betekenen, dat verbete
ringen uitsluitend tot stand kunnen ko
men door planning op middellange en
lange termijn.
Als door budgettaire moeilijkheden
in de komende kabinetsperiode verbete
ringen, die al lang geleden gepland
zijn (bijvoorbeeld: de verlaging van
de leerlingenschaal bij het lager on
derwijs), niet op tijd gerealiseerd wor
den, komt de onderwijsontwikkeling
ernstig in gevaar. In verband met de
vele kwaliteitsverbeteringen, die ons
onderwijs nog nodig heeft, is een alles
omvattende onderwijsplanning noodza
kelijk.
De Onderwijzersfederatie dringt er
dan ook op aan, dat bij de kabinets
formatie duidelijke afspraken worden
gemaakt omtrent:
a) de financiering van de autonome
stijging van de onderwijskosten;
b) de financiering voor het realise
ren van de negen genoemde verbete
ringen, die urgent zijn
c) het tot stand brengen van een
allesomvattende onderwijsplanning.
Boeken in Boekenweek
DE VOLENDAMSE botterlui spra
ken van „imbakkertjes", voor ande
ren waren het gewoon „hulpjes", of
„zeuntjes". Jan de Hartog noemde
hen echter „Bramzijgertjes.", een
naam die hij ontleende aan de wazige
nevelspiraaltjes, die soms bij windstil
we-er uit het water omhoog kringelden
om na enkele ogenblikken weer te
verdwijnen, opgelost in de lucht. Maar
allen doelden op de zeer prille jon
gens langs de boorden van de Zui
derzee die, eigenlijk nog schoolgaand,
stiekem meevoeren met de botters
ter visvangst. De „Herinneringen van
een bramzijgertje" vormen dit keer
het jaarlijkse „geschenk" van de boe
kenweek. Jan de Hartog, geboren in
Haarlem en getogen in Amsterdam,
haalt deze herinneringen op vanuit
een oud Zuiderzeedorp, waar hij ge
woond zou hebben en dat hij onder
de schuilnaam Oosterdam zorgvul
dig verborgen houdt. Maar goed hij
was er een op klompen rondsprin
gende kwajongen en nauwelijks tien
jaar oud toen hij op een kille maan
nacht door de „IJzeren Vrijer" als
„bramzijgertje" op diens OD 69 werd
gebracht, het grote avontuur op een
zee die niet meer is, als IJsselmeer
gebleven achter de grote dijk met
een schat aan sterke verhalen en le
gendarische herinneringen. In dit kos
telijke boekje heeft Jan de Hartog
hier het zijne toe bijgedragen, duikt
hij meesterlijk weg in de gepekelde
romantiek van het „Zuidersoppie",
waar de dorpsvloten soms hevig slag
konden leveTen. Vooral als het ging
tussen de katholieke Volendammers
en de streng gereformeerde Ooster
dammers. De Volendammers visten
voor de wind met de „wonderkuil",
de Oosterdammers dwarszees in pa
ren, met een sleepnet tussen zich in.
Twee manieren, zo schrijft De Har
tog, die voorbestemd waren om met
elkaar in conflict te komen. Hij te
kent uitvoerig hoe de Volendammers
met hun rode wolken van zeilen dwars
door de netten der Oostendammers
voeren. Hoe er dan geënterd werd en
wild gevochten. De Oostendammers
kregen brandende dotten poetskatoen
op hun schepen geworpen. Zij probeer
den op hun beurt met de ram van da
kluiverboom het Volendammer groot
zeil te scheuren. En als dat gebeurde
was de Vole-ndammer verloren. Het
grootzeil was zijn hart. Hiervan be
roofd was hij verder machteloos, wer
den zijn opvarenden overmeesterd en
volgens de legende de grote pofbroe
ken uitgetrokken voor een stevig pak
slaag op de blote billen.
Het „bramzijgertje" van De Hartog
maakt al deze avonturen mee. Hij
staat stijf van de kou en bedekt met
schubben tussen de wriemelende mas
sa vissen naast de bun. Hij „kerkt"
op zondag, de urenlange diensten te
midden der Spakenburgers, Bunscho-
ters, Urkers en Elburgers. Hij ligt
groen van de zeeziekte naast de an
kerketting in het naar vis, teer en
pek ruikende vooronder. Jan de Har
tog is een goed verteller en een ken
ner van heel het nautische gedoe. Hij
heeft inderdaad vele stappen liggen
langs de oevers van het Waterland
en velen zullen de sfeer, die hij be
schrijft, herkennen.
„WEG MET DE HOLLANDERS"
schreeuwde het Brusselse operapu-
bliek op 25 augustus 1830 na het zien
van Aubers opera ,,Het sprakeloze
meisje van Portici." De Belgische op
stand tegen Nederland ontstond in het
theater.
Over die historische voorstelling
zijn enkele notities en een foto opge
nomen in de boekenweek-uitgave van
dit jaar, „theater in de tijd", samen
gesteld door Daniël de Lange en Hans
Keiler. Op eendere wijze zijn uit de
toneelgeschiedenis een reeks voorbeel
den verzameld, die aantonen dat het
theater weeTgeeft wat in de samen
leving omgaat: wat de geesten be
roert, beroert ook het toneel.
Het boekje eindigt met enkele noti-
ties over Peter Brooks „Us" te
vertalen zowel door „ons" als door
V.S. een verzameling feiten over
Vietnam, in een theatervorm gebracht
met het oogmerk de toeschouwer te
schokken om hem op zijn minst tot
nadenken te brengen. In het citaat,
dat het boekje geeft, komt deze zin
voor, uitgesproken door een actrice:
,,Ik wil een gifgasgranaat zien ont
ploffen op een Engelse bloementen
toonstelling en lieve Engelse dames
zien rondkruipen in hun eigen braak
sel". Klinkt dat cru? Het is de dras
tische vertaling van wat elke keurige
spreker zou kunnen zeggen: stel u
voor, beste Engelse burgers, dat uw
lieve Engelse dames zou overkomen
wat met de vrouwen van Vietnam ge
beurt. Dit zou niemand schokken. Het
schokeffect is gezocht om het voor
stellingsvermogen van de toeschouwer
wakker te schudden, vooral om het
veraffe en onoverzichtelijke van de
gebeurtenissen in Vietnam een her
kenbare persoonlijke maat te geven.
Het boekje is beknopt in de omvang
van het gekozen materiaal en in de
daarbij verschafte inlichtingen. Het
blijkt juist daardoor de goede eigen
schap te hebben, dat het prikkelt tot
wat mijmeren over de verstrekte ge-
gevens.. De inleiding helpt daar wei
nig bij. Zij zegt niets op een duiste
re manier, omdat zij teveel wil sa
menvatten in een tekort bestek en in
een originele formulering. Maar het
verstrekte materiaal is aardig en het
is ook aardig behandeld. Het maakt
ook vanzelf wel duidelijk, wat de ti
tel bedoelt. Van Dalsum en Defresne
noemden het in hun periode tijdsto-
neel, of: het toneel als spiegel van
de tijd. In 1935 zagen zij dat in Per
Lagerkvists „De Beul". De première
leidde tot een complete rel niet
tegen het nazisme, waartegen het
stuk stelling nam, maar tegen de spe
lers. In 1948 mocht de boekenweek
niet geopend worden met „Jan Pie
terszoon Coen" van Slauerhoff, om
dat het niet bevorderlijk was voor de
politieke rust, waaraan in Nederland
zo'n behoefte heette te bestaan in een
tijd, waarin de Indonesische rebellie
tegen het Nederlandse bewind een
hoogtepunt had bereikt. Toen studen
ten hetzelfde stuk in 1962 wilden op-
voeren kregen zij van de burgemees
ter van Amsterdam de raad er maar
liever van af te zien.
Ook in Nederland blijkt het toneel
dus wel de geesten te beroeren. Het
boekje beperkt zich daar niet toe. Het
begint met De Perzen van Aischylos
uit 472 vóór Christus en springt de
hele toneelhistorie door. Het theateT
heeft telkens weer een rol gespeeld
in de samenleving, of, juister gezegd:
een hele reeks rollen, want de ene
lijkt zelden op de andere.
Een van de dingen, waarover men
bij dit boekje kan nadenken, is de
nieuwe ontwikkeling in het toneel,
waarvan Peter Brooks „Us", Anne-
Marie Prins' „Vietnam" en Fons
Eickholts „Nieuw Babyion" voorbeel
den zijn: het aan elkaar verbinden
van feitenmateriaal. Theater van fei
ten. Men kan er een uitlating tegen
over plaatsen uit een interview van
Siegfried Melchinger met Rolf Hoch-
huth: de geschiedenis verschaft de
schrijver stof, niet voor de uitbeel
ding van vraagstukken, maar voor de
uitbeelding van mensen, die met
vraagstukken worstelen.
ANDRÉ RUTTEN
JAN DE HARTOG is teruggekeerd
bij zijn oude stiel: het beschrijven van
de zilte romantiek der zeesleepboten.
Met „Hollands Glorie" heeft hij er on
gekende successen mee bereikt. Het
boek haalde de tweeëntwintigste druk
en is nog altijd „in" voor degenen,
die het grote avontuur op de zeven
zeeën zwart op wit willen hebben. Voor
het vervolg zorgden de verfilmde ro
mans „Stella" en „Mary". Nadien heeft
Jan de Hartog gezwegen over zijn
grote belangstelling in heel het nauti
sche spektakel. Nu, vijftien jaar later,
is in Amerika „The Captain" versche
nen en onmiddellijk naar de top van
de bestsellerslijst doorgestoten. Een
laat, maar gezien de vele goede kri
tiekenbijzonder knap wolkje wierook
voor het altaar van de helden, die in
de Atlantic en de Noordelijke IJszee
voeren en streden op de beruchte
Moermanskroute, gedurende de tweede
wereldoorlog.
De harde en meedogenloze zeeoorlog
in -deze kille contreien is nadien zeer
uitvoerig beschreven. Uit de vele schrij
vers die er zich mee bezig hielden,
kwamen vooral Nicolas Monserrat met
zijn „Wrede zee" en de Schotse on
derwijzer Alister MacLean met „Zr.
Ms Ulysses" naar voren. Jan de Har
tog schaarde zich onder hen met „Stel
la" en „Mary". Het laatste boek nu
dient als grondslag voor „The Captain".
Van een nieuw gegeven kan men dus
niet spreken. Jan de Hartog heeft, op
een paar episoden na, die hij hand
haafde, Mary herschreven. Als geheel
heeft „the Captain" daarom een be
kende klank behouden. In Amerika is
dat geen bezwaar. Mary is immers
nooit in het Engels verschenen. Wij
echter herkennen „De kapitein" op de
brug van de Isabel Kwel, de plomp
gebouwde zeesleper met de buldog-
snuit, het lange lage achterschip en de
gedrongen pijp. Wij kennen zijn tijdelij
ke moeilijkheden met de bemanning,
die maar heel moeilijk aan het idee
van een nieuwe „commodore" kon wen
nen. Wij kennen vooral zijn wonder
lijke relatie met de vrouw van de jon
ge officier, die onder zijn ogen op de
brug sneuvelde. Het is dezelfde Mary,
teleurgesteld en verbitterd door de
man die zij voor een lafaard hield. De
konvooicommandant, de eerste stuur
man, de kok en de eigenaar van de
sleepboten, al deze figuren komen op
nieuw naar voren, scherper uitgebeeld,
hun karakters minder schetsmatig dan
in het boek „Mary".
In dit opzicht heeft „De kapitein"
duidelijk aan kracht gewonnen. Het is
geen verhaal van sterke mannen door
dik en dun, koelbloedige helden in de
moordende gevechtsscènes tijdens de
konvooivaart. Zij zijn ten prooi aan
angst en onzekerheid en maken on
miskenbare fouten. Het is vooral deze
toon die in Amerika is aangeslagen/
en ertoe geleid heeft dat „The Cap
tain" is uitverkoren door de club die
telkens het boek van de maand kiest.
Jan de Hartog is een geboren ver
teller. Hij heeft oog voor de kleine
details en de lenige pen om die op
een geheel eigen wijze weer te geven.
Hij heeft voldoende deel gehad aan de
nautische realiteit om de sfeer én de
gebruiken in een kleine scheepsgemeen-
schap, zoals de zeesleepboot die heeft,
goed te beschrijven. Het schip dat hij
laat varen is niet zomaar een vaar
tuig. Het is een wezen, voorzien van
een ondoorgrondelijk zieltje, een niet
te peilen willetje ook, met alle ver
rassingen vandien. Het tragische ein
de van de Isabel Kwel vormt ook een
der hoogtepunten van het boek.
HAYE THOMAS
ADVERTENTIE