Renniesl OP DE NAAM NATIONALE EEN RUSTIG GEVOEL Veel mensen menen dat alle verzekeringen op elkaar lijken. En misschien hebben ze gelijk. Totdat 't erop aankomt. Bij het eerste advies bijvoorbeeld of bij de kleine lettertjes of bij de uitkering Dan is het een veilig gevoel als de naam Nationale op de polis staat. De Nationale is de grootste verzekeringsmaatschappij in ons land, maar dat is niet zó belangrijk. Waar het - voor u - om gaat is: de uiterst persoonlijke service, de grote variatie van mogelijkheden - a la carte en bovendien vele "spécialités de la maison" -, de moderne aanpak van de efficiënte winstdelingMéér van weten Bel uw verzekeringsadviseur. Ik wil niet buiten het dansen" fev^ng?rkMam in °nder- STUDIE VAN PSYCHOLOGE OVER DOODGEZWEGEN PROBLEEM de tijd Fenomenologie ZATERDAG 25 FEBRUARI 1967 Electro-technicus 32 jaar gehuwd, twee kinderen Hoogleraar 46 jaar gehuwd, drie kinderen Marnix 10 jaar Varia Philosophica ADVERTENTIE nationale LEVENSVERZEKERING-BANK N.V. De Nationale heeft 17 kantoren in ons land. U vindt ze hieronder - met telefoonnummers. Alkmaar (17341), Amsterdam (244838), Arnhem (21443), Breda (44750), Dordrecht (41577), Enschede (10664), Groningen (26244), Den Haag (184832), Haarlem (22120), Leeuwarden (22148), Leiden (24400), Maastricht (16064), Middelburg (4651), Rotterdam (282700/289760), Tilburg (25060), Utrecht (24746), Zwolle (14600). Salaris 13.000,Is bezig een goed bestaan op te bouwen bij een importeur van electronische apparaten, waar hij vijf jaar ge leden zijn loopbaan begon. Alles wijst erop dat hij binnenkort de leiding van een eigen service afdeling zal krijgen. Hoezeer de zaak hem ook ter harte gaat, zijn grootste zorg geldt toch zijn gezin. Hier „storingen" te voorkomen, ziet hij als zijn' eerste taak. Daarom liet hij zich adviseren over een levensverzekering, die zijn jonge gezin extra veiligheid moet garanderen. Deze garantie geeft de Nationale Carrière Verzekering. Een unieke constructie met een verzekerd bedrag, dat - in zijn speciale geval - automatisch stijgt van 15.000,tot 19.587,Boven dien krijgt zijn vrouw - als hij vóór z'n 55ste zou overlijden - jaarlijks 3.000,uitgekeerd. Een extra voordeel is de lage beginpremie, die met het groeien de gezins-budget meestijgt. In het eerste jaar Is die premie f 38,01 per maand. Is een gezaghebbend auteur en heeft niet de minste moeite zijn gehoor in de collegebanken te boeien. Hij bezit de gave om in de huiselijke kring afstand te nemen van zijn beroep. Hij beseft als geen ander de noodzaak van een goede toekomstvoorziening en weet deze te combineren met directe belastingbesparing. Met het oog op een - aanvullende - pensioenregeling (hij zal slechts 28 dienstjaren kunnen bereiken) sluit hij een Nationale Ideaalver- zekering met lijfrenteclausule. En natuurlijk volledig met winstde ling! Na 24 jaar wordt - afgezien nog van de winstaandelen - 90.000, uitgekeerd, te besteden voor een pensioenregeling. Zou hij eerder overlijden, dan krijgt zijn gezin - bovendien - een extra inkomen van 9.000,per jaar. De jaarlijkse premie van 4.880, levert een belastingbesparing op van circa f 2.000,zodat de fiscus ruim 40% voor zijn reke ning neemt! Speelse tiener-in-de-dop. Dol op sport (speciaal schaatsen). Begint bovendien al flink in de ban van de beat te raken. Marnix droomt van eigen échte Noren. Zijn vader - 41 jaar, adjunct-direc teur van een groot levensmidde- lenbedrijf - laat hem zelf voor z'n hobby sparen maar geeft hem ook een doeltreffende steun op lange termijn. Zijn verzekeringsadviseur wijst hem op de nieuwe Nationale Voorsprong Verzekering speciaal voor kinderen. Gericht op het maken van een stevige spaarpot- voorsprong voor later. Als Marnix gaat trouwen, ligt er een flink bedrag voor hem klaar. Wat er ook gebeurt. Ook kan dat bedrag dan een start zijn voor een eigen volwassen verzekering. In dit geval voor een kapitaal van 25.000,Plus recht op Natio- nale-winstdeling. Zolang hij ongehuwd is en nog geen 25 jaar, betaalt zijn vader de premie. Overlijdt deze, dan is tot z'n 25ste geen premie meer ver schuldigd. De verzekeringsadvi seur van de zaak rekende uit, dat de premie voor Marnix slechts 32,35 per maand bedraagt. ff Uittreden van zustersYvonneVendrigsoiiste Kwestie van zelfbehoud inbaiietiwoenjuiia kf^pETREDEN priesters en pa- gemakkelijker naam voor r°om-"re|igieuzen) staan tegen- in de publiciteit. Dat het geval met de uitgetreden %ci ®i-'Jke religieuzen. Die worden n We?en. Officieel hoort men Vriri%>°it iets van- Toch zijn er veel, rU'hert hun aantal voortdurend. &klie heeft het probleem in eh lut aar er bestaat hoegenaamd tA zaï over- v zeker grote belangstelling be- ii, 6 r„?.or de scriptie „De vrouwe- vjBt6r,! gieuze en haar uitgetreden 1.1 b >fu8amengesteld door mejuffrouw Van dpr T.ppiiw rti» vriirlncr IW "aai- j van der Leeuw, die vrijdag cett doctoraal examen psychologie q/1 te Aaald aan de Vrije Universi- l i t Amsterdam. Mejuffrouw van tgvil'aala aan de Vrije Universi ty Amsterdam. Mejuffrouw van V'^°lieeJ1W' Limburgse, 38 jaar oud trTdiu geen uiteetreden non. is Ie- &h&'.Zakelijk, geen uitgetreden non, is le- helder in haar be- V'&tiJ en dat vindt men in haar V6 zii ?rug- D°k het respect waar- £®«t si onderwerp behandelt, al K is Pfyohologe er diep insnijden. iAsd bekommerd om het vele jleed'dat ze gesignaleerd heeft. e doctoraalscriptie beoogt teiW ^an der Leeuw een bij- tul} Van ,,y6ren tot het op gang bren- V}?fii"ZnL'ïVetenschappelijk psychologisch n„ 4 °P dit gebied in Nederland u toe V.°t i,.riU'//,.,ll°e zijn de problemen der h<3e]ri e religieuzen uitsluitend be- 'stWs ln mih of meer geslaagde over uitgetreden zusters of Q b liS|® klonWfren tegen veel van het hui- C iti jfterleven tekenen zich duide- i. nu iet onderzoek af. Bezwaren <i,; °hoVp'TT onderzoek af. V "et l.i„ 1orpelijk waren voor degenen Uc, sPanni^os r verlieten en die enor- veroorzaken bij degenen in*1lnTi0m de actieve congre- H, ®hde ds land' gesticht in de ne- &U&» tellend. i vpn,i - in uuaer- ieden ?g,\ng' gezamenlijk zowat O -euw h- I d- Mejuffrouw Van J® W2oek o voor haar exploratief Kt °oster^!t£iprekken gevoerd met i1* tl ®en u.L. frs binnen het klooster, Nhteh Vernil fin? °P een sehool of Najaar ^inrichting en minstens Nru r®deno7. "et klooster en met 161 Zaam °P dezelfde wijze '1* ï^hsteL r6T als kloosterling, die "adden „ac_t jaar kloostererva- minstens een jaar wa ren uitgetieden. Haar vraagstelling was gebaseerd op een voor-onderzoek door diepte-interviews met vijf klooster zusters in t klooster en met j gewezen kloosterzusters. Deze proefpersonen had zij gevraagd haar zo openhartig mogelijk te zeggen wat zij zagen als I de oorzaken van uittreding. De gesprekken met de ex-religieu- zen wa.cn persoonlijKer aan die nici. oe kloosterlingen. Die hadden meer last I van hun zware verplichting te zwijgen over bepaalde regeis en georuiken. De oversten waren meestal op de hoogte van de reden van het aangevraagde gesprek. Haar conclusie is aat de be langrijkste be'weegredenen tot uittreden blijken te zijn: het dictatoriaal gezag, de infantiliserende structuur en ae slechte onderlinge verhoudingen. Oversten zijn vaak veel te autori tair. Bij de benoeming speelt meer malen vriendjespolitiek mee. Ze zijn niet ontwikkeld genoeg, dikwijls be krompen en hebben geen leiderscapa citeiten. Het eisen van blinde gehoor zaamheid veroorzaakt frustratie en psychische misgroei. Door de onvol doende selectie zijn er binnen de kloos ters vele zusters die er eigenlijk niet thuishoren. De uniformiteit wordt als zeer knellend ervaren door wie per soonlijke uitgroei zoekt. Het infantiel moeten zijn als kloosterling en een volwassen mens in het beroep doet veel zusters onder grote spanning le ven omdat ze die persoons-gespleten- heid nauwelijks aankunnen. Een uit laat is er niet. Ook mestal niet bij de biechtvader. Vriendschappen zijn al tijd taboe geweest door een verkeerde interpretatie van de zuiverheid. De on derlinge verhoudingen, vol wantrouwen, zijn slecht. Er is niet genoeg waar dering voor elkaar. Het gebed is te zeer gereglementeerd. TOCH KWAM TELKENS naar vo ren dat de uitgetredenen het klooster zochten te verontschuldigen en ook naar voren brachten dat het de laatste vijf jaar wel verbeterd is. Desondanks treden zusters uit na 5, 10, 20, soms 30 jaar kloosterleven omdat ze de spanningen niet kunnen verdragen zon- dei er psychisch ten g onc.e te gaan. Maar het is onzin te beweren dat a le klcosterzi sl s neurot'sch zijn. Ze z in het niet meer en niet minder an au 'ere vei tim-e .troepen le ken Det is <:r- lr'~ "v. 'ci duidelijk r c i pc rot 1' ~-tr t 'i is dat dé iucloU' k, in u.' vara i '.erende Mejuffrouw M. van der Leeuw wereld achter zijn gebleven. Uit de gesprekken is mejuffrouw Van der Leeuw gebleken dat veel zusters de toekomst van het huidige kloosterle ven somber inzien. De uitgetredenen schilderen de sfeer in de kloosters als naargeestig, verkillend, menson waardig. Ook al is er de laatste jaren veel aan het veranderen. Maar de ver nieuwingen zijn voor velen te laat ge komen. Vervanging van een incapa bele overste door een jonge, moderne leiding kan meestal niet spoedig weer goedmaken wat in jaren is scheef ge groeid. Toch zijn er religieuzen die zich zeer bewust met dit leven vere nigen en er gelukkig zijn, dank zij hun groot aanpassingsvermogen. Bij de redenen tot uittreding komt steeds naar voren de rem op iedere poging om zichzelf te zijn en het ge brek aan eerbied voor de menselijke persoonlijkheid. Er is bijna nooit een man in het spel. Ook geen materia listisch motief. De gelofte van armoe de geeft de minste moeilijkheden. De offerbereidheid bij een vrouw die het klooster verlaat vermindert meestal niet.. Dat suggereert ook het geval van de zuster in de Verenigde Staten c'ie uittrad omdat ze in het klooster zichzelf niet kon zijn, maar trouw wil de blijven aan haar geloften en er naar leefde. Andere uitgetredenen vroe gen haar met elkaar een nieuwe groep te vormen. Zonder enige publiciteit krijgt die nieuwe gemeenschap steeds meer aanwas van nieuwe ex-klooster zusters, die zich in een bevrijde vorm gezamenlijk in dienst stellen van de gemeenschap. Om adressen te krijgen van uitge tredenen heeft mejuffrouw Van der Leeuw zich tot veel personen moeten wenden. Oversten die medewerking toe zegden konden niet altijd volledige adressen verschaffen. Priesters aarzel den of weigerden medewerking. Van twee kreeg zij volledige inlichtingen Leken en ex-zusters zelf werkten spon taan mee. Na een eerste contact met de uitgetredenen waren ze meestal op twee na tot een interview be reid. Na een gesprek van twee tot vijf uur bij hen thuis waren ze geheel gewonnen. NA HET VERLATEN van het kloos ter valt er een enorme druk en een grote spanning weg. De meesten willen trouw blijven aan hun geloften want ze zijn uit zelfbehoud uitgetreden en niet om te kunnen profiteren. De grote problemen zijn aanvankelijk geldgebrek en de onwennigheid om met iedereen om te gaan. Na een jaar is daar al veel van overwonnen. Maar bij velen leeft de onrust over de (vermeende) ontrouw. De oorzaak van het uittreden, zo is de conclusie, is dus vooral te wijten aan de huidige crisis in het kloosterwezen, dat als een „geïnstitu tionaliseerde persoonlijkheidsfrustratie" wordt gebrandmerkt. De psychologe stelt aan het slot van haar scriptie als een open vraag in hoeverre het mogelijk is een grote groep vrouwen harmonisch in gemeen schap te laten leven. Uit de omvang rijke literatuur blijkt dat men in het buitenland, met name in Frankrijk en de Verenigde Staten veel verder is met het wetenschappelijk doorlichten van de klooster-psyche. In kringen die zich met zorg afvragen waar het heen moet met de vrouwelijke religieuzen blijkt er reeds grote belangstelling te bestaan voor deze scriptie. De jonge doctoranda zendt haar geschrift toe aan de Stichting Nederlandse Vrouwe lijke Religieuzen, aan de bisschoppen en aan de voorzitter van het Pastoraal Concilie. ANNE BIEGEL (Van onze verslaggever) AMSTERDAM, 25 februari VIJF JAAR GELEDEN huppelde Yvonne Vendrig (23 jaar, tenger en zeer gracieus) vers van de Middel bare Meisjesschool het kantoortje van het Nationale Ballet binnen. Zij had een studiebeurs voor het conservato rium laten schieten. Haar ouders hoopten nog, dat zij pianiste zou wor den, maar Yvonne was vastbesloten: zij ging aan het ballet. Doordat zij in haar schooltijd 's avonds dansles sen had gevolgd kwam zij niet geheel onbeslagen ten ijs. Bij het Nationale Ballet zag men wel iets in haar; zij kon als aspirant beginnen. Nu, vijf jaar later, danst zij de zwa re rol van Julia in Rudi van Dant- zigs nieuwe zetting van het ballet „Romeo en Julia" naar Shakespeares gelijknamige toneelstuk en op muziek van Sergei Prokofief. Van nu af mag zij zich ook soliste noemen. Het heeft haar een beetje overdonderd. Begin januari hoorde zij pas, dat haar de rol van Julia was toebedacht. De re petities waren toen al een poosje aan de gang en zij had nergens op gere kend. Toen het besluit eenmaal ge vallen was, ging zij zó in haar rol op, dat Rudi van Dantzig zich wel eens zorgen maakte. „Ze is in de repeti tieperiode broodmager geworden. Soms dacht ik, dat zij in elkaar zou zakken." Yvonne danst niet alleen de rol van Julia, zij is Julia. Ook thuis, bij haar ouders in Utrecht, kan zij het niet laten scène voor scène te repeteren. „De laatste maanden ben ik er dag en nacht mee bezig, vaak helemaal onbewust", zegt ze. Na afloop van de voorstelling, als alle anderen opge- ADVERTENTIE Brandend maagzuur? helpen direkt! ^Ëfj YVONNE VENDRIG lucht en ontspannen het applaus in ontvangst nemen, staart Yvonne nog afwezig voor zich uit. „De spanning van 2uur raak je niet zo gemakke lijk kwijt", heeft zij ondervonden. Zij heeft nooit een ballet-uitvoering van „Romeo en Julia" gezien. Vol gens Rudi van Dantzig was dat al leen maar voordelig. „Nu moest zij de rol helemaal zelf opbouwen. Je kunt er beter in groeien dan het van anderen afkijken." In de sterfscène voelt zij zich erg ongelukkig. Zij ge looft, dat het niet goed zou zijn die veel te repeteren. „De waarachtigheid zou er af gaan. Misschien kom je daar na een aantal uitvoeringen weer overheen. Toch vind ik die sterfscène wezenlijk bij het stuk horen.- De laat ste acte vind ik de fijnste. Je groeit naar de climax toe." Het dansen is voor Yvonne nog geen noodzaak. „Ik kan er buiten, maar wil het niet", zegt ze na enig aarzelen. Zeven jaar geleden, op de MMS (O. L. Vrouw Ter Eém in Amersfoort) heeft zij bijna een hekel gekregen aan het ballet. Er was êen balletgroepje op school en bij iedere gelegenheid werd er geroepen: „Yvonne moet dansen!" Omdat zij danslessen volgde werd zij door haar klasgenootjes bewonderd en benijd. Dat schrok haar af, want zij is ver legen, bijna schuw van aard. Als wij het hebben over de reacties van de zaal op haar Julia-vertolking zegt ze: „Niemand kent me." Het klinkt op gelucht. sin sm DR. W. LUIJPEN O.S.A. is een vruchtbaar en steeds boeiend schrij ver, wiens boeken «ms nog eerder in Amerika het licht zien dan bij ons. Zo is bijv. Fenomenologie en Metafy sica reeds in 1965 in Amerika vér- schenen. De Nederlandse uitgave is van een jaar later, maar de schrij ver heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt de tekst uit te breiden en enkele nuances aan te brengen. Het geen de schrijver met zijn confrontatie van metafysica en fenomenologie be oogt, kan het beste met zijn eigen woorden weergegeven worden: „De poging om de metafysica van buiten af te definiëren en de pretentie, daar-, door een levensecht weten van wat metafysica is te verwerven, verdragen elkaar niet Alleen in het metalysi- sche denken zelf vindt de metafysica haar eigen wezen en voltrekt zich een zeker „weten" van dit wezen Zodra men let op de eenheid van inspiratie, eigen aan het metatysisch denken, komt men tot de ontdekking dat ook anti- metafysica in hun denken uitvoering gé ven aan dezelfde inspiratie. Zonder me tafysica kan men de metafysica niet afwijzen". „Dat wij waarde hechten aan een confrontatie van de metafy sica met de fenomenologie, verraadt reeds, dat de traditionele metafysica oms bijzonder ter harte gaat Wanneer er in de existentiële fenomenologie geen plaats zou zijn voor de uitvoe ring van de eeuwig menselijke moge lijkheid van metafysisch denken, zou de existentiële fenomenologie voor ons a priori geen noemenswaardige wijs gerige waarde vertegenwoordigen". Slechts kan hier gewezen worden op een ander boek van Pater Luijpen: Fenomenologie van het Natuurrecht. Het uitgangspunt is de volgende stel ling: „Menselijk zijn die verhoudingen (nl. de verhoudingen tussen de men sen in een gemeenschap) pas, wanneer zij de erkenning van de mens door da mens incarneren en gestalte geven". Na een weergave van de historische en actuele situatie betreffende het na tuurrecht ontwikkelt de schrijver zijn eigen gedachtengang in de tweede helft van het boek in drie hoofdstukken: Inspiratie van het feno menologisch denken; Rechtvaardigheid als anthropologische vorm van co-existeren; Natuur recht en Rechtsbestel. Dr. W. Luijpen O.S.A.Fenomenolo gie en Metafysica. Bijleveld, Utrecht 1966, 200 biz., paper-back; id.: Fena» menologie van het Natuurrecht. C. d® Boer-Paul Brand, Sterrenserie 25, Hil» versum 1966, 250 blz., paperback.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 9