Amsterdamse studenten met groteske komedie van Grabbe dineren Onderwijzers vragen Zijlstra om duidelijke afspraken ROMANTIEK MET SCHOKEFFECTEN 1 M LEUKE, DIKWIJLS VERRASSENDE AANGELEGENHEID Pool secretaris bisschopssynode Haitink meesterlijk VERLANGLIJST MET NEGEN PUNTEN HET GESCHENK DE UITGAVE EEN ROMAN Foor interieurs van stijl en standing Leidsestraat 73-75 Prinsengracht 709-713 Amsterdam Tijd voor een Russen onderscheiden zeven schrijvers A Monter drama Iii!I! N |P DE TIJD VRIJDAG 24 FEBRUARI 1967 5 wr Grabbe's groteske komedie: een bioloog probeert de duivel te determineren. Amsterdamse studenten spe- MltZakelijk of privé: een voortreffelijk diner fikt.1 Herinneringen van een bramzijgertje JAN DE HARTOG ...gepekelde romantiek... Toneel als spiegel van de tijd DANIËL DE LANGE HANS KELLER Terugkeer van een oude bekende DE KAPITEIN ...knap wolkje wierook... len op het ogenblik Grabbe's gro- 'esïce komedie, die Ton Lutz in 1964 voor het Holland-Festival had zullen opvoeren als de aangezochte spelers het niet geweigerd hadden. Het bleek pij de eerste voorstelling gisteravond in het Nieuwe de la Martheater een heel leuke, dikwijls ook verrassende Aangelegenheid. Grabbe schreef het stuk Scherts, s&tire, ironie en diepere betekenis heet het in het Nederlands in 1837, toen hij 24 jaar oud en student was. Ge studentikoze vrijmoedigheden erin liggen ook studenten van ruim een eeuw later nog heel goed. In zijn op- tet is het blijspel een komische sati- re op de verwelkte, in cliché's ver strikt geraakte toneelromantiek. Er Zlin ook een grote reeks schimpscheu- en grappen op de actuele literai- mode en andere tijdsverschijnselen aanwezig. Het zijn vooral deze laat- Vq' die aangepast moeten worden 0t de bezoeker van nu, en dat heeft aU1 kinnerts, die ook de regie voert, „g Usant gedaan. Nog geen drie jaar st bewerking van Hugo Claus het k herschrijvend komt hij tot weer ®ol andere actualiteiten de provo's natuurlijk, burgemeester Van Hall, Vitte fietsen, Simon Vinkenoog, Simon Vestdijk (de laatste scène speelt in Doorn, bij Claus in Bergen) en Ver woerd duiden aan, in welke richting nu grappen gemaakt worden. Geen al te felle grappen overigens, meestal wel leuk, verscheidene malen ook spits. De groteske aard van de handelin gen in het stuk deed Paul Binnerts in de toegepaste speelstijl heel goed uit komen. De figuren verschenen als ka rikaturen van het type, dat zij iro nisch voorstellen. De romantische schoolmeester was een groteske drin kebroer en kinderpester geworden, de baron een domoor, het nichtje van de baron een kittige wijsneus, de roman tische dichter een knutselaar met woorden, de echte minnaar een toon beeld Van lelijkheid, de valse minnaar een zemelaar, de boze minnaar een onedele Robin Hood, Mephistoles een goedgemanierde koukleum en een mooie bruut met flair. Het spel vol trok zich op een vrijwel kaal toneel met slechts enkele zetstukken in een snel en licht tempo, verlevendigd door komische en speelse regievondsten. Er waren, vooral tegen het eind, forse schrappingen aangebracht: hele scè nes verkort tot een bizonder aardig pantomimisch spel, er was ook een verteller ingevoerd, die in de stijl van een Ako-jongen de voorstelling aan kondigde en de scènes van gesproken titels voorzag. Er werd verrassend gespeeld, tech nisch niet volmaakt maar mpt zoveel intelligentie, dat in ieder geval de be doelingen goed overkwamen: STAUT, de Stichting Amsterdams Universitair Toneel, die onder voorzitterschap staat van prof. dr. B. Hunnigher, voelt zich steeds, beter op het toneel thuis. Het bleek dus een stuk met een schat aan mogelijkheden, waarvan er door een beroepsgezelschap onder overtuigde regie nog wel meer waar gemaakt kunnen worden. Ook nu is het een bijzonder leuke voorstelling, die vanavond en morgenavond om twaalf uur herhaald wordt. R. VATICAANSTAD, 24 febr. (Reuter, AFP) Paus Paulus heeft de Poolse bisschop Wladislaw Rubin b enoemd tot algemeen secretaris van de nieuw in gestelde bisschoppensynode, die voor het eerst in Vaticaanstad bijeen zal komen op 29 september volgend jaar en bedoeld is om de Paus in het be stuur van de Kerk bij te staan. De vijftigjarige mgr. Rubin, hulpbisschop van de Poolse primaat kardinaal Stefan Wyszynski, beheerst acht moderne ta len. Hij verblijft in Rome. De deelnemers aan de bisschoppen synode worden deels door de nationale conferenties en deels door de Paus aangewezen, en wel slechts voor de duur van één werkzitting. De secretaris functie is echter permanent. Mgr. P. Felici, secretaris van de centrale post-conciliaire commissie, is door de Paus benoemd tot pro-voor zitter van de commissie voor de her ziening van het kerkelijk wetboek. HOOGTEPUNT van het Amster damse abonnementsconcert op de woensdag- en donderdagavond in het Concertgebouw was de geladen ver tolking van Tsjaikowsky's Zesde sym fonie. Voor Bernard Haitink beteken de deze uitvoering een première. Zijn dwingende visie op dit werk, de dra matische intensiteit van de weergave, de bewuste opvoering van spanningen, de prachtige klankweergave in een verscheidenheid van nuancen, teken den hem als de jonge meester die laaiend van enthousiasme het spel vol ledig beheerste. Zijn bezielende lei ding dreef het Concertgebouw-Orkest tot een grootse manifestatie van klank, rijp en evenwichtig in het sa menspel en briljant in de individuele prestaties. Het concert werd ingeluid met een aubade van de Engelse componist Ri chard R, Bennett, die men kan reke nen tot de jongere componistengene ratie. Niet tot de allerjongste, getuige dit werk, waarin hij zich aanhanger van het twaalftoonssysteem belijdt, met een zekere verbondenheid met het impressionisme, dat zich uitte in de sfeerschildering van een morgen stemming met fijne smaak, en goed vakmanschap geïnstrumenteerd. Het werk is bedoeld als een ,,in memo- riam" en dit verklaart de introverte toon waarin de componist zich uit spreekt. Het Concertgebouw-Orkest gaf onder Haitinks delicate leiding een uiterst doorzichtig beeld van de ze première. De solist Arthur Grumiaux had in het vioolconcert in A van Mozart blijk baar niet zijn meest briljante avond. Zijn meesterschap van de toon en lichte toets werden niet geëvenaard door een overtuigende voordracht. Te genover de onrust van zijn bij vlagen opgedreven tempi, stond de exacte weergave van het orkest, door Hai tink met grote aandacht voor de mu zikale expressie geleid. Het publiek heeft heel spontaan laten blijken dat het dit concertprogramma en de uit voering daarvan bijzonder heeft ge apprecieerd. T Vr MOSKOU, 24 febr. (Rtr) De Sov jet-Unie heeft zeven schrijvers, onder wie de Nobelprijswinnaar Michail Sjo- lochov, onderscheiden met de hoogste burgerlijke titel: held van de socialis tische arbeid. Dit betekent opnieuw een goedkeuring van het Kremlin na dat liberale intellectuelen op Sjolochov kritiek hadden geuit omdat hij de lan ge gevangenisstraffen waartoe twee schrijvers wegens lasteren van de staat waren veroordeeld, vurig had verdedigd. De andere schrijvers zijn Konstan- tin Fedin, Leonid Leonov, de Oekrain- se schrijvers Alexander Korneisjoek en Pavlo Tsjina, de negentigjarige Letlandse auteur Andrei Oepit en de dichter Mirzo Toesoen-Zade, hoofd van de Russische Afrikaans-Aziati sche solidariteitscommissie. ADVERTENTIE mm DAM AMSTERDAM TELEFOON 020-63163 Helene Nolthenius: Buiten blijven Amsterdam, Querido prijs 6,90 AL NA DE EERSTE BLADZIJDEN ah haar nieuwe novelle heeft Hele- 5>e Nolthenius de lezer ervan over tuigd dat haar hoofdpersonen ongewoon vertrouwd zijn met klassieke muziek, p ta Erlstein, van wie op blz. 12 wordt Kezegd dat zij een hoge, lichte sopraan J®ett, geschapen voor de opera's van iozart. neuriet niettemin op bladzijde J1 i.Ich habe genug" van Bach om «aar vriendin Bea te laten voelen dat Zli Zwitserland, waar zij op dat mo th®^ gastvrijheid geniet, zat is. Nog "looier is dat ongeduldig wachten op ?en door de PTT te bezorgen missive ?.aar hardnekkig fragmenten van het ,,Die Post" van Schubert in de mond geeft. Ook Bea is trouwens niet yUs. Nadat zij heelhuids de andere ever van de straat in Rome heeft ereikt, waar de golven verkeer haar e rode zee en de kinderen Israels Ji gedachten brengen, begint zij op gelucht te zingen: Handel natuurlijk" v°oral dat natuurlijk is fijn) „Dank ®ei dir Herr..." (uit „Israël in Egypte mituurlijk). Gelukkig is de humor van ^elene Nolthenius elders in deze no- „Buiten blijven" wel van een wat bitsere en minder bewustzijnsvemau- £ende soort. Zo is het knap hoe het eliaanse familiedrama waarbij Bea oiens volens betrokken raakt en waar- an zij zelf nogal zwaar blijft tillen enslotte van karakter wordt veran- rierd, iets van een monter drama, een rama giacoso krijgt. Als een van de etrokkenen later vertelt dat de moord verzetsdaad is geweest komt zij !Jarhelijk op de gedachte dat hier spra- ?e moet zijn van een ordinaire smok- v®iaffaire maar dan op z'n Italiaans oorgedragen. De werkelijke portee het drama wordt in de novelle ripet duidelijk en dat is juist een van aardige kanten ervan. lijkt me wat veel dat Helene «ithenius in deze ingewikkelde en voor SpïSchillende interpretaties vatbare ge- «ledenis binnen het bestek van een V 'ne 140 bladzijden ook nog de idee v a het immer lokkende maar voor bpo-. rlingen tenslotte toch altijd on- g(1„Jpelijke Italië vorm heeft willen ten eP; Hoewel zij met de Wii-Jblijven" hier expliciet SeluWtis hët haaf toch niet helemaal URt. Aangezien het heimwee naar het immer lokkende maar voor be„ Hingen tenslotte toch altijd on- g(1„JPelijke Italië vorm heeft willen ten e?:..Hoewel zij met de titel ,,Bui- Wii büiven" hier expliciet naar ver- ïoetll-, wordt gesymboliseerd in een ged Aart van der Leeuw-achtig bia°e over een oud familiegoed „Val dij.a" waar het drama eigenlijk om verh't' oveï"tuigt dit aspect van het Ziin 5al het minst. Waarmee gezegd wil m dat ik de novelle „Buiten blijven" gemengde gevoelens heb gelezen, hooi, een vergelijking te maken: dit van Helene Nolthenius, die de «en 6k van de moderne liturgie tijdens Jm" radio-uitzending vergeleek met een '•«rank, heeft iets van bessenjenever Je Weet nQoit o£ je bessen proeft Jenever. P. M. MOREL (Van onze onderwijsredacteur) DEN HAAG, 24 febr. De Alge mene Nederlandse Onderwijzers Fe deratie heeft in een schrijven aan dr Zijlstra negen wensen naar vo ren gebracht, die de onderwijzerswe reld in de komende kabinetsperiode gerealiseerd zou willen zien. Het gaat om de volgende punten: 1. Spoedige invoering van de derde fase ter verlaging van de leerlingen- schaal bij het lager onderwijs. Om tot kleinere klassen te komen is een aantal jaren geleden een plan in drie fases opgesteld. Men is nu bezig met de tweede etappe. De A.N.O.F. acht het niet alleen nodig, dat men nu over gaat naar het derde stadium, maar dat er ook voorbereidingen worden getrof fen voor een vierde fase. 2. Spoedige afschaffing van de mar ges bij het kleuteronderwijs en het maken van een begin met een lagere leerlingenschaal op de kleuterscholen. De marge-kwestie heeft betrekking op de verhouding tussen het aantal leid sters, waarvoor het Rijk vergoeding geeft, en het aantal leerlingen. De ge middelde klassegrootte ligt in Neder land hoger dan in verscheidene andere landen. 3. Spoedige integrale uitvoering van het nieuwe b.l.o.-besluit. Ook bij het buitengewoon onderwijs doet zich het probleem van de te grote klassen voor. Voor enkele takken van het b.l.o. is al een verlaging van de leerlingen- schaal aangekondigd, maar men vraagt op korte termijn een betere regeling over de gehele linie. 4 Het totstandbrengen van een onge deelde driejarige beroepsopleiding voor onderwijzers. De kweekscholen hebben een aparte leerkring voor het examen „volledig bevoegd onderwijzer". Men acht het gewenst alle toekomstige on derwijzers deze leerkring te laten vol gen. Kortgeleden is in de Tweede Ka mer een motie aangenomen, waarin gevraagd werd aan de invoering van een ongedeelde driejarige opleiding „hoge prioriteit" toe te kennen. 5. Verlaging van de klassebezetting bij het u.l.o. en het v.g.l.o., dit mede in verband met de invoering van de Mammoetwet. De ulo- en v.g.l.o.-scho len moeten tot nu toe met grotere klassen werken dan de andere takken van voortgezet onderwijs. 6. Taakverlichting voor de hoofden van scholen; voor u.l.o.-en v.g.l.o.-scho- len mede van belang in verband met de invoering van de Mammoetwet. Het gaat hier om het aantrekken van een extra leerkracht en om administratie ve hulp. 7. Het scheppen van de nodige onder wijsvoorzieningen voor de invoering van een 9-jarige leerplicht, gevolgd door één of meer jaren part-time leer- en vormingsplicht. 8. Het totstandbrengen van een slui tend systeem van salariëring en rechts positie op 1 augustus 1968. De A.N.O.F. vraagt vooral aandacht voor: de inkor ting van een aantal salarisschalen, de salarisverhoudingen binnen het on derwijs, de invoering van salariëring naar leeftijd, de omvang van de vol ledige betrekking of taak, de invoering van salariëring naar bevoegdheid en het regelen van de rechtspositie van de vakleerkrachten bij het lager onder wijs. 9. Het treffen van voorzieningen voor een goede uitvoering van de Mammoetwet. De Onderwijzersfederatie heeft in haar schrijven aan de informateur geen kostenramingen opgenomen. De naar vóren gebrachte wensen komen echter bijna alle ook voor in de zogenaamde Prioriteitennota, die was toegevoegd aan de laatste Onderwijsbegroting. De A.N.O.F. laat in het midden hoever de verlangde verbeteringen (bijvoorbeeld kleinere klassen) zouden moeten gaan. Gaat men af op de prioriteitennota, dan zou men bij een gematigde inwilliging van de wensen de afschaffing van de marges voor de kleuterscholen voor het jaar 1970 vijf miljoen gulden aan personeelskosten en 2 miljoen gulden aan materiële uitgaven ver gen; de verlaging van de leerlingenschaal bij het kleuteronderwijs: ƒ9 miljoen perso nele uitgaven en 2 miljoen materiële uit gaven: verlaging leerlingenschaal (v.)g.l.o.: 57 miljoen plus 11 miljoen; aanstelling extra leerkrachten bij het g.l.o. 8 miljoen: verlaging leerlingenschaal u.l.o.20 mil joen plus 3 miljoenverhoging adminis tratiekosten u.l.o. en (v.)g.l.o. 5 miljoen (materiële uitgaven); leerplichtverlenging 56 miljoen en b.l.o.-besluit 17 miljoen plus 2 miljoen. Tezamen 197 miljoen. De ongedeelde onderwijzersopleiding (in de Prioriteitennota niet behandeld) zal lei den tot extra-salarisuitgaven ten bedrage van circa 25 miljoen. De Prioriteitennota raamt de totale investeringsuitgaven in 1970 voor de verlanglijst van het kleuteronder wijs op ƒ14,6 miljoen, voor het v-g.l.o. op 63 miljoen, het u.l.o. op 20 miljoen en het b.l.o. op 14.4 miljoen. Tezamen rond 112 miljoen. In het schrijven aan de informateur wordt gesteld, dat men er begrip voor heeft wanneer van verschillende zijden wordt aangedrongen op een grotere efficiency in het onderwijs. Een doel matige besteding van de uitgaven voor het onderwijs moet vast staan. De A.N.O.F. wijst er echter op, dat de snelle stijging van de onderwijsuitgaven na de oorlog niet tot resultaat heeft ge had, dat de verzorging van het onder wijs in alle opzichten aan redelijke eisen voldoet. Kwaliteitsverbeteringen in het on derwijs hangen in belangrijke mate af van de budgettaire ruimte, van het jaarlijks bouwvolume en van de aan wezigheid van voldoende goed opgelei de leerkrachten. Vooral de laatste twee factoren betekenen, dat verbete ringen uitsluitend tot stand kunnen ko men door planning op middellange en lange termijn. Als door budgettaire moeilijkheden in de komende kabinetsperiode verbete ringen, die al lang geleden gepland zijn (bijvoorbeeld: de verlaging van de leerlingenschaal bij het lager on derwijs), niet op tijd gerealiseerd wor den, komt de onderwijsontwikkeling ernstig in gevaar. In verband met de vele kwaliteitsverbeteringen, die ons onderwijs nog nodig heeft, is een alles omvattende onderwijsplanning noodza kelijk. De Onderwijzersfederatie dringt er dan ook op aan, dat bij de kabinets formatie duidelijke afspraken worden gemaakt omtrent: a) de financiering van de autonome stijging van de onderwijskosten; b) de financiering voor het realise ren van de negen genoemde verbete ringen, die urgent zijn c) het tot stand brengen van een allesomvattende onderwijsplanning. Boeken in Boekenweek DE VOLENDAMSE botterlui spra ken van „imbakkertjes", voor ande ren waren het gewoon „hulpjes", of „zeuntjes". Jan de Hartog noemde hen echter „Bramzijgertjes.", een naam die hij ontleende aan de wazige nevelspiraaltjes, die soms bij windstil we-er uit het water omhoog kringelden om na enkele ogenblikken weer te verdwijnen, opgelost in de lucht. Maar allen doelden op de zeer prille jon gens langs de boorden van de Zui derzee die, eigenlijk nog schoolgaand, stiekem meevoeren met de botters ter visvangst. De „Herinneringen van een bramzijgertje" vormen dit keer het jaarlijkse „geschenk" van de boe kenweek. Jan de Hartog, geboren in Haarlem en getogen in Amsterdam, haalt deze herinneringen op vanuit een oud Zuiderzeedorp, waar hij ge woond zou hebben en dat hij onder de schuilnaam Oosterdam zorgvul dig verborgen houdt. Maar goed hij was er een op klompen rondsprin gende kwajongen en nauwelijks tien jaar oud toen hij op een kille maan nacht door de „IJzeren Vrijer" als „bramzijgertje" op diens OD 69 werd gebracht, het grote avontuur op een zee die niet meer is, als IJsselmeer gebleven achter de grote dijk met een schat aan sterke verhalen en le gendarische herinneringen. In dit kos telijke boekje heeft Jan de Hartog hier het zijne toe bijgedragen, duikt hij meesterlijk weg in de gepekelde romantiek van het „Zuidersoppie", waar de dorpsvloten soms hevig slag konden leveTen. Vooral als het ging tussen de katholieke Volendammers en de streng gereformeerde Ooster dammers. De Volendammers visten voor de wind met de „wonderkuil", de Oosterdammers dwarszees in pa ren, met een sleepnet tussen zich in. Twee manieren, zo schrijft De Har tog, die voorbestemd waren om met elkaar in conflict te komen. Hij te kent uitvoerig hoe de Volendammers met hun rode wolken van zeilen dwars door de netten der Oostendammers voeren. Hoe er dan geënterd werd en wild gevochten. De Oostendammers kregen brandende dotten poetskatoen op hun schepen geworpen. Zij probeer den op hun beurt met de ram van da kluiverboom het Volendammer groot zeil te scheuren. En als dat gebeurde was de Vole-ndammer verloren. Het grootzeil was zijn hart. Hiervan be roofd was hij verder machteloos, wer den zijn opvarenden overmeesterd en volgens de legende de grote pofbroe ken uitgetrokken voor een stevig pak slaag op de blote billen. Het „bramzijgertje" van De Hartog maakt al deze avonturen mee. Hij staat stijf van de kou en bedekt met schubben tussen de wriemelende mas sa vissen naast de bun. Hij „kerkt" op zondag, de urenlange diensten te midden der Spakenburgers, Bunscho- ters, Urkers en Elburgers. Hij ligt groen van de zeeziekte naast de an kerketting in het naar vis, teer en pek ruikende vooronder. Jan de Har tog is een goed verteller en een ken ner van heel het nautische gedoe. Hij heeft inderdaad vele stappen liggen langs de oevers van het Waterland en velen zullen de sfeer, die hij be schrijft, herkennen. „WEG MET DE HOLLANDERS" schreeuwde het Brusselse operapu- bliek op 25 augustus 1830 na het zien van Aubers opera ,,Het sprakeloze meisje van Portici." De Belgische op stand tegen Nederland ontstond in het theater. Over die historische voorstelling zijn enkele notities en een foto opge nomen in de boekenweek-uitgave van dit jaar, „theater in de tijd", samen gesteld door Daniël de Lange en Hans Keiler. Op eendere wijze zijn uit de toneelgeschiedenis een reeks voorbeel den verzameld, die aantonen dat het theater weeTgeeft wat in de samen leving omgaat: wat de geesten be roert, beroert ook het toneel. Het boekje eindigt met enkele noti- ties over Peter Brooks „Us" te vertalen zowel door „ons" als door V.S. een verzameling feiten over Vietnam, in een theatervorm gebracht met het oogmerk de toeschouwer te schokken om hem op zijn minst tot nadenken te brengen. In het citaat, dat het boekje geeft, komt deze zin voor, uitgesproken door een actrice: ,,Ik wil een gifgasgranaat zien ont ploffen op een Engelse bloementen toonstelling en lieve Engelse dames zien rondkruipen in hun eigen braak sel". Klinkt dat cru? Het is de dras tische vertaling van wat elke keurige spreker zou kunnen zeggen: stel u voor, beste Engelse burgers, dat uw lieve Engelse dames zou overkomen wat met de vrouwen van Vietnam ge beurt. Dit zou niemand schokken. Het schokeffect is gezocht om het voor stellingsvermogen van de toeschouwer wakker te schudden, vooral om het veraffe en onoverzichtelijke van de gebeurtenissen in Vietnam een her kenbare persoonlijke maat te geven. Het boekje is beknopt in de omvang van het gekozen materiaal en in de daarbij verschafte inlichtingen. Het blijkt juist daardoor de goede eigen schap te hebben, dat het prikkelt tot wat mijmeren over de verstrekte ge- gevens.. De inleiding helpt daar wei nig bij. Zij zegt niets op een duiste re manier, omdat zij teveel wil sa menvatten in een tekort bestek en in een originele formulering. Maar het verstrekte materiaal is aardig en het is ook aardig behandeld. Het maakt ook vanzelf wel duidelijk, wat de ti tel bedoelt. Van Dalsum en Defresne noemden het in hun periode tijdsto- neel, of: het toneel als spiegel van de tijd. In 1935 zagen zij dat in Per Lagerkvists „De Beul". De première leidde tot een complete rel niet tegen het nazisme, waartegen het stuk stelling nam, maar tegen de spe lers. In 1948 mocht de boekenweek niet geopend worden met „Jan Pie terszoon Coen" van Slauerhoff, om dat het niet bevorderlijk was voor de politieke rust, waaraan in Nederland zo'n behoefte heette te bestaan in een tijd, waarin de Indonesische rebellie tegen het Nederlandse bewind een hoogtepunt had bereikt. Toen studen ten hetzelfde stuk in 1962 wilden op- voeren kregen zij van de burgemees ter van Amsterdam de raad er maar liever van af te zien. Ook in Nederland blijkt het toneel dus wel de geesten te beroeren. Het boekje beperkt zich daar niet toe. Het begint met De Perzen van Aischylos uit 472 vóór Christus en springt de hele toneelhistorie door. Het theateT heeft telkens weer een rol gespeeld in de samenleving, of, juister gezegd: een hele reeks rollen, want de ene lijkt zelden op de andere. Een van de dingen, waarover men bij dit boekje kan nadenken, is de nieuwe ontwikkeling in het toneel, waarvan Peter Brooks „Us", Anne- Marie Prins' „Vietnam" en Fons Eickholts „Nieuw Babyion" voorbeel den zijn: het aan elkaar verbinden van feitenmateriaal. Theater van fei ten. Men kan er een uitlating tegen over plaatsen uit een interview van Siegfried Melchinger met Rolf Hoch- huth: de geschiedenis verschaft de schrijver stof, niet voor de uitbeel ding van vraagstukken, maar voor de uitbeelding van mensen, die met vraagstukken worstelen. ANDRÉ RUTTEN JAN DE HARTOG is teruggekeerd bij zijn oude stiel: het beschrijven van de zilte romantiek der zeesleepboten. Met „Hollands Glorie" heeft hij er on gekende successen mee bereikt. Het boek haalde de tweeëntwintigste druk en is nog altijd „in" voor degenen, die het grote avontuur op de zeven zeeën zwart op wit willen hebben. Voor het vervolg zorgden de verfilmde ro mans „Stella" en „Mary". Nadien heeft Jan de Hartog gezwegen over zijn grote belangstelling in heel het nauti sche spektakel. Nu, vijftien jaar later, is in Amerika „The Captain" versche nen en onmiddellijk naar de top van de bestsellerslijst doorgestoten. Een laat, maar gezien de vele goede kri tiekenbijzonder knap wolkje wierook voor het altaar van de helden, die in de Atlantic en de Noordelijke IJszee voeren en streden op de beruchte Moermanskroute, gedurende de tweede wereldoorlog. De harde en meedogenloze zeeoorlog in -deze kille contreien is nadien zeer uitvoerig beschreven. Uit de vele schrij vers die er zich mee bezig hielden, kwamen vooral Nicolas Monserrat met zijn „Wrede zee" en de Schotse on derwijzer Alister MacLean met „Zr. Ms Ulysses" naar voren. Jan de Har tog schaarde zich onder hen met „Stel la" en „Mary". Het laatste boek nu dient als grondslag voor „The Captain". Van een nieuw gegeven kan men dus niet spreken. Jan de Hartog heeft, op een paar episoden na, die hij hand haafde, Mary herschreven. Als geheel heeft „the Captain" daarom een be kende klank behouden. In Amerika is dat geen bezwaar. Mary is immers nooit in het Engels verschenen. Wij echter herkennen „De kapitein" op de brug van de Isabel Kwel, de plomp gebouwde zeesleper met de buldog- snuit, het lange lage achterschip en de gedrongen pijp. Wij kennen zijn tijdelij ke moeilijkheden met de bemanning, die maar heel moeilijk aan het idee van een nieuwe „commodore" kon wen nen. Wij kennen vooral zijn wonder lijke relatie met de vrouw van de jon ge officier, die onder zijn ogen op de brug sneuvelde. Het is dezelfde Mary, teleurgesteld en verbitterd door de man die zij voor een lafaard hield. De konvooicommandant, de eerste stuur man, de kok en de eigenaar van de sleepboten, al deze figuren komen op nieuw naar voren, scherper uitgebeeld, hun karakters minder schetsmatig dan in het boek „Mary". In dit opzicht heeft „De kapitein" duidelijk aan kracht gewonnen. Het is geen verhaal van sterke mannen door dik en dun, koelbloedige helden in de moordende gevechtsscènes tijdens de konvooivaart. Zij zijn ten prooi aan angst en onzekerheid en maken on miskenbare fouten. Het is vooral deze toon die in Amerika is aangeslagen/ en ertoe geleid heeft dat „The Cap tain" is uitverkoren door de club die telkens het boek van de maand kiest. Jan de Hartog is een geboren ver teller. Hij heeft oog voor de kleine details en de lenige pen om die op een geheel eigen wijze weer te geven. Hij heeft voldoende deel gehad aan de nautische realiteit om de sfeer én de gebruiken in een kleine scheepsgemeen- schap, zoals de zeesleepboot die heeft, goed te beschrijven. Het schip dat hij laat varen is niet zomaar een vaar tuig. Het is een wezen, voorzien van een ondoorgrondelijk zieltje, een niet te peilen willetje ook, met alle ver rassingen vandien. Het tragische ein de van de Isabel Kwel vormt ook een der hoogtepunten van het boek. HAYE THOMAS ADVERTENTIE

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 5