S&^^-AS^SSSt t' "i'7"i :""i """i r iedtï: w- 'i door george kiatkov 1- £Sas***l*J I i qeuifhrS,vej:heer 1 uking van leider Mao heeft absurde vormen aangenomen. Overal treft men In China foto's en beelden aan van de 9 de leider. Vooral borstbeeldjes van Mao zijn zeer geliefd en er wordt koortsachtig gewerkt om aan de aanvraaa te voldoen. Terwijl de menigte Rode Gardisten de leuzen herhaalt, die uit een luidspreker schallen, w°nden foto's en afbeeldingen van Russische leiders in het openbaar verbrand. In de afgelopen weken waren dergelijke taferelen in Peking en andere grote steden schering en inslag. van ter ^?rsverkeer staat in China onder strenge controle, al is daar de laatste twee maanden weinig ecnt gekomen. Hier inspecteert een beambte de reisvergunningen van een aantal passagiers. Ook op de treinen zijn communistische leuzen aangebracht. waar naen In CWj-ooJ. ÏÏ3 ZATERDAG 4 MAART 1967 lute, dtedit jaa^efnh^ r8V°" februari kenden w?? elkaar- In de partij precies m Verliezen" met duidelijk wié aaT"^ was was gekomen Tn T? ,de macht entegen SeL dP er da*r- de macht, maar hct° vlrWlsten vraag wie tóenriï b,1.ljft de partij was- de porr verllezende öe DemocratischpC1ïng'htet leger' toekomstip-o r S°vJets of de gadering. Constltutionele Ver- De tsaristische familie in een romantische opname uit 1913. Progressief blok De tsaristische familie vertoefde graag op het water. Van links naar rechts de tsarewitsj (kroonprins), De tsaristlsdceheJaaamr%en twee vanyNic£|aa;' dochters, de grootvorstinnen Maria en Olga. Verblind regime Deze verdringing van angsten is typerend in een droomtoestand. De psychologie van de februari- revolutie loopt inderdaad parallel met de psychologie van de droom, met zijn verslapping van morele en rationele beheersing, zijn vlucht uit de werkelijkheid en het belang, dat men hecht aan sym bolische uitspraken. MAO-CULTUS IN CHINA ij refA e Ker* nveiliê6 ;hrevelj- :e tas* bijbd' rerschü' de pa? of we^ t tot rde onest jp Bul'' veel ihoeffe'' 3onhod' >vange®' vertrok ontlee" kunne' i, maf' worde' zegge®! i nieU* lisschie' en ver aal va' nieuV' 3od me verko®' Bonhoe'' naar n hem» ien va' Als vo'; oorde» zijn b* *ekoffle® ;eringa' an GO®' at Jes®® van el' moete' ïag P1'®! itie ni® leerste1' en va' ihe luc® „Herm» ;eloof g gel®*! alsof )gen. P vrag» verlor6® i beteK» t afdoe® Iede^ een v*®" iet juifj; nogel^, oud ze, IVie &a>. a wete' moeilÜ' ren h®® pro* 3eft van Wie v°l gen aic. benede raag met b» leden zij" i® wlj it huis fe lenblV n giste ien zij®' heid ot larhede' vandaal .ensch^f ilijk ve®" lekom®' jden? :htighei® van ee heil va® laar ®e :ensch®p an all®® DOd va® h ingr Alles i® aansl®^ ite ee®* eindelij breng4' erhede®' Mystef' n me' en vflO' Abel in kie'® wijze gj5 'yser !rt' All«e i. ziel v'j die A zij lgen C' uw 1:9>- v eren dangste van e I". Wo%, REVOLU naar waarheid en legende hruari-f e vol mi ndlCartikel om de fe- Werd toen C ,?et Tsaren-regime Weriourin aangoklaagd als een eeu- degenereefd +°CtraCS(C u6 ge- Slanno C et bewind van een hvsteri ?rst met een boosaardige en geheeYSrALgemal,m- Dit reglmc stond de riuio^o 1,ocd van zogenaam- leC' A machten" en werd ge- lands moedige bondgenoten Aldus beweerden in die tijd de tegenstan ders. Na het analyseren van de oorsprong en de waarde van de zogenaamde duistere machten" zijn mijn conclu sies veelal dezelfde als die van de historicus Melgoenov, een Russisch emigrant, die alle bronnen van de le gende heeft onderzocht. Nóch de door de voorlopige regering aangestelde com missie van onderzoek, waarin deskun dige rechtsgeleerden en staatslieden zit ting hadden, nóch enig ander onder zoek konden het bestaan ontdekken van een dergelijkeorganisatie van i,duistere machten", met het doel Rus land zó te verzwakken dat de autocra tische 'greep op het land versterkt kon worden. DEZE ZWARE beschuldigingen kwa- mtn yoort uit de moeilijke eituatiet waarin het Russische leger zich be vond na zijn nederlaag in 1915. De libe rale staatslieden van de Doema (het guasi-parlement)die de laatste tien ja ren een groter aandeel in de staatsza ken hadden geëist, lieten geen tijd ver loren gaan en beschuldigden de rege ring van verraderlijke nalatigheid in de voorzieningen van de troepen aan het front. De spionage-rage, die in deze omstandigheden vaak ontstaat, werd versterkt, toen het algemene hoofdkwartier, op zoek naar een zonde- °k'.het verraad van een hooggeplaatst officier, nauw betrokken bij de werk zaamheden van de minister van oorlog aankondigde. Jaren later bleek de man onschuldig te zijn. Een andere geregelde oorzaak van publieke ontevredenheid was het touw trekken tussen de Tsaristische bureau cratie en de uit plaatselijke regeringen en associaties van industriëlen gevorm de „vrijwillige organisaties". Deze had den tot doel het land te steunen in de productie voor het leger. De liberale leiders en de organisaties die de Tsaristische regering in de ja ren voor de oorlog hadden aangeklaagd als uit de tijd en vervallen, wezen nu op de moeilijkheden aan het front, als bewijs van de tekortkomingen van het regime. Zij wilden zélf de teugels in handen nemen en beweerden, dat zij in staat waren overal in het land krach ten op te wekken, die voor de rege ring onbereikbaar waren, krachten die het land onmiddellijk op het rechte pad der overwinning zouden brengen. De teleurstellingen over de eerste oor logsmaanden gaven deze groepen de kans een aanval te doen op da rege ring die, gezien kun belangrijke bijdra gen aan de oorlogsproductie, een ver bazingwekkende verdraagzaamheid tegenover hen toonde. De Kroon was echter niet bereid toe te geven aan de politieke en constitutionele eisen van de liberale staatslieden en de Vrijwil lige Organisaties". In een poging om iets meer overeenstemming te berei ken, benoemde de Tsaar in de zomer van 1914 een aantal ministers, die meer acceptabel waren voor de liberale lei ders dan hun voorgangers. DEZE NIEUWE ministers deden een poging, zonder instemming van de Tsaar, in de nazomer van 1915 tot overeenstemming te komen met de li beralen, die samen met andere politici het zogenaamde „progressieve blok" vormden. De ministers waren beTeid de liberale eisen voor een „regering van publiek vertrouwen" te accepteren. De uitvoering van het plan werd echter verhinderd door de gezamenlijke acties van Goremykin, de eerste minister, en de Tsaar in begin september 1915. Dit verbitterde het liberale kamp. Op conferenties in Moskou gaven de liberalen hun partijgenoten een uitleg, waarvan de oorsprong onbekend is, maar waarvan de inhoud als volgt luidt: „De poging om tot overeenstem ming te komen tussen de regering en het „progressieve blok" is verhinderd door een samenzwering van rechts, met name het „zwarte blok", bestaande uit bureaucraten en hovelingen, die met geïnteresseerd zijn in Ruslands over winning, maar wier enige zorg is hun persoonlijke macht te behouden De ontmaskering van dit beschuldig de „zwarte blok" veroorzaakte een sen satie. Men besloot de Tsaar te bena deren en zijn „ogen te openen" voor de intriges van de kwade machten in zijn omgeving. Men liet de geheel on gefundeerde beschuldiging circuleren, dat Goremykin een voorstander was van een afzonderlijke vrede tussen Rus land en Duitsland. Dit werd echter niet vermeld in het document, dat uiteinde lijk aan de Tsaar werd aangeboden. Vanaf de herfst van 1915 tot aan de dag van het aftreden van de Tsaar bleef het conflict onopgelost. Degenen, die trachtten verandering te brengen in de halsstarrige houding van de Tsaar door alle vormen van pressie, intimi- datie, boycot en isolatie op de ministers uit te oefenen, boekten geen enkel re sultaat. Maar de enorme campagne te gen de Tsarina en d«f Tsaar, gevoerd door de pers, de Doema en ook in hei melijke verspreiding van toespraken en brieven, slaagden er wel in de zoge naamde „ontwikkelde klasse" wakker te schudden en hen ervan te overtui gen, dat zij verraden werden door de mensen aan de top en dat de overwin ning, die de hunne zou zijn geweest, als de liberalen aan de macht waren gekomen, hun ontnomen werd. Tegelijkertijd werkten geruchten over hoogverraad, perversiteit en corruptie, gepersonifieerd in de figuur van Ras- poetin, demoraliserend op de lagere regionen van de bevolking. TWEE JAAR na de februari-revolutie gaf een van de meest vooraanstaande figuren onder de liberalen, Peter Stro ve, commentaar op deze stortvloed van propaganda. De opmerkingen van Strove zijn ver kwikkend. Men heeft vaak de Tsarina en de Tsaar als enige schuldigen voor de ineenstorting van het Russische rijk aangewezen. Inderdaad weigerde de Tsaar hardnekkig een constitutionele wijziging vóór het einde van de oorlog te overwegen en zijn gemalin steunde hem hierin, in de hoop, dat de over winning zou leiden tot verheerlijking van zijn regering, waarvan de glorie zou afstralen op haar geliefde slappe en ziekelijke zoon, die hierdoor een ge makkelijke regering zou krijgen. Dit was de ziekelijke droom van een moeder, slachtoffer van jaren van mis lukkingen en teleurstellingen. Toch had den zij en Nicolaas II gelijk toen zij stelden dat een politieke oplossing moest wachten tot na de overwinning. Een verandering van regime op dat moment, zelfs het aanstellen van een regering van publiek vertrouwen" onder leiding van Prins Lvov, zou licht de verschuivingen kunnen veroorzaken, later de februari-revolutie definitief op gang brachten. AAN DE ANDERE KANT moeten wij de verbittering van de liberalen be grijpen. Zij hadden beweerd, dat de overwinning onmogelijk was zonder een constitutionele wijziging in Rusland. Een overwinning echter zónder veran deringen in de grondwet zou hen in het ongelijk stellen en hun toekomst in gevaar brengen. Als de Tsaar en zijn regime zich nog enkele weken langer hadden kunnen handhaven, tot het begin van het gezamenlijke geallieerde offen sief tegen Duitsland, zou voor het „pro gressieve blok" en de Vrijwillige Or ganisaties het spel uit zijn geweest. Zij wisten dit, maar durfden het niet toe te geven. De door hen uitgesproken angst voor de nederlaag en de verne dering van Rusland was in feite hun angst, dat de oorlog zou eindigen in een overwinning vóórdat zij de kans kregen aan de regering deel te nemen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 23